NL193576C - Miniature high voltage connector assembly. - Google Patents

Miniature high voltage connector assembly. Download PDF

Info

Publication number
NL193576C
NL193576C NL9401984A NL9401984A NL193576C NL 193576 C NL193576 C NL 193576C NL 9401984 A NL9401984 A NL 9401984A NL 9401984 A NL9401984 A NL 9401984A NL 193576 C NL193576 C NL 193576C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
connector
ring
plug element
plug
contacts
Prior art date
Application number
NL9401984A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL193576B (en
NL9401984A (en
Inventor
Mark Andre Wilms
Mark Gerardus Mathias Megens
Chuan Wen
Original Assignee
Claymount Assemblies Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Claymount Assemblies Bv filed Critical Claymount Assemblies Bv
Priority to NL9401984A priority Critical patent/NL193576C/en
Publication of NL9401984A publication Critical patent/NL9401984A/en
Publication of NL193576B publication Critical patent/NL193576B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL193576C publication Critical patent/NL193576C/en

Links

Classifications

    • H—ELECTRICITY
    • H01—ELECTRIC ELEMENTS
    • H01R—ELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00—Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/46—Bases; Cases
    • H01R13/53—Bases or cases for heavy duty; Bases or cases for high voltage with means for preventing corona or arcing

Landscapes

  • Details Of Connecting Devices For Male And Female Coupling (AREA)
  • Connector Housings Or Holding Contact Members (AREA)

Description

1 1935761 193576

Miniatuur hoogspanningsconnectorsamenstelMiniature high voltage connector assembly

De uitvinding heeft betrekking op een miniatuur hoogspanningsconnectorsamenstel omvattende een insteekconnector, een opneemconnector en bevestigingsmiddelen voor het onderling bevestigen van de 5 connectoren na het in elkaar steken daarvan, welke insteekconnector een van contacten voorzien connec-torplugelement heeft en welke opneemconnector een van contracontacten voorzien connectorbuselement bezit, waarbij de binnendiameter van het connectorbuselement groter is dan de buitendiameter van het connectorplugelement, waarbij het connectorplugelement is voorzien van een losneembaar veerkrachtig omhulsel uit elektrisch isolerend materiaal, dat zich uitstrekt over een gedeelte van het cilindrische 10 buitenvlak van het connectorplugelement en waarvan de grootste dikte van het omhulsel ten minste plaatselijk gelijk is aan of groter dan het verschil van de binnendiameter van het connectorbuselement en de buitendiameter van het connectorplugelement.The invention relates to a miniature high-voltage connector assembly comprising a plug-in connector, a receptacle connector and fasteners for mutually fastening the connectors after they have been assembled, which plug-in connector has a contacted connector plug element and which receptacle has a socket-contacted connector socket element the inner diameter of the connector socket element being greater than the outer diameter of the connector plug element, the connector plug element comprising a releasably resilient casing of electrically insulating material extending over a portion of the cylindrical outer surface of the connector plug element, the greatest thickness of which of the enclosure is at least locally equal to or greater than the difference of the inner diameter of the connector socket element and the outer diameter of the connector plug element.

Een dergelijk hoogspanningsconnectorsamenstel is bekend uit de Britse octrooiaanvrage 2.029.129.Such a high voltage connector assembly is known from British patent application 2.029.129.

De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een hoogspanningsconnectorsamenstel van de in de aanhef 15 genoemde soort, waarbij een miniaturisatie is doorgevoerd, een eenvoudige fabricage mogelijk is en waarbij het hanteren daarvan vergemakkelijkt is. Voorts is ernaar gestreefd de installatiehandelingen zoveel mogelijk te vereenvoudigen.The object of the invention is to provide a high voltage connector assembly of the type mentioned in the preamble 15, in which a miniaturization has been carried out, a simple manufacture is possible and wherein the handling thereof is facilitated. Furthermore, efforts have been made to simplify installation operations as much as possible.

De hierboven genoemde doelstelling is volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat het connectorplugelement aan het insteekuiteinde voorzien van een omtreksverdikking, die in een vlak loodrecht op de hartlijn 20 van het connectorplugelement ligt. Wanneer het connectorplugelement uit het connectorbuselement wordt getrokken, blijft het cilindrische omhulsel niet in het connectorbuselement achter, maar blijft op het connectorplugelement aanliggen. Het omhulsel is dan gemakkelijk toegankelijk voor controle of eventuele vervanging. Bij deze uitvoeringsvorm strekt het omhulsel zich niet uit over de kopzijde van het connectorplugelement.The above-mentioned object has been achieved according to the invention in that the connector plug element at the plug-in end is provided with a peripheral thickening, which lies in a plane perpendicular to the center line of the connector plug element. When the connector plug element is pulled out of the connector socket element, the cylindrical housing does not remain in the connector socket element, but remains on the connector plug element. The casing is then easily accessible for inspection or possible replacement. In this embodiment, the sheath does not extend over the front side of the connector plug element.

25 Bij een voordelige uitvoeringsvorm wordt de omtreksverdikking gevormd door een met het insteekuiteinde van het connectorplugelement verbonden ring, waarvan de buitendiameter groter is dan de buitendiameter van het connectorplugelement maar ten hoogste gelijk is aan de binnendiameter van het connectorbuselement, waarbij de ring zich voorbij de vrije uiteinden van de contacten van de insteekconnector uitstrekken.In an advantageous embodiment, the circumferential thickening is formed by a ring connected to the insertion end of the connector plug element, the outer diameter of which is larger than the outer diameter of the connector plug element but is at most equal to the inner diameter of the connector bush element, the ring extending beyond the free the ends of the plug connector contacts.

Hierbij functioneert de ring niet alleen als grensstop voor het omhulsel maar tevens als beschermingshuls 30 voor de contacten van het connectorplugelement, die bij deze uitvoeringsvorm de vorm hebben van insteek-contacten.Here, the ring functions not only as a limit stop for the envelope, but also as a protective sleeve 30 for the contacts of the connector plug element, which in this embodiment have the form of plug-in contacts.

