NL1036101C - Drager voor een in zijn kweekpot staande plant. - Google Patents
Drager voor een in zijn kweekpot staande plant. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1036101C NL1036101C NL1036101A NL1036101A NL1036101C NL 1036101 C NL1036101 C NL 1036101C NL 1036101 A NL1036101 A NL 1036101A NL 1036101 A NL1036101 A NL 1036101A NL 1036101 C NL1036101 C NL 1036101C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- carrier
- strip
- support
- pot
- berth
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/12—Supports for plants; Trellis for strawberries or the like
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D85/00—Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials
- B65D85/50—Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials for living organisms, articles or materials sensitive to changes of environment or atmospheric conditions, e.g. land animals, birds, fish, water plants, non-aquatic plants, flower bulbs, cut flowers or foliage
- B65D85/52—Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials for living organisms, articles or materials sensitive to changes of environment or atmospheric conditions, e.g. land animals, birds, fish, water plants, non-aquatic plants, flower bulbs, cut flowers or foliage for living plants; for growing bulbs
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Botany (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Evolutionary Biology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Marine Sciences & Fisheries (AREA)
- Toxicology (AREA)
- Zoology (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
Description
Korte aanduiding: Drager voor een in zijn kweekpot staande plant..
De uitvinding ligt op het gebied van potplanten en wel met name op dat van het vervoer van in hun kweekpotten staande planten naar en vanuit verkooplocaties.
Veel plantensoorten zijn voldoende compact en stevig om zonder meer in bijvoorbeeld verzamelbakken te worden geplaatst en om daaruit - op een distributieplek -5 door de uiteindelijke koper betrekkelijk probleemloos mee naar huis te worden genomen.
Bij langstelige plantensoorten, zoals die van het type orchidee, worden de veelal weinig draagkrachtige en dus kwetsbare stelen tijdens het vervoer van kwekerij naar verkooppunt gesteund door ernaast in de kweekpotten gestoken steunpennen. Het probleem bij dit type plant is vooral, dat het dragen ervan naar de uiteindelijke plaats van bestemming 10 ongemakkelijk is.
De uitvinding nu beoogt hiervoor een economische en milieuvriendelijke oplossing te bieden.
De uitvinding verschaft daartoe een drager voor een in zijn kweekpot staande plant, meer in het bijzonder van het type orchidee, welke gekenmerkt wordt door een in gebruik 15 verticaal staande draagstrook, die aan het ene einde c.q. boveneinde als draaghandgreep is gevormd en aan het andere einde c.q. benedeneinde aansluit op een vanaf beide draag-strookzijden loodrecht naar buiten uitstekend steunplatform, waarbij in de draagstrook -direct aansluitend op het steunplatform - een aan de uitwendige vorm en de hoogte van de kweekpot boven het steunplatform aangepaste ligplaats voor een kweekpot aanwezig is, 20 terwijl de draagstrook op een of meer plaatsen is voorzien van middelen voor het vasthouden van een of meer stelen.
Een dergelijke drager is in principe eenvoudig van uitvoering en op eenvoudige wijze uit een geringe hoeveelheid van bijvoorbeeld een stevige papiersoort of karton te vervaardigen.
25 Voor de kweker is het gemakkelijk de drager aan te brengen door de kweekpot met plant eenvoudig over het steunplatform heen in de ligplaats te schuiven en wel tot de pot ongeveer voor de helft door de draagstrook heen steekt. De draagstrook komt daarmede in een centrale positie t.o.v. de kweekpot te staan. De kweker heeft daarbij de keuze de reeds in de kweekpot geplaatste steunpennen te handhaven dan wel deze te verwijderen en de 30 stelen rechtstreeks aan de draagstrook vast te maken.
Voor de potentiële koper is het van belang, dat hij bij de aangeboden potplant/-dragercombinatie niet alleen een onbelemmerd zicht op de voornaamste delen van de plant heeft, maar deze combinatie zonder meer comfortabel aan de hand is mee te dragen.
1036101 -2-
Een verder kenmerk van de drager volgens de uitvinding bestaat daarin, dat het vanaf de ene zijde van de draagstrook naar buiten uitstekende deel van het steunplatform is verkregen door een onderste einddeel van de draagstrook, dat via aan weerszijden van de basis van de ligplaats aanwezige en in eikaars verlengde gelegen vouwlijnen met de rest van 5 de draagstrook is verbonden, rond genoemde vouwlijnen uit het (hoofd)vlak van de draagstrook te buigen, terwijl het één geheel met dit platformdeel vormende overige gedeelte van het steunplatform wordt gevormd door een uit de ligplaatszone van de draagstrook gesneden draagstrookdeel, dat met het ene steunplatformdeel mee buigbaar is.
