NL1034642C2 - Meubel. - Google Patents
Meubel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1034642C2 NL1034642C2 NL1034642A NL1034642A NL1034642C2 NL 1034642 C2 NL1034642 C2 NL 1034642C2 NL 1034642 A NL1034642 A NL 1034642A NL 1034642 A NL1034642 A NL 1034642A NL 1034642 C2 NL1034642 C2 NL 1034642C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- chair
- support
- seat
- opening
- seat part
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47C—CHAIRS; SOFAS; BEDS
- A47C5/00—Chairs of special materials
- A47C5/12—Chairs of special materials of plastics, with or without reinforcement
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47B—TABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
- A47B13/00—Details of tables or desks
- A47B13/08—Table tops; Rims therefor
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47B—TABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
- A47B3/00—Folding or stowable tables
- A47B3/08—Folding or stowable tables with legs pivoted to top or underframe
- A47B3/0803—Folding or stowable tables with legs pivoted to top or underframe the legs rotating around a vertical axis
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47C—CHAIRS; SOFAS; BEDS
- A47C3/00—Chairs characterised by structural features; Chairs or stools with rotatable or vertically-adjustable seats
- A47C3/04—Stackable chairs; Nesting chairs
Landscapes
- Combinations Of Kitchen Furniture (AREA)
- Chair Legs, Seat Parts, And Backrests (AREA)
Description
Korte aanduiding: Meubel
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een meubel, in het bijzonder een stoel en een tafel.
Bekend zijn stapelbare stoelen die uit één kunststof deel zijn gevormd. Bij stoelen die uit één deel in kunststof gevormd zijn, is altijd sprake van onderdelen met een zodanige vorm 5 dat lossing uit de matrijs en desgewenst stapelbaarheid mogelijk zijn. In het algemeen zijn dergelijke stoelen niet rotatie-symmetrisch, waardoor de stapelbaarheid van de stoelen zich beperkt tot één stand ten opzichte van elkaar. Bekend zijn ook stoelen die zijn voorzien van middelen om grafische toevoegingen wisselbaar aan te brengen, zoals bijvoorbeeld beschreven in IT 1.246.535 en FR 2.762.702. Tevens zijn stoelen bekend die gebaseerd zijn 10 op een conische basisvorm, zoals bijvoorbeeld beschreven in JP 7/275.145.
Het is wenselijk een stoel te verschaffen met verbeterde stapelbaarheid.
In een uitvoeringsvorm verschaft de onderhavige uitvinding een stoel volgens conclusie 1. Aldus zijn de constructieve hoofdelementen van de stoel gevormd volgens kegels met één rotatiesymmetrie-as. Hierdoor is het mogelijk de stoelen te stapelen in een 15 willekeurige rotatiepositie ten opzichte van elkaar. Dit biedt een groot gemak bij het stapelen en voorkomt beschadiging. Daarnaast is de kegelvorm de optimale vorm om verticale en samengestelde krachten op te nemen die ontstaan door het gewicht en de beweging van de gebruiker. Hierdoor kan bespaard worden op materiaaldikte. Om de stoelen zo dicht mogelijk te kunnen stapelen, is de wanddikte van het steundeel en het zitdeel zo dun mogelijk. Om 20 voldoende verticale belasting op te kunnen nemen is de coniciteit of kegelhoek (d.w.z. de hoek tussen de rotatiesymmetrie-as van de afgeknotte kegels volgens welke het steundeel en het zitdeel zijn gevormd, en de kegelwand) zo gering mogelijk. De optimale stapelafstand wordt derhalve bepaald door de verhouding tussen materiaaldikte en coniciteit.
In een uitvoeringsvorm verschaft de onderhavige uitvinding een stoel volgens een van 25 de conclusies 2-4. Door de zijdelingse begrenzingen van de steundeelopening/zitdeelopening samen te laten vallen met een vlak door de rotatiesymmetrie-as van het steundeel/zitdeel, vormen deze begrenzingen een rechte lijn, waardoor het steundeel/zitdeel optimaal· een belasting kan opnemen. Een andere oriëntatie van de begrenzing is ook mogelijk, maar zou leiden tot een gekromde of getordeerde vorm die een minder grote belasting kan opnemen. 30 De rechte randen van de steundeelopening/zitdeelopening kunnen worden voorzien van versterkingsprofielen. Verder biedt de begrenzing van de steundeelopening/zitdeelopening in het vlak van de rotatiesymmetrie-as van het steundeel/zitdeel bij uitvoering in kunststof het 1034642 - 2 - voordeel dat de richting van het versterkingsprofiel over de gehele lengte daarvan overeenkomt met de losrichting van een matrijs die voor de vervaardiging van de stoel wordt toegepast.
In een uitvoeringsvorm verschaft de onderhavige uitvinding een stoel volgens 5 conclusie 5. De conische basisvorm van de stoel volgens de uitvinding maakt stapelen mogelijk maar zou zonder aanvullende voorziening kunnen leiden tot een klempassing en beschadiging van de elkaar rakende delen. Door de toevoeging van een afstandhouder, zoals een cilindervormige afstandhouder, onder de zitting van de stoel, bijvoorbeeld op een centrale plaats onder de zitting, blijft er enige ruimte tussen de gestapelde stoelen. De 10 afstandhouder beperkt de diepte van het ‘nesten’, waardoor de genoemde nadelen worden voorkomen. De gestapelde stoelen steunen onderling slechts op elkaar ter plaatse van de afstandhouder en het raakvlak daarvan op een zitting. Eventuele slijtage en beschadiging beperken zich daardoor tot deze kleine vlakken. De hoogte van de afstandhouder bepaalt de onderlinge afstand van gestapelde stoelen. Door een geschikte keuze van deze onderlinge 15 afstand kunnen de armleuning (d.w.z. een gedeelte van de stoel dat het tweede steundeeleinde verbindt met het eerste zitdeeleinde) en de zitting van de stoel desgewenst worden voorzien van een ergonomische welving. Meer in het bijzonder kunnen, om het zitcomfort te verbeteren, de bovenrand van de leuning en de zitting ten behoeve van het zitgemak worden voorzien van een afknotting en vloeiende afwerking. Door het deel van de 20 stoel dat voorzien wordt van deze aanpassing te beperken tot de onderlinge afstand van de gestapelde stoelen, ofwel de hoogte van de afstandhouder, blijft de richtingvrijheid bij het stapelen van de stoelen gewaarborgd. Eveneens ten behoeve van het zitcomfort kan de zitting onder een hoek worden geplaatst. Ook dit levert geen belemmering op bij het stapelen wanneer de constructiehoogte van de zitting binnen de onderlinge afstand van de gestapelde 25 stoelen blijft.
In een uitvoeringsvorm verschaft de onderhavige uitvinding een stoel volgens conclusie 6. Bij een stapeling van de stoelen volgens de uitvinding dekt de bovenste stoel de overige stoelen af. Aldus wordt bij plaatsing van de stapel stoelen buitenshuis, bij regen alleen de zitting van de bovenste stoel nat. Om het op de bovenste stoel terechtkomende 30 regenwater zodanig af te voeren dat de zittingen van de onder geplaatste stoelen niet nat worden, is de zitting voorzien van een goot langs de omtrek daarvan met een afvoeropening. Bij stapeling van de stoelen bevindt de afvoeropening van een bovengelegen goot zich altijd boven de goot van de zitting van de daaronder geplaatste stoel, zodat het water via de goten van de gestapelde stoelen naar de ondergrond wordt afgevoerd. Wanneer de zitting van elke 35 stoel een schuinstand ten opzichte van de rotatiesymmetrie-as van de stoel heeft, en daarmee ook de goot een dergelijke schuinstand bezit, bevindt de opening in de goot zich in het deel van de goot dat zich in de gebruikstoestand van de stoel het dichtst bij de - 3 - ondergrond bevindt, waardoor het in de goot terechtkomende water zich op deze plaats zal verzamelen.