Bij een verdere uitwerking van de uitvinding is aan het op het connectorplugelement aansluitende eindgedeelte van de ring, de binnendiameter van deze ring gelijk aan en over het resterende gedeelte kleiner dan de buitendiameter van het connectorplugelement. De aldus ontstaande borst in de ring dient als 35 aanslag voor de juiste positie van de ring op het connectorplugelement en de ring kan in de juiste positie en oriëntatie worden vastgelijmd. Door deze vergroting van het lijmoppervlak, kan de buitendiameter van de ring worden beperkt voor de miniaturisering.In a further elaboration of the invention, on the end portion of the ring connecting to the connector plug element, the inner diameter of this ring is equal to and over the remainder is smaller than the outer diameter of the connector plug element. The thus formed breast in the ring serves as a stop for the correct position of the ring on the connector plug element and the ring can be glued in the correct position and orientation. Due to this enlargement of the adhesive surface, the outer diameter of the ring can be limited for miniaturization.

Teneinde de ruimte tussen het verzonken gelegen voorvlak van het connectorplugelement en de bodem en bovendien de lengte van de insteekcontacten zo klein mogelijk te houden, is de bodem van het 40 connectorbuselement aan de binnenzijde daarvan voorzien van een in de door de ring van het connectorplugelement op te nemen stomp, waarin de naar binnen gerichte einden van de contacten van de opneemconnector zijn ondergebracht.In order to keep the space between the recessed front surface of the connector plug element and the bottom and, moreover, the length of the plug-in contacts as small as possible, the bottom of the connector socket element on the inside thereof is provided with a recess provided in the ring by the connector plug element. stub to be received, housing the inwardly directed ends of the contacts of the receptacle connector.

Bij een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is aan de binnenzijde van de ring van het connectorplugelement een evenwijdig aan de hartlijn daarvan verlopende positioneerrichel aanwezig, waarbij in de 45 cilinderomtrek van de stomp van het connectorbuselement een zich evenwijdig aan de hartlijn daarvan uitstrekkende groef voor het verschuifbaar opnemen van de positioneerrichel is aangebracht. Hierdoor wordt ervoor gezorgd, dat het connectorplugelement in de juiste stand in het connectorbuselement wordt gestoken, zodat de met elkaar samenwerkende contacten bij de insteekhandeling niet worden beschadigd, terwijl een gemakkelijk in elkaar steken van de elementen wordt bereikt.In a further embodiment of the invention, on the inner side of the ring of the connector plug element, a positioning ridge running parallel to its center line is provided, wherein in the cylinder circumference of the stub of the connector sleeve element a groove extending parallel to the center line thereof is displaceable the positioning ledge is fitted. This ensures that the connector plug element is inserted into the connector sleeve element in the correct position, so that the interacting contacts are not damaged during the insertion operation, while an easy insertion of the elements is achieved.

50 Bij een verdere uitwerking wordt de positioneerrichel gevormd door een aan het connectorplugelement aangevormd positioneeruitsteeksel, dat ten dele is verzonken in een langsgroef in het binnenvlak van de aan het connectorplugelement bevestigde ring. Het positioneeruitsteeksel is in dwarsrichting door de wanden van de groef ondersteund, zodat het uitsteeksel bestand is tegen grotere dwarskrachten en dit uitsteeksel een kleinere doorsnede-afmeting kan hebben.In a further elaboration, the positioning ledge is formed by a positioning projection formed on the connector plug element, which is partly countersunk in a longitudinal groove in the inner surface of the ring attached to the connector plug element. The positioning protrusion is supported transversely by the walls of the groove, so that the protrusion can withstand greater transverse forces and this protrusion can have a smaller cross-sectional size.

55 Bij een verdere uitwerking zijn de contacten van het connectorplugelement ten dele omsloten door een loodrecht op de lengterichting van de contacten verlopende contactenschijf, die aan de van het insteekdeel van -de contacten afgekeerde zijde is voorzien van een flens die grijpt achter een aan het binneneinddeel 193576 2 van het connectorplugelement aangebrachte aanslag, waarbij schijfpositioneermiddelen aanwezig zijn voor het in rotatierichting positioneren van de contactenschijf ten opzichte van het connectorplugelement. Hierbij hebben de contacten van het connectorplugelement een goed gedefinieerde onderlinge positie en oriëntatie en kunnen de aders voorafgaand aan het insteken van de kabel in het connectorplugelement op de 5 contacten worden afgewerkt. Voorts waarborgt het schijfpositioneermiddel de correcte positie van de contacten ten opzichte van het connectorplugelement.55 In a further elaboration, the contacts of the connector plug element are partly enclosed by a contact disc running perpendicular to the longitudinal direction of the contacts, which is provided on the side remote from the insertion part of the contacts with a flange which engages behind an inner end part 193576 2 stop provided on the connector plug element, disc positioning means being provided for positioning the contact disk in rotation direction relative to the connector plug element. The contacts of the connector plug element have a well-defined mutual position and orientation and the wires can be finished on the 5 contacts before inserting the cable into the connector plug element. Furthermore, the disc positioning means ensures the correct position of the contacts relative to the connector plug element.

Bij voorkeur bestaan de schijfpositioneermiddelen uit een in de rand van de contactenschijf evenwijdig aan de hartlijn van de contactenschijf verlopende randgroef en een deel van het in binnenwaartse richting van het connectorplugelement verlengde positioneeruitsteeksel.Preferably, the disc positioning means consists of an edge groove extending in the edge of the contact disc parallel to the centerline of the contact disc and part of the positioning protrusion extended inwardly of the connector plug element.

