NL1040743B1 - Borstelplukhouder. - Google Patents

Description

Borstelplukhouder

De uitvinding heeft betrekking op een borstelplukhouder voor het plaatsen door middel van drukken, schuiven en/of persen op bekende borstelkernen van veegmachines, in het bijzonder sneeuwveegmachi-nes.

Het betreft een eenvoudig en snel te monteren en te demonteren gebogen borstelplukhouder.

Het vastzetten van borstelplukken, bestaande uit borstelplukken of een aangesloten bezetting van draden, heeft op de gebruikelijke wijze plaats op stalen ringen, welke dan op de zogenaamde borstelkern van een veegmachine worden geschoven. Aan de bekende borstelringen kleven een aantal bezwaren. Het grootste bezwaar is dat de borstelkern uit de veegmachine gedemonteerd dient te worden. Dit zijn over het al-gemeen zwaar en lastig te hanteren cilinders met een lengte tot circa 6 meter. Daarna dienen de smalle stalen ringen met de borstelplukken, nadat de oude ringen met borstelplukken verwijderd zijn, handmatig één voor één op de lange cilindrische borstelkern geschoven te worden. Het geheel is kostbaar wat betreft voorzieningen en arbeidsuren. Kortom, aan het bestaande systeem van smalle stalen ringen voorzien van borstelplukken kleven nogal wat bezwaren.

De doelstelling van de onderhavige uitvinding betreft een zodanig verbeterd systeem van het opnieuw aanbrengen van borstelplukken te verschaffen waaraan vorengenoemde bezwaren niet kleven.

Hiertoe is overeenkomstig de uitvinding op zeer inventieve wijze een borstelplukhouder ontwikkeld, met het kenmerk, dat de borstelplukhouder de vorm heeft van een cilindrisch ringdeel met middelpuntshoek α (alfa), ringdikte P en cilindrische ringlente L en aan de binnenzijde voorzien is van ten minste één inschuifelement voor het aanbrengen in overeenkomstige omtrekselementen.

Het voordeel is, dat de borstelkern na gebruik van versleten bor-stelplukhouders overeenkomstig de uitvinding niet meer gedemonteerd hoeft te worden. Slechts de cirkelvormige eindplaat dient losgeschroefd te worden en segmentsgewijs kunnen de borstelplukhouders overeenkomstig de uitvinding door bijvoorbeeld af- en opschuiven vervangen worden. Dit geeft enorme voordelen in gebruik en qua kosten.

Verder is de borstelplukhouder overeenkomstig de uitvinding zo-damg verder ontwikkeld, met het kenmerk, dat de borstelplukhouder aan de buitenzijde voorzien is van verspringende rijen boringen voor borstel-plukken met diameter D en steek K, waarbij de opeenvolgende evenwij-dige rijen over circa een 0,5K steek versprongen zijn.

Het voordeel is dat een zeer dichte borstel zonder open sleuven ontstaat.

Dan is de borstelplukhouder overeenkomstig de uitvinding verder ontwikkeld, met het kenmerk, dat het aantal inschuifelementen ten min-ste twee is en een railvorm hebben schuifpassend in de omtrekselemen-ten langs de omtrek van de borstelkernen en een lengte L hebben en dat de onderlinge afstand van de inschuifelementen qua productie aan-pasbaar is aan het aantal en de vorm van de omtrekselementen van de bestaande of gebruikelijke borstelkernen.

Het voordeel is een universeel bruikbare borstelplukhouder, welke snel vervangbaar is.

De uitvinding is hieronder nader toegelicht aan de hand van een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm, weergegeven in de tekening.

