NL1041014B1 - Hulsvormige handgreep. - Google Patents

Hulsvormige handgreep. Download PDF

Info

Publication number
NL1041014B1
NL1041014B1 NL1041014A NL1041014A NL1041014B1 NL 1041014 B1 NL1041014 B1 NL 1041014B1 NL 1041014 A NL1041014 A NL 1041014A NL 1041014 A NL1041014 A NL 1041014A NL 1041014 B1 NL1041014 B1 NL 1041014B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
handle
relief
section
studs
hockey
Prior art date
Application number
NL1041014A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1041014B9 (nl
Inventor
Gabriël Marie Willems Sergio
Original Assignee
Gabriël Marie Willems Sergio
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gabriël Marie Willems Sergio filed Critical Gabriël Marie Willems Sergio
Priority to NL1041014A priority Critical patent/NL1041014B9/nl
Publication of NL1041014B1 publication Critical patent/NL1041014B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1041014B9 publication Critical patent/NL1041014B9/nl

Links

Landscapes

  • Golf Clubs (AREA)
  • Steering Devices For Bicycles And Motorcycles (AREA)

Abstract

Hulsvormige handgreep (3) voor toepassing op een handvat van een sportartikel, de handgreep omvat een eerste greepsectie ( 4) en een tweede greepsectie (5), de eerste greepsectie is op zijn buitenoppervlak (18) voorzien van een eerste reliëf en de tweede greepsectie is op zijn buitenoppervlak voorzien van een tweede reliëf. Het eerste reliëf en het tweede reliëf oefenen een onderling verschillende weerstand oftewel grip uit op de hand van de gebruiker van het sportartikel.

