NL1039891C2

NL1039891C2 - METHOD FOR CONFIGURING LIGHT SOURCES IN A SPACE.

Info

Publication number: NL1039891C2
Application number: NL1039891A
Authority: NL
Inventors: Robert Jaap Timmer; Jeroen Elles Wilhelmus Martinus Dalderop
Original assignee: Lighting Fundamentals Ip B V
Priority date: 2012-11-12
Filing date: 2012-11-12
Publication date: 2014-05-14
Also published as: EP2921033A2; WO2014073972A2; WO2014073972A3

Abstract

Method for composing a light source configuration in a space, for illuminating objects in the space comprising steps of: - analysing a configuration model comprising objects and a reference point, in which configuration model object data have been included for each object, such as illumination data, object dimensions, and an object position with respect to the reference point, wherein at least one scene type has been defined for a scene that can be evoked in the space by means of the light source configuration, - analysing a light source collection in which light source data have been included for each light source, - determining the light source configuration for the configuration model, wherein a number of light source positions with respect to the reference point are determined per object, wherein for each determined light source position: - a light intensity is determined for generating an illumination of the object relating to the scene type, - a light source is determined from the light source collection which light source is suitable for generating the light intensity.

Description

WERKWIJZE VOOR HET CONFIGUREREN VAN LICHTBRONNEN IN EEN RUIMTEMETHOD FOR CONFIGURING LIGHT SOURCES IN A SPACE

Een eerste aspect van de uitvinding betreft een werkwijze voor het configureren van lichtbronnen in een ruimte, ten behoeve van het in de ruimte aanlichten van 5 objecten zoals een tafel, een stoel, een zitbank, een kast, gordijnen, een muur waaraan een schilderij opgehangen is, een plafond, waarop een ornament aangebracht is, of een vloer waarop een decoratie aangebracht is, waarbij in deze tekst met het object ook relatief kort in de ruimte aanwezige voorwerpen bedoeld zijn, zoals een boek of een krant. Het configureren van lichtbronnen in een ruimte vindt 10 dagelijks plaats bijvoorbeeld in een geval waarin een kamer van een huis wordt ingericht of heringericht. Onder invloed van in de media getoonde trends heeft het inrichten van een kamer een grote vlucht genomen.A first aspect of the invention relates to a method for configuring light sources in a room, for the purpose of illuminating objects in the room such as a table, a chair, a sofa, a cupboard, curtains, a wall on which a painting is hung is a ceiling on which an ornament has been applied, or a floor on which a decoration has been applied, wherein in this text the object also includes objects present relatively briefly in the space, such as a book or a newspaper. The configuration of light sources in a room takes place daily, for example in a case where a room of a house is furnished or refurbished. Under the influence of trends shown in the media, furnishing a room has taken off.

Een tweede aspect van de uitvinding betreft een werkwijze voor het samenstellen van een scèneconfiguratie in een ruimte, ten behoeve van het aanlichten 15 van objecten in dè ruimte, waarbij in een lichtbronconfiguratie opgenomen lichtbronnen afgestemd worden voor het bereiken van bij de scène behorende belichting van de objecten.A second aspect of the invention relates to a method for assembling a scene configuration in a space, for the purpose of illuminating objects in the space, wherein light sources included in a light source configuration are tuned to achieve the exposure of the scene associated with the scene. objects.

Bij het inrichten van een ruimte zoals een kamer van een huis of kantoor, of bij het inrichten van een winkelruimte, is een lichtbronconfiguratie ten behoeve van het 20 aanlichten van objecten in de ruimte bepalend voor het verschaffen van een omgeving waarin een gebruiker van de ruimte zich kan welbevinden in afhankelijkheid van een door de gebruiker uit te voeren activiteit, zoals lezen of televisie kijken. De lichtbronconfiguratie is verder ondersteunend aan het accentueren van een in de ruimte heersende stijl en sfeer. Het bepalen van een lichtbronconfiguratie vormt 25 daarom een belangrijk onderdeel bij het inrichten van de ruimte, en wordt professioneel uitgevoerd door specialisten die hun beroep gemaakt hebben van het bepalen van lichtbronconfiguraties voor ruimtes waarin objecten plaatsbaar zijn.When furnishing a room such as a room of a house or office, or when furnishing a retail space, a light source configuration for illuminating objects in the room is decisive for providing an environment in which a user of the room can feel well depending on an activity to be performed by the user, such as reading or watching television. The light source configuration is further supporting the accentuation of a style and atmosphere prevailing in the room. The determination of a light source configuration is therefore an important part in the layout of the room, and is professionally performed by specialists who have made a profession of determining light source configurations for spaces in which objects can be placed.

Een dergelijke werkwijze, waarbij een vakman lichtbronnen in de ruimte situeert of configureert, en waarbij een lichtbronconfiguratie bepaald wordt, is in het vakgebied 30 algemeen bekend. De werkwijze waarbij een lichtbronconfiguratie bepaald wordt, is echter, zelfs voor de vakman, zeer complex, onoverzichtelijk en ingewikkeld om uit te voeren, mede omdat veel kennis, gevoel en inlevingsvermogen nodig is voor het in de ruimte aanlichten van objecten zodanig, dat met de lichtbronconfiguratie tenminste een gewenst effect bereikbaar is.Such a method, in which a person skilled in the art situates or configures light sources in the room, and in which a light source configuration is determined, is generally known in the art. However, even for those skilled in the art, the method by which a light source configuration is determined is very complex, unclear and complicated to carry out, partly because a great deal of knowledge, feeling and empathy is required for illuminating objects in the room such that with the light source configuration, at least one desired effect can be achieved.

35 Het is een nadeel van dergelijke werkwijzen dat voor een bepaald stijltype en voor een bepaald scènetype, het configureren van lichtbronnen in de ruimte leidt tot ongewenste belichtingen van objecten, zoals een te lage lichtintensiteit bij een object, 1 0 3 9 89 1 - 2 zoals een luie stoel, welk object bestemd is voor het lezen van een boek, en zoals een te hoge lichtintensiteit bij een object, zoals een luie stoel waar vanuit televisie gekeken wordt.It is a disadvantage of such methods that for a certain style type and for a certain scene type, configuring light sources in the room leads to undesired lighting of objects, such as a too low light intensity with an object, 1 0 3 9 89 1 - 2 such as a lazy chair, which object is intended for reading a book, and such as too high a light intensity with an object, such as a lazy chair from which television is viewed.

Het is een doel van de uitvinding om een werkwijze te verschaffen die 5 behulpzaam is bij het configureren van lichtbronnen in een ruimte, ten behoeve van het in de ruimte aanlichten van objecten, waarbij voor een bepaald stijltype en voor een bepaald scènetype gewenste objectbelichtingen mogelijk zijn.It is an object of the invention to provide a method which is helpful in configuring light sources in a room, for illuminating objects in the room, wherein object exposures desired for a certain style type and for a certain scene type are possible. .

In een eerste aspect van uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het samenstellen van een lichtbronconfiguratie in een ruimte, ten behoeve van het 10 aanlichten van objecten in de ruimte, omvattende stappen voor: het analyseren van een configuratiemodel dat objecten en een referentiepunt omvat, in welk configuratiemodel voor elk object objectgegevens opgenomen zijn, zoals belichtinggegevens, objectafmetingen en een objectpositie ten opzichte van het referentiepunt, waarin tenminste een scènetype bepaald is voor een 15 in de ruimte middels de lichtbronconfiguratie opwekbare scène, het analyseren van een lichtbronverzameling waarin voor elke lichtbron lichtbrongegevens opgenomen zijn, het voor het configuratiemodel bepalen van de lichtbronconfiguratie, waarbij per object een aantal lichtbronposities ten opzichte van het referentiepunt 20 bepaald wordt, waarbij voor elke bepaalde lichtbronpositie: een lichtintensiteit bepaald wordt voor het opwekken van een bij het scènetype behorende belichting van het object, uit de lichtbronverzameling een lichtbron bepaald wordt die geschikt is voor het opwekken van de lichtintensiteit. Hierdoor komt een werkwijze beschikbaar voor het 25 bepalen van een lichtbronconfiguratie voor een ruimte ten behoeve van het aanlichten van in de ruimte situeerbare objecten, waarbij voor elk object, in afhankelijkheid van het object, het aantal lichtbronposities, en dus het aantal lichtbronnen, bepaald wordt, waarbij bij het stijltype en het scènetype behorende objectbelichtingen mogelijk zijn, doordat op elke bepaalde lichtbronpositie de lichtintensiteit in afhankelijkheid van het 30 object bepaald wordt, en dat op elke bepaalde lichtbronpositie een voor de aanlichting van het object geschikte lichtbron bepaald wordt uit de lichtbronverzameling.In a first aspect of the invention, a method is provided for assembling a light source configuration in a space for illuminating objects in the space, comprising steps for: analyzing a configuration model comprising objects and a reference point, in which configuration model for each object object data are included, such as exposure data, object dimensions and an object position relative to the reference point, in which at least one scene type is determined for a scene that can be generated in the room by means of the light source configuration, analyzing a light source set in which light source data is recorded for each light source are determining the light source configuration for the configuration model, wherein a number of light source positions relative to the reference point is determined per object, wherein for each particular light source position: a light intensity is determined for generating a scene type type In the case of the exposure of the object, a light source is determined from the light source set that is suitable for generating the light intensity. As a result, a method becomes available for determining a light source configuration for a space for illuminating objects situated in the space, wherein for each object, depending on the object, the number of light source positions, and thus the number of light sources, is determined wherein object exposures associated with the style type and scene type are possible because the light intensity is determined at each particular light source position in dependence on the object and that at each particular light source position a light source suitable for illuminating the object is determined from the light source set.

In een uitvoeringsvorm, worden voor elke bepaalde lichtbron besturingswaarden bepaald voor het met de lichtbron opwekken van de lichtintensiteit. Hierdoor wordt het mogelijk een lichtintensiteit van de uit de lichtbronverzameling 35 bepaalde lichtbron aan te passen, zodanig dat de met de lichtbron opwekbare lichtintensiteit tot een bij de lichtbron behorende maximale prestatie instelbaar is, waardoor voor het object gunstige objectbelichtingen haalbaar zijn.In one embodiment, control values are determined for each particular light source for generating the light intensity with the light source. This makes it possible to adjust a light intensity of the light source determined from the light source set 35, such that the light intensity that can be generated with the light source can be adjusted to a maximum performance associated with the light source, as a result of which object exposures favorable to the object are feasible.

