NL1037234C2

NL1037234C2 - DEVICE FOR CONNECTING ELECTRICAL INSTALLATION DEVICES.

Info

Publication number: NL1037234C2
Application number: NL1037234A
Authority: NL
Inventors: Dragan Hajdukovic
Original assignee: Paul Hochk Pper Gmbh & Co Kg
Priority date: 2009-07-22
Filing date: 2009-08-28
Publication date: 2014-04-29
Also published as: AT11847U1; LU91708B1; DE202009010023U1; DE102009052997A1; BE1019044A5

Abstract

The invention relates to a device for connecting electrical installation equipment. They comprise a base (1), the connections for wires (5), wherein on the base (1) a coupling module (3) is provided, having the connections (32) for the wires (5).

Description

INRICHTING VOOR HET AANSLUITEN VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIETOESTELLENDEVICE FOR CONNECTING ELECTRICAL INSTALLATION DEVICES

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor 5 het aansluiten van elektrische installatietoestellen die een sokkel omvatten, welke sokkel aansluitingen voor draden bezit.The invention relates to a device for connecting electrical installation devices which comprise a base, which base has connections for wires.

Elektrische installatietoestellen van de in de aanhef 10 genoemde soort zijn op zich bekend in de vorm van contactdozen en schakelaars. De installatietoestellen van de hier betreffende soort worden gebruikt als verzonken wandcontactdozen, resp. verzonken wandschakelaars en zijn via de uit zicht aangelegde 15 leidingen aangesloten aan het stroomnet van het respectieve gebouw. De leidingen bestaan uit twee stroomvoerende aders, alsook een aarddraad.Electrical installation devices of the type mentioned in the preamble 10 are known per se in the form of sockets and switches. The installation devices of the type in question are used as recessed wall sockets, respectively. recessed wall switches and are connected to the power grid of the respective building via the lines laid out of view. The pipes consist of two conductive conductors, as well as an earth wire.

In gebouwen komen veelvuldig zogenaamde droogbouwwanden 20 voor. Deze bezitten holle ruimtes, waarin stroomvoerende kabels zijn aangelegd. Deze wijze van geleiding van stroomleidingen door gebouwen wordt in het bijzonder veelvuldig toegepast bij grote objecten, bijvoorbeeld bij ziekenhuizen, kantoorgebouwen of 25 dergelijke. Het voordeel van deze wijze van aanbrenging van stroomvoerende leidingen is, dat op vooraf bepaalde plaatsen ook nog achteraf het aanbrengen van een schakelaar of een contactdoos mogelijk is, zonder tevoren een stroomvoerende kabel naar deze plek aan te 30 moeten leggen. In speciale gevallen zijn aan de kabels in de lege buis stekkers aangebracht, waarmee een verbinding naar de contactdozen en schakelaars op eenvoudige wijze mogelijk is. Voor de verbinding met de kabels wordt op eenvoudige wijze een gat in de wand 35 geboord. De kabel moet dan slechts door de boring heen uit de holle ruimte naar buiten worden getrokken en verbonden worden met de respectieve contactdoos, respectievelijk schakelaar, om een stroomtoevoer mogelijk te maken.In buildings, so-called drywall walls 20 are frequently used. These have hollow spaces in which live cables are laid. This method of guiding power lines through buildings is particularly frequently used with large objects, for example with hospitals, office buildings or the like. The advantage of this method of installing live conducting cables is that it is also possible to post-fit a switch or socket at predetermined locations without having to lay a live cable to this location in advance. In special cases, plugs are provided on the cables in the empty tube, with which a connection to the sockets and switches is possible in a simple manner. For connection to the cables, a hole is easily drilled in the wall 35. The cable then only has to be pulled out through the bore out of the cavity and connected to the respective socket or switch, in order to enable a power supply.