Description

Titel: Hulsvormige handgreep
BESCHRIJVING
De uitvinding heeft betrekking op een hulsvormige handgreep voor toepassing op een handvat (steel) van een sportartikel, de handgreep omvat een eerste greepsectie en een tweede greepsectie.
Een dergelijke hulsvormige handgreep op het handvat van een sportartikel zoals een tennisracket, golfclub, honkbalknuppel, biljartkeu, cricket bat, lacrosse stick, ijshockeystick of een hockeystick wordt ook wel 'grip' genoemd. Grip is het deel van het sportartikel dat met de handen wordt vastgehouden. De benaming 'grip' vindt zijn oorsprong in de behoefte en het streven om de greep (oftewel grip of weerstand) van de handen op het handvat van het sportartikel te vergroten. Bij een golfclub vormt de shaft de verbinding tussen de grip en het clubhoofd of -blad. Een shaft (steel) van een golfclub is veelal vervaardigd van metaal, daarentegen is een hockeystick in zijn geheel meestal vervaardigd van hout en/of een kunststof zoals glasvezel, aramidevezel (kevlar) of koolstofvezel (carbon).
Een hockeystick voor gebruik in de balsport veldhockey (of indien indoor gespeeld: zaalhockey) is een stok (of stick) waarmee het voor iedere hockeyspeler is toegestaan om een kleine hockeybal aan te raken en te kunnen bewegen, bij voorkeur in de richting van het hockeydoel van de tegenstander. Dit wordt ook wel het manipuleren of hanteren van de hockeybal genoemd. De stick is aan zijn veld-uiteinde voorzien van een haak of krul, welke een bolle kant en een platte kant heeft. Het hand-uiteinde (handvat) van de stick heeft een diameter waardoor een hand van de speler dit uiteinde gemakkelijk kan omvatten en de speler de hockeybal in de gewenste richting met de gewenste snelheid kan verplaatsen. De hockeystick wordt meestal met twee handen vastgehouden door de hockeyspeler, waardoor een veelvoud aan bewegingen mogelijk wordt. De hockeybal kan bijvoorbeeld aan of met de stick worden meegevoerd of voorwaarts door de speler worden bewogen met een zogenaamde sleepbeweging of 'push' slag. Ook kan de hockeybal met kracht voorwaarts worden bewogen door het maken van een slagbeweging met de stick op de bal. Of de hockeybal kan worden 'geflatst' en 'gekaatst', hierbij wordt de hockeybal door middel van een kaats direct van richting verandert. Bovenstaande zijn hockey handelingen/technieken die trillingen in de handen veroorzaken. Traditioneel is een hockeystick gemaakt van hout, maar tegenwoordig worden er ook hockeysticks gebruikt van glas-, aramide- of koolstof-vezel.
Om de handen te beschermen tegen houtsplinters en vooral om de greep (grip) en het comfort van de handen op het handvat van de hockeystick te vergroten wordt het handvat van de stick vaak voorzien van een bescherming, bijvoorbeeld in de vorm van een stuk tape (optioneel met overgrip van bijvoorbeeld zeem, soft grip kunstleer), dat om het handvat van de hockeystick wordt gewikkeld. Deze tape wordt vaak zelf door de speler aangebracht en dient regelmatig te worden vervangen vanwege slijtage, verschuiven en/of vervuiling.
Uit US2012/0316013 is een alternatief bekend voor de beschermende tape op het handvat van een sportartikel. In plaats van een tape wordt een prefab hulsvormige handgreep 'grip' over het handvat geschoven. Deze hulsvormige handgreep is lichtgewicht, kan gemakkelijk door middel van rollen worden aangebracht, absorbeert schokken en is relatief goedkoop. Bovendien maakt een dergelijke hulsvormige handgreep het mogelijk om tekst of andere (reclame) aanduidingen op de handgreep aan te brengen.
Een dergelijke huls is bij voorkeur vervaardigd van een flexibele elastische kunststof, waaronder spuitgiet-rubber, neopreen of andere polymeren, en heeft een in hoofdzaak cilindrische vorm. De huls kan bijvoorbeeld door middel van een hulpelement, zoals een opzetkit, eenvoudig op het handvat van de hockeystick worden aangebracht. Bij voorkeur is de diameter van de huls kleiner dan de diameter van het handvat, zodat de huls wordt uitgerekt in een strakke nauwsluitende pasvorm en daardoor niet verplaatst, verschuift of verdraaid tijdens gebruik.
Het oppervlak van de hulsvormige handgreep is bijvoorkeur voorzien van reliëf - ook wel profiel genoemd - om de greep (grip) te verbeteren en vocht weg te kunnen leiden, waardoor de sportprestaties ook in nat, regenachtig, weer verbeteren. Bij voorkeur zijn de eigenschappen van het materiaal van de huls niet afhankelijk van de temperatuur, zodat zomer en winter de handen van de sporter dezelfde grip ondervinden op/van het oppervlak.
Aan het toepassen van de bekende hulsvormige handgreep op een handvat van een hockeystick kleven echter een aantal nadelen. De hockeystick wordt aan de bovenzijde van het handvat en dus van de handgreep vastgehouden met de linkerhand. Met deze linkerhand wordt voortdurend tijdens het hockeyspel of de hockeywedstrijd de stick gedraaid zodat de vlakke kant van de haak steeds optimaal gepositioneerd is ten opzichte van de hockeybal. Voor een backhand-slag moet de hockeystick ongeveer 180° om zijn eigen (axiale) as worden gedraaid. De rechterhand wordt tijdens het hockeyspel in de lengterichting over het handvat en de steel heen en weer bewogen. De onderste (rechter) hand laat vaak de stick los, zodat de linkerhand de stick in de juiste positie kan brengen. In de slagpositie, waarbij de bal met een harde slag van de stick voortbewogen moet worden, worden de handen