NL193446C - Handgereedschap voor het monteren van fels- of klinknagelmoeren. - Google Patents

Description

1 193446

Handgereedschap voor het monteren van fels- of klinknagelmoeren

De uitvinding heeft betrekking op een handgereedschap voor het monteren van een aantal verschillende felsmoeren of klinknagelmoeren, omvattend een huis met een aambeeld, een eerste handgreep die aan het 5 huis vastzit, een doornhouder, een doorn met een bovenste steelgedeelte om in de doornhouder te positioneren en een onderste steelgedeelte dat zich uitstrekt vanuit het huis, voor schroefdraadkoppeling met de te monteren felsmoer, en losmaakbare middelen voor het bevestigen van de doornhouder en doom in vaste relatie gedurende de werking van het gereedschap, waarbij een heen en weer beweegbaar niet-roteerbaar trekorgaan met een interne boring door zijn gehele lengte in het huis aangebracht is, waarbij 10 een tweede handgreep aangebracht is die glijbaar gekoppeld is met het trekorgaan en die zwenkbaar op het huis aangebracht is om het trekorgaan over een vaste afstand in het huis heen en weer te bewegen door de handgrepen naar elkaar toe en van elkaar af te bewegen, waarbij de doom een lengte bezit die geselecteerd is uit een aantal lengten, waardoor de afstand tussen het aambeeld en de felsmoer te variëren is, en in het gereedschap in te brengen en te bevestigen is.

15 Een dergelijk handgereedschap is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.140.000. Dit document beschrijft een handgereedschap voor het monteren van van inwendig schroefdraad voorziene klinknagelmoeren. Het gereedschap bezit een constructie als van een tang, met een vaste arm die eindigt in een huis dat een boring bezit en een beweegbare arm die bevestigd is aan een trekelement dat is aangebracht voor axiale beweging in de boring, en met een doorn die in een klinknagelmoer geschroefd kan worden, en die 20 verwijderbaar in het trekelement geklemd is. Een aanslagschroef kan ingesteld worden om de verplaatsing van de beweegbare arm te begrenzen.

Een nadeel van dit bekende handgereedschap is, dat de afstand tussen de beweegbare arm en het schroefdraadgedeelte van de doorn vast is.

Het is een doel van de uitvinding een handgereedschap voor het monteren van klinknagelmoeren te 25 verschaffen, waarbij de positie van de doorn met betrekking tot het aambeeld instelbaar is.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een handgereedschap van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de doornhouder door schroefdraad aan kan grijpen in de boring van het trekorgaan zodat de doornhouder axiaal verder in en verder uit het trekorgaan beweegbaar is om de positie van de doorn met betrekking tot het aambeeld te variëren wanneer de doorn de felsmoer draagt.

30 Hiermee is de positie van de doorn ten opzichte van het aambeeld in de niet-bekrachtigde open stand van het handgereedschap te variëren, en een tot de juiste hoogte opgeschroefde felsmoer tegen het aambeeld te plaatsen.

Bij voorkeur werken het trekorgaan en de doornhouder samen door linkse draden, zodat tegenkloksge-wijze rotatie de doornhouder in axiale richting verder in het trekorgaan doet bewegen en waarbij het 35 bovensteelgedeelte van de doorn en de doornhouder samenwerken met rechtse draden.

Bij voorkeur is de doornhouder met behulp van schroefdraad instelbaar naar het huis om de handgrepen dichter bij elkaar te brengen, zodat gedurende de monteerslag de heen en weer gaande beweging van het trekorgaan minder is dan zijn volledige gebied.

Volgens een voorkeursuitvoering is het aambeeld een ringorgaan dat schuifbaar op de doom is geplaatst 40 in een zodanige positie dat het ringorgaan tegen het huis wordt gedrukt gedurende het monteren van de klinknagelmoer.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de tekening.

45 Figuur 1 is een zijaanzicht van het gereedschap van deze uitvinding; figuur 2 is op grotere schaal een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht van het gereedschap dat het gereedschap toont dat gepositioneerd is voor het beginnen van het monteren van de klinknagelmoer; figuur 3 is ook een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht waarin het gereedschap is weergegeven zoals gepositioneerd na het monteren van de klinknagelmoer; 50 figuur 4 is een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht waarin het gereedschap is weergegeven na het verwijderen uit de klinknagelmoer; figuur 5 is een doorsnede volgens de lijnen 5-5 van figuur 2; figuur 6 is een wijziging van de uitvinding waarbij het aambeeld wordt gedragen op de doomtreksteel; en figuur 7 is een wijziging van de werking waarin geen afstandsaambeeld wordt gebruikt.

