NL1034529C1

NL1034529C1 - Meerwegklep en werkwijze voor efficient energiegebruik in regelen van grote fluïdumstromen en een werkwijze voor de constructie van meerwegkleppen.

Info

Publication number: NL1034529C1
Application number: NL1034529A
Authority: NL
Inventors: Jan Hendrik Fondse
Original assignee: Jan Hendrik Fondse
Priority date: 2007-10-16
Filing date: 2007-10-16
Publication date: 2009-04-20
Also published as: NL1034663C1

Description

Korte aanduiding: Meerwegklep en werkwijze voor efficiënt energiegebruik in regelen van grote fluïdumstromen en een werkwijze voor de constructie van meerwegkleppen.

5 De uitvinding heeft betrekking op een meerwegklep, die geschikt is voor het regelen, doseren en mengen van fluïdumstromen door vier of meer toe- respectievelijk afvoerkanalen.

In de stand van de techniek zijn mengkleppen met drie kanalen voor aan- en/of afvoer bekend. Kleppen met vier of meer kanalen 10 zijn thans weliswaar tegen zeer hoge prijs verkrijgbaar, maar zeer gecompliceerd opgebouwd, danwel opgebouwd uit dure, moeilijk te fabriceren, componenten, zodat productie op grote schaal commercieel niet haalbaar is (NL1007984, NL1008703 en NL1020279). Bovendien is voor de bediening van deze kleppen 15 voor grote fluïdumstromen een zo groot vermogen nodig dat zij nauwelijks in draagbare apparatuur toegepast kunnen worden.

De onderhavige uitvinding verschaft een nieuw type klep met efficiënter energiegebruik en met goedkope en eenvoudig te verkrijgen of te fabriceren componenten omvattend twee in 20 hoofdzaak planparallelle vlakken, waarin tenminste vier aan- en/of afvoer kanalen uitmonden, waarbij het afsluiten respectievelijk openen van deze kanalen geschiedt door een afsluitend orgaan bestaande uit twee beweegbare delen die in afdichtende samenwerking zijn gebracht met twee planparallelle 25 vlakken waarin zowel één of meer kanaalmonden voor de te regelen fluïdumstromen alsmede de monden voor fluïdumstromen die de beweging veroorzaken van de twee beweegbare delen van het afsluitorgaan zijn aangebracht, met de voordelen dat meer kracht beschikbaar is voor de verplaatsing van het de 30 beweegbare delen en de voor het bedienen van de afsluiter benodigde magneetvelden, direct in te regelen de fluïdumstromen, niet meer noodzakelijk zijn.

Met groot voordeel verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor de constructie van meerwegkleppen waarin 35 slechts twee bewegende delen noodzakelijk zijn en waarbij de krachtopwekking voor bediening van deze bewegende delen geïntegreerd is.

1 03 4 52 9 2

In een uitvoeringsvorm omvat het beweegbaar afsluitend orgaan bij voorkeur twee bewegende delen en met voordeel dat deze twee delen met tenminste één holte die in samenwerkende afdichting met de planparallelle onder- en bovenzijde van een 5 kamer zijn gebracht waarin de aan- en afvoerpoorten uitmonden, waarbij de holte tenminste twee kanalen kan omvatten.

In een andere uitvoeringsvorm worden door de planparallelle vlakken zowel de te regelen fluïdumstromen alsmede de voor de beweging van de organen noodzakelijke 10 fluïdumstromen in afdichtende samenwerking gebracht.

In een andere uitvoeringsvorm worden de beide beweegbare delen verplaatst door de werking van magneetbedieningsinrichtingen waarvan de veldlijnen buiten de fluïdumstromen blijven.

15 In een uitvoeringsvorm wordt een beweegbaar orgaan in hoofdzaak triangelvormig uitgevoerd, zodanig dat dit orgaan drie stabiele posities kan innemen.

In andere uitvoeringsvormen wordt een beweegbaar orgaan in hoofdzaak rechthoekig uitgevoerd, zodanig dat dit orgaan 20 vier stabiele posities kan innemen, vijfhoekig met vijf posities, zeshoekig met zes posities, en zo verder.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn met veel voordeel de twee beweegbare delen van het afsluitend orgaan met elkaar in afdichtende samenwerking gebracht.