33

In een uitvoeringsvorm, omvat het configuratiemodel een referentievlak, en/of omvat het bepalen van het aantal lichtbronposities, het bepalen van een lichtbronoriëntatie ten opzichte van het referentiepunt en het referentievlak. Hierdoor wordt het per lichtbron bepalen van de oriëntatie mogelijk ten opzichte van het 5 referentiepunt en het referentievlak van het configuratiemodel, waarbij voor elke lichtbron bijvoorbeeld een hoek bepaald is ten opzichte van een in de ruimte gekozen referentiepunt en referentievlak, onder welke hoek een door de lichtbron opwekbare lichtbundel gericht moet worden voor een voor het object gunstige belichting.In one embodiment, the configuration model comprises a reference plane, and / or comprises determining the number of light source positions, determining a light source orientation relative to the reference point and the reference plane. This makes it possible to determine the orientation per light source with respect to the reference point and the reference plane of the configuration model, wherein for each light source, for example, an angle is determined with respect to a reference point and reference plane chosen in the space, at which angle a light source that can be generated by a light source must be directed for an illumination favorable for the object.

In een uitvoeringsvorm, wordt per in de lichtbronconfiguratie opgenomen 10 lichtbron een mate van invloed bepaald, waarbij de mate van invloed een verhouding is van een met de lichtbron opwekbare lichtintensiteit ten opzichte van een met de lichtbronconfiguratie opwekbare lichtintensiteit op een object dat met de lichtbron aangelicht wordt, waarbij de lichtbronconfiguratie overeenkomstig aangepast wordt indien de mate van invloed in hoofdzaak groter is dan een vooraf vastgestelde 15 drempelwaarde. Hierdoor wordt het mogelijk om te besparen op het toepassen van in de in eerste instantie bepaalde lichtbronconfiguratie opgenomen lichtbronnen die nauwelijks of geen invloed hebben op het te bereiken stijltype en/of de te bereiken scènetypes.In one embodiment, a degree of influence is determined for each light source included in the light source configuration, the degree of influence being a ratio of a light intensity that can be generated with the light source relative to a light intensity that can be generated with the light source configuration on an object illuminated with the light source. wherein the light source configuration is adjusted accordingly if the degree of influence is substantially greater than a predetermined threshold value. This makes it possible to save on the use of light sources included in the initially determined light source configuration that have little or no influence on the style type to be achieved and / or the scene types to be achieved.

In een uitvoeringsvorm, omvat de werkwijze een stap voor het vervaardigen van 20 een grafische weergave van de lichtbronconfiguratie, en/of een stap voor het in de grafische weergave aanduiden van een maatvoering van de per lichtbron bepaalde positie en oriëntatie ten opzichte van het referentiepunt en/of het referentievlak, en/of een stap voor het vervaardigen van een lijst met de per lichtbron bepaalde lichtbroneigenschappen. Hierdoor wordt een grafische weergave van de 25 lichtbronconfiguratie mogelijk, zoals een montagetekening, waarbij de grafische weergave voorzien is van maatvoering voor het in de ruimte aanbrengen van de volgens de lichtbronconfiguratie bepaalde lichtbronnen, en/of waarbij de grafische weergave voorzien is van een lijst, zoals een stuklijst, van lichtbronnen die in de ruimte aangebracht moeten worden, waarbij de lijst gegevens met lichtbroneigenschappen 30 omvat, zoals het type en de hoeveelheid van elk type.In one embodiment, the method comprises a step for producing a graphic representation of the light source configuration, and / or a step for indicating in the graphic representation a dimension of the position and orientation determined per light source with respect to the reference point and / or the reference plane, and / or a step for producing a list with the light source properties determined per light source. Hereby a graphical representation of the light source configuration becomes possible, such as a mounting drawing, wherein the graphical representation is provided with dimensions for arranging the light sources determined according to the light source configuration in the room, and / or wherein the graphical representation is provided with a list, such as a bill of material, of light sources to be provided in the space, the list comprising data with light source properties, such as the type and quantity of each type.

In een uitvoeringsvorm, worden de in de lichtbronconfiguratie opgenomen lichtbronnen in de ruimte aangebracht voor het aanlichten van objecten in de ruimte. Hierdoor wordt de ruimte ingericht met de volgens de uitvinding bepaalde lichtbronconfiguratie, waarbij elk object in afhankelijkheid van het scènetype met een 35 voor elk object gunstige lichtintensiteit belichtbaar is.In one embodiment, the light sources included in the light source configuration are arranged in the space for illuminating objects in the space. The space is hereby arranged with the light source configuration determined according to the invention, wherein each object can be illuminated with a light intensity favorable for each object, depending on the scene type.

In een uitvoeringsvorm, wordt een regelsysteem ingericht voor het regèlën van de lichtintensiteit van de in de lichtbronconfiguratie opgenomen lichtbronnen, en/of 4 waarbij de in de lichtbronconfiguratie opgenomen lichtbronnen in het regelsysteem opgenomen worden. Hierdoor komt een systeem beschikbaar voor het regelen van de lichtintensiteit van de in de ruimte aangebrachte lichtbronnen, en/of waarbij het regelsysteem zodanig geprogrammeerd wordt dat de in de ruimte aangebrachte 5 lichtbronnen bestuurbaar worden middels bediening van het regelsysteem. In een uitvoeringsvorm, wordt het regelsysteem voorzien van tenminste een bij een in de ruimte aangebrachte lichtbron behorende code, zoals een IP-adres van de in de ruimte aangebrachte lichtbron, waarbij een draadloze verbinding ingericht wordt voor besturing van de lichtbron middels het regelsysteem. Hierdoor wordt het mogelijk een 10 in de ruimte aangebrachte lichtbron middels het regelsysteem draadloos te bedienen.In one embodiment, a control system is arranged for controlling the light intensity of the light sources included in the light source configuration, and / or 4, wherein the light sources included in the light source configuration are included in the control system. A system hereby becomes available for controlling the light intensity of the light sources arranged in the space, and / or wherein the control system is programmed such that the light sources arranged in the space become controllable by operation of the control system. In one embodiment, the control system is provided with at least one code associated with a light source arranged in the space, such as an IP address of the light source arranged in the space, wherein a wireless connection is arranged for control of the light source by means of the control system. This makes it possible to operate a light source arranged in the room wirelessly by means of the control system.

In een uitvoeringsvorm, wordt het regelsysteem opgenomen in een mobiele bedieningsinrichting voor het bedienen van de lichtbronnen. Hierdoor wordt het regelen van de lichtintensiteit van de in de ruimte aangebrachte lichtbronnen mogelijk vanaf een bedieningsinrichting die door tenminste de ruimte verplaatsbaar is waarbij vanuit 15 tenminste elke positie in de ruimte de lichtintensiteit van de in de ruimte aangebrachte lichtbronnen regelbaar is.In one embodiment, the control system is incorporated in a mobile operating device for operating the light sources. This makes it possible to control the light intensity of the light sources arranged in the space from an operating device that is displaceable through at least the space, whereby the light intensity of the light sources arranged in the space can be controlled from at least every position in the space.

In een uitvoeringsvorm, wordt middels het regelsysteem een scènetype geselecteerd voor het opwekken van bij het scènetype behorende belichtingen van de objecten. Hierdoor wordt het mogelijk de lichtintensiteit van de in de ruimte 20 aangebrachte lichtbronnen te regelen volgens de bij het scènetype behorende bepaalde belichting van de objecten, waarbij het bij vooraf bepaalde meerdere scènes, gemakkelijk is om van de ene naar de andere scène te schakelen.In one embodiment, a scene type is selected by means of the control system for generating exposures of the objects associated with the scene type. This makes it possible to control the light intensity of the light sources arranged in the space 20 in accordance with the specific illumination of the objects associated with the scene type, wherein with predetermined multiple scenes it is easy to switch from one scene to the other.

In een uitvoeringsvorm, wordt bediening van de lichtbronnen middels het regelsysteem geanalyseerd voor het bepalen van een mate van frequentie, waarmee 25 het regelsysteem bediend wordt voor het aanpassen van een bepaalde scène, waarbij de besturingswaarden van in de lichtbronconfiguratie bepaalde lichtbronnen aangepast worden. Hierdoor wordt het mogelijk om een trend te analyseren in het gebruik van het regelsysteem waarbij de bediening, tijdens gebruik van een ingestelde scène, de besturingswaarden van in de lichtbronconfiguratie bepaalde lichtbronnen, bijvoorbeeld 30 handmatig, naar wens aangepast is.In one embodiment, operation of the light sources through the control system is analyzed to determine a degree of frequency with which the control system is operated for adjusting a specific scene, wherein the control values of light sources determined in the light source configuration are adjusted. This makes it possible to analyze a trend in the use of the control system in which the operation, while using a set scene, of the control values of light sources determined in the light source configuration, for example manually, is adjusted as desired.

In een uitvoeringsvorm, wordt het regelsysteem verbonden met een computer voor het analyseren van de bediening van de lichtbronnen middels het regelsysteem, en/of waarbij de computer een uitgangssignaal verschaft aan het regelsysteem indien de mate van frequentie, waarmee het regelsysteem bediend wordt voor het aanpassen 35 van een bepaalde scène middels de besturingswaarden van in de lichtbronconfiguratie bepaalde lichtbronnen, een vooraf bepaalde drempelwaarde overschreden heeft, en/of waarbij het uitgangssignaal verdere besturingswaarden omvat die per lichtbron 5 bepaald zijn op basis van de geanalyseerde bediening. Hierdoor wordt het mogelijk om met de computer een van de scène afwijkende trend te bepalen, waarbij bepaald wordt of de mate van frequentie de vooraf bepaalde drempelwaarde overschrijdt, waarbij de computer het uitgangssignaal verschaft aan het regelsysteem voor aanpassing van bij 5 het scènetype behorende besturingswaarden van de lichtbronnen, waarbij per lichtbron de eerder bepaalde besturingswaarden vervangen worden door verdere besturingswaarden op basis van een gebruikshistorie.In one embodiment, the control system is connected to a computer for analyzing the operation of the light sources through the control system, and / or wherein the computer provides an output signal to the control system if the degree of frequency with which the control system is operated for adjusting 35 of a certain scene by means of the control values of light sources determined in the light source configuration, has exceeded a predetermined threshold value, and / or wherein the output signal comprises further control values determined per light source 5 on the basis of the analyzed operation. This makes it possible to determine with the computer a trend that differs from the scene, wherein it is determined whether the degree of frequency exceeds the predetermined threshold value, the computer providing the output signal to the control system for adaptation of control values of the scene type of the scene type. the light sources, wherein for each light source the previously determined control values are replaced by further control values based on a usage history.

