NL1033756C2 - Taatsdeurscharnier voor het scharnierbaar koppelen van een deur, deur. - Google Patents

Taatsdeurscharnier voor het scharnierbaar koppelen van een deur, deur. Download PDF

Info

Publication number
NL1033756C2
NL1033756C2 NL1033756A NL1033756A NL1033756C2 NL 1033756 C2 NL1033756 C2 NL 1033756C2 NL 1033756 A NL1033756 A NL 1033756A NL 1033756 A NL1033756 A NL 1033756A NL 1033756 C2 NL1033756 C2 NL 1033756C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
door
hinge
cam
pivot
position mechanism
Prior art date
Application number
NL1033756A
Other languages
English (en)
Inventor
Koop Christiaan Kamminga
Original Assignee
Timmer En Meubelfabriek Harryv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Timmer En Meubelfabriek Harryv filed Critical Timmer En Meubelfabriek Harryv
Priority to NL1033756A priority Critical patent/NL1033756C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1033756C2 publication Critical patent/NL1033756C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D7/00Hinges or pivots of special construction
    • E05D7/08Hinges or pivots of special construction for use in suspensions comprising two spigots placed at opposite edges of the wing, especially at the top and the bottom, e.g. trunnions
    • E05D7/081Hinges or pivots of special construction for use in suspensions comprising two spigots placed at opposite edges of the wing, especially at the top and the bottom, e.g. trunnions the pivot axis of the wing being situated near one edge of the wing, especially at the top and bottom, e.g. trunnions
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D11/00Additional features or accessories of hinges
    • E05D11/10Devices for preventing movement between relatively-movable hinge parts
    • E05D11/1028Devices for preventing movement between relatively-movable hinge parts for maintaining the hinge in two or more positions, e.g. intermediate or fully open
    • E05D11/105Devices for preventing movement between relatively-movable hinge parts for maintaining the hinge in two or more positions, e.g. intermediate or fully open the maintaining means acting perpendicularly to the pivot axis
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D11/00Additional features or accessories of hinges
    • E05D11/10Devices for preventing movement between relatively-movable hinge parts
    • E05D11/1028Devices for preventing movement between relatively-movable hinge parts for maintaining the hinge in two or more positions, e.g. intermediate or fully open
    • E05D11/1078Devices for preventing movement between relatively-movable hinge parts for maintaining the hinge in two or more positions, e.g. intermediate or fully open the maintaining means acting parallel to the pivot
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05FDEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION; CHECKS FOR WINGS; WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05F1/00Closers or openers for wings, not otherwise provided for in this subclass
    • E05F1/08Closers or openers for wings, not otherwise provided for in this subclass spring-actuated, e.g. for horizontally sliding wings
    • E05F1/10Closers or openers for wings, not otherwise provided for in this subclass spring-actuated, e.g. for horizontally sliding wings for swinging wings, e.g. counterbalance
    • E05F1/12Mechanisms in the shape of hinges or pivots, operated by springs
    • E05F1/1207Mechanisms in the shape of hinges or pivots, operated by springs with a coil spring parallel with the pivot axis
    • E05F1/1223Mechanisms in the shape of hinges or pivots, operated by springs with a coil spring parallel with the pivot axis with a compression or traction spring

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Hinges (AREA)

Description

Korte aanduiding: taatsdeurscharnier voor het scharnierbaar koppelen van een deur, deur
GEBIED EN ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een taatsdeurscharnier voor het scharnierbaar koppelen van een deur aan een nabij de deur gesitueerde 5 horizontale begrenzing van de deuropening. De uitvinding heeft tevens betrekking op een dergelijke deur.
Taatsdeurscharnieren zijn bekend uit de stand der techniek, en maken, doordat ze worden aangebracht aan de bovenzijde en onderzijde van een deur, een relatief groot scharnierbereik mogelijk. Deuren voorzien van 10 dergelijke scharnieren worden ook wel taatsdeuren genoemd. Sommige taatsdeurscharnieren omvatten een, veelal hydraulisch, standenmechanisme voor het in bepaalde standen dringen van de deur. Zo kan de deur door een gebruiker eenvoudig in een aantal discrete standen worden gezet, bijvoorbeeld een gesloten stand of open stand.