Aldus kan de gehele drager uit één enkele materiaalstrook, op eenvoudige wijze 10 voorgestanst tot een plano, worden gevormd.
Naast de eerder genoemde wijze van plaatsen van de kweekpot is het daarmede bovendien mogelijk de kweekpot eerst op het steunplatformgedeelte van de nog geheel vlak liggende plano te plaatsen en vervolgens de rest van de draagstrook van achter de plant rond genoemde vouwlijnen op te richten tot de kweekpot er voor de helft doorheen steekt.
15 Vooral ook ten behoeve van deze wijze van plaatsen van de kweekpot verdient het aanbeveling het steunplatform van een aan de kweekpot aangepaste verdieping te voorzien zodat de kweekpot t.o.v. het draagplatform gecentreerd komt te staan en de stabiliteit van de drager/plantcombinatie wordt bevorderd. Een dergelijke verdieping kan eenvoudig in het planomateriaal worden gedrukt danwel, gezien de conische vorm van de kweekpot als 20 opening worden uitgevoerd.
Verdere kenmerken van de uitvinding zijn omschreven in de bijgaande conclusies 5- 11.
De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een aantal uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht.
25 Fig. 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de drager volgens de uitvinding in plano- vorm;
Fig. 2-4 tonen een drietal varianten op het onderste gedeelte van de plano volgens fig.1 ; en
Fig. 5 en 6 tonen elk een uit een der in fig. 1-4 getoonde plano’s gevormde drager 30 volgens de uitvinding, tezamen met een daarin geplaatste kweekpot met plant van het type orchidee.
De in fig. 1 in plano getoonde drager bestaat uit een langwerpige strook 1 van bijvoorbeeld een stevige papiersoort of karton. Aan het boveneinde heeft de strook een opening 2, waardoor een handgreep 3 is gevormd en de strook als draagstrook kan 35 fungeren.
Het benedeneinde van de strook 1 verloopt volgens een halve cirkel met straal R. Voorts bevindt zich in het onderste gedeelte van de strook 1 een uitsparing 4 (zie arcering), -3- waarvan de onderste begrenzing concaaf en wel volgens een halve cirkel met kleinere straal r verloopt. Hierdoor is het met 5 aangegeven strookeinddeel ontstaan dat via de beide in eikaars verlengde liggende lijnstukken 6 met de rest van de strook 1 is verbonden.
Het strookeinddeel 5 nu is bestemd om in de uiteindelijke draagstrook als 5 steunplatform voor de te dragen kweekpot te fungeren. Daartoe zijn de lijnstukken 6 door middel van een op zich algemeen bekende bewerking tot scharnier- of vouwlijnen gevormd. Het strookeinddeel 5 kan daardoor bijvoorbeeld in de aangegeven pijlrichtingen rond de schamierlijnen 6 worden gedraaid naar een positie waarin het naar weerszijden loodrecht t.o.v. de rest van de strook uitstaat.
10 In het onderstaande wordt de uit de in fig. 1 getoonde plano te vormen'drager verder beschreven onder de aanname dat het strookeinddeel 5 in de zojuist beschreven steun-platformpositie staat en het hierbij gaat om een kweekpot in de gebruikelijke conisch-ronde vormgeving met kraalrand.
De door de uitsparing 4 ontstane ruimte loopt dan tot het draagvlak van het steun-15 platform 5 door. Daardoor kan het onderste gedeelte 4a van de uitsparing 4, dat zich vanaf het steunplatform 5 tot de op potrandhoogte gelegen overgangsschouders 7 uitstrekt, fungeren als ligplaats voor de te dragen kweekpot. Daarbij correspondeert de zijdelingse begrenzing 8’ van de ligplaats 4a met de te dragen kweekpot en dienen de overgangsschouders 7 als steunschouder voor de veronderstelde kraalrand van de kweekpot.
20 De overgangs- of steunschouders zijn voorzien van uitsteeksels 7a, die bestemd zijn om op twee diametraal overstaande locaties in de omtreksholte van de kraalrand van de te plaatsen kweekpot te grijpen en daarmede de geplaatste kweekpot in de ligplaats 4a te fixeren. Daarbij is het duidelijk dat bij het plaatsen van de kweekpot deze eerst op enige afstand (van minimaal de hoogte van de uitsteeksels 7a) vrij van het steunplatform 5 moet 25 worden gehouden en wel tot hij voor de helft door de draagstrook heen steekt. Op dat moment kan men de kweekpot eenvoudig met zijn bodem op het steunplatform 5 en met zijn kraalrandholte over de uitsteeksels 7a laten zakken. Voor deze wijze van plaatsen biedt het bovenste gedeelte 4b van de uitsparing 4 uiteraard meer dan de benodigde verticale speelruimte. Het in fig. 1 getoonde bovenste gedeelte 4b van de uitsparing 4 heeft echter nog een 30 andere functie, waarop nog nader zal worden ingegaan.
