NL194102C - Verplaatsbare computer. - Google Patents
Verplaatsbare computer. Download PDFInfo
- Publication number
- NL194102C NL194102C NL8403202A NL8403202A NL194102C NL 194102 C NL194102 C NL 194102C NL 8403202 A NL8403202 A NL 8403202A NL 8403202 A NL8403202 A NL 8403202A NL 194102 C NL194102 C NL 194102C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- computer
- housing
- support
- pipe
- recesses
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G05—CONTROLLING; REGULATING
- G05G—CONTROL DEVICES OR SYSTEMS INSOFAR AS CHARACTERISED BY MECHANICAL FEATURES ONLY
- G05G9/00—Manually-actuated control mechanisms provided with one single controlling member co-operating with two or more controlled members, e.g. selectively, simultaneously
- G05G9/02—Manually-actuated control mechanisms provided with one single controlling member co-operating with two or more controlled members, e.g. selectively, simultaneously the controlling member being movable in different independent ways, movement in each individual way actuating one controlled member only
- G05G9/04—Manually-actuated control mechanisms provided with one single controlling member co-operating with two or more controlled members, e.g. selectively, simultaneously the controlling member being movable in different independent ways, movement in each individual way actuating one controlled member only in which movement in two or more ways can occur simultaneously
- G05G9/047—Manually-actuated control mechanisms provided with one single controlling member co-operating with two or more controlled members, e.g. selectively, simultaneously the controlling member being movable in different independent ways, movement in each individual way actuating one controlled member only in which movement in two or more ways can occur simultaneously the controlling member being movable by hand about orthogonal axes, e.g. joysticks
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16C—SHAFTS; FLEXIBLE SHAFTS; ELEMENTS OR CRANKSHAFT MECHANISMS; ROTARY BODIES OTHER THAN GEARING ELEMENTS; BEARINGS
- F16C11/00—Pivots; Pivotal connections
- F16C11/04—Pivotal connections
- F16C11/10—Arrangements for locking
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16C—SHAFTS; FLEXIBLE SHAFTS; ELEMENTS OR CRANKSHAFT MECHANISMS; ROTARY BODIES OTHER THAN GEARING ELEMENTS; BEARINGS
- F16C11/00—Pivots; Pivotal connections
- F16C11/04—Pivotal connections
- F16C11/10—Arrangements for locking
- F16C11/103—Arrangements for locking frictionally clamped
- F16C11/106—Arrangements for locking frictionally clamped for ball joints
-
- G—PHYSICS
- G06—COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
- G06F—ELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
- G06F1/00—Details not covered by groups G06F3/00 - G06F13/00 and G06F21/00
- G06F1/16—Constructional details or arrangements
- G06F1/18—Packaging or power distribution
- G06F1/181—Enclosures
- G06F1/182—Enclosures with special features, e.g. for use in industrial environments; grounding or shielding against radio frequency interference [RFI] or electromagnetical interference [EMI]
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Theoretical Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Computer Hardware Design (AREA)
- Power Engineering (AREA)
- Human Computer Interaction (AREA)
- Automation & Control Theory (AREA)
- Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)
Description
1 194102
Verplaatsbare computer
De uitvinding betreft een computer, die door een persoon draagbaar en verplaatsbaar is en voorzien is van ten minste één huis, dat zodanig is uitgevoerd, dat de computer op een tafel in een bedrijfsstand bruikbaar 5 is, waarbij de computer verder is voorzien van een alzijdig beweegbaar invoerorgaan, zoals een kogel.
Een dergelijke computer is bekend uit het artikel "The Apple Macintosh Computer”, Byte, Feb. 1984, blz. 30-54, en heeft onder andere als nadeel dat een muis benodigd is als invoerorgaan. Zulk een muis behoeft een bedieningsoppervlak, hetgeen relatief veel ruimte kost.
Het is een doel van de uitvinding om de bekende computer onder behoud van het bedieningsgemak 10 compacter uit te voeren.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat het invoerorgaan in het zijvlak van het huis van de computer is aangebracht.
Het aan het huis van de computer aangebrachte invoerorgaan neemt in gebruik weinig plaats in en geeft toch een groot bedieningsgemak. Een constructie waarbij een kogelvormig invoerorgaan direct met de hand 15 moet worden bewogen wordt ook wel ’’trackball” genoemd en is op zichzelf bekend uit bijvoorbeeld het Amerikaanse octrooischrift US 4.404.865.
De uitvinding zal aan de hand van de onderstaande figuren worden toegelicht.
