NL1043618B1 - Beschermingssysteem personenvervoer - Google Patents

Abstract

Een systeem en scherm voor het beschermen van een persoon tegen schadelijke stoffen zoals micro-organismen zoals bacteriën een virussen, toxische aerosolen en/of fijnstof, waarbij het scherm is ingericht om in hoofdzaak te worden geplaatst voor althans een gedeelte van het gezicht van de persoon, waarbij het scherm één of meerdere platen omvat die zijn voorzien van één of meerdere middelen die voorkomen dat de stoffen hechten aan de platen, of die de stoffen filteren, waarbij filteren het opvangen van de stoffen of immobiliseren of onschadelijk maken van de micro-organismen omvat. Het systeem omvat verder ontsmettingsapparaten om samen met het scherm een compleet systeem te bieden dat helpt om besmetting van personen door bijvoorbeeld een coronavirus te voorkomen.

Description

BESCHERMINGSSYSTEEM PERSONENVERVOER

TECHNISCH GEBIED De uitvinding heeft betrekking op persoonlijke beschermingstoestellen, zoals schermen, spatmaskers, maskers en andere maatregelen om te voorkomen dat een persoon in aanraking komt met schadelijke stoffen zoals micro-organismen. Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op een toestel en aanvullende maatregelen die helpen bij het beperken van het verspreiden van schadelijke stoffen door personen door aanraking of inademing. De beschermingsmiddelen kunnen gebruikt worden in vervoersmiddelen zoals treinen, bussen, metro's, trams, personenbusjes, waterbussen, vliegtuigen en overige middelen van persoonlijk of openbaar personenvervoer, maar ook in particuliere en openbare ruimtes zoals montagebedrijven, de vleesverwerkende industrie, distributiecentra, winkels, onderwijsinstellingen, kantoren, musea, bioscopen, theaters en vele andere plaatsen. Nog meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op maatregelen om verspreiding en inhalering van virussen, zoals het SARS-cov-2 (zgn. “coronavirus”), te beperken en COVID-19 bij de personen te voorkomen.

ACHTERGROND Er zijn vele beschermingstoestellen op de markt en over het algemeen zijn ze inzetbaar voor specifieke toepassingen, zoals het werken met gevaarlijke stoffen, voor gebruik bij laswerkzaamheden etc. of voor gebruik in de medische wereld. Het zijn ook vaak zeer kostbare toestellen. Ze zijn groot, zwaar en luidruchtig en daardoor erg belastend voor de drager. Ook is het onderhoud vaak kostbaar en ingewikkeld en is daarvoor gebruik van gereedschap noodzakelijk en kan dit alleen door de vakmensen in deze uitgevoerd worden. De wereld wordt nu geconfronteerd met het nieuwe coronavirus dat een ziekte COVID-19 veroorzaakt. Het virus uit zich vaak in het begin zoals een verkoudheid dat doet. Het kan een dodelijke longontsteking veroorzaken. Veel maatregelen worden en zijn getroffen om verspreiding van deze ziekte te voorkomen. Daardoor wordt de noodzaak tot goede beschermingsmiddelen groter dan ooit.

Om tot goede beschermingsmiddelen te komen, dienen we eerst te begrijpen wat de huidige en toekomstige gevaren zijn in verband met een pandemie zoals die door een virus als het coronavirus wordt veroorzaakt.

Onderzoek en vergelijking met andere bekende virusziekten geeft een beeld van eigenschappen van het virus.

Veel is echter nog onbekend, echter wat wel bekend is, is de eigenschap dat het virus overdraagbaar is van mens op mens.

Overdracht kan geschieden door speekseldeeltjes via direct of indirect contact of via verspreiding door de lucht.

Hoesten wordt als een belangrijke oorzaak van verspreiding door de lucht gezien echter verspreiding via het gewoon ademhalen is mogelijk ook een oorzaak.

Een kenmerk als koorts wordt ook gezien als een bij dit virus horende ziektebeeld.

Helaas blijkt steeds meer uit recente berichtgeving dat verspreiding ook zonder dit ziektebeeld op kan treden.

Een aantal zaken met betrekking tot de verspreiding kunnen we nu echter ook vaststellen.

Door het enorm toegenomen vliegverkeer is de verspreiding sneller dan ooit tevoren gegaan.

Uit bijna elk land ter wereld komen meldingen van ziekte door het huidig optredende virus voor.

Of de meldingen correct zijn wat aantallen besmettingen en aantallen overleden personen betreft, is ook nog maar de vraag.

Er zouden landen zijn die om politieke redenen de aantallen lager opgeven dan ze in werkelijkheid zijn.

Wat ook duidelijk is dat verspreiding op cruise en andere schepen snel kan gebeuren.

Verklaringen die worden gegeven zijn o.a. dat verspreiding gebeurt door de aanwezige ventilatiesystemen.

Recente discussies worden ook gevoerd over dat deze systemen ook wel eens de oorzaak kunnen zijn van de enorme verspreiding in verzorgingshuizen.

Een ander probleem is, dat er bijna geen land is, dat van het begin van de nu circa vier maanden geleden begonnen uitbraak, over voldoende middelen en mogelijkheden beschikte om de aantallen besmette personen voor honderd procent betrouwbaar vast te kunnen stellen.

Inmiddels zijn er, in een voor dergelijke zaken met tot op heden ongekende snelheid testen ontwikkeld die de ziekte kunnen aantonen.

Ook is vastgesteld dat door het virus getroffen personen, net als bij vele andere virusziekten, antistoffen aangemaakt hebben, aantoonbaar door bloedonderzoek.

Door dit bloedonderzoek op grotere schaal bij bloeddonoren uit te voeren krijgen we een steeds beter beeld over de verspreiding van het virus.

In Nederland en België is, op het moment van schrijven, het volgens deze methode aangetoonde aantal personen, circa 4% van de bevolking.

Verder zijn er problemen over de aantallen dodelijke slachtoffers. Landen maken gebruik van verschillende methoden. Het in Nederland genoemde aantal dodelijke slachtoffers, wordt als veel te laag gezien. Vergelijkingen met sterfgevallen in voorgaande jaren ondersteunen deze gedachten.

Veel onderzoek wordt gedaan om een vaccin te ontwikkelen om deze ziekte te voorkomen dan wel te genezen. Wanneer en of dit gaat lukken is nog een open vraag.

De ontwikkelingstijd van een vaccin duurt normaal 10 tot 15 jaar. De hoop is dat het nu in circa 18 maanden gebeurt, maar dat kan erg blijken tegen te vallen. Een onderzoek met bestaande medicijnen dat als zeer kansrijk gezien werden, blijkt helaas niet te werken.

Een zeer positieve ontwikkeling is dat, door het gebruiken en toedienen van door genezen personen in het bloed aangemaakte antistoffen, ernstig getroffen zieke patiënten mogelijk kunnen genezen.

De bestrijding van het virus zorgt wereldwijd voor veel economische schade. De meeste landen hebben de tactiek toegepast om overdracht van het virus te proberen te beperken door contactverboden toe te passen.

De genomen maatregelen zijn gericht om overdracht te voorkomen en zorgen voor een enorme impact op de maatschappij. Enkele maatregelen zijn: - Blijf zoveel mogelijk thuis - Houd 1,5 meter afstand van anderen - Was je handen regelmatig met water en zeep - Hoest en nies in de binnenkant van je elleboog - Heb je symptomen zoals hoesten en of koorts, ga dan in thuisisolatie. - Gebruik papieren zakdoekjes Er zijn maatregelen opgelegd om contacten via het werk, via school, via reizen en via allerlei sociale bijeenkomsten te voorkomen. Er zijn maatregelen getroffen om contacten in zorgberoepen op een zo veilig mogelijke manier, door het gebruik van beschermende hulpmiddelen zoals mondkapjes/ filters, gezichtsmaskers, handschoenen en beschermende kleding, te laten verlopen.

Helaas is wereldwijd een enorm tekort aan geschikte middelen. Overal worden initiatieven ontwikkeld om deze tekorten weg te werken. Een belangrijk onderdeel is het gezichtsmasker. Vele maskers in diverse vormen zijn ontstaan of worden ontwikkeld.

Ook voor medische verzorging van zieken is en wordt een enorme aanslag op zowel zorgverleners als op beschikbare hulpmiddelen gedaan. Daarom wordt getracht via methoden te komen tot “Flatten the Curve” waarbij uitgegaan wordt dat mogelijk meerdere golven van besmettingen kunnen ontstaan totdat iedereen antistoffen heeft aangemaakt of dat er een werkzaam vaccin ontwikkeld en beschikbaar is.

Een aantal andere maatregelen die in de maatschappij genomen worden is het plaatsen van afschermingen, bijvoorbeeld bij kassa's van supermarkten, het reinigen van handgrepen en het inrichten van een anderhalve meter economie. Studies zijn gaande om overlevingskansen en tijden van het virus op verschillende materialen in kaart te brengen. Helaas blijkt het virus op veel materialen, zoals RVS, karton en plastics langere tijd te kunnen overleven.

Samenkomsten van grotere aantallen personen zijn verboden en het aantal personen in een voertuig is sterk beperkt, reizen is veelal verboden.

Al deze maatregelen verlammen de maatschappij en hebben naast veel leed, enorme gevolgen op de economie. Wereldwijd worden bedragen over de economische schade genoemd van duizenden miljarden euro's of dollars hetgeen rampzalig is gezien de impact op de maatschappij. Bekende vliegmaatschappijen en honderdduizenden andere bedrijven worden met een faillissement bedreigt. Door ongekende overheidssteun wordt getracht deze faillissementen te voorkomen en de daarmee verbonden werkgelegenheid te behouden. Echter hoe lang is dit vol te houden, de overheidstekorten lopen hierbij tot het ontoelaatbare op. Daarom wordt gewerkt aan maatregelen om stapsgewijs de economie weer draaiende te krijgen waarbij in Nederland uitgegaan wordt van de anderhalve meter economie.

Hoewel de getallen over verspreiding enige hoop geven dat verspreiding beheersbaar begint te worden, komen uit het tot op heden als zeer succesvol in deze genoemde Duitsland, zorgelijke berichten. De topadviseur van Merkel, een bekende viroloog, waarschuwt voor een tweede krachtige uitbraakgolf van corona-infecties, die volgens hem wel eens uit de hand zou kunnen lopen. De besmettingsgraad (reproductiewaarde) is in Duitsland volgens media op het moment van schrijven de laatste dagen weer toegenomen.

Een groot probleem bij de verspreiding vormt het vervoer van groepen personen in het OV en andere vormen van personenvervoer De hoeveelheid reizigers die ten gevolge van deze maatregelen gebruik kan maken van deze vervoersmodaliteiten is dramatisch. Het grootste gedeelte van de stoelen blijft bij voorkeur onbezet. Het 5 plaatsen van afschermingen lost dit nauwelijks op en wordt door deskundigen als niet werkbaar gezien. Problemen en risico van overdracht ontstaan bij het instappen, bij looppaden etc.

Een bijkomend probleem is dat virussen gedurende langere tijd op afschermingen en andere materialen kunnen overleven. Daardoor kan verspreiding alsnog zeer snel gebeuren.

De OV bedrijven worden nu door de overheden gesteund en roepen op dat alleen reizigers die vitale beroepen uitoefenen hiervan gebruik maken. Echter hoelang gaat deze crisis duren, de kosten voor de economie zijn maar beperkt draagbaar. Daarom wordt naar middelen gezocht die reizen en zeker het reizen met het OV weer in grotere aantallen mogelijk maakt.

Een ontwikkeling die, zei het min of meer bij toeval, hieraan kan bijdragen, is het Turboplan. Een Nederlandse patentaanvraag die de basis vormde voor dit plan, is hiervoor ingediend door aanvrager onder het patent aanvraag nummer NL 1043058. Dit plan is en was bedoeld om de capaciteit en betaalbaarheid van het OV op een milieuvriendelijke en economische manier te verbeteren. Onderdeel van het turboplan is het nagenoeg geautomatiseerd vervoer van goederen, dit in combinatie met het vervoer van personen Mensen komen door de modulaire en geregelde opzet veel minder in grotere groepen bij elkaar. Maatregelen tegen verspreiding van virussen zijn hierdoor veel gemakkelijker te nemen. Zie hiervoor de website www.turboplan.nl het item Corona. Belangrijk is ook, dat indien nu al volledige implantatie van het turboplan plaats gevonden had, dat dan de bevoorrading van supermarkten en het vervoer van lichtere goederen, dat nu enige tijd tot aanzienlijke problemen heeft geleid, nagenoeg zonder enig probleem op dezelfde manier had door kunnen gaan.

Hierdoor zouden de verdienmodellen voor de OV bedrijven veel meer intact zijn gebleven dan met het huidige systeem dat met enorme financiële ondersteuning slechts op zeer beperkte schaal door kan blijven gaan. Het uitvoeren en de implementatie hiervan zal echter de nodige tijd vergen. De in Nederland verantwoordelijke spoorinfrastructuurbeheerder start samen met een belangrijk internationaal kennisinstituut onderzoeken op die kunnen leiden tot een invoering van het plan. De voordelen die het turboplan kan bieden op het gebied van veiligheid en beheersbaarheid met betrekking tot virusuitbraken kunnen mogelijk de invoering gaan versnellen.

Het huidige coronavirus wordt door sommige deskundigen, ondanks de gruwelijke impact die het nu al heeft met het enorme persoonlijke leed en de desastreuze invloed op de economie en maatschappij, nog gezien als een milde vorm. Met andere woorden “het kan nog veel erger”.