Op een drietal plaatsen in het draagstrookgedeelte tussen de handgreep 3 en de uitsparing 4b zijn voorgestanste, van insteeksleuven 8a voorziene bevestigingstongen 8 aangebracht. Deze tongen kunnen naar behoefte om bijbehorende vouw- of schamierlijnen 9 uit het draagstrookvlak in een daarvan uitstaande werkzame positie worden gebogen om een 35 of meer plantstelen te ondersteunen en vast te zetten.
De draagstrook volgens fig. 1 toont tenslotte op korte afstand van elk der beide langsranden een vouwlijn 10 waaromheen de buiten die vouwlijn gelegen strookranddelen uit -4- het (hoofd)vlak van de draagstrook kunnen worden gebogen om aan die draagstrook meer stevigheid te geven.
De in fig. 2 getoonde variant op het onderste gedeelte van de draagstrook volgens tig. 1 betreft in de eerste plaats de vormgeving van het uitsparinggedeelte 4b boven de 5 overgangs- c.q. steunschouders 7a. De afwijking t.o.v. de vormgeving in fig. 1 bestaat in feite uit een beperking van de uitsparing 4b in de vorm van een boven elk der steunschouders 7 geformeerde nok 11, waarmede enerzijds de verticale speelruimte bij het plaatsen van de kweekpot tot de benodigde omvang wordt beperkt en anderzijds de geplaatste kweekpot minder gemakkelijk uit zijn ligplaats geraakt. In de tweede plaats is in de uitvoeringsvorm 10 volgens fig. 2 het gedeelte van het steunplatform 5, dat in de werkzame positie t.o.v. het vlak van tekening naar achteren wijst (vergelijk r in fig. 1) vergroot, waardoor er ruimte is gekomen voor het toepassen van een verdieping c.q. opening 13, waarin de kweekpot gecentreerd komt te zitten.
In de uitvoeringsvariant volgens fig.3 is de in verband met fig. 1 en fig. 2 genoemde 15 verticale speelruimte tot nul gereduceerd. Daarbij reiken de nokken 11’ over de uitsteeksels 7a heen en begrenzen deze nokken tezamen met de uitsteeksels 7a een aparte ligplaats voor de kraalrand van de te plaatsen kweekpot. Deze uitvoeringsvariant verschaft een “draagvaste” vergrendeling van de kweekpot in zijn ligplaats. Daarentegen is het voor het plaatsen van de kweekpot noodzakelijk dat de uiteinden van de nokken 11’ tijdelijk worden 20 “weggebogen” tot de kweekpot de gewenste centrale positie t.o.v. de draagstrook heeft bereikt.
In de uitvoeringsvariant volgens fig. 4 heeft de nok 11” in principe dezelfde functie als de nok 11 in de uitvoeringsvariant volgens fig. 2. Weliswaar reikt de nok 11’ evenals die (11 ’) volgens fig. 3 verder naar binnen, doch van een belemmering bij het plaatsen van de 25 kweekpot als in het geval van fig. 3 is geen sprake. Het wezenlijke verschil met de uitvoeringen volgens fig. 2 en fig. 3 is de vervanging van de uitsteeksels 7a door grotere, over de “verlaagde” steunschouders 7 beweegbare fixeernokken 7’a. De nokken 7’a maken elk deel uit van een uit het gebied van de uitsparing 4a afkomstig vleugeldeel 7b, dat draaibaar is rond een vouw- of scharnierlijn 12. De vouw- of scharnierlijnen 12 corresponderen 30 met de zijbegrenzingen 8’ in fig. 1 en de overeenkomstige begrenzingen in fig. 2 en 3.
In de uitvoering volgens fig. 4 kan de kweekpot eenvoudig - op het steunplatform steunend - naar binnen worden geschoven. Daarbij worden de fixeernokken 7’a rond de vouw- of scharnierlijnen 12 geleidelijk uit het (hoofd)vlak van de draagstrook gezwenkt, tot een positie tangentiaal t.o.v. het manteloppervlak van de kweekpot wordt bereikt en de 35 nokken in de omtreksholte van de kraalrand van de kweekpot kunnen treden. Het voordeel van de uitvoeringsvariant volgens fig. 4 is, dat de fixeernokken 7’a over een wezenlijk groter deel van de kweekpotomtrek werkzaam zijn.
