NL1034858C1

NL1034858C1 - Liquid discharge device.

Info

Publication number: NL1034858C1
Application number: NL1034858A
Authority: NL
Inventors: Martinus Franciscus Petrus Joseph Bierings
Original assignee: Martinus Franciscus Petrus Joseph Bierings
Priority date: 2007-12-21
Filing date: 2007-12-21
Publication date: 2009-06-23
Also published as: WO2009082202A1; EP2238300A1

Description

t ,t,

Titel: Vloeistof-afvoerinrichtingTitle: Liquid discharge device

De onderhavige uitvinding heeft in zijn algemeenheid betrekking op een vloeistof-afvoerinrichting, bestemd voor montage onder of naast een ruimte die vloeistof kan bevatten en voor aansluiting op een vloeistof-afvoernetwerk zoals een 5 riool. In het hiernavolgende zal worden aangenomen dat de vloeistof water is.The present invention relates in general to a liquid discharge device, intended for mounting under or next to a space that can contain liquid and for connection to a liquid discharge network such as a sewer. In the following, it will be assumed that the liquid is water.

Afvoerinrichtingen van het bovengenoemde type zijn algemeen bekend, bijvoorbeeld voor montage onder een wastafel of een bad of een douchecabine, etc. In het gebruik is het 10 mogelijk dat de afvoer continu open staat en dat het af te voeren water aanwezig is in de vorm van een plas water die gevoed wordt door een waterstraal, zoals bijvoorbeeld in een douchecabine of in een wasbak, maar het is ook mogelijk dat de· afvoer afsluitbaar is zodat zich in de betreffende ruimte een 15 betrekkelijk groot volume water kan verzamelen, waarna de gebruiker de afvoer kan openen om de ruimte leeg te laten lopen: dit zijn typische gebruikssituaties in het geval van een wasbak of een bad.Drain devices of the above-mentioned type are generally known, for instance for mounting under a washbasin or a bath or a shower cabin, etc. In use, it is possible that the drain is continuously open and that the water to be drained is present in the form of a puddle of water that is fed by a water jet, such as for instance in a shower cabin or in a washbasin, but it is also possible that the drain can be closed so that a relatively large volume of water can collect in the space concerned, after which the user can drain can open to deflate the room: these are typical usage situations in the case of a sink or bathtub.

In principe is het mogelijk dat de betreffende ruimte via 20 een rechte leiding wordt aangesloten op een riool. Een bezwaar is dan dat, in situaties dat er geen water aanwezig is in de betreffende ruimte, er een open verbinding aanwezig is tussen die ruimte en het riool, zodat er onwelriekende gassen vanuit het riool de betreffende ruimte binnen kunnen dringen. Om deze 25 stankoverlast te voorkomen, zijn afvoerinrichtingen voorzien van een zogenaamd stankslot. Een stankslot heeft in het algemeen een constructie die het wegstromende water verticale bochten laat maken. Een goed voorbeeld hiervan is de welbekende zwanehals onder een wasbak. Het werkingsprincipe is 30 er op gebaseerd, dat in een bochtgedeelte met een in hoofdzaak U-vormige contour er altijd een hoeveelheid water blijft staan die een gasbarrière vormt. Gezien de algemene bekendheid van stanksloten in het algemeen en zwanehalzen in het bijzonder is een nadere uitleg niet nodig.In principle it is possible that the relevant space is connected to a sewer via a straight pipe. A drawback is then that, in situations where there is no water present in the relevant space, there is an open connection between that space and the sewer, so that malodorous gases from the sewer can penetrate into the relevant space. In order to prevent this odor nuisance, discharge devices are provided with a so-called odor trap. A stench lock generally has a construction that makes the water flowing away make vertical turns. A good example of this is the well-known gooseneck under a sink. The operating principle is based on the fact that in a bend section with a substantially U-shaped contour there always remains a quantity of water that forms a gas barrier. In view of the general familiarity with stench locks in general and swan necks in particular, a further explanation is not necessary.