In een uitvoeringsvorm verschaft de onderhavige uitvinding een stoel volgens conclusie 7. Wanneer de stoel in een transparante kunststof wordt uitgevoerd, wordt ook de 5 zitting en de leuning transparant. Elke beschadiging of slijtage op het oppervlak van de zitting en leuning zal daardoor zichtbaar worden. Bij het toepassen van een transparant materiaal zijn die beschadigingen ook aan de buitenzijde van de stoel zichtbaar. Om de kwetsbaarheid voor krassen te verminderen kan het zitdeel van de stoel, althans een gedeelte van het oppervlak van het zitdeel indien de stoel van een transparante kunststof is vervaardigd, 10 worden gematteerd. Om de zichtbaarheid aan de buitenzijde van eventuele beschadigingen te verminderen, kan de buitenzijde van de leuning (het gebied waar het steundeel en het zitdeel in elkaar overgaan) eveneens worden gematteerd.
Door het steundeel van de stoel uit te voeren als deel van een zuivere kegel, leent het steundeel, in het bijzonder een oppervlak daarvan, zich voor het aanbrengen van een, 15 bijvoorbeeld buigzaam, materiaal zoals papier, karton of kunststof, bijvoorbeeld in de vorm van een vel of plaat materiaal. Door de conische hoofdvorm van de stoel is er sprake van een enkelvoudig gekromd oppervlak. Hierdoor kunnen materialen op of nabij het oppervlak worden aangebracht die wel buigzaam maar niet plastisch vervormbaar zijn. Deze materialen kunnen bijvoorbeeld aan de buitenzijde van het steundeel worden aangebracht in de vorm 20 van bijvoorbeeld een zelfklevende watervaste folie. Hierdoor kunnen de stoelen op eenvoudige wijze worden voorzien van een kleur of grafisch kenmerk. Door een zuivere kegelvorm bestaat de uitslag van het buitenste oppervlak van het steundeel van de stoel uit een plat vlak. De toegevoegde materialen kunnen daardoor in alle gangbare productiemethoden voor vlakdruk worden voorzien van kleur of beeld.
25 Wanneer genoemd materiaal aan de buitenzijde van het steundeel is aangebracht, is het kwetsbaar voor vervuiling en beschadiging. Bij het stapelen van de stoelen kan voorts de zichtzijde van het materiaal worden geraakt. Een wisselen van het materiaal door de eindgebruiker kent ook beperkingen indien een zelfklevende beelddrager wordt toegepast.
In een uitvoeringsvorm verschaft de onderhavige uitvinding een stoel volgens 30 conclusie 8. Zoals gezegd, is de stoel geëigend om in kunststof te worden uitgevoerd.
Wanneer althans het steundeel van de stoel is vervaardigd van een transparante kunststof, kunnen genoemde materialen aan de binnenzijde van het steundeel worden aangebracht. Ook hierbij biedt een zuivere kegelvorm van het (binnenoppervlak van het) steundeel het voordeel van de vlakke uitslag van het materiaal. Plaatsing aan de binnenzijde levert 35 aanzienlijke voordelen op. De zichtzijde van het materiaal wordt door het steundeel van de stoel afgeschermd tegen vocht en vuil, en bij het stapelen van de stoelen kan slechts de binnenzijde van het materiaal worden geraakt. Eventuele beschadigingen van het materiaal - 4 - ontstaan daarbij op niet zichtbare of niet opvallende plaatsen. Bij bevestiging aan de binnenzijde is het materiaal bij voorkeur niet zelfklevend. Een verbinding tussen het materiaal en de stoel kan bereikt worden door mechanische middelen, of bijvoorbeeld het gebruik van een statisch geladen folie zoals bijvoorbeeld beschreven in octrooiaanvrage DE 10.020.990.
5 Wanneer het materiaal aan de binnenzijde wordt aangebracht, bestaat dit uit een buigzaam materiaal dat zich voegt naar de conische vorm van de stoel. Ter bevestiging van het materiaal is de stoel in een uitvoeringsvorm ontworpen volgens conclusie 9 van de onderhavige uitvinding. Ten behoeve van de juiste positie ten opzichte van de stoel worden enige bevestigingsvoorzieningen aangebracht, zoals haakranden, steunen, nokken of 10 dergelijke, in een uitvoeringsvorm volgens conclusie 10 van de stoel volgens de onderhavige uitvinding.
De zuivere kegelvorm van de stoel staat in beginsel ook draaiing van het materiaal rond de rotatiesymmetrie-as van de stoel toe. Om de juiste positie vast te leggen, wordt in de bovenrand van het materiaal een uitsparing aangebracht die valt om een nokvormig deel 15 binnen de bovenrand van de stoel. Bij voorkeur wordt dit inwendig nokvormige deel gecombineerd met een uitwendige voorziening die dienst doet als handgreep, in een uitvoeringsvorm volgens conclusie 11 van de stoel volgens de onderhavige uitvinding.
In een uitvoeringsvorm verschaft de onderhavige uitvinding een stoel volgens conclusie 12. Het steundeel kan op drie plaatsen worden voorzien van verstijvingsprofielen 20 die dienen ter verstijving van het steundeel, en ervoor zorgen dat de buitenzijde van het steundeel niet wordt beschadigd bij het stapelen van stoelen.
Bij het stapelen van stoelen is het nauwelijks uit te sluiten dat een stoel een ondergelegen stoel raakt. Om krassen op de buitenzijde van de ondergelegen stoel te voorkomen, worden de verstijvingsprofielen aangebracht die dienen als raakvlakken. Door de 25 raakzijde van de verstijvingsprofielen te matteren, valt een eventuele beschadiging daarvan minder op.
De voorzijde van het conische buitenvlak van de stoel wordt het zwaarst belast door het gewicht van de gebruiker. Om deze reden is het nuttig om de zijdelingse begrenzingen van de steundeelopening elk te voorzien van een verstijvingsprofiel. De vorm van het 30 verstijvingsprofiel kan zijn afgestemd op het fixeren, bijvoorbeeld door opname in een sleuf, van een rand van een plaatvormig materiaal dat aan de binnenzijde van het steundeel van de stoel wordt aangebracht, aangezien deze rand van het materiaal een kwetsbaar detail vormt. De rand is in het bereik van de gebruiker en is, grenzend aan de open zijde van de stoel het meest belast door weer en wind. Omdat deze randen van het materiaal recht zijn, leent de 35 rechte rand zich voor het omzetten in een hoek waardoor toegevoegde verstijving ontstaat. De beide rechte randen van het materiaal worden hiertoe bijvoorbeeld voorzien van een of - 5 - meer rechte rillen waarlangs de rand gevouwen kan worden. De te vouwen rand kan worden voorzien van een hechtlaag die wordt afgeschermd met een afneembare schutlaag.
Verder kan zijn voorzien in een verstijvingsprofiel dat zich uitstrekt in het steundeel aan de van de steundeelopening afgekeerde zijde daarvan, en in de richting van een vlak 5 door de rotatiesymmetrie-as van de stoel.
In een uitvoeringsvorm verschaft de onderhavige uitvinding een stoel volgens conclusie 13, 14 of 15. Door een opening in de zitting van de stoel te verschaffen, kunnen gestapelde stoelen onderling worden verbonden en aan een vast punt, zoals een punt op een ondergrond, worden gekoppeld door middel van een verbindingselement zoals een kabel, 10 ketting of staf gestoken door de openingen van de respectieve zittingen. In een uitvoeringsvorm zijn de openingen cirkelvormig. In een uitvoeringsvorm bevinden de openingen zich ter plaatse van de rotatiesymmetrie-as van de stoel, zodat de openingen van gestapelde stoelen zich op één lijn bevinden, ongeacht de oriëntatie van elke stoel ten opzichte van een andere.
15 Door het verbindingselement aan een einde daarvan dat is bestemd om zich boven de zitting van een stoel of boven de zitting van de bovenste stoel van een stapel stoelen te bevinden, te voorzien van een verbreding met afmetingen die groter zijn dan de afmetingen van de opening in de zitting van de stoelen, wordt het verbindingselement aan de bovenzijde geblokkeerd. Door het verbindingselement aan een ander einde daarvan aan een 20 ondergrond te bevestigen, is de stoel of de stapel stoelen verankerd, en beveiligd tegen diefstal of omvallen.
