NL1041574A - Device for receiving and conditioning a nozzle provided on a hose for passing through a cryogenic medium. - Google Patents
Device for receiving and conditioning a nozzle provided on a hose for passing through a cryogenic medium. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1041574A NL1041574A NL1041574A NL1041574A NL1041574A NL 1041574 A NL1041574 A NL 1041574A NL 1041574 A NL1041574 A NL 1041574A NL 1041574 A NL1041574 A NL 1041574A NL 1041574 A NL1041574 A NL 1041574A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- holder
- nozzle
- hose
- receiving
- received
- Prior art date
Links
Landscapes
- Filling Or Discharging Of Gas Storage Vessels (AREA)
Abstract
Een inrichting voor het opnemen en conditioneren van een mondstuk dat is voorzien aan een slang voor het doorvoeren van een cryogeen medium omvat een houder met een ruimte om daarin althans in een bepaalde positie van de houder althans een deel van het mondstuk te ontvangen, waarbij de houder beweegbaar is opgesteld om een kanteling van een door de houder opgenomen mondstuk mogelijk te maken voor het faciliteren van het uitzakken van de slang na ontvangst van het mondstuk in of op de houder.A device for receiving and conditioning a nozzle provided on a tube for passing through a cryogenic medium comprises a container with a space for receiving at least a part of the nozzle therein at least in a certain position of the container, the holder is movably arranged to allow tilting of a mouthpiece received by the holder to facilitate sagging of the hose after receiving the mouthpiece in or on the holder.
Description
ref.: P 2015 NL 025ref .: P 2015 NL 025
Titel: Inrichting voor het opnemen en conditioneren van een mondstuk dat is voorzien aan een slang voor het doorvoeren van een cryogeen mediumTitle: Device for receiving and conditioning a nozzle provided on a hose for passing a cryogenic medium
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opnemen en conditioneren van een mondstuk dat is voorzien aan een slang voor het doorvoeren van een cryogeen medium, omvattende een houder met een ruimte om daarin althans een deel van het mondstuk te ontvangen.The present invention relates to a device for receiving and conditioning a nozzle provided on a tube for passing through a cryogenic medium, comprising a container with a space for receiving at least a part of the nozzle therein.
De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een inrichting die geschikt en bestemd is voor het opnemen en conditioneren van een mondstuk dat is voorzien aan een slang van een systeem voor het afleveren van een fluïdum zoals een vloeibaar gas, of althans een stof in vloeibare toestand, die bij kamertemperatuur gasvormig is, en dan met name LNG, oftewel vloeibaar aardgas, waarbij door opname van een deel van het mondstuk in genoemde ruimte, het desbetreffende deel van het mondstuk mede geconditioneerd wordt, oftewel wordt bevorderd om op een bepaalde temperatuur te komen, bijvoorbeeld door opwarming.The invention relates in particular to a device which is suitable and intended for receiving and conditioning a nozzle provided on a hose of a system for delivering a fluid such as a liquid gas, or at least a substance in the liquid state which is gaseous at room temperature, and in particular LNG, or liquefied natural gas, whereby by incorporating a part of the nozzle into said space, the relevant part of the nozzle is also conditioned, or is encouraged to reach a certain temperature , for example due to warming.
Het gebruik van LNG als brandstof voor voertuigen, op dit moment met name vrachtwagens, alsmede vaartuigen, is in opkomst. LNG wordt ingenomen bij speciale tankstations, of in ieder geval tankstations waar een speciaal systeem is geïnstalleerd, dat is ingericht voor het afleveren van LNG.The use of LNG as a fuel for vehicles, currently especially trucks and vessels, is on the rise. LNG is taken at special gas stations, or at least gas stations where a special system is installed, which is set up for the delivery of LNG.
Een systeem voor het afleveren van LNG aan een voer- of vaartuig omvat een aflevertoestel met een uitlaatslang waaraan een speciaal mondstuk is voorzien, dat is ingericht om veilig te worden gekoppeld met een speciaal inlaatstuk dat is voorzien aan het respectievelijke voertuig of vaartuig, voor het daarlangs vullen van de brandstoftank. Bij het afleveren wordt het mondstuk gekoppeld met het inlaatstuk, waarna het aflevertoestel via de uitlaatslang LNG overpompt van een opslagvat naar de brandstoftank.A system for delivering LNG to a vehicle or vessel comprises a delivery device with an outlet hose to which a special nozzle is provided, which is adapted to be securely coupled to a special inlet piece provided to the respective vehicle or vessel, for the purpose of filling the fuel tank alongside. Upon delivery, the nozzle is coupled to the inlet piece, after which the delivery device is pumped from the storage tank to the fuel tank via the outlet hose LNG.
Een combinatie van een uitlaatslang en een mondstuk zoals hierboven omschreven is gevoelig gebleken voor het ontstaan van lekkages. Dit heeft te maken met temperatuurschommelingen die de combinatie ondergaat als gevolg van de relatief lage temperatuur waaronder LNG wordt opgeslagen en verpompt. De lage, of cryogene temperatuur, bijvoorbeeld rond -150 graden Celsius, veroorzaakt bij elke verpomping in korte tijd, bijvoorbeeld 5 minuten, een bevriezing, of in ieder geval een sterke afkoeling van de slang/mondstukcombinatie. De bevriezing wordt gevolgd door een ontdooiing, of in ieder geval een opwarming, als na het verpompen het aflevertoestel weer even buiten gebruik is. Deze thermische belasting heeft in elk van de slang en het mondstuk een andere mate van thermische krimp en uitzetting tot gevolg, die maakt dat op een overgang tussen de slang en het mondstuk na een bepaald aantal verpompingen lekkages kunnen ontstaan. De verschillen in krimp en uitzetting tussen verschillende onderdelen worden met name veroorzaakt door verschillen in materiaal en constructie tussen het mondstuk, dat voor een groot deel uit metaal bestaat, en de slang, die in een bekende vorm met name uit kunststof bestaat.A combination of an exhaust hose and a nozzle as described above has been found to be sensitive to the occurrence of leaks. This is due to temperature fluctuations that the combination undergoes as a result of the relatively low temperature at which LNG is stored and pumped. The low or cryogenic temperature, for example around -150 degrees Celsius, causes a freeze, or at least a strong cooling of the hose / nozzle combination, for each pump in a short time, for example 5 minutes. The freezing is followed by a defrosting process, or at least a warming-up, if the delivery device is out of service again after pumping. This thermal load results in a different degree of thermal shrinkage and expansion in each of the hose and the nozzle, which means that leaks can occur after a certain number of pumps at a transition between the hose and the nozzle. The differences in shrinkage and expansion between different parts are caused in particular by differences in material and construction between the nozzle, which is largely made of metal, and the hose, which in a known form consists in particular of plastic.
Verdere lekkages die het gevolg zijn van temperatuurschommelingen in de uitlaatslang kunnen optreden op een overgang tussen de uitlaatslang en een toe-voerstuk waar de uitlaatslag aan is gekoppeld voor het toevoeren van LNG aan de uitlaatslang.Further leaks resulting from temperature fluctuations in the exhaust hose can occur at a transition between the exhaust hose and a supply piece to which the exhaust stroke is coupled for supplying LNG to the exhaust hose.
Daarnaast kunnen lekkages optreden wanneer het mondstuk is gekoppeld aan een inlaatstuk. Een in het mondstuk aanwezige pakking dient bij koppeling van het mondstuk op een inlaatstuk een overgang tussen het mondstuk en het inlaatstuk af te dichten, om het ontsnappen van gas tegen te gaan. Wanneer het mondstuk koud is, kunnen op de pakking echter ijskristallen ontstaan, die maken dat de pakking niet naar behoren kan functioneren, en er alsnog gas kan ontsnappen. De ijskristallen worden daarbij gevormd door vocht uit de omgevingslucht. Dit probleem speelt daardoor met name in meer vochtige gebieden.In addition, leaks can occur when the nozzle is coupled to an inlet piece. A gasket present in the nozzle should seal a transition between the nozzle and the inlet piece when coupling the nozzle to an inlet piece in order to prevent gas from escaping. However, when the nozzle is cold, ice crystals may form on the gasket, causing the gasket to malfunction and gas to escape. The ice crystals are thereby formed by moisture from the ambient air. This problem therefore arises in particular in more moist areas.