15 Een nadeel van dergelijke scharnieren is dat het standenmechanisme omvangrijk is. Om te voorkomen dat het scharnier een deel van de deuropening blokkeert wanneer de deur open staat, wordt het mechanisme verzonken aangebracht in de vloer. Er moet dan een aanzienlijke ruimte worden vrijgemaakt in de vloer om het 20 standenmechanisme te bergen en het scharnier te plaatsen. Het maken van omvangrijke gaten in de vloer is om meerdere reden ongewenst. Zo kunnen er leidingen beschadigd raken die in de vloer zijn aangebracht, of kan de vloer te dun zijn voor het maken van gaten die voldoende diep zijn om het mechanisme te bergen. Verder kan de vloer bijvoorbeeld uit een materiaal 25 zijn vervaardigd dat zich niet leent voor het eenvoudig achteraf aanbrengen van dergelijke gaten, zoals beton, staal, etc., of kan het bijvoorbeeld gewenst 1033756 2 zijn (monumentale) marmeren of houten vloeren zo weinig mogelijk te beschadigen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
5
Het is een doel van de uitvinding een taatsdeurscharnier te verschaffen voor het in ten minste één voorkeursstand positioneerbaar scharnierbaar koppelen van een deur waarbij het niet nodig is aanzienlijke gaten in bijvoorbeeld de vloer, dorpel of het deurkozijn te maken. Hiertoe 10 verschaft de uitvinding een scharnier volgens conclusie 1, waarvan het standenmechanisme is ingericht voor plaatsing in een uitsparing in de deur. Voorts verschaft de uitvinding een deur volgens conclusie 9.
Een taatsdeurscharnier volgens de uitvinding heeft als voordeel dat het eerste deel van het scharnier, voor het verbinden van het scharnier 15 met de horizontale begrenzing nabij de deuropening, het standenmechanisme niet hoeft te bergen, en dus compact kan worden ingericht. Het is dan niet langer noodzakelijk om een aanzienlijke ruimte vrij te maken in de begrenzing, zoals bijvoorbeeld vloer of deurkozijn, voor het bergen van het standenmechanisme en het plaatsen van het scharnier. 20 Bovendien is het standenmechanisme ingericht voor plaatsing in de deur. Dit heeft als voordeel dat delen van het scharnier niet of niet veel hoeven uit te steken ten opzichte van de deur.
Bijzondere uitvoeringsmogelijkheden van de uitvinding zijn neergelegd in de afhankelijke conclusies.
25 Deze en andere aspecten alsmede effecten en details verband houdende met de uitvinding zijn navolgend beschreven aan de hand van de figuren in de bijgevoegde tekening.
3
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENING
Fig. 1 is een schematische weergave van een deur in gesloten stand 5 voorzien van scharnieren volgens de uitvinding;
Fig. 2 is een schematische weergave van een vooraanzicht in doorsnede van het onderste scharnier uit Fig. 1;
Fig. 3 is een schematische weergave in doorsnede van een bovenaanzicht van het scharnier uit figuur 2; 10 Fig. 4 is een schematische weergave in doorsnede van een bovenaanzicht van het scharnier uit figuur 2 in gedeeltelijk geopende stand; en
Fig. 5 is een schematische weergave van een vooraanzicht in doorsnede van een alternatieve uitvoering van een scharnier volgens de 15 uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
Figuur 1 toont een deur 2 in een gesloten stand, aan de bovenzijde 20 en onderzijde is de deur voorzien van taatsdeurscharnieren 1 volgens de uitvinding. Het gedeelte van de scharnieren 1 dat is geplaatst in de deur 2 is aangegeven met behulp van stippellijnen.
Figuur 2 toont een vooraanzicht in doorsnede van het onderste scharnier uit figuur 1.
25 Figuren 3 en 4 tonen een bovenaanzicht in doorsnede van het scharnier 1 in respectievelijk een gesloten en een gedeeltelijk geopende stand.
Voor het scharnierbaar koppelen van een deur wordt een taatsdeurscharnier volgens de uitvinding aangebracht tussen de deur en 30 een nabij de deur gesitueerde horizontale begrenzing aan de bovenzijde van 4 de deur, bijvoorbeeld een deurkozijn, en/of tussen de deur en een nabij de deur gesitueerde horizontale begrenzing aan de onderzijde van de deur, bijvoorbeeld de vloer of een dorpel.
De plaatsing van de taatsdeurscharnieren aan de bovenzijde en de 5 onderzijde van de deur heeft als voordeel dat de deur aan de onderzijde via een scharnier afsteunt op een vloeroppervlak. Doordat de deur via het scharnier afsteunt op de ondergrond is het moment dat het scharnier moet opnemen om de deur te dragen relatief klein, en kan een scharnier volgens de uitvinding relatief grote en/of zware deuren dragen in vergelijking met 10 scharnieren die de zijkant van de deur met de deurpost, het verticale deel van een deurkozijn, verbinden.