Als we naar de huidige stand van zaken kijken dan worden talloze paniek- maatregelen getroffen. Een nadeel is dat deze vaak maar zeer beperkt resultaat geven. Vele maatregelen zijn korte termijn zaken.

Effectieve maatregelen zijn nodig die iedere reiziger voldoende bescherming op gaan leveren.

Vliegverkeer ligt grotendeels stil en veroorzaakt veel economische schade. Kans op besmetting van en verspreiding door personen is hierbij groot gezien het wereldwijde netwerk van vliegverkeer en de beperkte ruimte per persoon.

Een effectieve bescherming kan bestaan uit een goed gezichtsmasker in combinatie met maatregelen die, via contact zoals het aanraken van bedieningsknoppen of handgrepen, besmetting en overdracht kunnen voorkomen. Er kan gebruik gemaakt worden van handschoenen al dan niet in combinatie met reinigingsmiddelen, lucht in voertuigen kan via luchtbehandeling met bijvoorbeeld Ultraviolet (UV) licht continu gereinigd worden en te volgen protocollen kunnen voorgeschreven worden.

De vervoersmiddelen kunnen, indien niet in gebruik, gereinigd worden met intensieve UV behandelingen of andere reinigingsmethoden. Dit kan ook voor of na elke rit of reis uitgevoerd worden. De nodige te nemen beschermingsmaatregelen ter bescherming van personen maar ook ter voorkoming van bescherming van materialen en elektronische en overige systemen spreken voor zichzelf. Dit geld zeker indien gereinigd wordt met behulp van ionen en of intensieve andere reinigingsmethoden.

Mondkapjes kunnen in deze een belangrijke bijdrage leveren. De mondkapjes bieden helaas niet voldoende bewezen veiligheid. Een recentelijk bijkomend probleem is dat verspreiding door personen zonder de ziekteverschijnselen in steeds meer gevallen op lijkt te treden. Ook komen steeds meer berichten over dieren (nertsen, katten, tijgers) die besmet zijn geraakt door het virus, mogelijk overgedragen door mensen. Ook zijn er steeds meer deskundigen die wijzen op het feit dat kinderen vaak niet merkbaar ziek worden en mogelijk toch verspreiders kunnen zijn van het virus. Verder worden medereizigers ongerust door mensen die niesen ten gevolge van bijvoorbeeld hooikoorts. De uitvinding stelt daarom een aantal verbeteringen voor. De uitvinding houdt daarbij bij voorkeur rekening met het toepassen van en optimale gebruik van materialen met betrekking tot onderhoud, schoonmaak, verspreiding en gebruiksgemak. Zie hiervoor het item corona op de site www.turbolan.nl. Ook moet gekeken worden naar maatregelen, middelen en mogelijkheden die snel massaal ingevoerd kunnen worden hetzij door aanpassingen van bestaande middelen dan wel door het aanbrengen van middelen die ook op langere termijn een goede bijdrage kunnen leveren.

DE UITVINDING De uitvinding is gericht op low cost, comfortabel in gebruik en onderhoud en vormt geen probleem bij transport of opslag. Ook is de uitvinding ingericht op het feit dat schoonmaken van het beschermingsmiddel en het eventueel vervangen van de filters een simpele en veilige handeling is waarbij geen risico op besmetting of verspreiding meer aanwezig is. Om deze reden is in het ontwerp rekening gehouden met de vormgeving en eigenschappen van de eventueel te vervangen low cost filters en overige onderdelen. Hierdoor is het gebruik van de uitvinding ideaal voor de reiziger. Vele reizigers zijn bang om met alleen een mondkapje als bescherming gebruik te maken van OV en of vliegtuig. Ook theater, bioscoop en bijvoorbeeld musea bezoek kan zonder deze angst weer uitgevoerd worden. Ook voor brildragers is het bij het dragen van mondkapjes optredende probleem van het aanslaan van de glazen opgelost. Bij veel personen is bij het gebruik van een mondkapje het moeizaam ademen ook een probleem. Ook dat is door de uitvinding geen probleem meer. De uitvinding bestaat uit een aantal onderdelen die afzonderlijk of tezamen het beoogde resultaat behalen. Een belangrijk onderdeel van het bescherming systeem is het gezichtsmasker.

Gezichtsmaskers zijn voornamelijk ontwikkeld om snel grotere groepen in specifieke beroepen tijdens de uitoefening van hun beroep een extra vorm van bescherming te geven. Veelal bestaan ze uit een doorzichtige plaat die is voorzien van middelen om deze op het hoofd te bevestigen. Het nadeel is dat ze eenmaal gebruikt hetzij weggegooid of goed gereinigd moeten worden.

Indien deze gezichtsmaskers ingezet worden als bescherming tijdens personenvervoer, dan beschermen deze maskers niet afdoende tegen de verspreiding ten gevolge van luchtstromen in de vervoersmiddelen. Om die reden komen we tot betaalbare en gebruiksvriendelijke oplossingen die virussen niet alleen tegenhouden, maar ook zo veel mogelijk vernietigen.

In één van de voorkeursuitvoeringen bestaat een onderdeel van het beschermingssyteem uit een gezichtsmasker met een doorzichtig scherm dat bij voorkeur met hulpmiddelen op het hoofd aangebracht kan worden. Hierbij kunnen bij voorkeur delen samengevouwen worden zoals bij een brilmontuur, waarbij met klik contacten of extra clipjes gewerkt kan worden, waarna het eventueel opgerold of opgevouwen kan worden en in een daarvoor geschikt hulpmiddel opgeborgen kan worden. In dit hulpmiddel kunnen eventueel reiniging en andere beschermingsmiddelen opgeborgen worden.

Het basisscherm is bij voorkeur voorzien van zijkanten die blootstelling aan druppels ten gevolge van hoesten van de drager zelf en/of medepassagiers tegen gaan. Het basisscherm kan geheel of gedeeltelijk aan één of aan beide zijden voorzien worden van één of meerdere als raster aangebrachte, al dan niet geïsoleerde geleidende metaallagen of andere geleidende materialen/coatings, of kan voorzien zijn van in het materiaal opgenomen rasters. Dit materiaal is bijvoorbeeld koper, dat van nature bijzondere eigenschapen heeft voor het langdurig bestrijden van micro- organismen zoals bacteriën en virussen. Beide zijn ingericht om onder elektrische spanning gezet te worden. Deze spanning is bij voorkeur, naast veilig, geschikt dermate hoog dat een elektrostatisch filter gevormd wordt, dat geschikt is om virussen effectief uit te schakelen. Dit geldt zowel door virussen afkomstig vanaf de gebruiker van het masker als ook de virussen afkomstig vanaf mede passagiers. Beveiligingen tegen kortsluiting of aantasting van de geleiders kunnen opgenomen worden.

9 à Aangezien tegenwoordig veel personen de beschikking hebben over telefoons en of powerbanks en bovendien veel van de huidige OV voertuigen voorzien zijn van USB aansluitingen is de voorkeur om de benodigde elektrische energie daaruit te betrekken. De verschillende lagen met beschermmiddelen kunnen op diverse manieren aangebracht worden. Ze kunnen bestaan uit massaal op maat geproduceerde vellen _ met de omschreven eigenschappen, die door de gebruiker eenvoudig verwisseld kunnen worden. Een aantal onderdelen kunnen door de elektrostatische eigenschappen de vellen vasthouden. Ook kan er gebruik gemaakt worden van clips en of veerverbindingen, klem of inschuifranden, frames, lm of andere bevestigingsmethoden. Na gebruik kan het vel gereinigd of weggegooid worden. Aandachtspunt is dat hierbij ook geen verdere verspreiding mag gaan optreden. De uitvinding stelt hier ook oplossingen voor. Bovenstaande resulteert in een consumenten product waarbij zorg gedragen wordt voor veiligheid en goede mogelijkheden tot het reinigen van het masker of delen daarvan, al dan niet met behulp van specifieke hulpmiddelen en kan gebeuren in bijvoorbeeld in een standaard vaatwasser of onder een kraan. Het nu problemen gevende virus kan hierdoor vernietigd worden. Aangezien het mogelijk lang kan gaan duren voordat we uit deze crisis zijn kan gedacht worden aan verpersoonlijking van deze gezichtsmaskers. De uitvinding stelt daartoe voor om een koppeling, bevestiging of verbinding met een | bril, zonnebril, zweetband, een pet/hoofddeksel, koptelefoon, hoofd of nek ondersteuning zoals gebruikt bij bus en Vliegreizen, mogelijk wordt gemaakt en eventueel op maat gemaakt (“customized”) voor deze producten en of voor de gebruiker. Ook andere producten kunnen worden aangepast of op maat worden gemaakt en aan het scherm en of met andere gebruiksartikelen worden verbonden. Dit customizen kan bijvoorbeeld door het in 3D scannen of fotograferen van iemand zijn hoofd, al dan niet met bril of andere accessoire, waarna met een speciaal programma de hulp en specifieke stukken/onderdelen middels 3 D printen gemaakt kunnen worden. Dit kan landelijk bijvoorbeeld via opticien ketens worden uitgevoerd.

Clausules

Verschillende uitvoeringsvormen worden beschreven in de navolgende clausules.

Daarna volgt een toelichting op deze clausules en worden meerdere variaties van de uitvinding besproken, onder andere met behulp van figuren.

1. Een beschermingstoestel voor het beschermen van een persoon tegen schadelijke stoffen zoals micro-organismen zoals bacteriën een virussen, toxische aerosolen en/of fijnstof, waarbij het beschermingstoestel een scherm omvat dat is ingericht om in hoofdzaak te worden geplaatst voor althans een gedeelte van het gezicht van de persoon, met het kenmerk dat, het beschermingstoestel één of meerdere beschermingsmiddelen omvat die zijn ingericht om te voorkomen dat de stoffen hechten aan het scherm, of die de stoffen filteren, waarbij filteren het opvangen van de stoffen, immobiliseren of onschadelijk maken van de micro-organismen omvat.

2. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het scherm één of meerdere platen omvat die zijn voorzien van één of meerdere beschermingsmiddelen die voorkomen dat de stoffen hechten aan de platen, of die de stoffen filteren, waarbij filteren het opvangen van de stoffen, immobiliseren of onschadelijk maken van de micro-organismen omvat.

3. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat een beschermingsmiddel van de één of meerdere beschermingsmiddelen één of meerdere metalen lagen op of in een plaat van de één of meerdere platen omvat die zijn ingericht om onder spanning gezet te worden.

4. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat de spanningswaarde is gekozen om een elektrostatisch filter te vormen waar de stoffen zich aan hechten.

5. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het elektrostatisch filter meerdere bij elkaar liggende draden omvat die om en om zijn verbonden met één van de polen van twee polen van een elektrisch circuit dat is ingericht om de spanning te geven.

6. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat de één of meerdere platen ter plaatse van het elektrostatisch filter ten minste gedeeltelijk luchtdoorlatend zijn, waarbij ten minste een gedeelte tussen de bij elkaar liggende draden luchtdoorlatend is.

7. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat een laag van de één of meerder metalen lagen zich bevindt aan de zijde van de plaat die afgewend is van het gezicht van de persoon.

8. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat een laag van de één of meerdere metalen lagen zich bevindt aan de zijde van de plaat die gericht is op het gezicht van de persoon.

9. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat een laag van de één of meerdere metalen lagen is ingericht als raster.

10.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat een beschermingsmiddel van de één of meerdere beschermingsmiddelen een op ten minste een gedeelte van de één of meerdere platen aangebrachte substantie omvat die is ingericht om micro-organismen te doden, zoals een vetoplosser.

11.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat een beschermingsmiddel van de één of meerdere beschermingsmiddelen een op ten minste een gedeelte van de één of meerdere platen aangebrachte elektrostatisch filter omvat dat is ingericht om de stoffen te filteren.

12.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat een beschermingsmiddel van de één of meerdere beschermingsmiddelen een coating omvat van de groep van coatings omvattende: - een antibacteriële coating, zoals een antibacteriële hydrogel coating; - een waterafstotende coating, zoals een super waterafstotende coating of een nano coating; - een ioniserende coating; ' - een metaal coating, zoals een koper coating; - een elektrisch geleidende inkt.

13.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat de coating is aangebracht op of in een plaat van de één of meerdere platen door middel van één van de processen omvattende: - Printen; - Opdampen; - Drukken, zoals zeefdruk.

14. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat een beschermingsmiddel van de één of meerdere beschermingsmiddelen één of meerdere vellen omvat die verwisselbaar zijn te bevestigen aan het oppervlak van de één of meerdere platen.

15.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat de één of meerdere vellen ingericht zijn om bevestigd te worden aan een deel van het scherm door middel van een proces van de groep omvattende: - hechting aan de één of meerdere platen door middel van statische elektriciteit; - verlijming met de één of meerdere platen; - bevestiging in een frame gekoppeld aan een deel van het scherm; - klemmen door middel van één of meerdere klemmen gekoppeld aan een deel van het scherm.

16.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het scherm twee van elkaar met een luchtlaag gescheiden platen omvat, waarvan de buitenste plaat zich bevindt aan de zijde die afgewend is van het gezicht, en de binnenste plaat zich bevindt aan de gezichtszijde van de persoon.

17.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat de één of meerdere platen zijn voorzien van een luchtdoorlatend rooster, perforatie, of lamellen die zijn ingericht om te openen en te sluiten in één richting, en dat is ingericht om een luchtstroom te faciliteren naar de luchtlaag.

18. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat een beschermingsmiddel van de beschermingsmiddelen zich bevindt in het gebied van de luchtlaag aan de binnenzijde van de buitenste plaat en/of aan de binnenste zijde van de binnenste plaat.

19.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het beschermingstoestel een afzuiginstallatie omvat om lucht weg te voeren van het scherm.