Aanvrager heeft aanwijzingen dat het optreden van lekkages tussen de uitlaatslang en het mondstuk, en tussen de uitlaatslang en een toevoerstuk, mede het gevolg is van verschillen in de wijze van hanteren van het mondstuk tussen verschillende gebruikers. Onder andere door een verschil in lichaamslengte of in links- of rechtshandigheid wordt een mondstuk vaak net op een andere manier gekoppeld met een inlaatstuk, of weer terug op de houder geplaatst. Een element dat bij de manier van terugplaatsen een belangrijke rol speelt, is dat de combinatie van slang en mondstuk na het afleveren van een hoeveelheid LNG bevroren is, of althans een zeer lage temperatuur heeft, waardoor de combinatie relatief stug en daardoor doorgaans minder goed hanteerbaar is dan bij het aankoppelen aan een inlaatstuk.The applicant has indications that the occurrence of leaks between the outlet hose and the nozzle, and between the outlet hose and a supply piece, is partly the result of differences in the manner of handling the nozzle between different users. Partly due to a difference in body height or in left or right-handedness, a nozzle is often just coupled to an inlet piece in a different way, or placed back on the holder. An element that plays an important role in the way of replacing it is that the combination of hose and nozzle is frozen after delivery of an amount of LNG, or at least has a very low temperature, so that the combination is relatively stiff and therefore generally less manageable. when connecting to an inlet piece.
Een ander aspect dat een rol kan spelen bij het ontstaan van lekkages, of dat in ieder geval maakt dat een optredende lekkage potentieel gevaarlijk is, is dat na het verpompen van LNG in de combinatie van slang en mondstuk een relatief grote druk heerst ten opzichte van de omgeving.Another aspect that can play a role in the occurrence of leaks, or that at least makes an existing leakage potentially dangerous, is that after pumping LNG in the combination of hose and nozzle, there is a relatively high pressure compared to Area.
Een voorbeeld van een op een uitlaatslang te monteren mondstuk dat wordt gebruikt bij het afleveren van LNG is getoond in US 2012/0280493 A1. Het getoonde mondstuk omvat een in wezen cilindervormige doorvoereenheid, waarvan een eerste uiteinde wordt aangesloten op een uitlaatslang, en waarvan het tegenoverliggende uiteinde kan worden vastgeklikt op een inlaatstuk. Het mondstuk omvat daarvoor een vastklikmechanisme dat wordt bediend middels twee radiaal uitstekende hefbomen, die elk scharnierbaar zijn ten opzichte van de doorvoereenheid, om een as die dwars staat op de lengteas van de doorvoereenheid, zodat de hefbomen ofwel schuin vanaf het op een inlaatstuk vast te klikken uiteinde naar achteren wijzen, in welke toestand het mondstuk los is van een inlaatstuk, ofwel schuin naar voren wijzen, in een toestand waarin het mondstuk kan vastzitten op een inlaatstuk.An example of a nozzle to be mounted on an exhaust hose that is used in delivering LNG is shown in US 2012/0280493 A1. The nozzle shown comprises a substantially cylindrical feed-through unit, a first end of which is connected to an outlet hose, and the opposite end of which can be snapped onto an inlet piece. For this purpose, the nozzle comprises a snap-in mechanism which is operated by means of two radially projecting levers, each of which is pivotable with respect to the feed-through unit, about an axis transversely of the longitudinal axis of the feed-through unit, snap ends pointing backwards, in which state the nozzle is separate from an inlet piece, or point obliquely forward, in a state in which the nozzle can be stuck on an inlet piece.
Typisch voor een mondstuk van het hierboven beschreven type, en wellicht ook mondstukken van andere types voor koppeling met een inlaatstuk dat geschikt is voor het inlaten van LNG of een ander type vloeibaar gas, is dat bij het met het inlaatstuk te koppelen uiteinde rondom de doorvoereenheid een huls is voorzien, ook wel vasthoudring genoemd, die een opening omgeeft die is ingericht om een ringvormig gedeelte te ontvangen van een inlaatstuk waar het mondstuk mee dient te worden gekoppeld.Typical for a nozzle of the type described above, and perhaps also nozzles of other types for coupling to an inlet piece suitable for inlet of LNG or another type of liquid gas, is that at the end to be coupled to the inlet piece around the feed unit a sleeve is provided, also referred to as a retaining ring, which surrounds an opening adapted to receive an annular portion of an inlet piece to which the nozzle is to be coupled.
Een bekende inrichting voor het opnemen van een mondstuk aan een slang van een toestel voor het afleveren van LNG omvat een houder in de vorm van een holle cilinder waar het mondstuk in kan worden geschoven of gezet.A known device for receiving a nozzle on a hose of a device for delivering LNG comprises a container in the form of a hollow cylinder into which the nozzle can be inserted or inserted.
Een andere bekende inrichting omvat een houder in de vorm van een althans gedeeltelijk als een inlaatstuk gevormd element, waar het mondstuk aan kan worden gekoppeld op een zelfde wijze als dat het mondstuk kan worden gekoppeld met een inlaatstuk, middels vastklikken.Another known device comprises a holder in the form of an element at least partially formed as an inlet piece, to which the nozzle can be coupled in the same way as that the nozzle can be coupled to an inlet piece, by snap-fitting.
De onderhavige uitvinding beoogt in het algemeen het risico op lekkage van een combinatie van een slang en een mondstuk, zoals dat bijvoorbeeld kan optreden bij een aflevertoestel voor het afleveren van een vloeibaar gas zoals LNG, te beperken. Nog meer in het bijzonder beoogt de uitvinding om een kans op lekkage te beperken, die het gevolg is van temperatuurschommelingen die kunnen optreden tijdens en na gebruik van een toestel zoals genoemd, en van verschillen in de manier van hanteren van het mondstuk tussen verschillende gebruikers. Specifiek beoogt de uitvinding een inrichting volgens de inleidende paragraaf te verschaffen, die minder dan de stand van de techniek gevoelig is voor het ontstaan van lekkages tussen slang en mondstuk.The present invention has for its general object to limit the risk of leakage of a combination of a hose and a nozzle, as may occur, for example, with a delivery device for delivering a liquid gas such as LNG. More particularly, it is an object of the invention to limit a risk of leakage, which is the result of temperature fluctuations that may occur during and after use of a device as mentioned, and of differences in the manner of handling the nozzle between different users. Specifically, it is an object of the invention to provide a device according to the introductory paragraph which is less susceptible to the occurrence of leaks between the hose and nozzle than the prior art.
Ten minste één van bovenstaande doelen is bereikt met een inrichting omvattende een houder met een ruimte om daarin althans in een bepaalde positie van de houder althans een deel van het mondstuk te ontvangen, waarbij de houder beweegbaar is opgesteld om een kanteling van een door de houder opgenomen mondstuk mogelijk te maken voor het faciliteren van het uitzakken van de slang na ontvangst van het mondstuk in of op de houder.At least one of the above objectives has been achieved with a device comprising a holder with a space for receiving at least a part of the mouthpiece therein at least in a certain position of the holder, wherein the holder is movably arranged to tilt a to allow included nozzle to facilitate sagging of the hose upon receipt of the nozzle in or on the container.