Het in de Figuren 1-4 getoonde scharnier 1 is aangebracht in een uitsparing aan de onderzijde van de deur 2 en steunt af op een vloeroppervlak 16. Het scharnier 1 omvat een eerste deel 8 voor het 15 verbinden van het scharnier 1 met de horizontale begrenzing 16; en een om een scharnieras 5 schamierbaar daarmee verbonden tweede deel 3 ingericht voor het verbinden van het scharnier 1 met een bovenzijde of een onderzijde van een deur. Het scharnier 1 omvat verder een standenmechanisme 17 voor het positioneren van het tweede deel 3 in vier voorkeursstanden ten 20 opzichte van het eerste deel 8, waarbij het standenmechanisme 17 is ingericht voor plaatsing in een uitsparing in een deur 2. Van de vier voorkeursstanden zijn er in de getoonde situatie slechts drie te gebruiken, aangezien de muur plaatsing in de vierde voorkeursstand onmogelijk maakt.
25 In een alternatieve uitvoering kan het scharnier bijvoorbeeld ook worden geplaatst in het midden van de deur, zodat als het ware een draaideur ontstaat die wel al de vier de voorkeurstanden kan innemen.
De cilindervormige scharnieras 5 maakt deel uit van het eerste deel 8 van het scharnier en is aan een uiteinde verbonden met een 30 plaatvormig verbindingsdeel 4 dat met schroeven 15 is bevestigd aan het 5 vloeroppervlak 16. Een plaatvormig verbindingsdeel is voordelig omdat de krachten die door de deur op het scharnier worden uitgeoefend over een relatief groot oppervlak kunnen worden overgebracht op de vloer of het deurkozijn, zodat piekbelastingen worden voorkomen, terwijl de doorgang 5 van de deuropening niet noemenswaardig wordt beperkt, zelfs niet wanneer het deel onverdiept wordt aangebracht op het vloeroppervlak. Verder dient het plaatvormig deel 4 in de getoonde uitvoering als ondersteuning van een ringlager 27 waarop de deur 2 via het tweede deel 3 van het scharnier afsteunt. In een alternatieve uitvoeringsvorm kan het plaatvormig deel of 10 de scharnieras bijvoorbeeld ook worden gelijmd op de vloer of tegen het deurkozijn.
Het scharnier 1 is aan de deur 2 bevestigd via het tweede deel 3. Het tweede deel 3 omvat een in een uitsparing in de deur opneembare behuizing 18 voor het scharnierbaar opnemen van de scharnieras 5 en voor 15 het omvatten van een standenmechanisme 17. Het combineren van deze twee functies in een enkele behuizing maakt het ontwerp eenvoudig en degelijk.
In een alternatieve uitvoering kan de behuizing slechts een gedeelte van het standenmechanisme omvatten of kan het 20 standenmechanisme bijvoorbeeld zijn ondergebracht in een aparte behuizing. In een voorkeursuitvoering heeft de behuizing een in gemonteerde bedrijfstoestand parallel aan een hoogterichting van de deur genomen maximale hoogte afmeting en een in gemonteerde bedrijfstoestand parallel aan een breedterichting van de deur genomen maximale 25 breedteafmeting die elk groter zijn dan een in gemonteerde bedrijfstoestand parallel aan een dikterichting van de deur genomen maximale dikteafmeting.
De behuizing 18 en de daarin opgenomen scharnieras 5 maken het mogelijk om het aan de vloer 16 bevestigde eerste deel 8 en het aan de deur 6 2 bevestigde tweede deel 3 van het scharnier ten opzichte van elkaar te verdraaien, en dus om de deur 2 te verdraaien om de scharnieras 5.
Een scharnier volgens de uitvinding omvat een standenmechanisme voor het positioneren van het tweede deel in ten minste 5 één voorkeursstand ten opzichte van het eerste deel. Een deur voorzien van een dergelijk scharnier kan eenvoudig gepositioneerd worden in ten minste één voorkeursstand. Zo kan een scharnierbaar gekoppelde deur in een gesloten stand, waarin een voorfront van de deur de deuropening afsluit aan de ene kant en een achterfront van de deur de deuropening afsluit aan de 10 tegenovergestelde kant, worden gepositioneerd. Met "gepositioneerd" c.q.
"positioneren" wordt in het kader van de onderhavige uitvinding bedoeld dat om de deur uit een dergelijke stand te bewegen een extra kracht moet worden overwonnen in vergelijking met de kracht die nodig is voor het bewegen van de deur tussen twee dergelijke standen.
15 Het in een bepaalde stand positioneren van de scharnierdelen ten opzichte van elkaar heeft als voordeel dat een deur relatief eenvoudig in de bepaalde standen kan worden gezet. Bovendien kan een deur wanneer deze eenmaal in de voorkeursstand staat niet onbedoeld, bijvoorbeeld door een tochtstroom, uit bijvoorbeeld de open of gesloten stand worden bewogen.