20.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat de afzuiginstallatie een luchtslang omvat die aan de inlaatzijde in open verbinding met de lucht achter, voor of tussen de één of meerdere platen van het scherm staat en aan de uitlaatzijde verbonden is met een afzuiginstallatie.

21.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het scherm is ingericht om te worden gedragen door de persoon in een voertuig, waarbij de luchtslang is ingericht om te worden aangesloten op de afzuiginstallatie, waarbij de afzuiginstallatie zich bevindt in een voertuig.

22.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het beschermingstoestel een accu omvat ingericht om het elektrostatisch filter en/of de afzuiginstallatie van stroom te voorzien en optioneel een regelaar om de spanning en het vermogen van het elektrostatische filter te regelen.

23.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het elektrostatisch filter en/of de afzuiginstallatie van stroom wordt voorzien door middel van een extern voeding systeem, waarbij het beschermingstoestel is voorzien van een connector om het extern voeding systeem elektrisch aan te sluiten, waarbij de connector een connector omvat zoals een USB aansluiting.

24. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het beschermingstoestel is voorzien van een beveiligingsinrichting ingericht om de stroom af te schakelen indien een kortsluiting wordt gedetecteerd door de regelaar.

25.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het beschermingstoestel is ingericht om te worden gedragen in een openbaar vervoer voertuig zoals een bus.

26.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het openbaar vervoer voertuig is voorzien van een reiniging- en/of regeneratiesysteem ingericht om het scherm gereed te maken voor hygiënisch verantwoord gebruik door de persoon, waarbij de beschermingsmiddelen worden gereinigd, respectievelijk gefilterde stoffen worden verwijderd.

27.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat de plaat een ten minste gedeeltelijk gekromde plaat omvat ingericht om het gezicht van de persoon gedeeltelijk van meerdere zijden af te schermen.

28.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het scherm een beugel omvat die is ingericht om het scherm draagbaar te bevestigen aan een deel van het lichaam van de persoon.

29. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat de beugel zich bevindt aan de bovenzijde van de plaat en is ingericht om te worden bevestigd op of rond de bovenzijde van het hoofd van de persoon.

30.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het scherm een spatmasker omvat, ingericht om te worden gedragen door de persoon ter bescherming tegen de stoffen die in de richting van de persoon worden uitgestoten door een andere persoon.

31. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat een plaat van de één of meerdere platen is ingericht om verwijderbaar te worden bevestigd aan de beugel.

32.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat een beschermingsmiddel van de één of meerdere beschermingsmiddelen is ingericht om verwijderbaar te worden bevestigd aan een plaat van de meerdere platen en/of aan de beugel.

33.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat een plaat van de één of meerdere platen opklapbaar is gemonteerd aan de beugel.

34.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat een plaat van de één of meerdere platen ten minste gedeeltelijk transparant is ter hoogte van het zichtgedeelte wanneer gedragen op het hoofd van de persoon.

35.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat de beschermingsmiddelen zijn ingericht om door de persoon aangebracht te worden, zoals het door middel van een spuitbus aanbrengen van een antibacteriële coating op de één of meerdere platen of door het bevestigen en/of vervangen van de vellen.

36.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het scherm is gedimensioneerd en/of vormgegeven op basis van een proces van één van de processen omvattende: - drie-dimensioneel-3D scanning van delen van het lichaam, zoals het hoofd of gezicht van de persoon; - opmeten van delen van het lichaam van de persoon; - persoonlijke voorkeuren van de persoon.

37.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het scherm is ingericht om te worden bevestigd aan een accessoire dat door de persoon gedragen kan worden, zoals een bril, hoofddeksel, mondbeugel, hoofddoekje of mondkapje.

38.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het scherm is ingericht om te worden bevestigd aan een deel van het interieur van een vervoermiddel, zoals stoel, nek- of hoofdsteun.

39.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat delen van het beschermingstoestel zijn ingericht om opvouwbaar, oprolbaar of in delen uiteen te nemen zijn.

40. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat de opvouwbare of oprolbare delen zijn ingericht om vastgezet te worden in een frame of een klem gekoppeld aan he scherm.

41.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het beschermingstoestel is ingericht om omgevingslucht en/of door de persoon uitgeademde lucht te filteren alvorens beschikbaar te stellen aan de persoon respectievelijk aan de omgeving.

42.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het beschermingstoestel is voorzien van een actief ventilatie- of pomp systeem ingericht om omgevingslucht of door de persoon uitgeademde lucht te filteren.

43.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het beschermingstoestel een mobiel ontsmettingsapparaat omvat dat is geconfigureerd om te worden gekoppeld met het scherm, waarbij het mobiel ontsmettingsapparaat is ingericht om de stoffen te filteren.

44.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het mobiel ontsmettingsapparaat een unit omvat dat is voorzien van de één of meerdere beschermingsmiddelen.

45.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het mobiel ontsmettingsapparaat een luchtslang omvat die aan één zijde is ingericht om koppelbaar te zijn met de unit en aan de andere zijde is ingericht om koppelbaar te zijn met de het scherm en/of de afzuiginstallatie.

46.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat de luchtslang van het mobie! ontsmettingsapparaat en/of van het scherm zijn ingericht om met één hand koppelbaar te zijn aan een connector van de unit, het scherm, en of de afzuiginstallatie.

47.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het mobiel ontsmettingsapparaat een ventilatieapparaat omvat dat is ingericht om een overdruk achter het scherm te creëren.

48.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat de luchtslangen zin voorzien van ventiele en/of kleppen om te grote overdruk te beperken respectievelijk stromingsrichting van de lucht te regelen.

49.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het mobiel ontsmettingsapparaat een UV-reiniger omvat die is ingericht om de lucht, onderdelen van het beschermingstoestel of andere items te reinigen door middel van Ultraviolet licht.

50.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het mobiel ontsmettingsapparaat een stroombron omvat die is ingericht om het scherm, de unit, de afzuiginstallatie en/of een extern apparaat van stroom te voorzien.

51.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het mobiel ontsmettingsapparaat is voorzien van een connector zoals een USB connector om met een extern apparaat te communiceren of om het extern apparaat van stroom te voorzien.

52.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het beschermingstoestel en/of de afzuiginstallatie is voorzien van één of meerdere filters, waarbij zo’n filter omvat: - een stoffilter; - een High-efficiency particulate air-HEPA filter; - een actief koolstoffilter; - een membraanfilter dat een fysieke barrière vormt voor de stoffen, maar niet voor lucht; - een Ultraviolet-UV reiniger.

53.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het elektrostatisch filter is voorzien van de coating.

54. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het elektrostatische filter ten minste gedeeltelijk is voorzien van een laag van actief koolstof.

55.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het beschermingstoestel is voorzien van een ionisator ingericht om de stoffen te ioniseren.

56.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het beschermingstoestel is voorzien van een opvanggedeelte waar de geïoniseerde stoffen worden opgevangen.

57.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat de één of meerdere platen zijn ingericht om te worden bevestigd aan een stoel, zoals een stoel in het openbaar vervoermiddel.

58. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat de één of meerdere platen flexibel materiaal omvatten.

59.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat een plaat van de één of meerdere platen is uitgevoerd volgens een uitvoering van de groep omvattende: - een uitvoering met een coating op de plaat die de plaat krasbestendig maakt; - een uitvoering met een coating op de plaat die de plaat ontspiegelend maakt; - en uitvoering waarbij de plaat van gedeeltelijk licht blokkerend materiaal is gemaakt; - een uitvoering met een coating op de plaat die de plaat UV-licht blokkerend maakt; - een uitvoering waarbij de plaat is gemaakt van of voorzien is van elektro chromatisch materiaal, waarmee de lichtdoorlatendheid van de plaat op elektrische wijze is te regelen; - een uitvoering waarbij de plaat is gemaakt van of voorzien is van thermo chromatisch materiaal, waarmee de lichtdoorlatendheid van de plaat afhankelijk is van de temperatuur van de plaat; - een uitvoering waarbij de plaat verwisselbaar is.

60.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het afzuiginstallatie is voorzien van de beschermingsmiddelen als in de voorgaande clausules.

61.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het beschermingstoestel een verlichting omvat die gericht op delen van het beschermingstoestel en/of de omgeving van het beschermingsmiddel, teneinde het beschermingstoestel respectievelijk de omgeving van het beschermingstoestel te ontsmetten.

62. Het beschermingstoestel volgens clausule 60, met het kenmerk dat de verlichting in een opstelling is geplaatst opgesteld volgens één van de groep van opstellingen: - een ring met één of meerdere LEDs, waarbij de ring is gemonteerd in of om ten minste een deel van één of meerdere luchtslangen die direct of indirect verbonden zijn met het beschermingstoestel, waarbij de LEDS zijn gericht naar het midden van de ring; - een ring met één of meerdere LEDs, waarbij de ring is gemonteerd in of om ten minste een deel van de één of meerdere luchtslangen, waarbij de LEDS zijn gericht naar het binnenste verloop van de één of meerdere luchtslangen; - een LED strip omvattende één of meerdere LEDs, waarbij de strip is gemonteerd in de lengterichting van de één of meerdere luchtslangen en de LEDs zijn gericht naar de binnenkant van de één of meerdere luchtslangen.

63.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat de verlichting een verlichting door middel van UV licht omvat en de LEDs UV-LEDs omvatten.

64.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat de verlichting een verlichting door middel van laser licht omvat en de LEDs laser diodes of UV Laser diodes omvatten.

65.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het beschermingstoestel een lichtcontroller omvat die is ingericht om lichtparameters van de verlichting te wijzigen, waarbij het parameters betreft van de groep omvattende: - frequentie; - bandbreedte; - intensiteit; - patroon; - dichtheid; - straalbreedte;

- hoek; - amplitude; - golflengte; - kleur/frequentie.

66.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het mobiel ontsmettingsapparaat en/of de één of meerdere luchtslangen van binnen zijn bekleed met licht ondoorlatend en/of reflecterend materiaal.

67.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het scherm is ingericht om aan te sluiten op het gezicht van de persoon.

68.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het beschermingstoestel een besturingseenheid omvat voor het meten, registreren, tonen en/of verzenden van data met betrekking tot de werking van het beschermingsmiddel, waarbij de werking het beschermingstoestel aspecten betreft zoals werking, storingen, gebruiksduur, onderhouds- en reinigingshistorie, benodigd onderhoud en reiniging van het beschermingsmiddel, beschermingsmiddelen of onderdelen van het beschermingsmiddel.

69.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het beschermingstoestel één of meerdere sensoren omvat voor het meten van omgevingsparameters van de groep omvattende: - fijnstofwaarden; - luchtvochtigheid; - temperatuur; - locatie, zoals een GPS sensor.

70.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het beschermingstoestel een besturingseenheid omvat voor het meten, registreren, tonen en/of verzenden van data met betrekking tot de door de één of meerdere sensoren gemeten parameters.

71.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande clausules, met het kenmerk dat het beschermingstoestel een zendeenheid, zoals een draadloze zendeenheid en optioneel een ontvangeenheid, zoals een draadloze ontvangeenheid, omvat voor het verzenden van de data naar een externe ontvangeenheid, respectievelijk voor het optioneel ontvangen van data van een externe zendeenheid.

72.Een beschermingssysteem voor het beschermen van een persoon tegen schadelijke stoffen zoals micro-organismen zoals bacteriën een virussen, toxische aerosolen en/of fijnstof, waarbij het beschermingssysteem is ingericht om in hoofdzaak te worden toegepast in het openbaar vervoer en openbaar vervoermiddelen, met het kenmerk dat, | het beschermingssysteem het beschermingstoestel als in de voorgaande clausules omvat en/of één of meerdere overige apparaten voor ontsmetting die zijn voorzien van één of meerdere beschermingsmiddelen als in de vorige clausules.

73. Het beschermingssysteem volgens clausule 72, met het kenmerk dat een apparaat van de overige apparaten een ontsmettingsapparaat omvat dat is ingericht om bagage te belichten met verlichting zoals UV, laserlicht en/of UV laserlicht ter ontsmetting.

74. Het beschermingssysteem volgens clausule 73, met het kenmerk dat de verlichting is ingericht om te worden geplaatst nabij een bagagetransportsysteem, waarbij de UV verlichting gericht kan worden op de bagage in het bagagetransportsysteem.

75. Het beschermingssysteem volgens één van de clausules 72-74, met het kenmerk dat een apparaat van de overige apparaten een reinigingsapparaat omvat dat is ingericht om een artikelen in te brengen, waarbij het ontsmettingsapparaat is ingericht om het artikel te ontsmetten door middel van één of meerdere van de beschermingsmiddelen als in de vorige clausules.

76.Het beschermingssysteem volgens clausule 75, met het kenmerk dat het reinigingsapparaat een reinigingsautorisatie-eenheid omvat die is ingericht om autorisatie voor het gebruik van het reinigingsapparaat te verlenen nadat de persoon en/of het beschermingstoestel is geïdentificeerd, zoals door het gebruik van een bankpas of invoer van een code.

77.Het beschermingssysteem volgens één van de clausules 76, met het kenmerk dat de reinigingsautorisatie-eenheid een zendeenheid omvat die is ingericht om gebruiksgegevens van het reinigingsapparaat door de persoon te verzenden naar een externe ontvangsteenheid.