De uitvinding is gebaseerd op het inzicht, dat het ten behoeve van het voorkomen van lekkages bevorderlijk is, als de slang zo goed als mogelijk spanningsvrij kan afhangen vanaf het mondstuk. Bij een meer verticaal afhangen van de slang vanaf het mondstuk zullen bepaalde delen van de slang, het mondstuk, of een overgang daartussen uniformer worden belast, dan wanneer er bijvoorbeeld een bepaald buigmoment werkt op de slang, zoals in het geval dat een slang afhangt vanaf een mondstuk dat bijvoorbeeld rechtop, of wat meer schuin van bovenaf in een holle cilinder steekt. Tegelijkertijd is het vanuit ergonomisch oogpunt, mede in verband met een eventuele meer lastige hanteerbaarheid van een slang/mondstuk-combinatie na het verpompen van een medium met een relatief lage temperatuur voordelig, wanneer een mondstuk bij het terugplaatsen daarvan in de houder in een meer horizontale positie kan worden gehouden. Dit geldt onder andere voor een mondstuk aan een toestel voor het afleveren van LNG zoals dat in het voorgaande is beschreven, dat althans bij het overtanken van LNG naar een vrachtwagen vaak met de beschreven doorvoereenheid in een meer horizontale positie dient te worden gekoppeld met een inlaatstuk, en waarvan de bedieningselementen ook daarop zijn ingericht. Voor een chauffeur zal het dan het meest handig, en vanwege een door afkoeling veroorzaakte meer lastige hanteerbaarheid van de slang/mondstuk-combinatie wellicht ook onontkoombaar zijn om het mondstuk in eenzelfde positie als waarin het mondstuk met het inlaatstuk was gekoppeld, te kunnen terugplaatsen op de houder, omdat buigen van de inmiddels bevroren slang onmogelijk is. Aan beide elementen wordt door de uitvinding tegemoet gekomen, doordat de mogelijkheid wordt geboden voor een kanteling van een door de houder ontvangen mondstuk, na ontvangst van het mondstuk in of op de houder. Daardoor is het mogelijk om een mondstuk in een houder te plaatsen in een positie waarin een gedeelte van de slang dat aan het mondstuk grenst, een horizontale, of in ieder geval anders dan volledig verticale positie heeft, waarbij het mondstuk vervolgens vrij is om samen met de houder te kantelen naar een andere positie, waarbij de slang uitzakt en genoemd aan het mondstuk grenzende gedeelte van de slang een minder horizontale, of althans meer verticale positie aanneemt. Een kanteling kan ook plaatsvinden onder invloed van het ontdooien of opwarmen van de slank/mondstukcombinatie in het geval dat deze bij het terugplaatsen van het mondstuk in de houder bevroren of zeer koud was, bij welke opwarming de slang vanzelf geneigd zal zijn een meer uitgezakte vorm aan te nemen, en daardoor meer verticaal te gaan afhangen vanaf het mondstuk. Het meer verticaal vanaf het in de houder opgenomen mondstuk kunnen afhangen van de slang verlaagt de kans op ongewenste spanningen in de slang/-mondstukcombinatie, en daarmee ook de kans op lekkages.The invention is based on the insight that it is beneficial for the prevention of leaks if the hose can depend on the nozzle as well as possible without tension. With a more vertical hanging of the hose from the nozzle, certain parts of the hose, the nozzle, or a transition between them will be loaded more uniformly than when, for example, a certain bending moment acts on the hose, such as in the case that a hose depends on a mouthpiece that, for example, protrudes upright or a little more obliquely from above into a hollow cylinder. At the same time it is advantageous from an ergonomic point of view, also in connection with a possibly more difficult handling of a hose / nozzle combination after pumping a medium with a relatively low temperature, when a nozzle is placed in a more horizontal position when it is replaced in the holder. position can be held. This applies, inter alia, to a nozzle on a device for delivering LNG as described in the foregoing, that at least when transferring LNG to a truck it is often necessary to couple with the described feed unit in a more horizontal position to an inlet piece and whose operating elements are also arranged thereon. It will then be most convenient for a driver, and because of a more difficult handling of the hose / nozzle combination caused by cooling, it may also be inevitable to be able to replace the nozzle in the same position in which the nozzle was coupled to the inlet. the holder, because bending of the now frozen hose is impossible. Both elements are met by the invention in that it offers the possibility of tilting a mouthpiece received by the holder after receiving the mouthpiece in or on the holder. As a result, it is possible to place a nozzle in a holder in a position in which a portion of the hose adjacent to the nozzle has a horizontal, or at least other than fully vertical position, the nozzle then being free to engage with tilting the holder to another position, wherein the hose sinks and said part of the hose adjacent to the nozzle assumes a less horizontal, or at least more vertical position. Tilting can also take place under the influence of thawing or heating up of the slender / nozzle combination in the case that it was frozen or very cold when the nozzle was replaced in the container, at which heating the hose would naturally be inclined towards a more sagged shape and thereby to depend more vertically on the mouthpiece. Being able to depend on the hose more vertically from the nozzle included in the holder reduces the risk of undesired stresses in the hose / nozzle combination, and thus also the risk of leaks.
Ook staat de houder een ontvangen mondstuk toe om te roteren om zijn as, of althans een as waarlangs een aan het mondstuk grenzend gedeelte van de slang zich uitstrekt. Aldus kunnen uit opwarming van de slang of uit een verkeerde terugplaatsing van het mondstuk voortkomende torsiespanningen in de slang worden verlaagd of vermeden, onafhankelijk van de positie van de houder, en kan mede een mondstuk in een willekeurige draaistand in de houder worden gebracht, zonder dat dat ongewenste torsiespanningen met zich mee hoeft te brengen. Het vermijden of verlagen van torsiespanningen verlaagt mede het risico op het loskomen van draai-koppelingen waarmee de slang kan zijn gekoppeld aan het mondstuk, of waarmee de slang kan zijn gekoppeld aan een toevoerstuk voor het toevoeren van een bepaald medium aan de slang.The holder also allows a received nozzle to rotate about its axis, or at least one axis along which a portion of the hose adjacent to the nozzle extends. Thus, torsional stresses in the hose resulting from heating up the hose or from incorrect repositioning of the nozzle can be reduced or avoided independently of the position of the holder, and a nozzle can also be brought into the holder in any rotational position, without that unwanted torsional stresses have to be. Avoiding or reducing torsional stresses also reduces the risk of loosening of rotary couplings with which the hose can be coupled to the nozzle, or with which the hose can be coupled to a feed piece for supplying a specific medium to the hose.
De combinatie van het om een bepaalde dwarsas kunnen kantelen van een ontvangen mondstuk samen met de houder en het binnen een bepaald kantelbereik van de houder om zijn lengteas kunnen draaien van een ontvangen mondstuk ten opzichte van de houder maakt dat een zo veel mogelijk spanningsvrije toestand van de slang kan worden bereikt. Met dwarsas wordt hier bedoeld een as die dwars staat op de lengteas van het mondstuk wanneer het mondstuk is opgenomen in of op de houder. Als alternatief voor genoemde lengteas geldt hier weer een as waarlangs een aan het mondstuk grenzend gedeelte van de slang zich uitstrekt.The combination of being able to tilt a received nozzle about a certain transverse axis together with the holder and being able to rotate a received nozzle relative to the holder within a certain tilting range of the holder makes that as much stress-free condition as possible of the hose can be reached. By transverse axis is herein meant an axis that is transverse to the longitudinal axis of the nozzle when the nozzle is received in or on the holder. As an alternative to the said longitudinal axis, here again an axis along which a portion of the hose adjoining the nozzle extends.
Volgens een relatief eenvoudige uitvoeringsvorm is de houder kantelbaar om een althans in hoofdzaak horizontaal gerichte as, waarbij de houder in genoemde bepaalde positie bij voorkeur met een ontvangstopening voor het daarlangs in genoemde ruimte ontvangen van het mondstuk zijwaarts is gericht. Bij een zijdelings gerichte ontvangstopening kan een mondstuk zoals dat bekend is, dat vaak in een horizontale positie aan een inlaatstuk wordt gekoppeld, ook in een horizontale positie in de houder worden geplaatst, waarbij de slang in zeer koude en daardoor stugge toestand slechts minimaal hoeft te worden vervormd. Dit maakt het hanteren en het in de houder plaatsen van het mondstuk in een dergelijke situatie relatief eenvoudig.According to a relatively simple embodiment, the holder is tiltable about an at least substantially horizontally oriented axis, wherein the holder in said determined position is preferably directed sideways with a receiving opening for receiving the mouthpiece along said space in said space. With a laterally directed receiving opening, a nozzle as is known, which is often coupled to an inlet piece in a horizontal position, can also be placed in the holder in a horizontal position, the hose having to be only minimal in a very cold and therefore stiff state. be distorted. This makes handling and placing the nozzle in the holder relatively simple in such a situation.