Verwijzende naar figuur 1 en 2 bezit het gereedschap 10 een bovenhendel 11, een onderhendel 12, een hendelasbout 13, en een hendelveer 14 die de hendels 11 en 12 van elkaar af belast. Een lusketting 16 55 193446 2 werkt voor het houden van de hendels in een gesloten positie, met hendel 11 gebracht grenzend aan een top 25. Een huis 17 draagt een afstandsaambeeld 18 dat is geschroefd in een huisaambeeld 20 dat is gegoten in een huisneusstuk 19. Extra afstandsaambeelden 21 zijn geschroefd in de onderzijde van het huis 17. Aambeelden zijn vereist omdat het huis 17 niet is gemaakt van een materiaal van voldoende 5 hardheid om weerstand te bieden aan de krachten of druk die wordt opgewerkt gedurende het monteren van de klinknagelmoer.

Gaande naar figuur 2 bevindt een huisholte 22 zich zodanig en is zodanig gevormd, dat inwendige delen gemakkelijk kunnen worden vervangen om het huis 17 en de hendels 11 en 12 te veranderen voor andere klinknagelmonteertoepassingen. De huisholte 22 ontvangt voor klinknagelmoermontagetoepassingen een 10 heen en weer bewegende buisvormige hals 23. De buisvormige hals 23 heeft hendelinkepingen 24 op tegenover gelegen zijden om samen te werken met hendelnokgedeelten 26 om hendelwerking toe te staan voor het bewegen van de hals 23 heen en weer in de holte 22 (zie ook figuur 5). De hendels zijn geheel geopend indien de hals 23 de bodem in de holte 22 raakt, of bij bepaalde toepassingen de top van het aambeeld 18. Het gehele gebied van beweging van de hals 23 wordt bepaald door de volledig open en 15 volledig gesloten hendelposities.

De hals 23 heeft een boring 27 die over zijn hele lengte er doorheen gaat met gedeelten waarop inwendige schroefdraden 28 zijn aangebracht (getoond in figuur 3) voor het met schroefdraadsamenwerking ontvangen van een instelbare doornhouder 29. De doornhouder 29 heeft linkse schroefdraden 31 voor schroefdraadsamenwerking met de bijbehorende draden 28 van de halsboring 27. De doornhouder 29 heeft 20 op zijn beurt een van schroefdraad voorziene doorgang 32 en een van ribbels voorziene instelknop 33 en een grendelschroef 34.

Een klinknagelmoertrekkerdoom 36 met doorndraden 35 kan vanaf de bodem van het gereedschap door de huisneus 19, en de halsboring 27 worden gestoken en tenslotte in de doornontvangende doorgang 32 voor schroefdraadsamenwerking met (niet weergegeven) doornhouderdraden. De doorn 36 bezit boven een 25 doornsteelgedeelte 39 dat draden 35 heeft en een uitsparing 41 met plat oppervlak voor het positioneren van de doorn in en het bevestigen daarvan aan de doorn 29, gebruikmakende van de grendelschroef 34.

De doorn 36 bezit ook een onderdoornsteelgedeelte 42 voor schroefdraadsamenwerking binnen de klinknagelmoer 45, gebruikmakende van ondersteeldraden 44. Voor het monteren van klinknagelmoeren van variërende diameter en afmeting, wordt een aantal doornen 36 gebruikt. Elk heeft hetzelfde bovensteel-30 gedeelte 39 voor het opnemen van de doornhouder 29, terwijl de ondersteelgedeelten 42 zijn ontworpen om te passen bij de verschillende klinknagelmoeren die worden beschouwd om met het gereedschap te worden gemonteerd.

Verder verwijzende naar figuur 2 en 5 wordt de buisvormige hals 23 tegen rotatie vastgehouden in de holte 22 door de hendelnokken 26. De doornhouder 29 werkt samen met de hals 23, gebruikmakende van 35 linkse draden. De kloksgewijze richting, zoals hier gebruikt, wordt gezien van bovenaf het gereedschap in figuur 2, naar beneden op het gereedschap kijkende. Daarom zou ten opzichte van figuur 2 de grendelschroef 34 wegbewegen van de kijker indien kloksgewijze beweging van de instelknop 33 wordt begonnen. Dergelijke kloksgewijze beweging zou tot gevolg hebben dat de instelknop 33 naar boven beweegt en uit de hals 23. Aan de andere kant wordt de doom 36 aan de doornhouder 29 bevestigd onder gebruikmaking van 40 rechtse draden, zodat indien de instelknop 33 stationair is kloksgewijze rotatie van de doom 36 tot gevolg heeft dat doom 36 naar beneden beweegt.