1037234 - 2 -1037234 - 2 -

Bij de bovenbeschreven soort aansluiting komt vaak het probleem voor, dat de in de holle ruimte aangelegde kabel met zijn stekkers niet zonder problemen aangesloten kan worden aan de contactdoos, resp. de 5 schakelaar. De oorzaak daarvan kan enerzijds zijn dat de kabel met de stekkers zich precies bevindt op de plaats van het in de wand geboorde gat, zodat er voor het aansluiten van de kabels aan de contactdoos, resp. de schakelaar een kabel ter beschikking staat die niet 10 lang genoeg is om deze ver genoeg door het gat naar buiten te trekken en de aansluiting te waarborgen; anderzijds kan de oorzaak gelegen zijn in het feit dat de inbouwstand van de aansluitingen voor de kabels aan de contactdoos of de schakelaar ongunstig is uitgericht 15 ten opzichte van de positie van de kabels.With the above-described type of connection, there is often the problem that the cable laid in the hollow space with its plugs cannot be connected to the socket, resp. the 5 switch. On the one hand, this may be due to the fact that the cable with the plugs is exactly at the location of the hole drilled in the wall, so that for connecting the cables to the socket or socket. the switch is provided with a cable that is not long enough to pull it far enough out through the hole and ensure the connection; on the other hand, the cause may lie in the fact that the installation position of the connections for the cables at the socket or the switch is unfavorably aligned with respect to the position of the cables.

Hier wil de uitvinding uitkomst brengen. De uitvinding beoogt een inrichting voor de aansluiting van elektrische installatietoestellen te verschaffen, 20 waarbij de aansluiting aan in holle ruimtes aangelegde kabels op eenvoudige wijze mogelijk is. Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat aan de sokkel een koppelingsmodule is aangebracht, die aansluitingen voor de draden bezit.The invention seeks to achieve a result here. The invention has for its object to provide a device for the connection of electrical installation devices, wherein the connection to cables laid in hollow spaces is possible in a simple manner. This object is achieved according to the invention in that a coupling module is provided on the base which has connections for the wires.

2525

Met de uitvinding wordt een inrichting voor het aansluiten van elektrische installatietoestellen verschaft, die op eenvoudige wijze een verbinding ter beschikking stelt met reeds in wanden aangelegde 30 kabels. Dit is gewaarborgd door de koppelingsmodule, die is aangebracht aan de sokkel. Door de aanbrenging aan de sokkel is een vooraf bepaalde positionering verschaft, die zich bij de uitrichting daarvan oriënteert aan de positie van de kabels in de wand. 35 Door de aan de module aangebrachte aansluitingen voor de draden is een betrouwbare verbinding tussen sokkel en koppelingsmodule teweeggebracht.The invention provides a device for connecting electrical installation devices, which provides a connection in a simple manner to cables already laid in walls. This is guaranteed by the coupling module, which is mounted on the base. A predetermined positioning is provided by the mounting on the base, which in its alignment is oriented to the position of the cables in the wall. The connections for the wires arranged on the module provide a reliable connection between the base and the coupling module.

- 3 -- 3 -

In een verdere ontwikkeling van de uitvinding is de koppelingsmodule door middel van de draden beweegbaar bevestigd aan de sokkel. Deze wijze van bevestiging heeft het voordeel dat de stand van de module door een 5 verbuigen van de draden ten opzichte van de sokkel veranderd kan worden. Hierdoor is een optimale aanpassing aan de respectieve inbouwsituatie mogelijk.In a further development of the invention, the coupling module is movably attached to the base by means of the wires. This method of attachment has the advantage that the position of the module can be changed by bending the wires relative to the base. This makes an optimum adaptation to the respective installation situation possible.

In een andere verdere ontwikkeling van de uitvinding 10 bezit de koppelingsmodule stekkerbussen. Door het gebruik van stekkerbussen is de verbinding van de module met aan de kabels aangebrachte stekkers mogelijk, waardoor de verbinding met de in de wanden aangelegde kabels extra vereenvoudigd is.In another further development of the invention, the coupling module has plug sockets. By using plug sockets, the connection of the module to plugs fitted to the cables is possible, whereby the connection to the cables laid in the walls is extra simplified.

1515

Op voordelige wijze wordt de koppelingsmodule omgrepen door een kap. Het gebruik van een kap biedt de mogelijkheid om de module alsook de sokkel ten minste gebiedsgewijs af te dekken om deze te beschermen tegen 20 invloeden uit de omgeving. Tegelijkertijd is een fixeren van de koppelingsmodule na het opschroeven van de kap mogelijk, zodat een onbedoelde verandering van de positie van de koppelingsmodule aan de sokkel op effectieve wijze is vermeden.The coupling module is advantageously surrounded by a cap. The use of a hood offers the possibility of covering the module as well as the base at least regionally in order to protect it against environmental influences. At the same time, fixing of the coupling module after screwing on the cap is possible, so that an unintended change of the position of the coupling module on the base is effectively prevented.