vlak bij elkaar op het bovenste uiteinde van het handvat van de stick gepositioneerd, zodat door beide handen een zo groot mogelijk (draai) moment kan worden uitgeoefend. Daarentegen voor het technisch manipuleren van de bal, waaronder drijven en dribbelen, moet de richting en de snelheid van de bal voortdurend worden aangepast aan de situatie in het hockeyspel, waaronder de positie en de acties van de tegenstander. Daarom wordt de rechterhand tijdens het drijven en dribbelen laag op het handvat gepositioneerd zodat de stick sneller en gemakkelijker kan worden verplaatst, gekanteld en naar de bal kan worden bewogen. De bekende hulsvormige handgreep heeft een egaal ruw profiel, zodat draaien om de axiale as in de rechterhand te stroef verloopt en het axiale verplaatsen van onderste rechterhand over de handgreep van de slagstand naar dribbelstand van de handen ook te veel weerstand ondervind.
Uit US2011/0294598 is een hulsvormige handgreep uit één stuk bekend voor een handvat (steel) van een golfstick, waarbij de handgreep een eerste greepsectie en een tweede greepsectie omvat. De eerste, onderste, handgreep is voorzien van een eerste ergonomische doorsnede ten behoeve van de control-hand van de golfer. De tweede, bovenste, greepsectie omvat een tweede ergonomische doorsnede ten behoeve van de stabilisatiehand. De beide doorsneden zijn over een hoek verdraaide kopieën van elkaar, voorzien van in hoofdzaak identieke doorsneden. In een speciale uitvoeringsvorm kunnen de beide greepsecties van een onderling verschillende vorm en diameter zijn voorzien. De handen van een golfer blijven in het algemeen op een vaste positie op de handgreep(secties) om zo nauwkeurig mogelijk in een gestandaardiseerde slag de golfbal in de richting van het putje te bewegen.
Bovenstaande bekende handgrepen hebben het nadeel dat zij de handen van de veldhockey-speler onvoldoende ondersteunen en assisteren bij het spelen van een veld-hockeywedstrijd. Profiel of reliëf op het oppervlak van de handgreep is voordelig bij het slaan van de hockeybal, maar remt de onderste rechterhand bij het manipuleren van de stick tijdens technische manipulatie-acties, waaronder het slalommen met de bal tussen tegenstanders.
Toepassen van greepsecties met onderling verschillende doorsneden en diameters hebben het nadeel dat zij alleen voor één specifieke slag of actie een optimale greep verschaffen voor de handen, maar tegelijkertijd voor veel andere spelsituaties tijdens een veldhockey-wedstrijd belemmerend werken.
Doel van de uitvinding is daarom om een hulsvormige handgreep te verschaffen met een eerste greepsectie en een tweede greepsectie, welke voor iedere actie op het hockeyveld van voordeel is voor de gebruiker, waarmee harder kan worden geslagen, meer grip/weerstand heeft tijdens hockeyslag en waarmee tegelijkertijd ook beter, comfortabeler en beweeglijker kan worden gedribbeld en waarmee de stick met de handen sneller kan worden gedraaid.
Hiertoe voorziet de uitvinding in een hulsvormige handgreep met een eerste greepsectie en een tweede greepsectie, waarbij de eerste greepsectie is voorzien van een eerste reliëf en waarbij de tweede handgreep is voorzien van een tweede reliëf.
In het bijzonder uitoefenen het eerste reliëf en het tweede reliëf een onderling verschillende weerstand oftewel grip op de hand van de gebruiker van het sportartikel; meer in het bijzonder is het sportartikel een hockeystick, waarbij de eerste greepsectie is ingericht voor de onderste hand van de hockeysporter met de handen in de dribbelpositie, en waarbij de tweede greepsectie is ingericht voor de bovenste hand van de hockeysporter en voor de onderste hand van de hockeyspeler met de handen in de slagpositie.
Door iedere greepsectie van de handgreep te voorzien van een verschillend reliëf en tevens van een verschillende stroefheid (weerstand) voor de hand, kan een hockeystick voorzien van de handgreep volgens de uitvinding door de gebruiker effectiever worden gebruikt, bij zowel slag-acties met de handen vlak onder elkaar op het uiteinde van het handvat in de slagpositie op de tweede greepsectie, alsmede bij (technische) bewegingsacties in de dribbelpositie met de handen op verschillende greepsecties.
De eerste greepsectie van de handgreep is bij voorkeur voorzien van een reliëf met een lichte weerstand voor de hand van de sporter, en de tweede greepsectie is bij voorkeur voorzien van een reliëf met een zware weerstand voor de hand van de sporter.
Hierdoor kan de hockeystick sneller en technischer worden gedraaid en gemanipuleerd doordat de onderste hand van de hockeyspeler in de dribbelpositie van de handen een geringe weerstand ondervindt, terwijl tegelijkertijd de bovenste hand op de tweede greepsectie een goede greep (grip) heeft op de hockeystick en de handen in de slagpositie minder tot (vrijwel) geen trillingen ondervinden en meer kracht kunnen uitoefenen op de hockeystick en daardoor de hockeyspeler de bal comfortabeler, fijner en vaker harder kan raken en slaan.