10 Teneinde verdere doorslag te vermijden, is tussen het kopvlak van de stomp van het connectorbusele-ment en het daar tegenover gelegen vlak van de contactenschijf een tussenschijf uit elastisch isolerend materiaal geplaatst, die voorzien is van gaten voor de doorvoer van de insteekcontacten en een het positioneeruitsteeksel opnemende randuitsparing.In order to avoid further breakdown, an intermediate disc of elastic insulating material, provided with holes for the passage of the plug-in contacts, and an opening is placed between the end face of the stub of the connector sleeve element and the opposite face of the contact disk. positioning projection receiving edge recess.

Bij voorkeur bestaat de tussenschijf uit silicone rubber.The intermediate disc preferably consists of silicone rubber.

15 Bij een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaan de bevestigingsmiddelen voor de insteek-connector aan de opneemconnector uit een ringmoer met een flensmiddel dat achter een kabelring grijpt, die op de aan het connectorplugelement aangesloten kabel is bevestigd, waarbij het flensmiddel van de ringmoer wordt gevormd door twee tegenover elkaar liggende uitsteeksels, waarbij de onderlinge afstand van de vrije einden daarvan kleiner is dan de uitwendige diameter van de kabelring, maar zo groot is dat de 20 ringmoer in schuine stand over de kabelring kan worden geschoven. Hierdoor kan ook na de assemblage of bij de installatie de ringmoer van de voorzijde van het connectorplugelement af over dit element worden geschoven.In an advantageous embodiment of the invention, the fasteners for the plug-in connector to the receptacle connector consist of a ring nut with a flange means which grips behind a cable ring, which is attached to the cable connected to the connector plug element, whereby the flange means of the ring nut is formed by two opposing projections, the mutual distance of the free ends thereof being less than the external diameter of the cable ring, but so large that the ring nut can be slid over the cable ring in an oblique position. This allows the ring nut to be slid over the front of the connector plug element after assembly or during installation.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. In de tekening tonen: 25 Figuur 1 een langsdoorsnede van een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm van een insteekcon-nector van het connectorsamenstel volgens de uitvinding; figuur 2 een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm van een opneemconnector van het connectorsamenstel volgens de uitvinding; figuur 3 een vooraanzicht van de insteekconnector volgens figuur 1; 30 figuur 4 een achteraanzicht van de opneemconnector volgens figuur 2; figuur 5 de opneemconnecter volgens figuur 1 met uiteengenomen onderdelen.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing. In the drawing: Figure 1 shows a longitudinal section of a preferred embodiment of a plug-in connector of the connector assembly according to the invention; Figure 2 shows a preferred embodiment of a receptacle connector of the connector assembly according to the invention; figure 3 shows a front view of the plug-in connector according to figure 1; Figure 4 shows a rear view of the receiving connector according to figure 2; figure 5 shows the pick-up connector according to figure 1 with exploded parts.

De in figuur 1 getoonde insteekconnector 1 bestaat uit een connectorplugelement 2 uit stijf isolerend materiaal, dat bestand is tegen spanningen van meer dan 75 kV. Het connectorplugelement 2 is aan de 35 voorste kopzijde voorzien van insteekcontacten 3. Op het vooreinde van het connectorplugelement 2 is een ring 4 aangehecht, die eveneens uit stijf isolerend materiaal is vervaardigd. Deze ring 4 heeft een borst 5, waartegen het voorste kopvlak van het connectorplugelement 2 aanligt, terwijl het voorste gedeelte van de cirkelomtrek van het connectorplugelement 2 aanligt tegen de binnenwand van de ring, waarvan de diameter groter is dan het resterende gedeelte van de ring 4. Deze ring 4 vormt als het ware een ringvor-40 mige verdikking aan het uiteinde van het connectorplugelement 2 en functioneert als een stopelement voor het omhulsel 6. Deze functie van stopelement heeft het voordeel, dat wanneer de insteekconnector 1 uit de daarbij behorende opneemconnector wordt getrokken, het omhulsel 6 niet in de opneemconnector achterblijft, maar op het connectorplugelement 2 op zijn plaats blijft. Het omhulsel 6 kan daardoor gemakkelijk worden gecontroleerd en eventueel worden vervangen.The plug-in connector 1 shown in Figure 1 consists of a connector plug element 2 of rigid insulating material, which is resistant to voltages in excess of 75 kV. The connector plug element 2 is provided with plug-in contacts 3 on the front front side. A ring 4, which is likewise made of rigid insulating material, is attached to the front end of the connector plug element 2. This ring 4 has a chest 5 against which the front end face of the connector plug element 2 abuts, while the front part of the circumference of the connector plug element 2 abuts against the inner wall of the ring, the diameter of which is larger than the remaining part of the ring 4 This ring 4 forms, as it were, an annular thickening at the end of the connector plug element 2 and functions as a stop element for the housing 6. This function of stop element has the advantage that when the plug-in connector 1 is removed from the associated receiving connector the sheath 6 does not remain in the receptacle connector, but remains in place on the connector plug element 2. The casing 6 can therefore easily be checked and, if necessary, replaced.

45 Het omhulsel 6 is vervaardigd uit een veerkrachtig of elastisch isolerend materiaal. Zowel op het uitwendige als inwendige cilindervlak van het omhulsel 6 bevinden zich ringvormige verdikkingen 7 die een vooraf bepaalde onderlinge afstand hebben. Bij voorkeur is de grootste diameter van het omhulsel ter plaatse van de verdikkingen ten minste gelijk aan het verschil van de binnendiameter van het connector-buselement (zie figuur 2) en de buitendiameter van het connectorplugelement. Hierdoor worden tussen de 50 verdikkingen, het omhulsel 6 enerzijds en de vlakken van de connectorelementen, optimaal gedefinieerde luchtruimten begrensd, zodat een doorslag tussen connectorplugelement en connectorbuselement zo goed mogelijk is vermeden. Het veerkrachtige isolerende materiaal van het omhulsel 6 is bij voorkeur silicone rubber.45 The sheath 6 is made of a resilient or elastic insulating material. Annular thickenings 7 which have a predetermined mutual distance are located on both the external and internal cylinder surface of the casing 6. Preferably, the largest diameter of the casing at the location of the thickenings is at least equal to the difference of the inner diameter of the connector-bus element (see figure 2) and the outer diameter of the connector-plug element. As a result, optimally defined air spaces are limited between the 50 bosses, the shell 6 on the one hand and the surfaces of the connector elements, so that a breakdown between connector plug element and connector sleeve element is avoided as far as possible. The resilient insulating material of the envelope 6 is preferably silicone rubber.