Figuur 1 is een zijaanzicht van een computer, ondersteund door een ondersteuning; 20 figuur 2 is een aanzicht volgens de pijl II in figuur 1; figuur 3 is een onderaanzicht van de computer volgens de lijn III—III in figuur 1; figuur 4 is een alternatieve bevestigingsmogelijkheid van de ondersteuning volgens figuur 1 aan de computer, gezien in zijaanzicht van de computer, figuur 5 is een bovenaanzicht van een landbouwtrekker voorzien van een computer; 25 figuur 6 is een zijaanzicht van de trekker volgens figuur 5; figuur 7 is een zijaanzicht van een automobiel voorzien van een of meer ondersteuningen voor een computer; figuur 8 is een bovenaanzicht volgens de pijl VIII in figuur 7; figuur 9 is een zijaanzicht van een as van een vrachtauto voorzien van een computer die naast de 30 bestuurderszitplaats is opgesteld; figuur 10 is een vooraanzicht van een op een tafel opgestelde computer opgebouwd uit een drietal losneembare, echter onderling bevestigbare delen; figuur 11 is een zijaanzicht van de opstelling volgens figuur 10.
35 Uitgegaan wordt van bekende computertypen die voorzien zijn van een toetsenbord voor het inbrengen van een programmering en in te voeren gegevens een beeldscherm en eventueel een aan de computer gekoppelde drukinrichting (printer) voor het uitvoeren van gegevens uit de computer, welke drukinrichting, indien aanwezig, als deel van de computer wordt beschouwd. Dergelijke drukinrichtingen zijn veelal als losse eenheden naast de overige delen opgesteld. Naast deze bekende computers zijn uitvoeringen 40 bekend, waarbij ten dienste van het inschakelen van bepaalde programma’s of programmadelen en voor het inbrengen van gegevens, naast het toetsenbord een ander invoerorgaan aanwezig is dat veelal door middel van een verbindingskabel met het overige deel van de computer is verbonden.
In figuur 1 is in zijaanzicht een computer 1 getoond, die wordt ondersteund door een ondersteuning of steunmiddel 2, welk steunmiddel bevestigd is op een vloer of bodemplaat 3 van een voertuig, zoals een 45 landbouwtrekker, een automobiel, vrachtwagen, vaartuigen, vliegtuigen en dergelijke mobiele eenheden. De computer 1, die in hoofdzaak de vorm van een parallellepipedum kan bezitten, is omsloten door een huis 4 dat aan zijn bovenvlak voorzien is van een uitholling 5 die wordt overbrugd door een handgreep 6 door middel waarvan de computer 1 gemakkelijk draagbaar is. Het huis 4 van de computer heeft een breedte van ongeveer 25 cm., een lengte van ongeveer 25 cm. en een hoogte van ongeveer 35 cm., terwijl het gewicht 50 van de computer 1 ongeveer 10 kg. bedraagt.
Het huis 4 omsluit een beeldscherm 7, een bedieningsinrichting 8 voor het invoeren van programma’s en/of gegevens voorzien van een toetsenbord 9. Aan een zijkant van het huis 4 is een invoeropening 10 aangebracht voor het invoeren van cassettes zoals cassettes voorzien van daarin opgeslagen gegevens en/of programma’s. Aan dezelfde zijkant van de computer is een drietal naast elkaar opgestelde stekkers 55 aangebracht voor het koppelen van de computer aan een elektrische voeding, te weten een stekker 11 bestemd voor aansluiting op 220 V wisselspanning, een stekker 12 voor de aansluiting op 110 V wissel· spanning en een stekker 13 voor aansluiting op een gelijkspanning van 12 V of 24 V. De 12 V-aansluiting is 194102 2 in het bijzonder bestemd voor de voeding van de computer uit een accu tijdens zijn opstelling in een voertuig zoals een landbouwtrekker, automobiel of dergelijke.
De in de computer aanwezige schakelingen worden verondersteld overeen te komen met die van bekende "personal computers”, waarvoor vele programma's verkrijgbaar zijn.