20 Het standenmechanisme van een scharnier volgens de uitvinding is zodanig uitgevoerd dat het zeer dun kan worden gedimensioneerd. In een voorkeursuitvoering heeft het tweede deel een in gemonteerde bedrijfstoestand parallel aan een hoogterichting van de deur genomen maximale hoogte afmeting en een in gemonteerde bedrijfstoestand parallel 25 aan een breedterichting van de deur genomen maximale breedteafmeting die elk groter zijn dan een in gemonteerde bedrijfstoestand parallel aan een dikterichting van de deur genomen maximale dikteafineting.
Het tweede deel van het scharnier is bij voorkeur niet dikker dan 35 mm, bij verdere voorkeur niet dikker dan 30 mm. Daarmee is het minder 30 dik dan de dikte van een standaarddeur van 38 tot 40 millimeter. Een 7 dergelijke uitvoering kan worden opgenomen in een uitsparing in de deur 2, welke uitsparing zich uitstrekt tussen het voorfront 19 en het achterfront 20 van de deur, vanaf de bovenzijde of de onderzijde richting respectievelijk de onderzijde of de bovenzijde van de deur.
5 Door de plaatsing van het standenmechanisme in de deur is het niet nodig om het standenmechanisme bijvoorbeeld verdiept aan te brengen in een begrenzing nabij de deur, bijvoorbeeld in de vloer of in een deurkozijn, of op de deur. De doorgang door de deuropening wordt niet beperkt en er zijn geen uitstekende delen waarachter iets of iemand kan 10 blijven haken of over kan struikelen bij het passeren van de deur.
De plaatsing van het standenmechanisme tussen voorfront en achterfront van de deur heeft verder als voordeel dat het mechanisme grotendeels is afgeschermd van omgevingsinvloeden, en daardoor relatief weinig onderhoud nodig heeft.
15 Daarnaast is het standenmechanisme niet zichtbaar in de bedrijfstoestand, en hoeft dus niet te worden voorzien van bijvoorbeeld een afgelakte behuizing die past bij de afgelakte fronten van de deur.
Bovendien kunnen de deurfronten voor een belangrijk deel bijdragen aan de stijfheid van de deur, en blijft deze stijfheid beter 20 behouden als de fronten in tact blijven.
Verder is het op deze wijze eenvoudiger het tweede deel stevig te verbinden met de deur en worden de krachten die tijdens het gebruik van de deur op het scharnier, en andersom, worden uitgeoefend gelijkmatig overgebracht.
25 Een deur voor het omvatten van een standenmechanisme voor het positioneren van de deur in ten minste één voorkeursstand, welk standenmechanisme is opgenomen binnen een uitsparing in de deur, omvat een voorfront en een achterfront voor het afsluiten van een deuropening, en, dwars op het voorfront en het achterfront een linkerzijde en een rechterzijde 30 en een bovenzijde en een onderzijde, waarbij een deel van de boven en/of 8 onderzijde is voorzien van een sleuf parallel aan het voorfront en het achterfront. Bij voorkeur wordt reeds tijdens het fabricageproces van de deur een uitsparing aan de boven en/of onderzijde vrijgelaten of aangebracht voor het opnemen van een scharnier. Zo kan de deur volledig 5 worden afgewerkt voordat de scharnieren worden geplaatst. De sleuf strekt zich bij voorkeur uit over minder dan een derde van de breedte van de deur, bij verdere voorkeur over minder dan een vierde van de breedte van de deur. In een verdere voorkeursuitvoering is de sleuf aangebracht nabij de zijkant van de deur, eventueel is nabij beide zijkanten voorzien in een sleuf.
10 Het in de figuren 2-4 getoonde standenmechanisme 17 omvat een nokkenbaan 6 en een daarop onder veerkracht aangrijpende nok 10 voor het in samenwerking met elkaar positioneren van de twee schamierdelen 3, 8 ten opzichte van elkaar in een voorkeursstand. De nok 10 grijpt aan op de nokkenbaan onder een veerkracht in een richting loodrecht op de as van de 15 scharnieras 5.
De nokkenbaan 6 wordt gevormd door het oppervlak van de scharnieras 5 nabij het vrije uiteinde, en is voorzien van uitsparingen 7 voor het opnemen van de nok 10. Een voordeel van het uit een stuk vormen van de scharnieras en de nokkenbaan is dat beide stijf met elkaar zijn 20 verbonden, een robuust onderdeel vormen, en dat geen extra assemblage nodig is. Verder is het standenmechanisme relatief eenvoudig doordat het direct aangrijpt op de scharnieras.
In een alternatieve uitvoering kan de nokkenbaan gevormd zijn uit een cilindervormig lichaam met een buitenomtrek groter of kleiner dan de 25 buitenomtrek van de scharnieras en/of als een los onderdeel dat met de scharnieras wordt verbonden. Bij voorkeur is de nokkenbaan vervaardigd uit gehard staal. Ook de nok is bij voorkeur gevormd uit gehard staal, bijvoorbeeld in de vorm van een cilindrisch lichaam geplaatst over een zelfsmerend penlager.