Bij een geschikte keuze van de lengte van het kokervormige deel bevindt het onderste einde daarvan zich nabij de opening in de zitting van een zich daaronder bevindende stoel. Wanneer de afmeting van de opening groter is dan de buitendiameter van 25 het kokervormig deel aan een van de zitting afgekeerd einde daarvan kan, bij een geschikte keuze van de lengte van het kokervormige deel, het onderste einde van het kokervormige deel in de opening van de zitting van een zich daaronder bevindende stoel steken. Aldus verenigen de kokervormige delen zich bij het stapelen van de stoelen tot een doorgaande koker. Hierdoor kan bij gestapelde stoelen op eenvoudige wijze een verbindingselement door 30 meerdere stoelen worden gevoerd, ook wanneer het verbindingselement bestaat uit een flexibele ketting of kabel.
Tafels, in het bijzonder tafels voor terrassen van cafés en restaurants, zijn doorgaans gebaseerd op eenvoudige basiskenmerken; het tafelblad is vierkant of rond; de ondersteuning van het tafelblad bestaat uit poten aan de rand van het tafelblad of uit een 35 centrale zuil met een verzwaarde voet. Daarnaast bestaan diverse varianten waarbij de poten tegen het tafelblad geklapt kunnen worden om het ruimtebeslag bij opslag te verminderen.
- 6 -
Vierkante of rechthoekige tafelbladen hebben het nadeel dat de positie van de gebruiker sterk bepaald is. Bij ronde tafelbladen is die positie vrij. Die vorm heeft echter het nadeel dat tafels die tegen elkaar worden geplaatst niet een gesloten oppervlak van één grote tafel kunnen vormen.
5 Poten aan de rand van het tafelblad bieden het voordeel van een grote stabiliteit. Ze vormen echter een beperking van de beenruimte. Een centrale zuil biedt wel een vrije beenruimte maar verhindert een compacte stapeling.
Het is wenselijk een tafel te verschaffen met ten minste één van een voordelige basisvorm van het tafelblad, een voordelige ondersteuning van het tafelblad, en een 10 gebruiksgemak.
In een uitvoeringsvorm verschaft de onderhavige uitvinding een tafel volgens conclusie 16. In het algemeen heeft een ronde vorm van een tafelblad als voordeel dat de gebruiker op verschillende plekken aan de omtrek plaats kan nemen. Een nadeel is echter dat tafels niet sluitend tegen elkaar geplaatst kunnen worden om een groter oppervlak te 15 verkrijgen. De ronde vorm met de uitsparing, hierna als geheel ook wel maanvormig genoemd, biedt die mogelijkheid wel. Enerzijds blijft het voordeel van het richtingloze karakter van de ronde vorm behouden. Anderzijds biedt deze vorm de mogelijkheid om tafels zonder tussenruimte aan elkaar te schakelen. Een tafel kan worden uitgebreid door de uitsparing tegen de rand van de andere tafel te plaatsen. Door de ronde vorm biedt deze 20 wijze van aaneenvoegen nagenoeg onbeperkte variatiemogelijkheden. Het principe kan eveneens worden toegepast op basis van een regelmatige veelhoek. De ronde basisvorm biedt echter de grootste keuzevrijheid.
De verhouding van de uitsparing ten opzichte van het tafelblad kan worden gevarieerd. In een uitvoeringsvorm verschaft de onderhavige uitvinding een tafel volgens 25 conclusie 17.
Naarmate de breedte van de uitsparing toeneemt, neemt ook de aansluiting met een andere tafel toe. De oppervlakte van de tafelblad neemt daardoor echter af. Om een optimale maat te bereiken, wordt uitgegaan van een kleinst mogelijke "kringvormige” opstelling, namelijk een opstelling met drie tafels die tegen elkaar zijn geplaatst. De maat van de 30 uitsparing ten opzichte van de diameter van het tafelblad kan in een uitvoeringsvorm volgens conclusie 18 zodanig worden gekozen dat bij aaneenvoeging van drie tafels, een opening in het midden tussen de tafels open blijft. Door deze opening kunnen de tafels bijvoorbeeld vrijstaand rond een parasol worden geplaatst.
Bekende basisvormen om een tafelblad te ondersteunen zijn een centrale kolom of 35 afzonderlijke poten. Deze basisvormen van ondersteuning kunnen ook voor de tafel volgens de onderhavige uitvinding worden toegepast. Afzonderlijke poten die aan de rand van het tafelblad zijn geplaatst, hebben het voordeel dat zij een optimale stabiliteit bieden. Bij ronde - 7 - tafels biedt een aantal van drie poten voorts het voordeel dat de tafel altijd stabiel staat. Op functionele en ergonomische gronden dienen de poten zo dun mogelijk te worden uitgevoerd. Een tafel met drie poten staat weliswaar altijd stabiel op de vloer maar door het gebrek aan stijfheid in de constructie kan daardoor toch instabiliteit optreden.
5 In een uitvoeringsvorm verschaft de onderhavige uitvinding een tafel volgens conclusie 19. Bij een dergelijke tafel wordt instabiliteit tegengegaan doordat twee poten als het ware zijn samengevoegd tot een steunvlak. Dit steunvlak wordt volgens een uitvoeringsvorm van conclusie 20 uitgevoerd als een segment van een cilinder waardoor de stijfheid hoog is. De gebogen vorm is optimaal in staat om verticale krachten op te nemen en 10 biedt een stijve verbinding met het tafelblad. Daardoor kan volstaan worden met een minimale materiaaldikte. Door de radius van het cilindrische vlak overeen te laten komen met de radius van de uitsparing van het blad, wordt de mogelijkheid om de tafels aaneen te voegen niet beperkt.
Het derde steunpunt wordt uitgevoerd als een poot. Doordat het gekromde steunvlak 15 de zijdelingse stabiliteit waarborgt, wordt deze poot vrijwel alleen verticaal belast, waardoor ook in het geval van de poot de constructie licht kan worden uitgevoerd.
Om een optimale stabiliteit te bereiken, worden de steunpunten op de ondergrond zo ver mogelijk uit elkaar geplaatst. Dit mag echter niet ten koste gaan van andere functionaliteiten zoals het hierboven genoemde schakelen van meerdere tafels. De poot 20 wordt daartoe zover mogelijk naar de rand van het tafelblad geplaatst. Het gekromde steunvlak kan aan de onderzijde worden verbreed. Wanneer er ruimte wordt geschapen tussen het gekromde steunvlak en de vloer, overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de tafel die is beschreven in conclusie 21, wordt het aaneenschakelen van meerdere tafels niet belemmerd, in het bijzonder niet wanneer het steunvlak en/of de poot zijn voorzien van een 25 op een ondergrond te plaatsen voetdeel dat zijwaarts uitsteekt.
In een uitvoeringsvorm verschaft de onderhavige uitvinding een tafel volgens conclusie 24. Bij het gebruik in de restauratieve sector is het van belang dat tafels compact kunnen worden gestapeld. Er zijn diverse mogelijkheden bekend om tafels compact te stapelen. Tafels met vaste poten worden daartoe dikwijls uitgevoerd met poten die zich 30 buiten het tafelblad bevinden. Dit heeft als nadeel dat de tafel bij het stapelen over de onderliggende tafel moet worden getild. Dit is ergonomisch ongunstig en het beperkt de maximale stapelhoogte. Voorts beperken de buiten het tafelblad geplaatste poten dikwijls de schakelbaarheid. Daarnaast zijn diverse constructies bekend waarbij de poten opklapbaar zijn uitgevoerd. Deze constructies zijn bewerkelijk en leveren doorgaans een beperking op in 35 de beenruimte. Bij de tafels volgens de uitvoeringsvorm komen deze nadelen niet voor. Door de poot op een draaibare pootsteun aan te brengen, kan de poot in de richting van, of tegen - 8 - het steunvlak van de tafel worden gedraaid, en kunnen de tafels “genest” worden. De tafel hoeft daarbij niet hoger getild te worden dan de dikte van het tafelblad.