Bij voorkeur wordt het reliëf van de eerste greepsectie gevormd door ribben, die zich parallel aan elkaar uitstrekken over het buitenoppervlak. In het bijzonder omvatten de ribben ten minste twee sets van zich parallel uitstrekkende ribben, waarbij de ribben van beide sets elkaar onderling onder een hoek kruisen, en daarbij een oppervlaktepatroon vormen van rechthoekige of ruitvormige parallellogramvormige elementen; bij voorkeur maken de ten minste twee sets ribben een hoek met de omtrekslijn over het oppervlak van de greepsectie; bij voorkeur worden de hoeken gekozen uit het bereik van 10° - 90°; meer bij voorkeur is de hoek van de eerste set ongeveer 30° en is de hoek van de tweede set ongeveer 60°. Bij voorkeur wordt de afmeting van de lengte en breedte van het ruitvormige element gekozen uit het bereik 0,5 - 5 mm, in het bijzonder zijn de lengte en de breedte aan elkaar gelijk en hebben een afmeting van 2 mm. Het is gebleken dat met een dergelijk reliëf en textuur voor de eerste greepsectie - en met dergelijke verhoudingen van afmetingen - de onderste hand gemakkelijk over de eerst greepsectie kan worden verplaatst en de hockeystick gemakkelijk in de onderste hand kan worden gedraaid.
De handgreep wordt bij voorkeur voorzien van een of meer verdikte ribben, die zich spiraalvormig over de ribben en de ruitvormige parallellogramvormige elementen uitstrekken; bij voorkeur is de hoogte van de verdikte ribbe groter dan de hoogte van de ribben van de parallellogramvormige elementen. Door het voorzien van verdikte ribben, kan op eenvoudige wijze de weerstand (grip) van een greepsectie worden verhoogd waarbij de hand gemakkelijk over het oppervlak met het reliëf kan worden verplaatst, maar wel meer weerstand (grip) ondervindt van de handgreep.
Een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding is gekenmerkt doordat het reliëf van de tweede greepsectie wordt gevormd door uit het buitenoppervlak uitstekende noppen. In het bijzonder zijn de noppen aangebracht op onderling gelijke nopafstand ten opzichte van elkaar in een driehoekspatroon. Bij voorkeur hebben de noppen een cilindrisch of een kegelvormige vorm, bij voorkeur wordt de hoogte van de noppen gekozen uit het bereik 0,1 - 1 mm, meer bij voorkeur is de hoogte ongeveer 0,5 mm. In het bijzonder zijn de noppen hol en lopen radiaal buitenwaarts taps toe; bij voorkeur hebben de noppen een afgeknotte kegelvorm; meer bij voorkeur hebben de noppen een topdiameter welke ligt tussen 0,5 en 3 mm en welke in het bijzonder 1,5 mm is; meer bij voorkeur heeft de voetdiameter van de noppen een waarde tussen 0,5 en 6 mm en is bij voorkeur ongeveer 2,75 mm. Het is gebleken dat door het toepassen van noppen en in het bijzonder holle noppen van bovengenoemde afmetingen en (afmetings)verhoudingen een oppervlak wordt gevormd dat goede grip biedt aan de handen in de slagpositie en aan de bovenste hand in de dribbelpositie, en dat dit oppervlak tijdens natte, vochtige omstandigheden (zweet, neerslag) zijn goede grip-eigenschappen behoudt.
Samengevat zijn de voordelen van de hulsvorige handgreep volgens de uitvinding: geen trillingen = hardere hockeyslag (dus meer scoren) stevig noppen-profiel boven, snel handling-profiel onder antislip profiel (bij water) duurzame rubber sleeve one size fits all (past op alle hockeysticks) diverse kleuren
Bij koud en/of nat weer worden trillingen/tintelingen in de handen na een hockeyslag als extra pijnlijk ervaren. De hulsvorige handgreep volgens de uitvinding biedt hier de perfecte oplossing, trillingen worden gedempt tot nihil, waardoor ook in deze extremere weersomstandigheden beter en comfortabel kan worden gehockeyd.
Handgreep volgens de uitvinding waarbij het reliëf van de tweede greepsectie wordt gevormd door schub-elementen, die gedeeltelijk over elkaar heen zijn geplaatst. Bij voorkeur wordt de omtrek-afstand tussen de toppen van de schub-elementen gekozen uit het bereik 1-15 mm, in het bijzonder wordt voor de omtrek-afstand een waarde van ongeveer 7 mm genomen; meer bij voorkeur wordt de axiale afstand tussen de toppen van de schub-elementen gekozen uit het bereik 0,5 - 10 mm, in het bijzonder wordt voor de axiale afstand een waarde van ongeveer 7 mm genomen; meer in het bijzonder wordt de hoogte van de schub-elementen gekozen uit een bereik van 0,1 - 1,5 mm, en in het bijzonder is de hoogte van de schub-elementen ongeveer 0,5 mm; meer bij voorkeur wordt de dikte van de handgreep gekozen uit het bereik van 0,5 - 3 mm, in het bijzonder is de dikte ongeveer 2,5 mm.
Met schub-elementen of 'schubben' worden overlappende plaatjes bedoeld die ten minste aan een kant vastzitten van (het oppervlak) van de handgreep. Hierdoor is de beweging van de hand gemakkelijk in een axiale richting (bij voorkeur neerwaarts) door de geringe weerstand en is de tegengestelde beweging (bij voorkeur opwaarts) van de hand stroever door de grotere weerstand van de schub-elementen. De grotere weerstand van de schub-elementen zorgt voor meer grip en houvast tijdens de hockeyslag en resulteert in het door middel van de hockeyslag kunnen uitoefenen van meer kracht op de hockeybal. Hierdoor kan bij voorbeeld de onderste hand gemakkelijk van de slagpositie naar de dribbelpositie worden verplaatst over het oppervlak van de eerste greepsectie, terwijl de onderste hand in de dribbelpositie voldoende grip ondervindt, voornamelijk in bovenwaartse richting van de hand. Uit praktijktesten is gebleken dat schub-elementen met bovenstaande afmetingen en verhoudingen van afmetingen een optimaal reliëf en grip weerstand opleveren voor zowel de eerste als de tweede greepsectie van een handgreep voor hockeysticks.
De uitvinding heeft ook betrekking op een handgreep, waarbij voor het reliëf van de tweede greepsectie het reliëf met schub-elementen volgens de uitvinding wordt gekozen.