In een uitvoeringsvorm, wordt een sensor in de ruimte aangebracht voor opname in het regelsysteem, ten behoeve van het meten van lichtintensiteit, zodanig 10 dat een lichtintensiteit nabij een object meetbaar is voor vergelijking met de vooraf in het configuratiemodel bepaalde lichtintensiteit, waarbij de lichtintensiteit aanpasbaar is middels het aanpassen van de besturingswaarden van de lichtbron die bestemd is voor het belichten van het object. Hierdoor wordt een voor het object gunstige belichting mogelijk, door met behulp van de sensor een actuele, heersende lichtintensiteit nabij 15 een object te meten, ter vergelijking met de vooraf in het configuratiemodel bepaalde lichtintensiteit, voor het eventueel, naar wens aanpassen van de lichtintensiteit van de lichtbron die bestemd is voor het belichten van het object.In one embodiment, a sensor is arranged in the space for inclusion in the control system, for the purpose of measuring light intensity, such that a light intensity near an object can be measured for comparison with the light intensity predetermined in the configuration model, the light intensity being adjustable is by adjusting the control values of the light source intended for illuminating the object. This makes it possible to obtain an exposure which is favorable for the object by measuring a current prevailing light intensity near an object with the aid of the sensor, for comparison with the light intensity predetermined in the configuration model, for possibly adjusting the light intensity of the light source intended for illuminating the object.

In een uitvoeringsvorm, wordt voorafgaand aan de stap van het bepalen van de lichtbronconfiguratie een activiteitenverzameling geanalyseerd, in welke 20 activiteitenverzameling voor elke activiteit positiegegevens opgenomen zijn omvattende een afstand en een oriëntatie van een eerste in de ruimte geconfigureerd object ten opzichte van een tweede in de ruimte geconfigureerd object, waarbij het voor het configuratiemodel bepalen van de lichtbronconfiguratie, het bepalen omvat van een aantal in de ruimte uitvoerbare activiteiten, en waarbij 25 - het per object bepalen van een aantal lichtbronnen, het per object uit de activiteitenverzameling bepalen omvat van een aantal activiteiten, waarbij voor elke bepaalde activiteit per object het aantal lichtbronnen bepaald wordt. Hierdoor wordt het mogelijk om het aantal in de lichtbronconfiguratie op te nemen lichtbronnen te bepalen in afhankelijkheid van de activiteiten die gekoppeld zijn aan in de ruimte ten opzichte 30 van elkaar geplaatste objecten, zoals een positie van een bank ten opzichte van een positie van een televisie een activiteittype bepaalt zoals televisiekijken, en zoals een positie van een luie stoel ten opzichte van een positie van een raam een verder activiteittype bepaalt zoals het lezen van een boek.In one embodiment, prior to the step of determining the light source configuration, an activity set is analyzed, in which activity set for each activity position data is included including a distance and an orientation of a first object configured in the space relative to a second object in the space. space-configured object, wherein determining the light source configuration for the configuration model comprises determining a number of activities that can be carried out in the space, and wherein - determining a number of light sources per object comprises determining a number of objects per object from the activity set activities, whereby the number of light sources per object is determined per object. This makes it possible to determine the number of light sources to be incorporated in the light source configuration in dependence on the activities that are linked to objects placed in the space relative to each other, such as a position of a bank relative to a position of a television determines an activity type such as watching television, and as a position of a lazy chair relative to a position of a window determines a further activity type such as reading a book.

In een uitvoeringsvorm, wordt het aantal lichtbronnen per object bepaald door 35 de activiteit waarvoor het hoogst bepaalde aantal lichtbronnen voor dat object benodigd is. Hierdoor wordt het mogelijk voor de objecten een lichtbron te bepalen uit de lichtbronverzameling, waarbij de lichtbron geschikt is voor het belichten van het 6 object voor alle in de ruimte bepaalde uitvoerbare activiteiten.In one embodiment, the number of light sources per object is determined by the activity for which the highest determined number of light sources is required for that object. This makes it possible to determine a light source for the objects from the light source set, the light source being suitable for illuminating the object for all executable activities determined in the space.

Een tweede aspect van de uitvinding verschaft een werkwijze voor het samenstellen van een scèneconfiguratie in een ruimte, ten behoeve van het aanlichten van objecten in de ruimte, gekenmerkt, doordat de werkwijze stappen omvat voor: 5 - het analyseren van een configuratiemodel dat objecten en een referentiepunt omvat, in welk configuratiemodel voor elk object objectgegevens opgenomen zijn, zoals belichtinggegevens, objectafmetingen en een objectpositie ten opzichte van het referentiepunt, waarin tenminste een scènetype bepaald is voor een in de ruimte middels de lichtbronconfiguratie opwekbare scène, 10 - het analyseren van een lichtbronconfiguratie waarin voor elke lichtbron lichtbrongegevens opgenomen zijn, zoals verlichtinggegevens, en een lichtbronpositie ten opzichte van het referentiepunt, het voor elke lichtbron bepalen van besturingswaarden voor het opwekken van bij het scènetype behorende belichtingseffect. Hierdoor wordt het 15 mogelijk om voor een gegeven configuratiemodel van objecten en voor een gegeven lichtbronconfiguratie, de besturingswaarden van in de lichtbronconfiguratie opgenomen lichtbronnen te bepalen voor het bereiken van een belichting van de objecten volgens het bepaalde scènetype.A second aspect of the invention provides a method for assembling a scene configuration in a space for illuminating objects in the space, characterized in that the method comprises steps for: - analyzing a configuration model comprising objects and a reference point, in which configuration model object data are included for each object, such as exposure data, object dimensions and an object position relative to the reference point, in which at least one scene type is determined for a scene that can be generated in the room by means of the light source configuration, - analyzing a light source configuration wherein for each light source light source data is included, such as lighting data, and a light source position relative to the reference point, determining control values for each light source for generating the lighting effect associated with the scene type. This makes it possible for a given configuration model of objects and for a given light source configuration to determine the control values of light sources included in the light source configuration for achieving an exposure of the objects according to the determined scene type.

De uitvinding zal nu meer in detail worden beschreven aan de hand van (een) 20 enkele uitvoeringsvorm(en) onder verwijzing naar de figuren. Getoond wordt in:The invention will now be described in more detail with reference to (a) single embodiment (s) with reference to the figures. Shown is:

Figuur 1 een objectenconfiguratie van in een ruimte gesitueerde objecten waarin ten behoeve van het aanlichten van objecten in de ruimte, een lichtbronconfiguratie bepaald kan worden,Figure 1 shows an object configuration of objects located in a room in which a light source configuration can be determined for illuminating objects in the room,

Figuur 2 een schema van een werkwijze voor het samenstellen van een 25 lichtbronconfiguratie in een ruimte, zoals de ruimte volgens figuur 1,Figure 2 shows a diagram of a method for assembling a light source configuration in a space, such as the space according to Figure 1,

Figuur 3 een lichtbronconfiguratie, waarbij lichtbronnen bepaald zijn volgens de werkwijze van figuur 2 voor de in de ruimte opgenomen objectenconfiguratie volgens figuur 1,Figure 3 shows a light source configuration, wherein light sources are determined according to the method of Figure 2 for the object configuration according to Figure 1 incorporated in the space,

Figuur 4 een in de objectenconfiguratie of in het configuratiemodel volgens 30 figuur 1 geplaatste lichtbronconfiguratie volgens figuur 3,Figure 4 shows a light source configuration according to Figure 3 placed in the object configuration or in the configuration model according to Figure 1,

Figuur 5 een schema van een werkwijze voor het samenstellen van een lichtbronconfiguratie en een scèneconfiguratie in een ruimte, ten behoeve van het aanlichten van objecten in de ruimte, op basis van voor de ruimte relevante activiteiten. Figuur 6 een schema van een werkwijze voor het samenstellen van een 35 scèneconfiguratie in een ruimte waarin een lichtbronconfiguratie aanwezig is, waarbij voor elke lichtbron besturingswaarden bepaald worden.Figure 5 is a diagram of a method for assembling a light source configuration and a scene configuration in a room, for illuminating objects in the room, based on activities relevant to the room. Figure 6 shows a diagram of a method for assembling a scene configuration in a room in which a light source configuration is present, wherein control values are determined for each light source.

In alle figuren duiden gelijke verwijzingscijfers gelijke onderdelen aan. Figuur 1 7 toont een indeling van een ruimte 1, in dit voorbeeld een kamer 1, zoals een woonkamer, welke kamer 1 ingericht is met meerdere objecten 2, zoals in dit voorbeeld een tafel 21, een stoel 22, een televisie 23, een televisietafel 24, een salontafel 25, een bank 26, en een kast 27, in dit voorbeeld een boekenkast 27. De ruimte 1 is in dit 5 voorbeeld begrensd door ruimtebegrenzingen zoals een vloer 11, een plafond 12, een eerste muur 13 waarin een eerste raam 14 geplaatst is, een tweede muur 15 waarin een tweede raam 16 geplaatst is met een naast het tweede raam 16 opgesteld raamafscheidingssysteem 161, 162, in dit voorbeeld gordijnen 161, 162, en een derde muur 17 waarin een deur 18 aangebracht is. In deze tekst worden de 10 ruimtebegrenzingen ook als objecten 2 aangeduid. In deze tekst worden met de term objecten 2 ook die voorwerpen bedoeld die tijdelijk in de ruimte 1 aanwezig kunnen zijn, maar die niet getoond zijn, zoals een boek, of een krant, of een elektronische inrichting voor communicatie en vermaak, zoals een laptop of een computerspelletje.In all figures, the same reference numerals indicate the same parts. Figure 1 7 shows a layout of a room 1, in this example a room 1, such as a living room, which room 1 is furnished with several objects 2, such as in this example a table 21, a chair 22, a television 23, a television table 24, a coffee table 25, a sofa 26, and a cupboard 27, in this example a bookcase 27. The space 1 in this example is bounded by space limitations such as a floor 11, a ceiling 12, a first wall 13 in which a first window 14, a second wall 15 in which a second window 16 is placed with a window separation system 161, 162 arranged in addition to the second window 16, in this example curtains 161, 162, and a third wall 17 in which a door 18 is arranged. In this text, the 10 space boundaries are also referred to as objects 2. In this text, the term objects 2 also means those objects which may be present temporarily in space 1, but which are not shown, such as a book or newspaper, or an electronic device for communication and entertainment, such as a laptop or a computer game.