9
In het getoonde voorbeeld strekt de nokkenbaan 6 zicht uit langs een cirkelbaan coaxiaal met de scharnieras 5. Door de nokkenbaan niet volledig rond de as te laten lopen kan de maximale uitslag van de deur worden begrensd. In een dergelijke uitvoering strekt de nokkenbaan zich 5 bijvoorbeeld slechts uit langs een cirkelboog van 200 graden aan de van de verticale begrenzing afgekeerde zijde.
In een verdere alternatieve uitvoering van een scharnier volgens de uitvinding kunnen de nokkenbaan en de nok zodanig zijn ingericht dat beide op elkaar aangrijpen in een richting parallel aan de as van de 10 scharnieras. In een dergelijke uitvoering kan bijvoorbeeld een zijde van de scharnieras loodrecht op de scharnieras van het scharnier zijn voorzien van één of meer nokken of van een nokkenbaan voor samenwerking met een in axiale richting daarop aangrijpende nokkenbaan of nokken.
Een dergelijk alternatief voorbeeld wordt getoond in figuur 5, 15 waarin het scharnier' 21 omvattende een eerste deel 28 en een tweede deel 23 is geplaatst in een deur 22. Het eerste scharnierdeel 28 omvat een verbindingsdeel 24 en een scharnieras 25 welke is voorzien van een nokkenbaan 26. Het tweede deel 23 omvat een behuizing 38 voor het opnemen van de scharnieras 25. De behuizing 38 omvat verder een ring 29 20 voorzien van een nok 30. De ring is beweegbaar in axiale richting opgenomen in de behuizing, onder een veerkracht opgelegd door de veer 32. In de bedrijfstoestand valt de ring 29 om de scharnieras 25, en werkt de nok 30 samen met de nokkenbaan 26 om het eerste deel 28 van het scharnier 21 te positioneren ten opzichte van het tweede deel 23 van het scharnier in ten 25 minste één voorkeursstand, zoals getoond in de figuur 5. De deur 22 steunt via de scharnieras 25 en het verbindingsdeel 24 af op de vloer 36.
In het in figuren 2-4 getoonde voorbeeld wordt de nok 10 gevormd door een ten opzichte van het tweede deel 3 draaibaar gelagerd lichaam, aan een uiteinde van een arm 9. Het draaibaar lageren van de nok 10 heeft 10 als voordeel dat de wrijvingsweerstand tussen de nok relatief laag blijft, en de nok soepel over de nokkenbaan kan bewegen.
In een alternatieve uitvoering kan de nok ook gevormd worden door bijvoorbeeld het uiteinde van de arm, een pal, door een kogel die door 5 de arm tegen het oppervlak wordt gedrukt, etc.
De arm 9 is beweegbaar aangebracht in de behuizing. Via een L-vormige hefboom 14, draaibaar opgehangen om as 11, wordt een veerkracht overgebracht op de arm 9. De veerkracht wordt geleverd door een eveneens in de behuizing 18 geplaatste veer 12, en wordt zodanig op de arm 9 10 overgebracht dat de arm 9 in radiale richting met de nok 10 op de nokkenbaan 6 wordt gedrukt.
In een voorkeursuitvoering worden bladveren gebruikt voor het leveren van de veerkracht, dit type veer behoudt lang zijn veerkracht en levert een grote kracht bij een relatief kleine verplaatsing. Door een 15 hefboom te gebruiken voor het overbrengen van de veerkracht op de arm en nok wordt de kracht waarmee de nok op de nokkenbaan wordt gedrukt vergoot. In een alternatieve uitvoering kan bijvoorbeeld ook in het verlengde van de arm in een veerkrachtig lichaam worden voorzien, en/of gebruik worden gemaakt van bijvoorbeeld een hydraulische veer.
20 De behuizing 18 is verder voorzien van een stelschroef 13 waarmee, door verdraaiing van de stelschroef, de veer 12 krapper of ruimer kan worden opgesloten in de behuizing 18 en zo de veerkracht kan worden aangepast. De stelschroef 13 in het getoonde voorbeeld is toegankelijk via de onderzijde van de behuizing, en kan bij voorkeur met een schroevendraaier 25 worden aangedraaid. In een alternatieve uitvoering kan zijn voorzien in een stelmechanisme waarvan de stelschroef via een opening in het deurfront toegankelijk is.