De uitvinding heeft ook betrekking op een eerste greepsectie, die is voorzien van een reliëf met schub-elementen volgens de uitvinding, en waarbij de tweede greepsectie is voorzien van een reliëf met noppen volgens de uitvinding.
Op basis van de bepaalde en hiervoor beschreven voordelige oppervlakken volgens de uitvinding is het ook mogelijk een handgreep te configureren met zware 'grip' weerstand eigenschappen voor de handen, bij voorbeeld met een 'noppen' reliëf voor de tweede greepsectie en een schub-elementen reliëf voor de onderste greepsectie.
De uitvinding zal hierna met behulp van de tekening van een hockeystick met uitvoeringsvoorbeelden van de handgrepen, nader worden toegelicht, waarbij kenmerken en andere voordelen naar voren zullen treden.
Figuur IA toont een hockeystick voorzien van een handgreep volgens de uitvinding;
Figuur 1B toont in detail doorsnede A-A van Fig.lA;
Figuur 2 toont in detail twee greepsecties met onderling verschillend reliëf;
Figuur 3A toont in bovenaanzicht in detail de configuratie van de noppen van de tweede greepsectie van Fig.2;
Figuur 3B toont in doorsnede in detail de tweede greepsectie van Fig.2;
Figuur 3C toont een isometrisch aanzicht van het oppervlak van de structuur van het reliëf van de eerste greepsectie van Fig.2;
Figuur 4 toont een gemodificeerde uitvoeringsvorm van het reliëf van de eerste greepsectie van Figuur 2;
Figuur 5 toont een alternatief reliëf met schub-elementen;
Figuur 6 toont een eerste alternatieve uitvoeringsvorm van de handgreep met twee greepsecties van Figuur 2;
Figuur 7 toont een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van de handgreep met twee greepsecties van Figuur 2.
Figuur IA toont een hockeystick, geschikt om te gebruiken in een veldhockeyspel of -wedstrijd. De hockeystick is aan zijn onderzijde, de veld- en balzijde, voorzien van een haak of krul, geschikt om contact te maken met de hockeybal. De bovenzijde van de hockeystick is een steel, shaft of handvat waar de handen van de hockeysporter omheen worden geklemd. De bovenzijde van de hockeystick 1 is voorzien van een handgreep 3, welke is voorzien van een eerste (onderste) greepsectie 4 voor de onderste hand en van een tweede (bovenste) greepsectie 5 voor de bovenste hand van de hockey-speler. De lengte 6 van de eerste greepsectie is ongeveer gelijk aan de lengte van de tweede greepsectie 7 en bedraagt bij voorkeur ongeveer 20 cm. De gehele handgreep 3 heeft daarmee een lengte van ongeveer 40 cm. In Fig.lB is de doorsnede A-A van de handgreep in gemonteerde gebruikspositie Fig.lA nader in detail getoond met binnendiameter 8 van de handgreep 3 welke tevens de buitendiameter 8' aangeeft van het handvat van de hockeystick 1, en met buitendiameter 9 van de handgreep 3. De binnendiameter 8 bedraagt in dit uitvoeringsvoorbeeld ongeveer 26,5 mm en de buitendiameter ongeveer 29,5 mm. De handgreep 3 is vervaardigd van een flexibel en elastisch materiaal waaronder spuitgiet-rubber, neopreen of een andere kunststof. De binnendiameter 8 van de handgreep 3 is in ongemonteerde toestand kleiner dan de diameter 8' van de hockeystick, zodat de handgreep wordt uitgerekt tot een strakke en klemmende pasvorm, tijdens en na het aanbrengen rondom het handvat.
In Figuur 2 wordt een deel van de handgreep 3 getoond met onderste greepsectie 4, voorzien van een eerste reliëf, en bovenste greepsectie 5, voorzien van een tweede reliëf. Met de term reliëf worden alle elementen bedoeld, die zijn voorzien op het oppervlak van een greepsectie. Het eerste reliëf voorziet in een lichte grip voor de onderste rechterhand van de hockeyspeler, het tweede reliëf voorziet in een zware grip (de term grip omvat greep, weerstand, stroefheid) aan de bovenste linkerhand van de hockeyspeler. Op het eerste reliëf op de eerste greepsectie 4 in de uitvoeringsvorm van Figuur 2 is een profiel oftewel textuur gevormd door loodrecht op elkaar staande uitstekende ribben 10, die elkaar in hoofdzaak loodrecht kruisen en zo een oppervlaktepatroon vormen van rechthoekige of ruitvormige parallellogramvormige elementen 11 met lengte en breedte 12 (zie ook Figuur 3C). De afmeting van de lengte en breedte 12 van het ruitvormige element 11 wordt bijvoorkeur gekozen uit het bereik 0,5 - 5 mm, in de voorkeursuitvoeringsvorm zijn de lengte en de breedte aan elkaar gelijk en ongeveer 2 mm. De ribben 10 strekken zich over het oppervlak uit onder een hoek α en β met de omtrekslijn van de handgreep. Bij voorkeur worden α en β gekozen uit het bereik van 10° - 90°; in de voorkeursuitvoeringsvorm is α ongeveer 30° en is β ongeveer 60°.
In Figuur 3B wordt een doorsnede getoond van de overgangszone tussen het tweede reliëf van de tweede greepsectie aan de rechterzijde en het eerste reliëf van de eerste greepsectie aan de linkerzijde. De afstand 14 tussen de ribben zal gelijk of kleiner zijn dan de lengte en de breedte 12 van het ruitvormige element doordat de ribben zich over hoeken α en β uitstrekken. De hoogte 15 van de ribben 10 wordt gekozen uit een bereik van 0,1 - 1,5 mm en is bij voorkeur ongeveer 0,5 mm.
In Figuur 3C worden vier ruitvormige elementen 11 nader in detail getoond met ribben 10 en lengte 12 van de ribsegmenten oftewel element-zijranden. In de getoonde uitvoeringsvorm in figuur 3C is het ruitvorige element 11 voorzien van een verdiepte structuur met een kernvlak 13 en vier segmenten 14 welke zich uitstrekken tussen het kernvlak 13 en de zijranden 12 van het element 11. In de voorkeursuitvoeringsvorm heeft het centrumvlak ongeveer een afmeting van 0,3 x 0,3 mm.