Bij voorkeur is aan de houder een veer of een ander middel voorzien dat is ingericht om een verplaatsing van de houder vanuit genoemde bepaalde positie naar een tweede positie tegen te werken, en dat bij voorkeur mede is ingericht om de houder onbelast door het mondstuk vanuit een tweede positie terug te verplaatsen naar genoemde bepaalde positie. Dit bevordert een gecontroleerde beweging van de houder ten opzichte van andere delen van het systeem na plaatsing van een mondstuk in de houder, alsmede tijdens het ontdooien of opwarmen van de slang, waarbij een bekrachtigde terugverplaatsing ook kan helpen om het mondstuk op relatief gemakkelijke wijze te laten uitnemen.Preferably, a spring or other means is provided on the holder that is adapted to counteract a displacement of the holder from said determined position to a second position, and which is preferably also arranged to allow the holder unloaded through the mouthpiece from a move the second position back to the specified position. This promotes a controlled movement of the container relative to other parts of the system after placing a nozzle in the container, as well as during the defrosting or heating of the hose, wherein an assisted displacement can also help to move the nozzle relatively easily. have it removed.
Bij voorkeur zijn bepaalde borgmiddelen voorzien, die zijn ingericht om het mondstuk althans in een tweede positie van de houder ten opzichte van de houder in een gefixeerde positie te houden. Daarmee kan mede worden bevorderd, dat een in de houder opgenomen gedeelte van het mondstuk correct kan worden geconditioneerd.Certain locking means are preferably provided which are adapted to hold the nozzle at least in a second position of the holder relative to the holder in a fixed position. In this way it can be promoted that a part of the mouthpiece received in the holder can be correctly conditioned.
De borgmiddelen kunnen een deel omvatten dat is gevormd om althans in samenwerking met de houder een deel van een door de houder ontvangen mondstuk vormsluitend te ontvangen wanneer de houder vanuit genoemde bepaalde positie naar een tweede positie beweegt.The securing means may comprise a part which is designed to receive a part of a mouthpiece received by the holder at least in cooperation with the holder when the holder moves from said determined position to a second position.
Bij voorkeur staan ook de borgmiddelen een in de houder ontvangen mondstuk toe om zich nagenoeg vrij te bewegen om zijn as, of althans om een as waarlangs genoemd aangrenzende gedeelte van de slang zich uitstrekt. Aldus wordt voorkomen dat na het terugplaatsen van het mondstuk in de houder zich torsie-spanningen opbouwen in de slang, of reeds in de slang aanwezige torsiespanningen wordt belemmerd om zich af te bouwen tijdens het ontdooi- of opwarmproces, welke spanningen uiteindelijk lekkage zouden kunnen veroorzaken bij aankoppelpunten van de slang.Preferably, the locking means also permit a nozzle received in the holder to move substantially freely about its axis, or at least about an axis along which said adjacent portion of the hose extends. Thus, after replacing the mouthpiece in the holder, torsional stresses are prevented from building up in the hose, or torsional stresses already present in the hose are prevented from decaying during the defrosting or heating process, which stresses could eventually cause leakage. at connection points of the hose.
Althans een deel van de houder kan zijn gevormd als een warmtegeleidend blok, waarbij middelen zijn voorzien voor het verwarmen daarvan. Aldus kunnen ontstane ijskristallen en dergelijke, die bijvoorbeeld middels het doen slijten van bepaalde onderdelen, zoals een afdichting of een vasthoudring, ook een nadelig effect kunnen hebben op het afdichtend vermogen, worden tegengegaan.At least a part of the holder can be formed as a heat-conducting block, wherein means are provided for heating it. Ice crystals and the like which can thus be prevented, for example by causing certain parts, such as a seal or a retaining ring, to also have an adverse effect on the sealing capacity, can be prevented.
Ook kan de houder zijn voorzien van ten minste één doorstroomkanaal dat aansluit op de door de houder gedefinieerde ruimte, waarbij voorts middelen zijn voorzien om het ten minste ene doorstroomkanaal te doorblazen met een bepaald medium. Aldus kan er bijvoorbeeld lucht naar een in genoemde ruimte opgenomen gedeelte van het mondstuk worden geblazen om dat te conditioneren door dat op te warmen.The holder can also be provided with at least one flow channel that connects to the space defined by the holder, furthermore means are provided for blowing through the at least one flow channel with a specific medium. Thus, for example, air can be blown to a portion of the nozzle included in said space to condition it by heating it.
De middelen voor het doorblazen van het doorstroomkanaal kunnen zijn ingericht om pas te worden geactiveerd bij plaatsing van het mondstuk in de houder, oftewel bij ontvangst van een bepaald deel van het mondstuk in genoemde ruimte, om bijvoorbeeld geluidsoverlast te voorkomen, of te voorkomen dat een warmte-geleidend blok waarin het kanaal kan zijn gevormd, onnodig afkoelt.The means for blowing through the through-flow channel can be adapted to be activated only when the mouthpiece is placed in the holder, or on receipt of a certain part of the mouthpiece in said space, for example to prevent noise nuisance, or to prevent heat-conducting block in which the channel may be formed unnecessarily cools.
Een inrichting voor het opnemen en conditioneren van een mondstuk van het eerder beschreven type, met een vasthoudring die is verschuifbaar is langs een eind-gedeelte van een bepaalde doorvoereenheid, omvat bij voorkeur een houder waarvan de ruimte is ingericht om daarin nauwpassend een uiteinde van genoemd eind-gedeelte te ontvangen, waar de vasthoudring bij het vastklikken op een bij een mondstuk van dat type behorend inlaatstuk overheen schuift, en dat bij het losklikken van het mondstuk, waarbij het mondstuk in een bepaalde ontkoppelingstoestand wordt gebracht, weer wordt blootgelegd. Aldus kan dat uiteinde als een zeer koud wordend deel efficiënt worden opgewarmd, en is de houder bovendien ingericht voor het ontvangen van het mondstuk in genoemde ontkoppelingstoestand, wat met zich meebrengt, dat voor het plaatsen van het mondstuk in de houder geen bedienings-handeling van het mondstuk nodig is, als een handeling die nodig is om het mondstuk te koppelen met een inlaatstuk.A device for receiving and conditioning a nozzle of the type previously described, with a retaining ring slidable along an end portion of a particular feed-through unit, preferably comprises a holder whose space is adapted to fit an end of said end therein. receiving end portion over which the retaining ring slides over, upon snapping onto an inlet piece associated with a nozzle of that type, and which is uncovered again upon detachment of the nozzle, thereby bringing the nozzle into a certain uncoupling state. Thus, as a very cold part, that end can be efficiently heated, and the holder is moreover adapted to receive the nozzle in said uncoupling state, which implies that no operating operation of a nozzle is required for placing the nozzle in the holder. the nozzle is required, as an action required to couple the nozzle to an inlet.
De uitvinding wordt in meer detail uitgelegd onder verwijzing naar de tekeningen, waarin:The invention is explained in more detail with reference to the drawings, in which:
Figuren 1 a tot en met 1 d in een schematisch vooraanzicht een systeem voor het afleveren van LNG aan een voertuig tonen tijdens, vlak na, en wat langere tijd na het afleveren van een hoeveelheid LNG aan een voertuig, waarbij bovendien Figuur 1c een systeem toont, dat een inrichting voor het opnemen en conditioneren van een mondstuk van dat systeem omvat, welke inrichting is uitgevoerd met een vast opgestelde houder, en Figuur 1d een systeem toont, dat een inrichting voor het opnemen en conditioneren van een mondstuk omvat, welke inrichting volgens de uitvinding is uitgevoerd met een beweegbaar opgestelde houder;Figures 1a to 1d show in a schematic front view a system for delivering LNG to a vehicle during, immediately after, and a little longer after delivering an amount of LNG to a vehicle, moreover Figure 1c showing a system , which comprises a device for receiving and conditioning a nozzle of that system, which device is provided with a fixed container, and Figure 1d shows a system comprising a device for receiving and conditioning a nozzle, which device according to the invention is embodied with a movably arranged holder;
Figuur 2 in doorsnede een inrichting voor het opnemen en conditioneren van een mondstuk toont, dat volgens de uitvinding is uitgevoerd met een beweegbare houder;Figure 2 shows in cross-section a device for receiving and conditioning a nozzle, which according to the invention is provided with a movable holder;
Figuur 3 de inrichting van Figuur 2 toont, waarbij een mondstuk is opgenomen in de houder, waarbij de houder zich in een positie bevindt, waarin het mondstuk in de houder kan worden gebracht en daar weer uit kan worden genomen,Figure 3 shows the device of Figure 2, wherein a nozzle is received in the holder, the holder being in a position in which the nozzle can be introduced into and removed from the holder,
Figuur 4 de inrichting van Figuur 2 toont, waarbij een mondstuk is opgertomen in de houder, waarbij de houder zich in een tweede positie bevindt, waarin het mondstuk is geborgd in de houder.Figure 4 shows the device of Figure 2, wherein a nozzle is received in the holder, the holder being in a second position, in which the nozzle is locked in the holder.