25

De onderhavige uitvinding zal nu aan de hand van een tekening nader worden verduidelijkt, waarin: - Figuur 1 is een vereenvoudigd schematisch bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van de meerwegklep volgens de 30 onderhavige uitvinding dat de beide beweegbare delen (110 en 120) van het afsluitend orgaan weergeeft, de kamer (131) en de verdiepte kamer (132) waarin de beide delen van het afsluitend orgaan verplaatst kunnen worden. De poort (107) wordt in de getekende situatie door het afsluitend orgaan verbonden met 35 poort (134) terwijl de poorten (133, 135 en 136) afgesloten zijn. De poorten (101, 102, 105 en 106) monden uit in de kanalen respectievelijk (111, 112, 115 en 116). De kanalen (111 3 en 112) zijn aangesloten op de kamers (113 en 114), terwijl de kanalen (115 en 116) aangesloten zijn op de kamers (118 en 119). De kamers (113, 114, 118 en 119) zijn aangebracht in het beweegbaar deel (110) . Aan het deksel (100) zitten twee 5 verdikkingen (103 en 104) die in de kamers (113 en 114) passen.

Evenzo zitten er aan het orgaan (120) twee verdikkingen (128 en 129) die in de kamers (118 en 119) passen. In het orgaan (120) is een kruisvormige sleuf (117) aangebracht die de poort (107) in het deksel (100) verbindt met de twee poorten in het orgaan 10 (120) .

Figuur 2 is het zijaanzicht van Figuur 1 met de doorsnede A waarin het deksel (200) de beweegbare delen (210 en 220) en het huis (230) aangegeven zijn. In de doorsnede is het kanaal (212) alsmede de verdikking (228) van het beweegbare 15 deel (220) aangegeven. In de getekende toestand is de poort (221) in het beweegbare de deel (210) verbonden met poort (234) in het huis (230) . De kamer (231) en de verdiepte kamer (232) zijn holten in het huis (230).

Figuur 3 is het vooraanzicht van Figuur 1 met de 20 doorsnede B waarin het deksel (300) met de verdikking (304) en het huis met de verdiepte kamer (332) aangeven zijn. De poort (306) in het deksel (300) sluit aan op het kanaal (316) en de poort (307) sluit aan op het kruisvormig kanaal (317).

- Figuur 4 is de doorsnede C van Figuur 1 getekend, 25 waarin het deksel (400) , het huis (430) en de beweegbare delen (410 en 420) getekend zijn. In het beweegbare deel (410) bevinden zich het kruisvormig kanaal (417) en de poorten (411 en (417) . In de getekende toestand is poort (434) in het huis (430) verbonden met de poort (421) in het beweegbaar deel (420) 30 en met de poort (411) in het beweegbaar deel (410) en via het kruisvormig kanaal (417) met de poort (407) in het deksel (400). Zowel de poort (435) als mede de overige poorten in het huis (430) zijn afgesloten door het beweegbaar deel (420).

Indien een fluïdum in poort (105) geperst wordt, zal dit 35 in de kamers (118 en 119) een kracht in de richting X

uitoefenen op de verdikkingen (128 en 129) waardoor het beweegbaar deel (120) verplaatst wordt in de richting X. De in 4

Figuur 4 aangegeven poort (421) wordt dan verplaatst, zodat poort (434) afgesloten en poort (435) via poort (412) met het kruisvormig kanaal (417) en daarmee met poort (407) verbonden wordt. Indien een fluïdum in poort (106) geperst wordt zal op 5 analoge wijze de getekende toestand weer bereikt worden.

Indien een fluïdum in poort (101) geperst wordt, zal dit in de kamers (113 en 114) een kracht in de richting Y uitoefenen op de verdikkingen (103 en 104) waardoor het beweegbaar deel (110) als reactie verplaatst wordt in de 10 richting Y. Doordat beweegbaar deel (120) verbonden door de verdikkingen (128 en 129) in de kamers (118 en 119) is met het beweegbaar deel (110) zal beweegbaar deel (120) eveneens in de richting Y verplaatst worden. Op analoge wijze zal door fluïdum in poort (102) te persen de getekende toestand weer ingenomen 15 worden. Door het verplaatsing in de Y richting worden de poorten (133 en 136) met poort (107) analoog aan de verbinding met de hiervoor beschreven verplaatsing in de X richting.