Figuur 1 toont een objectenconfiguratie 3, waarin in dit voorbeeld genoemde 15 objecten 2 opgenomen zijn, waarin voor elk object 2 een positie en/of oriëntatie ten opzichte van een referentiepunt R en/of een referentievlak A bepaald is. De in de objectenconfiguratie 3 opgenomen objecten 2 zijn gekenmerkt door objectgegevens, zoals objectafmetingen en belichtinggegevens, welke belichtinggegevens eigenschappen van de objecten omvatten die van belang zijn voor het aanlichten, 20 zoals een hoek waaronder het object 2 bij voorkeur aangelicht wordt, zoals een hoek of oriëntatie bij een schilderij, een mate van spiegeling van het object, kleur, glans, matheid, diffusie, transparantie, enzovoorts. De objectenconfiguratie 3 vormt een verzameling van gegevens betreffende de in de ruimte 1 gesitueerde objecten 2, welke verzameling een basis vormt voor een configuratiemodel dat geschikt is voor 25 verwerking door een op een computer werkzame toepassing voor het per object bepalen van de objectpositie ten opzichte van het referentiepunt R en/of het referentievlak A.Figure 1 shows an object configuration 3, in which objects 2 mentioned in this example are included, in which a position and / or orientation relative to a reference point R and / or a reference plane A is determined for each object 2. The objects 2 included in the object configuration 3 are characterized by object data, such as object dimensions and exposure data, which exposure data comprise properties of the objects that are important for illuminating, such as an angle at which the object 2 is preferably illuminated, such as an angle or orientation with a painting, a degree of mirroring of the object, color, gloss, dullness, diffusion, transparency, and so on. The object configuration 3 forms a collection of data concerning the objects 2 situated in the space 1, which collection forms a basis for a configuration model that is suitable for processing by an application operating on a computer for determining the object position per object relative to the reference point R and / or the reference plane A.

In deze tekst wordt met de term lichtbron een element voor het opwekken van licht bedoeld, welk element als een geheel in de handel verkrijgbaar is. De lichtbron 30 kan een gloeilamp of een led-lamp zijn, waarbij de led-lamp meerdere leds kan omvatten. Alternatief kan de lichtbron langwerpig zijn, zoals een TL-buis of een flexibel element, zoals neon-verlichting, waarbij het langwerpige element een of meer led-lampen omvat. Met de term lamp kan in het algemeen taalgebruik twee verschillende voorwerpen bedoeld zijn. In een eerste betekenis van een lamp wordt een los in de 35 winkel verkrijgbare lamp bedoeld die in een armatuur plaatsbaar is voor een elektrische aansluiting van de lamp op het net. In een tweede betekenis van een lamp wordt een samenstel bedoeld omvattende een armatuur en een constructie voor het positioneren 8 van een lamp volgens de eerste betekenis, zoals een lichtbron of een lichtpunt, waarbij de constructie bijvoorbeeld een steun omvat voor plaatsing van het samenstel op een vloer of aan een muur, en/of waarbij het samenstel een kap omvat voor het richten van een met de lichtbron opwekbare lichtbundel. In deze tekst wordt een lamp volgens de 5 eerste betekenis aangeduid met de term lichtbron”, en een lamp volgens de tweede betekenis met de term “lampsysteem”. Volgens deze definitie omvat een lampsysteem tenminste een lichtbron, zoals, bij wijze van illustratie, in figuur 4 boven de tafel 21 een lampsysteem 40 getoond is dat drie lichtbronnen 41, 42, 43 omvat. In deze tekst kan het eerste en/of het tweede raam 14, 16 als lichtbron beschouwd worden, die 10 eventueel tot de lichtbronconfiguratie gerekend kan worden, waarvoor zelfs een besturingswaarde bepaald kan worden, bijvoorbeeld door een hoeveelheid door het raam schijnend licht althans ten dele te doseren, maar het zal begrepen worden dat deze vorm van een lichtbron noch een lamp volgens de eerste betekenis is, noch volgens de tweede betekenis, en überhaupt geen lamp omvat.In this text, the term light source means an element for generating light, which element is commercially available as a whole. The light source 30 can be an incandescent lamp or an LED lamp, the LED lamp comprising several LEDs. Alternatively, the light source can be elongated, such as a fluorescent tube or a flexible element, such as neon lighting, wherein the elongated element comprises one or more LED lamps. The term lamp can in general mean two different objects. In a first sense of a lamp is meant a lamp which is available separately in the shop and which can be placed in a fixture for an electrical connection of the lamp to the mains. In a second sense of a lamp is meant an assembly comprising a fixture and a construction for positioning a lamp according to the first meaning, such as a light source or a light point, wherein the construction comprises, for example, a support for placing the assembly on a floor or on a wall, and / or wherein the assembly comprises a cap for directing a light beam that can be generated with the light source. In this text, a lamp according to the first meaning is indicated by the term light source, and a lamp according to the second meaning by the term "lamp system". According to this definition, a lamp system comprises at least one light source, such as, by way of illustration, is shown above the table 21 in a lamp system 40 comprising three light sources 41, 42, 43. In this text, the first and / or the second window 14, 16 can be considered as a light source, which can optionally be counted as a light source configuration, for which a control value can even be determined, for example by an amount of light shining through the window or at least partially but it will be understood that this shape of a light source is neither a lamp according to the first meaning nor according to the second meaning, and does not even include a lamp.

15 Voor het met verlichting inrichten van de ruimte 1 is een werkwijze denkbaar waarbij lichtbronnen in de ruimte 1 geplaatst worden gebaseerd op in de ruimte 1 aanwezige, maar niet getoonde, voedingspunten, zoals een stopcontact, bijvoorbeeld vanwege een lengte van een bij de lamp behorend elektriciteitssnoer. Een vakman begrijpt dat volgens laatstgenoemde werkwijze, over het algemeen, een weinig 20 samenhangende belichting van de objecten 2 haalbaar is.For furnishing the room 1 with lighting, a method is conceivable in which light sources are placed in the room 1 based on power points present in the room 1, but not shown, such as an outlet, for example due to a length of a lamp associated with the lamp power cord. A person skilled in the art understands that according to the latter method, in general, ill-coherent exposure of the objects 2 is achievable.

Figuur 2 toont schematisch de werkwijze 6 voor het samenstellen van een in figuur 3 getoonde lichtbronconfiguratie 5 in een ruimte 1, ten behoeve van het aanlichten van de objecten 2 in de ruimte 1, waarbij de lichtbronconfiguratie 5 bepaald wordt ten opzichte van het referentiepunt R en/of het referentievlak A. De werkwijze 25 omvat stappen voor het analyseren 100 van het configuratiemodel, in figuur 2 aangeduid met ANALYSE/OBJ, het analyseren 200 van een lichtbronverzameling, in figuur 2 aangeduid met ANALYSE/L, en het voor het configuratiemodel bepalen 300 van de lichtbronconfiguratie 5, in figuur 2 aangeduid met CONFIG/L.Figure 2 schematically shows the method 6 for assembling a light source configuration 5 shown in Figure 3 in a space 1, for illuminating the objects 2 in the space 1, the light source configuration 5 being determined relative to the reference point R and / or the reference plane A. The method 25 comprises steps for analyzing 100 of the configuration model, designated ANALYSIS / OBJ in Figure 2, analyzing 200 of a light source set, designated ANALYSIS / L in Figure 2, and determining for the configuration model 300 of the light source configuration 5, denoted in FIG. 2 as CONFIG / L.

In het te analyseren 100 configuratiemodel zijn voor elk object objectgegevens 30 opgenomen, zoals de belichtinggegevens, de objectafmetingen en de objectpositie ten opzichte van het referentiepunt R en/of het referentievlak A van het configuratiemodel. In het configuratiemodel is verder tenminste een scènetype bepaald voor een in de ruimte middels de lichtbronconfiguratie opwekbare scène, waarbij een scène een met de lichtbronconfiguratie opwekbare sfeer of beleving is die bedoeld is om door een 35 gebruiker van de ruimte 1, bij een op de scène afgestemde activiteit van de gebruiker, als aangenaam ervaren te worden en de gebruiker een doelmatig of prettig welbevinden bewerkstelligt. Een aansprekend voorbeeld van een scène is een 9 aperitiefscène, waarbij met de lichtbronconfiguratie een gezellige sfeer opwekbaar is. Een ander voorbeeld is een scène waarbij televisie gekeken wordt, of waarbij ontbeten wordt.The 100 configuration model to be analyzed includes object data 30 for each object, such as the exposure data, the object dimensions and the object position relative to the reference point R and / or the reference plane A of the configuration model. Furthermore, in the configuration model, at least one scene type is determined for a scene that can be generated in the room by means of the light source configuration, wherein a scene is an atmosphere or experience that can be generated with the light source configuration and which is intended to be performed by a user of the room 1 at a scene. activity of the user, to be experienced as pleasant and the user achieves an efficient or pleasant well-being. An appealing example of a scene is a 9 aperitif scene, where a cozy atmosphere can be created with the light source configuration. Another example is a scene where television is watched, or where breakfast is served.

Voor het bepalen van de lichtbronconfiguratie 5 is naast het analyseren 100 van 5 de objectenconfiguratie 3, het analyseren 200 nodig van een lichtbronverzameling waarin voor elke in de lichtbronverzameling opgenomen lichtbron lichtbrongegevens opgenomen zijn, zoals een maximaal vermogen, een voltage, een maximaal optredende stroom, een lichtintensiteit, een lichtspreidingkarakteristiek, een kleur of een kleurtemperatuur, een afmeting, en dergelijke. De lichtbronverzameling vormt een 10 groep van lichtbronnen waaruit een keuze gemaakt kan worden bij het bepalen van een lichtbron in de lichtbronconfiguratie 5, en bij het bepalen van eigenschappen van elke lichtbron in de lichtbronconfiguratie 5.In order to determine the light source configuration 5, in addition to analyzing 100 of the object configuration 3, it is necessary to analyze 200 a light source set in which light source data is included for each light source included in the light source set, such as a maximum power, a voltage, a maximum occurring current, a light intensity, a light distribution characteristic, a color or a color temperature, a size, and the like. The light source collection forms a group of light sources from which a choice can be made when determining a light source in the light source configuration 5, and when determining properties of each light source in the light source configuration 5.

Voor het bepalen 300 van de lichtbronconfiguratie 5, in figuur 2 aangeduid met CONFIG/L, wordt, naast het analyseren 100 van de objectenconfiguratie 3 en het 15 analyseren 200 van een lichtbronverzameling, voor het configuratiemodel per object een aantal lichtbronposities ten opzichte van het referentiepunt R en/of het referentievlak A bepaald 325, in figuur 2 aangeduid met #L/OBJ. In de werkwijze wordt voor het bepalen van het aantal lichtbronposities per object een aantal lichtbronnen toegewezen, bijvoorbeeld in afhankelijkheid van de lengte van het object. Bij 20 aanwezigheid van een in hoofdzaak vierkante tafel in het configuratiemodel, wordt bijvoorbeeld een enkele lichtbron gekozen voor het enkele object “vierkante tafel”. Bij aanwezigheid van een langwerpige tafel 21 waarvan een lengteafmeting bijvoorbeeld tenminste twee maal zo groot is als een breedteafmeting, wordt bijvoorbeeld een tweetal, een drietal, of een viertal lichtbronnen gekozen in afhankelijkheid van de 25 lengte van de tafel 21 ten opzichte van de breedte van de tafel 21.For determining 300 of the light source configuration 5, designated CONFIG / L in Figure 2, in addition to analyzing 100 of the object configuration 3 and analyzing 200 a light source set, for the configuration model a number of light source positions with respect to the reference point R and / or the reference plane A determined 325, designated # L / OBJ in Figure 2. In the method, a number of light sources is allocated for determining the number of light source positions per object, for example depending on the length of the object. In the presence of a substantially square table in the configuration model, for example, a single light source is selected for the single "square table" object. In the presence of an elongated table 21 whose length dimension is at least twice as large as a width dimension, for example, two, three, or four light sources are selected in dependence on the length of the table 21 relative to the width of the table 21.