Hierbij toont: figuur 1 een zijaanzicht van een tweetal geplaatste borstelplukhouders op een borstelkern; figuur 2 een vooraanzicht in scheve projectie van de borstelplukhouder overeenkomstig de uitvinding voorzien van een aantal borstel-plukken, waarbij de opeenvolgende rijen van boringen verspringend zijn; figuur 3 een aanzicht van een gevulde borstelplukhouder met bor-stelplukken en een tweetal inschuifelementen geschoven op het om-treksprofiel van een borstelkern; figuur 4 een zijaanzicht van de borstelplukhouder zonder borstel-plukken overeenkomstig de uitvinding met een maximaal aantal inschuifelementen; figuur 5 een aanzicht in scheve projectie van de borstelplukhouder zonder borstelplukken, waarbij de opeenvolgende rijen van boringen niet versprongen zijn; figuur 6 een aanzicht in scheve projectie van een in dwarsdoor-snede zwaluwstaartvormige basishouder met borsteldraden voor plaat-sing in de zwaluwstaartvormige gleuven langs de buitenomtrek van een gemodificeerde borstelplukhouder; figuur 7 een aanzicht in scheve projectie van de gemodificeerde borstelplukhouder voor borsteldraden met zwaluwstaartvormige gleuven in de lengterichting langs de buitenomtrek; en figuur 8 een aanzicht in scheve projectie van de gemodificeerde borstelplukhouder voor borsteldraden met zwaluwstaartvormige gleuven in de dwarsrichting langs de buitenomtrek.

In figuur 1 is een zijaanzicht weergegeven van een borstelkern 1, waarbij langs de omtrek reeds een tweetal borstelplukhouders 2 is ge-plaatst. In de borstelplukhouders 2 zijn de borstelplukken 3 aangebracht met de stalen of kunststoffen borstelharen 4, die mogelijk op zigzagwijze vooraf vervormd zijn en met een klemdraad (niet weergegeven) vastge-zet zijn in de houders 5. De houders 5 zijn met een borgdraad 6 (figuur 2) vastgezet in de borstelplukhouders 2 van kunststof of een ander geschikt materiaal. De weergegeven borstelkern 1 kan zodoende een vijf-tal borstelplukhouders 2 bevatten, welke een middelpuntshoek 2 pi/5 radialen hebben. De borstelplukhouders 2 zijn aanpasbaar aan de be-staande in gebruik zijnde borstelkernen voor bijvoorbeeld 6,7 of 8 bor- stelplukhouders. Een bestaande borstelkern is bijvoorbeeld beschreven in de ‘patent application” EP 13075071, getiteld: “Connection Segmental Parts Brush Core”. Hierin is de specifieke opbouw van de borstelkern beschreven.

In figuur 2 is een vooraanzicht in scheve projectie van de borstel-plukhouder 2 met een aantal geplaatste borstelplukken 3 weergegeven. De borstelplukhouder 2 omvat, in dit geval, een tweetal inschuifelemen-ten 7, waarvan de onderlinge afstand afhangt van de omtrekselementen 8 van de borstelkern 1 (zie figuur 1 en figuur 3). Langs de buitenzijde van de borstelplukhouder 2 zijn rijen boringen 9 aangebracht. De op-eenvolgende rijen boringen 9 zijn bij twee opeenvolgende rijen versprin-gend aangebracht met een afstand K. De onderlinge afstand van de boringen met diameter D in een rij is K. De verspringing van 2 opeenvolgende rijen van de boringen met diameter D is K/2. Ook zijn andere boorpatronen mogelijk (zie bijvoorbeeld figuur 5). De afmetingen van de borstelplukhouder 2 is L x LO x P. Hierin is L gelegen tussen de 200 mm en de 500 mm, bij voorkeur circa 300 mm. De lengte LO is afhankelijk van de betreffende borstelkern 1en het aantal borstelplukhouders. De dikte P is gelegen tussen de 10 mm en de 40 mm, bij voorkeur circa 30 mm. Voor hoek α zie figuur 1.

In figuur 3 is een aanzicht weergegeven van een gevulde borstelplukhouder 2 met borstelplukken 3, welke met de inschuifelementen 7 geschoven is in de omtrekselementen 8 van de borstelkern 1.

In figuur 4 is een zijaanzicht weergegeven van de borstelplukhou-der 2, 11 zonder borstelplukken 3 met een maximaal aantal inschuifelementen 7, 10. De inschuifelementen 10 zijn halve inschuifelementen. Het aantal borgdraden 6 is aanpasbaar aan het aantal rijen boringen 9. Ook zijn andere borgmiddelen bruikbaar, zoals klemmen en der-gelijke.