Onder verwijzing naar Figuren 1a tot en met 1d omvat een systeem 1 voor het afleveren van LNG aan een voertuig 2 een uitlaatslang 200 waaraan een mondstuk 100 is voorzien dat is ingericht om te worden gekoppeld met een inlaatstuk 300 dat aan het voertuig 2 is voorzien om toegevoerd LNG te kunnen ontvangen in het voertuig 2. Het systeem 1 omvat voorts een althans ten opzichte van de vaste wereld beweegbaar opgestelde houder 10 voor het opnemen van het mondstuk 100 wanneer het afleversysteem 1 buiten gebruik is.With reference to Figures 1a to 1d, a system 1 for delivering LNG to a vehicle 2 comprises an exhaust hose 200 to which a nozzle 100 is provided adapted to be coupled to an inlet piece 300 provided to the vehicle 2 to to be able to receive LNG in the vehicle 2. The system 1 further comprises a holder 10, which is at least movable relative to the fixed world, for receiving the nozzle 100 when the delivery system 1 is out of use.
Figuur 1a toont het systeem 1 tijdens het afleveren van een hoeveelheid LNG aan het voertuig 2, waarbij het mondstuk 100 is gekoppeld aan het inlaatstuk 300. De uitlaatslang 200 hangt daarbij omlaag vanaf een bepaald hooggelegen ophangpunt 201, en strekt zich aldus tussen het ophangpunt 201 en het mondstuk 100 uit langs een bepaalde lijn, die in het getoonde voorbeeld een L-vorm heeft.Figure 1a shows the system 1 during the delivery of a quantity of LNG to the vehicle 2, the nozzle 100 being coupled to the inlet piece 300. The outlet hose 200 thereby hangs down from a certain high-lying suspension point 201, and thus extends between the suspension point 201 and the nozzle 100 extends along a certain line, which in the example shown has an L-shape.
Figuur 1b toont het systeem 1 vlak na het afleveren van een hoeveelheid LNG aan het voertuig 2, waarbij het mondstuk 100 inmiddels in de houder 10 is geplaatst. De uitlaatslang 200 is in deze situatie bevroren, of althans zeer koud, en stug, waardoor deze bij het in de houder 10 plaatsen van het mondstuk 100 relatief weinig heeft kunnen deformeren, en aldus tussen het ophangpunt 201 en het mondstuk 100 grotendeels een L-vorm aanhoudt, of althans op slechts relatief grote schaal bepaalde krommingen vertoont. Een direct aan het mondstuk 100 grenzend gedeelte 210 van de uitlaatslang 200 heeft hierbij een overwegend horizontale stand.Figure 1b shows the system 1 just after the delivery of a quantity of LNG to the vehicle 2, with the nozzle 100 now placed in the holder 10. In this situation, the outlet hose 200 is frozen, or at least very cold, and stiff, so that it has been able to deform relatively little when placing the nozzle 100 in the holder 10, and thus for the most part an L- between the suspension point 201 and the nozzle 100. maintains its shape, or has at least a relatively large scale of certain curvatures. A portion 210 of the outlet hose 200 immediately adjacent to the nozzle 100 herein has a predominantly horizontal position.
Figuren 1c en 1d tonen systemen als in Figuren 1a en 1b op een moment dat er enige tijd is verstreken na het terugplaatsen van het mondstuk 100 in de houder 10. Op het getoonde moment is de uitlaatslang 200 enigszins ontdooid, of althans opgewarmd, waardoor deze wat is uitgezakt ten opzichte van de vorm getoond in Figuur 1b.Figures 1c and 1d show systems as in Figures 1a and 1b at a time when some time has elapsed after the nozzle 100 has been replaced in the holder 10. At the moment shown, the outlet hose 200 is slightly defrosted, or at least warmed up, so that it what has sagged relative to the shape shown in Figure 1b.
Figuur 1c toont een systeem 1 met een inrichting 400 voor het opnemen en conditioneren van een mondstuk 100, welke inrichting 400 een vast opgestelde houder 10 heeft. Het mondstuk 100 wordt door de vaste houder 10 gedwongen om in de stand te blijven waarin het in de houder 10 is geplaatst. Het direct aan het mondstuk 100 grenzende, en vast daarmee verbonden gedeelte 210 van de uitlaatslang 200 wordt daardoor ook vastgehouden in een bepaalde stand, die in het getoonde voorbeeld zoals genoemd in hoofdzaak horizontaal is. Slechts een resterend gedeelte 220 van de uitlaatslang 200 heeft zoals getoond wat kunnen uitzakken, waardoor de uitlaatslang 200 als geheel enigszins een S-vorm heeft aangenomen.Figure 1c shows a system 1 with a device 400 for receiving and conditioning a nozzle 100, which device 400 has a fixed container 10. The nozzle 100 is forced by the fixed holder 10 to remain in the position in which it is placed in the holder 10. The portion 210 of the outlet hose 200 immediately adjoining the nozzle 100 and permanently connected thereto is therefore also held in a certain position, which in the shown example as mentioned is substantially horizontal. Only a remaining portion 220 of the exhaust hose 200 has been able to sag as shown, as a result of which the exhaust hose 200 as a whole has somewhat assumed an S-shape.
Figuur 1d toont een systeem 1 met een inrichting 400 voor het opnemen en conditioneren van een mondstuk 100, welke inrichting 400 een houder 10 voor het mondstuk 100 heeft, die beweegbaar is opgesteld om samen met een opgenomen mondstuk 100 mee te kunnen bewegen met het uitzakken van de uitlaatslang 200 die vast zit aan het mondstuk 100, onder invloed van het opwarmen van de uitlaatslang 200, met behoud van de mogelijkheid om een in een bepaalde ruimte van de houder 10 opgenomen gedeelte van het mondstuk 100 te conditioneren. Ten opzichte van de stand waarin het mondstuk 100 in de houder 10 is ontvangen, heeft de houder 10 een gekantelde positie, waarin het mondstuk 100 op zijn beurt een positie heeft, waarin een direct aan het mondstuk 100 grenzend gedeelte 210 van de uitlaatslang 200 enigszins verticaal is gericht. De uitlaatslang 200 kan daardoor tussen het ophangpunt 201 en het mondstuk 100 relatief spanningsvrij uithangen in, zoals getoond, een U-vorm.Figure 1d shows a system 1 with a device 400 for receiving and conditioning a nozzle 100, which device 400 has a holder 10 for the nozzle 100, which is movably arranged to be able to move along with a received nozzle 100 along with the sagging of the outlet hose 200 attached to the nozzle 100, under the influence of heating the outlet hose 200, while retaining the possibility of conditioning a portion of the nozzle 100 received in a particular space of the container 10. With respect to the position in which the nozzle 100 is received in the holder 10, the holder 10 has a tilted position, in which the nozzle 100, in turn, has a position in which a portion 210 of the outlet hose 200 which is directly adjacent to the nozzle 100 is slightly is oriented vertically. The outlet hose 200 can therefore hang relatively stress-free between the suspension point 201 and the nozzle 100 in, as shown, a U-shape.
Onder verwijzing naar Figuur 2 omvat een inrichting 400 volgens de uitvinding in een voorkeursuitvoeringsvorm een houder 10 in de vorm van een blok van een bepaald warmtegeleidend materiaal, waarin een conditioneringsruimte 20 is gevormd, die dient om een te conditioneren deel van een in de inrichting te plaatsen mondstuk op te nemen. Om een dergelijk deel van buiten de houder 10 in de conditioneringsruimte 20 te kunnen ontvangen is in de houder 10 een ontvangst-opening 30 gevormd.With reference to Figure 2, a device 400 according to the invention in a preferred embodiment comprises a holder 10 in the form of a block of a certain heat-conducting material, in which a conditioning space 20 is formed, which serves to form a part of a device to be conditioned in the device. insert mouthpiece. In order to be able to receive such a part from outside the holder 10 in the conditioning space 20, a receiving opening 30 is formed in the holder 10.