78. Het beschermingssysteem volgens één van de clausules 72-77, met het kenmerk dat het beschermingstoestel een besturingseenheid omvat voor het meten, registreren, tonen en/of verzenden van statusdata met betrekking tot de werking van het beschermingstoestel, waarbij de werking het beschermingstoestel aspecten betreft zoals werking, storingen, gebruiksduur, onderhouds- en reinigingshistorie, benodigd onderhoud en reiniging van het beschermingstoestel, beschermingsmiddelen of onderdelen van het beschermingstoestel, waarbij het beschermingstoestel voorts een zendeenheid, zoals een draadloze zendeenheid en optioneel een ontvangeenheid, zoals een draadloze ontvangeenheid, omvat voor het verzenden van de statusdata naar de externe ontvangsteenheid, respectievelijk voor het optioneel ontvangen van data van een externe zendeenheid.

79. Het beschermingssysteem volgens één van de clausules 72-78, met het kenmerk dat het beschermingssysteem een verwerkingseenheid omvat die is ingericht om de gebruiksgegevens en/of statusdata te verwerken en op basis daarvan een actie uit te voeren van de groep omvattende: - toegang verlenen of weigeren tot openbaar vervoermiddelen; - waarschuwingen uitdoen naar de omgeving van de persoon; - waarschuwingen naar de persoon uitdoen inzake benodigde reiniging of onderhoud; - verzamelen van statistische gegevens in een centrale database.

80. Het beschermingssysteem volgens één van de clausules 72-79, met het kenmerk dat het beschermingssysteem een communicatiesysteem omvat dat is ingericht om gebruiksgegevens en/of statusdata te communiceren met apparatuur van de persoon, zoals een smartphone, smartwatch of computer, waarbij een app is voorzien op de apparatuur voor interactie met en/of door de persoon.

81. Het beschermingssysteem volgens één van de clausules 72-80, met het kenmerk dat het beschermingssysteem een microfoon omvat die is ingericht om in verbinding met een smartphone van de persoon of met een versterker met luidspreker te staan.

82. Het beschermingssysteem volgens één van de clausules 72-81, met het kenmerk dat het beschermingssysteem een omgevingsgerichte microfoon, een luidspreker en een versterker omvat ingericht om omgevingsgeluid te versterken.

83. Een software applicatie voor het registreren van gezondheidsdata van een persoon, zoals het wel of niet besmet zijn van de persoon met een virus,

met het kenmerk dat, de software applicatie is ingericht om gezondheidsdata te verzamelen van de persoon door middel van een wijze van de groep omvattende: - het zelf invoeren van gezondheidsdata door de persoon; - het verwerken van gezondheidsdata van de persoon uit een centrale database; - het genereren door de software applicatie van gezondheidsdata van de persoon op basis van invoer van gegevens door de persoon voor het samenstellen van een anamnese of diagnose.

84.De software applicatie volgens clausule 83, met het kenmerk dat de software applicatie is ingericht om op een smartphone van de persoon locatiegegevens te registreren en te communiceren naar een externe verwerkingseenheid en/of naar een smartphone van een ander persoon welke in de nabijheid is of is geweest van de persoon.

85. De software applicatie volgens clausule 83 of 84, met het kenmerk dat de software applicatie is ingericht om gebruikt te worden in het beschermingssysteem als in één van de clausules 72-82.

KORTE BESCHRIJVING FIGUREN Figuur 1 laat een uitvoeringsvorm van het beschermingstoestel zien volgens de uitvinding Figuur 2 laat een persoon zien met een wijze van dragen van het scherm volgens de uitvinding Figuur 3 laat een uitvoeringsvorm van het scherm volgens de uitvinding zien, met twee van elkaar gescheiden en achter elkaar geplaatste platen.

Figuur 4 laat een persoon zien met een scherm volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding zien, waarbij het scherm is aangesloten op een afzuiginstallatie van een voertuig zoals een vliegtuig of een bus van het openbaar vervoer.

Figuur 5 laat een uitvoeringsvorm met gebruik van een mobiel ontsmettingsapparaat.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Hieronder wordt de uitvinding beschreven aan de hand van figuren en referenties en aanvullende uitvoeringsvormen.

Figuur 1 laat een uitvoeringsvorm van het beschermingstoestel 100 zien waarbij een bij voorkeur transparante plaat 1014 is bevestigd aan een beugel 110. De beugel kan om het hoofd bevestigd worden met bevestigingsband 111 van de beugel. Een elektrostatische sectie 102 die optioneel vervangbaar is, is voorzien op plaat 101a. Ter plaatse van sectie 102 bevinden zich één of meerdere openingen voor het doorlaten van lucht. Sectie 102 vormt daarmee een elektrostatisch filter. Sectie 102 wordt voorzien van stroom via unit 103 waarin zich een regelaar voor het regelen van de spanning en het vermogen bevindt en een accu, batterij, of een connector om aan te worden gesloten op een externe voeding. Unit 103 is verbonden met sectie 102 door middel van elektriciteitskabels 104 en 105 die (eventueel afwisselend) een positieve en negatieve pool kunnen vormen. Sectie 102 bestaat bij voorkeur uit zeer dunnen lijnen van een elektriciteit geleidend materiaal, waardoor persoon 200 toch nog goed door de plaat 1014 kan kijken. Sectie 102 kan ook op een deel van lijnen voorzien worden zodat het zicht niet belemmerd wordt.

Het beschermingstoestel kan worden opgebouwd dan wel uitgebreid met een aantal onderdelen. De werking van de afzonderlijke onderdelen wordt optioneel versterkt door andere voorgestelde onderdelen met elkaar te combineren. In een voorkeursuitvoering is de elektrostatische sectie een raster van dicht tegen elkaar liggende draden die om en om verbonden zijn met één van de polen, waarbij er ruimte tussen de draden is gelaten waar doorheen lucht kan stromen. Op deze manier kan een luchtstroom door het elektrostatische filter gaan die bij het passeren van het elektrostatisch filter ontsmet wordt, bijvoorbeeld door de ademhaling van persoon 200.

Figuur 2 laat een persoon 200 zien met een wijze van dragen van het scherm

100. Scherm 100 is met beugel 110 vastgezet op het hoof van persoon 200.

Figuur 3 laat een uitvoeringsvorm van het beschermingstoestel 100 zien, met twee van elkaar gescheiden en achter elkaar geplaatste (ten minste gedeeltelijk transparante) platen 101a,b. Meerdere platen zijn ook mogelijk. De platen 101a,b kunnen bestaan uit meerdere onderdelen waarbij het effectieve deel een wisselstuk is dat gereinigd of vervangen kan worden door een nieuw inzetstuk. Tussen platen 101a,b bevindt zich een luchtlaag. Een beschermingsmiddel om schadelijke stoffen af te weren kan bijvoorbeeld als coating op beide zijden van platen 101a,b aangebracht zijn. Als alternatief kan bijvoorbeeld een bacterie of virus dodende coating of substantie worden aangebracht aan binnen- en/of buitenzijde of op alle zijden van de platen 101a,b.

In het figuur wordt een uitvoeringsvorm getoond met filters 106a,b die omgevingslucht kunnen filteren, alvorens de lucht wordt ingeademd door persoon 200.

De filters kunnen tussen platen 101a,b geplaatst worden en lucht die vanaf de zijkant door persoon 200 wordt aangezogen gaat door filters 106a,b en dan door ventilatiegaten 107 naar persoon 200 volgens de richting van pijl 1000. Ventilatiegaten 107 bevinden zich in dit geval alleen in de plaat 1014 die naar het gezicht is gericht. Dit heeft als voordeel dat een scherm mogelijk wordt waar goed doorheen is te kijken, zonder veel obstructie en toch effectief in het filteren van althans een belangrijk deel van de ingeademde lucht. Bij het uitademen volgt de lucht de weg in tegengestelde richting en wordt op deze manier ook weer gefilterd voordat het aan de omgevingslucht wordt gevoegd. Dit voorkomt daardoor dat een persoon minder kans heeft om schadelijke stoffen binnen te krijgen en het voorkomt ook dat persoon 200 anderen eventueel kan besmetten met bijvoorbeeld een virus, zoals het corona virus.

In de figuur zijn blokken van filters 106a,b weergegeven. Voor een betere werking worden de platen 101a,b rondom afgesloten zodat geen valse lucht wordt aangetrokken. Ter hoogte van filters 106a,b kunnen openingen aangebracht worden waard de lucht doorheen kan via pijl 1000 bijvoorbeeld. Als alternatief kan ook een filter geheel of een gedeeltelijk rondom de randen van de platen 101a,b gepositioneerd worden, waarbij het filter zelf (mede) de afscheiding tussen platen 101,b vormt.

In plaats van de configuratie met 2 of meer platen, kan iedere configuratie uitgevoerd worden met filters die ingeademde of uitgeademde lucht filteren.

Naast fysieke en/of chemische filters zoals stoffilters, actief koolstoffilter, of elektrostatisch filter, of iedere combinatie daarvan, kan ook een UV verlichting aangebracht worden, bij voorkeur nabij het masker en bij voorkeur zodanig opgesteld dat uitgeademde of ingeademde lucht wordt verlicht met deze zgn. UV reiniger.

Door het toepassen van UV lichtbronnen (bv diodes) kunnen virussen en microben gedood worden. Bij voorkeur gebeurt dit met inachtneming van veilig gebruik door personen. Bijvoorbeeld door het toepassen van een serie diodes met lager vermogen waardoor het optimale effect door de mogelijk verdeelde opstelling van de verschillende diodes toch bereikt kan worden ten opzichte van een lagere, maar mogelijk schadelijkere of gevaarlijkere intensiteit bij het gebruik van maar één diode of andere UV bron.

De series diodes kunnen bijvoorbeeld opgesteld worden langs de rand van het scherm, waarbij het licht gericht wordt naar de plaat of platen.

Een alternatief voor het gebruik van UV diodes is een laserdiode. Deze kunnen op dezelfde manier als de eerder beschreven ring opgesteld worden en er kan ook gebruik worden gemaakt van reflecterend licht.

De uitvinding stelt vier configuraties voor: Een eerste configuratie betreft een opstelling zoals genoemd in clause 61-62, maar dan met laser diodes, of in combinatie met één of meerdere laser diodes.

In een tweede configuratie worden de UV diodes in een vergelijkbare configuratie als de eerste configuratie, vervangen door low cost standaard laserdiodes met net voldoende vermogen en optimale golflengte en waarvan er voldoende in de ring geplaatst zijn, zodat het een laserscherm vormt. De bundel / straal breedte kan hiervoor optimaal gekozen worden en ook deze stralen kunnen gereflecteerd worden.

In een derde configuratie worden UV laser diodes gebruikt in één of meerdere van de genoemde opstellingen, waarbij de laserdiodes gekozen worden op optimale straal breedte etc. zodat dit een geconcentreerd UV scherm vormt.

In een vierde configuratie kan ieder combinatie van bovenstaande configuraties gekozen worden.

Een UV lichtbron kan dus ook uitgevoerd worden als UV lasermodule die ultraviolet laserlicht uitzendt met een golflengte van bij voorkeur 200 nm tot 280 nm. Om een gebied gelikmatig met doeltreffendheid te desinfecteren, bij voorkeur door zo veel mogelijk virussen en andere micro organismen aan te stralen, kan de laser module of een opstelling met meerdere lasermodules zodanig zijn, dat de lasermodule het laser licht uitstraalt naar én of meerdere reflectoren die met een lasercontroller voorzien van een elektronisch circuit en een stroombron (bijvoorbeeld die stroombron zoals hier eerder voorgesteld) wordt aangestuurd om te bewegen en het laserlicht in verschillende richtingen te verspreiden. Een roterende. spiegel kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat de binnenkant van een luchtslang wordt bespreken met laserlicht. Op die manier kan er een soort van muur van UV laserlicht gecreëerd waardoor het virus dat langs die muur wordt bewogen wordt vernietigd of zodanig beschadigd dat het onschadelijk wordt. Ook kunnen meerdere reflectoren worden gebruikt om meer plekken te bereiken.

Het laserlicht kan ook gericht worden op een lichtbrekend object zoals een prisma, zodat het licht verspreid kan worden in de gewenste richting of over een groter oppervlak.

Een specifiek werkzame golflengte betreft 266 nm. Het UV laserlicht kan op deze manier uitstekend een typische buisdiameter van een luchtslag bestrijken van 2 tot 4 centimeter. Toepassing kan ook plaatsvinden achter het scherm of in het MOA. Bij voorkeur wordt een laserdiode gebruikt met een piekvermogen dat binnen de wettelijke grenzen voor consumentengebruik licht, zoals een maximale lichtintensiteit van 25-35 mJ/em2. In de publicatie “Development of ultraviolet laser for disinfection of potable water” door Bhar et al., 2006 wordt vermeld dat desinfectie van een virus als Hepatitus A in water plaatsvindt bij een UV intensiteit van 20mJ/cm2. Aangezien in dat geval een klasse 3B laser nodig is zal extra aandacht besteed moeten worden aan het veilig opsluiten van de laser en voorkoming van ontsnappen van laserlicht naar de omgeving. Echter, bij gebruik in een lucht omgeving van bijv. de luchtslagen en zeker wanneer LEDs of laser diodes in een ring worden opgesteld en overlappende stralingsgebieden hebben, zal met minder vermogen kunnen worden volstaan., waardoor de toegepaste laserconstructie in een voor consumenten veilige laserklasse 1 kan vallen (vergelijkbaar met lasers in CD spelers). Door het vergroten van de duur van UV blootstelling bij het toepassen van een zo laag mogelijk vermogen, eventueel in combinatie met de hierin andere genoemde maatregelen is ook een desinfecterende werking van de laser (en ook de UV laser) te verwachten. Door een meting van ozonconcentratie in het gebied dat door de laser wordt bestraald, kan het vermogen of de stralingsduur eventueel naar beneden bijgesteld worden zodra de ozon waardes te hoog worden.