In een uitvoeringsvorm verschaft de onderhavige uitvinding een tafel volgens conclusie 27. De belangrijkste zichtbare slijtage van tafels wordt veroorzaakt door het 5 stapelen. Omdat de bovenliggende tafel op het blad van de onderliggende tafel rust, zal dit na verloop van tijd zichtbaar worden op het oppervlak van het tafelblad. Voorts kan daardoor vervuiling optreden. Uit hygiënische en esthetische ovenwegingen is het ongewenst om hierop voedingsmiddelen te serveren. Om de tafel te laten voldoen aan de hoogste hygiënische eisen, wordt het tafelblad voorzien van een afneembaar vormdeel, een 10 tafelbladkap. Dit vormdeel sluit nauw aan op het tafelblad en vormt daardoor een geheel met de tafel. Voordat de tafels gestapeld worden, worden de vormdelen verwijderd en kunnen ze desgewenst worden gereinigd en opgeslagen.
Het tafelblad is in het algemeen het deel van de tafel waarin het visuele karakter tot uiting komt. In veel gevallen is er sprake van een materiaaluitdrukking, in andere gevallen 15 wordt het tafelblad uitgevoerd in een kleur of een grafische decoratie. Door deze visuele kenmerken dragen de tafelbladen bij aan de sfeer of de identiteit van de omgeving waarin zij zijn geplaatst, zoals een café of restaurant. Doorgaans maken deze visuele kenmerken een vast deel uit van het tafelblad. Wanneer echter de afneembare kap wordt voorzien van de visuele en grafische kenmerken, is het mogelijk om de tafel neutraal te houden. Dit heeft niet 20 alleen grote voordelen in de productie en het voorraadbeheer maar het biedt ook een grote mate van flexibiliteit voor de gebruiker. De tafelbladkap kan hiertoe in kleur worden uitgevoerd, worden voorzien van een materiaalexpressie of van grafische decoraties.
In het geval van een restauratieve voorziening dienen tafelbladen niet alleen om de identiteit van de restauratieve voorziening te ondersteunen. Er kan ook een communicatieve 25 functie aan worden toegekend. Losse prijskaarten hebben op terrassen het nadeel dat ze kunnen wegwaaien. Door het aanbod en de prijzen op het tafelblad weer te geven, is de informatie altijd aanwezig. Bij de tafel volgens de uitvinding kan dit worden bereikt door overeenkomstig de uitvoeringsvorm volgens conclusie 29 de tafelbladkap transparant uit te voeren en te voorzien van een afzonderlijk vel materiaal dat onder de tafelbladkap wordt 30 aangebracht. Op dit vel materiaal kunnen alle grafische kenmerken, prijzen en andere commerciële uitingen worden aangebracht. Omdat de kosten van het vel bescheiden zijn, kan het ook tijdelijke informatie betreffen. Door het inlegvel de inwendige contouren van de afdekkap te laten volgen, worden eventuele beschadigingen van het tafelblad gecamoufleerd.
35 In veel culturen is het gebruikelijk dat een tafel voorzien wordt van een tafelkleed. Het nadeel van een tafelkleed op een tafel welke buiten is geplaatst is echter dat het gevoelig is voor wind en dat het snel vervuilt. Door de afneembare tafelbladkap over het tafelkleed te - 9 - plaatsen, worden deze nadelen voorkomen. De tafelbladkap houdt het kleed op zijn plaats en beschermt het tegen vlekken. Bij deze toepassing wordt de tafelbladkap bij voorkeur transparant uitgevoerd, zodat het karakter van het tafelkleed behouden blijft.
De grafische uitingen op het tafelblad beperken zich tot algemene 5 identiteitskenmerken of informatie op de korte afstand. Voor communicatieve uitingen, gericht op de langere afstand zijn de verticale gekromde vlakken meer geschikt. Het gekromde steunvlak van de tafel in een uitvoeringsvorm van de uitvinding leent zich bij uitstek voor het aanbrengen van de bedrijfsnaam of wervende uitingen. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van bijvoorbeeld zelfklevende folie.
10 Het aanbrengen van communicatieve uitingen door middel van zelfklevende folie heeft als beperking dat het hergebruik van het materiaal van de tafel bemoeilijkt wordt en dat de uiting permanent van karakter is. Door de communicatieve uiting wegneembaar uit te voeren, worden deze nadelen voorkomen. Een bijkomend voordeel is dat ook tijdelijke uitingen zoals, in het geval van een restauratieve voorziening, een menu van de dag kunnen 15 worden weergegeven. Hiertoe verschaft de uitvinding een uitvoeringsvorm van de tafel volgens conclusie 22 of 23. Een losse plaat materiaal wordt hier van boven naar beneden ingeschoven. Door de breedte van de opening aan de bovenzijde groter te maken dan aan de onderzijde, klemt het materiaal zich geleidelijk vast en neemt deze de kromming van het vlak aan. Hierdoor wordt het materiaal duurzaam bevestigd zonder het gebruik van 20 kleefmiddelen of dergelijke. De tafelbladkap wordt in een uitvoeringsvorm volgens conclusie 28 zodanig uitgevoerd dat een rand daarvan over de bovenrand van het materiaal valt. Hierdoor wordt voorkomen dat er vocht tussen het materiaal en het gekromde steunvlak van de tafel lekt. Tevens vormt de tafelbladkap een bescherming tegen ongewenst uitnemen van het materiaal.
25 Onder bepaalde omstandigheden kan het wenselijk zijn dat de tafelbladkap aan de tafel wordt vastgekoppeld. Tevens kan het wenselijk zijn dat de positie van de draaibare poot wordt vergrendeld. Hiertoe kunnen aan de pootsteun en de poot bijvoorbeeld nokken worden aangebracht die ingrijpen in openingen of uitsparingen, nabij de rand van het tafelblad, of in een randdeel of in een lip van de tafelbladkap. Wanneer de tafelbladkap geplaatst wordt, klikt 30 deze vast op de nokken. Door de lip op te lichten, komen zowel de tafelbladkap als de poot vrij.
In het navolgende zullen verdere aspecten, kenmerken en voordelen van de uitvinding worden beschreven en toegelicht in samenhang met tekeningen van niet-beperkende uitvoeringsvoorbeelden, waarbij: 35 Fig. 1 een schematisch aanzicht in perspectief is van een combinatie van afgeknotte kegelvormen ter toelichting van het constructieprincipe van de stoel volgens de uitvinding;
Fig. 2 een schematisch aanzicht in perspectief is van een stoel volgens de uitvinding; - 10 -
Fig. 3 een schematisch aanzicht in perspectief is van een andere uitvoeringsvorm van een stoel volgens de uitvinding;
Fig. 4 een schematisch aanzicht in perspectief is van een stapeling van stoelen volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding; 5 Fig. 5 een doorsnede door een andere uitvoeringsvorm van een stoel volgens de uitvinding;
Fig. 6 het aanbrengen van een beelddrager op een stoel volgens de uitvinding illustreert;
Fig. 7 een andere wijze van het aanbrengen van een beelddrager op een stoel 10 volgens de uitvinding illustreert;
Fig. 8 een schematisch aanzicht in perspectief is van een uitvoeringsvorm van een stoel volgens de uitvinding;
Fig. 9 een schematisch aanzicht in perspectief is van een andere uitvoeringsvorm van een stoel volgens de uitvinding, waarbij het aanbrengen van een beelddrager op de stoel 15 wordt geïllustreerd;
Fig. 10 een schematisch aanzicht in perspectief is van een andere uitvoeringsvorm van een stoel volgens de uitvinding;
Fig. 11 het aanbrengen van een beelddrager in de stoel volgens Fig. 10 illustreert;
Fig. 12 het gebruik van een verbindingselement in samenhang met een 20 uitvoeringsvorm van een stoel volgens de uitvinding illustreert;
Fig. 13 in doorsnede het gebruik van een verbindingselement bij een stapeling van stoelen volgens de uitvinding illustreert;
Fig. 14 in bovenaanzicht een aaneenschakeling van tafels volgens de uitvinding toont;
Fig. 15 in bovenaanzicht een andere aaneenschakeling van tafels volgens de 25 uitvinding toont;
Fig. 16 in bovenaanzicht weer een andere aaneenschakeling van tafels volgens de uitvinding toont;
Fig. 17 een schematisch aanzicht in perspectief is van een uitvoeringsvorm van een tafel volgens de uitvinding; 30 Fig. 18 een schematisch aanzicht in perspectief is van een andere uitvoeringsvorm van een tafel volgens de uitvinding;
Fig. 19 een onderaanzicht in perspectief is van een andere uitvoeringsvorm van een tafel volgens de uitvinding;
Fig. 20 het onderaanzicht volgens fig. 19 toont in een andere conditie; 35 Fig. 21 in perspectief een stapeling van tafels volgens fig. 19 en 20 illustreert;
Fig. 22 schematisch en in perspectief een gebruik van een tafelbladkap illustreert;
Fig. 23 het gebruik van een andere tafelbladkap illustreert; - 11 -
Fig. 24 een andere toepassing van een tafelbladkap illustreert;
Fig. 25 een andere toepassing van een tafelbladkap illustreert;
Fig. 26 het aanbrengen van een beelddrager op een steundeel van een tafel volgens de uitvinding illustreert; 5 Fig. 27 een andere wijze van aanbrengen van een beelddrager op een steundeel van een tafel volgens de uitvinding illustreert;
Fig. 28 een andere wijze van aanbrengen van een beelddrager op een steundeel van een tafel volgens de uitvinding illustreert; en
Fig. 29 in doorsnede en in onderaanzicht een borging van een tafelbladkap en een 10 pootsteun toont.