Bij het bepalen 300 van de lichtbronconfiguratie 5, wordt volgens de werkwijze 6 voor elke bepaalde lichtbronpositie een lichtintensiteit bepaald 350, in figuur 2 aangeduid met INTENS/L, voor het opwekken van een bij het scènetype behorende belichting van het object 2. Bij aanwezigheid van de langwerpige tafel 21, waarbij de 30 tafel 21 geschikt geacht wordt voor gebruik tijdens het eten en/of lezen, wordt voor elke bij de tafel 21 bepaalde lichtbronpositie een lichtintensiteit bepaald, op basis waarvan volgens de werkwijze 6 uit de lichtbronverzameling een lichtbron 4 bepaald 375 wordt die geschikt is voor het opwekken van de lichtintensiteit, in figuur 2 aangeduid met CHOICE/L. De beschreven werkwijze 6 maakt het bepalen 300 mogelijk van een 35 lichtbronconfiguratie 5 voor een ruimte 1 ten behoeve van het aanlichten van in de ruimte 1 situeerbare objecten 2, waarbij bij het stijltype en het scènetype behorende objectbelichtingen mogelijk zijn, doordat op elke bepaalde lichtbronpositie de 10 lichtintensiteit in afhankelijkheid van het object bepaald 350 wordt, en dat op elke bepaalde lichtbronpositie een voor de aanlichting van het object 2 geschikte lichtbron bepaald 375 wordt uit de lichtbronverzameling.In determining 300 of the light source configuration 5, according to the method 6, a light intensity is determined for each particular light source position 350, indicated in FIG. 2 by INTENS / L, for generating an exposure of the object 2 associated with the scene type. the elongated table 21, wherein the table 21 is considered suitable for use during eating and / or reading, a light intensity is determined for each light source position determined at the table 21, on the basis of which according to the method 6 a light source 4 is determined from the light source set 375, which is suitable for generating the light intensity, is designated CHOICE / L in Figure 2. The method 6 described makes it possible to determine 300 a light source configuration 5 for a space 1 for illuminating objects 2 situated in the space 1, whereby object exposures associated with the style type and the scene type are possible because at each particular light source position the The light intensity in dependence on the object is determined 350, and that at each particular light source position a light source suitable for illuminating the object 2 is determined 375 from the light source set.

Figuur 3 toont een lichtbronconfiguratie 5 die samengesteld is volgens de 5 werkwijze 6 volgens figuur 2, waarbij per object 2 het aantal lichtbronposities ten opzichte van het referentiepunt R en/of het referentievlak A bepaald 325 is, waarbij voor elke bepaalde lichtbronpositie uit de lichtbronverzameling een lichtbron bepaald is die geschikt is voor het opwekken van de lichtintensiteit. Voor elke bepaalde lichtbron 4 zijn besturingswaarden bepaald 400 voor het met de lichtbron 4 opwekken van de 10 lichtintensiteit. Bij het samenstellen van de lichtbronconfiguratie 5 is bijvoorbeeld een enkele lichtbron 4 bepaald die geschikt is voor het opwekken van 91 lux, waarbij uit de lichtbronverzameling bijvoorbeeld een lichtbron 4 gekozen is die geschikt is voor het opwekken van 100 lux. Voor het afstemmen van de door de ene lichtbron 4 op te wekken lichtintensiteit op de lichtintensiteit die volgens de werkwijze 6 bepaald 350 is, 15 wordt volgens de werkwijze 6 een besturingswaarde voor de ene lichtbron 4 bepaald 400, die de met de ene lichtbron 4 op te wekken lichtintensiteit, in dit voorbeeld, aanpast op een waarde van 91 lux, bijvoorbeeld door te bepalen dat, voor de ene lichtbron 4, een stuurspanning bepaald 400 wordt op 91% van de nominale stuurspanning.Figure 3 shows a light source configuration 5 assembled according to the method 6 according to Figure 2, wherein per object 2 the number of light source positions relative to the reference point R and / or the reference plane A is determined to be 325, wherein for each particular light source position from the light source set light source is determined which is suitable for generating the light intensity. For each particular light source 4, control values 400 have been determined for generating the light intensity with the light source 4. When assembling the light source configuration 5, for example, a single light source 4 is determined which is suitable for generating 91 lux, wherein, for example, a light source 4 suitable for generating 100 lux is selected from the light source collection. For adjusting the light intensity to be generated by the one light source 4 to the light intensity determined by the method 6, according to the method 6 a control value for the one light source 4 is determined, which is the one with the one light source 4. adjusts the light intensity to be generated, in this example, to a value of 91 lux, for example by determining that, for one light source 4, a control voltage is determined 400 at 91% of the nominal control voltage.

20 Figuur 3 toont een lichtbronconfiguratie 5 die samengesteld is volgens de werkwijze 6 volgens figuur 2, waarbij per object 2 het aantal lichtbronposities ten opzichte van het referentiepunt R en/of het referentievlak A bepaald 325 is, waarbij voor elke bepaalde lichtbron 4 een lichtbronoriëntatie ten opzichte van het referentiepunt R en/of het referentievlak A bepaald 326 is, in figuur 2 aangeduid met 25 ORIEN. De lichtbronoriëntatie is van belang voor een installateur van de lichtbronconfiguratie 5, omdat naast de positie van elke lichtbron 4 een richting van de lichtbron 4, of een door de lichtbron 4 bepaalde lichtbundel, de aanlichting van bijbehorend object 2 bepaalt, zoals een lichtbron 4 voor het aanlichten van een schilderij vaak ten opzichte van een plafond 12 of een referentievlak A schuin gericht is, 30 of onder een scherpe hoek ten opzichte van een plafond 12 of een referentievlak A gericht is.Figure 3 shows a light source configuration 5 assembled according to the method 6 according to Figure 2, wherein per object 2 the number of light source positions relative to the reference point R and / or the reference plane A is determined to be 325, wherein for each particular light source 4 a light source orientation is determined relative to the reference point R and / or the reference plane A is determined 326, denoted in FIG. 2 by ORIEN. The light source orientation is important for an installer of the light source configuration 5, because in addition to the position of each light source 4 a direction of the light source 4, or a light beam determined by the light source 4, determines the illumination of associated object 2, such as a light source 4 for illuminating a painting is often directed obliquely with respect to a ceiling 12 or a reference surface A, or is directed at an acute angle with respect to a ceiling 12 or a reference surface A.

De lichtbronconfiguratie 5 die samengesteld is volgens de werkwijze 6 volgens figuur 2 is afgestemd op het per object 2 bepalen van een aantal lichtbronnen 4, waarbij het mogelijk is dat voor een object 2 een lichtbron 4 bepaald is die bijvoorbeeld 35 qua lichtintensiteit nauwelijks een significante bijdrage levert aan de belichting van het object 2, bijvoorbeeld omdat in een nabijheid van het object 2 een verdere lichtbron bepaald is die geschikt is voor het opwekken van een veel grotere lichtintensiteit. Voor 11 het bepalen van middels de werkwijze 6 bepaalde lichtbronnen 4, die bijvoorbeeld qua bijdrage aan de lichtintensiteit overbodig zijn, en die dus bespaard kunnen worden, wordt aanvullend op de werkwijze 6 per lichtbron 4 een mate van invloed bepaald. De mate van invloed wordt bepaald door een verhouding van een met de lichtbron 4 5 opwekbare lichtintensiteit ten opzichte van een met de lichtconfiguratie 5 opwekbare lichtintensiteit op een object 2 dat met de lichtbron 4 aangelicht wordt. De lichtbron 4 wordt in een verdere, niet getoonde, lichtbronconfiguratie opgenomen, indien de mate van invloed in hoofdzaak groter is dan een vooraf vastgestelde drempelwaarde.The light source configuration 5 which is composed according to the method 6 according to Figure 2 is adapted to determine a number of light sources 4 per object 2, whereby it is possible that for an object 2 a light source 4 has been determined which, for example, hardly a significant contribution in terms of light intensity supplies to the illumination of the object 2, for example because a further light source is determined in a vicinity of the object 2 which is suitable for generating a much higher light intensity. For determining the light sources 4 determined by the method 6, which are, for example, superfluous in terms of contribution to the light intensity, and which can thus be saved, a degree of influence is determined in addition to the method 6 per light source 4. The degree of influence is determined by a ratio of a light intensity that can be generated with the light source 4 to a light intensity that can be generated with the light configuration 5 on an object 2 that is illuminated with the light source 4. The light source 4 is included in a further light source configuration, not shown, if the degree of influence is substantially greater than a predetermined threshold value.

De middels de werkwijze 6 bepaalde lichtbronconfiguratie 5 is gebaseerd op 10 een invoer van in een ruimte gesitueerde objecten 2, waarbij per object 2 de objectgegevens, de objectafmetingen en de objectpositie ten opzichte van het referentiepunt R en/of het referentievlak A bepaald zijn, waarbij de invoer het invoeren van het configuratiemodel omvat. De middels de werkwijze 6 bepaalde lichtbronconfiguratie 5 is waarneembaar via een uitvoer van in de ruimte 15 geconfigureerde lichtbronnen 4, waarbij de uitvoer een grafische weergave van de lichtbronconfiguratie 5 omvat. De grafische weergave omvat per lichtbron 4 een maatvoering voor aanduiding van de per de lichtbron 4 bepaalde positie en oriëntatie ten opzichte van het referentiepunt R en/of het referentievlak A.The light source configuration 5 determined by the method 6 is based on an input of objects 2 situated in a space, wherein for each object 2 the object data, the object dimensions and the object position relative to the reference point R and / or the reference plane A are determined, the input comprises entering the configuration model. The light source configuration 5 determined by the method 6 is perceptible via an output of light sources 4 configured in the space 15, the output comprising a graphic representation of the light source configuration 5. The graphical representation comprises, per light source 4, a dimension for indicating the position and orientation determined per light source 4 relative to the reference point R and / or the reference plane A.