Bij een minder geschikte uitvoering van het connectorplugelement 2 zal de ring 4 kunnen worden 55 weggelaten, bij welke uitvoering het omhulsel 6 zich ook uitstrekt over het voorste kopvlak van het connectorplugelement 2. Bij deze uitvoering moet er voorts voor worden gezorgd, dat bij het uittrekken van de insteekconnector 1 middelen aanwezig zijn om het omhulsel 6 op het connectorplugelement 2 vast te 3 193576 houden. Deze uitvoering is in de tekening niet getoond.In a less suitable embodiment of the connector plug element 2, it will be possible to omit the ring 4, in which embodiment the casing 6 also extends over the front end face of the connector plug element 2. In this embodiment, it must further be ensured that during pulling out of the plug-in connector 1, means are present for holding the housing 6 on the connector plug element 2 193576. This version is not shown in the drawing.

De in figuur 2 getoonde opneemconnector 8 bestaat uit een bekervormig connectorbuselement 9 met een bodem 10. De bodem 10 is voorzien van een stomp 11, waarin de buscontacten 12 zijn ondergebracht. Deze buscontacten 12 zijn in de stomp 11 ingegoten en worden daarin goed vastgehouden door in de 5 buitenomtrek van de buscontacten 12 aangebrachte groeven. Wanneer de insteekconnector 1 in de opneemconnector 8 wordt gestoken, wordt de stomp 11 in de ruimte begrensd door de binnenwand van de ring 4, opgenomen en de in de contacten 12 geschoven contacten 3 maken onderling een goed elektrisch contact.The receptacle connector 8 shown in figure 2 consists of a cup-shaped connector socket element 9 with a base 10. The base 10 is provided with a socket 11, in which the socket contacts 12 are accommodated. These socket contacts 12 are cast into the stub 11 and are well held therein by grooves arranged in the outer circumference of the socket contacts 12. When the plug-in connector 1 is inserted into the receiving connector 8, the stub 11 in the space delimited by the inner wall of the ring 4 is received and the contacts 3 slid into the contacts 12 make good electrical contact with each other.

Ter vergemakkelijking van het in elkaar steken van de insteekconnector 1 en de opneemconnector 8 en 10 ter voorkoming van beschadiging van de contacten 3 is aan de binnenzijde van de ring 4 een positioneer-richel aanwezig, die samenwerkt met een langsgroef in de stomp 11 en het connectorbuselement 9. Deze positioneerrichel wordt gevormd door een positioneeruitsteeksel 13 dat aan het connectorplugelement 2 is aangevormd. Deze positioneerrichel 13 is het duidelijkst in figuur 5 getoond. Dit positioneeruitsteeksel 13 wordt ten dele opgenomen in de groef 14, die zich in de binnenwand van de ring 4 evenwijdig aan de 15 hartlijn daarvan uitstrekt. Doordat het positioneeruitsteeksel 13 ten dele in de groef 14 is verzonken, wordt dit uitsteeksel door de zijwanden van de groef 14 in dwarsrichting ondersteund, zodat deze bij het in elkaar steken van de insteek- en opneemconnectoren niet gauw zal afbreken. Het is duidelijk dat de mechanische sterkte van het positioneeruitsteeksel 13 o.a. wordt bepaald door de dwarsafmeting in de richting van het cilindervlak van het connectorplugelement 2. Doordat het positioneeruitsteeksel 13 in de groef 14 ten dele is 20 opgenomen, behoeft deze afmeting niet groot te zijn, zodat tegemoet wordt gekomen aan het streven van miniaturisering, in het bijzonder in dwarsrichting van de insteekconnector 1.To facilitate insertion of the plug-in connector 1 and the receptacle connectors 8 and 10 to prevent damage to the contacts 3, a positioning ridge is provided on the inside of the ring 4, which cooperates with a longitudinal groove in the stub 11 and the connector sleeve element 9. This positioning ledge is formed by a positioning protrusion 13 which is formed on the connector plug element 2. This positioning ledge 13 is most clearly shown in Figure 5. This positioning projection 13 is partly received in the groove 14, which extends in the inner wall of the ring 4 parallel to the center axis thereof. Because the positioning protrusion 13 is partly sunk into the groove 14, this protrusion is supported transversely by the side walls of the groove 14, so that it will not break off easily when the plug-in and receiving connectors are put together. It is clear that the mechanical strength of the positioning protrusion 13 is determined, inter alia, by the transverse dimension in the direction of the cylinder surface of the connector plug element 2. Because the positioning protrusion 13 is partly included in the groove 14, this dimension need not be large, so that the aim of miniaturization is met, especially in the transverse direction of the plug-in connector 1.

