NL1037462C2

NL1037462C2 - Railsysteem voor het ophangen van objecten, alsmede een schuifgeleider en een haak als deel van dit systeem.

Info

Publication number: NL1037462C2
Application number: NL1037462A
Authority: NL
Inventors: Marinus Barbara Arnoldus Maria Stas
Original assignee: Marinus Barbara Arnoldus Maria Stas
Priority date: 2009-11-11
Filing date: 2009-11-11
Publication date: 2011-05-12
Also published as: DE202010009007U1

Description

Railsysteem voor het ophanqen van objecten, alsmede een schuifgeleider en een haak als deel van dit systeem

De uitvinding heeft betrekking op een railsysteem voor het 5 ophangen van objecten zoals schilderijen, prenten en dergelijke, omvattende rails die aan een wand kunnen worden bevestigd, alsmede schuifgeleiders die in de rails kunnen schuiven en haken waaraan de objecten kunnen worden opgehangen.

10

Een railsysteem van dit type is bekend uit octrooischrift NL 1034688. Het bezwaar van het bekende railsysteem is dat een verbinding tussen een schuifgeleider en een haak wordt gevormd door een massieve, transparante kunststof draad of 15 een staalkabel of een metalen stang. Een dergelijke verbinding dient bij voorkeur door een vakman te worden gemaakt, wat kostenverhogend werkt en wat het toepassingsgebied voor het railsysteem beperkt.

20 Het railsysteem volgens de uitvinding verschaft een railsysteem waarbij de verbinding tussen een schuifgeleider en een haak zeer eenvoudig tot stand kan worden gebracht en heeft als kenmerk, dat een verbinding tussen een schuifgeleider en een haak wordt gevormd door een soepel, 25 gevlochten of getwist koord, dat eenvoudig en zonder de inzet van speciale gereedschappen op lengte geknipt kan worden.

Een gunstige uitvoeringsvorm van het inventieve railsysteem 30 volgens de uitvinding heeft als kenmerk, dat het koord is vervaardigd uit kunststof, zoals nylon. De uiteinden van het koord kunnen dan op een verder voor de hand liggende wijze kortstondig door de vlam van bijvoorbeeld een aansteker worden gehaald, waarna de uiteinden massief zijn 35 en niet kunnen rafelen.

1037402 2

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat een schuifgeleider een langwerpig kunststof blokje omvat, voorzien van twee of drie openingen waar het koord doorheen kan worden gehaald. Voor de feitelijke bevestiging is het 5 dan voldoende een uiteinde van het koord dat aan de bovenzijde uit een tweede of derde opening steekt te voorzien van een knoop en/of dit uiteinde door een lus te halen die aan de bovenzijde wordt gevormd door het koord dat van een eerste naar een tweede opening loopt.

10

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat een opening is voorzien van een kraag die in een gebruikstoestand tot buiten de rail uitsteekt. Hiermee wordt voorkomen dat het koord beschadigt als de 15 schuifgeleider door een rail schuift.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat een haak een buisvormige geleiding omvat waar het koord doorheen kan worden gehaald, alsmede een aan een in een 20 gebruikstoestand onderste uiteinde van de buisvormige geleiding bevestigd haakvormig orgaan. Daarbij zorgt de buisvormige geleiding voor een stabiele ophanging en bovendien voorkomt het buisvormige orgaan dat het koord wordt beschadigd door een aan het haakvormige orgaan op te 25 hangen object.

Een zeer gunstige uitvoeringsvorm heeft volgens een verder aspect van de uitvinding als kenmerk, dat de haak tevens een aan de buisvormige geleiding bevestigde haspel omvat.

30 Het is dan mogelijk om het koord iets te lang af te snijden en het teveel op de haspel te draaien. Als men het object vervolgens iets hoger of iets lager of bijvoorbeeld nauwkeurig horizontaal wil ophangen, kan dit eenvoudig worden gerealiseerd zonder dat men daarvoor nieuwe koorden 35 dient te vervaardigen.

3

Een verder gunstige uitvoeringsvorm waarbij een haspel met een minimum aan materiaal kan worden gerealiseerd heeft als kenmerk, dat de haspel wordt gevormd door de buisvormige geleiding, een parallel aan de buisvormige geleiding 5 verlopend staafvormig orgaan en een verbindingsdeel dat de buisvormige geleiding en het staafvormig orgaan verbindt.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat de haak tevens tenminste een klemorgaan omvat, voor het 10 inklemmen van een uiteinde van het koord. Dit tenminste een klemorgaan omvat in zijn eenvoudigste vorm een inkeping in een uiteinde van het staafvormig orgaan en bij voorkeur een inkeping in elk van de beide uiteinden van het staafvormig orgaan.

15

De uitvinding heeft tevens betrekking op een schuifgeleider of bevestigingshaak, als deel van een railsysteem zoals dit in de voorgaande paragrafen is omschreven. De schuif-geleider en de bevestigingshaak zijn bij voorkeur als 20 kunststof spuitgietdeel vervaardigd, bijvoorbeeld uit HPE.