1034858J1034858J

{ , 2{2

Wanneer water door een dergelijke afvoerinrichting wordt afgevoerd, ontwikkelt het water in die inrichting een zekere snelheid. In principe is een vrij hoge afvoersnelheid gewenst. Immers, wanneer men een gevulde wasbak of een gevuld bad wil 5 laten leeglopen, wil men dat dit vrij snel gebeurt. Voorts, wanneer men gebruik maakt van een douchecabine, moet de afvoer-capaciteit van de afvoerinrichting minimaal gelijk zijn aan de toevoercapaciteit van de douche (dat wil zeggen de waterstraal). Er doet zich dan een probleem voor op het moment 10 dat de toevoer van water naar de afvoerinrichting stopt, bijvoorbeeld omdat de wasbak of het bad leeg raakt of omdat de gebruiker de douchekraan dicht draait. Door de inertie van het water stopt de waterstroming niet op het moment dat de watertoevoer stopt. Hierdoor wordt water onttrokken aan het 15 stankslot. Dit proces stopt doorgaans pas wanneer er lucht in de afvoerleiding komt. Het laatste restje water dat zich dan nog in de afvoerinrichting bevindt, stroomt terug in het stankslot. Dit is schematisch geïllustreerd in de figuren 1A-D een potvormige afvoerinrichting 10 onder een wasbak 1. De 20 afvoerinrichting 10 omvat een verticale buis 11 met een vrije onderrand 12, die is aangesloten op de bodem van de wasbak 1. De afvoerinrichting 10 omvat voorts een beker 15 met een bodem 16, een zijwand 17 en een bovenrand 18. De beker 15 heeft een grotere diameter dan de buis 11, en is coaxiaal met de buis 11 25 opgesteld, waarbij de bodem 16 zich op enige afstand HD onder de vrije onderrand 12 van de buis 11 bevindt, en waarbij de bovenrand 18 van de beker 15 zich bevindt boven het niveau van de onderrand 12 van de buis 11. Tussen de bovenrand 18 van de beker 15 en de buis 11 is een afdichting 19 opgenomen. De 30 afvoerinrichting 10 omvat voorts een uitlaatbuis 20, waarvan een ingangsuiteinde 21 is aangesloten op een opening in de zijwand 17 van de beker 15, waarbij de onderzijde van dat ingangsuiteinde 21 zich bevindt op een hoger niveau dan de onderrand 12 van de buis 11; het hoogteverschil is in de 35 figuur aangeduid met H, en zal hierna worden aangeduid als opvoerhoogte. De uitlaatbuis 20 is voorts aangesloten op een riool, schematisch aangeduid door R. Het eerste deel van de uitlaatbuis 20 is doorgaans horizontaal gericht, om daarna over te gaan in een verticale afvoerbuis; ter wille van de 3 uitleg is de uitlaatbuis 20 voorzien van een verticale bocht 22, zodat de uitlaatbuis 20 een eerste horizontaal deel 23 en een tweede schuin omlaag gericht deel 24 omvat.When water is drained through such a drain device, the water in that device develops a certain speed. In principle, a fairly high discharge speed is desired. After all, if one wants to drain a filled washbasin or a filled bath, one wants this to happen rather quickly. Furthermore, when a shower cubicle is used, the discharge capacity of the discharge device must be at least equal to the supply capacity of the shower (i.e. the water jet). A problem then arises at the moment that the supply of water to the drain device stops, for example because the sink or the bath becomes empty or because the user turns off the shower tap. Due to the inertia of the water, the water flow does not stop when the water supply stops. As a result, water is extracted from the stench trap. This process usually only stops when air enters the exhaust pipe. The last remaining water that is still in the drainage device flows back into the stench trap. This is schematically illustrated in figures 1A-D a pot-shaped drain device 10 under a washbasin 1. The drain device 10 comprises a vertical tube 11 with a free lower edge 12, which is connected to the bottom of the washbasin 1. The drain device 10 furthermore comprises a cup 15 with a bottom 16, a side wall 17 and an upper edge 18. The cup 15 has a larger diameter than the tube 11, and is arranged coaxially with the tube 11, the bottom 16 being at some distance HD below the free bottom edge 12 of the tube 11, and wherein the top edge 18 of the cup 15 is above the level of the bottom edge 12 of the tube 11. A seal 19 is included between the top edge 18 of the cup 15 and the tube 11. The discharge device 10 further comprises an outlet tube 20, an input end 21 of which is connected to an opening in the side wall 17 of the cup 15, the underside of said input end 21 being located at a higher level than the lower edge 12 of the tube 11; the difference in height is indicated by H in the figure, and will hereinafter be referred to as the head. The outlet tube 20 is further connected to a sewer, schematically indicated by R. The first part of the outlet tube 20 is generally directed horizontally, after which it becomes a vertical outlet tube; for the sake of explanation, the outlet tube 20 is provided with a vertical bend 22, so that the outlet tube 20 comprises a first horizontal part 23 and a second obliquely downwardly directed part 24.

Figuur IA illustreert een situatie waarin water 5 wegstroomt uit de wasbak 1. De verticale buis 11 is geheel gevuld, de uitlaat-buis 21 is geheel gevuld, en de beker 15 is vrijwel geheel gevuld. Pijlen geven de stroming van het water aan.Figure 1A illustrates a situation in which water 5 flows out of the washbasin 1. The vertical tube 11 is completely filled, the outlet tube 21 is completely filled, and the cup 15 is almost completely filled. Arrows indicate the flow of the water.

Figuur 1B illustreert de situatie dat de wasbak 1 leeg is 10 gestroomd. De waterstroming gaat door; het water in de verticale buis 11 daalt. Er ontstaat een onderdruk in het hoogste deel 25 van de uitlaatbuis 20.Figure 1B illustrates the situation that the washbasin 1 has flowed empty. The water flow continues; the water in the vertical tube 11 drops. An underpressure is created in the highest part 25 of the outlet tube 20.