2525

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de kap aaneengeschroefd met de sokkel. Deze wijze van bevestiging is eenvoudig en tegelijkertijd betrouwbaar en waarborgt een achteraf plaatsvindende demontage.In an embodiment of the invention, the cap is screwed together with the base. This method of attachment is simple and at the same time reliable and guarantees subsequent dismantling.

3030

Andere verdere ontwikkelingen en uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn beschreven in de overige volgconclusies. Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is afgebeeld in de tekening en wordt 35 onderstaand in detail beschreven. Daarbij tonen: fig. 1 de afbeelding in uiteengenomen vorm van een contactdoos met koppelingsmodule en kap; _ 4 - fig. 2 de perspectivische afbeelding van een contactdoos met koppelingsmodule; fig. 3 de perspectivische afbeelding van de in fig- 2 5 afgebeelde contactdoos over 90° gedraaid; fig. 4 de perspectivische afbeelding van een contactdoos met een opgeschroefd kap; 10 fig. 5 de perspectivische afbeelding van de in figuur 4 afgebeelde contactdoos over 90° gedraaid; fig. 6 het aanzicht van een contactdoos gedurende het inbouwproces; 15 fig. 7 de dwarsdoorsnede langs de lijn A-A in figuur 6; fig. 8 het aanzicht van de in figuur 6 afgebeelde 20 contactdoos in een inbouwstand; fig. 9 de dwarsdoorsnede langs de lijn B-B in figuur 8; 25 fig. 10 de perspectivische afbeelding van een meervoudige contactdoos met koppelingsmodule en stekker; fig. 11 de perspectivische afbeelding van de in fig. 10 30 afgebeelde meervoudige contactdoos in een inbouwstand.Other further developments and embodiments of the invention are described in the remaining subclaims. An exemplary embodiment of the invention is shown in the drawing and is described in detail below. In the drawing: Fig. 1 shows the exploded view of a socket with coupling module and cap; 4 - fig. 2 shows the perspective view of a socket with coupling module; Fig. 3 shows the perspective view of the socket shown in Fig. 2 rotated through 90 °; Fig. 4 shows the perspective view of a socket with a screw-on cap; Fig. 5 the perspective view of the socket shown in Fig. 4 rotated through 90 °; Fig. 6 shows the view of a socket during the installation process; Fig. 7 shows the cross-section along the line A-A in Fig. 6; Fig. 8 shows the view of the socket shown in Fig. 6 in a mounting position; Fig. 9 shows the cross section along the line B-B in Fig. 8; Fig. 10 shows the perspective view of a multiple socket with coupling module and plug; Fig. 11 is a perspective view of the multiple socket shown in Fig. 10 in a mounting position.

De als uitvoeringsvoorbeeld gekozen inrichting voor het aansluiten van elektrische installatietoestellen is 35 toegelicht aan de hand van een contactdoos. De contactdoos omvat een contactdoos-sokkel 1, waaraan een draagplaat 2 is aangebracht. Op de van de draagplaat 2 afgekeerde zijde is aan de contactdoos-sokkel 1 een koppelingsmodule 3 aangebracht. Bovendien is er een kap - 5 - 4 aangebracht, die in gemonteerde toestand de koppelingsmodule 3 omgrijpt.The device chosen as an exemplary embodiment for connecting electrical installation devices is explained on the basis of a socket. The socket comprises a socket socket base 1, on which a support plate 2 is arranged. On the side remote from the supporting plate 2, a coupling module 3 is arranged on the socket base 1. In addition, a cap - 5 - 4 is provided, which engages the coupling module 3 when mounted.