Uit figuur 5 blijkt dat de insteekcontacten 3 zijn ingegoten in een contactenschijf 15. Deze contactenschijf 15 is voorzien van flenzen 17 die grijpen achter de aanslag 16 die aan het binneneinde van het connectorplugelement 2 is aangebracht. De toepassing van deze aparte contactenschijf 15 biedt voordelen bij de 25 assemblage van de insteekconnector 1. De kabel met de aan de ader daarvan verbonden contacten 3 op de contactenschijf 5 kan dan als geheel in de inwendige ruimte van het connectorplugelement 2 worden geschoven, totdat de flenzen 17 aanliggen tegen de aanslag 16. Omdat het connectorplugelement 2 door middel van het positioneeruitsteeksel 13 wordt gepositioneerd ten opzichte van de stomp 11 en de daarin opgenomen contacten 12 in het connectorbuselement 9, moet de contactenschijf 15 voorzien zijn van 30 positioneringsmiddelen voor het in rotatierichting positioneren van de contactenschijf 15 ten opzichte van het connectorplugelement 2. Bij de in de figuren getoonde uitvoeringsvorm van de insteekconnector 1 worden de genoemde positioneringsmiddelen gevormd door een randuitsparing 18 in de rand van de contactenschijf 15, die moet samenwerken met het gedeelte 19 van het positioneeruitsteeksel 13, dat zich over een vooraf bepaalde afstand in de inwendige ruimte van het connectorplugelement 2 uitstrekt. Teneinde doorslag in de 35 ruimte tussen de contactenschijf 15 en het kopvlak van de stomp 11 tegen te gaan wordt een tussenschijf 20 uit elastisch isolerend materiaal toegepast, die bij voorkeur bestaat uit silicone rubber. Deze tussenschijf 20 is voorzien van gaten 21 voor het doorvoeren van contacten 3 en van een randuitsparing 22 voor het opnemen van een gedeelte van het positioneeruitsteeksel 13.Figure 5 shows that the plug-in contacts 3 are cast in a contact disk 15. This contact disk 15 is provided with flanges 17 which engage behind the stop 16 which is arranged on the inner end of the connector plug element 2. The use of this separate contact disk 15 offers advantages in the assembly of the plug-in connector 1. The cable with the contacts 3 connected to its core on the contact disk 5 can then be slid as a whole into the internal space of the connector plug element 2, until the flanges 17 abut the stop 16. Since the connector plug element 2 is positioned with respect to the stub 11 by means of the positioning projection 13 and the contacts 12 therein contained in the connector sleeve element 9, the contact disk 15 must be provided with 30 positioning means for rotating positioning the contact disk 15 relative to the connector plug element 2. In the embodiment of the plug-in connector 1 shown in the figures, the said positioning means are formed by an edge recess 18 in the edge of the contact disk 15, which must cooperate with the part 19 of the positioning protrusion 13, which concerns a voo r extends a certain distance into the interior of the connector plug element 2. In order to prevent breakdown in the space between the contact disc 15 and the end face of the stub 11, an intermediate disc 20 of elastic insulating material is used, which preferably consists of silicone rubber. This intermediate disc 20 is provided with holes 21 for the passage of contacts 3 and with an edge recess 22 for receiving a part of the positioning protrusion 13.

Nadat de insteekconnector 1 in de opneemconnector 8 is gestoken, worden deze door middel van 40 bevestigingsmiddelen aan elkaar vastgemaakt. Deze bevestigingsmiddelen omvatten een ringmoer 23 die in insteekrichting van de insteekconnector 1 wordt tegengehouden door de kabelring 24. Deze ringmoer 23 is voorzien van schroefdraad 25 die samenwerkt met de schroefdraad 26 van de moer 27, die achter een flens 28 van het connectorbuselement 9 grijpt. Tussen de flens 28 en het daartegen aanliggende deel van de moer 27 is een afdichtring 29 aangebracht. De moer 27 is voorts voorzien van een flens 30 voor de 45 bevestiging van de moer aan een buitenwand van bijvoorbeeld een röntgenapparaat. Aan de andere zijde van de flens 28 bevindt zich een bevestigingsmoer 31, die de moer 30 en het connectorbuselement 9 aan elkaar bevestigen.After the plug-in connector 1 has been inserted into the receiving connector 8, these are fastened together by means of 40 fasteners. These fasteners comprise a ring nut 23 which is retained in the insertion direction of the plug-in connector 1 by the cable ring 24. This ring nut 23 is provided with screw thread 25 which interacts with the screw thread 26 of the nut 27, which engages behind a flange 28 of the connector sleeve element 9. A sealing ring 29 is arranged between the flange 28 and the abutting portion of the nut 27. The nut 27 is further provided with a flange 30 for fastening the nut to an outer wall of, for example, an X-ray machine. On the other side of the flange 28 there is a fastening nut 31, which fastens the nut 30 and the connector sleeve element 9 together.

In figuur 5 is duidelijk te zien, dat de ringmoer 23 van het connectorplugelement 2 aan de binnenwand is voorzien van twee tegenover elkaar liggende flensvormige uitsteeksels 37 die aanliggen tegen de achter-50 zijde van de kabelring 24, wanneer de insteekconnector aan de opneemconnector is bevestigd. De diametraal gemeten afstand tussen de binnenranden van de flensvormige uitsteeksels 37 is kleiner dan de diameter van de kabelring 24. Bij voorkeur is deze afstand echter zodanig groot gekozen, dat de ringmoer in een schuine stand vanaf de voorzijde van de insteekconnector over de kabelring kan worden geschoven. Wanneer de ringmoer weer in een stand loodrecht op de hartlijn van de insteekconnector wordt gebracht, 55 kan de ringmoer niet meer in de terugwaartse richting over de kabelring worden geschoven, omdat de flensvormige uitsteeksels 37 worden tegengehouden door de kabelring 24.Figure 5 clearly shows that the ring nut 23 of the connector plug element 2 on the inner wall is provided with two opposite flange-like protrusions 37 which abut the rear side of the cable ring 24 when the plug-in connector is attached to the receiving connector . The diametrically measured distance between the inner edges of the flange-like projections 37 is smaller than the diameter of the cable ring 24. Preferably, however, this distance is chosen so that the ring nut can be slanted from the front of the plug-in connector over the cable ring. pushed. When the ring nut is brought back into a position perpendicular to the center line of the plug-in connector, 55 the ring nut can no longer be slid in the reverse direction over the cable ring, because the flange-shaped projections 37 are retained by the cable ring 24.

De assemblage van de opneemconnector 8 vindt als volgt plaats.The assembly of the receptacle connector 8 takes place as follows.