In figuur 5 is een aanzicht in scheve projectie weergegeven van de borstelplukhouder 11 zonder borstelplukken 3, waarbij de opeenvolgen-de rijen van boringen 9 niet versprongen zijn.

In figuur 6 is in scheve projectie een aanzicht weergegeven van een zwaluwstaartvormige basishouder 12 met erin verankerd een rij borsteldraden 13 voor plaatsing of schuiven in overeenkomstige zwaluwstaartvormige gleuven 14, 15 langs de buitenomtrek van de gemodi-ficeerde borstelhouders 16, 17 van de figuren 7 en 8.

Ten slotte dient nadrukkelijk vermeld te worden, dat hiervoor een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is beschreven en dat van-zelfsprekend verdere modificaties en dergelijke mogelijk zijn, zonder dat de beschermingsomvang van dit octrooischrift wordt verlaten.

Claims (10)

1. Borstelplukhouder, bestaande uit eenvoudig en snel te monteren en te demonteren gebogen delen voor het plaatsen door middel van drukken, schuiven en/of persen op bekende borstelkernen van veegmachines, in het bijzonder sneeuwveegmachines, met het ken-merk, dat de borstelplukhouder (2, 11) de vorm heeft van een cilindrisch ringdeel met middelpuntshoek α (alfa), ringdikte P en cilindrische ring-lengte L en aan de binnenzijde voorzien is van een van ten minste één inschuifelement (7) voor het aanbrengen in overeenkomstige omtreks-elementen (8).

2. Borstelplukhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de borstelplukhouder (2) aan de buitenzijde voorzien is van verspringende rijen boringen (9) voor borstelplukken (3) met diameter D en steek K, waarbij de opeenvolgende evenwijdige rijden over circa een 0,5 K steek zijn versprongen, waarbij tevens andere geschikte boorpatronen bruikbaar zijn.

3. Borstelplukhouder uitgevoerd als borstelhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat zwaluwstaartvormige basishouders (12) met een verankerd een rij borsteldraden (13) voor plaatsing of schuiven in overeenkomstige zwaluwstaartvormige gleuven (14, 15) langs de bui-tenomtrek van gemodificeerde borstelhouders (16, 17).

4. Borstelplukhouder volgens conclusie 1, 2, met het kenmerk, dat genoemde diameter D van de boringen (9) gelegen is tussen de 20 mm en de 30 mm, bij voorkeur circa 25 mm en de diepte van circa 25 mm voor het opnemen van de houder (5) van de borstelplukken (3).

5. Borstelplukhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ringdikte P gelegen is tussen de 20 mm en de 40 mm, bij voorkeur circa 30 mm en dat de ringlengte L gelegen is tussen de 200 mm en de 500 mm, bij voorkeur circa 300 mm.

6. Borstelplukhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde middelpuntshoek α (alfa) gelegen is tussen de 2pi/10 radia-len en de 2pi/4 radialen, waarbij de voorkeurswaarden 2pi/8; 2pi/7; 2pi/6 en 2pi/5 zijn.

7. Borstelplukhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aantal inschuifelementen (7) ten minste één is en een railvorm heb-ben schuifpassend in de omtrekselementen (8) langs de omtrek van de borstelkernen (1) en een lengte L hebben en dat de onderlinge afstand van de inschuifelementen (7) aanpasbaar is aan het aantal en de vorm van de omtrekselementen (8) van de bestaande of gebruikelijke borstelkernen (1).

8. Borstelplukhouder volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat de borstelplukken (3) met hun houder (5) in de boringen (9) door middel van een borgdraad (6) in de cilindrische ringlengte L zijn vastge-houden, waarbij ook andere borgmiddelen, zoals bijvoorbeeld klemmen, toegepast kunnen worden.

9. Borstelplukhouder volgens voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de borstelplukhouder (2) c.q. borstelhouders (16, 17) bij voorkeur vervaardigd is/zijn van kunststof.

10. Borstelplukhouder volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat betreffende kunststof bijvoorbeeld polypropyleen is.