De contactdoos-sokkel 1 is op de bekende wijze 5 vervaardigd uit kunststof. Deze bezit een basis 11, die op de naar de draagplaat 2 toegekeerde zijde daarvan twee contactveren bezit voor het insteken van de stiften van stekkers. De contactveren staan in de gemonteerde toestand in verbinding met de 10 stroomvoerende aders van de stroomleiding. In het uitvoeringsvoorbeeld zijn de aders met klemmen 12 vastgehouden aan de contactdoos. Als variant van het uitvoeringsvoorbeeld kan in plaats van de klemmen ook een schroefverbinding gebruikt worden. Aan de basis 11 15 zijn daarenboven aardbeugels 13 aangebracht, die in het uitvoeringsvoorbeeld aaneengeschroefd zijn met de basis 11. Op de van de draagplaat 2 afgekeerde zijde zijn in de basis 11 schroefdraadgaten 14 aangebracht, die coaxiaal zijn uitgericht met de bussen 15. Bovendien 20 zijn aan de contactdoos-sokkel 1 aansluitingen 16 voor draden 5 aangebracht.The socket socket base 1 is made of plastic in the known manner. It has a base 11 which has two contact springs on its side facing the supporting plate 2 for inserting the pins of plugs. In the mounted state, the contact springs are in communication with the current-carrying conductors of the power line. In the exemplary embodiment, the conductors with terminals 12 are held on the socket. As a variant of the exemplary embodiment, a screw connection can also be used instead of the clamps. Moreover, ground brackets 13 are provided on the base 11, which in the exemplary embodiment are screwed together with the base 11. On the side remote from the support plate 2, thread holes 14 are provided in the base 11 which are coaxially aligned with the bushes 15. Moreover, connections 16 for wires 5 are provided on the socket-base 1.

De draagplaat 2 is vervaardigd uit metaal. Deze is via bruggen 21 verbonden met de contactdoos-sokkel 1. De 25 plaat 2 bezit in het midden daarvan een opening 22, die dient voor het doorlaten van een stekker. De plaat 2 zelf is aan de rand daarvan voorzien van sleufgaten 23 voor het monteren aan de respectieve plaats van gebruik, alsook van boringen 24 voor het bevestigen van 30 een lijst of dergelijke.The support plate 2 is made of metal. This is connected via bridges 21 to the socket base 1. The plate 2 has an opening 22 in the middle thereof, which serves for the passage of a plug. The plate 2 itself is provided on its edge with slot holes 23 for mounting at the respective place of use, as well as bores 24 for attaching a frame or the like.

De koppelingsmodule 3 is vervaardigd uit kunststof. In het uitvoeringsvoorbeeld bezit deze aan de ene zijde daarvan drie stekkerbussen 31. Stekkerbussen 31 zijn 35 in hoofdzaak cilindrisch uitgevoerd en bezitten in het midden daarvan - niet afgebeelde - coaxiaal met de holle cilinders uitgerichte stiften van metaal. Op de van de stekkerbussen 31 afgekeerde zijde bezit de koppelingsmodule 3 aansluitingen 32 voor de draden 5.The coupling module 3 is made of plastic. In the exemplary embodiment, it has three plug sockets 31 on one side thereof. Plug sockets 31 are substantially cylindrical and in the middle thereof have pins of metal aligned coaxially with the hollow cylinders. On the side remote from the sockets 31, the coupling module 3 has connections 32 for the wires 5.

- 6 -- 6 -

Bij de ' aansluitingen 32 kan het gaan om schroefverbindingen of klemverbindingen, zoals deze op zich bekend zijn uit de aansluitingstechniek van draden aan contactdozen. De aansluitingen 32 aan de 5 koppelingsmodule 3 zijn vergelijkbaar met de aansluitingen 16 aan de contactdoos-sokkel 1 uitgevoerd. De draden 5 vormen de verbinding van de koppelingsmodule 3 met de contactdoos-sokkel 1. Als gevolg van de flexibiliteit van de draden 5 is de 10 koppelingsmodule 3 beweegbaar bevestigd aan de contactdoos-sokkel 1.The connections 32 may be screw connections or clamp connections, as they are known per se from the connection technology of wires to sockets. The connections 32 on the coupling module 3 are similar to the connections 16 on the socket base 1. The wires 5 form the connection of the coupling module 3 with the socket-base 1. As a result of the flexibility of the wires 5, the coupling module 3 is movably attached to the socket-base 1.