Het in de figuren 2-4 getoonde standenmechanisme 17 is ingericht voor het positioneren de deur 2 in drie vooraf bepaalde schamierstanden, 30 die overeenkomen met de schamierstanden waarin de nok 10 aangrijpt in 11 de uitsparingen 7 in de nokkenbaan 6. In de figuren 2 en 3 wordt het scharnier 4 getoond in een eerste stand, waarin de deur 2 zich in gesloten stand bevindt. Daarnaast kan de deur in een tweede en een derde geopende stand worden gepositioneerd, beide onder een hoek van 90 graden met de 5 gesloten stand. Figuur 4 toont het scharnier in een gedeeltelijk geopende stand.
Door het verdraaien van het tweede scharnierdeel 3 ten opzichte van het eerste scharnierdeel 8 wordt de nok 10 langs de door het oppervlak van de scharnieras 5 gevormde nokkenbaan 6 bewogen. Zolang de nok 10 10 zich bevindt op een continu gedeelte van de nokkenbaan 6, tussen de uitsparingen 7 in, kan de deur 2 vrij bewegen.
Wanneer de nok 10 tijdens het verdraaien van de schamierdelen in een uitsparing 7 terechtkomt wordt de nok 10 door de op de nok uitgeoefende veerkracht in de uitsparing gedrukt. De schamierdelen, en 15 daarmee de deur 2, zijn op dat moment gepositioneerd ten opzichte van elkaar en kunnen alleen worden bewogen door het leveren van een kracht die hoger is dan de kracht voor het vrij bewegen van de deur.
Immers, om de schamierdelen vanuit een voorkeurspositie ten opzichte van elkaar te verdraaien moet de nok 10 tegen de veerkracht in uit 20 de uitsparing 7 worden bewogen. De hoeveelheid extra kracht die nodig is om de schamierdelen uit de voorkeursstand te bewegen hangt onder andere af van de vormgeving van de nok en de nokkenbaan en de grootte van de veerkracht.
Het in een bepaalde voorkeursstand positioneren van de 25 schamierdelen ten opzichte van elkaar heeft als voordeel dat een deur relatief eenvoudig in de bepaalde stand kan worden gezet. Bovendien kan een deur wanneer deze eenmaal in een voorkeursstand is gepositioneerd niet onbedoeld, bijvoorbeeld door een tochtstroom, weer uit die stand worden bewogen.
12
De hoeveelheid kracht die nodig is om de scharnierdelen uit de voorkeursstand te bewegen hangt onder andere af van de vormgeving van de nok en de nokkenbaan, zoals de helling van de uitsparingen, de grootte van veerkracht waarmee de nok in de uitsparing wordt gedrukt, etc. Door 5 het vormgeven van deze eigenschappen kan het scharnier worden aangepast aan het type deur, lichte of zware deur, en de situatie waarin het scharnier moet worden gebruikt.
In een voordelige uitvoering is een deur aan slechts een zijde, bijvoorbeeld alleen aan de onderzijde, voorzien van een 10 standenmechanisme, en aan de tegenovergestelde zijde van een scharnier zonder standenmechanisme.
Voor relatief grote deuren met een grote massa kan aan zowel de bovenzijde als de onderzijde een schanier met een standenmechanisme worden aangebracht om voldoende weerstand te bieden tegen de massa van 15 een bewegende deur, en te voorkomen dat de deur onbedoeld voorbij bijvoorbeeld de gesloten stand beweegt.
Daarnaast kan ook door het aanbrengen van een veer met een andere veerconstante of het verdraaien van de stelschroef de veerkracht worden aangepast aan de massa van de deur.
20 Voor het scharnierbaar koppelen van de deur met behulp van scharnieren volgens de uitvinding wordt eerst de deur voorzien van een uitsparing aan de boven en onderzijde. De scharnieren worden geplaatst in de uitsparing en vastgezet in de deur. Daarna wordt de deur inclusief scharnieren geplaatst in de deuropening, en kunnen de scharnieren worden 25 vastgezet op de begrenzing van de deur.
In een alternatieve uitvoering is de scharnieras losneembaar verbonden met het verbindingsdeel. Dit heeft als voordeel dat het verbindingsdeel kan worden verbonden met de begrenzing voordat de deur wordt geplaatst. De scharnieren worden, inclusief scharnieras maar zonder 30 de verbindingsplaten vastgezet in de uitsparingen in de deur, waarna het 13 geheel met de assen in de reeds geplaatste verbindingsdelen wordt geschoven.
Voorts is het mogelijk dat de nokkenbaan, eventueel als onderdeel van de scharnieras, verdraaibaar verstelbaar is verbonden met het 5 verbindingsdeel om het mogelijk te maken de voorkeursstand te stellen ten opzichte van de vloerplaat. Wanneer het bevestigingsdeel bijvoorbeeld enigszins verdraaid is bevestigd aan de vloer, kan het zijn dat de deur in de gesloten stand niet evenwijdig loopt aan het muuroppervlak naast de deuropening. Door het verdraaien kan de nokkenbaan, die in samenwerking 10 met de nok de voorkeursstand(en) bepaalt, zo worden afgesteld dat het vlak van de deur alsnog samenvalt met het vlak van de muur. Dit heeft als voordeel dat het bevestigingsdeel niet in een nieuwe stand hoeft te worden bevestigd aan de begrenzing.