-5-
Na het voorgaande spreken de in fig. 6 getoonde voorbeelden van een in de drager volgens de uitvinding aangebrachte kweekpot met orchidee in hoofdzaak voor zich. Uit beide voorbeelden blijkt het nut van de in het bovenstaande beschreven "bovenste uitsparing” 4b. Duidelijk zal zijn dat deze uitsparing de mogelijkheid biedt een deel van de voor de 5 beschouwde plant kenmerkende bladeren bij het plaatsen van de kweekpot door deze uitsparing heen naar de achterzijde van de draagstrook te leiden. Bovendien biedt deze uitsparing meer vrijheid t.a.v. de positie die de steel c.q. stelen van de plant in de kweekpot dienen in te nemen.
10 1036101
Claims (13)
1. Drager voor een in zijn kweekpot staande plant, meer in het bijzonder van het type orchidee, gekenmerkt door een in gebruik verticaal staande draagstrook (1), die aan het ene einde c.q. boveneinde als draaghandgreep (3) is gevormd en aan het andere einde c.q. benedeneinde aansluit op een vanaf beide draagstrookzijden loodrecht naar buiten 5 uitstekend steunplatform (5), waarbij in de draagstrook - direct aansluitend op het steun-platform - een aan de uitwendige vorm en hoogte van de kweekpot boven het steunplatform aangepaste ligplaats (4a) voor een kweekpot aanwezig is, terwijl de draagstrook op een of meer plaatsen is voorzien van middelen (8, 8a) voor het vasthouden van een of meer plant-stelen.
2. Drager volgens conclusies 1, met het kenmerk, dat het vanaf de ene zijde van de draagstrook (1) naar buiten uitstekende deel van het steunplatform (5) is verkregen door een onderste einddeel (straal R) van de draagstrook, dat via aan weerszijden van de basis van de ligplaats aanwezige en in eikaars verlengde gelegen vouwlijnen (6) met de rest van de draagstrook (1) is verbonden, rond genoemde vouwlijnen uit het (hoofd)vlak van de draag-15 strook te buigen, terwijl het één geheel met dit platformdeel vormende overige gedeelte (met straal r) van het steunplatform (5) wordt gevormd door een uit de ligplaatszone (4a) van de draagstrook gesneden draagstrookdeel, dat met het ene steunplatformdeel (R) mee buigbaar is.
3. Drager volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat het steunplatform (5) een 20 aan de bodem van de kweekpot aangepaste verdieping (13) heeft.
4. Drager volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de ligplaats (4a) overgaat in een erboven gelegen uitsparing (4b) met op potrandhoogte aan weerszijden van de ligplaats (4a) een naar buiten gerichte overgangs- of steunschouder (7)
5. Drager volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat op enige afstand boven elk der 25 overgangs- of steunschouders (7) een nokvormig uitsteeksel (11; 11’) vanaf de betreffende zijrand van de uitsparing (4b) naar binnen reikt ter begrenzing van de verticale speelruimte van een zich in de ligplaats (4a) bevindende kweekpot.
6. Drager volgens conclusies 4-5, met het kenmerk, dat de overgangs- c.q. steunschouders (7) zijn voorzien van respectievelijk samenwerken met fixeeruitsteeksels (7a; 7’a), 30 die op diametraal overstaande plaatsen van de kweekpotrand kunnen aangrijpen.
7. Drager volgens conclusies 5-6, met het kenmerk, dat de nokvormige uitsteeksels (11’) over de betreffende overgangs- c.q. steunschouders (7) heen tot in de ligplaats (4a) reiken.
8. Drager volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de met de overgangs- c.q. 35 steunschouders (7) samenwerkende fixeeruitsteeksels fixeemokken (7’a) zijn, die elk 1036101 -7- tezamen met een uit de ligplaatszone (uitsparing 4a) afkomstig deel (7b) van de draagstrook draaibaar zijn rond vouwlijnen (12), die met de zijbegrenzingen (8) van de ligplaats samenvallen, een en ander zodanig, dat bij het plaatsen van de kweekpot de strookdelen (7b) met de fixeemokken (7’a) rond de vouwlijnen (12) naar een positie tangentiaal t.o.v. de kweekpot 5 worden gezwenkt, in welke positie de fixeemokken in ingrijping met de kweekpotranden treden.
