NL1033673C2 - Paardendeken voor het aangespannen paard. - Google Patents

Description

Paardendeken voor het aangespannen paard.

De uitvinding heeft betrekking op een paardendeken voor het beschermen tegen (weersinvloeden van buitenaf van aangespannen paarden, voorzien van inkepingen en losse, 5 aan elkaar te koppelen delen, waardoor het mogelijk wordt aangespannen paarden op een eenvoudige manier van een deken te voorzien, met het kenmerk, dat de inkepingen en losse, aan elkaar te koppelen delen nagenoeg aansluiten op de paarden, de mentuigen van paarden en de gebruiksdoelen van de paarden.

Dergelijke paardendekens zijn alom bekend als; (a) uitrij deken, voor als het paard onder het 10 zadel wordt gereden d.m.v. een uitsparing in de deken die om het zadel wordt gelegd, zodat het mogelijk is om de training met het paard alleen onder het zadel af te maken, (b) staldeken, voor als het paard op stal staat of in de wei, zodat het beschermt is tegen (weers-)invloeden, welke echter niet gebruikt kan worden onder de training, doordat er simpelweg geen rekening is gehouden met eventuele uitsparingen voor het tuig. (c) tuigdeken, Nederlands octrooischrift 15 NL1022215 voor als het paard voor de kar word gereden d.m.v. uitsparingen in de deken die om het tuig word gelegd, zodat het mogelijk is om de training met het paard in het tuig af te maken, welke echter niet voldoet om het paard vanaf het begin tot het eind van de training te beschermen tegen (weers-)invloeden van buitenaf, doordat er simpelweg geen rekening is gehouden met de verschillende gebruiksdoelen en trainingen van de paarden, verschillen in typen mentuigen en 20 het bewegingsapparaat van de paarden en tevens niet voldoet om het paard het tuig af te nemen, doordat er simpelweg geen rekening is gehouden met uitsparingen en/of openingen voor het kunnen losmaken en verwijderen van de staartriem, daardoor ook de broek en het schoftje.

Een dergelijke paardendeken is bekend uit het Nederlands octrooischrift NL1030751. Met behulp van deze bekende paardendeken kan een paard op 2 manieren van begin tot eind van de 25 training, als wel tijdens afname van het tuig beschermt worden tegen (weersinvloeden van buitenaf.

Met de uitvinding wordt beoogd een dergelijke paardendeken te verkrijgen met behulp waarvan inkepingen en losse, aan elkaar te koppelen delen nagenoeg aansluiten op de bouw van het bewegingsapparaat van de paarden, de mentuigen van paarden en deze deken voorziet in 30 nagenoeg minder of meer gewenste bescherming op meer dan 2 manieren tegen (weers-)invloeden van buitenaf naar gelang de gebruiksdoelen van de paarden.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat deze deken inkepingen heeft welke te openen en te sluiten zijn evenredig aan de verschillende en/of afwijkende onderdelen van verschillende typen en/of modellen mentuigen voor paarden, eveneens dat deze deken 35 inkepingen heeft welke voorzien in extra benodigde ruimte evenredig aan de bouw van het 1033673 bewegingsapparaat van de paarden, als dat deze deken losse, aan elkaar te koppelen delen heeft welke voorzien in nagenoeg minder of meer gewenste bescherming tegen (weers-)invloeden van buitenaf.

2

Bij toepassing van een paardendeken volgens de uitvinding kan deze deken worden aangepast 5 aan verschillende omgevingsfactoren, tevens worden aangepast aan de benodigde bewegingsvrijheid naar mate waarin de paarden moeten presteren, tevens worden aangepast voor bescherming van lichaamsdelen die wenselijk worden geacht, als ook worden aangepast aan de verschillende en/of afwijkende onderdelen van de mentuigen van verschillende typen en/of modellen.

10 De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont schematisch een zijaanzicht op de paardendeken volgens de uitvinding, waarbij ter wille van de duidelijkheid van de figuur bepaalde onderdelen zijn weggelaten; en Fig. 2 toont een bovenaanzicht op fig. 1.

15 De paardendeken is voorzien van inkepingen o.a. voor de leidselogen op het schoftstuk 1/2 i.v.m. de doorvoering van de leidsels, voor de lichtogen die het lamoen dragen en/of de aanzet van de strengen aan het trekstuk 6, voor de broek die de kar remt of de strengendragers 7, de staartriem 9 die het schoftstuk op zijn plaats houd, de leidselogen aan het trekstuk 10, de oogkleppen 11 die voorkomen dat de paarden de kar zien, de oren 12 van de paarden en de 20 schouder, hals en achterhand 13 van de paarden. De deken wordt onder de leidsels door, achter de leidselogen van het schoftje 1 opgelegd. Daarna kan de deken onder de leidsels door, aan de voorkant van de leidselogen van het schoftje 2, vanaf de schoft van het paard op de manenkam 3 gesloten worden. Daarna kan de deken op de borst 5 van de paarden gesloten worden. Daarna kan de deken op de staartriem 9 gesloten worden. (Indien er sprake is van een tweespan of 25 meerspan, wordt de horizontale inkeping 8 op de borst om de ring van het borststuk vastgemaakt, waarna de verticale sluiting op de borst gesloten kan worden). Het halsdeel IV word op de hals gelegd en onder de hals gesloten 4, waarna de inkeping om de leidselogen van het trekstuk 10 word gelegd en op de manenkam 3 wordt gesloten. Het hoofddeel VI word over de oogkleppen 11 en de oren 12 van de paarden gelegd, waarna het onder de kin 14 gesloten word. Het buikdeel 30 V word vervolgens gesloten 15 aan de linkerzijde of de rechterzijde van de paarden. De deken wordt vervolgens aan weerskanten van het paard onder de lichtogen die het lamoen dragen en/of de aanzet van de strengen aan het trekstuk 6 en de broekriemen of de strengerdragers 7 door vastgemaakt.