Claims (13)

193576 4 Bij voorkeur is het connectorbuselement 9 en de stomp 11 als één geheel gegoten met daarin de bus-contacten 12. De buscontacten hebben aan het buitenvlak van het connectorbuselement 9 gaten voor het opnemen van de blootgelegde uiteinden van de draden 32. Deze uiteinden worden in de gaten vastgesoldeerd, waarvan over het buitenbodemvlak dat in deze uitvoeringsvorm van een uitsparing is voorzien, 5 voor de isolerende afdichting een vulmassa wordt gegoten. Voorafgaand aan dit aansluit- en afdichtproces wordt eerst de moer 30 over het connectorbuselement 9 geschoven, tot dat deze aanligt tegen de flens 28 van het genoemde buselement 9. Daarna wordt de moer 31 op de moer 30 vastgeschroefd, zodat de flens 28 van het connectorbuselement 9 tussen de twee moeren is opgesloten. Bij voorkeur strekken de buscontacten 12 zich niet uit tot voorbij het uiterste vlak van de buitenwand van 10 de bodem van het connectorbuselement, zodat slechts de uitsparing behoeft te worden gevuld om de contacten te isoleren. Thans zal de voordelige werkwijze volgens de uitvinding voor het assembleren van de insteekconnector 1 worden beschreven. Op het uiteinde van de kabel 33 wordt de kabelring 24 bevestigd, die is uitgevoerd als omflensring. Omdat de omflensring 24 een veel grotere diameter heeft dan de kabel 33 is deze 15 omflensring 24 voorzien van een konusvormig verloopstuk 34 dat eindigt in een klemring 35 voor het op de kabel klemmen van de omflensring 24. Hierna wordt het kabeluiteinde ontdaan van de mantel, zodat de aders 36 van de kabels vrijkomen. Aan de uiteinden van de aders 36 wordt de isolatie van deze aders afgestript, waarna de blootgelegde draden op de door de contactenschijf 15 vastgehouden insteekcontacten 3 worden gesoldeerd. Hoewel de elastische isolerende tussenschijf 20 ook achteraf kan worden aange-20 bracht, wordt deze bij voorkeur nu al geplaatst, alvorens het geheel van kabel en contactenschijf 15 in het connectorplugelement 2 wordt geschoven. Zodra bij het inschuiven van het kabeluiteinde in het connector-plugelement 2 de flenzen 17 van de contactenschijf 15 aanliggen tegen de aanslag of borst 16 van het connectorplugelement 2, waarbij de groeven 18 en 22 van de contactenschijf 15 resp. de tussenschijf 20 het positioneeruitsteeksel 13 hebben opgenomen, wordt de rand van de omflensring 24 geflenst om de flens 37 25 van het connectorplugelement 2. Vervolgens wordt de ring 14 in de juiste stand op het vooruiteinde van het connectorplugelement 2 bevestigd, bijvoorbeeld door lijmen. Voorafgaand aan de bevestiging van de ring 4 op het connectorplugelement 2 kan het omhulsel 6 op het buitenste cilindervlak van het connectorplugelement 2 worden geschoven, echter kan deze schuifhandeling ook worden uitgevoerd na de bevestiging van de ring 4 op het connectorplugelement 2. Door toepassing van de flensvormige uitsteeksels 37 op de 30 ringmoer 23, kan het tijdstip van het aanbrengen van de ringmoer 23 op de insteekconnector willekeurig worden gekozen. Immers kan deze ringmoer 23 in een schuine stand vanaf de voorzijde van de insteekconnector over de omgeflenste ring 24 worden geschoven en daarna weer in een dwarse stand ten opzichte van de insteekconnector worden geplaatst. Hierna wordt de ringmoer 23 door de omgeflenste ring 24 tegengehouden. 35 Tenslotte kan over het konusvormige gedeelte 34 en de ring 35 een vulmassa worden gegoten om een esthetisch verantwoorde overgang tussen de omflensring 24 en de kabel te verkrijgen. 40193576 4 Preferably, the connector socket element 9 and the stub 11 are cast as one unit with the socket contacts 12 therein. The socket contacts have holes on the outer surface of the connector socket element 9 for receiving the exposed ends of the wires 32. These ends are soldered in the holes, of which a filling compound is poured over the outer bottom surface which is provided with a recess in this embodiment for the insulating seal. Prior to this connection and sealing process, the nut 30 is first slid over the connector sleeve element 9 until it rests against the flange 28 of the said sleeve element 9. Then the nut 31 is screwed onto the nut 30, so that the flange 28 of the connector sleeve element 9 is locked between the two nuts. Preferably, the socket contacts 12 do not extend beyond the outermost surface of the outer wall of the bottom of the connector socket element, so that only the recess needs to be filled to insulate the contacts. The advantageous method according to the invention for assembling the plug-in connector 1 will now be described. The cable ring 24, which is designed as a flange ring, is attached to the end of the cable 33. Because the flange ring 24 has a much larger diameter than the cable 33, this flange ring 24 is provided with a conical adapter 34 which ends in a clamping ring 35 for clamping the flange ring 24 on the cable. After this, the cable end is stripped of the jacket, so that the wires 36 of the cables are released. At the ends of the cores 36, the insulation of these cores is stripped, after which the exposed wires are soldered to the insert contacts 3 held by the contact disk 15. Although the elastic insulating intermediate disc 20 can also be retrofitted, it is preferably already placed before the whole of cable and contact disc 15 is slid into the connector plug element 2. As soon as when the cable end is pushed into the connector-plug element 2, the flanges 17 of the contact disk 15 abut against the stop or breast 16 of the connector plug-element 2, whereby the grooves 18 and 22 of the contact disk 15 and 16 respectively. the intermediate disc 20 having received the positioning protrusion 13, the edge of the flange ring 24 is flanged about the flange 37 of the connector plug element 2. Then the ring 14 is fixed in the correct position on the front end of the connector plug element 2, for instance by gluing. Prior to attaching the ring 4 to the connector plug element 2, the envelope 6 can be slid onto the outer cylinder surface of the connector plug element 2, however, this sliding operation can also be performed after the attachment of the ring 4 to the connector plug element 2. By applying the flange-shaped protrusions 37 on the ring nut 23, the time of fitting the ring nut 23 on the plug-in connector can be chosen arbitrarily. After all, this ring nut 23 can be slid over the flanged ring 24 from the front of the plug-in connector in an oblique position and then be placed again in a transverse position relative to the plug-in connector. After this, the ring nut 23 is retained by the flanged ring 24. Finally, a filling compound can be poured over the conical portion 34 and the ring 35 to obtain an aesthetically pleasing transition between the flange ring 24 and the cable. 40 1. Miniatuur hoogspanningsconnectorsamenstel omvattende een insteekconnector, een opneemconnector en bevestigingsmiddelen voor het onderling bevestigen van de connectoren na het in elkaar steken daarvan, welke insteekconnector een van contacten voorzien connectorplugelement heeft en welke opneemconnector een van contracontacten voorzien connector-buselement bezit, waarbij de binnendiameter van het 45 connectorbuselement groter is dan de buitendiameter van het connectorplugelement, waarbij het connectorplugelement is voorzien van een losneembaar veerkrachtig omhulsel uit elektrisch isolerend materiaal, dat zich uitstrekt over een gedeelte van het cilindrische buitenvlak van het connectorplugelement en waarvan de grootste dikte van het omhulsel ten minste plaatselijk gelijk is aan of groter dan het verschil van de binnendiameter van het connectorbuselement en de buitendiameter van het connectorplugelement, met het 50 kenmerk, dat het connectorplugelement aan het insteekuiteinde is voorzien van een in een vlak loodrecht op de hartlijn van het connectorplugelement liggende omtreksverdikking.A miniature high voltage connector assembly comprising a plug-in connector, a receptacle connector, and fasteners for fastening the connectors to each other after assembling, which plug-in connector has a contacted connector plug element and which receptacle connector has a socket-contacted connector-bus element, the inner diameter of which the connector socket element is larger than the outer diameter of the connector plug element, the connector plug element comprising a releasably resilient casing of electrically insulating material, which extends over a portion of the cylindrical outer surface of the connector plug element and the greatest thickness of the casing is at least locally equal to or greater than the difference of the inner diameter of the connector socket element and the outer diameter of the connector plug element, characterized in that the connector plug element is provided at the plug-in end and of a peripheral thickening lying in a plane perpendicular to the axis of the connector plug element. 2. Connectorsamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de omtreksverdikking wordt gevormd door een met het insteekuiteinde van het connectorplugelement verbonden ring, waarvan de buitendiameter groter is dan de buitendiameter van het connectorplugelement maar ten hoogste gelijk is aan de binnen- 55 diameter van het connectorbuselement en dat de ring zich voorbij de vrije uiteinden van de contacten van de insteekconnector uitstrekken.Connector assembly according to claim 1, characterized in that the circumferential thickening is formed by a ring connected to the insertion end of the connector plug element, the outer diameter of which is larger than the outer diameter of the connector plug element but is at most equal to the inner diameter of the connector socket element and that the ring extends beyond the free ends of the plug-in connector contacts. 3. Connectorsamenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat aan het op het connectorplugelement 5 193576 aansluitende eindgedeelte van de ring, de binnendiameter van deze ring gelijk is aan en over het resterende gedeelte kleiner is dan de buitendiameter van het connectorplugelement.Connector assembly according to claim 2, characterized in that on the end portion of the ring connecting to the connector plug element 193576, the inner diameter of this ring is equal to and over the remainder is smaller than the outer diameter of the connector plug element. 4. Connectorsamenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de bodem van het connectorbusele-ment aan de binnenzijde daarvan is voorzien van een in de door de ring van het connectorplugelement op 5 te nemen stomp, waarin de naar binnen gerichte einden van de contacten van de opneemconnector zijn ondergebracht.4. Connector assembly according to claim 1 or 2, characterized in that the bottom of the connector bushing element is provided on the inside thereof with a stub to be received by the ring of the connector plug element, in which the inwardly directed ends of the contacts of the recording connector are housed. 5. Connectorsamenstel volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat aan de binnenzijde van de ring van het connectorplugelement een evenwijdig aan de hartlijn daarvan verlopende positioneerrichel aanwezig is en dat in de cilinderomtrek van de stomp van het connectorbuselement een zich evenwijdig aan de 10 hartlijn daarvan uitstrekkende groef voor het verschuifbaar opnemen van de positioneerrichel is aangebracht,Connector assembly according to claim 2, 3 or 4, characterized in that on the inner side of the ring of the connector plug element there is a positioning ridge running parallel to the axis thereof and in the cylinder circumference of the stub of the connector socket element the groove extending centrally thereof for slidably receiving the positioning ledge is provided, 6. Connectorsamenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de positioneerrichel wordt gevormd door een aan het connectorplugelement aangevormd positioneeruitsteeksel, dat ten dele is verzonken in een langsgroef in het binnenvlak van de aan het connectorplugelement bevestigde ring.Connector assembly according to claim 5, characterized in that the positioning ledge is formed by a positioning projection formed on the connector plug element, which is partly countersunk in a longitudinal groove in the inner surface of the ring attached to the connector plug element. 7. Connectorsamenstel volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de contacten van het connectorplugelement ten dele zijn omsloten door een loodrecht op de lengterichting van de contacten verlopende contactenschijf, die aan de van het insteekdeel van de contacten afgekeerde zijde is voorzien van een flens die grijpt achter een aan het binneneinddeel van het connectorplugelement aangebrachte aanslag en dat schijfpositioneermiddelen aanwezig zijn voor het in rotatierichting positioneren 20 van de contactenschijf ten opzichte van het connectorplugelement.Connector assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that the contacts of the connector plug element are partly enclosed by a contact disk extending perpendicular to the longitudinal direction of the contacts, which is provided on the side remote from the insertion part of the contacts. a flange which engages behind a stop provided on the inner end portion of the connector plug element and that disc positioning means are provided for positioning the contact disk in rotation direction relative to the connector plug element. 8. Connectorsamenstel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de schijfpositioneermiddelen bestaan uit een in de rand van de contactenschijf evenwijdig aan de hartlijn van de contactenschijf verlopende randgroef en een deel van het in binnenwaartse richting van het connectorplugelement verlengde positioneeruitsteeksel.Connector assembly according to claim 7, characterized in that the disk positioning means consist of an edge groove extending in the edge of the contact disk parallel to the axis of the contact disk and a part of the positioning protrusion extended inwardly of the connector plug element. 9. Connectorsamenstel volgens een van de conclusies 4-8, met het kenmerk, dat tussen het kopvlak van de stomp van het connectorbuselement en het daar tegenover gelegen vlak van de contactenschijf een tussenschijf uit elastisch isolerend materiaal is geplaatst, die voorzien is van gaten voor de doorvoer van de insteekcontacten en een het positioneeruitsteeksel opnemende randuitsparing.Connector assembly according to any one of claims 4-8, characterized in that an intermediate disc of elastic insulating material, provided with holes for the connection of the plug face of the connector bush element and the opposite face of the contact disc, is provided the passage of the plug-in contacts and an edge recess accommodating the positioning protrusion. 10. Connectorsamenstel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de tussenschijf bestaat uit silicone 30 rubber.10. Connector assembly according to claim 9, characterized in that the intermediate disc consists of silicone 30 rubber. 11. Connectorsamenstel volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij de bevestigingsmiddelen voor de insteekconnector aan de opneemconnector bestaan uit een ringmoer met een flensmiddel dat achter een aan een van de kabels bevestigde kabelring grijpt, met het kenmerk, dat het flensmiddel van de ringmoer wordt gevormd door twee tegenover elkaar liggende uitsteeksels, waarbij de onderlinge afstand 35 van de vrije einden daarvan kleiner is dan de uitwendige diameter van de kabelring, maar zo groot is dat de ringmoer in schuine stand over de kabelring kan worden geschoven.Connector assembly according to any of the preceding claims, wherein the attachment means for the plug-in connector to the receptacle consists of a ring nut with a flange means which grips behind a cable ring attached to one of the cables, characterized in that the flange means is formed of the ring nut by two opposite projections, the mutual distance of the free ends thereof being less than the external diameter of the cable ring, but so large that the ring nut can be slid over the cable ring. 12. Insteekconnector geschikt voor het connectorsamenstel volgens een van de conclusies 1-11.Plug-in connector suitable for the connector assembly according to any one of claims 1-11. 13. Opneemconnector geschikt voor het connectorsamenstel volgens een van de conclusies 1-11. Hierbij 2 bladen tekeningRecording connector suitable for the connector assembly according to any one of claims 1-11. Hereby 2 sheets drawing
NL9401984A 1994-11-25 1994-11-25 Miniature high voltage connector assembly. NL193576C (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401984A NL193576C (en) 1994-11-25 1994-11-25 Miniature high voltage connector assembly.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401984A NL193576C (en) 1994-11-25 1994-11-25 Miniature high voltage connector assembly.
NL9401984 1994-11-25