5 In de in figuur 1 zichtbare zijwand van het huis 4 is een opening uitgespaard waardoor een deel van een alzijdig beweegbaar kogelvormig invoerorgaan 14 uitsteekt, welk invoerorgaan een functie heeft die overeenkomt met de hiervoor genoemde "muis”, terwijl een drukknop 15 nabij de kogel 14 is aangebracht, welke drukknop een functie bezit die overeenstemt met die van de drukknop die bij bekende computers eveneens op de "muis” is aangebracht. Nabij de kogel 14 zijn sensors opgesteld, door middel waarvan de 10 bewegingen en de stand van de kogel in het computersysteem kunnen worden ingebracht. De drukknop 15 is aangebracht in een begrenzingsvlak of wanddeel 16 van het huis 4, dat gerekend in de gebruiksrichting A vanaf de onderzijde van het beeldscherm 7 (dat ongeveer tot aan de bovenzijde van het huis 4 reikt), over de gehele breedte van het huis 4 schuin neerwaarts en voorwaarts is gericht en dat eindigt nabij de achterzijde van het vast bevestigde toetsenbord 9. Vanaf deze onderzijde van het vlak 16 dat bij voorkeur 15 gezien in zijaanzicht, een neerwaartse kromming bezit teneinde voldoende ruimte voor een het toetsenbord bedienende hand te bewerkstelligen, verloopt het toetsenbord 9 in voorwaartse richting en eindigt nabij of, ten opzichte van de richting A, achter een vlak 17 dat de voorzijde van het beeldscherm 7 omvat Het toetsenbord 9 en de bedieningsinrichting 8 zijn dus geheel of vrijwel geheel, gerekend in de richting A, achter het beeldschermvlak gelegen, zodat de computer geen uitstekende delen bezit waardoor de 20 draagbaarheid wordt verbeterd en de kans op beschadigingen van de computer tijdens transport wordt verminderd. De opstelling van de kogel 14 (waarmee, in combinatie met de drukknop 15, bepaalde in de computer aanwezige programma’s op het beeldscherm kunnen worden aangewezen en geactiveerd en waarmede tekeningen en grafieken op het beeldscherm kunnen worden bewerkstelligd) is zodanig dat deze door middel van de wijsvinger van een voor de computer aanwezige gebruiker kan worden bediend, terwijl 25 de duim van de dezelfde hand de in de nabijheid van de kogel opgestelde drukknop 15 kan bedienen voor het vastleggen van de door middel van de kogel 14 aangewezen functies of figuren.
Nabij het beeldscherm 7 is een verstelbare kap 18 aangebracht, die gezien in de richting A, U-vormig is uitgevoerd en die zich ten minste ten dele langs de buitenzijden en de nabij het beeldscherm 7 gelegen zijden van de zijkanten en de bovenkant van het huis 4 uitstrekt. De kap 18 is verzwenkbaar bevestigd om 30 een horizontale, loodrecht op de richting A gerichte zwenkas door middel van een tweetal scharnieren waarbij aan elke zijde en nabij de voorzijde van het huis 4 een daartoe bestemde scharnier 19 is aangebracht. De door de scharnieren 19 bepaalde zwenkas is nabij de onderzijde van het beeldscherm 7 gelegen. Gezien in zijaanzicht (figuur 1) bezit het scherm 18 een in hoofdzaak driehoekige vorm. De zwenkas 19 is nabij de naar beneden gerichte top van deze driehoek gelegen en in de in figuur 1 getoonde 35 uitgeklapte stand van de kap 18 is de, gerekend in de richting A, achterste begrenzingslijn 20 ongeveer verticaal en evenwijdig aan het beeldscherm 7 gelegen, terwijl de voorste begrenzingslijn 21 schuin opwaarts en ten opzichte van de richting A achterwaarts is gericht. Langs de begrenzingslijn 21 is de kap 18 voorzien van een stootrand 22. De kap 18 is vanuit zijn in figuur 1 getekende werkzame stand om de scharnieren 19 verzwenkbaar in de richting B tot in een stand waarbij de begrenzingslijn 21 evenwijdig aan 40 het beeldscherm 7 is gericht; deze laatste stand is voor transportdoeleinden bestemd, terwijl de in figuur 1 getekende stand bestemd is om het lezen van het beeldscherm te vergemakkelijken, in het bijzonder indien de lichtinvalshoek, bijvoorbeeld op een veld, de aflezing van het beeldscherm stoort. De kap 18 is met handkracht verzwenkbaar om de scharnieren 19, die door in de scharnieren aanwezige wrijving bewerkstelligen dat de kap niet door schokken op ongewenste wijze wordt versteld.
45 Zoals uit de figuren 1 en 3 blijkt, zijn in het ondervlak van het huis 4 ten minste twee, in dit uitvoerings-voorbeeld drie, opwaarts gerichte, buisvormige uitsparingen 23 aangebracht, die gezien in een evenwijdig aan het ondervlak gelegen doorsnede, een zelfde veelhoekige doorsnede bezitten, In dit uitvoerings-voorbeeld een vierkante doorsnede. De uitsparingen 23 bezitten hartlijnen die in hetzelfde, loodrecht op de richting A gerichte vlak liggen, terwijl de afstanden tussen de uitsparingen 23 onderling en de afstand tussen 50 de meest buitenwaarts gelegen uitsparingen en een zijwand van het huis 4 ongeveer gelijk zijn. Het zwaartepunt van de computer 1 ligt ongeveer in het vlak door de hartlijnen van de uitsparingen 23. De uitsparingen 23 worden begrensd door instulpingen van de wand van het huis 4. De hoogte van elk der uitsparingen 23 bedraagt ongeveer 5-8 cm. In figuur 4 is een alternatieve opstelling van de uitsparingen getekend en wel in de vorm van uitsparingen 24, die zijn aangebracht in verticale ribben 25 waarvan het 55 materiaal één geheel vormt met het materiaal van het huis 4. De uitsparingen 24 hebben eveneens een veelhoekige, in dit geval een rechthoekige doorsnede, terwijl de hoogte van de uitsparingen 24 aanmerkelijk groter kan zijn dan die van de uitsparingen 23, in dit geval ongeveer 20 - 23 cm. In het ultvoerings- 3 194102 voorbeeld volgens figuur 4 zijn eveneens drie uitsparingen 24 naast elkaar en eveneens regelmatig verdeeld over de breedteafmeting van het huis 4 aangebracht.