Figuur 3 toont, ter illustratie van de maatvoering voor aanduiding van lichtbron 20 41 ten opzichte van het referentiepunt R en/of het referentievlak A, afstanden 411,412, 413, voor aanduiding van lichtbron 42 ten opzichte van het referentiepunt R en/of het referentievlak A, afstanden 421, 422, 423, en voor aanduiding van lichtbron 43 ten opzichte van het referentiepunt R en/of het referentievlak A, afstanden 431, 432, 433. De grafische weergave omvat in dit voorbeeld een montage-, layout- of een 25 overzichtstekening van de ruimte met in de ruimte plaatsbare lichtbronnen 4, en is door een installateur, zoals een klusjesman of een doe-het-zelfer bruikbaar tijdens montage van de lichtbronnen 4 in de ruimte.Figure 3 shows, for illustration of the dimensions for indicating light source 41 relative to the reference point R and / or the reference plane A, distances 411, 412, 413, for indicating light source 42 relative to the reference point R and / or the reference plane A , distances 421, 422, 423, and for indicating light source 43 relative to the reference point R and / or the reference plane A, distances 431, 432, 433. In this example, the graphical representation comprises a mounting, layout or overview drawing of the room with light sources 4 that can be placed in the room, and can be used by an installer, such as a handyman or do-it-yourselfer, during mounting of the light sources 4 in the room.

Aanvullend is een lijst bijgevoegd omvattende alle in de ruimte plaatsbare lichtbronnen 4, waarbij per lichtbron 4 middels de werkwijze 6 bepaalde 30 lichtbroneigenschappen afgedrukt zijn. Een dergelijke lijst kan als stuklijst voor de montagetekening dienen, welke stuklijst verder bruikbaar is voor het bij elkaar brengen, zoals in een magazijn of winkel, zoals een online winkel, van een verzameling lichtbronnen 4 die bestemd zijn voor montage in de ruimte.In addition, a list is included comprising all light sources 4 which can be placed in the space, wherein per light source 4 determined light source properties are printed by means of the method 6. Such a list can serve as a bill of materials for the assembly drawing, which bill of materials is furthermore useful for bringing together, such as in a warehouse or store, such as an online store, a collection of light sources 4 intended for mounting in the room.

Na montage van de lichtbronnen 4 in de ruimte, wordt een in figuur 4 getoonde 35 bedieningsinrichting 7 voor het bedienen van de lichtbronnen 4 geplaatst, waarbij de bedieningsinrichting 7 programmeerbaar is voor bedienen van de lichtbronnen 4. De bedieningsinrichting 7 vormt een regelsysteem 70 omvattende meerdere in de ruimte 12 aangebrachte lichtbronnen 4, en tenminste een bij de lichtbron 4 behorende code, zoals een IP-adres van de in de ruimte aangebrachte lichtbron 4, waarbij een draadloze verbinding ingericht wordt voor besturing van de lichtbron 4 middels het regelsysteem 70. Het programmeren van het regelsysteem 70 middels bediening van 5 de bedieningsinrichting 7 is doorgaans een lastige klus die een installateur na montage van de lichtbronnen 4 in de ruimte aanvullend op het installeren van de lichtbronnen 4 dient uit te voeren.After mounting the light sources 4 in the space, an operating device 7 for operating the light sources 4 shown in Figure 4 is placed, the operating device 7 being programmable for operating the light sources 4. The operating device 7 forms a control system 70 comprising a plurality of light sources 4 arranged in the space 12, and at least one code associated with the light source 4, such as an IP address of the light source 4 arranged in the space, wherein a wireless connection is arranged for controlling the light source 4 by means of the control system 70. programming the control system 70 by operating the control device 7 is usually a difficult job that an installer must perform after mounting of the light sources 4 in the room in addition to installing the light sources 4.

De middels de werkwijze 6 bepaalde lichtbronnen 4, waarbij per lichtbron 4 de positie, de lichtintensiteit en de besturingswaarde bepaald is, maakt de lastige klus 10 echter overbodig door de bedieningsinrichting 7 en/of het regelsysteem 70 te voorzien van de voor elke lichtbron 4 bepaalde besturingswaarden, waarbij de bedieningsinrichting 7 ingericht is voor het ontvangen van een signaal dat opgeslagen is op een op zich bekende informatiedrager, zoals een usb-stick, of van een signaal dat middels de werkwijze 6 bijvoorbeeld door de op een computer werkzame toepassing 15 bepaald is.However, the light sources 4 determined by the method 6, wherein the position, the light intensity and the control value are determined per light source 4, make the difficult job 10 superfluous by providing the operating device 7 and / or the control system 70 with the determined for each light source 4 control values, wherein the operating device 7 is adapted to receive a signal stored on an information carrier known per se, such as a usb stick, or of a signal determined by means of the method 6, for example by the application 15 active on a computer .

De bedieningsinrichting 7 is in de ruimte bevestigbaar, maar kan alternatief verplaatsbaar of mobiel zijn, zodat vanuit tenminste elke positie in of nabij de ruimte de lichtintensiteit van de in de ruimte aangebrachte lichtbronnen regelbaar is.The operating device 7 can be fixed in the space, but can alternatively be movable or mobile, so that the light intensity of the light sources arranged in the space can be controlled from at least every position in or near the space.

De bedieningsinrichting 7 is voorzien van invoerelementen 71, zoals tenminste 20 een knop voor een keuze van een voorgeprogrammeerde bediening, zoals het uitzetten van een selecteerbare lichtbron. De invoerelementen 71 van bedieningsinrichting 7 verschaffen in dit voorbeeld een keuze van een verdere voorprogrammeerde bediening, zoals het selecteren van een scènetype, waarbij bij het scènetype behorende belichtingen van de objecten opwekbaar zijn. Hierdoor kan de 25 lichtintensiteit van alle in de ruimte aangebrachte lichtbronnen 4 snel en eenvoudig, middels een enkele bediening aangepast worden. Bij programmering van meerdere vooraf bepaalde scènes, is het gemakkelijk om van de ene naar de andere scène om te schakelen, waarbij het per lichtbron 4 afzonderlijk aanpassen van de besturingswaarden overbodig wordt.The operating device 7 is provided with input elements 71, such as at least one button for a choice of a preprogrammed operation, such as switching off a selectable light source. In this example, the input elements 71 of operating device 7 provide a choice of a further pre-programmed operation, such as selecting a scene type, whereby exposures of the objects associated with the scene type can be generated. As a result, the light intensity of all light sources 4 arranged in the space can be adjusted quickly and easily, by means of a single operation. When programming several predetermined scenes, it is easy to switch from one scene to the other, whereby adjusting the control values separately for each light source 4 becomes unnecessary.

30 Het samenstellen van een lichtbronconfiguratie 5 in een ruimte, ten behoeve van het aanlichten van objecten 2 in de ruimte, is doorgaans complexer naarmate een enkele lichtbronconfiguratie 5 samengesteld moet worden voor meerdere in de ruimte gewenste scènetypes. Het kan, ter illustratie, gewenst zijn om een lichtbron volgens een eerste scène zodanig aan te sturen dat de lichtbron, op zijn positie, een 35 lichtintensiteit levert voor het lezen van een boek, terwijl volgens een tweede scène de lichtbron zodanig aangestuurd moet worden dat de lichtbron, op zijn positie, een lichtintensiteit levert voor het kijken van televisie. De uitvinding verschaft voor dit doel 13 een uitvoeringsvorm van de werkwijze 6 voor het samenstellen van een lichtbronconfiguratie 5 in een ruimte 1, ten behoeve van het aanlichten van objecten 2 in de ruimte 1, omvattende stappen voor: het analyseren 100 van een configuratiemodel dat objecten 2 en een 5 referentiepunt R omvat, in welk configuratiemodel voor elk object 2 objectgegevens opgenomen zijn, zoals belichtinggegevens, objectafmetingen, en een objectpositie ten opzichte van een referentiepunt R en/of een referentievlak A van het configuratiemodel, waarin meerdere scènetypes bepaald zijn voor een in de ruimte 1 middels de lichtbronconfiguratie 5 opwekbare scène, 10 - het analyseren 200 van een lichtbronverzameling waarin voor elke lichtbron lichtbrongegevens opgenomen zijn, het voor het configuratiemodel bepalen 300 van de lichtbronconfiguratie 5, waarbij per object 2 een aantal lichtbronposities ten opzichte van het referentiepunt R en/of het referentievlak A bepaald 325 wordt, waarbij voor elke bepaalde 15 lichtbronpositie: een lichtintensiteit bepaald 350 wordt voor het opwekken van een bij elk scènetype behorende belichting van het object 2, uit de lichtbronverzameling een lichtbron 4 bepaald 375 wordt die geschikt is voor het opwekken van de lichtintensiteit.The assembly of a light source configuration 5 in a space, for the purpose of illuminating objects 2 in the space, is generally more complex as a single light source configuration 5 must be assembled for several scene types desired in the space. For illustration, it may be desirable to control a light source according to a first scene such that the light source, at its position, provides a light intensity for reading a book, while according to a second scene the light source must be controlled such that the light source, at its position, provides a light intensity for watching television. The invention provides for this purpose 13 an embodiment of the method 6 for assembling a light source configuration 5 in a space 1, for illuminating objects 2 in the space 1, comprising steps for: analyzing 100 a configuration model comprising objects 2 and a reference point R, in which configuration model object object data is included for each object 2, such as exposure data, object dimensions, and an object position relative to a reference point R and / or a reference plane A of the configuration model, in which several scene types are determined for one the space 1 that can be generated in the space 1 by means of the light source configuration 5, - analyzing 200 of a light source set containing light source data for each light source, determining 300 of the light source configuration 5 for the configuration model, wherein per object 2 a number of light source positions relative to the reference point R and / or the reference plane A are determined 325 dt, wherein for each particular light source position: a light intensity is determined 350 for generating an exposure of the object 2 associated with each scene type, a light source 4 is determined from the light source set that is suitable for generating the light intensity.