In de verschillende figuren hebben gelijke verwijzingssymbolen betrekking op gelijke onderdelen, of op onderdelen met een gelijke of soortgelijke functie.
Fig. 1 toont het principe van de stoel waarbij een afgeknot kegelvormig steundeel A en een in beginsel afgeknot kegelvormig zitdeel B een as, hierna rotatiesymmetrie-as C 15 genoemd, gemeen hebben. Het steundeel A is aan een bovengelegen einde verbonden met een bovengelegen einde van het zitdeel B. Een ondergelegen einde van het steundeel A is bestemd om op een ondergrond te steunen, en heeft een grotere diameter dan het bovengelegen einde van het steundeel A. Een ondergelegen einde van het zitdeel B heeft een kleinere diameter dan het bovengelegen einde van het zitdeel B. Steundeel A en zitdeel 20 B worden voorzien van een opening aan de voorzijde, waardoor een zitopening ontstaat voor zitting D, zoals nader blijkt uit fig. 2.
Fig. 2 toont het verschaffen van een steundeelopening en een zitdeelopening in een stoel het principe waarbij imaginaire vlakken E die zijdelingse begrenzingen, of randen F van de steundeelopening en de zitdeelopening definiëren, samenvallen met rotatiesymmetrie-as 25 C. Hierdoor vormen de randen F van de constructieve vlakken A en B elk een rechte lijn. De hoek tussen de imaginaire vlakken E bepaalt een breedte van de zitopening. De doorsnijding vindt niet plaats in de zitting D.
Fig. 3 toont de toepassing van de cilindervormige afstandhouder G onder de zitting D, waarbij de rotatiesymmetrie-as van de afstandhouder G overeenkomt met rotatiesymmetrie-30 as C. Het bovenvlak vormt een sleuf of holte H aan de omtrekszijde van de zitting D, en dient bij het stapelen als ondersteunings- en centreringsvlak van het ondervlak I van een daarboven geplaatste stoel. Doordat de rotatiesymmetrie-as van de afstandhouder overeenkomt met die van het steundeel A en het zitdeel B, levert de afstandhouder G geen beperking bij het stapelen. Een onderlinge stand van de stoelen ten opzichte van de 35 rotatiesymmetrie-as C blijft vrij. In elke positie van de gestapelde stoel is de ondersteuning effectief. De cilindrische vorm van de afstandhouder G is het meest geëigend om het gewicht - 12 - van gestapelde stoelen op te vangen. De gestapelde afstandhouders vormen daardoor een stabiele zuil.
Fig. 4 toont een stapelhoogte J die een afwijking van de rotatiesymmetrievorm toelaat, zonder dat dit de vrijheid van het stapelen beperkt. De bovenrand van de stoel vormt 5 armleggers die een welving kunnen hebben, en de zitting kan een helling hebben waardoor het zitcomfort wordt verbeterd (zie ook fig. 5).
Fig. 5 toont de doorsnede van de stoel volgens fig. 4. Op de plaats van de holte H is de stoel voorzien van een rondgaande goot K voor het opvangen en verzamelen van water dat op de stoel terechtkomt, waarbij de goot K op het bij gebruik van de stoel laagst gelegen 10 punt is voorzien van een afvoergat L. Bij stapeling van stoelen loopt water dat zich in de goot K van de bovenste stoel verzamelt via het bijbehorende afvoergat L naar een goot K van een ondergelegen stoel, en via het afvoergat van laatstgenoemde goot K door naar lager gelegen goten, totdat het water tenslotte via het afvoergat L van de onderste stoel op de ondergrond valt.
15 Fig. 6 illustreert de wijze waarop een buigzame zelfklevende beelddrager M aan de buitenzijde van de stoel wordt aangebracht.
f'9 7 toont het principe waarbij een buigzame beelddrager N in de vorm van een plaat materiaal aan de binnenzijde van een stoel die is vervaardigd van transparant materiaal, wordt aangebracht, zodat de beelddrager N vanaf de buitenzijde van de stoel kan 20 worden waargenomen.
Fig. 8 illustreert een onderscheid in oppervlaktebehandeling van het materiaal van de stoel, waarbij binnen- en buitenoppervlak van een transparant steundeel A hoogglans gepolijst zijn teneinde een maximale transparantie te verkrijgen, en binnen- en buitenoppervlak van zitdeel B zijn gematteerd teneinde minimale transparantie te verkrijgen. 25 Fig. 9 toont de uitvoering van het komvormig deel O nabij de bovenrand van de stoel die gecombineerd wordt met de functie van handgreep. Het komvormige deel O vormt een doorsnijding van het steundeel A en het zitdeel B. Door in het komvormige deel O een dwarsverbinding P aan te brengen, ontstaat een handgreep. Een beelddrager N wordt voorzien van een uitsparing Q die aansluit op het deel O en daardoor in zijdelingse richting 30 gefixeerd wordt.
Fig. 10 toont de stoel die is voorzien van opstaande verstijvingsribben S.
Fig. 11 illustreert een bevestiging van een beelddrager die aan opstaande zijden is voorzien van een omgezet deel T dat kan worden vastgekleefd of geplaatst of geklemd in de verstijvingsribben S aan weerszijden van de steundeelopening van de stoel.
35 Fig. 12 toont de stoel met een opening U in de zitting, en een verbindingselement V
dat voorzien is van een verbreding W. De verbreding W verhindert dat het verbindingselement V in neerwaartse richting uit de opening U kan bewegen.
- 13 -
Fig. 13 toont een stapel stoelen. Op elke opening U sluit een kokervormig deel X aan, waarbij de opening U grotere afmetingen heeft dan een van de zitting D afgekeerd einde van het kokervormige deel X. Bij een geschikte keuze van de lengte van het kokervormige deel X steekt aldus genoemd einde daarvan in de opening U van een zitting D van een zich direct 5 daaronder bevindende stoel. In fig. 13 is zichtbaar hoe de kokervormige delen X zich verenigen tot een doorgaande buis, waardoorheen het verbindingselement V kan passeren. Een einde van het verbindingselement V kan op geschikte wijze aan een ondergrond worden bevestigd, bijvoorbeeld met een hangslot aan een ring die is verankerd in de ondergrond.
Fig. 14 toont vier tafelbladen TA die deels in een rechte lijn en deels onder een hoek 10 tegen elkaar geplaatst zijn. De tafelbladen TA zijn in hoofdzaak cirkelvormig, en voorzien van een uitsparing TB met dezelfde radius als het tafelblad TA.
Fig. 15 toont een samenstellingmogelijkheid van een reeks tafelbladen TA.
Fig. 16 toont een kringvormige opstelling van tafelbladen TA waarbij de breedte van de uitsparing TB 5/8 deel is van de diameter van het tafelblad TA. In de weergegeven 15 configuratie ontstaat een opening in het midden van de opstelling die gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld het plaatsen van de tafels rond een staander van een parasol.