Figuur 1C illustreert de situatie dat het water in de verticale buis 11 de vrije onderrand 12 van de verticale buis 15 11 heeft bereikt. De waterstroming gaat nog steeds door, en de beker 15 wordt leeg getrokken. Uiteindelijk ontstaat er een luchtverbinding vanuit de verticale buis 11 naar het hoogste deel 25 van de uitlaatbuis 20, en de waterstroming stopt.Figure 1C illustrates the situation that the water in the vertical tube 11 has reached the free lower edge 12 of the vertical tube 11. The water flow still continues, and the cup 15 is emptied. Eventually an air connection is created from the vertical tube 11 to the highest part 25 of the outlet tube 20, and the water flow stops.

Er resteert dan nog water in de beker 15 en in de 20 uitlaatbuis 20, dat terugstroomt de beker 15 in en zich verzamelt op de bodem 16 van de beker 15. Het ontwerp is zodanig, dat het in de beker 15 achterblijvende water 13 een bovenoppervlak 14 heeft waarvan het niveau zich bevindt boven het niveau van de vrije onderrand 12 van de verticale buis 11. 25 Het hoogteverschil tussen het wateroppervlak 14 en de vrije onderrand 12 van de verticale buis 11 zal worden aangeduid als stankslothoogte HS.Water then remains in the cup 15 and in the outlet tube 20, which flows back into the cup 15 and collects on the bottom 16 of the cup 15. The design is such that the water 13 remaining in the cup 15 has an upper surface 14, the level of which is above the level of the free bottom edge 12 of the vertical tube 11. The height difference between the water surface 14 and the free bottom edge 12 of the vertical tube 11 will be referred to as stench lock height HS.

De hoogte die het wateroppervlak 14 bereikt, zal onder meer afhankelijk zijn van de opvoerhoogte H en de diameter van 30 de beker 15. De verticale afstand HD tussen de bekerbodem 16 en de onderrand 12 van de verticale buis 11 mag niet te klein zijn, aangezien dat de doorstroomsnelheid beperkt en de kans op verstoppingen vergroot. Naarmate genoemde verticale afstand HD groter is, moet ook de opvoerhoogte H groter worden, 35 waardoor de totale verticale afmeting van de afvoerinrichting 10 toeneemt. Bij een toepassing onder een wasbak, bijvoorbeeld, is dat geen probleem, aangezien er genoeg verticale ruimte is. Er is echter een probleem als de beschikbare verticale ruimte beperkt is. In dat geval is het mogelijk, 4 zoals geschetst in figuur 2, dat het wateroppervlak 14 zich onder de vrije onderrand 12 van de verticale buis 11 bevindt, en er een vrije verbinding is met het riool, zoals aangeduid met een pijl 29.The height that the water surface 14 reaches will depend inter alia on the delivery height H and the diameter of the cup 15. The vertical distance HD between the cup bottom 16 and the lower edge 12 of the vertical tube 11 may not be too small, since that limits the flow rate and increases the chance of blockages. As the vertical distance HD is greater, the head height H must also become larger, whereby the total vertical dimension of the discharge device 10 increases. With an application under a sink, for example, that is no problem, since there is enough vertical space. However, there is a problem if the available vertical space is limited. In that case it is possible, as outlined in Figure 2, that the water surface 14 is below the free lower edge 12 of the vertical pipe 11, and there is a free connection with the sewer, as indicated by an arrow 29.

5 Een situatie waarbij de beschikbare verticale ruimte beperkt is, kan zich bij voorbeeld voordoen bij montage onder een bad of onder een douchebak. Een belangrijke situatie waarbij de beschikbare verticale ruimte bijzonder klein is, is de aanleg van een doucheruimte in een bestaande ruimte met een 10 betonvloer, en de onderhavige uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op voor dit toepassingsgebied geschikte afvoerinrichtingen.5 A situation in which the available vertical space is limited can occur, for example, when mounted under a bath or under a shower tray. An important situation in which the available vertical space is particularly small is the construction of a shower space in an existing space with a concrete floor, and the present invention relates in particular to drainage devices suitable for this application area.

Figuur 3 illustreert schematisch de opbouw van een betonvloer, zoals bijvoorbeeld toegepast in flatgebouwen. Een 15 dergelijke vloer, in zijn algemeenheid aangeduid met 30, omvat een betonplaat 31, een daaroverheen aangebrachte strijklaag 32, en een afwerklaag 33. De betonlaag 30 kan ter plaatse worden gestort of als kant en klare platen worden aangevoerd naar de bouwplaats. Op de betonlaag 30 worden dan leidingen 20 aangelegd, bijvoorbeeld voor verwarming, watertoevoer en waterafvoer. Dat wordt over de betonlaag 30 de strijklaag 31 aangebracht, in de vorm van een vloeibare mortel die uithardt, welke strijklaag 31 de genoemde leidingen afdekt. Ten slotte wordt de afwerklaag 33 aangebracht, bijvoorbeeld tegels. Een 25 dergelijke opbouw is bijvoorbeeld gebruikelijk bij het maken van een badkamer. De hoogte van de strijklaag 32 is typisch ongeveer 6 cm.Figure 3 illustrates schematically the construction of a concrete floor, as used for example in apartment buildings. Such a floor, generally indicated by 30, comprises a concrete plate 31, an ironing layer 32 arranged over it, and a finishing layer 33. The concrete layer 30 can be poured on site or supplied as ready-made plates to the construction site. Pipes 20 are then laid on concrete layer 30, for example for heating, water supply and water drainage. This is applied over the concrete layer 30 to the coating layer 31, in the form of a liquid mortar which hardens, which coating layer 31 covers the said pipes. Finally, the finishing layer 33 is applied, for example tiles. Such a construction is, for example, customary when making a bathroom. The height of the coating 32 is typically about 6 cm.