Tevens wordt in Figuur 2 nader in detail het tweede reliëf getoond van de bovenste greepsectie 5, welke is voorzien van een profiel gevormd door een textuur van naar boven toe uitstekende noppen 20. De noppen zijn op regelmatige afstand van elkaar aangebracht op het oppervlak.
In Figuur 3A wordt in detail getoond dat de noppen bij voorkeur op onderling gelijke afstand tot elkaar zijn aangebracht in een driehoek-patroon met gelijke afstanden 21.
In Figuur 3B wordt getoond dat de noppen 20 bij voorkeur een cilindrisch of een (afgeknotte) kegelvormige vorm hebben, bijvoorkeur zijn de noppen voorzien van een open kern. De hoogte 22 van de noppen wordt gekozen uit het bereik 0,1-1 mm, bij voorkeur wordt voor de hoogte 22 een waarde van ongeveer 0,5 mm genomen. Uit onderzoek en praktijktesten is gebleken dat een reliëf met een dergelijke structuur en verhoudingen van afmetingen een zeer goede grip geeft, ook bij vochtig weer of bij zweetproductie van de hand. Bovendien is een dergelijk structuur gemakkelijk en goed te vervaardigen door middel van spuitgieten. In het bijzonder zijn de noppen hol en lopen taps toe in een afgeknotte kegelvorm met een topdiameter 23 welke tussen 0,5 en 3 mm ligt en bij voorkeur 1,5 mm is. De voetdiameter 24 van de noppen heeft een waarde tussen 0,5 en 6 mm en is bij voorkeur 2,75 mm.
In Figuur 4 wordt een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van het reliëf van de onderste handgreep, voorzien van een lichte, zachte grip. Dit reliëf is minder glad dan het reliëf van de onderste greepsectie 4 van Figuur 3C doordat een verdikte ribbe 16 spiraalvormig is voorzien over de ruitvormige parallellogramvormige elementen 11 met ribsegmenten 12. De hoogte 17 van de verdikte ribbe 16 zal bij voorkeur groter zijn dan de hoogte 15 van de parallellogramvormige elementen 11. Desgewenst kunnen nog tweede of meer verdikte ribben worden aangebracht. In Figuur 4 wordt een tweede verdikte ribbe 16' getoond, die tegengesteld spiraalsgewijs aan de eerste verdikte ribbe 16 op het oppervlak van de onderste greepsectie 3 is aangebracht en daardoor meer grip zal verlenen aan de onderste hand.
In Figuur 5 wordt een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van het reliëf van het handvat 3, welke van een grovere en dikkere textuur is voorzien en meer (zwaardere) grip geeft aan de handen. Het oppervlak van dit reliëf is voorzien van schub-elementen 30, die gedeeltelijk over elkaar heen zijn geplaatst. In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de schub-elementen 30 van onder naar boven op en over elkaar geplaatst. De omtrek-afstand 31 tussen de toppen van de schub-elementen 30 wordt gekozen uit het bereik 1-15 mm, bij voorkeur wordt voor de omtrek-afstand 31 een waarde van ongeveer 7 mm genomen. De axiale afstand 32 tussen de toppen van de schub-elementen 30 wordt in het bijzonder wordt gekozen uit het bereik 0,5 -10 mm, bij voorkeur wordt voor de axiale afstand 32 een waarde van ongeveer 7 mm genomen. De hoogte 33 van de schub-elementen 30 wordt gekozen uit een bereik van 0,1 - 1,5 mm en is bij voorkeur ongeveer 0,5 mm. Voor de dikte 34 van de handgreep worden waardes gekozen tussen 0,5 en 3 mm, bijvoorkeur is de dikte 34 ongeveer 2,5 mm. Uit onderzoek en praktijktesten is gebleken dat een dergelijk reliëf met een dergelijke structuur en (verhouding van) afmetingen een vergroting van de grip oplevert van de onderste hand. De hand kan snel over deze textuur naar onder worden verplaatst door middel van schuiven; naar boven glijden of verschuiven van de hand ondervindt meer weerstand door de van boven naar onder over elkaar liggende schub-elementen. Deze structuur van 'schubben' is bovendien gemakkelijk en goed te vervaardigen door middel van spuitgieten.
Figuur 6 toont een eerste alternatieve uitvoeringsvorm van de handgreep 3 volgens de uitvinding met twee greepsecties, zoals getoond in Figuur 2. Voor de bovenste greepsectie 5 is het reliëf van de 'schubben' 30 variant van Figuur 5 aangebracht in plaats van de 'noppen' 20 variant. Hierdoor wordt een handgreep verkregen die aan de bovenhand minder grip geeft maar wel meer grip geeft aan de hand dan de onderste greepsectie voorzien van ribben (10). De optimale waarden voor de afmetingen en hun onderlinge verhoudingen van de handgreep en het reliëf komen overeen met die, zoals bepaald bij Figuur 2 en Figuur 5.
Figuur 7 toont een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van de handgreep 3 met twee greepsecties. De bovenste greepsectie 5 is voorzien van de 'noppen' 20 variant van Figuur 2. Voor de onderste greepsectie 4 is nu de 'schubben' variant met schub-elementen 30 gekozen van Figuur 5. Hierdoor wordt een handgreep verkregen die aan de bovenhand veel grip geeft en die goed trillingen en schokken absorbeert als gevolg van slag-acties, en die van een onderste greepsectie is voorzien, die aan de onderste hand - in neerwaartse richting - weinig weerstand biedt, en die de hand in opwaartse richting veel weerstand biedt. De optimale waarden voor de afmetingen van de handgreep en het reliëf komen overeen met die, zoals bepaald bij Figuur 2 en Figuur 5. Deze handgreep is daardoor bijzonder geschikt voor gebruik onder natte en/of vochtige omstandigheden.