In de houder 10 is een verwarmingselement 60 voorzien, dat dient voor het verwarmen van het de houder 10.A heating element 60 is provided in the holder 10, which element serves to heat the holder 10.
In de houder 10 zijn doorstroomkanalen 70 voorzien, die uitmonden in de conditioneringsruimte 20. De doorstroomkanalen 70 maken het mogelijk om lucht in de conditioneringsruimte 20 te blazen, waarbij de lucht wordt opgewarmd door warmte die wordt afgegeven door de houder 10.In the holder 10 flow-through channels 70 are provided which open into the conditioning space 20. The flow-through channels 70 make it possible to blow air into the conditioning space 20, the air being heated by heat released by the holder 10.
Aanwezige middelen 71 voor het toevoeren van lucht via de doorstroom-kanalen 70 staan in verbinding met een sensor 80 die in de houder 10 is voorzien om een aanwezigheid van een te conditoneren deel van een mondstuk in de conditioneringsruimte 20 waar te nemen, om slechts in aanwezigheid van een dergelijk deel lucht toe te voeren naar de conditioneringsruimte 20.Present means 71 for supplying air via the flow-through channels 70 are connected to a sensor 80 which is provided in the holder 10 for detecting the presence of a part of a nozzle to be conditioned in the conditioning space 20, only in to supply the presence of such a part of air to the conditioning space 20.
De houder 10 is scharnierbaar opgesteld om te kunnen kantelen om een horizontale as A om aldus te kunnen bewegen tussen een eerste positie P1 waarin een mondstuk 100 in de houder 10 kan worden geplaatst en daar weer uit kan worden genomen, waarbij een te conditioneren deel 140 van het mondstuk 100 respectievelijk wordt opgenomen in, en weer vrijkomt uit de conditioneringsruimte 20 (zie Figuur 3), en een tweede positie P2 waarin het uitnemen van het mondstuk 100 uit de houder 10 wordt belemmerd, en aldus ook het te conditioneren deel 140 van het mondstuk 100 in de conditioneringsruimte 20 is geborgd (zie Figuur 4).The holder 10 is pivotally arranged to be able to tilt about a horizontal axis A so as to be able to move between a first position P1 in which a nozzle 100 can be placed in and removed from the holder 10, a part 140 to be conditioned of the nozzle 100 is respectively received and released from the conditioning space 20 (see Figure 3), and a second position P2 in which the removal of the nozzle 100 from the holder 10 is impeded, and thus also the part 140 of the nozzle 100 is secured in the conditioning space 20 (see Figure 4).
Onder verwijzing naar Figuur 3 is de houder 10 in de eerste positie P1 met de ontvangstopening 30 zijwaarts gericht, zodat een langgerekt mondstuk 100 vanaf de zijkant van de inrichting 400 in een in hoofdzaak horizontale stand in de houder 10 kan worden gestoken.With reference to Figure 3, the holder 10 in the first position P1 with the receiving opening 30 is directed sideways, so that an elongated nozzle 100 can be inserted into the holder 10 from the side of the device 400 in a substantially horizontal position.
Onder verwijzing naar Figuur 4 is de houder 10 in de tweede positie P2 met de ontvangstopening 30 schuin naar beneden gericht, zodat ook een in de houder 10 opgenomen langgerekt mondstuk 100 in de geborgde positie een schuine oriëntatie heeft.With reference to Figure 4, the holder 10 in the second position P2 with the receiving opening 30 is directed obliquely downwards, so that also an elongated nozzle 100 accommodated in the holder 10 has an oblique orientation in the locked position.
Weer onder verwijzing naar Figuur 2 is aan de houder 10 een veer 40 voorzien, die dient om een beweging van het de houder 10 vanuit de eerste positie P1 naar de tweede positie P2 tegen te werken, alsmede om een beweging van de houder 10 vanuit de tweede positie P2 of een positie tussen de eerste positie P1 en de tweede positie P2 terug naar de eerste positie P1 te ondersteunen.Again referring to Figure 2, a spring 40 is provided on the holder 10, which spring serves to counteract a movement of the holder 10 from the first position P1 to the second position P2, as well as a movement of the holder 10 from the second position P2 or a position between the first position P1 and the second position P2 back to the first position P1.
Onder verdere verwijzing naar Figuur 2 omvat de inrichting 400 voorts een tweede blok 50 van een bepaald materiaal, dat dient om bij een kanteling van de houder 10 vanuit de eerste positie P1 naar de tweede positie P2 een uit de houder 10 stekend deel van een opgenomen mondstuk te ontvangen, om aldus een borging van het mondstuk in de houder 10, en aldus een borging van een te conditioneren deel daarvan in de conditioneringsruimte 20 te verkrijgen. In het tweede blok 50 is daartoe een ruimte 51,52 gevormd, met een althans in de tweede positie P2 relatief dicht bij de houder 10 gelegen gedeelte 51 voor het opnemen van een radiaal uitstekend, meer proximaal deel van een mondstuk, dat grenst aan een te conditioneren deel van het mondstuk, en een verder weg gelegen gedeelte 52 voor het opnemen van een radiaal teruggelegen, meer distaai deel van een mondstuk.With further reference to Figure 2, the device 400 further comprises a second block 50 of a specific material which, in the case of a tilting of the holder 10 from the first position P1 to the second position P2, a part of a received part protruding from the holder 10 to receive a nozzle, thus securing the nozzle in the holder 10, and thus securing a portion of it to be conditioned in the conditioning space 20. To this end, a space 51,52 is formed in the second block 50, with a portion 51 which is at least in the second position P2 relatively close to the holder 10 for receiving a radially projecting, more proximal part of a mouthpiece adjacent to a mouthpiece. part of the nozzle to be conditioned, and a portion 52 further away for receiving a radially recessed, more distal part of a nozzle.
Aan weerszijden van het tweede gedeelte 52 is in het tweede blok 50 steeds een steundeel 54 met een naar de houder 10 gericht oppervlak 53 gevormd, dat dient om een meer proximaal deel van een mondstuk zoals hierboven genoemd te ondersteunen, en aldus te voorkomen dat een mondstuk in de tweede positie P2 loskomt uit de houder 10, of althans ervoor te zorgen dat een mondstuk ten opzichte van de houder 10 gefixeerd blijft langs een as waarlangs het mondstuk in de houder 10 kan worden gebracht en daar weer uit kan worden genomen, ten behoeve van optimale conditionering van een in de ruimte 20 opgenomen deel van het mondstuk.On either side of the second part 52 a support part 54 is always formed in the second block 50 with a surface 53 directed towards the holder 10, which serves to support a more proximal part of a nozzle as mentioned above, and thus prevent a nozzle in the second position P2 comes loose from the holder 10, or at least ensures that a nozzle remains fixed relative to the holder 10 along an axis along which the nozzle can be introduced into and removed from the holder 10, for the purpose of optimum conditioning of a part of the mouthpiece received in the space 20.
De getoonde inrichting 400 is ingericht voor het ontvangen van een mondstuk van een bekend type zoals dat in de inleiding is beschreven of een ander type, omvattende een doorvoereenheid en een over een eindgedeelte van die doorvoer-eenheid verschuifbare vasthoudring, welke vasthoudring een stand heeft, waarin die een uiteinde van het eindgedeelte bedekt, in welke stand het mondstuk kan zijn vastgeklikt op een inlaatstuk, alsmede een tweede stand, waarin genoemd uiteinde onbedekt is door de vasthoudring, in welke stand het mondstuk los is van een inlaatstuk.The device 400 shown is adapted to receive a nozzle of a known type as described in the introduction or another type, comprising a feed unit and a holding ring slidable over an end portion of said feed unit, said holding ring having a position, wherein it covers one end of the end portion, in which position the nozzle may be snapped onto an inlet piece, as well as a second position, wherein said end is uncovered by the retaining ring, in which position the nozzle is separate from an inlet piece.