Fig. 17 toont de tafel met het maanvormig tafelblad TA waarbij aansluitend aan de uitsparing TB van het tafelblad TA een cilindrisch gekromd verticaal steunvlak TC is aangebracht met een inwendige radius overeenkomend met de radius van het tafelblad TA. 20 Voorts is de positie van een, bijvoorbeeld cilindrische, poot TD aangegeven.
Fig. 18 toont een variant waarbij het vlak TC en desgewenst de poot TD voorzien zijn van steunpunten TE. De steunpunten TE vergroten het steunvlak waardoor de stabiliteit van de tafel toeneemt. Door het steunvlak TC tussen de steunpunten TE te voorzien van een uitsparing TF van minimaal de hoogte van de steunpunten TE, kunnen de tafels steeds strak 25 tegen elkaar worden geplaatst.
Fig. 19 toont de onderzijde van de tafel met de poot TD die één deel vormt met een pootsteun TG. De pootsteun TG is draaibaar bevestigd aan het tafelblad TA, waarbij een scharnier of draaipunt TH zich bevindt in het centrum van het tafelblad TA. Teneinde een optimale zijdelingse stabiliteit te bereiken, is de pootsteun TG zo breed mogelijk uitgevoerd. 30 De positie van poot TD wordt bij voorkeur geborgd ten opzichte van tafelblad TA door middel van een aanvullende voorziening. Een van de mogelijkheden is om aan poot TD een nok TK aan te brengen die in een uitsparing Tl in te rand van tafelblad TA klikt. Hierop zijn diverse varianten mogelijk die zich aan de binnenzijde van het tafelblad bevinden. De ligging van een klikconstructie op de grootste afstand van het draaipunt TH maakt echter optimaal gebruik 35 van de veerkracht van de pootsteun TG.
Fig. 20 toont de in fig. 19 afgebeelde constructie waarbij de poot TD tegen het steunvlak TC is gedraaid. Dit is in twee draairichtingen mogelijk. Om de poot TD ook in de - 14 - ingedraaide positie vast te zetten, zijn in de rand van tafelblad TA aan weerszijden van het steunvlak TC uitsparingen Tl aangebracht waarin de nok TK van poot TD kan klikken. De pootsteun TG ligt in één vlak met een rand TJ van het tafelblad TA teneinde een optimale stabiliteit bij het stapelen te bereiken. De pootsteun TG is voorts glad uitgevoerd om bij het 5 stapelen beschadigingen van het onderliggende tafelblad te voorkomen.
Fig. 21 toont een stapeling van tafels. Bij de onderste tafel blijft de poot in de normale gebruikspositie zoals is weergegeven in fig. 19, terwijl bij de daarboven geplaatste tafels de poten TD tegen het cilindrische steunvlak TC zijn gedraaid, zoals is weergegeven in fig. 20.
Fig. 22 toont een tafelbladkap TL (met een in hoofdzaak omgekeerd U-vormige 10 dwarsdoorsnede) die als afdekking geplaatst kan worden op tafelblad TA.
Fig. 23 toont de tafel, voorzien van de tafelbladkap TL die voorzien is van een grafische uiting, in dit geval een ruitpatroon.
Fig. 24 toont de tafel, voorzien van kap TL die is vervaardigd van een transparant materiaal, en een los inlegvel TM dat tussen de tafelbladkap TL en het tafelblad TA 15 aangebracht wordt.
Fig. 25 toont de toepassing van een tafelbladkap TL in gebruik als afdekking en bevestiging van een tafelkleed TN. In de uitvoering wordt enige speling gehouden tussen het tafelblad TA en de tafelbladkap TL, zodat een tafelkleed TN met enige dikte toegepast kan worden.
20 Fig. 26 illustreert het gebruik van het verticale gekromde steunvlak TC voor het aanbrengen van een beelddrager TO, zoals een zelfklevend vel materiaal.
Fig. 27 toont profileringen TP aan weerszijden van het gekromde steunvlak TC. De profilering TP staat onder een hoek TQ, zodanig dat de opening aan de bovenzijde groter is dan aan de onderzijde. De beelddrager TO is uitgevoerd als buigzame kaart waarvan de 25 verticale zijden eveneens onder hoek TQ zijn uitgevoerd en die daarmee enigszins trapeziumvormig is. Deze beelddrager TO sluit zodanig nauwkeurig tussen de profileringen TP dat deze zich strak tegen het steunvlak TC voegt wanneer de beelddrager TO volledig in de profileringen TP is geschoven.
Fig. 28 toont de situatie waarbij de communicatieve uiting TO in de profilering is 30 geschoven en de afdekkap TL is aangebracht, waardoor TO ook aan de bovenzijde is afgedekt.
Fig. 29 toont nokken TK en TR aan weerszijden van pootsteun TG. Nok TK komt overeen met de nok zoals beschreven in fig. 19. Ten behoeve van nok TK is aan de rand van de tafelbladkap TL de lip TS aangebracht die voorzien is van een opening ter grootte van nok 35 TK. Ten behoeve van nok TR is in de rand TJ van het tafelblad TA en de rand van tafelbladkap TL een uitsparing TT aangebracht. Wanneer de pootsteun TG in de afgebeelde positie staat, vallen beide nokken in beide uitsparingen. Door lip TS op te lichten, komt nok - 15 - TK vrij, waardoor de pootsteun TG in de positie gedraaid kan worden die is afgebeeld in fig.
20. In die positie is nok TR uit de uitsparing TT gedraaid, waardoor de vergrendeling van de tafelbladkap TL is opgeheven.
Bij gebruik van de hiervoor beschreven stoel en tafel voor een terrasinrichting is de 5 toelaatbare kostprijs een functie van de exploitatie. In veel landen zal een terras seizoensgebonden zijn. Dit beperkt de exploitatieperiode, waardoor de investering in een korte tijd terugverdiend moet worden. Daarnaast speelt het profiel van het etablissement een rol; er kan sprake zijn van een eenvoudig café, een brasserie of een restaurant op niveau.
Het profiel heeft invloed op de afschrijvingsperiode; een restaurant wil een seizoen wellicht 10 starten met smetteloze meubels, bij een café speelt dit minder. Ten derde heeft de kostprijs te maken met de mogelijkheid om reclame te voeren. In veel gevallen vormen drankmerken de sponsor van een terras. Een vierde element vormen de kosten voor opslag buiten het seizoen. Als laatste, maar zeker niet het minste; de investering in relatie tot de bijdrage aan de opbrengst van het terras.
15 De kostprijs van de terrasinrichting is daarmee niet een vast gegeven. Het betreft in feite exploitatielasten die samenhangen met efficiency en uitstraling. Om die reden wordt een flexibele exploitatievorm voorgesteld die ruimte biedt voor specifieke wensen.
De producten kunnen daarom zowel gekocht als geleast worden. Producten voor gebruik binnenshuis, die gedurende het gehele jaar worden gebruikt, kunnen worden gekocht. Voor 20 gebruik op terrassen of andere seizoensgebonden toepassingen, komen leasevormen beschikbaar. De meubels worden voor de duur van het seizoen gebruikt. Na afloop van het seizoen worden zij opgehaald en centraal opgeslagen. Hierbij zijn diverse niveaus van dienstverlening mogelijk, afhankelijk van de aard van het etablissement. De eenvoudigste is reinigen, opslaan en de meubels voor het volgende seizoen terugbezorgen. Daarnaast is het 25 mogelijk om een vast percentage van de meubels te wisselen voor nieuwe exemplaren. Afhankelijk van het percentage wordt daarmee een snelle of minder snelle vernieuwing van het meubilair bereikt. Het ophalen van de meubelen voor herwinning van grondstoffen wordt daarbij betaald via een winterstallingsvergoeding.