De lasercontroller kan ingericht worden om parameters van de laser te wijzigen, bijvoorbeeld in afhankelijkheid van de benodigde desinfectie of aangepast aan een bepaald soort verontreiniging of micro organisme. Parameters zijn bijvoorbeeld frequentie, bandbreedte, intensiteit, patroon, dichtheid, straalbreedte, hoek, amplitude, golflengte, kleur/frequentie spectrum.

Figuur 4 laat een persoon zien met een beschermingstoestel zien, waarbij het scherm 100 is aangesloten op een afzuiginstallatie van een voertuig zoals een bus van het openbaar vervoer of in een vliegtuig. Het figuur laat persoon 200 zien naast een raam 300 van een bus. In plafond 301 zit een afzuiginstallatie met een connector 302 waaraan een flexibele buis 303 bevestigd kan worden aan het bovenste eind. Aan het benedeneind kan buis 303 bevestigd worden aan scherm 100 via connector 304.

Als persoon 200 als passagier van de bus een scherm in ontvangst neemt of koopt, dan kan persoon 200 gaan zitten op een vrije plek in de bus, bij voorkeur op minimale afstand van 1,5 meter van mede passagiers. Vervolgens kan persoon 200 buis 303 koppelen aan scherm 100. Dan wordt de afzuiginstallatie in werking gezet en veroorzaakt deze een onderdruk in het masker, waardoor alle uitgeademde lucht zoveel mogelijk afgevoerd wordt via de afzuiginstallatie, om een mogelijk besmetting van medepassagiers te voorkomen. Aangezien dat het beschermingsmasker een erg op een persoon afgestemde voorziening is, is het de verwachting dat uitvoeringen gemaakt gaan worden als eigendom van en gemaakt volgens de wens van de persoon. Voorschriften aangaande deze producten kunnen worden gemaakt.

Indien geen afzuiging voorhanden is, dan kan afhankelijk van de situatie of het scherm 100 (vooral indien als persoonlijke bescherming toegepast) gekozen worden voor;

1. Inademen via lamellen en uitademen waarbij de lamellen gesloten zijn waardoor de gebruiksduur verlengd wordt. De uitgeademde lucht kan dan via openingen door de overdruk die het veroorzaakt, weg stromen via daarvoor aangebrachte openingen.

2. het toepassen van extra eigen ventilatie voor het afvoeren van de uitgeademde lucht bij gebruik volgens 1.

Voorts geldt dat, bij gebruik van een (actief) koolstof filter geldt dat de werking optimaal is bij een relatieve luchtvochtigheid lager dan 80%.

Om deze redenen kan, indien een afzuiging op het masker wordt aangesloten, zoals bij mogelijk langdurige vliegreizen, een voorziening in of op het beschermingstoestel aangebracht worden die zorgt dat de luchtstroom alleen bij inademing door de toegepaste voorzieningen voor het reinigen bestrijden van virussen/microben gaat en dat bij uitademen (veel vochtigere lucht) de lucht direct naar de afzuiging gaat.

Dit kan bestaan uit een soort ventilatierooster waarbij de beweegbare lamellen (eventueel voorzien van antibacteriële items) kunnen bestaan uit folies die door de luchtdruk opengaan en zo lucht doorlaten bij het inademen en lucht blokkeren door de tegengestelde luchtstroom bij het uitademen. Bovenstaande zorgt voor een langere en mogelijk efficiëntere werking van het scherm.

Om te voorkomen dat valse lucht langs het scherm wordt aangezogen of uitgeblazen kan het scherm zodanig ontworpen worden dat het vormpassend aangebracht kan worden op het gezicht van de gebruiker, bijvoorbeeld om de mond en/of neus.

Door de uitvoering van het scherm op deze manier, wordt ook de functie van een mondkapje (deels) overgenomen. Een deel van het scherm kan eventueel als (verwisselbaar) mondkapje uitgevoerd worden en daarmee geïntegreerd worden in het scherm.

Overige maatregelen Het gezichtsmasker is een belangrijk onderdeel in de persoonlijke bescherming en bescherming van andere personen. Aanvullende systeemonderdelen kunnen toegepast worden ter voorkoming van verspreiding van het virus tijdens het vervoer van meerdere personen tegelijkertijd. Met name in en om vervoersmodaliteiten kunnen de volgende onderdelen ter optimalisatie van de veiligheidsaspecten van het personenvervoerssysteem aangebracht worden. Fysieke afscherming Een afscherming tussen de verschillende stoelen van de passagiers. Deze kan bestaan uit een bij voorkeur transparant niet brandbaar materiaal dat als een hoes tussen en achter de stoelen aangebracht wordt op een manier die bescherming biedt tegen verspreiding van het virus. De voorkant zou, indien gewenst, aan een voorziening op de rug van de volgende rij vastgemaakt kunnen worden.

De bovenzijde kan bij elkaar komen op een zodanige wijze dat het de reiziger niet hindert en tevens de mogelijkheid biedt om op een lucht afzuiginstallatie van het vervoermiddel te worden aangesloten. Dit zou kunnen met bijvoorbeeld een plaat/koppelstuk als bovenzijde waarop dan tevens de aansluiting voor de afzuiging voor het gezichtsmasker zit. Het gekozen materiaal heeft bij voorkeur antiviruseigenschappen en is geschikt voor reiniging met UV en of andere reinigingsmethoden.

Eventueel zou men afhankelijk van de omstandigheden maar een deel van het totale aantal stoelen van afscherming kunnen voorzien waarbij dan wel de afzuigvoorzieningen en mogelijk deel afschermingen aangebracht worden.

Als voorbeeld nemen we een vliegtuig met aan iedere zijde van het gangpad rijen stoelen met drie zitplaatsen langs elkaar.

Alleen de middelste stoel zouden we uit kunnen voeren met een nagenoeg volledige afscherming.

De stoelen bij het raam en het gangpad krijgen een deel afscherming.

Langs het gangpad komt aan beide zijden een afschermgordijn met mogelijkheden om naar en van de zitplaats te gaan.

Ontsmettend afzuiginstallatie Het vervoermiddel wordt voorzien van een luchtafzuiginstallatie (hierna “afzuiginstallatie”) met daarin opgenomen voorzieningen die bacteriën en virussen doden.

Belangrijk hierbij is dat het virus niet via dit systeem van de ene naar de andere passagier overgedragen kan worden.

We kunnen de luchtafzuiging niet te sterk maken omdat dat weer andere nadelen zou kunnen geven die gezondheidsschade of andere vervelende dingen kan veroorzaken.

Mogelijke maatregel zou kunnen zijn om in elke afzuigmond een virusdoder of andere voorziening op te nemen.

Handsfree reinigingsapparaat Een andere maatregel kan bestaan uit het aanbrengen van een handsfree reinigingsapparaat voor handen bij in- en uitgangen van vervoersmiddelen, dit gecombineerd met een protocol waarin een aantal te volgen handelingen en regels staan zoals het verplicht reinigen van handen, gebruik van de beschermingsvoorzieningen, looprichting, het verbod om onnodige verplaatsingen in het voertuig te doen enz.

Slimme toewijzing van plaatsen Een passagier krijgt direct bij het instappen een (verplichte) plaats toegewezen met een voorgeschreven looprichting.

Dit zou gecombineerd kunnen worden met een reis- reserveringsysteem.

Een andere maatregel kan zijn dat langs looppaden al dan niet flexibele bij voorkeur transparante afschermingen (met plaats-nummers) en inkepingen opgehangen worden.

Via de inkepingen kan men dan naar de toegewezen zitplaats.

UV reiniging Een andere maatregel kan bestaan uit het aanbrengen van geschikte UV lampen die ingeschakeld kunnen worden op het moment dat het voertuig niet in gebruik is. Dit zou op het einde van iedere rit of reis kunnen zijn. Inschakeling vindt bij voorkeur plaats met de nodige veiligheidsvoorschriftéen en goede maatregelen en veiligheidsvoorzieningen en zou op afstand of vanaf de buitenzijde van het voertuig kunnen gebeuren. De veiligheidsvoorzieningen zijn bij voorkeur zodanig dat geen inschakeling plaatsvindt zolang er mensen in het voertuig zijn, ook niet ten gevolge van een ongeval.

Overige ontsmettingsmaatregelen Deze maatregelen betreffen het beperken en reinigen van beschermende- en overige middelen. Virusverspreiding kan gebeuren door onzorgvuldig gebruik van beschermende middelen. Voorbeelden zijn het verkeerd uittrekken van beschermende handschoenen of het verkeerd verwijderen van gebruikte mondkapjes. Het kan dan alsnog tot infectie of verspreiding van virussen leiden. Daarom de volgende maatregelen: De beschermingsmaatregelen voor personen worden pas verwijderd na het verlaten van de vervoersmodaliteit zoals vliegtuig of trein of bus etc.

Door nu op de vliegvelden, stations, bij bushaltes en mogelijk bij winkelcentra voorzieningen aan te brengen waarin beschermingsmiddelen en eventueel ook andere zaken als kleding en of bagage effectief met bijvoorbeeld krachtige UV bronnen (of andere geschikte middelen) gereinigd worden voorkomen we verspreiding. Indien mogelijk vervuilde beschermingsmiddelen mee naar huis of naar het werk genomen worden bestaat kans dat ook daar besmetting op kan treden.

Op een vliegveld heeft men meestal een eenheid met transportband om bagage en kledingstukken te controleren. Door hier nu een voorziening (mogelijk op de band voor het controleapparaat) op te nemen met een dergelijke UV bron kunnen de spullen op een verantwoorde wijze gereinigd worden van virussen en wordt verdere verspreiding voorkomen. Dit kan voor en na de reis gebeuren. De wereldwijd aanwezige duizenden controle apparaten kunnen op deze wijze een belangrijke bijdrage leveren tegen verspreiding van virussen.

Verder kunnen op vliegvelden, stations, perrons, bij winkelcentra etc. reinigingskasten met een dergelijke krachtige UV bron geplaats worden waarbij grote aandacht voor veiligheid in acht genomen wordt. Een mogelijke voorziening tegen oneigenlijk gebruik zou kunnen zijn dat de voorziening alleen gebruikt kan worden door het verplichte gebruik van een bankpas mogelijk met een afschrijfbedrag van 0,0. Hierdoor wordt de kast toegankelijk en heeft men indien gewenst zicht op wie hem gebruikt heeft. Er kunnen speciale opbergmiddelen gemaakt worden waarbij mogelijk besmette gebruiksdelen in een compartiment of bakje, zakje of ander hulpmiddel, gevuld met ontsmettingsmiddelen geplaats kan worden. Ook kunnen hierin diverse vervanging/ gebruiksvoorwerpen en beschermingsmiddelen en ontsmettingsmiddelen geplaatst worden. We zullen de komende tijd geconfronteerd blijven met nieuwe virussen die een terugkerende impact zullen maken op de maatschappij. De onderhavige uitvinding zal bijdragen om de samenleving hier tegen bestand te maken.

In een uitvoeringsvorm is met het scherm een extern mobiel ontsmettingsapparaat (hierna te noemen MOA) koppelbaar met een luchtslang. In dit geval hoeft het scherm zelf niet per sé van de genoemde beschermingsmiddelen die o.a. dienen ter ontsmetting te zijn voorzien. In plaats daarvan (of additioneel) kunnen deze beschermingsmiddelen opgenomen worden in het externe apparaat. Filters zoals stoffilter, elektrostatisch filter, UV lamp, HEPA filter, actief koolstoffilter, membraanfilter, ionisator, kunnen worden voorzien in het MOA om de in te ademen of uitgeademde lucht of zelfs alleen maar omgevingslucht te filteren. Indien een UV lamp is gemonteerd, kan de binnenzijde van het MOA bekleed worden met UV reflecterend of althans UV-licht ondoorlatend materiaal, ter voorkoming van lekkage van UV-licht. Het MOA is bij voorkeur draagbaar met een eigen energievoorziening (bijv. accu). Het MOA kan aan het lichaam bevestigd worden, of in de hand gehouden worden en kan daarmee mobiel zijn. Het scherm zelf kan daarmee ook lichter uitgevoerd worden, hetgeen een comfortabelere dragen mogelijk maakt. Het MOA kan modulair uitgevoerd worden, waarbij verschillende soorten middelen, zoals filters bijgeplaatst, verwijderd, uitgewisseld of schoongemaakt kunnen worden. MOA en luchtslang kunnen afhankelijk van de situatie door de persoon zelf uitgekozen of aangeschaft worden of door bijv.

een vervoersbedrijf (zoals vliegtuigmaatschappij) beschikbaar gesteld worden. Een bij voorkeur universele aansluiting van de luchtslang naar het scherm maakt eenvoudig uitwisselen en aansluiten mogelijk. Voorts kan iedere hierboven genoemde functionaliteit (zoals USB connectiviteit), anders dan de spatschermfunctie zelf uitgevoerd worden in het MOA.

Aansluiting van de luchtslang van het MOA is bij voorkeur aan de onderzijde van het scherm, waarbij het scherm ook bij voorkeur aansluit op het gezicht (als een soort duikmasker). Ademhaling (in- en/of uitademen) gaat dan bij voorkeur via het MOA. Lucht kan bij voorkeur door de persoon aangezogen worden door een aanvoerende luchtslang uit het MOA en afgevoerd worden door een uitgaande opening uit het scherm.