Claims (16)

1. Hulsvormige handgreep (3) voor toepassing op een handvat van een sportartikel, de handgreep omvat een eerste greepsectie (4) en een tweede greepsectie (5), met het kenmerk, dat de eerste greepsectie op zijn buitenoppervlak (18) is voorzien van een eerste reliëf en dat de tweede greepsectie op zijn buitenoppervlak is voorzien van een tweede reliëf.
2. Handgreep volgens conclusie 1, waarbij het eerste reliëf en het tweede reliëf een onderling verschillende weerstand oftewel grip uitoefenen op de hand van de gebruiker van het sportartikel.
3. Handgreep volgens conclusie 1-2, waarbij het sportartikel een hockeystick is, en waarbij de eerste greepsectie (4) is ingericht voor de onderste hand van de hockeysporter met de handen in de dribbelpositie, en waarbij de tweede greepsectie (5) is ingericht voor de bovenste hand van de hockeysporter en voor de onderste hand van de hockeyspeler met de handen in de slagpositie.
4. Handgreep volgens conclusie 3, waarbij de eerste greepsectie (4) is voorzien van een reliëf met een lichte weerstand voor de hand van de sporter, en waarbij de tweede greepsectie (5) is voorzien van een reliëf met een zware weerstand voor de hand van de sporter.
5. Handgreep volgens conclusie 4, waarbij het reliëf van de eerste greepsectie (4) wordt gevormd door ribben (10), die zich parallel aan elkaar uitstrekken over het buitenoppervlak (18).
6. Handgreep volgens conclusie 5, waarbij de ribben (10) ten minste twee sets van zich parallel uitstrekkende ribben omvat, waarbij de ribben van beide sets elkaar onderling onder een hoek kruisen, en daarbij een oppervlaktepatroon vormen van rechthoekige of ruitvormige parallellogramvormige elementen (11); bij voorkeur maken de ten minste twee sets ribben (10) een hoek (α, β) met de omtrekslijn over het oppervlak van de greepsectie; bij voorkeur worden de hoeken (α, β) gekozen uit het bereik van 10° - 90°; meer bij voorkeur is de hoek van de eerste set (α) ongeveer 30° en is de hoek van de tweede set (β) ongeveer 60°.
7. Handgreep volgens conclusie 5, waarbij de afmeting van de lengte en breedte (12) van het ruitvormige element (11) wordt gekozen uit het bereik 0,5 - 5 mm, in het bijzonder zijn de lengte en de breedte aan elkaar gelijk en hebben een afmeting van 2 mm.
8. Handgreep volgens conclusies 6-8, waarbij een of meer verdikte ribben (16, 16') zijn voorzien, die zich spiraalvormig over de ribben (10) en de ruitvormige parallellogramvormige elementen (11) uitstrekken; bij voorkeur is de hoogte (17) van de verdikte ribbe (16) groter dan de hoogte (15) van de ribben (10) van de parallellogramvormige elementen (11).
9. Handgreep volgens conclusie 4, waarbij het reliëf van de tweede greepsectie (5) wordt gevormd door uit het buitenoppervlak uitstekende noppen (20).
10. Handgreep volgens conclusie 9, waarbij de noppen (20) zijn aangebracht op onderling gelijke nopafstand (21) ten opzichte van elkaar in een driehoekspatroon.
11. Handgreep volgens conclusie 9 - 10, waarbij de noppen (20) een cilindrisch of een kegelvormige vorm hebben, bij voorkeur wordt de hoogte (22) van de noppen gekozen uit het bereik 0,1-1 mm, meer bij voorkeur is de hoogte ongeveer 0,5 mm.
12. Handgreep volgens conclusies 9 - 11, waarbij de noppen (20) hol zijn en radiaal buitenwaarts taps toe lopen; bij voorkeur hebben de noppen een afgeknotte kegelvorm; bij meer voorkeur hebben de noppen een topdiameter (23) welke ligt tussen 0,5 en 3 mm en welke in het bijzonder 1,5 mm is; meer bij voorkeur heeft de voetdiameter (24) van de noppen een waarde tussen 0,5 en 6 mm en is bij voorkeur ongeveer 2,75 mm.
13. Handgreep volgens conclusie 4, waarbij het reliëf van de tweede greepsectie (5) wordt gevormd door schub-elementen (30), die gedeeltelijk over elkaar heen zijn geplaatst.
14. Handgreep volgens conclusie 13, waarbij de omtrek-afstand (31) tussen de toppen van de schub-elementen (30) wordt gekozen uit het bereik 1-15 mm, in het bijzonder wordt voor de omtrek-afstand (31) een waarde van ongeveer 7 mm genomen; meer bij voorkeur wordt de axiale afstand (32) tussen de toppen van de schub-elementen (30) gekozen uit het bereik 0,5 - 10 mm, in het bijzonder wordt voor de axiale afstand (32) een waarde van ongeveer 7 mm genomen; meer in het bijzonder wordt de hoogte (33) van de schub-elementen (30) wordt gekozen uit een bereik van 0,1 - 1,5 mm, en in het bijzonder is de hoogte van de schub-elementen (33) ongeveer 0,5 mm; meer bij voorkeur wordt de dikte (34) van de handgreep gekozen uit het bereik van 0,5 - 3 mm, in het bijzonder is de dikte (34) ongeveer 2,5 mm.
15. Handgreep volgens conclusies 4-8, waarbij voor het reliëf van de tweede greepsectie (5) het reliëf met schub-elementen (30) van de tweede greepsectie volgens conclusies 13 - 14 wordt gekozen.
16. Handgreep volgens conclusie 4, waarbij de eerste greepsectie (4) is voorzien van het reliëf met schub-elementen (30) van de tweede greepsectie volgens conclusies 13 - 14, en waarbij de tweede greepsectie (5) is voorzien van het reliëf met noppen (20) volgens conclusies 9 - 12.
NL1041014A 2014-10-24 2014-10-24 Hulsvormige handgreep. NL1041014B9 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1041014A NL1041014B9 (nl) 2014-10-24 2014-10-24 Hulsvormige handgreep.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1041014A NL1041014B9 (nl) 2014-10-24 2014-10-24 Hulsvormige handgreep.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1041014B1 true NL1041014B1 (nl) 2016-10-04
NL1041014B9 NL1041014B9 (nl) 2017-03-30