Afgeschreven meubels worden gereinigd en ontdaan van losse onderdelen zoals 30 handgreep en voeten. Hierbij is het belangrijk op te merken, dat zowel de tafel als de stoel in hoofdzaak bestaan uit één materiaal. Door toepassing van afzonderlijke beelddragers blijven de materialen van de tafel en de stoel vrij van bedrukking. De stoel en de tafel zijn aldus optimaal afgestemd op herwinning van grondstoffen. Afhankelijk van de plaatselijke situatie wordt het materiaal ter plekke hergebruikt of naar de oorspronkelijke producent terug 35 gezonden. Wanneer de producent zowel op het noordelijk halfrond als op het zuidelijk halfrond levert (waarbij de gebruiksseizoenen voor de meubels verschillen tussen het noordelijk halfrond en het zuidelijk halfrond), kan de producent optimaal gebruik maken van - 16 - zijn productiecapaciteit en gebruik van (nieuwe en herwonnen) grondstoffen, en behoeft er geen langdurige opslag plaats te vinden van de beschikbaar komende grondstoffen.
Wanneer er een zekere regelmaat ontstaat in aanvoer van nieuwe producten en afvoer voor hergebruik, kan worden bespaard op logistieke kosten. De containers die voor 5 het vervoer worden gebruikt, gaan vol heen maar ook vol terug.
Het dient te worden begrepen dat de beschreven uitvoeringsvormen slechts voorbeelden zijn van de uitvinding, die in uiteenlopende uitvoeringen belichaamd kan zijn. Derhalve dienen specifieke structurele en functionele details die hierin zijn geopenbaard niet te worden beschouwd als beperkend, maar uitsluitend als een basis voor de conclusies en 10 als een representatieve basis om de deskundige voldoende informatie te verstrekken om de uitvinding ten uitvoer te brengen. De termen en frasen die hierin zijn gebruikt, zijn niet bedoeld om beperkend te zijn, maar om een begrijpelijke beschrijving van de uitvinding te verschaffen.
De term “een" die hierin is gebruikt, is gedefinieerd als één of meer dan één. De term 15 “aantal” die hierin is gebruikt, is gedefinieerd als twee of meer dan twee. De term “een andere" die hierin is gebruikt, is gedefinieerd als ten minste een tweede of meer. De term “omvattende” en/of “met” die hierin is gebruikt, sluit andere niet genoemde onderdelen niet uit (d.w.z. niet limitatief).
1 0 3 4 6 A 2
Claims (29)
1. Stoel, omvattende: een in hoofdzaak afgeknot kegelvormig steundeel met een eerste steundeeleinde en een tweede steundeeleinde, waarbij het eerste steundeeleinde is bestemd om op een ondergrond te worden geplaatst, en een grotere diameter heeft dan het tweede 5 steundeeleinde; en een in hoofdzaak afgeknot kegelvormig zitdeel met een eerste zitdeeleinde en een tweede zitdeeleinde, waarbij het eerste zitdeeleinde een grotere diameter heeft dan het tweede zitdeeleinde, en het zitdeel aan het tweede zitdeeleinde een zitting omvat, waarbij het tweede steundeeleinde is verbonden met het eerste zitdeeleinde, en 10 waarbij het steundeel en het zitdeel een gemeenschappelijke rotatiesymmetrie-as hebben.
2. Stoel volgens conclusie 1, waarbij in het zitdeel een zitdeelopening is aangebracht die zijdelingse begrenzingen heeft en zich uitstrekt van het eerste zitdeeleinde tot het tweede zitdeeleinde, en waarbij in het steundeel een steundeelopening is aangebracht die de 15 zitdeelopening in hoofdzaak overlapt.
3. Stoel volgens conclusie 2, waarbij de steundeelopening zich uitstrekt van het eerste steundeeleinde tot het tweede steundeeleinde.
4. Stoel volgens conclusie 2 of 3, waarbij de zitdeelopening en/of de steundeelopening zijdelingse begrenzingen heeft die zijn bepaald door vlakken door genoemde gemeenschappelijke rotatiesymmetrie-as.
5. Stoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de zitting aan de van het 25 eerste zitdeeleinde afgekeerde zijde daarvan is voorzien van een afstandhouder, in het bijzonder een cilindervormige afstandhouder.
6. Stoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de zitting bij de verbinding daarvan met het tweede zitdeeleinde is voorzien van een goot met een opening in een 30 laaggelegen deel daarvan.
7. Stoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het oppervlak van het zitdeel althans gedeeltelijk is gematteerd. 1034642 - 18 -
8. Stoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de stoel van een transparant materiaal is vervaardigd, waarbij aan de binnenzijde van het steundeel bevestigingsmiddelen zijn aangebracht voor het aanbrengen van een plaatvormig materiaal nabij het binnenoppervlak van het steundeel. 5
9. Stoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in het steundeel een steundeelopening is aangebracht die zich uitstrekt van het eerste steundeeleinde tot het tweede steundeeleinde, waarbij de steundeelopening zijdelingse begrenzingen heeft, en waarbij het plaatvormige materiaal is bevestigd bij de zijdelingse begrenzingen van de 10 steundeelopening.
10. Stoel volgens conclusie 8 of 9, waarbij de stoei aan de binnenzijde van het steundeel is voorzien van een nokvormig deel, dat is bestemd om zich uit te strekken in een bijpassende uitsparing van het plaatvormige materiaal ter voorkoming van een rotatie van het 15 plaatvormige materiaal rond de rotatiesymmetrie-as van de stoel.
11. Stoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een handgreep in de vorm van een doorgaande opening in het steundeel, nabij het tweede steundeeleinde, en het zitdeel, nabij het eerste zitdeeleinde, is aangebracht. 20
12. Stoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het steundeel is voorzien van ten minste een verstijvingsprofiel dat zich uitstrekt in een vlak door de rotatiesymmetrie-as van de stoel.
13. Stoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de zitting is voorzien van een opening ter plaatse van de rotatiesymmetrie-as van de stoel.
14. Stoel volgens conclusie 13, waarbij op de opening aan de van het eerste zitdeeleinde afgekeerde zijde daarvan een kokervormig deel aansluit. 30
15. Stoel volgens conclusie 14, waarbij de afmeting van de opening groter is dan de buitendiameter van het kokervormige deel aan een van de zitting afgekeerd einde daarvan.
16. Tafel, omvattende een tafelblad en een ondersteuning voor het tafelblad, waarbij het 35 tafelblad cirkelvormig is met een vooraf bepaalde radius, en is voorzien van een uitsparing met voornoemde radius. - 19 -
17. Tafel volgens conclusie 16, waarbij de uitsparing zich uitstrekt over een sector van de tafel met een openingshoek die ten hoogste 60 graden bedraagt.
18. Tafel volgens conclusie 17, waarbij de openingshoek kleiner dan 60 graden is, zodat 5 in een opstelling van drie van deze tafels, waarbij de uitsparing van elke tafel stoot tegen een niet van een uitsparing voorzien deel van een van de andere tafels, een vooraf bepaalde opening tussen de tafels overblijft.
19. Tafel volgens een van de conclusies 16-18, waarbij de ondersteuning een steunvlak 10 omvat dat aansluit op de uitsparing van het tafelblad, en een poot die in een gebruikspositie is opgesteld in een symmetrievlak van het tafelblad.
20. Tafel volgens conclusie 19, waarbij het steunvlak in hoofdzaak is gevormd volgens een cilinderoppervlak. 15
21. Tafel volgens conclusie 19 of 20, waarbij het steunvlak aan een van het tafelblad afgekeerde rand is voorzien van een uitsparing.
22. Tafel volgens een van de conclusies 19-21, waarbij het steunvlak is voorzien van 20 middelen voor het fixeren van een plaatvormige materiaal.
23. Tafel volgens conclusie 22, waarbij het steunvlak langs de vrije randen daarvan is voorzien van een profiel ter opname van randen van het plaatvormige materiaal.
24. Tafel volgens een van de conclusies 19-23, waarbij de poot is bevestigd aan een pootsteun die onder het tafelblad is aangebracht en draaibaar is rond een dwars op het tafelblad gerichte as.
25. Tafel volgens conclusie 24, verder omvattende een borgmiddel voor het borgen van 30 een hoekpositie van de pootsteun.
26. Tafel volgens conclusie 25, waarbij het borgmiddel een op de pootsteun aangebrachte nok omvat, welke is bestemd te worden opgenomen in een nabij de rand van het tafelblad aangebrachte uitsparing. 35
27. Tafel volgens een van de conclusies 16-25, verder omvattende een tafelbladkap die is bestemd om de bovenzijde van het tafelblad te bedekken. - 20 -
28. Tafel volgens conclusie 27, waarbij de tafelbladkap een randdeel omvat dat zich in hoofdzaak dwars op het vlak van het tafelblad uitstrekt.