Wanneer in een badkamer met een vloerconstructie zoals beschreven, een doucheruimte moet worden aangelegd, is het 30 doorgaans niet mogelijk om ter plaatse van die doucheruimte een afvoer door die betonvloer heen te realiseren. De afvoer-leiding vanuit die doucheruimte alsmede de afvoerinrichting die de afvoerleiding aansluit op de vloer van die doucheruimte, moeten dus worden aangebracht in de strijklaag 32. Met 35 andere woorden: voor de afvoerinrichting is een verticale ruimte beschikbaar van maximaal 6 cm.When a shower room has to be installed in a bathroom with a floor construction as described, it is generally not possible to realize a drain through that concrete floor at the location of that shower room. The discharge line from that shower room as well as the discharge device which connects the discharge line to the floor of that shower room must therefore be provided in the coating layer 32. In other words: a vertical space of no more than 6 cm is available for the discharge device.

Het Nederlandse octrooi 1025765 beschrijft een afvoerinrichting die voor de beschreven toepassingssituatie geschikt is. Voor meer details wordt verwezen naar deze publicatie.Dutch patent 1025765 describes a drain device that is suitable for the described application situation. For more details, reference is made to this publication.

55

Opgemerkt wordt, dat de in genoemde publicatie geopenbaarde afvoerinrichting de vorm heeft van een langwerpige goot, bijvoorbeeld bestemd om te worden aangebracht langs een zijrand van de betreffende ruimte. De onderhavige uitvinding 5 omvat ook realisaties in de vorm van een dergelijke langwerpige goot, maar de onderhavige uitvinding is niet beperkt tot een dergelijke uitvoeringsvorm: de onderhavige uitvinding is ook toepasbaar in een afvoerinrichting die is uitgevoerd als een centraal in de ruimte te plaatsen afvoer-10 putje.It is noted that the discharge device disclosed in said publication is in the form of an elongated trough, for example intended to be arranged along a side edge of the space concerned. The present invention also comprises realizations in the form of such an elongated gutter, but the present invention is not limited to such an embodiment: the present invention is also applicable to a drain device which is designed as a drain to be placed centrally in the space. 10 well.

Figuur 4A illustreert schematisch de constructie van de bekende afvoerinrichting, in zijn algemeenheid aangeduid met 40. De afvoerinrichting 40 omvat een opvangbak 41, met een bodem 42 en zijwanden 43, waarvan de bovenrand 44 zich in de 15 toepassingssituatie zal bevinden op hetzelfde niveau als het bovenoppervlak 34 (zie figuur 3) van de vloer 30 van de betreffende ruimte. Deze opvangbak 41, die aan de bovenkant open is, vangt het van de vloer 30 wegstromende water op. Opgemerkt wordt, dat de genoemde bekende opvangbak een 20 langwerpige gootvorm heeft.Figure 4A schematically illustrates the construction of the known discharge device, generally indicated by 40. The discharge device 40 comprises a collecting bin 41, with a bottom 42 and side walls 43, the upper edge 44 of which will in the application situation be at the same level as the upper surface 34 (see figure 3) of the floor 30 of the relevant space. This collecting tray 41, which is open at the top, collects the water flowing away from the floor 30. It is noted that the aforementioned known collecting bin has an elongated gutter shape.