Aan de computer 1 is de ondersteuning 2 toegevoegd die weliswaar losneembaar van de computer is uitgevoerd echter als wezenlijk tot de computer behorend kan worden beschouwd daar de ondersteuning de 5 gebruiksmogelijkheden en toepassingsgebieden van de computer 1 aanzienlijk verruimt. De ondersteuning 2 omvat een voetplaat 26 (figuur 1) die gezien in bovenaanzicht, een rechthoekige of veelhoekige omtrek kan bezitten en die in dit uitvoeringsvoorbeeld met een drietal bouten 27 op losneembare wijze aan een vloerplaat 28 bevestigd is. De vloerplaat 28 kan de vloerplaat van een voertuig, zoals een auto, een landbouwtrekker, een vrachtwagen of dergelijke zijn voor nog nader aan te duiden toepassingen. Aan de 10 onderzijde van de vloerplaat 28 is nog een verstevigingsplaat 29 aangebracht, die tezamen met de voetplaat 26 door de bouten 27 tegen de vloerplaat 28 wordt geklemd. De voetplaat 26 wordt afgedekt door een vloerbedekking 30 van het voertuig. In het midden van de voetplaat 26 is een gat aangebracht waar in een bus 31 is geplaatst die door middel van aan zijn buitenomtrek aangebrachte lassen met de voetplaat 26 is verbonden. De hartlijn van de cilindrische bus 31 is opwaarts, bij voorkeur loodrecht op de vloerplaat 28 15 gericht. De hoogte van de bus 31 is bij voorkeur zodanig dat de bus nauwelijks boven de vloerbedekking 30 uitsteekt. De bus 31 omsluit een cilindervormige pijp 32, die aan zijn bovenzijde enigszins bolvormig is afgedicht voor het gemakkelijk aanbrengen van een nog te beschrijven overig deel van de ondersteuning en aan zijn onderzijde open kan zijn. De hartlijnen van de bus 31 en de pijp 32 vallen samen. De delen 26, 31 en 32 vormen een in het voertuig bevestigbare houder.
20 De opwaarts gerichte pijp 32 is aan zijn ondereinde vastgelast aan het ondereinde van de bus 31 maar in principe kan de pijp 32 ook los in de bus 31 zijn geplaatst. De pijp 32 bezit een totale lengte van ongeveer 5-15 cm. en steekt over het grootste deel van zijn lengte boven de bovenzijde van de bus 31 uit De pijp 32 dient als centrering en zijdelingse steun voor een pijp 33, die tot de ondersteuning 2 behoort waarvan de hartlijn samenvalt met de ongeveer verticale hartlijnen van de bus 31 en de pijp 32. De pijp 32 25 wordt nauw omsloten door de pijp 33, die in aangebrachte stand met zijn onderzijde op het bovenvlak van de wand van de bus 31 rust. De pijp 33 kan echter in opwaartse richting zonder meer van de pijp 32 worden afgeschoven. Aan het ondereinde is de pijp 33 eventueel voorzien van een neerwaarts uitstekende nok 34 die in een uitsparing steekt die is aangebracht in de bovenzijde van de wand van de bus 31; de nok 34 verhindert dat de pijp 33 ten opzichte van de bus 31 verdraaibaar is. De totale lengteafmeting van de 30 pijp 33 bedraagt ongeveer 60 - 70 cm. De pijp 33 is aan zijn buitenomtrek over zijn gehele lengte voorzien van schroefdraad 35. De pijp 33 wordt over althans een deel van zijn lengte omsloten door een pijp 36, die aan zijn binnenomtrek is voorzien van schroefdraad 37, die passend is op de schroefdraad 35 van de pijp 33. De bovenzijde van de pijp 36 steekt in het algemeen boven de bovenzijde van de pijp 33 uit. Door verdraaiing van de pijp 36 om zijn hartlijn wordt de pijp 36 ten opzichte van de pijp 33 tengevolge van de 35 aanwezigheid van de schroefdraad 35 respectievelijk 37 in axiale richting verplaatst.