Onder verwijzing naar Figuur 3 is de conditioneringsruimte 20 gevormd om nauwpassend een uiteinde 140 zoals genoemd van een eindgedeelte 130 van een doorvoereenheid 110 zoals genoemd met een lengteas B te ontvangen bij het ontvangen van een mondstuk 100 van het bekende type of een ander type in de houder 10, in een stand waarin een vasthoudring 120 genoemd uiteinde 140 onbedekt laat. De diameter van de cilindrisch gevormde conditioneringsruimte 20 komt daartoe grotendeels overeen met de diameter van dat cilindrische gevormde uiteinde 140.With reference to Figure 3, the conditioning space 20 is formed to closely receive an end 140 as mentioned from an end portion 130 of a feed-through unit 110 as mentioned with a longitudinal axis B when receiving a nozzle 100 of the known type or another type in the holder 10, in a position in which a retaining ring 120 leaves said end 140 uncovered. To this end, the diameter of the cylindrically shaped conditioning space 20 largely corresponds to the diameter of that cylindrical shaped end 140.
Onder verwijzing naar Figuur 4 zijn daarbij het eerste gedeelte 51 en het tweede gedeelte 52 van de ruimte 51, 52 in het tweede blok 50 gevormd om bij een kanteling van de houder 10 vanuit de eerste positie P1 naar, of in ieder geval richting de tweede positie P1 respectievelijk de vasthoudring 120 en een op het eindgedeelte 130 aansluitend overig gedeelte 160 van de doorvoereenheid 110 te ontvangen. Een afstand tussen het naar de houder 10 gerichte oppervlak 53 van een steundeel 54 en een achterwand 21 van de conditioneringsruimte 20 komt daarbij grotendeels overeen met een afstand tussen een te ondersteunen oppervlak 53a aan de vast- houdring 120 en een kops oppervlak 141 dat is voorzien aan genoemd uiteinde 140 aan het mondstuk 100 dat is opgenomen in de conditioneringsruimte 20. Bij het kantelen wordt er daarmee althans in de axiale richting van de doorvoereenheid 110 een opsluiting van het mondstuk 100 verkregen, die een loskomen van het uiteinde 140 uit de conditioneringsruimte 20 tegengaat en het mondstuk 100 in die richting in een ten opzichte van de houder 10 gefixeerde positie houdt, en aldus een correcte conditionering van dat uiteinde 140 als een te conditioneren deel van het mondstuk 100 bevordert.With reference to Figure 4, the first part 51 and the second part 52 of the space 51, 52 are formed in the second block 50 in order to tilt the holder 10 from the first position P1 to, or in any case towards the second position P1 respectively the retaining ring 120 and an other portion 160 of the feed-through unit 110 connecting to the end portion 130. A distance between the surface 53 of a support part 54 facing the holder 10 and a rear wall 21 of the conditioning space 20 largely corresponds to a distance between a supporting surface 53a on the retaining ring 120 and a head surface 141 which is provided at said end 140 on the mouthpiece 100 received in the conditioning space 20. When tilting, a confinement of the mouthpiece 100 is thereby obtained, at least in the axial direction of the feed-through unit 110, which detachment of the end 140 from the conditioning space 20 and holds the nozzle 100 in that direction in a position fixed relative to the container 10, and thus promotes correct conditioning of that end 140 as a part of the nozzle 100 to be conditioned.
De werking van de getoonde inrichting zal op basis van het bovenstaande reeds grotendeels duidelijk zijn. In de eerste stand P1 van de houder 10 wordt het mondstuk 100 met de doorvoereenheid 110 via de ontvangstopening 30 in een in hoofdzaak horizontale stand in de houder 10 gestoken, waarbij het uiteinde 140 van het eindgedeelte 130 zoals genoemd als een te conditioneren deel van het mondstuk 100 wordt opgenomen in de conditioneringsruimte 20. De luchttoevoermiddelen 71 zullen daarbij in reactie op een door de sensor 80 waargenomen aanwezigheid van een het te conditioneren deel 140 in de conditioneringsruimte 20 lucht naar die ruimte 20 blazen via de doorstroomkanalen 70, die in de getoonde uitvoeringsvorm uitmonden in de achterwand 21 van de conditioneringsruimte 20. De lucht wordt daarbij verwarmd door de houder 10, die door het verwarmingselement 60, dat wordt aangestuurd door daartoe geschikte middelen, bij voorkeur permanent op een bepaalde minimale temperatuur wordt gehouden. Vanaf het moment dat het kopse oppervlak 141 van het uiteinde 140 de achterwand 21 van de conditioneringsruimte 20 raakt, kan het mondstuk 100 door een gebruiker worden neergelaten om daarbij met genoemd uiteinde 140 opgenomen in de conditioneringsruimte 20 samen met de houder 10 te kantelen, waarbij de houder 10 van de eerste positie P1 naar, of richting de tweede positie P2 beweegt. De vasthoudring 120 wordt bij het kantelen opgenomen in genoemd eerste gedeelte 51 van de ruimte 51, 52 in het tweede blok 50, waardoor de vasthoudring 120 achter het steundeel 54 komt te liggen, en aldus het mondstuk 100 wordt geborgd in de houder 10.The operation of the device shown will be largely clear on the basis of the above. In the first position P1 of the holder 10, the nozzle 100 with the feed-through unit 110 is inserted through the receiving opening 30 into a substantially horizontal position in the holder 10, the end 140 of the end portion 130 as mentioned being a part of the nozzle 100 is received in the conditioning space 20. The air supply means 71 will thereby, in response to a presence detected by the sensor 80, a part 140 to be conditioned in the conditioning space 20, blow air to that space 20 via the flow channels 70, which in the shown In this embodiment, the rear wall 21 of the conditioning space 20. The air is heated by the holder 10, which is kept permanently at a certain minimum temperature by the heating element 60, which is controlled by suitable means for this purpose. From the moment that the end surface 141 of the end 140 touches the rear wall 21 of the conditioning space 20, the nozzle 100 can be lowered by a user to thereby tilt with said end 140 included in the conditioning space 20 together with the holder 10, wherein the holder 10 moves from the first position P1 to or towards the second position P2. When tilting, the retaining ring 120 is received in said first portion 51 of the space 51, 52 in the second block 50, whereby the retaining ring 120 comes to lie behind the support part 54, and thus the nozzle 100 is secured in the holder 10.
In de tweede stand P2, of een tussenstand tussen de eerste stand P1 en de tweede stand P2, is althans de doorvoereenheid 110 van het mondstuk 100 meer schuin georiënteerd dan in de eerste stand P1. Daardoor kan een slang waaraan het mondstuk 100 is voorzien, waarbij de doorvoereenheid 110 in het verlengde van de slang is gelegen, in eerstgenoemde stand meer verticaal en daarmee relatief spanningsloos kan afhangen vanaf het mondstuk 100. Aldus worden op termijn lekkages op een overgang tussen de doorvoereenheid 110 en de slang voorkomen.In the second position P2, or an intermediate position between the first position P1 and the second position P2, at least the feed-through unit 110 of the nozzle 100 is more obliquely oriented than in the first position P1. As a result, in the first-mentioned position a hose to which the nozzle 100 is provided, the feed-through unit 110 being located in line with the hose, can depend more vertically and therefore relatively stress-free from the nozzle 100. transit unit 110 and the hose.
Indien op een bepaald moment door stugheid van de slang een volledige kanteling naar de tweede positie P2 niet mogelijk is, kan het mondstuk onder invloed van de zwaartekracht verder kantelen wanneer de slang ontdooit, of opwarmt, en daarbij soepeler wordt, en daardoor geneigd zal zijn om meer uit te zakken. Dit wordt mede mogelijk gemaakt, doordat het beschreven naar de houder 10 gerichte oppervlak 53 aan elk steundeel 54, dat dient voor het ondersteunen van de vasthoudring 120, zich uitstrekt langs en boog die rondom de rotatieas A is gedefinieerd. Wanneer de tweede positie P2 eenmaal is bereikt, wordt verdere beweging van de houder 10 tegengegaan doordat de in het tweede blok 50 gevormde ruimte 51,52 aan de onderzijde is begrensd, waardoor het mondstuk 100 in de tweede positie P2, waarin een maximaal mogelijk meebewegen van de houder 10 met het mondstuk 100 is bereikt, een ondersteuning voor het mondstuk 100 vormt.If at a certain moment due to the stiffness of the hose a complete tilt to the second position P2 is not possible, the nozzle can further tilt under the influence of gravity when the hose defrosts or warms up, thereby becoming more supple and thereby inclined to sag more. This is also made possible by the fact that the surface 53 facing the holder 10 on each support part 54, which serves to support the retaining ring 120, extends along an arc defined around the axis of rotation A. Once the second position P2 has been reached, further movement of the holder 10 is prevented because the space 51, 52 formed in the second block 50 is limited at the bottom, so that the nozzle 100 is in the second position P2, in which a maximum possible movement is made. of the holder 10 with the nozzle 100 is reached, forming a support for the nozzle 100.