In de opvangbak 41 is een verzamelbak 46 gedefinieerd, met een bodem 47 en zijwanden 48. De verzamelbakbodem 47 bevindt zich op een hoger niveau dan de opvangbakbodem 42. De zijwanden 48 hebben een bovenrand 49, waarvan het hoogste punt 25 zich bevindt onder het niveau van de bovenrand 44 van de opvangbak 41; in het aanzicht van figuur 4A is van de bovenrand 49 het laagste punt getoond. De verzamelbak 46 verzamelt het water voordat het uit de opvangbak 41 wordt afgevoerd. Een horizontale afvoerbuis 50 is aangesloten op een zijwand 48 van 30 de verzamelbak 46. Deze afvoerbuis 50 reikt door de corresponderende zijwand 43 van de opvangbak 41, waarbij er een ter wille van de eenvoud niet weergegeven vloeistofdichte afdichting is aangebracht tussen de afvoerbuis 50 en die opvangbakzijwand 43. Figuur 4B illustreert dit schematisch in 35 een aanzicht vanuit een andere richting. Ter wille van de duidelijkheid is in de figuren 4A en 4B een verticale ruimte getoond tussen de opvangbakbodem 42 en de verzamelbakbodem 47, maar in de praktijk kan de verzamelbakbodem 47 rusten op de opvangbakbodem 42. Voorts is er ter wille van de duidelijkheid 6 in figuur 4B een horizontale ruimte getoond tussen de opvang-bakzijwanden 43 en de verzamelbakzijwanden 48, maar in de praktijk kunnen die zijwanden 43, 48 elkaar raken.In the collecting bin 41 a collecting bin 46 is defined, with a bottom 47 and side walls 48. The collecting bin bottom 47 is at a higher level than the collecting bin bottom 42. The side walls 48 have an upper edge 49, the highest point 25 of which is below the level from the top edge 44 of the receptacle 41; in the view of Figure 4A, the lowest point of the top edge 49 is shown. The collection tray 46 collects the water before it is discharged from the collection tray 41. A horizontal discharge tube 50 is connected to a side wall 48 of the collection tray 46. This discharge tube 50 extends through the corresponding side wall 43 of the collection tray 41, wherein a liquid-tight seal (not shown for the sake of simplicity) is arranged between the discharge tube 50 and that receiving tray side wall 43. Figure 4B schematically illustrates this in a view from another direction. For the sake of clarity, a vertical space is shown in Figs. 4A and 4B between the collecting tray bottom 42 and the collecting tray bottom 47, but in practice the collecting tray bottom 47 can rest on the collecting tray bottom 42. Furthermore, for the sake of clarity, there is 6 in Fig. 4B shows a horizontal space between the collection tray side walls 43 and the collection tray side walls 48, but in practice those side walls 43, 48 can touch each other.

De afvoerbuis 50 vormt samen met de verzamelbak 46 de 5 uitlaat 51 van de afvoerinrichting, waarbij de open bovenzijde van de verzamelbak 46 de uitlaatopening 52 definieert. Het laagste punt van de bovenrand 49 van de verzamelbak 46 definieert derhalve het laagste punt van de uitlaatopening 52.The discharge tube 50, together with the collecting bin 46, forms the outlet 51 of the discharge device, the open top of the collecting bin 46 defining the outlet opening 52. The lowest point of the upper edge 49 of the collecting tray 46 therefore defines the lowest point of the outlet opening 52.

Opgemerkt wordt, dat de uitlaat 51 een ander ontwerp mag 10 hebben, en dat de voornaamste functie van de verzamelbak 46 is het verhogen van het laagste punt van de uitlaatopening 52 ten opzichte van het laagste punt van de afvoerbuis 50.It is noted that the outlet 51 may have a different design, and that the main function of the collecting bin 46 is to raise the lowest point of the outlet opening 52 relative to the lowest point of the discharge pipe 50.

De afvoerinrichting 40 omvat voorts een kap 60 met een gesloten bovenwand 61 en vanaf die bovenwand omlaag gerichte 15 zijwanden 62. De zijwanden 62 hebben een onderrand 63; in het aanzicht van figuur 4Δ is van de onderrand 63 het hoogste punt getoond. Duidelijk blijkt uit de figuur, dat het hoogste punt van de onderrand 63 van de kap 60 zich bevindt op een lager niveau dan het laagste punt van de bovenrand 49 van de 20 verzamelbak 46. De kap 60 is aangebracht om de verzamelbak 46 heen, dat wil zeggen dat de zijwanden 62 van de kap 60 zich bevinden buiten de zijwanden 48 van de verzamelbak 46. De kap 60 kan zijn vastgemaakt aan de verzamelbak 46, maar kan daar ook eenvoudigweg los op rusten.The discharge device 40 further comprises a cap 60 with a closed top wall 61 and side walls 62 directed downwards from said top wall. The side walls 62 have a bottom edge 63; in the view of figure 4Δ the highest point of the lower edge 63 is shown. It is clear from the figure that the highest point of the lower edge 63 of the cap 60 is at a lower level than the lowest point of the upper edge 49 of the collecting bin 46. The cap 60 is arranged around the collecting bin 46, that is, the side walls 62 of the cap 60 are located outside the side walls 48 of the collecting tray 46. The cap 60 can be attached to the collecting tray 46, but can also simply rest on it separately.

25 De afgesloten ruimte onder de kap 60 vormt een stankslotruimte 101.The closed space under the cap 60 forms a stench lock space 101.