De pijp 36 is aan zijn boveneinde voorzien van een twee tal evenwijdig aan elkaar en op afstand van elkaar opgestelde oren 38 en 39 (figuur 2) die elk zijn voorzien van een gat en zodanig dat de gaten in eikaars verlengde liggen. Door deze gaten is een klemmiddel in de vorm van een van schroefdraad voorziene bout 40 gestoken, welke bout is voorzien van een vastzetknop 41 in de vorm van een vleugel-40 moer. De op de bout 40 aangebrachte schroefdraad past op schroefdraad die is aangebracht in een op het oor 39 aangebracht uitsteeksel 42 en wel zodanig dat indien de vastzetknop 41 wordt aangedraaid de oren 38 en 39 naar elkaar toe worden gebogen. Tussen de beide oren 38 en 39 is een van een rechthoekige doorsnede voorzien klemblok 43 opgesteld, waarin een gat is aangebracht waardoor de bout 40 steekt. Het klemblok 43 is aan zijn bovenzijde op een plaats die boven de bovenzijden van de oren 38 en 39 is 45 gelegen, voorzien van een steunvlak in de vorm van een borst 44 die bestemd is voor het afsteunen van het gewicht van de computer 1. Op de bovenzijde van de borst is een penvormige steun 45 opgesteld die een meerhoekige doorsnede heeft, in dit uitvoeringsvoorbeeld van vierkante doorsnede. De steun 45 is in het verlengde van het klemblok 43 opgesteld en vormt met de steun 45 en de borst 44 een bovendeel van de ondersteuning uit één stuk materiaal. De steun 45 strekt zich vrij in opwaartse richting uit. Het klem· 50 middel 40,41 vormt een vastzetbaar scharnier waarvan de ongeveer horizontale hartlijn de richting A ongeveer loodrecht kruist. De dimensionering van de steun 45 is zodanig dat deze nauw passend is in één der uitsparingen 23 volgens figuur 3, of - in het alternatieve uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 4 - in één der uitsparingen 24 in welk laatste geval de lengte van de steun 45 aanmerkelijk langer is dan in het geval van de uitsparingen volgens figuur 3 (die eveneens in figuur 1 zijn weergegeven).
55 De computer kan naar wens met behulp van één der uitsparingen 23 op de pen 45 worden geschoven, zodat de computer zonder montagewerkzaamheden ten opzichte van de gebruiker op de meest gunstige plaats kan worden opgesteld. In het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 4 geldt hetzelfde, echter is hier een i 194102 4 groter aanlegvlak tussen de steun 45 en de betreffende rib 45 verkregen teneinde het gewicht van de computer af te steunen. De diepte van de uitsparing 23 respectievelijk 24 is zodanig dat de daarin gelegen steun 45 iets korter is dan de lengte van de uitsparing zodat het gewicht van de computer rust op het steunvlak van de borst 44, respectievelijk op een steunvlak 46 (figuur 4) dat voor dit uitvoeringsvoorbeeld is 5 aangebracht aan en deel uitmaakt van het daartoe enigszins naar boven verlengde klemblok 43.
Met behulp van de hiervoor beschreven steun 2 kan de in een voertuig opgestelde computer 1 op gemakkelijkè wijze aangepast worden aan de dan beperkte aanwezige ruimte en aan de opstelling van de gebruiker van de computer. Indien de computer in een automobiel wordt opgesteld, en wei voor de achterbank of voor de voorbank, is de ooghoogte van de gebruiker ten opzichte van de vloer van het 10 voertuig relatief gering. Teneinde te bereiken dat het midden van het beeldscherm 7 ongeveer op ooghoogte komt kunnen de onderling draaibare pijpen 36 en 33 ten opzichte van elkaar zodanig worden verdraaid dat de computer tengevolge van de axiale verplaatsing van deze pijpen op de gewenste ooghoogte komt. Door het losdraaien van het klemmiddel 40, 41 kan de richting waarin de steun 45 uitsteekt ten opzichte van de richting van de pijpen 33 en 36 zodanig worden ingesteld dat de computer ten 15 opzichte van de vloer 28 schuin naar voren of naar achteren hellend wordt opgesteld ter aanpassing aan de wens-van de-gebruiker. Zoals reeds is vermeld kan de computer ten opzichte van de steun 2 en ten opzichte van de gebruiker in zijdelingse richting worden versteld door het kiezen van een der gaten 23 of 24 teneinde de steun 45 in te voeren. Het plaatsen van de van de ondersteuning voorziene computer geschiedt zonder inbouwwerkzaamheden.