Figuur 5 laat een uitvoeringsvorm zien van een mobiel ontsmettingsapparaat (MOA) 500 bestaande uit een unit 501 met daaraan gekoppeld een luchtslang 502 die via connector 501 bij voorkeur met één hand op hygiënische wijze gekoppeld kan worden aan unit 501. Luchtslang 502 kan aan het scherm 100 bevestigd worden via connectie 506, zodat persoon 200 lucht uit unit 501 kan aanzuigen. Persoon 200 kan de ingeademde lucht weer uitblazen via luchtslang 303 naar de optionele afzuiginstallatie zoals hierboven beschreven. De uitgaande luchtslang is in de figuur aan de bovenzijde van het scherm 100 bevestigd om de kortst mogelijke verbinding meteen boven geplaatste afzuiginstallatie te maken. De in- en uitgaande openingen in het scherm 100 kunnen ook anders gepositioneerd zijn, evenals de afzuiginstallatie. Het is ook mogelijk om de uitgaande (uitgeademde) lucht terug te voeren naar unit 501, bijvoorbeeld via een gescheiden aan en afvoerslangensysteem dat voorzien is van kleppen die de luchtstroomrichting regelen.

De ingangs- en/of uitgangsopeningen 302,304,501 en/of 506 of de luchtslangen 502 en/of 303 kunnen worden voorzien van (additionele) filters of een UV reiniger die de lucht die voorbij stroomt desinfecteert.

Een UV-reiniger kan in dit geval bestaan uit één of meerdere UV lichtbronnen, bij voorkeur UV-LEDs die via een elektronisch circuit worden voorzien van stroom. De stroomvoorziening kan betrokken worden uit bijv. MOA 500, een aparte batterij of een andere externe stroombron. De plaatsing van de UV-LEDS is bij voorkeur zodanig dat zoveel mogelijk, liefst alle voorbij stromende lucht wordt bestraald. Onder invloed van het UV-licht worden dan micro-organismen gedood. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van verschillende UV-frequentie gebieden en lichtsterktes. Ter voorkoming van ontsnappen van UV licht (dat potentieel schadelijk voor de gezondheid kan zijn wanneer te veel aan blootgesteld) via de wand van de luchtslangen, wordt de binnenkant van de luchtslangen bij voorkeur geheel of gedeeltelijk bekleed met licht- ondoorlatend materiaal. Ter bevordering van het verder geleiden van het UV licht kan de bekleding ook uitgevoerd worden als licht reflecterend materiaal, waardoor het licht als het ware gevangen zit in de luchtslang en daar effectiever haar desinfecterende werk doen. Door het gebruik van een kleine stralingshoek per LED kunnen LEDs worden gebruikt met een relatief lagere lichtstroom, zodat voldoende lichtsterkte wordt bereikt in het gebied dat bestraald wordt. Dit verlaagt het stroomverbruik. Een geprefereerde opstelling van de LEDs is dan ook dat de LEDs in een ring van naar binnen stralend UV licht worden opgesteld, zodat de lucht die gedwongen door de ring wordt gestuurd, optimaal bestraald wordt.

In diezelfde ring of in een aparte ring kunnen ook LEDs geplaatst worden die in plaatst van loodrecht op de wand van de luchtslang richting het midden stralen, in een hoek richting het verder verloop van de luchtslang of richting de connector of aangesloten apparatuur zoals MOA 500 stralen. Op deze manier kan een zo groot mogelijk gebied binnen en zelfs voor een deel buiten de luchtslang bestraald worden.

Eventuele reflecterende binnenbekleding geleidt het UV licht dan nog beter. Er kunnen op deze manier ook op meerdere plaatsen in de luchtslang dergelijke LED-ringen geplaatst worden. Een bijkomend voordeel van deze LED ringen is dat zij tevens kunnen worden ingericht om stevigheid te bieden voor de luchtslang, oftewel om samenklappen van de luchtslang te voorkomen. In plaats van een ringconstructie zijn ook andere constructies voor de LEDs denkbaar. Er kunnen op één of meerdere plaatsen in of om de luchtslang (in het laatste geval met eventueel lichtgaten in de eventuele binnenbekleding) enkele of meervoudige LEDS geplaatst worden. Ook kunnen één of meerdere UV-LED strip in de lengterichting in of op de luchtslang geplaatst worden, waarbij de LEDs naar het binnenste van de luchtslang stralen, zelfs zodanig dat het de gehele lengte van de luchtslang bestraald.

Montage van UV-verlichting dient zodanig plaats te vinden dat lekkage van lucht (valse lucht) wordt voorkomen en bij voorkeur geen UV-licht lekt naar de buitenwereld.

Unit 501 kan voorzien worden met een invoeropening 503 voor aan te zuigen lucht. Eventueel kan via een uitvoeropening 504 ook uitgeademde lucht via unit 501 uitgeblazen worden.

Unit 501 kan worden voorzien van één of meerdere connectoren 505 om bijvoorbeeld externe apparatuur aan te sluiten. Een voorbeeld is een USB aansluiting 505 waarin een USB stekker met kabel 600 gestoken kan worden.

Unit 501 kan ook geconfigureerd worden om andere voorwerpen in te brengen om te desinfecteren met bijvoorbeeld de ingebouwde UV-reiniger.

Unit 501 kan voorzien worden van een ventilator om een overdruk te verzorgen in het scherm. Bij voorkeur zorgt een (lichte) overdruk ervoor dat geen ongewenste besmette lucht het scherm binnentreedt langs de randen. Hiervoor kan eventueel ook nog een drukventiel dat bij een heel geringe overdruk opengaat, in de afvoer geplaatst worden Een eventueel in of achter het scherm geplaatste ventilator kan voor datzelfde doel geplaats worden of de werking van de ventilator in unit 501 versterken. Bij voorkeur worden er maatregelen getroffen dat nooit te veel onder- of overdruk voor de gebruiker kan optreden. Een maatregel kan zijn dat de luchtkwaliteit van de in te ademen lucht wordt bewaakt.

Om er voor te zorgen dat zo weinig mogelijk lucht ontsnapt, bijvoorbeeld via het scherm, kan het scherm voorzien worden van afdichtingsmiddelen, zoals een afsluiting bevestigd aan of rondom het scherm dat een luchtdichte afsluiting kan vormen tussen scherm en gezicht.

Een bekend probleem met schermen en maskers met een transparant deel waardoorheen gekeken dient te worden is dat uitgeademde lucht de transparante kunststof of glazen platen doet beslaan met waterdamp. Dit is oncomfortabel en in sommige situaties zeer onwenselijk (bijvoorbeeld bij operaties) of onveilig (omdat bijvoorbeeld het zicht op de weg wordt belemmerd). De uitvinding stelt daarom voor om een aantal maatregelen te nemen om condensvorming te bestrijden.

Zo kan de binnenkant van de plaat waarop geademd wordt en waardoorheen vrij zicht gewenst is, worden voorzien van een coating die waterafstotend is. Een dergelijke coating kan als werkend ingrediënt ethanol bevatten, waardoor het minder geschikt is om op kunststof gebruikt te worden. Als alternatief kan daarom een anti-condens folie worden geplaatst op de plaat.

Condensvorming vindt plaats, omdat warme waterdamp houdende lucht beslaat op een kouder materiaal zoals de plaat van het scherm. De uitvinding stelt daarom voor om het beslaan te voorkomen door de temperatuur van de schermplaat te verhogen. Een bedrading kan daartoe aangebracht worden op het scherm, zoals de voor- of achterruitverwarming van een auto. Deze zeer dunne bedrading kan zelfs onzichtbaar weggewerkt worden. Door de bedrading aan te sluiten op een stroombron fungeert de bedrading als een weerstand en warmt op. Er zal dan geen condensvorming plaatsvinden. Eventueel kan op de elektrostatische sectie 102 zelf een zeker vermogen worden gezet, al dan niet alternerend, om de bedrading van het raster als weerstand te laten fungeren die opwarmt. De bedrading van de verwarming kan ook naast of samen met het elektrostatische filter worden uitgevoerd. De voeding kan door een accu/batterij in het scherm 100 of in unit 501 worden verzorgd.

Als alternatief of additioneel kan ook de bron van de condensvorming worden aangepakt, namelijk de hoge luchtvochtigheid van de lucht die langs het scherm 100 stroomt. Door een luchtontvochtiger in te bouwen in een separate sector van unit 501, kan de lucht die wordt ingeademde en/of de lucht die uitgeademd wordt via unit 501 worden ontvochtigd tot een gewenst niveau. Het af te voeren vocht kan met UV gereinigd worden van virussen en opgevangen worden in een separaat deel van unit 501 en of een bidon. Indien bijvoorbeeld de omgevingslucht al een relatieve luchtvochtigheid heeft van 80%, dan kan de luchtontvochtiger dit omlaag brengen tot het optimale percentagebereik van 40-60 procent. Dit luchtvochtigheidspercentage is aangenamer om in te ademen, maar bevat ook minden aerosolen en micro- organismen, waarvan bekend is dat die zich gemakkelijker in aerosolen (luchtdruppeltjes) verspreiden. In de luchtontvochtiger worden deze micro-organismen daarom ook gefilterd.

Als luchtontvochtiger kan voor een chemisch type gekozen worden dat bestaat uit een reservoir met kristalkorrels van meestal calciumchloride dat gebruikt wordt om vocht, condens en muffe geuren uit de omringende lucht op te nemen.

Een andere mogelijkheid is een elektrische luchtontvochtiger, waarbij lucht wordt aangezogen en eerst gefilterd om stofdeeltjes en andere verontreinigingen niet in het apparaat te laten. Een elektrische luchtontvochtiger werkt bijvoorbeeld volgens het principe van een verdamper/condensor combinatie of volgens het principe van adsorptie met een dessicant schijf.

De positieve effecten van een luchtontvochtiging zijn dus velerlei: de ingeademde lucht is te reguleren op juiste luchtvochtigheid. Er zal minder condensvorming ontstaan, de ingeademde lucht bevat nog minder micro-organismen, de uitgeademde lucht bevat minder waterdamp en dus minder micro-organismen en er is minder besmettingsgevaar voor de omgeving. Ten slotte kan het elektrostatische filter (en andere filters zoals een ionisator) beter haar werk doen, aangezien een lagere luchtvochtigheid een betere werking geeft. Een optimale werking vindt meestal plaats bij een relatieve luchtvochtigheid tussen 45-60%. In het algemeen is een minder vochtige lucht beter voor de elektronica in het scherm 100 of in unit 501 of in de luchtslangen omdat daarmee schimmelvorming en verontreinigingen met andere micro-organismen wordt voorkomen. Om deze reden vindt ook continu UV-reiniging plaats in unit 501 totdat het opengemaakt wordt voor onderhoud etc. Behalve condens kunnen er ook andere factoren zijn die het zicht beïnvloeden. Invallend licht kan bijvoorbeeld te fel zijn doordat het spiegelt op de plaat van het scherm, waardoor de gebruiker niet goed door de plaat kan kijken. De gebruiker of de omgeving kunnen echter ook andere eisen aan de plaat stellen. De uitvinding stelt daarom voor om het doorzichtige plaatoppervlak van het scherm te voorzien van één of meerdere van de volgende maatregelen: - de plaat van het scherm uitvoeren als een gedeeltelijk licht niet-doorlatende plaat zoals zonnebril glazen; - de plaat voorzien van een antireflectie/ontspiegelende coating zoals vaak toegepast op brillenglazen; - de plaat voorzien van een anti-kras coating. Krassen verstrooien het licht en belemmeren daardoor een vrij zicht.

- De plaat voorzien van een filterfunctie die het doorlaten van licht kan regelen. De plaat kan bijvoorbeeld als (zelf) dimmende plaat uitgevoerd worden, bijvoorbeeld door een verduisteringscontroller te koppelen aan een licht dimmende plaat zoals gemaakt van elektro chromatisch materiaal. Ook het gebruik van thermo chromatisch materiaal is een mogelijkheid, waarbij de plaat verduistert onder invloed van warmte. Eventueel kan een sensor geïnstalleerd worden die de sterkte van invallend licht meet en afhankelijk van de sterkte de plaat meer of minder kan verduisteren.

- De plaat kan gecoat worden met, of bestaan uit UV werend materiaal, waardoor de gebruiker extra beschermd is in zonlicht. - De plaat kan voorzien zijn van of bestaan uit warmte werend (Infrarood licht werend) materiaal; - Het scherm kan voorzien worden van een systeem om platen te verwisselen, afhankelijk van de behoefte. Het systeem kan er ook op ingericht worden om extra platen toe te voegen. ZO kunnen bovenstaande platen bijvoorbeeld optioneel gecombineerd worden met een standaard plaat of met andere speciale platen. Een andere speciale plaat kan een kleurenfilter plaat betreffen, waardoor de gebruiker bijvoorbeeld een kleur kan kiezen die past bij haar stemming of functie.

Aangezien een scherm dat zich in de weg van de ademhaling van een persoon bevindt het spreken van een gebruiker kan hinderen, kunnen aanvullende maatregelen worden voorzien om de communicatie van de gebruiker te ondersteunen. Voordeel is dat men zachter kan spreken hetgeen minder (sterke) in en uitademing geeft waardoor het scherm minder aanslaat of vervuild. Zo kan er een microfoon worden geplaatst in of aan het scherm. De microfoon kan verbonden worden met een versterker en een luidspreker, bijvoorbeeld geïntegreerd in het MOA. De stem van de gebruiker kan daarmee versterkt worden via de luidspreker. Het kan voordelen geven bijvoorbeeld bij het geven van spraakcommando's in bijvoorbeeld een auto voor navigatie etc. Om te bevorderen dat de gebruiker ook goed andere mensen kan verstaan en/of geluiden uit de omgeving te horen, kan de microfoon er ook op ingericht zijn om geluiden te versterken naar de gebruiker toe. De gebruiker kan daartoe een hoofdtelefoon aansluiten op de versterker. Eventueel zijn er gescheiden microfoons voorzien, waarbij de eerste microfoon gericht is op ontvangen van spraak van de gebruiker en de tweede microfoon gericht om omgevingsgeluiden te ontvangen. Het systeem van microfoon, versterker luidspreker kan ook worden geïntegreerd in een smartphone, waarbij de smartphone door middel van een app als versterker en/of als geluidsontvanger kan dienen. | Door middel van een mobiele verbinding kan de smartphone ook communicatie met andere telefoongebruikers faciliteren. De microfoon kan ook ingericht worden om een (draadloze) verbinding te maken met de versterker en/of de smartphone door middel van een draadioos verbindingsmethode zoals Bluetooth of Wifi.