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9401984A NL9401984A (en) 1996-07-01
NL193576B NL193576B (en) 1999-10-01
NL193576C true NL193576C (en) 2000-02-02

Family

ID=19864942

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9401984A NL193576C (en) 1994-11-25 1994-11-25 Miniature high voltage connector assembly.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL193576C (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2923955B1 (en) 2007-11-15 2010-02-12 Gen Electric CONNECTION PLUG FOR HIGH VOLTAGE CABLE

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2522572A (en) * 1947-01-30 1950-09-19 Machlett Lab Inc Cable terminal
GB2029129B (en) * 1978-08-24 1983-01-06 Reynolds Ind Inc High-voltage electrical connector
FR2655209B1 (en) * 1989-11-24 1992-02-14 Gen Electric Cgr HIGH VOLTAGE CONNECTOR FOR X-RAY TUBE.
NL9100909A (en) * 1991-05-27 1992-12-16 Claymount Assemblies Bv HIGH VOLTAGE CONNECTOR ASSEMBLY.

Also Published As

Publication number Publication date
NL193576B (en) 1999-10-01
NL9401984A (en) 1996-07-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0475415B1 (en) Multiple pole electrical connector
CA2282055C (en) Arrangement for integrating a rectangular fiber optic connector into a cylindrical connector
CN100536257C (en) Sealed tamper resistant terminator
JP2013080705A (en) Shielded enclosure assembly for at least one in particular standardized connector on cable
JPS59141308U (en) Multi-core optical fiber cable connector
DE3066190D1 (en) A double-ended electrical plug receptacle connector assembly
US6845210B2 (en) Optical connector with a shutter
NL193576C (en) Miniature high voltage connector assembly.
US4981448A (en) Fuse holder
JPS584278A (en) Cable shield end means for plug and receptacle connector
EP0273269B1 (en) Connector plug
WO2021082671A1 (en) Pre-connector and communication device
KR20060065682A (en) Triaxial bulkhead connector
US4211464A (en) Electric outlet box containing twin electric sockets
US4968269A (en) Fuse holder
US6840681B2 (en) Tandem type optical connector
CN211741628U (en) Pre-connector and communication equipment
JPS5860714A (en) Optical connector
CN219939935U (en) Blower housing capable of being assembled quickly
JPH0443847Y2 (en)
JPS5935974Y2 (en) connector
JPS5928109A (en) Optical connector
HU206792B (en) Electric lamp provided with lamp-cap
JPS5848644Y2 (en) Hikari Life Ivano Setsuzokuyo Connector
JPS5910709Y2 (en) 3-pole adapter plug

Legal Events

Date Code Title Description
A1C A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20030601