20 Indien de computer in een landbouwtrekker wordt opgesteld waarbij de afstand van de ogen van de bestuurder/gebruiker ten opzichte van de vloer in het algemeen groter is dan bij een automobiel, kan de ondersteuning 2 worden verlengd door het axiaal opwaarts verplaatsen van de pijp 36 ten opzichte van de pijp 33 door verdraaiing van deze pijpen ten opzichte van elkaar. De dimensionering van de pijpen 33 en 36 is bij voorkeur zodanig dat het midden van het beeldscherm 7 instelbaar is op afstanden tussen 100 en 160 25 cm. boven de vloer.
In de figuren 5 en 6 is de opstelling van de eenheid 1, 2 (computer en ondersteuning) in twee aanzichten getekend voor het geval dat deze eenheid gebruikt wordt in een landbouwtrekker. In een dergelijk geval is voorzien in twee mogelijke opstellingen waarbij de keuze afhankelijk is van de voorkeur van de gebruiker/ trekkerbestuurder, welke voorkeur mede afhankelijk kan zijn van de richting van het invallende licht In een 30 bestuurderscabine 47 waarin een stuurstoel 48 en een stuurinrichting 49 zijn opgesteld, is aan weerszijden van de stuurinrichting 49 de voetplaat 26, voorzien van de bus 31 en eventueel voorzien van de pijp 32 (figuur 1) op de vloerplaat 28 van de trekkercabine vastgeschroefd. In dit uitvoeringsvoorbeeld wordt de voetplaat 26 aan de rechterzijde van de stuurinrichting 49 gebruikt en de computer is aangebracht door de pijp 33 van de ondersteuning 2 eenvoudig over de pijp 32 te schuiven en door onderlinge verdraaiing van 35 de pijpen 33 en 36 op de gewenste hoogte in te stellen waarna de computer 1 op de steun 45 is geplaatst Een nauwkeuriger richten van het beeldscherm kan vervolgens door middel van het klemmiddel 40,41 geschieden.
In het bijzonder omdat een landbouwtrekker een relatief belangrijk deel uitmaakt van de bedrijfsvoering en de bedrijfsresultaten van het landbouwbedrijf, een kostenpost vormt en een optimalisering van de door 40 de trekker uit te voeren werkzaamheden (bijvoorbeeld het aantal hectares per uur bij ploegen) wordt nagestreefd is de trekker volgens de figuren 5 en 6 voorzien van sensoren 50, 51 en 52 voor het opnemen van gegevens bestemd voor het bepalen van het brandstofverbruik per tijdseenheid, gereden afstand per tijdseenheid resp. de wielsiip van de aangedreven wielen, welke gegevens worden uitgewerkt in een in de computer daartoe aangebrachte verwerkingseenheid, deze gegevens kunnen in het geheugen worden 45 opgenomen en komen te zijner tijd door middel van een drukinrichting ter beschikking. Tevens is de trekker uitgevoerd met een antenne 53 voor televisie-ontvangst zodat de bestuurder op zijn beeldscherm 7 kennis kan nemen van weerberichten, teletekstgegevens en dergelijke.
Op analoge wijze is de in de figuren 7 en 8 weergegeven automobiel uitgerust met ten minste één voetplaat 26 die op de vloerplaat van dit voertuig is bevestigd. In het uitvoeringsvoorbeeld is een eerste 50 voetplaat 26 aangebracht op de vloer nabij de zitplaats 54, die naast de bestuurderszitplaats is gelegen, terwijl een tweede voetplaat 26 nabij het verticale langssymmetrievlak van het voertuig direct voor de achterbank 55 op de vloer van de auto is bevestigd. De van de ondersteuning 2 voorziene computer 1 kan derhalve naar keuze op eenvoudige en betrouwbare wijze zonder inbouwwerkzaamheden op de gekozen pijp 32 worden geplaatst en tevens zonder meer weer worden afgenomen. Deze toepassing is van belang 55 voor het inbrengen en uitwerken van gegevens tijdens zakenreizen en metingen die in het veld zijn verricht (zoals door landmeters, opzichters en controleurs van buitenwerkzaamheden, zoals bouwbedrijven), het vastleggen van het aantal gewerkte manuren en dergelijke. Een overeenkomstige toepassing vindt de 5 194102 opstelling van de eenheid van computer 1 en ondersteuning 2 in een vrachtauto zoals in de figuur 12 is voorgesteld, waarbij deze eenheid is opgesteld vóór de zitplaats die naast de bestuurderszitplaats is gelegen. Bij deze toepassing kan worden gedacht aan het vastleggen van tijdstippen van aflevering, aard van de aflevering, de afgeleverde hoeveelheden, gereden tijd, maar ook gegevens resulterende uit 5 landmetingen, het grafisch uitwerken van de resultaten van landmetingen en dergelijke.