De kap 4 is eveneens vervaardigd uit 'kunststof. Deze heeft in het onderaanzicht een in hoofdzaak vierhoekige 15 uitvoering, die het mogelijk maakt om in gemonteerde toestand de koppelingsmodule 3 te omgrijpen. Op de van de contactdoos-sokkel 1 afgekeerde zijde daarvan is de kap 4 voorzien van een doorlaatopening 41 waar de stekkerbussen 31 gedeeltelijk doorheen lopen. Aan de 20 zijden die aangrenzen aan de doorlaatopening 41 is de kap 4 aan beide zijden voorzien van opzetstukken 42, die in gemonteerde toestand afsteunen op de contactdoos-sokkel 1. In de opzetstukken 42 zijn boringen 43 aangebracht, die in gemonteerde toestand in 25 lijn liggen met de schroefdraadgaten 14 in de contactdoos-sokkel 1. Voor de bevestiging van de kap 4 op de contactdoos-sokkel 1 is voorzien in schroeven 44, die door de . boringen 43 in de schroefdraadgaten 14 geschroefd kunnen worden. Op de van de doorlaatopening 30 41 afgekeerde zijde is aan de kap 4 een schort 45 gevormd, die in gemonteerde toestand de draden 5 bedekt.The cap 4 is also made of plastic. In the bottom view this has a substantially quadrilateral embodiment, which makes it possible to grip the coupling module 3 in the mounted state. On the side thereof remote from the socket socket base 1, the cap 4 is provided with a passage 41 through which the plug sockets 31 partially run. On both sides of the passage opening 41, the cap 4 is provided on both sides with attachments 42, which, when mounted, are supported on the socket base 1. In the attachments 42, bores 43 are provided which, when mounted, align. lie with the threaded holes 14 in the socket base 1. For fixing the cap 4 on the socket base 1 screws 44 are provided, which are threaded through the socket. holes 43 can be screwed into the threaded holes 14. On the side remote from the passage opening 41, an apron 45 is formed on the cap 4, which apron covers the wires 5 when mounted.

Zoals afgebeeld in de fig. 10 en 11 kan de inrichting 35 volgens de uitvinding ook aangebracht worden aan meervoudige installatieapparatuur. In de figuren 10 en 11 is het aanbrengen aan een 3-voudige contactdoos afgebeeld. Bij het gebruik van meervoudige installatietoestellen is het opmerkelijk dat slechts - 7 - één koppelingsmodule 3 voor de verbinding met een stekker 9 noodzakelijk is om de eenvoudige aansluiting volgens de uitvinding mogelijk te maken.As shown in Figs. 10 and 11, the device 35 according to the invention can also be applied to multiple installation equipment. Figures 10 and 11 show the mounting on a triple socket. When using multiple installation devices, it is remarkable that only one coupling module 3 is required for the connection to a plug 9 in order to enable the simple connection according to the invention.

5 Bij de vervaardiging van de contactdoos met de inrichting volgens de uitvinding worden allereerst de contactdoos-sokkel 1 en de draagplaat 2 op de bekende wijze met elkaar verbonden. Vervolgens wordt de koppelingsmodule 3, waaraan de draden 5 reeds bevestigd 10 zijn, naar de contactdoos-sokkel 1 geleid en worden de draden 5 hieraan bevestigd. In deze positie is de koppelingsmodule 3 reeds beweegbaar bevestigd aan de contactdoos 1. De montage van de contactdoos volgens de uitvinding kan reeds in deze samenstelling 15 plaatsvinden. Ter completering van de contactdoos volgens de uitvinding wordt in aansluiting daaraan de kap 4 gemonteerd, waarbij deze op eenvoudige wijze wordt geplaatst op de koppelingsmodule 3, zodat de stekkerbussen 31 gebiedsgewijs door de opening 41 naar 20 buiten treden. In de eindpositie daarvan steunen de opzetstukken 42 in het gebied van de schroefdraadgaten 14, resp. bussen 15 tegen de contactdoos-sokkel 1. Omdat de boringen 43 van de kap 4 in lijn liggen met de schroefdraadgaten 14 van de contactdoos-sokkel 1, 25 kunnen de schroeven 44 door de boringen 43 heen worden gestoken en in de schroefdraadgaten 14 geschroefd worden. De contactdoos volgens de uitvinding is daarmee voltooid.In the manufacture of the socket with the device according to the invention, the socket socket 1 and the support plate 2 are first of all connected to each other in the known manner. Subsequently, the coupling module 3, to which the wires 5 have already been attached, is led to the socket base 1 and the wires 5 are attached thereto. In this position, the coupling module 3 is already movably attached to the socket 1. The mounting of the socket according to the invention can already take place in this assembly. To complete the socket according to the invention, the cap 4 is mounted thereafter, this cap being placed in a simple manner on the coupling module 3, so that the plug sockets 31 extend outwardly through the opening 41. In the end position thereof, the attachments 42 support in the area of the threaded holes 14, resp. bushes 15 against the socket base 1. Because the bores 43 of the cap 4 are in line with the threaded holes 14 of the socket socket 1.25, the screws 44 can be inserted through the bores 43 and screwed into the threaded holes 14 . The socket according to the invention is thus completed.