20 Middels de bedieningsinrichting 7 is, na programmering, het afzonderlijk bedienen en/of het regelen mogelijk van de in de lichtbronconfiguratie 5 opgenomen lichtbronnen 4, waarbij elke lichtbron 4 afzonderlijk schakelbaar is. Het regelsysteem 70 staat het afwijken van voorgeprogrammeerde instellingen toe, zodat een bediener van de bedieningsinrichting 7 flexibel, naar keuze, de lichtbronnen 4 kan uitschakelen 25 of inschakelen. Een mogelijkheid om af te wijken van de voorgeprogrammeerde instellingen geeft de bediener een autonoom gevoel. Het wordt voorde bediener echter vervelend om steeds complexe ingrepen te verrichten, zoals het aanpassen van de lichtintensiteit van meerdere lichtbronnen. In een specifiek geval van de werkwijze 6 volgens de uitvinding wordt bediening van de lichtbronnen 4 middels het regelsysteem 30 70 geanalyseerd voor het bepalen van een mate van frequentie waarmee het regelsysteem 70 middels de bedieningsinrichting 7 bediend wordt voor het aanpassen van een bepaalde scène middels aanpassing van de besturingswaarden van in de lichtbronconfiguratie bepaalde lichtbronnen. Hierdoor wordt het mogelijk om een trend te analyseren in het gebruik van het regelsysteem 70 waarbij de bediening, tijdens 35 gebruik van een ingestelde scène, de besturingswaarden van in de lichtbronconfiguratie 5 bepaalde lichtbronnen 4, bijvoorbeeld handmatig, naar wens aangepast is.By means of the operating device 7, after programming, it is possible to operate separately and / or control the light sources 4 included in the light source configuration 5, wherein each light source 4 can be switched separately. The control system 70 allows deviation from pre-programmed settings, so that an operator of the operating device 7 can flexibly, optionally, switch off or switch on the light sources 4. A possibility to deviate from the pre-programmed settings gives the operator an autonomous feeling. However, it becomes annoying for the operator to always perform complex interventions, such as adjusting the light intensity of multiple light sources. In a specific case of the method 6 according to the invention, operation of the light sources 4 by means of the control system 70 is analyzed to determine a degree of frequency with which the control system 70 is operated by means of the control device 7 for adjusting a specific scene by adjusting of the control values of light sources determined in the light source configuration. This makes it possible to analyze a trend in the use of the control system 70 in which the operation, during use of a set scene, the control values of light sources 4 determined in the light source configuration 5, for example manually, is adjusted as desired.

1414

De mate van frequentie waarmee afwijkingen op de voorgeprogrammeerde instellingen worden uitgevoerd, kan locaal worden bijgehouden, zoals middels de bedieningsinrichting 7. Alternatief wordt het regelsysteem 70 verbonden met een computer voor het analyseren van de bediening van de lichtbronnen 4 middels het 5 regelsysteem 70. De computer kan locaal opgesteld zijn, of op afstand, waarbij de computer bijvoorbeeld via het internet in verbinding staat met het regelsysteem 70. Indien de mate van frequentie, waarmee het regelsysteem 70 bediend wordt voor het aanpassen van een bepaalde scène middels de besturingswaarden van in de lichtbronconfiguratie 5 bepaalde lichtbronnen 4, een vooraf bepaalde drempelwaarde 10 overschreden heeft, verschaft de computer een uitgangssignaal aan het regelsysteem 70 voor het aanpassen van de vooraf geprogrammeerde instellingen. Indien bijvoorbeeld op een vooraf geprogrammeerde lichtintensiteit van een lichtbron 4 binnen een bepaalde tijd, zoals een jaar, vaker dan 25 keer wordt ingegrepen, dan wekt de computer een uitgangssignaal op omvattende een voorstel voor het aanpassen van de 15 vooraf geprogrammeerde instellingen, waarbij tenminste voor de ene lichtbron verdere besturingswaarden bepaald zijn op basis van de geanalyseerde bediening, waarbij tenminste voor de ene lichtbron de eerder bepaalde besturingswaarden vervangen worden door de verdere besturingswaarden op basis van een gebruikshistorie.The degree of frequency with which deviations from the pre-programmed settings can be made can be monitored locally, such as by means of the operating device 7. Alternatively, the control system 70 is connected to a computer for analyzing the operation of the light sources 4 via the control system 70. The The computer may be arranged locally or remotely, the computer being connected, for example, to the control system 70 via the internet. If the degree of frequency with which the control system 70 is operated for adjusting a specific scene by means of the control values of the light source configuration 5 has determined certain light sources 4, has exceeded a predetermined threshold value 10, the computer provides an output signal to the control system 70 for adjusting the pre-programmed settings. If, for example, a pre-programmed light intensity of a light source 4 is intervened more than 25 times within a certain time, such as a year, the computer generates an output signal comprising a proposal for adjusting the pre-programmed settings, wherein at least for the one light source further control values are determined on the basis of the analyzed operation, wherein at least for the one light source the previously determined control values are replaced by the further control values based on a usage history.

Figuur 4 toont een sensor 8 die, in dit voorbeeld op drie plaatsen aangebracht 20 is, namelijk onder het tweede raam 16, op een naar de bank 26 toegekeerde zijde van de televisietafel 24, en op een naar de deur 18 toegekeerde zijde van de boekenkast 27. De sensor 8 is ingericht voor opname in het regelsysteem 70, ten behoeve van het meten van lichtintensiteit, zodanig dat een lichtintensiteit nabij een object meetbaar is voor vergelijking met de vooraf in het configuratiemodel opgenomen lichtintensiteit. 25 Indien de gemeten lichtintensiteit afwijkt van een lichtintensiteit die bepaald is bij het samenstellen van de lichtbronconfiguratie 5, worden de besturingswaarden van de lichtbron die bestemd is voor het belichten van het object zodanig aangepast dat de gemeten lichtintensiteit correspondeert met de lichtintensiteit die bepaald is bij het samenstellen van de lichtbronconfiguratie 5.Figure 4 shows a sensor 8 which, in this example, is arranged in three places, namely under the second window 16, on a side of the television table 24 facing the couch 26, and on a side of the bookcase facing the door 18 27. The sensor 8 is adapted for inclusion in the control system 70, for the purpose of measuring light intensity, such that a light intensity near an object can be measured for comparison with the light intensity included in the configuration model in advance. If the measured light intensity deviates from a light intensity determined when assembling the light source configuration 5, the control values of the light source intended for illuminating the object are adjusted such that the measured light intensity corresponds to the light intensity determined at the light intensity. assembling the light source configuration 5.

30 Het gebruik van de sensor 8 voor het aanpassen van de besturingswaarden voor een bepaalde lichtbron 4 verschaft een installateur van de lichtbronnen 4 de mogelijkheid om vooraf volgens de werkwijze 6 bepaalde besturingswaarden, die na installatie onvoldoende blijken voor het verschaffen van een gewenste lichtintensiteit per lichtbron, handmatig aan te passen.The use of the sensor 8 for adjusting the control values for a specific light source 4 provides an installer of the light sources 4 with the possibility of predetermined control values according to the method 6, which after installation prove insufficient for providing a desired light intensity per light source can be adjusted manually.

35 Figuur 5 toont een verdere werkwijze 60 voor het samenstellen van een lichtbronconfiguratie 5 in een ruimte, ten behoeve van het aanlichten van objecten 2 in de ruimte, waarbij voorafgaand aan de stap van het bepalen 300 van de 15 lichtbronconfiguratie 5, een activiteitenverzameling geanalyseerd 250 wordt, in figuur 5 aangeduid met “ANALYSE/ACT”, in welke activiteitenverzameling voor elke activiteit positiegegevens opgenomen zijn omvattende een afstand en een oriëntatie van een eerste in de ruimte geconfigureerd object ten opzichte van een tweede in de ruimte 5 geconfigureerd object.Figure 5 shows a further method 60 for assembling a light source configuration 5 in a space, for the purpose of illuminating objects 2 in the space, wherein prior to the step of determining 300 of the light source configuration 5, an activity set is analyzed 250 is designated "ANALYSIS / ACT" in Figure 5, in which activity set for each activity position data is included comprising a distance and an orientation of a first object configured in the space relative to a second object configured in the space 5.

Ter illustratie omvat de activiteitenverzameling een activiteit “televisie kijken", waarbij in de activiteitenverzameling waarden opgenomen zijn voor het al dan niet kunnen plaatsvinden van de activiteit “televisie kijken” in de ruimte waarvoor een lichtbronconfiguratie samengesteld wordt. Zo is voor het configuratiemodel de activiteit 10 “televisie kijken” mogelijk als een televisie in de objectenconfiguratie 5 aanwezig is, en als zich een bank 26 binnen een bepaald afstandsinterval ten opzichte van de televisie 23 bevindt. Volgens de werkwijze 60 wordt op basis van de in het configuratiemodel bepaalde objectenconfiguratie 3, bepaald of een televisie 23 aanwezig is en of de bank 26 zich binnen het vooraf bepaalde afstandsinterval bevindt.By way of illustration, the activity set includes a "watch television" activity, wherein the activity set includes values for whether or not the "watch television" activity can take place in the room for which a light source configuration is being compiled. For the configuration model, the activity is 10 "Watching television" possible if a television is present in the object configuration 5, and if a bank 26 is within a certain distance interval with respect to the television 23. According to the method 60, an object configuration 3 determined on the basis of the object configuration determined in the configuration model whether a television 23 is present and whether the bank 26 is within the predetermined distance interval.

15 Bij het voor het configuratiemodel bepalen van de lichtbronconfiguratie, wordt volgens de verdere werkwijze 60, een aantal in de ruimte uitvoerbare activiteiten bepaald, zoals “televisie kijken”, “ontbijten”, “het lezen van een krant”, of “het gebruik van een elektronisch apparaat, zoals een tablet of computer”.In determining the light source configuration for the configuration model, according to the further method 60, a number of activities that can be carried out in the room, such as "watching television", "breakfasting", "reading a newspaper", or "using an electronic device, such as a tablet or computer.

Bij het per object bepalen van een aantal lichtbronnen, wordt volgens de 20 verdere werkwijze 60, per object uit de activiteitenverzameling een aantal activiteiten bepaald, waarbij voor elke bepaalde activiteit per object het aantal lichtbronnen 4 bepaald wordt. Hierdoor wordt het mogelijk om het aantal in de lichtbronconfiguratie 5 op te nemen lichtbronnen te bepalen in afhankelijkheid van de activiteiten die gekoppeld zijn aan in de ruimte ten opzichte van elkaar geplaatste objecten.When determining a number of light sources per object, according to the further method 60, a number of activities is determined per object from the activity set, the number of light sources 4 being determined for each specific activity per object. This makes it possible to determine the number of light sources to be incorporated in the light source configuration 5 in dependence on the activities which are linked to objects placed in the space relative to each other.

25 Indien op basis van de analyse bepaald wordt dat voor een voor een ruimte bepaalde objectenconfiguratie 3 meerdere activiteiten kunnen plaatsvinden, wordt het aantal lichtbronnen per object bepaald door de activiteit die voor het belichten van het object het hoogste aantal lichtbronnen 4 nodig heeft. Vervolgens wordt per bepaalde lichtbron 4 een lichtintensiteit bepaald voor het opwekken van een bij het 30 activiteitentype behorende belichting van het object 2, en wordt uit de lichtbronverzameling een lichtbron 4 bepaald die geschikt is voor het opwekken van de lichtintensiteit, en wordt per lichtbron 4 de besturingswaarden bepaald voor het met de lichtbron 4 opwekken van de lichtintensiteit.If it is determined on the basis of the analysis that for an object configuration 3 determined for a room several activities can take place, the number of light sources per object is determined by the activity that requires the highest number of light sources 4 for illuminating the object. Next, a light intensity is determined per specific light source 4 for generating an exposure of the object 2 associated with the activity type, and a light source 4 is determined from the light source set that is suitable for generating the light intensity, and the light intensity per light source 4 is determined. control values determined for generating the light intensity with the light source 4.