Na thuiskomst van het voertuig kan de computer 1, al of niet samen met de ondersteuning 2 door middel van de handgreep 6 uit het voertuig worden genomen en thuis of op kantoor op een tafel worden geplaatst waarna verdere uitwerkingen kunnen plaatsvinden. Hierbij kan een drukinrichting (printer) op de computer worden aangesloten voor het op papier brengen van de gewenste gegevens, echter kan de computer 1 10 eveneens van een drukinrichting zijn voorzien.
Een opstelling van computer 1 en ondersteuning 2, waarbij de computer 1 uit verschillende hoofddelen is opgebouwd, die onderling losneembaar zijn en waarbij de computer 1 een drukinrichting omvat, is weergegeven in de figuren 10 en 11, waarbij de computer 1 een huis 56 van een toetsenbord en het grootste gedeelte van de elektronische schakeling omvat, een huis 57 van het beeldscherm en een 15 drukinrichting 58. Zoals uit figuur 10 blijkt is - gezien in de richting A (figuur 11) - de breedteafmeting van het huis 56 dat het toetsenbord omvat, het grootst en wel zodanig dat het beeldscherm 57 en de drukinrichting 58 op het bovenvlak van het huis 56 bij voorkeur naast elkaar kunnen worden geplaatst zonder aan weerszijden buiten het huis 56 uit te steken. Het beeldschermhuis 57 en de drukinrichting 58 zijn losneembaar op het huis 56 bevestigd. Daartoe is in het ondervlak van het beeldschermhuis 57 en tevens in 20 het ondervlak van het huls van de drukinrichting 58 een uitholling 59 aangebracht, die in doorsnede dezelfde afmeting bezitten als die van twee uithollingen 60 welke in de bovenzijde van het huis 56 zijn aangebracht. In de bovenzijde van het huis 56 zijn de twee uithollingen 60 op afstand van elkaar aangebracht (figuur 10) waarbij in de werkzame stand de ene uitholling 60 in het verlengde van de uitholling 59 van de drukinrichting 58 is gelegen en de andere uitholling 60 in het verlengde van de uitholling 59 in het 25 beeldschermhuis 57 is opgesteld. De uithollingen 59 en 60 zijn in doorsnede veelhoekig, bijvoorbeeld achthoekig uitgevoerd. Teneinde de drie hoofddelen zijdelings onverschuifbaar met elkaar te verbinden is in elk der beide uithollingen 60 in het huis 56 een in deze uitholling nauwpassende houder of pen 61 met veelhoekige (achthoekige) doorsnede gestoken, die over een zodanig afstand boven het bovenvlak van het huis 56 uitsteekt dat de pen 61 de uitholling 59 van de drukinrichting 58 respectievelijk de uitholling 59 in 30 het beeldschermhuis 57 over bijna de gehele diepte van deze uithollingen 59 vult, zodat beeldscherm 57 en drukinrichting 58, gerekend ten opzichte van de hartlijn van de bijbehorende pen 61, in verschillende keuzestanden ten opzichte van het huis 56 opstelbaar zijn en slechts door optillen kunnen worden afgenomen.
in het ondervlak van het huis 56 resp. nabij de achterwand van het huis 56 zijn uithollingen aangebracht 35 analoog aan de uithollingen 23 resp. 24 volgens de figuren 3 en 4. Aan de achterzijden van eik der huizen 56,57, 58 zijn handgrepen 62 aangebracht, die één geheel vormen met het materiaal van het bijbehorende huis, zodat elk der drie hoofddelen van de computer 1 afzonderlijk draagbaar zijn. Indien de computer 1 volgens de figuren 10 en 11, waarin de computer in tafelopstelling (bijvoorbeeld in een kantoorruimte) is getoond in een voertuig wordt geplaatst worden het beeldscherm 57 en de drukinrichting 58 van het huis 56 40 afgenomen door de eerstgenoemde delen eenvoudig van het huis 56 af te tillen waarbij het bovendeel van elk der beide pennen 61 uit de uithollingen 59 van de delen 57 en 58 glijden. Hierna wordt de ondersteuning 2 in het voertuig op de pijp 32 van de houder geschoven en wordt het huis 56, door middel van een der uithollingen 23 of 24 op de pen 45 van de ondersteuning 2 geplaatst. Hierna wordt het beeldscherm 57 door middel van de boven het huis 56 uitstekende pen 61, die in de uitholling 59 van het huis 57 wordt 45 ingebracht in een gewenste stand zijdelings onverschuifbaar op het huis 56 geplaatst; een analoge handeling geschiedt met het huis 58 van de drukinrichting. Het samenstel van computerdeien volgens de figuur 10 en 11 is derhalve bruikbaar in elk der hiervoor genoemde toepassingen.De in de voertuigen aangebrachte houders 26,31, 32 beperken (zonder aangebrachte computer) niet de zitplaatsruimte of vloerruimte.