Het scherm zelf, een bevestigingsmechanisme om het scherm aan het hoofd te bevestigen, of andere onderdelen van het voorgestelde systeem zoals het MOA kan voorzien worden van een houder om een smartphone losmaakbaar/uitneembaar in te bevestigen.

Het scherm kan van een inrichting worden voorzien zodat het een beeld van bijvoorbeeld een smartphone of een beamer, zoals een min-beamer op de plaat van het scherm van de uitvinding wordt geprojecteerd, waardoor de plaat van het scherm een head up display (HUD) vormt.

Het scherm kan worden voorzien van bevestigingsmiddelen om bijvoorbeeld een hoofddoek te bevestigen. Een hoofddoek kan ook worden geïntegreerd met het scherm. Dit maakt het mogelijk voor een gebruiker om bijvoorbeeld om religieuze redenen een hoofdoek te combineren met het scherm, zonder dat de werking van het scherm achteruit gaat.

Het scherm, het MOA of ander onderdelen van het beveiligingssysteem, zoals connectoren, luchtslangen, desinfecterende apparaten volgens de uitvinding kunnen modulair uitgevoerd worden. Afhankelijk van de omgevingslucht verontreiniging kan voor bepaalde functionaliteiten en apparaten gekozen worden en bevestigd worden. Een sensor systeem kan gekoppeld of geïntegreerd worden met het beschermingssysteem, zodat functionaliteiten zoals de UV licht ontsmettingsmodules of het MOA aan- en uitgezet kunnen worden afhankelijk van de situatie. Sensoren kunnen ingericht worden die bijvoorbeeld fijnstofwaardes of vluchtige organische stoffen kunnen meten. Temperatuur en luchtvochtigheid, of bijvoorbeeld de aanwezigheid van aerosolen kunnen ook gemeten worden door de sensoren en vertaald worden in een actie van het beschermingssysteem of een waarschuwing voor de gebruiker. Een controller kan ook zelf functionaliteiten in- en uitschakelen afhankelijk van de situatie, de locatie, type vervoer, of besmettingsgevaar etc.

Of een functionaliteit is ingeschakeld of niet, kan gecontroleerd worden met bijv. visuele indicators, zoals lampjes die aan staan indien de functionaliteit aan staat. Ook vensters kunnen ingericht zijn, zodat de werking visueel gecontroleerd kan worden.

Een venster in het MOA kan bijvoorbeeld zichtbaar maken dat een ventilator in werking is. De visuele indicatoren kunnen ook gebruik worden om als waarschuwingssysteem te dienen als en zodra een filter vol raakt of onderhoud nodig is, of de luchtkwaliteit onder een bepaalde minimum waarde daalt of besmettingsgevaar in een bepaald gebied groot is.

Via de mobiele communicatie van het beschermingssysteem kunnen ook waarschuwingen gegeven worden en bijvoorbeeld gevisualiseerd worden door de visuele indicatoren van het beschermingssysteem zelf.

Een centrale dienst kan bijvoorbeeld code groen, geel of rood geven in een bepaald gebied, hetgeen besmettingsgevaar aan kan geven.

Zodra gebruiker in dat gebied komt zal het beschermingssysteem een waarschuwing kunnen geven of zichzelf automatisch inschakelen als er besmettingsgevaar is.

Eventueel is het inschakelen van of statuscontrole van het beschermingssysteem ook op afstand te controleren door bijvoorbeeld een centrale dienst.

De sensoren die de omgevingslucht monitoren kunnen hun data ook doorgeven aan de centrale dienst, zodat er gegevens verzameld kunnen worden over gebieden en op basis van die gegevens statistieken bij kunnen houden of alarmen afgeven.

Berekeningen en voorspellingen op basis van de sensorgegevens van het beschermingssysteem kunnen ook door de centrale dienst verzameld worden en geanalyseerd, om bijvoorbeeld een persoonlijk beschermingsadvies te communiceren naar de gebruiker of het beschermingssysteem, waarop de gebruiker of het beschermingssysteem zelf instellingen of functionaliteiten kan aan- of uitzetten of wijzigen.

In plaats van visuele indicatoren kan ook gebruik worden gemaakt van tekstberichten, geluidsignalen of haptische feedback, zoals trilling voelbaar in het scherm. î Bovenstaande functionaliteiten kunnen optioneel gecontroleerd en gecommuniceerd worden door en met gebruiker door middel van een software applicatie zoals bijvoorbeeld geïnstalleerd op een smartphone van de gebruiker.

Er dient te worden opgemerkt dat de bovengenoemde uitvoeringsvormen de uitvinding eerder illustreren dan beperken en dat een deskundige in het vak in staat zal zijn vele alternatieve uitvoeringsvormen te ontwerpen zonder af te wijken van de reikwijdte van de bijgevoegde conclusies.

Het gebruik van het werkwoord "omvatten" en de bijbehorende conjugaties sluiten de aanwezigheid van elementen of stappen die niet in een claim zijn vermeld, niet uit.

De term "en/of" omvat alle combinaties van een of meer van de bijbehorende vermelde items.

Het lidwoord "een" dat voorafgaat aan een element sluit de aanwezigheid van een aantal van dergelijke elementen niet uit.

Het lidwoord "de" voorafgaand aan een element sluit de aanwezigheid van een aantal î | van dergelijke elementen niet uit.

In de inrichtingsconclusie die verschillende middelen opsomt, kunnen verscheidene van deze middelen worden belichaamd door één en hetzelfde stuk hardware.

Het enkele feit dat bepaalde maatregelen worden gereciteerd in onderling verschillende afhankelijke claims, betekent niet dat een combinatie van deze maatregelen niet kan worden gebruikt.

Claims (85)

CONCLUSIES

1. Een beschermingstoestel voor het beschermen van een persoon tegen schadelijke stoffen zoals micro-organismen zoals bacteriën een virussen, toxische aerosolen en/of fijnstof, waarbij het beschermingstoestel een scherm omvat dat is ingericht om in hoofdzaak te worden geplaatst voor althans een gedeelte van het gezicht van de persoon, met het kenmerk dat, het beschermingstoestel één of meerdere beschermingsmiddelen omvat die zijn ingericht om te voorkomen dat de stoffen hechten aan het scherm, of die de stoffen filteren, waarbij filteren het opvangen van de stoffen, immobiliseren of onschadelijk maken van de micro-organismen omvat.

2. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het scherm één of meerdere platen omvat die zijn voorzien van één of meerdere beschermingsmiddelen die voorkomen dat de stoffen hechten aan de platen, of die de stoffen filteren, waarbij filteren het opvangen van de stoffen, immobiliseren of onschadelijk maken van de micro-organismen omvat.

3. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een beschermingsmiddel van de één of meerdere beschermingsmiddelen één of meerdere metalen lagen op of in een plaat van de één of meerdere platen omvat die zijn ingericht om onder spanning gezet te worden.

4. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de spanningswaarde is gekozen om een elektrostatisch filter te vormen waar de stoffen zich aan hechten.

5. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het elektrostatisch filter meerdere bij elkaar liggende draden omvat die om en om zijn verbonden met één van de polen van twee polen van een elektrisch circuit dat is ingericht om de spanning te geven.

6. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de één of meerdere platen ter plaatse van het elektrostatisch filter ten minste gedeeltelijk luchtdoorlatend zijn, waarbij ten minste een gedeelte tussen de bij elkaar liggende draden luchtdoorlatend is.

7. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een laag van de één of meerder metalen lagen zich bevindt aan de zijde van de plaat die afgewend is van het gezicht van de persoon.

8. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een laag van de één of meerdere metalen lagen zich bevindt aan de zijde van de plaat die gericht is op het gezicht van de persoon.

9. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een laag van de één of meerdere metalen lagen is ingericht als raster.

10.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een beschermingsmiddel van de één of meerdere beschermingsmiddelen een op ten minste een gedeelte van de één of meerdere platen aangebrachte substantie omvat die is ingericht om micro-organismen te doden, zoals een vetoplosser.

11.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een beschermingsmiddel van de één of meerdere beschermingsmiddelen een op ten minste een gedeelte van de één of meerdere platen aangebrachte elektrostatisch filter omvat dat is ingericht om de stoffen te filteren.

12.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een beschermingsmiddel van de één of meerdere beschermingsmiddelen een coating omvat van de groep van coatings omvattende: - een antibacteriële coating, zoals een antibacteriële hydrogel coating; - een waterafstotende coating, zoals een super waterafstotende coating of een nano coating; - een ioniserende coating; - een metaal coating, zoals een koper coating; - een elektrisch geleidende inkt.

13. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de coating is aangebracht op of in een plaat van de één of meerdere platen door middel van één van de processen omvattende: - Printen; - Opdampen; - Drukken, zoals zeefdruk.

14. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een beschermingsmiddel van de één of meerdere beschermingsmiddelen één of meerdere vellen omvat die verwisselbaar zijn te bevestigen aan het oppervlak van de één of meerdere platen.

15. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de één of meerdere vellen ingericht zijn om bevestigd te worden aan een deel van het scherm door middel van een proces van de groep omvattende: - hechting aan de één of meerdere platen door middel van statische elektriciteit; - verlijming met de één of meerdere platen; - bevestiging in een frame gekoppeld aan een deel van het scherm; - klemmen door middel van één of meerdere klemmen gekoppeld aan een deel van het scherm.

16.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het scherm twee van elkaar met een luchtlaag gescheiden platen omvat, waarvan de buitenste plaat zich bevindt aan de zijde die afgewend is van het gezicht, en de binnenste plaat zich bevindt aan de gezichtszijde van de persoon.

17.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de één of meerdere platen zijn voorzien van een luchtdoorlatend rooster, perforatie, of lamellen die zijn ingericht om te openen en te sluiten in één richting, en dat is ingericht om een luchtstroom te faciliteren naar de luchtlaag.

18. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een beschermingsmiddel van de beschermingsmiddelen zich bevindt in het gebied van de luchtlaag aan de binnenzijde van de buitenste plaat en/of aan de binnenste zijde van de binnenste plaat.

19. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het beschermingstoestel een afzuiginstallatie omvat om lucht weg te voeren van het scherm.

20.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de afzuiginstallatie een luchtslang omvat die aan de inlaatzijde in open verbinding met de lucht achter, voor of tussen de één of meerdere platen van het scherm staat en aan de uitlaatzijde verbonden is met een afzuiginstallatie.

21.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het scherm is ingericht om te worden gedragen door de persoon in een voertuig, waarbij de luchtslang is ingericht om te worden aangesloten op de afzuiginstallatie, waarbij de afzuiginstallatie zich bevindt in een voertuig.

22. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het beschermingstoestel een accu omvat ingericht om het elektrostatisch filter en/of de afzuiginstallatie van stroom te voorzien en optioneel een regelaar om de spanning en het vermogen van het elektrostatische filter te regelen.

23. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het elektrostatisch filter en/of de afzuiginstallatie van stroom wordt voorzien door middel van een extern voeding systeem, waarbij het beschermingstoestel is voorzien van een connector om het extern voeding systeem elektrisch aan te sluiten, waarbij de connector een connector omvat zoals een USB aansluiting.

24. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het beschermingstoestel is voorzien van een beveiligingsinrichting ingericht om de stroom af te schakelen indien een kortsluiting wordt gedetecteerd door de regelaar.

25. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het beschermingstoestel is ingericht om te worden gedragen in een openbaar vervoer voertuig zoals een bus.

26. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het openbaar vervoer voertuig is voorzien van een reiniging- en/of regeneratiesysteem ingericht om het scherm gereed te maken voor hygiënisch verantwoord gebruik door de persoon, waarbij de beschermingsmiddelen worden gereinigd, respectievelijk gefilterde stoffen worden verwijderd.

27.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de plaat een ten minste gedeeltelijk gekromde plaat omvat ingericht om het gezicht van de persoon gedeeltelijk van meerdere zijden af te schermen.

28. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het scherm een beugel omvat die is ingericht om het scherm draagbaar te bevestigen aan een deel van het lichaam van de persoon.

29. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de beugel zich bevindt aan de bovenzijde van de plaat en is ingericht om te worden bevestigd op of rond de bovenzijde van het hoofd van de persoon.

30.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het scherm een spatmasker omvat, ingericht om te worden gedragen door de persoon ter bescherming tegen de stoffen die in de richting van de persoon worden uitgestoten door een andere persoon.

31. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het | _ kenmerk dat een plaat van de één of meerdere platen is ingericht om verwijderbaar te worden bevestigd aan de beugel.

32.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een beschermingsmiddel van de één of meerdere beschermingsmiddelen is ingericht om verwijderbaar te worden bevestigd aan een plaat van de meerdere platen en/of aan de beugel.

î

33.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een plaat van de één of meerdere platen opklapbaar is gemonteerd aan de beugel.

34.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een plaat van de één of meerdere platen ten minste gedeeltelijk transparant is ter hoogte van het zichtgedeelte wanneer gedragen op het hoofd van de persoon.

35.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de beschermingsmiddelen zijn ingericht om door de persoon aangebracht te worden, zoals het door middel van een spuitbus aanbrengen van een antibacteriële coating op de één of meerdere platen of door het bevestigen en/of vervangen van de vellen.

36. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het scherm is gedimensioneerd en/of vormgegeven op basis van een proces van één van de processen omvattende:

| 47 - drie-dimensioneel-3D scanning van delen van het lichaam, zoals het hoofd of gezicht van de persoon; - opmeten van delen van het lichaam van de persoon; - persoonlijke voorkeuren van de persoon.

37.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het scherm is ingericht om te worden bevestigd aan een accessoire dat door de persoon gedragen kan worden, zoals een bril, hoofddeksel, mondbeugel, hoofddoekje of mondkapje.

38. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het scherm is ingericht om te worden bevestigd aan een deel van het interieur van een vervoermiddel, zoals stoel, nek- of hoofdsteun.

39.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat delen van het beschermingstoestel zijn ingericht om opvouwbaar, oprolbaar of in delen uiteen te nemen zijn. |

40. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de opvouwbare of oprolbare delen zijn ingericht om vastgezet te worden in een frame of een klem gekoppeld aan he scherm.

41.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het beschermingstoestel is ingericht om omgevingslucht en/of door de persoon uitgeademde lucht te filteren alvorens beschikbaar te stellen aan de persoon respectievelijk aan de omgeving.

42. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het beschermingstoestel is voorzien van een actief ventilatie- of pomp systeem ingericht om omgevingslucht of door de persoon uitgeademde lucht te filteren.

43. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het - kenmerk dat het beschermingstoestel een mobiel ontsmettingsapparaat omvat dat is geconfigureerd om te worden gekoppeld met het scherm, waarbij het mobiel ontsmettingsapparaat is ingericht om de stoffen te filteren. ;

44 Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het mobiel ontsmettingsapparaat een unit omvat dat is voorzien van de één of meerdere beschermingsmiddelen.

45.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het mobiel ontsmettingsapparaat een luchtslang omvat die aan één zijde is ingericht om koppelbaar te zijn met de unit en aan de andere zijde is ingericht om koppelbaar te zijn met de het scherm en/of de afzuiginstallatie.

| 15 46.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de luchtslang van het mobiel ontsmettingsapparaat en/of van het scherm zijn ingericht om met één hand koppelbaar te zijn aan een connector van de unit, het scherm, en of de afzuiginstallatie.

47.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het mobiel ontsmettingsapparaat een ventilatieapparaat omvat dat is ingericht om een overdruk achter het scherm te creëren.

48. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de luchtslangen zin voorzien van ventiele en/of kleppen om te grote overdruk te beperken respectievelijk stromingsrichting van de lucht te regelen.

49. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het mobiel ontsmettingsapparaat een UV-reiniger omvat die is ingericht om de lucht, onderdelen van het beschermingstoestel of andere items te reinigen door middel van Ultraviolet licht.

50. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het mobiel ontsmettingsapparaat een stroombron omvat die is ingericht om het scherm, de unit, de afzuiginstallatie en/of een extern apparaat van stroom te voorzien.

51.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het mobiel ontsmettingsapparaat is voorzien van een connector zoals een USB connector om met een extern apparaat te communiceren of om het extern apparaat van stroom te voorzien.

52.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het beschermingstoestel en/of de afzuiginstallatie is voorzien van één of meerdere filters, waarbij zo’n filter omvat: - een stoffilter; - een High-efficiency particulate air-HEPA filter; - een actief koolstoffilter; - een membraanfilter dat een fysieke barrière vormt voor de stoffen, maar niet voor lucht; - een Ultraviolet-UV reiniger.

53.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het elektrostatisch filter is voorzien van de coating.

54.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het elektrostatische filter ten minste gedeeltelijk is voorzien van een laag van actief koolstof.

55. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het beschermingstoestel is voorzien van een ionisator ingericht om de stoffen te ioniseren.

56. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het beschermingstoestel is voorzien van een opvanggedeelte waar de geïoniseerde stoffen worden opgevangen.

57.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de één of meerdere platen zijn ingericht om te worden bevestigd aan een stoel, zoals een stoel in het openbaar vervoermiddel.

58. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de één of meerdere platen flexibel materiaal omvatten.

59. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een plaat van de één of meerdere platen is uitgevoerd volgens een uitvoering van de groep omvattende: - een uitvoering met een coating op de plaat die de plaat krasbestendig maakt; - een uitvoering met een coating op de plaat die de plaat ontspiegelend maakt; - en uitvoering waarbij de plaat van gedeeltelijk licht blokkerend materiaal is gemaakt; | - een uitvoering met een coating op de plaat die de plaat UV-licht blokkerend maakt; - een uitvoering waarbij de plaat is gemaakt van of voorzien is van elektro chromatisch materiaal, waarmee de lichtdoorlatendheid van de plaat op elektrische wijze is te regelen; - een uitvoering waarbij de plaat is gemaakt van of voorzien is van thermo chromatisch materiaal, waarmee de lichtdoorlatendheid van de plaat afhankelijk is van de temperatuur van de plaat; | - een uitvoering waarbij de plaat verwisselbaar is.

60. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het afzuiginstallatie is voorzien van de beschermingsmiddelen als in de voorgaande conclusies.

61.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het beschermingstoestel een verlichting omvat die gericht op delen van het beschermingstoestel en/of de omgeving van het beschermingsmiddel, teneinde het beschermingstoestel respectievelijk de omgeving van het beschermingstoestel te ontsmetten.

62. Het beschermingstoestel volgens conclusie 60, met het kenmerk dat de verlichting in een opstelling is geplaatst opgesteld volgens één van de groep van opstellingen: - een ring met één of meerdere LEDs, waarbij de ring is gemonteerd in of om ten minste een deel van één of meerdere luchtslangen die direct of indirect verbonden zijn met het beschermingstoestel, waarbij de LEDS zijn gericht naar het midden van de ring; - een ring met één of meerdere LEDs, waarbij de ring is gemonteerd in of om ten minste een deel van de één of meerdere luchtslangen, waarbij de LEDS zijn gericht naar het binnenste verloop van de één of meerdere luchtslangen; - een LED strip omvattende één of meerdere LEDs, waarbij de strip is gemonteerd in de lengterichting van de één of meerdere luchtslangen en de LEDs zijn gericht naar de binnenkant van de één of meerdere luchtslangen.

63.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de verlichting een verlichting door middel van UV licht omvat en de | LEDs UV-LEDs omvatten.

64. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de verlichting een verlichting door middel van laser licht omvat en de LEDs laser diodes of UV Laser diodes omvatten.

65. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het beschermingstoestel een lichtcontroller omvat die is ingericht om lichtparameters van de verlichting te wijzigen, waarbij het parameters betreft van de groep omvattende: - frequentie; - bandbreedte;

| 52 - intensiteit; - patroon; - dichtheid; - straalbreedte; - hoek; - amplitude; | - golflengte; | - kleur/frequentie.

66.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het mobiel ontsmettingsapparaat en/of de één of meerdere luchtslangen van binnen zijn bekleed met licht ondoorlatend en/of reflecterend materiaal.

67.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het scherm is ingericht om aan te sluiten op het gezicht van de persoon.

68.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het beschermingstoestel een besturingseenheid omvat voor het meten, registreren, tonen en/of verzenden van data met betrekking tot de werking van het beschermingsmiddel, waarbij de werking het beschermingstoestel aspecten betreft zoals werking, storingen, gebruiksduur, onderhouds- en reinigingshistorie, benodigd onderhoud en reiniging van het beschermingsmiddel, beschermingsmiddelen of onderdelen van het beschermingsmiddel.

69. Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het beschermingstoestel één of meerdere sensoren omvat voor het meten van omgevingsparameters van de groep omvattende: - fijnstofwaarden; - luchtvochtigheid; - temperatuur; - locatie, zoals een GPS sensor.

70.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het beschermingstoestel een besturingseenheid omvat voor het meten, registreren, tonen en/of verzenden van data met betrekking tot de door de één of meerdere sensoren gemeten parameters.

71.Het beschermingstoestel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het beschermingstoestel een zendeenheid, zoals een draadloze zendeenheid en optioneel een ontvangeenheid, zoals een draadloze .

ontvangeenheid, omvat voor het verzenden van de data naar een externe ontvangeenheid, respectievelijk voor het optioneel ontvangen van data van een externe zendeenheid.

72.Een beschermingssysteem voor het beschermen van een persoon tegen schadelijke stoffen zoals micro-organismen zoals bacteriën een virussen, toxische aerosolen en/of fijnstof, waarbij het beschermingssysteem is ingericht om in hoofdzaak te worden toegepast in het openbaar vervoer en openbaar vervoermiddelen, met het kenmerk dat, het beschermingssysteem het beschermingstoestel als in de voorgaande conclusies omvat en/of één of meerdere overige apparaten voor ontsmetting die zijn voorzien van één of meerdere beschermingsmiddelen als in de vorige conclusies.

73. Het beschermingssysteem volgens conclusie 72, met het kenmerk dat een apparaat van de overige apparaten een ontsmettingsapparaat omvat dat is ingericht om bagage te belichten met verlichting zoals UV, laserlicht en/of UV laserlicht ter ontsmetting.

74. Het beschermingssysteem volgens conclusie 73, met het kenmerk dat de verlichting is ingericht om te worden geplaatst nabij een bagagetransportsysteem, waarbij de UV verlichting gericht kan worden op de bagage in het bagagetransportsysteem.

75. Het beschermingssysteem volgens één van de conclusies 72-74, met het kenmerk dat een apparaat van de overige apparaten een reinigingsapparaat omvat dat is ingericht om een artikelen in te brengen, waarbij het ontsmettingsapparaat is ingericht om het artikel te ontsmetten door middel van één of meerdere van de beschermingsmiddelen als in de vorige conclusies.

76.Het beschermingssysteem volgens conclusie 75, met het kenmerk dat het reinigingsapparaat een reinigingsautorisatie-eenheid omvat die is ingericht om autorisatie voor het gebruik van het reinigingsapparaat te verlenen nadat de persoon en/of het beschermingstoestel is geïdentificeerd, zoals door het gebruik van een bankpas of invoer van een code.

77 Het beschermingssysteem volgens één van de conclusies 76, met het kenmerk dat de reinigingsautorisatie-eenheid een zendeenheid omvat die is ingericht om gebruiksgegevens van het reinigingsapparaat door de persoon te verzenden naar een externe ontvangsteenheid.

78. Het beschermingssysteem volgens één van de conclusies 72-77, met het kenmerk dat het beschermingstoestel een besturingseenheid omvat voor het meten, registreren, tonen en/of verzenden van statusdata met betrekking tot de werking van het beschermingstoestel, waarbij de werking het beschermingstoestel aspecten betreft zoals werking, storingen, gebruiksduur, onderhouds- en reinigingshistorie, benodigd onderhoud en reiniging van het beschermingstoestel, beschermingsmiddelen of onderdelen van het beschermingstoestel, waarbij het beschermingstoestel voorts een zendeenheid, zoals een draadloze zendeenheid en optioneel een ontvangeenheid, zoals een draadloze ontvangeenheid, omvat voor het verzenden van de statusdata naar de externe ontvangsteenheid, respectievelijk voor het optioneel ontvangen van data van een externe zendeenheid.

79. Het beschermingssysteem volgens één van de conclusies 72-78, met het kenmerk dat het beschermingssysteem een verwerkingseenheid omvat die is ingericht om de gebruiksgegevens en/of statusdata te verwerken en op basis daarvan een actie uit te voeren van de groep omvattende: - toegang verlenen of weigeren tot openbaar vervoermiddelen; - waarschuwingen uitdoen naar de omgeving van de persoon; - waarschuwingen naar de persoon uitdoen inzake benodigde reiniging of onderhoud; - verzamelen van statistische gegevens in een centrale database. |

80.Het beschermingssysteem volgens één van de conclusies 72-79, met het kenmerk dat het beschermingssysteem een communicatiesysteem omvat dat is ingericht om gebruiksgegevens en/of statusdata te communiceren met apparatuur van de persoon, zoals een smartphone, smartwatch of computer, waarbij een app is voorzien op de apparatuur voor interactie met en/of door de persoon.

81. Het beschermingssysteem volgens één van de conclusies 72-80, met het kenmerk dat het beschermingssysteem een microfoon omvat die is ingericht om in verbinding met een smartphone van de persoon of met een versterker met luidspreker te staan.

82. Het beschermingssysteem volgens één van de conclusies 72-81, met het kenmerk dat het beschermingssysteem een omgevingsgerichte microfoon, een luidspreker en een versterker omvat ingericht om omgevingsgeluid te versterken.

83.Een software applicatie voor het registreren van gezondheidsdata van een persoon, zoals het wel of niet besmet zijn van de persoon met een virus, met het kenmerk dat, de software applicatie is ingericht om gezondheidsdata te verzamelen van de persoon door middel van een wijze van de groep omvattende: - het zelf invoeren van gezondheidsdata door de persoon; - het verwerken van gezondheidsdata van de persoon uit een centrale database;

à 56 - het genereren door de software applicatie van gezondheidsdata van de persoon op basis van invoer van gegevens door de persoon voor het samenstelien van een anamnese of diagnose.

84.De software applicatie volgens conclusie 83, met het kenmerk dat de software applicatie is ingericht om op een smartphone van de persoon locatiegegevens te registreren en te communiceren naar een externe verwerkingseenheid en/of naar een smartphone van een ander persoon welke in de nabijheid is of is geweest van de persoon.

85. De software applicatie volgens conclusie 83 of 84, met het kenmerk dat de software applicatie is ingericht om gebruikt te worden in het beschermingssysteem als in één van de conclusies 72-82.