De uitvinding zal nu nader uiteen worden gezet aan de hand van de volgende figuren, waarbij: 25 Fig. 1 schematisch in doorsnede een railsysteem voorzien van een schuifgeleider volgens de uitvinding weergeeft;

Fig. 2A schematisch in vooraanzicht een mogelijke uitvoeringsvorm van dit railsysteem weergeeft; 30 Fig. 2B schematisch in vooraanzicht een alternatieve uitvoeringsvorm van dit railsysteem weergeeft; Fig. 3A schematisch in vooraanzicht een haak van het railsysteem weergeeft;

Fig. 3B schematisch deze haak in zijaanzicht weergeeft. 35

Fig. 1 geeft schematisch in doorsnede een railsysteem 4 voorzien van een schuifgeleider volgens de uitvinding weer. Het railsysteem bestaat uit een bekende rail 1, vervaardigd uit bijvoorbeeld aluminium, voorzien van een eerste uitsparing 2 die over bevestigingsstrips 3 kan worden 5 geklikt en een tweede uitsparing 4 waarin schuifgeleiders 5 volgens de uitvinding geschoven kunnen worden. Bij de montage van een rail 1 wordt eerst een rij bevestigingsstrips 3 met schroeven 6 op een wand bevestigd, waarna rail 1 op zijn plaats wordt geklikt. Een 10 schuifgeleider 5 bestaat uit een kunststof blokje, voorzien van afgeronde hoeken en van drie in eikaars verlengde aangebrachte gaten 7a,7b,7c, waarvan in de figuur alleen gat 7a zichtbaar is. Gat 7a is bovendien voorzien van een kraag 8 die tot buiten rail 1 uitsteekt. Voordat 15 schuifgeleider 5 in rail 1 wordt geschoven wordt een gevlochten of getwist kunststof koord 9 via kraag 8 door gat 7a gestoken en vervolgens door gat 7b en gat 7c, waarna het uiteinde door de lus tussen gat 7a en gat 7b wordt gehaald. Op die wijze is een betrouwbare verbinding tussen 20 koord 9 en schuifgeleider 5 gerealiseerd en kan schuifgeleider 5 in rail 1 worden geschoven.

Fig. 2A geeft schematisch in vooraanzicht een mogelijke uitvoeringsvorm van dit railsysteem weer, met rail 1, 25 schuifgeleider 5 met gaten 7a,7b,7c en kraag 8. Voorafgaand aan de plaatsing van schuifgeleider 5 wordt koord 9 bij voorkeur even door een vlam gehaald, bijvoorbeeld afkomstig van een aansteker, zodat het uiteinde ineenvloeit tot een punt die eenvoudig door kraag 8 en gaten 7a,7b,7c kan 30 worden gevoerd, waarna het uiteinde door een door koord 9 gevormde lus 10 word gevoerd.

Fig. 2B geeft schematisch in vooraanzicht een alternatieve uitvoeringsvorm van dit railsysteem weer, waarbij 35 schuifgeleider 5 is voorzien van gaten 7a,7b en kraag 8.

Het uiteinde van koord 9 wordt nu door gaten 7a,7b gevoerd, 5 waarna het uiteinde langs de voorzijde van schuifgeleider 5 en vervolgens door een door koord 9 gevormde lus 10 wordt gevoerd.

5 Fig. 3A geeft schematisch in vooraanzicht een haak 11 van het railsysteem weer, bestaande uit een buis 12, voorzien van een haakvormig orgaan 13, alsmede een verbindingsdeel 14 en een staafvormig orgaan 15 voorzien van inkepingen 16a,16b. Een met behulp van een in de figuur niet zichtbare 10 schuifgeleider aan een rail bevestigd koord 9 wordt door buis 12 gevoerd, enige malen rond verbindingsdeel 14 gewonden en met behulp van inkepingen 16a,16b vastgezet. Haakvormig orgaan 13 kan dan terstond worden belast. Als het noodzakelijk is de hoogte van haakvormig orgaan 13 te 15 wijzigen, kan koord 9 eenvoudig uit inkepingen 16a,16b worden getrokken en van verbindingsdeel 14 worden gewonden, waarna de correcte hoogte kan worden gekozen en koord 9 opnieuw kan worden vastgezet.

20 Fig. 3B geeft schematisch deze haak in zijaanzicht weer, met buis 12, voorzien van een haakvormig orgaan 13, alsmede een verbindingsdeel 14 en een staafvormig orgaan 15.

1037462

Claims

1. Railsysteem voor het ophangen van objecten zoals schilderijen, prenten en dergelijke, omvattende rails die 5 aan een wand kunnen worden bevestigd, alsmede schuifgeleiders die in de rails kunnen schuiven en haken waaraan de objecten kunnen worden opgehangen, met het kenmerk, dat een verbinding tussen een schuifgeleider en een haak wordt gevormd door een soepel, gevlochten of 10 getwist koord.

2. Railsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het koord is vervaardigd uit kunststof, zoals nylon.

3. Railsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een schuifgeleider een langwerpig kunststof blokje omvat, voorzien van twee of drie openingen waar het koord doorheen kan worden gehaald.

4. Railsysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een opening is voorzien van een kraag die in een gebruikstoestand tot buiten de rail uitsteekt.

5. Railsysteem volgens een der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat een haak een buisvormige geleiding omvat waar het koord doorheen kan worden gehaald, alsmede een aan een in een gebruikstoestand onderste uiteinde van de buisvormige geleiding bevestigd haakvormig orgaan.

6. Railsysteem volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de haak tevens een aan de buisvormige geleiding bevestigde haspel omvat.

7. Railsysteem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat 35 de haspel wordt gevormd door de buisvormige geleiding, een parallel aan de buisvormige geleiding verlopend staafvormig 1037462 orgaan en een verbindingsdeel dat de buisvormige geleiding en het staafvormig orgaan verbindt.

8. Railsysteem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat 5 de haak tevens tenminste een klemorgaan omvat, voor het inklemmen van een uiteinde van het koord.

9. Railsysteem volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het tenminste een klemorgaan een inkeping in een uiteinde 10 van het staafvormig orgaan omvat.

10. Schuifgeleider of bevestigingshaak, als deel van een railsysteem volgens een der voorgaande conclusies. 1037462