In een verdere alternatieve uitvoering kan het gedeelte van het 15 scharnier waar de deur op steunt instelbaar zijn in een richting parallel aan de scharnieras om het mogelijk te maken om de deur in hoogte te stellen.
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier besproken uitvoeringsvoorbeelden.
Zo kan een alternatieve uitvoering van een standenmechanisme 20 volgens de uitvinding ook zijn ingericht om positioneren in bijvoorbeeld één, twee, drie of een ander aantal standen mogelijk te maken, en kan een scharnier volgens de uitvinding worden gebruikt voor het scharnierbaar koppelen van deuren in gebouwen, ramen, elementen van een schuifwand, etc.
25 Voorts kan het eerste deel van een scharnier volgens de uitvinding zijn ingericht voor het glijdend verbinden van het scharnier met een railsysteem voor gebruik van deuren of wanddelen die onderdeel uitmaken van een schuifwand. De delen van een dergelijke wand moeten kunnen scharnieren tussen een eerste stand met de wandvlakken in eikaars 30 verlengende en parallel aan de rails, voor het vormen van een wand, en een 14 tweede stand met de wandvlakken parallel aan elkaar en dwars op de rails voor het opbergen van de schuifwand. In de laatste stand kunnen de wanddelen over de rails met de wandvlakken tegen elkaar worden geschoven om op compacte wijze te worden opgeslagen.
5 Voorts kan de nokkenbaan onderdeel uitmaken van het tweede deel van het scharnier terwijl de nok onderdeel uitmaakt van het eerste deel en bijvoorbeeld in radiale richting beweegbaar is opgenomen in de scharnieras. In een dergelijke uitvoering beweegt de nokkenbaan tijdens het openen of sluiten van de deur langs de nok in plaats van andersom. In een 10 dergelijke uitvoering kan de doorsnede van de as bijvoorbeeld ruitvormig zijn, waarbij de punten van de ruit overeenkomen met de voorkeurstanden. De beweegbare nok is dan voorzien van een uitsparing die aangrijpt op de punten van de ruitvormige doorsnede voor het positioneren van de deur in een voorkeursstand.
15 Dergelijke varianten worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding zoals verwoord in de hierna volgende conclusies.
1033756

Claims (9)

1. Taatsdeurscharnier (21) voor het scharnierbaar koppelen van een deur (22) aan een nabij de deur gesitueerde horizontale begrenzing (36) van de deuropening, omvattende: een eerste deel (28) voor het verbinden van het scharnier (21) met 5 de horizontale begrenzing (36); een tweede deel (23) scharnierbaar om een scharnieras (25) verbonden met het eerste deel (28) en ingericht voor het verbinden van het scharnier (21) met een bovenzijde of een onderzijde van een deur (22), een standenmechanisme voor het positioneren van het tweede deel 10 (23) in ten minste één voorkeursstand ten opzichte van het eerste deel (8; 28), waarbij het standenmechanisme is ingericht voor plaatsing in een uitsparing in de deur (22), en waarbij het standenmechanisme een nokkenbaan (26) en een onder veerkracht op de nokkenbaan (26) aangrijpende nok (30) omvat, 15 met het kenmerk, dat de nok (30) en de nokkenbaan (26) op elkaar aangrijpen in een richting parallel aan de as van de scharnieras (25).
2. Taatsdeurscharnier volgens conclusie 1, waarbij het tweede deel (23) een in de uitsparing in de deur opneembare behuizing (38) omvat voor 20 het scharnierbaar opnemen van de scharnieras (25) en voor het omvatten van althans een gedeelte van het standenmechanisme.
3. Taatsdeurscharnier volgens conclusie 1 of 2, waarbij een in gemonteerde bedrijfstoestand parallel aan een hoogterichting van de deur 25 (22) genomen maximale hoogte afmeting en een in gemonteerde bedrijfstoestand parallel aan een breedterichting van de deur (22) genomen maximale breedteafmeting van het tweede deel (23) elk groter zijn dan een 1033756 in gemonteerde bedrijfstoestand parallel aan een dikterichting van de deur (22) genomen maximale dikteafmeting van het tweede deel (28).
4. Taatsdeurscharnier volgens conclusie 3, waarbij de breedte van het 5 tweede deel (23) van het scharnier (21) niet breder is dan 35 mm, en bij voorkeur niet breder is dan 30 mm.