In figuur 4A is met een pijl P het traject aangeduid dat wegstromend water volgt door de afvoerinrichting 40. In de rechterhelft van de figuur is het werkingsprincipe van het 30 waterslot van de afvoerinrichting 40 geïllustreerd: het wateroppervlak 14 van in de opvangbak 41 achterblijvend water 13 heeft een hoogte ongeveer gelijk aan de hoogte van het laagste punt van de bovenrand 49 van de verzamelbakzijwand 48, en dus hoger dan het hoogste punt van de onderrand 63 van de 35 kapzijwand 62. Het met de pijl P aangegeven traject is dan afgesloten voor gassen. In de linkerhelft van de figuur is het door de onderhavige uitvinding op te lossen probleem geïllustreerd: het wateroppervlak 14 van in de opvangbak 41 achterblijvend water 13 kan in de praktijk te laag zijn, 7 namelijk lager dan het hoogste punt van de onderrand 63 van de kapzijwand 62. Het met de pijl P aangegeven traject is dan vrij voor gassen, en er is stankoverlast.In figure 4A an arrow P indicates the path that follows water flowing out through the drain device 40. In the right-hand half of the figure the working principle of the water seal of the drain device 40 is illustrated: the water surface 14 of water remaining in the collecting bin 41 has a height approximately equal to the height of the lowest point of the upper edge 49 of the collecting side wall 48, and therefore higher than the highest point of the lower edge 63 of the hood side wall 62. The path indicated by the arrow P is then closed off for gases . The problem to be solved by the present invention is illustrated in the left-hand half of the figure: the water surface 14 of water 13 remaining in the receptacle 41 may in practice be too low, namely 7 lower than the highest point of the lower edge 63 of the bottom edge. roof side wall 62. The section indicated by the arrow P is then free for gases, and there is an odor nuisance.

5 Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving onder verwijzing naar de tekeningen, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: 10 de figuren 1A-1D schematisch de werking van een bekende afvoerinrichting illustreren; figuur 2 een probleem illustreert, dat kan optreden bij de bekende afvoerinrichting; figuur 3 schematisch de opbouw van een betonvloer illustreert; 15 figuur 4A een schematische langsdoorsnede toont van een bekende afvoerinrichting voor inbouw in een betonvloer; figuur 4B een schematische dwarsdoorsnede toont van deze bekende afvoerinrichting voor inbouw in een betonvloer; de figuren 5A-5C schematisch uitvoeringsvarianten tonen van 20 een afvoerinrichting volgens de onderhavige uitvinding; en de figuren 6A-6C schematisch de werking illustreren van de afvoerinrichting volgens de onderhavige uitvinding.These and other aspects, features and advantages of the present invention will be further elucidated by the following description with reference to the drawings, in which like reference numerals indicate like or similar parts, and in which: figures 1A-1D schematically show the operation of a illustrate known drain device; Figure 2 illustrates a problem that may occur with the known drain device; Figure 3 schematically illustrates the construction of a concrete floor; Figure 4A shows a schematic longitudinal section of a known drain device for installation in a concrete floor; figure 4B shows a schematic cross-section of this known drain device for installation in a concrete floor; figures 5A-5C schematically show embodiments of a discharge device according to the present invention; and Figures 6A-6C schematically illustrate the operation of the discharge device according to the present invention.

De figuren 5A-5C illustreren schematisch het werkings-25 principe van een volgens de onderhavige uitvinding verbeterde afvoerinrichting 100. De opbouw kan voor het grootste deel identiek zijn aan de bekende inrichting die in het bovenstaande is uitgelegd. Kenmerkend voor de uitvinding is een bufferkamer 110 waarvan het inwendige communiceert met het 30 inwendige van de opvangbak 41, via een communicatieopening 111. De bufferkamer 110 kan zijn aangebracht naast de opvangbak 41 (figuur 5A), maar kan ook zijn aangebracht in de opvangbak 41 (figuur 5B). Figuur 5C illustreert een variant waarbij de bufferkamer 110 een partitie is van de opvangbak 35 41, waarbij de eigenlijke opvangbak 41 door een scheidingswand 120 wordt onderverdeeld in een bufferkamer 110 en een hoofdkamer 130, waarbij de verzamelbak 47 is opgesteld in de hoofdkamer 130 van de opvangbak 41. De variant van figuur 5C heeft onder meer als voordelen, dat deze op eenvoudige wijze 8 kan worden gerealiseerd, zelfs bij reeds bestaande afvoer-inrichtingen, waarbij de scheidingswand 120 kan zijn bevestigd aan of integraal onderdeel kan zijn van de kap 60, zoals getoond. Daarbij wordt opgemerkt, dat de scheidingswand 120 5 geen vloeistofdichte aansluiting op de zijwanden van de opvangbak 41 hoeft te hebben: eventuele kieren zijn simpelweg onderdeel van de communicatieopening 111. De communicatie-opening 111 dient zodanig gedimensioneerd te zijn, dat deze reikt tot de onderkant van de opvangbak 41 respectievelijk de 10 hoofdkamer, en dient een voldoend grote stromingsweerstand te hebben. De communicatieopening 111 kan simpelweg zijn gedefinieerd door dat de scheidingswand 120 niet geheel aansluit op de bodem van de opvangbak 41, waarbij het voordeel biedt als de onderrand van de scheidingswand 120 is voorzien 15 van een uitsparing 121.Figures 5A-5C schematically illustrate the operating principle of a discharge device 100 improved according to the present invention. The construction can for the most part be identical to the known device explained above. Characteristic of the invention is a buffer chamber 110, the interior of which communicates with the interior of the receptacle 41, via a communication opening 111. The buffer chamber 110 can be arranged next to the receptacle 41 (Fig. 5A), but can also be arranged in the receptacle 41 (Figure 5B). Figure 5C illustrates a variant in which the buffer chamber 110 is a partition of the collecting bin 41, the actual collecting bin 41 being subdivided by a partition wall 120 into a buffer chamber 110 and a main chamber 130, the collecting bin 47 being arranged in the main chamber 130 of the receptacle 41. The variant of Figure 5C has the advantages, among other things, that it can be realized in a simple manner 8, even with already existing discharge devices, wherein the partition wall 120 can be attached to or be an integral part of the cap 60, as shown. It is noted here that the partition wall 120 does not have to have a liquid-tight connection to the side walls of the receptacle 41: any cracks are simply part of the communication opening 111. The communication opening 111 must be dimensioned such that it extends to the bottom of the receptacle 41 or the main chamber, and must have a sufficiently large flow resistance. The communication opening 111 can be simply defined by the fact that the partition wall 120 does not completely connect to the bottom of the receptacle 41, with the advantage that the bottom edge of the partition wall 120 is provided with a recess 121.