Family

ID=58232663

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1041014A NL1041014B9 (nl) 2014-10-24 2014-10-24 Hulsvormige handgreep.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1041014B9 (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL1041014B9 (nl) 2017-03-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7416499B2 (en) Sports equipment handle
US7798912B2 (en) Variable hardness hand grip
US10569149B2 (en) Stick handling training device and method
US3173689A (en) Golf club handle
US4360201A (en) Racquetball or tennis racquet
JP7144888B2 (ja) 調整可能なハンドルを備えたハンドヘルドキューガイド
US8936522B2 (en) Batting swing training device
US20030166419A1 (en) Pool cue
WO2017146989A1 (en) Grip device and method for improving grip and aligning hands on sport equipment
US20070129186A1 (en) Grip for sports equipment
US20130196798A1 (en) Hand sack paddle apparatus
NL1041014B1 (nl) Hulsvormige handgreep.
US20110224033A1 (en) Mass Distributive Bat For Sports
CA2526724C (en) Hockey stick with ergonomic shaft
US20100004077A1 (en) Bat for striking ball
EP2401042B1 (en) A sporting article
US20170065863A1 (en) Game and components thereof
US5788590A (en) Stick game toy
GB2530901A (en) Grip, grip insert and, cricket bat handle
US20240226680A1 (en) Sport Equipment Balance Accessory
US20150335968A1 (en) Golf club grip
US20080132345A1 (en) Article of manufacture for improved segmented jump cue stick
KR20240073100A (ko) 탁구 라켓
US20160045790A1 (en) Smash golf racquet
CA2887952A1 (en) Eye-hand coordination training apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
TK Erratum

Effective date: 20170330

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20191101