9. Drager volgens conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de middelen voor het vasthouden van een of meer plantstelen worden gevormd door een of meer uit het vlak van de draagstrook te buigen tongen (8), voorzien van een of meer insteeksleuven (8a) voor de 10 plantstelen.
10. Drager volgens conclusies 1-9, met het kenmerk, dat op korte afstand van elk der beide draagstrooklangsranden een vouwlijn (10) is gevormd, waaromheen het buiten die vouwlijn gelegen strookranddeel uit het (hoofd)vlak van de draagstrook (1) buigbaar is.
11. Drager volgens conclusies 4-10, met het kenmerk, dat de hoogte van de 15 uitsparing (4b) boven de ligplaats (4a) in orde van grootte met die van de ligplaats overeenkomt.
12. Plano ter vorming van de drager volgens conclusies 1-11.
13. Drager volgens conclusies 1-11, tezamen met een daarin geplaatste kweekpot met plant van het type orchidee. 20 1036101
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1036101A NL1036101C (nl) | 2008-10-22 | 2008-10-22 | Drager voor een in zijn kweekpot staande plant. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1036101A NL1036101C (nl) | 2008-10-22 | 2008-10-22 | Drager voor een in zijn kweekpot staande plant. |
NL1036101 | 2008-10-22 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1036101C true NL1036101C (nl) | 2010-04-23 |
Family
ID=40640230
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1036101A NL1036101C (nl) | 2008-10-22 | 2008-10-22 | Drager voor een in zijn kweekpot staande plant. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1036101C (nl) |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1204647A (en) * | 1968-09-09 | 1970-09-09 | John Erling Rasmussen | Improvements in plant protectors |
GB1280050A (en) * | 1968-12-11 | 1972-07-05 | Ivar Andersson | Improvements in protective packing for flowers and the like |
NL8901319A (nl) * | 1989-05-26 | 1990-12-17 | Orvi B V | Houder. |
FR2893927A1 (fr) * | 2005-11-25 | 2007-06-01 | Gal Lenaig Le | Carton d'emballage pour la presentation et/ou le transport de plantes en pot, en particulier de la famille des orchidacees, et emballage correspondant |
-
2008
- 2008-10-22 NL NL1036101A patent/NL1036101C/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1204647A (en) * | 1968-09-09 | 1970-09-09 | John Erling Rasmussen | Improvements in plant protectors |
GB1280050A (en) * | 1968-12-11 | 1972-07-05 | Ivar Andersson | Improvements in protective packing for flowers and the like |
NL8901319A (nl) * | 1989-05-26 | 1990-12-17 | Orvi B V | Houder. |
FR2893927A1 (fr) * | 2005-11-25 | 2007-06-01 | Gal Lenaig Le | Carton d'emballage pour la presentation et/ou le transport de plantes en pot, en particulier de la famille des orchidacees, et emballage correspondant |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
USD878654S1 (en) | Grow light for indoor plants | |
NL1009100C2 (nl) | Verpakking voor snijbloemen. | |
USD870346S1 (en) | Plant grow light | |
US20060226206A1 (en) | One-piece carton having a plate with a food retaining lip | |
US20100199554A1 (en) | Pot assembly | |
USD930500S1 (en) | Plant-growing container | |
US9126720B2 (en) | Snap-fold containers | |
WO2008082639A3 (en) | Live goods planter cage frame and container | |
US20080099356A1 (en) | Flower shipment packaging | |
NL1036101C (nl) | Drager voor een in zijn kweekpot staande plant. | |
US20050223640A1 (en) | Plant marking tag | |
US9149934B2 (en) | Connector for multiple potted plants | |
US20120019017A1 (en) | Multi-configuration Plant Pot Holder and Handle | |
USD874333S1 (en) | Mobile gardening device | |
US20150096915A1 (en) | Poultry tray and method of packaging poultry using same | |
US6446805B1 (en) | Container for plants | |
US9615680B2 (en) | Device with a number of stations for displaying a number of containers | |
EP1064836A3 (de) | Vorrichtung zum Ernten von Pilzen, Transportvorrichtung sowie Behältnis zur Aufnahme von Pilzen | |
US11089739B2 (en) | Air-root-pruning container having vertically offset ledges | |
US20180282039A1 (en) | Clip-in carrier package for beverage cans | |
EP1004235A3 (en) | Improved tray for plant pots | |
EP1752068B1 (en) | Transport and display tray | |
EP3178747B1 (en) | Blank, fixing assembly, shipping assembly and method for shipment of a plant or ornamental flowers in a pot or container | |
US20150060532A1 (en) | Food Product Holder | |
JP5801509B1 (ja) | 育苗ポット |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20150501 |