In alle drie de gevallen kan de bufferkamer 110 aan zijn bovenzijde open zijn, zodat de bufferkamer 110 water kan ontvangen van buiten, op dezelfde manier als is beschreven met betrekking tot de opvangbak 41, maar het is ook mogelijk dat 20 de bufferkamer 110 alleen water ontvangt vanuit de opvangbak 41 respectievelijk de hoofdkamer 130.In all three cases, the buffer chamber 110 can be open at its top, so that the buffer chamber 110 can receive water from outside, in the same manner as described with regard to the collecting bin 41, but it is also possible that the buffer chamber 110 only has water receives from the receiving bin 41 and the main chamber 130 respectively.

In het hiernavolgende zal de werking worden uitgelegd onder verwijzing naar de figuren 6A-6C, aan de hand van de uitvoeringsvorm van figuur 5C.In the following, the operation will be explained with reference to Figs. 6A-6C, with reference to the embodiment of Fig. 5C.

25 In een eerste stadium, zie figuur 6A, is er een water toevoer, bijvoorbeeld doordat een douche wordt gebruikt. Het toegevoerde water wordt door de afvoerinrichting afgevoerd, en de bufferkamer 110 en hoofdkamer 130 zijn beide gevuld met water.In a first stage, see figure 6A, there is a water supply, for example in that a shower is used. The water supplied is discharged through the drain device, and the buffer chamber 110 and main chamber 130 are both filled with water.

30 In een tweede stadium, zie figuur 6B, stopt de water toevoer. Door het in de inleiding beschreven verschijnsel wordt de hoofdkamer 130 vrijwel leeg gezogen, zodat het water-niveau in de hoofdkamer 130 te laag is. Vanwege de stromingsweerstand van de communicatieopening 111 is de bufferkamer 110 35 echter nog vrijwel geheel gevuld.In a second stage, see figure 6B, the water supply stops. Due to the phenomenon described in the introduction, the main chamber 130 is drawn virtually empty, so that the water level in the main chamber 130 is too low. However, because of the flow resistance of the communication opening 111, the buffer chamber 110 is still almost completely filled.

In een derde stadium loopt de bufferkamer 110 via de communicatieopening 111 langzaam leeg in de hoofdkamer 130, waarbij het waterniveau in de hoofdkamer 130 stijgt. De snelheid van dit proces is afhankelijk van de stromings- 9 weerstand van de communicatieopening 111. Het proces stopt als het stijgende waterniveau in de hoofdkamer 130 gelijk is geworden aan het dalende waterniveau in de bufferkamer 110, zie figuur 6C. Het volume van de bufferkamer 110 is in relatie 5 tot het volume van de hoofdkamer 130 zodanig gekozen, dat het waterniveau in de hoofdkamer 130 nu hoger is dan het hoogste punt van de onderrand 63 van de kapzijwand 62, zodat het stankslot met zekerheid werkzaam is, zoals voor een deskundige duidelijk zal zijn.In a third stage, the buffer chamber 110 slowly empties into the main chamber 130 via the communication opening 111, the water level in the main chamber 130 rising. The speed of this process depends on the flow resistance of the communication opening 111. The process stops when the rising water level in the main chamber 130 has become equal to the falling water level in the buffer chamber 110, see Figure 6C. The volume of the buffer chamber 110 is selected in relation to the volume of the main chamber 130 such that the water level in the main chamber 130 is now higher than the highest point of the lower edge 63 of the hood side wall 62, so that the stench lock is operated with certainty , as will be clear to an expert.