Het mondstuk 100 kan bij ontdooiing of opwarming mede ten opzichte van de houder 10 roteren om de lengteas B van de doorvoereenheid 110, waarbij genoemd uiteinde 140 verdraait binnen de conditioneringsruimte 20, wat mede bijdraagt aan het bereiken van een meer spanningsloze toestand van de slang en aldus het voorkomen van lekkages. Dit wordt mede mogelijk gemaakt doordat het tweede blok, of borgingsblok 50, is gevormd om bij een draaiing van het mondstuk 100 ten opzichte van de houder 10 de vasthoudring 120 te blijven ondersteunen, alsmede om bij een dergelijke draaiing niet te interveniëren met op een bepaalde afstand vanaf de vasthoudring 120 meer richting de slang 200 gelegen bedieningselementen voor vastklikken van het mondstuk 100 op een inlaatstuk 300.In defrosting or heating, the nozzle 100 can also rotate relative to the holder 10 about the longitudinal axis B of the feed-through unit 110, said end 140 rotating within the conditioning space 20, which also contributes to achieving a more stress-free state of the hose and thus preventing leaks. This is also made possible in that the second block, or locking block 50, is formed to continue to support the retaining ring 120 with a rotation of the nozzle 100 relative to the holder 10, and also to not intervene with a certain rotation with such a rotation. distance from the retaining ring 120 more control elements located in the direction of the hose 200 for snapping the mouthpiece 100 onto an inlet piece 300.
Bij kanteling van de houder 10 vanuit de eerste positie P1 naar of richting de tweede positie P2 wordt de veer 40 opgerekt, en komt deze onder spanning te staan. Deze spanning ondersteunt een terugkanteling vanuit de tweede positie P2 of een tussenpositie terug naar de eerste positie P1, in welke positie het mondstuk 100 weer uit de houder 10 kan worden uitgenomen.When the container 10 is tilted from the first position P1 to or towards the second position P2, the spring 40 is stretched and comes under tension. This voltage supports a tilt back from the second position P2 or an intermediate position back to the first position P1, in which position the nozzle 100 can be taken out again from the holder 10.
Het zal duidelijk zijn, dat de hierboven beschreven uitvoeringsvorm slechts één mogelijke uitvoeringsvorm is binnen een heel scala aan uitvoeringsvormen die mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang die wordt gedefinieerd door de aangehangen conclusies, en dat er binnen die beschermingsomvang voor een vakman een aantal variaties daarop zijn te bedenken. Zelfs indien bepaalde kenmerken zijn vermeld in verschillende afhankelijke conclusies, heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een uitvoeringsvorm die deze kenmerken gezamenlijk heeft. Zelfs indien bepaalde kenmerken in combinatie met elkaar zijn beschreven, heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een uitvoeringsvorm waarin één of meer- dere van die kenmerken zijn weggelaten. Kenmerken die niet uitdrukkelijk zijn beschreven als zijnde essentieel, mogen ook worden weggelaten.It will be clear that the embodiment described above is only one possible embodiment within a whole range of embodiments that are possible within the scope of protection defined by the appended claims, and that within that scope of protection a number of variations can be made for a person skilled in the art. to think of. Even if certain features are mentioned in different dependent claims, the present invention also relates to an embodiment that has these features together. Even if certain features are described in combination with each other, the present invention also relates to an embodiment in which one or more of those features are omitted. Features that are not explicitly described as being essential may also be omitted.
Claims (15)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1041574A NL1041574B1 (en) | 2015-11-18 | 2015-11-18 | Device for receiving and conditioning a nozzle provided on a hose for passing through a cryogenic medium. |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1041574A NL1041574B1 (en) | 2015-11-18 | 2015-11-18 | Device for receiving and conditioning a nozzle provided on a hose for passing through a cryogenic medium. |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1041574A true NL1041574A (en) | 2017-06-07 |
NL1041574B1 NL1041574B1 (en) | 2017-06-13 |
Family
ID=59023986
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1041574A NL1041574B1 (en) | 2015-11-18 | 2015-11-18 | Device for receiving and conditioning a nozzle provided on a hose for passing through a cryogenic medium. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1041574B1 (en) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
SE2150509A1 (en) * | 2021-04-22 | 2022-10-23 | Mann Teknik Ab | Device and method for drying a nozzle for liquified gas |
WO2024110840A1 (en) * | 2022-11-23 | 2024-05-30 | Graf Industries S.P.A. | Dispenser of cryogenic liquid |
WO2024146735A1 (en) * | 2023-01-05 | 2024-07-11 | L'air Liquide, Societe Anonyme Pour L'etude Et L'exploitation Des Procedes Georges Claude | Receptacle for receiving a cryogenic connector |
-
2015
- 2015-11-18 NL NL1041574A patent/NL1041574B1/en active
Cited By (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
SE2150509A1 (en) * | 2021-04-22 | 2022-10-23 | Mann Teknik Ab | Device and method for drying a nozzle for liquified gas |
WO2022225442A1 (en) * | 2021-04-22 | 2022-10-27 | Mann Teknik Ab | Device and method for drying a nozzle for liquified gas |
WO2024110840A1 (en) * | 2022-11-23 | 2024-05-30 | Graf Industries S.P.A. | Dispenser of cryogenic liquid |
WO2024146735A1 (en) * | 2023-01-05 | 2024-07-11 | L'air Liquide, Societe Anonyme Pour L'etude Et L'exploitation Des Procedes Georges Claude | Receptacle for receiving a cryogenic connector |
FR3144853A1 (en) * | 2023-01-05 | 2024-07-12 | L'air Liquide, Societe Anonyme Pour L'etude Et L'exploitation Des Procedes Georges Claude | Receptacle to receive a cryogenic connector |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL1041574B1 (en) | 2017-06-13 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1041574B1 (en) | Device for receiving and conditioning a nozzle provided on a hose for passing through a cryogenic medium. | |
US8680437B2 (en) | Heating system | |
KR100291642B1 (en) | Water distributor with removable reservoir | |
JP6480167B2 (en) | Washer liquid heating device | |
KR100324554B1 (en) | Bottled water distributors with dismountable reservoirs and branch support plates | |
US6474093B1 (en) | Expanding barrel system for cooling beverages | |
US20180354778A1 (en) | Fuel dispenser including a nozzle dryer | |
US11300248B2 (en) | Device and process for filling a mobile refrigerant tank with a cryogenic refrigerant | |
US20220388260A1 (en) | Apparatus for transporting compressed air and/or sealant in a vehicle tire and portable/transportable system for sealing and inflating vehicle tires | |
US5456387A (en) | Machine for dispensing chilled alcoholic beverage having improved cooling circuit and bottle mounting system | |
FR2798727A1 (en) | CRYOGENIC CONTAINER WITH LIQUID NITROGEN RESERVE | |
US2622851A (en) | Barrel supporting and cooling device | |
NL8004391A (en) | HEATING DEVICE FOR COLD GLUE, IN PARTICULAR IN LABELING MACHINES. | |
US5245951A (en) | Water cooler for pets | |
US6363729B1 (en) | Apparatus and method for injecting cryogenic liquid into containers | |
NL1033914C2 (en) | Beverage container with coolants. | |
US20160145089A1 (en) | Valve Attachment, Filling Device, Filling Assembly, and Method for Filling a Container with Liquid and Draining Said Container of Liquid | |
WO2017026410A1 (en) | Washer fluid heating device | |
KR20110093426A (en) | Hot/cold water purifier | |
KR20190038638A (en) | Apparatus for mounting a boil-off pipe of a liquefied gas fuel system to a vehicle | |
US7121109B2 (en) | Water line retaining element for a refrigerator dispenser | |
US8789564B2 (en) | Asphalt loading arm | |
PT744578E (en) | DEVICE FOR THE INJECTION OF LIQUID UNDER PRESSURE IN A CONTAINER | |
NL2024209B1 (en) | Cooling system for a liquid dispensing assembly | |
GB2547489A (en) | Self-defrosting bottom injection nozzle |