Figuur 5 toont de asbout 13 die een integraal gevormde steel 57 heeft, een uitwendig kopgedeelte 58, en een inwendig rechthoekig kopgedeelte 60. Het inwendig kopgedeelte 60 past in een rechthoekige opening 63 in het huis 17 om draaien van de bout te voorkomen. De steel 57 gaat door het huis 17, een rechthoe-45 kige plaat 65 in een tweede rechthoekige opening 66 en is aan het einde tegenover de kop 58 bevestigd met een onderlegplaat 64 en een verwijderbare clip 59. De bout 13 kan gemakkelijk worden verwijderd, de hendel 11 naar buiten getrokken en de vervanging van de inwendige delen teweeg worden gebracht voor andere toepassingen van het gereedschaphuis, de hendels en de asboutcombinatie.

Figuur 6 toont een wijziging van de uitvinding waarin een doorn 36 een in langsrichting lopende groef 61 50 draagt op de zijde van ondersteelgedeelte 42. Een zwevend ringaambeeld 62 omringt het steelgedeelte 42. De slag van de ring 62 over de steel 42 wordt beperkt door een instelschroef 63 waarvan het inwendige einde in de groef 61 rijdt. Het ringaambeeld 62, zoals gepositioneerd tegen het huisaambeeld 20, dient als het aambeeld waartegen de klinknagelmoer wordt getrokken gedurende monteren.

Figuur 7 toont het alternatieve gebruik van het gereedschap waarin de klinknagelmoer 45 direct tegen 55 het huisaambeeld 20 wordt getrokken zonder toepassing van een ander aambeeld.

Alvorens de werking te beschrijven, wordt het overwogen dat dit gereedschap zal worden gebruikt met een set van doornen 36 die onderstelen 42 hebben van variërende lengten en diameter voor gebruik met de

Claims (4)

1. Handgereedschap voor het monteren van een aantal verschillende felsmoeren of klinknagelmoeren, omvattend een huis met een aambeeld, een eerste handgreep die aan het huis vastzit, een doomhouder, een doom met een bovenste steelgedeelte om in de doornhouder te positioneren en een onderste steelgedeelte dat zich uitstrekt vanuit het huis, voor schroefdraadkoppeling met de te monteren felsmoer, en 50 losmaakbare middelen voor het bevestigen van de doomhouder en doom in vaste relatie gedurende de werking van het gereedschap, waarbij een heen en weer beweegbaar niet-roteerbaar trekorgaan met een interne boring door zijn gehele lengte in het huis aangebracht is, waarbij een tweede handgreep aangebracht is die glijbaar gekoppeld is met het trekorgaan en die zwenkbaar op het huis aangebracht is om het trekorgaan over een vaste afstand in het huis heen en weer te bewegen door de handgrepen naar elkaar 55 toe en van elkaar af te bewegen, waarbij de doorn een lengte bezit die geselecteerd is uit een aantal lengten, waardoor de afstand tussen het aambeeld en de felsmoer te variëren is, en in het gereedschap in te brengen en te bevestigen is, met het kenmerk, dat de doornhouder (29) door schroefdraad aan kan 193446 4 grijpen in de boring van het trekorgaan (23) zodat de doornhouder axiaal verder in en verder uit het trekorgaan beweegbaar is om de positie van de doom (36) met betrekking tot het aambeeld (20) te variëren wanneer de doorn de felsmoer draagt.

2. Handgereedschap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het trekorgaan (23) en de doornhouder 5 (29) samenwerken door linkse draden, zodat tegenkloksgewijze rotatie de doornhouder (29) in axiale richting verder in het trekorgaan (23) doet bewegen en waarbij het bovensteelgedeelte (39) van de doorn (36) en de doornhouder samenwerken met rechtse draden.

3. Handgereedschap volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de doornhouder (29) met behulp van schroefdraad instelbaar is naar het huis (17) om de handgrepen (11, 12) dichter bij elkaar te brengen, zodat 10 gedurende de monteerslag de heen en weer gaande beweging van het trekorgaan (23) minder is dan zijn volledige gebied.