1010

Aldus verschaft de onderhavige uitvinding een vloeistof-afvoerinrichting 100, bestemd voor aansluiting op een vloei-stof-afvoernetwerk zoals een riool, omvattende een opvangbak 41, een afgesloten stankslotruimte 101 met een met de opvang-15 bak 41 communicerende inlaatopening en een uitlaatopening 52 die zich op een hoger niveau bevindt dan de inlaatopening, en een op de uitlaatopening 52 van de stankslotruimte 101 aangesloten uitlaat 51. Volgens de uitvinding heeft de afvoerinrichting voorts een bufferkamer 110 die via een 20 communicatie-opening 111 communiceert met de opvangbak 41. De communicatie-opening 111 heeft een relatief grote stromings-weerstand. Aldus wordt zelfs bij een geringe bouwhoogte van de afvoerinrichting voorkomen dat de stankslotruimte 101 te ver leeg wordt getrokken omdat dan het vloeistofniveau in de 25 stankslotruimte 101 langzaam wordt bijgevuld vanuit de bufferkamer 110.The present invention thus provides a liquid discharge device 100, intended for connection to a liquid discharge network such as a sewer, comprising a collection bin 41, a sealed stench lock space 101 with an inlet opening communicating with the collection bin 41 and an outlet opening 52 which is located at a higher level than the inlet opening, and an outlet 51 connected to the outlet opening 52 of the stench trap space 101. According to the invention, the discharge device furthermore has a buffer chamber 110 which communicates via a communication opening 111 with the receptacle 41. The communication opening 111 has a relatively high flow resistance. Thus, even with a low construction height of the discharge device, it is prevented that the stench trap space 101 is pulled too far because the liquid level in the stench trap space 101 is then slowly topped up from the buffer chamber 110.

Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken 30 uitvoeringsvoorbeelden, maar dat diverse varianten en modificaties mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies. Kenmerken die alleen zijn beschreven voor een bepaalde uitvoeringsvorm, zijn ook toepasbaar bij andere beschreven 35 uitvoeringsvormen. Hoewel de uitvinding met name is bedoeld voor inbouwsituaties in vloeren, is de uitvindingsgedachte ook bruikbaar in andere toepassingssituaties, om te verzekeren dat een stankslot altijd voldoende water zal bevatten. Voorts is de uitvinding ook bruikbaar voor andere vloeistoffen dan 40 water.It will be clear to a person skilled in the art that the invention is not limited to the exemplary embodiments discussed above, but that various variants and modifications are possible within the scope of the invention as defined in the appended claims. Features described only for a particular embodiment are also applicable to other described embodiments. Although the invention is intended in particular for installation situations in floors, the inventive concept can also be used in other application situations to ensure that a stench lock will always contain sufficient water. Furthermore, the invention is also useful for liquids other than water.

1010

In het voorgaande is bij wijze van voorbeeld de uitvinding uitgelegd voor de situatie van een enkele buffer-kamer. Het is echter mogelijk dat er meerdere bufferkamers zijn, ter vergroting van de beschikbare hoeveelheid water voor 5 het ophogen van het waterpeil in de opvangbak. Met name in het geval van een goot-vormige uitvoeringsvorm heeft het de voorkeur dat er twee bufferkamers zijn, aan weerszijden van de stankslotruimte.In the foregoing, the invention has been explained by way of example for the situation of a single buffer chamber. It is, however, possible that there are several buffer chambers, to increase the amount of water available for raising the water level in the sump. In particular in the case of a trough-shaped embodiment, it is preferred that there are two buffer chambers, on either side of the stench trap space.

’ 0 3 4 8 5 8"0 3 4 8 5 8

Claims

A liquid discharge device (100), intended for connection to a liquid discharge network such as a sewer, and comprising: a collection tray (41); a sealed stench trap space (101) with an inlet port communicating with the receptacle 5 (41) and an outlet port (52) located at a higher level than the inlet port; an outlet (51) connected to the outlet opening (52) of the stench trap space (101); characterized by: at least one buffer chamber (110) communicating with the receptacle (41) via a communication opening (111).

2. Liquid discharge device according to claim 1, wherein the communication opening (111) has a relatively large flow resistance.

3. Liquid drain device according to claim 1 or 2, wherein the collection tray (41) is designed as an elongated gutter. 20

Liquid-draining device according to any of the preceding claims, wherein the communication opening (111) is located directly above the bottom (42) of the receptacle (41).

A liquid draining device according to any of the preceding claims, wherein the receptacle (41) is subdivided by a partition (120) into a buffer chamber (110) and a main chamber (130), and wherein communication opening (111) is associated with the partition wall (120). 30

The liquid discharge device according to claim 5, wherein the communication opening (111) is formed as a gap between the bottom (42) of the receptacle (41) and a lower edge of the partition (120). * '34858 35

Liquid discharge device according to claim 5 or 6, wherein the stench trap space (101) is defined under a hood (60) with a closed top wall (61) and side walls (62) directed downward from said top wall, and wherein the partition wall 5 (120) ) is attached to or is an integral part of the hood (60).

8. Liquid discharge device according to any of the foregoing claims, wherein a plurality of buffer chambers 10 are present.

Liquid-draining device according to any of the preceding claims, wherein the collecting tray (41) is designed as an elongated gutter, and wherein two buffer chambers 15 are present, on either side of the stench trap space. <034858 "