29. Tafel volgens conclusie 27 of 28, waarbij de tafelbladkap is vervaardigd van een transparant materiaal. 10 1034642
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1034642A NL1034642C2 (nl) | 2007-11-06 | 2007-11-06 | Meubel. |
PCT/NL2008/000246 WO2009061177A2 (en) | 2007-11-06 | 2008-11-04 | Item of furniture |
EP08847386A EP2211664A2 (en) | 2007-11-06 | 2008-11-04 | Item of furniture |
US12/741,501 US20100259075A1 (en) | 2007-11-06 | 2008-11-04 | Item of Furniture |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1034642A NL1034642C2 (nl) | 2007-11-06 | 2007-11-06 | Meubel. |
NL1034642 | 2007-11-06 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1034642C2 true NL1034642C2 (nl) | 2009-05-19 |
Family
ID=39523609
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1034642A NL1034642C2 (nl) | 2007-11-06 | 2007-11-06 | Meubel. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20100259075A1 (nl) |
EP (1) | EP2211664A2 (nl) |
NL (1) | NL1034642C2 (nl) |
WO (1) | WO2009061177A2 (nl) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
AU2010268718A1 (en) | 2009-06-29 | 2012-02-02 | MaxSecure Systems Incorporated | Surface mounted furniture having concealed mount |
FI128931B (en) * | 2018-01-09 | 2021-03-31 | 4 Feet Under Oy | Game table and game equipment |
USD904044S1 (en) | 2019-09-27 | 2020-12-08 | Smith System Manufacturing Company, Inc. | Chair |
CN112155326A (zh) * | 2020-11-10 | 2021-01-01 | 云南宝羽科技有限公司 | 一种单人铝合金课桌 |
CN114532776B (zh) * | 2022-01-05 | 2023-10-31 | 温州理工学院 | 带有休息椅的一体式办公桌 |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL6408225A (nl) * | 1963-07-19 | 1965-01-20 | ||
FR1582558A (nl) * | 1968-07-15 | 1969-10-03 | ||
DE1654291A1 (de) * | 1967-12-13 | 1971-03-25 | Kusch & Co Gmbh | Moebelstueck aus Kunststoff,insbesondere fuer Kinder |
GB1247295A (en) * | 1969-08-22 | 1971-09-22 | Reginald Victor Ward | Improvements in or relating to chairs |
JPH07275145A (ja) * | 1994-04-04 | 1995-10-24 | Sekisui Chem Co Ltd | 浴室用椅子 |
DE20013679U1 (de) * | 2000-08-09 | 2001-01-04 | Hemmerle, Regina, 56170 Bendorf | Aufsatz für Nachttopf |
US20070063555A1 (en) * | 2005-09-20 | 2007-03-22 | Ehud Ben A | Stackable multi-functional furniture |
Family Cites Families (14)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1639085A (en) * | 1926-08-09 | 1927-08-16 | Maurice B Fohey | Combined advertising bench, waste-paper receptacle, and automat stand |
US2635681A (en) * | 1950-03-16 | 1953-04-21 | American Seating Co | Seat and aisle lighting |
US3181913A (en) * | 1964-03-27 | 1965-05-04 | Guido Lewis | Display hassock |
US3313571A (en) * | 1965-10-11 | 1967-04-11 | Gen Motors Corp | Removable and stackable seating arrangement |
US3438676A (en) * | 1967-07-10 | 1969-04-15 | Jeffrey Owen Brosk | Article of furniture |
US3637256A (en) * | 1969-06-16 | 1972-01-25 | Shaw Walker Co | Chair construction |
US3604749A (en) * | 1970-08-05 | 1971-09-14 | Apl Corp | Chair |
US4131314A (en) * | 1977-03-04 | 1978-12-26 | American Seating Company | Seating furniture |
IT1230689B (it) * | 1987-09-08 | 1991-10-29 | Cassina Spa | Metodo per realizzare mobili, particolarmente poltrone, divani o simili, da fogli di feltro trattati con sostanze indurenti e mobili relativi |
US4867504A (en) * | 1988-03-01 | 1989-09-19 | The Vollrath Company, Inc. | Booster seat |
IT1246535B (it) | 1991-04-11 | 1994-11-24 | Maurizio Favetta | Sedia con schienale e/o sedile a strati, particolarmente per inserzioni pubblicitarie intercambiabili. |
JPH08112155A (ja) * | 1994-10-12 | 1996-05-07 | Kawai Musical Instr Mfg Co Ltd | スタッキング式椅子の収納装置 |
FR2762702A1 (fr) | 1997-04-23 | 1998-10-30 | Christophe Azzolini | Conception de dossiers de sieges comme supports de communication |
DE20023909U1 (de) | 2000-04-28 | 2007-08-02 | Lippert, Peter | Gerätesystem zur Befestigung von Papier, Folie und ähnlichem an Flächen durch Ausnutzung elektrostatischer Kräfte |
-
2007
- 2007-11-06 NL NL1034642A patent/NL1034642C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2008
- 2008-11-04 EP EP08847386A patent/EP2211664A2/en not_active Withdrawn
- 2008-11-04 WO PCT/NL2008/000246 patent/WO2009061177A2/en active Application Filing
- 2008-11-04 US US12/741,501 patent/US20100259075A1/en not_active Abandoned
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL6408225A (nl) * | 1963-07-19 | 1965-01-20 | ||
DE1654291A1 (de) * | 1967-12-13 | 1971-03-25 | Kusch & Co Gmbh | Moebelstueck aus Kunststoff,insbesondere fuer Kinder |
FR1582558A (nl) * | 1968-07-15 | 1969-10-03 | ||
GB1247295A (en) * | 1969-08-22 | 1971-09-22 | Reginald Victor Ward | Improvements in or relating to chairs |
JPH07275145A (ja) * | 1994-04-04 | 1995-10-24 | Sekisui Chem Co Ltd | 浴室用椅子 |
DE20013679U1 (de) * | 2000-08-09 | 2001-01-04 | Hemmerle, Regina, 56170 Bendorf | Aufsatz für Nachttopf |
US20070063555A1 (en) * | 2005-09-20 | 2007-03-22 | Ehud Ben A | Stackable multi-functional furniture |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2211664A2 (en) | 2010-08-04 |
WO2009061177A2 (en) | 2009-05-14 |
WO2009061177A3 (en) | 2009-12-10 |
US20100259075A1 (en) | 2010-10-14 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1034642C2 (nl) | Meubel. | |
US20080283480A1 (en) | Collapsible Dish Rack | |
US20080224016A1 (en) | Pole support for an upright pole | |
US9661917B2 (en) | Rail mounted table device | |
US5934634A (en) | Carrier and releasable holder for supporting goods anywhere along a vertical post | |
US10238216B2 (en) | Stool | |
US20080282942A1 (en) | Modular portable table | |
US20050051690A1 (en) | Cup holder | |
US20080142528A1 (en) | Cup holder for a plate | |
US20180055218A1 (en) | Outdoor convertible table-like furniture with multiple levels | |
CN106132249A (zh) | 高脚杯支架 | |
US9375090B2 (en) | Rotatable and collapsible chair | |
US9284776B2 (en) | Entertainment table | |
CA2491396C (en) | Portable gardening station | |
US7178680B2 (en) | Rack and tray assembly for foot apparel | |
US6237881B1 (en) | Convertible table and flower pot holder | |
US6543069B1 (en) | Extending dish drain rack | |
NL2002832C2 (nl) | Tafel. | |
US20080216763A1 (en) | Scratching Device | |
US20090194006A1 (en) | Plant pot tray | |
US7341005B2 (en) | Concession tray | |
Ihtiyar et al. | Evaluations of urban seating design criteria in case of Zorlu center and Margi outlet malls | |
KR200453628Y1 (ko) | 야외용 접이식 테이블의 구조 | |
NL1003688C1 (nl) | Display en parasol voorzien van een display. | |
CN205162669U (zh) | 一种雨伞架 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20130601 |