5. Taatsdeurscharnier volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste deel (28) een met de schamieras (25) verbonden en in hoofdzaak 10 plaatvormig deel (24) omvat voor het verbinden van het scharnier (21) met de begrenzing (36).
6. Taatsdeurscharnier volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de veerkracht waarmee de nok (30) aangrijpt op de nokkenbaan (26) 15 instelbaar is.
7. Taatsdeurscharnier volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het standenmechanisme is vormgegeven voor het positioneren van de devur (22) in twee of meer voorkeursstanden. 20
8. Taatsdeurscharnier volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste deel (28) is ingericht voor het glijdend verbinden van het scharnier met een railsysteem.
9. Deur omvattende een voorfront en een achterfront voor het afsluiten van een deuropening, en, dwars op het voorfront en het achterfront een linkerzijde en een rechterzijde en een bovenzijde en een onderzijde, waarbij een deel van de boven en/of onderzijde is voorzien van een sleuf parallel aan het voorfront en het achterfront, en waarbij de uitsparing in de 30 deur is voorzien van een taatsdeurscharnier omvattende een standenmechanisme voor het positioneren van de deur in ten minste één voorkeursstand, welk standenmechanisme is opgenomen binnen de uitsparing in de deur, en waarbij het taatsdeurscharnier een scharnier is volgens een der conclusies 1 t/m 8. 1033756
NL1033756A 2007-04-25 2007-04-25 Taatsdeurscharnier voor het scharnierbaar koppelen van een deur, deur. NL1033756C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033756A NL1033756C2 (nl) 2007-04-25 2007-04-25 Taatsdeurscharnier voor het scharnierbaar koppelen van een deur, deur.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033756A NL1033756C2 (nl) 2007-04-25 2007-04-25 Taatsdeurscharnier voor het scharnierbaar koppelen van een deur, deur.
NL1033756 2007-04-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1033756C2 true NL1033756C2 (nl) 2008-10-28

Family

ID=38710509

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1033756A NL1033756C2 (nl) 2007-04-25 2007-04-25 Taatsdeurscharnier voor het scharnierbaar koppelen van een deur, deur.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1033756C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB404854A (en) * 1933-05-12 1934-01-25 John Robert Shattock Improvements in or relating to hinges
GB1265871A (nl) * 1968-02-21 1972-03-08
US3932913A (en) * 1974-03-11 1976-01-20 Lawrence Brothers Inc. Pivot assembly
NL1021384C2 (nl) * 2002-02-21 2003-08-25 Moens Scharnierbare ophanging voor een deur en deur voorzien van zulke ophanging.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB404854A (en) * 1933-05-12 1934-01-25 John Robert Shattock Improvements in or relating to hinges
GB1265871A (nl) * 1968-02-21 1972-03-08
US3932913A (en) * 1974-03-11 1976-01-20 Lawrence Brothers Inc. Pivot assembly
NL1021384C2 (nl) * 2002-02-21 2003-08-25 Moens Scharnierbare ophanging voor een deur en deur voorzien van zulke ophanging.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP5915825B2 (ja) 仕切り要素を保持するキャリッジ及び仕切り要素
JP5603585B2 (ja) 隠蔽式ドアヒンジ
US8701248B2 (en) Door construction with closing pivot hinges integrated into door panel
WO2008056268A3 (en) Non-handed adjustable hinge set
EP2128370B1 (en) Door closing device and door device provided therewith
TW201814129A (zh) 用於舉升系統之致動裝置以及用於家具門扇之舉升系統
WO2017158139A1 (en) Hinge with elastic opening means for door leaves of furniture
TWI729806B (zh) 用於引導至少一個門扇的引導系統
US20090139055A1 (en) Lifting Device for a Two-Leaf Folding Flap
CA2615614A1 (en) Friction hinge for push-out style window
BE1017348A3 (nl) Verdektliggend scharnier.
US20200256107A1 (en) Shower Door System with Gravity Hinge
US4332053A (en) Concealed hinge for doors, flaps, or the like
NL1033756C2 (nl) Taatsdeurscharnier voor het scharnierbaar koppelen van een deur, deur.
US20080115327A1 (en) Mounting Plate for Adjustably Mounting Furniture Hinges on the Frame of Articles of Furniture
TWI674353B (zh) 家具鉸鏈
GB2452703A (en) Hinge having elongate mounting pillar and two parallel pivot axes for two flaps
US20090151263A1 (en) Device for operating a window
US2661495A (en) Double-acting gravity hinge
EP1693541A2 (en) Support and guide for sliding doors in wardrobes
CA2045302C (en) Hinge
US6826868B2 (en) Slim-frame door
EP4019721B1 (en) Concealed hinge and concealed glass door hinge with temporary positioning function for opening angle
JP2895446B2 (ja) 折れ戸装置
DK1739263T3 (en) Hinge and rail unit

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up