Het op basis van posities van objecten 2 ten opzichte van elkaar bepalen van in 35 de ruimte mogelijke activiteiten is tevens bijzonder nuttig bij een reeds bepaalde, of althans in hoofdlijnen bepaalde lichtbronconfiguratie 5 ten opzichte van een reeds bepaalde, of althans in hoofdlijnen bepaalde objectenconfiguratie 3, waarbij de 16 besturingswaarden van de in de lichtbronconfiguratie 5 opgenomen lichtbronnen 4 afgestemd kunnen worden op de in de ruimte 1 bepaalde activiteiten.Determining activities possible in the space on the basis of positions of objects 2 relative to each other is also particularly useful in a light source configuration 5 that has already been determined, or at least determined in outline, relative to an object configuration 3 that has already been determined, or at least defined in outline, wherein the 16 control values of the light sources 4 included in the light source configuration 5 can be adjusted to the activities determined in the space 1.

Figuur 6 toont een tweede aspect van de uitvinding betreffende een werkwijze 9 voor het samenstellen van een scèneconfiguratie in een ruimte, ten behoeve van het 5 aanlichten van objecten in de ruimte. Met de term scèneconfiguratie wordt in deze tekst een configuratie bedoeld waarbij tot de lichtbronconfiguratie 5 behorende lichtbronnen 4 in de ruimte 1 aanwezige objecten 2 volgens een bepaalde scène of een scènetype aanlichten. De werkwijze 9 voor het samenstellen van de scèneconfiguratie omvat stappen voor: 10 - het analyseren 100 van een configuratiemodel, in figuur 6 aangeduid met ANALYSE/OBJ, dat objecten 2 en een referentiepunt R omvat, in welk configuratiemodel voor elk object objectgegevens opgenomen zijn, zoals belichtinggegevens, objectafmetingen en een objectpositie ten opzichte van een referentiepunt en een referentievlak van het configuratiemodel, waarin tenminste een 15 scènetype bepaald is voor een in de ruimte middels de lichtbronconfiguratie opwekbare scène, het analyseren 390 van een lichtbronconfiguratie, in figuur 6 aangeduid met ANALYSE/CONFIGJ-, waarin voor elke lichtbron lichtbrongegevens opgenomen zijn, zoals verlichtinggegevens, en een lichtbronpositie ten opzichte van het 20 referentiepunt en het referentievlak, het voor elke lichtbron bepalen 400 van besturingswaarden, in figuur 6 aangeduid met CONTR/VAL, voor het opwekken van bij het scènetype behorende belichtingseffect. De werkwijze verschaft, volgens het tweede aspect van de uitvinding, een mogelijkheid om voor een gegeven configuratiemodel van objecten en voor een 25 gegeven lichtbronconfiguratie, de besturingswaarden van in de lichtbronconfiguratie opgenomen lichtbronnen te bepalen voor het bereiken van een belichting van de objecten volgens het bepaalde scènetype.Figure 6 shows a second aspect of the invention concerning a method 9 for assembling a scene configuration in a space, for the purpose of illuminating objects in the space. The term scene configuration in this text is understood to mean a configuration in which light sources 4 belonging to the light source configuration 5 illuminate objects 2 present in the space 1 according to a specific scene or a scene type. The method 9 for compiling the scene configuration comprises steps for: analyzing 100 a configuration model, designated ANALYSIS / OBJ in Figure 6, which comprises objects 2 and a reference point R, in which configuration model object data is included for each object, such as exposure data, object dimensions and an object position relative to a reference point and a reference plane of the configuration model, wherein at least one scene type is determined for a scene that can be generated in the room by means of the light source configuration, analyzing 390 of a light source configuration, designated ANALYSIS in FIG. / CONFIGJ-, in which light source data are included for each light source, such as lighting data, and a light source position relative to the reference point and the reference plane, determining 400 of control values for each light source, designated in FIG. 6 as CONTR / VAL, for generating exposure effect associated with the scene type. The method provides, according to the second aspect of the invention, a possibility to determine for a given configuration model of objects and for a given light source configuration, the control values of light sources included in the light source configuration for achieving an exposure of the objects according to the determined scene type.

De uitvinding is vanzelfsprekend niet beperkt tot de beschreven en getoonde voorkeursuitvoeringsvorm, maar strekt zich tot elke uitvoeringsvorm uit die valt binnen 30 de reikwijdte van de beschermingsomvang, zoals gedefinieerd in de conclusies en bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en bijbehorende tekeningen. Zo is de werkwijze toepasbaar voor kamers van een specifiek soort, zoals een badkamer of een keuken, maar ook voor een ruimte waarbij een zijwaartse begrenzing en/of bovenbegrenzing op een grotere afstand aanwezig is, zoals in een gang of een hal, of 35 waarbij een zijwaartse begrenzing en/of bovenbegrenzing ontbreekt, zoals in een buitentoepassing, en zo zijn voor de werkwijze diverse combinaties van kenmerken mogelijk die beschreven zijn in de conclusies.The invention is of course not limited to the described and shown preferred embodiment, but extends to any embodiment that falls within the scope of the scope of protection, as defined in the claims and viewed in the light of the foregoing description and accompanying drawings. The method is thus applicable for rooms of a specific kind, such as a bathroom or a kitchen, but also for a room where a lateral boundary and / or upper boundary is present at a greater distance, such as in a corridor or a hall, or wherein a lateral boundary and / or upper boundary is missing, such as in an outdoor application, and thus the method permits various combinations of features described in the claims.

1 039 89 11 039 89 1

Claims

A method (6) for assembling a light source configuration (5) in a space (1) for illuminating objects (2) in the space (1), comprising the steps of: analyzing (100) a configuration model comprising objects (2) and a reference point (R), in which configuration model for each object (2) object data are included, such as exposure data, object dimensions, and an object position relative to the reference point (R), in which at least one scene type is determined for a scene that can be generated in the room (1) by means of the light source configuration (5), analyzing (200) a light source set containing light source data for each light source, 15. determining (300) the light source configuration (5) for the configuration model , wherein per object (2) a number of light source positions relative to the reference point (R) is determined (325), wherein for each particular light source position: a light intensity is determined (350) for generating of an illumination of the object (2) associated with the scene type, a light source (4) is determined (375) from the light source set suitable for generating the light intensity.

Method (6) according to claim 1, wherein for each particular light source (4) control values are determined (400) for generating the light intensity with the light source (4).

Method (6) according to claim 1 or 2, wherein the configuration model comprises a reference plane (A), and / or wherein determining (325) the number of light source positions, determining (326) a light source orientation relative to the reference point (R) and the reference plane (A).

4. Method (6) according to one of the preceding claims, wherein a degree of influence is determined for each light source (4) included in the light source configuration (5), the degree of influence being a ratio of one with the light source (4) inducible light intensity relative to a light intensity that can be generated with the light source configuration (5) on an object (2) that is illuminated with the light source (4), the light source configuration (5) being adjusted accordingly if the degree of influence in substantially greater than a predetermined threshold value.

Method (6) according to one of the preceding claims, comprising a step for producing a graphic representation of the light source configuration (5), and / or a step for indicating a dimension of the per light source in the graphic representation. (4) determined position and orientation relative to the reference point (R) and / or the reference surface (A), and / or a step for producing a list with the light source properties determined per light source (4). 10

Method (6) according to one of the preceding claims, wherein the light sources (4) included in the light source configuration (5) are arranged in the space (1) for illuminating objects (2) in the space.

A method (6) according to claim 6, wherein a control system (70) is arranged for controlling the light intensity of the light sources (4) included in the light source configuration (5), and / or wherein the light sources included in the light source configuration (5) light sources (4) are included in the control system (70).

A method (6) according to claim 7, wherein the control system (70) is incorporated in a mobile operating device (7) for operating the light sources (4).

Method (6) according to claim 7 or 8, wherein a scene type is selected by means of the control system 25 (70) for generating exposures of the objects (2) associated with the scene type.

10. Method (6) according to claim 7, 8 or 9, wherein operation of the light sources (4) by means of the control system (70) is analyzed for determining a degree of frequency with which the control system (70) is operated for adjusting a particular scene, wherein the control values of light sources (4) determined in the light source configuration (5) are adjusted.

A method (6) according to claim 10, wherein the control system (70) is connected to a computer for analyzing the operation of the light sources (4) by means of the control system (70), and / or wherein the computer provides an output signal to the control system (70) if the degree of frequency has exceeded a predetermined threshold value, and / or wherein the output signal comprises further control values determined per light source (4) based on the analyzed operation.

Method (6) according to one of claims 6-11, wherein a sensor (8) is arranged in the space (1) for inclusion in the control system (70), for the purpose of measuring light intensity, such that a light intensity near an object (2) is measurable for comparison with the light intensity previously included in the configuration model, wherein the light intensity is adjustable by adjusting the control values of the light source (4) intended for illuminating the object (2).

The method (6, 60) according to claim 1, wherein prior to the step of determining the light source configuration (5) an activity set 15 is analyzed (250), in which activity set for each activity position data is included comprising a distance and an orientation of a first object (2) configured in the space (1) relative to a second object (2) configured in the space (1), the determination (300) of the light source configuration (5) for the configuration model comprising a number of activities that can be carried out in the space (1), and wherein determining (325) a number of light sources (4) per object (2), determining a number of activities per object (2) from the set of activities, wherein for each particular activity per object (2) the number of light sources (4) is determined (325).

The method (6, 60) of claim 13, wherein the number of light sources (4) per object (2) is determined by the activity for which the highest determined number of light sources (4) is required for that object (2). 30

Method (9) for assembling a scene configuration in a room (1) for illuminating objects (2) situated in the room (1) by means of a light source configuration (5), comprising the steps of: analyzing ( 100) of a configuration model comprising objects (2) and a reference point (R), in which configuration model object data are included for each object (2), such as exposure data, object dimensions, and an object position relative to the reference point (R), in which at least one scene type is determined for a scene that can be generated in the room (1) by means of the light source configuration (5), analyzing (390) the light source configuration (5) in which light source data is recorded for each light source (4), such as lighting data, and a light source position with respect to the reference point (R), 5. determining (400) control values for each light source for generating the exposure effect associated with the scene type. 1 03 98 91