50 De computer 1 is in het algemeen een normale ’’personal computer” waarvoor vele standaard programma’s verkrijgbaar zijn, maar de bovenbeschreven toepassing strekt zich ook uit tot computers die voor speciale doeleinden zijn ontwikkeld.
Claims (5)
1. Computer, die door een persoon draagbaar en verplaatsbaar is en voorzien is van ten minste één huis, dat zodanig is uitgevoerd, dat de computer op een tafel in een bedrijfsstand bruikbaar is, waarbij de 5 computer verder is voorzien van een alzijdig beweegbaar invoerorgaan, zoals een kogel, met het kenmerk, dat het alzijdig beweegbare invoerorgaan aan het huis van de computer is aangebracht.
2. Computer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het invoerorgaan in het zijvlak van het huis van de computer is aangebracht.
3. Computer volgens een der conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat in het huis tevens een met het 10 invoerorgaan samenwerkende drukknop is aangebracht.
4. Computer volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het invoerorgaan en de drukknop onderling zodanig zijn opgesteld dat het invoerorgaan door middel van een vinger van een hand bedienbaar is en de drukknop tegelijkertijd door de duim van de hand.
5. Computer volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de drukknop in het op het beeldscherm 15 aansluitende wanddeel is aangebracht. Hierbij 5 bladen tekening
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8403202A NL194102C (nl) | 1984-10-22 | 1984-10-22 | Verplaatsbare computer. |
EP85201722A EP0183288A3 (en) | 1984-10-22 | 1985-10-22 | Versatilely applicable computer |
EP85201721A EP0182413A1 (en) | 1984-10-22 | 1985-10-22 | Transportable computer |
US06/790,302 US4733838A (en) | 1984-10-22 | 1985-10-22 | Transportable computer |
US06/790,301 US4684089A (en) | 1984-10-22 | 1985-10-22 | Computer with universal input member for use on stationary and mobile platforms |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8403202 | 1984-10-22 | ||
NL8403202A NL194102C (nl) | 1984-10-22 | 1984-10-22 | Verplaatsbare computer. |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8403202A NL8403202A (nl) | 1986-05-16 |
NL194102B NL194102B (nl) | 2001-02-01 |
NL194102C true NL194102C (nl) | 2001-06-05 |
Family
ID=19844644
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8403202A NL194102C (nl) | 1984-10-22 | 1984-10-22 | Verplaatsbare computer. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL194102C (nl) |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2804278A (en) * | 1954-03-29 | 1957-08-27 | Harold F Jewett | Automobile camera stands |
US4168870A (en) * | 1977-03-17 | 1979-09-25 | Tektronix, Inc. | Cabinet for electronic apparatus |
US4365561A (en) * | 1978-10-12 | 1982-12-28 | Compagnie Du Roneo | Computer terminal station for data input and output |
-
1984
- 1984-10-22 NL NL8403202A patent/NL194102C/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL194102B (nl) | 2001-02-01 |
NL8403202A (nl) | 1986-05-16 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0183288A2 (en) | Versatilely applicable computer | |
US20020104887A1 (en) | Hand-held data acquisition device | |
US6222526B1 (en) | Hand held ergonomic computer controller | |
US6382745B1 (en) | Laptop workstation | |
US20110216199A1 (en) | Towing vehicle guidance for trailer hitch connection | |
US11485291B2 (en) | Assembly for mounting a mobile terminal, and vehicle comprising such a mounting assembly | |
ES2089656T3 (es) | Silla. | |
US20080203778A1 (en) | Seating Implement with Tablet | |
US6508479B1 (en) | Wagon with wheel braking device | |
US7975878B2 (en) | Projected fuel dispensing nozzle | |
NL194102C (nl) | Verplaatsbare computer. | |
US20070007748A1 (en) | Trailer hitch alignment and signaling device | |
US3934771A (en) | Radar mount and holding bracket | |
US7360785B2 (en) | Pivotal handle for a food service table | |
US20050087955A1 (en) | Trailer hitching aid | |
US5890739A (en) | Vertically adjustable vehicle mounted vice | |
NL8403201A (nl) | Verplaatsbare computer. | |
EP0670139A3 (de) | Kehrmaschine. | |
US4570802A (en) | Printer stand | |
GB2275035A (en) | Towing attachment for rubbish bin | |
NL194101C (nl) | Verplaatsbare computer. | |
EP0683115B1 (en) | Refuse collection vehicle provided with footboards | |
NL194103C (nl) | Veelzijdig toepasbare computer. | |
CA2217794C (en) | Hand held mirror with movable handle | |
CN209894192U (zh) | 屏幕可拆卸的导航装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20040501 |