30 Bij de montage van de elektrische installatietoestellen onder gebruikmaking van de inrichting volgens de uitvinding wordt op de bekende wijze een gat 6 in de respectieve wand 7 geboord op een plaats, in de nabijheid waarvan zich een kabel 8 bevindt. Na het 35 boren van het gat 6 wordt de zich in de wand 7 bevindende kabel 8 naar buiten getrokken. Een zich aan het uiteinde van de kabel 8 bevindende stekker 9 wordt vervolgens in de stekkerbus 31 van de koppelingsmodule 3 gestoken, zoals dit is afgebeeld in fig. 7. Dit is - 8 - door de positionering van de koppelingsmodule 3 onder een hoek ten opzichte van de in de langsrichting verlopende middellijn van het installatietoestel op eenvoudige wijze mogelijk. Na het aansluiten van de 5 koppelingsmodule 3 aan de stekker 9 van de kabel 8 wordt het elektrische installatietoestel, in het uitvoeringsvoorbeeld de contactdoos, de in figuur 7 af geheelde pijl volgend, in het gat 6 in de wand 7 ingebracht, totdat de in de figuren 8 en 9 afgebeelde 10 inbouwstand is bereikt. Uit figuur 9 blijkt dat, als gevolg van de onder een hoek uitgerichte stand van de koppelingsmodule 3, is bereikt dat de kabel 8 met de stekker 9 op een optimale wijze naar de contactdoos is geleid, zodat hierdoor zowel de montage, alsook de 15 perfecte aanbrenging na de montage is gewaarborgd. Omdat bij de montage na het boren van het gat in de wand slechts voor de aansluiting het naar binnen steken van de stekker 9 in de koppelingsmodule 3 noodzakelijk is, kan dit werk ook uitgevoerd worden door personen 20 die niet opgeleid zijn als elektricien. Bijvoorbeeld kan het inbouwen verricht worden door de conciërge. Daardoor worden de kosten bij een achteraf inbouwen van elektrische installatietoestellen aanzienlijk gereduceerd.When mounting the electrical installation devices using the device according to the invention, a hole 6 is drilled in the respective wall 7 in the respective wall 7 at a location in the vicinity of which a cable 8 is located. After drilling the hole 6, the cable 8 located in the wall 7 is pulled out. A plug 9 located at the end of the cable 8 is then inserted into the plug socket 31 of the coupling module 3, as shown in Fig. 7. This is - 8 - due to the positioning of the coupling module 3 at an angle with respect to of the longitudinal center line of the installation device is possible in a simple manner. After connecting the coupling module 3 to the plug 9 of the cable 8, the electrical installation device, in the exemplary embodiment the socket, following the arrow lifted in Figure 7, is introduced into the hole 6 in the wall 7 until the 8 and 9, the installation position shown in Figs. Figure 9 shows that, as a result of the angled position of the coupling module 3, it has been achieved that the cable 8 with the plug 9 is guided to the socket in an optimum manner, so that both the assembly and the perfect application after assembly is guaranteed. Because during assembly after drilling the hole in the wall only for the connection it is necessary to insert the plug 9 into the coupling module 3, this work can also be carried out by persons 20 who are not trained as electricians. For example, the installation can be done by the caretaker. As a result, the costs of retrofitting electrical installation devices are considerably reduced.

25 103723425 1037234

Claims

Device for connecting electrical installation devices, comprising a base which has 5 connections for wires, characterized in that a coupling module (3) is provided on the base (1), said connections (32) for the wires ( 5) possession.

Device according to claim 1, characterized in that the coupling module (3) is movably attached to the base (1) by means of wires (5).

Device according to claim 1 or 2, characterized in that the coupling module (3) has sockets (31).

Device according to one of claims 1 to 3, characterized in that the coupling module (3) is surrounded by a cap (4).

Device according to claim 4, characterized in that the cap (4) is screwed together with the. base (1). 25 1037234