Analoog aan het voorgaande zal een triangelvormig beweegbaar deel (120) in een triangelvormige verdiepte kamer 20 (132) in drie posities te plaatsen zijn en aldus een centrale poort (107) met drie poorten in het huis (330) kunnen verbinden. Evenzo kan een vijfhoekig deel vijf verschillende poorten verbinden, en zo verder. Hoewel de sequentie van de aan te bieden fluïdestromen op de poorten (101, 102, 105 en 106) 25 complexer wordt, blijft de werkwijze voor het construeren van meerwegkleppen volgens de onderhavige uitvinding algemeen geldig voor meerwegkleppen met meer dan 3 poorten, de centrale poort meegerekend.

De kanalen en verbindingen zoals beschreven in NL1007984 30 en NL1008703 kunnen in dit type meerwegklep met voordeel worden toegepast.

35 1 0 34 52 9

Claims

1. Meerwegklep, omvattend een kamer met twee in hoofdzaak planparallelle vlakken waarin tenminste vier toe- en/of 5 afvoerkanalen uitmonden, waarbij het open respectievelijk dicht zijn van deze kanalen wordt beïnvloed door een bestuurbaar afsluitend orgaan, met. het kenmerk, dat het afsluitend orgaan twee gekoppelde beweegbare delen omvat.

2. Meerwegklep volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 10 beweegbare delen van het afsluitend orgaan met de planpallele vlakken in samenwerkende afdichting zijn gebracht.

3. Meerwegklep volgens een of meer voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beweegbare delen van het afsluitend orgaan met elkaar in samenwerkende afdichting zijn gebracht.

4. Meerwegklep volgens een of meer voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor de bediening van het afsluitend orgaan geen andere beweegbare delen noodzakelijk zijn.

5. Werkwijze voor de bediening van een meerwegklep volgens conclusie 1, 2 of 3 met het kenmerk, dat de positie van 20 afsluitend orgaan wordt beïnvloed door een of meer f luïdumstromen.

6. Werkwijze voor de bediening van een meerwegklep volgens een of meer voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de positie van afsluitend orgaan wordt beïnvloed door twee of meer 25 elektromagneten.

7. Werkwijze voor de bediening van een meerwegklep volgens een of meer voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de positie van afsluitend orgaan wordt beïnvloed door twee of meer elektromagneten.

8. Werkwijze voor de bediening van een meerwegklep volgens een of meer voorgaande conclusies waarbij de positie van afsluitend orgaan wordt beïnvloed door twee of meer elektromagneten, met het kenmerk, dat de magnetische geleiders aangebracht zijn zoals de kanalen (111, 112, 115 en 116).

9. Werkwijze voor de bediening van een meerwegklep volgens een of meer voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 1034529 poolschoenen van de elektromagneten zijn geplaatst in de poorten (101, 102, 105 en 106).

10. Werkwijze voor de bediening van een meerwegklep volgens een of meer voorgaande conclusies, net het kenmerk, dat besturing 5 van de delen van het afsluitend orgaan geschiedt door twee geïntegreerde lineaire motoren.

11. Werkwijze voor de constructie van een meerwegklep volgens een of meer voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het huis en het afsluitend lichaam onderscheiden, eenvoudig 10 uitwisselbare en/of vervangbare, delen zijn.

12. Werkwijze voor de constructie van een meerwegklep volgens een of meer voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de krachtopwekking voor bediening van de bewegende delen van het afsluitend orgaan hierin geïntegreerd is.

13. Werkwijze voor de constructie van een meerwegklep volgens een of meer voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat door simpele aanpassing van de vorm van de verdiepte kamer (132) en de vorm van het bewegend deel (120) ieder gewenst aantal poorten bediend kan worden. 20 1034529