3 193446 verschillende afmetingen en typen van klinknagelmoeren. Klinknagelmoeren zullen worden gekozen voor gebruik afhankelijk van de dikte en de eigenschappen van het werkstuk 47 (hetgeen een aantal lagen kan bezitten), de diameter van de werkstukopening 49 en andere beschouwingen. Verwijzende naar figuur 2, 3 en 4 en werking van het gereedschap, wordt de voorkeur gegeven aan de 5 volgende opeenvolging: Na het kiezen van de te monteren klinknagelmoer, kiest de persoon die het gereedschap bedient de doom 36 die ontworpen is voor het monteren van de gekozen klinknagelmoer. Dan worden de gereedschapshendels gesloten en bij voorkeur samengehouden gebruikmakende van de lusketting 16. Instelknop 33 wordt tegenkloksgewijze gedraaid waarbij hij naar het gereedschaphuis 17 beweegt en bij voorkeur totdat het zittingknopoppervlak 53 tegen het huis 17 komt. Het bovensteelgedeelte 10 39 van de gekozen doom 36 wordt in de houder 29 geschroefd met het steeleinde in één vlak met bovenknopoppervlak 51. De grendelschroef 34 wordt dan gedraaid voor het onderling bevestigen van de doom 36 en de houder 29. Een afstandsaambeeld 21, gekozen uit de aambeelden die zijn opgeslagen in van schroefdraad voorziene gaten in de onderzijde van huis 17, wordt dan in het huisaambeeld 20 geschroefd. De afstandsaambeelden 21 hebben gaten van verschillende diameter voor gebruik met de 15 verschillende diameters van de onderstelen 42 van de doom 36. De gekozen klinknagelmoer wordt dan in één vlak geschroefd met het ondereinde van de doomsteel 42. Aangezien de instelknop 33 naar beneden is en een linkse draad heeft, zal de knop 33 niet bewegen gedurende het schroeven van de klinknagelmoer op de steel 42. Nadat de klinknagelmoer op de steel is, wordt de instelknop 33 kloksgewijze geroteerd totdat de klinknagelmoerflens 54 in aanraking komt met het 20 huisaambeeld 20, het afstandsaambeeld 18 of een ander gebruikt aambeeld. De gereedschaphendels worden nu ontlast en de instelknop 33 verder gedraaid totdat de klinknagelmoerflens 54 weer in één vlak ligt tegen het gebruikte aambeeld. Het gereedschap met de klinknagelmoer op de doomsteel 42 wordt gericht om de klinknagelmoer in de juiste positie in het werkstuk 47 te plaatsen en tenslotte worden de hendels naar elkaar toe gedrukt om de 25 klinknagel te monteren. Indien een steviger klinking vereist is, worden de hendels enigszins ontlast en de knop 33 kloksgewijze geroteerd (om de knop 33 naar het huis 17 te bewegen) over één (1) omwenteling. De hendels worden dan weer samengeknepen voor het aanvullend monteren van de klinknagel. Na het monteren wordt de knop 33 tegenkloksgewijze geroteerd zodat de knop 33 naar het huis 17 beweegt en wordt veroorzaakt dat de doorn 36 tegenkloksgewijs roteert om hem te verwijderen uit de nu 30 stationaire klinknagelmoer in zijn gemonteerde positie. De bovenstaande werkwijze levert een procedure waarbij de trekslag wordt uitgeoefend op de juiste wijze voor elke gekozen klinknagelmoer. Aangezien de vervorming van de klinknagelmoer afhankelijk is van de uitoefening, alsmede de lengte van de trekslag, wordt elke moer op de juiste wijze gemonteerd gebruikmakende van het onderhavige gereedschap zoals beschreven. De bovenstaande werkwijze kan worden 35 gevarieerd in aanpassing aan de geriefelijkheid van de gebruiker. Bijvoorbeeld behoeft de instelknop 33 aanvankelijk niet te worden ingesteld neerwaarts tegen het huis, indien de gebruiker de knop 33 wenst vast te houden om rotatie te voorkomen gedurende het schroeven van de klinknagelmoer op de steel. Het onderhavige gereedschap heeft het verdere voordeel van het gemakkelijk omzetbaar zijn tot een monteergereedschap voor een blinde klinknagel door het verwijderen van de buisvormige hals uit de open 40 holte 22 en het vervangen daarvan door een trekkereenheid met klauwen voor het vastgrijpen van de blinde klinknageldoorn. 45

4. Handgereedschap volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het aambeeld een ringorgaan (62) is dat schuifbaar op de doom (36) is geplaatst in een zodanige positie dat het ringorgaan (62) tegen het huis (17) wordt gedrukt gedurende het monteren van de klinknagelmoer (45). Hierbij 3 bladen tekening