Doordat er rekening is gehouden met de losse, aan elkaar te koppelen delen, waardoor de deken 35 a-symmetrisch toont en de deken aan zowel de linkerzijde als de rechterzijde van de paarden kan 3 worden opgelegd, is het met deze deken mogelijk om zowel de paarden aan de linkerzijde in te spannen, respectievelijk uit te spannen als ook aan de rechterzijde in te spannen, respectievelijk uit te spannen.

Doordat er rekening is gehouden met de losse, aan elkaar te koppelen delen is het met deze 5 deken mogelijk de paarden vanaf begin tot eind van de training gedoseerd te beschermen tegen (weers-)invloeden van buitenaf, door een combinatie te creëren van de delen I, II, III, IV, V en/of VI.

Door de inkepingen en de losse, aan elkaar te koppelen delen van de deken is het met deze paardendeken tevens mogelijk om het paard uit te spannen en het paard het tuig af te nemen, 10 zowel aan de linkerzijde als ook aan de rechterzijde van de paarden, zonder dat de deken eerst verwijderd moet worden, waardoor de paarden beschermd blijven tegen (weers-)invloeden van buitenaf.

1033673

Claims (18)

1. Paardendeken voor het beschermen tegen (weers-)invloeden van buitenaf van aangespannen paarden, voorzien van inkepingen en losse, aan elkaar te koppelen delen, waardoor het mogelijk 5 wordt aangespannen paarden op een eenvoudige manier van een deken te voorzien, met het kenmerk, dat de inkepingen en losse, aan elkaar te koppelen delen, nagenoeg aansluiten op de paarden, de mentuigen van de paarden en de gebruiksdoelen van de paarden.

2. Paardendeken volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze deken inkepingen heeft welke te openen en te sluiten zijn evenredig aan de verschillende en/of afwijkende onderdelen van 10 verschillende typen en/of modellen mentuigen voor paarden.

3. Paardendeken volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze deken inkepingen heeft welke voorzien in extra benodigde ruimte evenredig aan de bouw van het bewegingsapparaat van de paarden.

4. Paardendeken volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze deken losse, aan elkaar te 15 koppelen delen bevat, welke voorzien in het direct ter plaatse kunnen aanpassen van minder of meer gewenste bescherming tegen (weers-)invloeden van buitenaf.

5. Paardendeken volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat deze deken erin voorziet niet verwijderd te hoeven worden om de paarden voor de wagen in te spannen, respectievelijk uit te spannen.

6. Paardendeken volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat deze deken erin voorziet te voldoen voor aangespannen paarden in enkelspan, tweespan en meerspan.

7. Paardendeken volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat deze deken erin voorziet te voldoen aan optimale bewegingsvrijheid voor de paarden.

8. Paardendeken volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat deze deken erin voorziet niet 25 verwijderd te hoeven worden om de paarden de mentuigen op te leggen, respectievelijk de mentuigen af te nemen.

9. Paardendeken volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat deze deken erin voorziet te voldoen tijdens rust, lange en korte intensieve trainingen, dan ook lange en korte minder intensieve trainingen van de paarden.

10. Paardendeken volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat deze deken erin voorziet symmetrisch als niet symmetrisch aangepast te worden, daardoor zowel aan de linkerzijde als de rechterzijde kan worden opgelegd.

11. Paardendeken volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat deze deken erin voorziet de paarden zowel aan de linkerzijde als de rechterzijde in te spannen, respectievelijk uit te spannen. 1033673

12. Paardendeken volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze inkepingen en losse, aan elkaar te koppelen delen met een specifieke positie of specifieke afmeting zijn aan te geven met een formule berekend op de algemeen geaccepteerde dekenmaten van paarden die, in centimeters aangegeven als onderlengte (onderzijde van de in figuur 1 weergegeven delen I en II), normaliter 5 met 10cm verspringen.

13. Paardendeken volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de ruglengte (y) (bovenzijde van de in figuur 1 weergegeven deel II), wordt berekend naar het éénmalig verspringen van de onderlengte (x), van de dekenmaat, daarbij de onderlengte van de dekenmaat verminderd wordt met 20cm daarbij verminderd wordt met 3cm keer het aantal maal dat de onderlengte van de 10 dekenmaat verspringt (z). Deze berekening gaat in vanaf de kleinst algemeen geaccepteerde dekenmaat. Formule: (x) - (20cm + ((z) X 3cm) = (y).

14. Paardendeken volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de schoft-staartlengte (w) (in figuur 1 weergegeven als het achterste stuk van deel II), wordt berekend naar onderlengte (x) van 15 de dekenmaat, daarbij de ruglengte (y) van de dekenmaat verminderd wordt met 14cm daarbij verminderd wordt met 1 cm keer het aantal maal dat de onderlengte van de dekenmaat verspringt (z). Deze berekening gaat in vanaf de kleinst algemeen geaccepteerde dekenmaat. Formule: (y) - (14cm + ((z) X lcm) = (w).

15. Paardendeken volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de beginpositie van het losse, aan 20 elkaar te koppelen voorste deel (v) (in figuur 1 weergegeven als deel I) wordt berekend naar schoft-staartlengte (w) plus 1 lcm. Formule: (w) + 11 cm = (v).

16. Paardendeken volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de beginpositie van de inkeping in het achterste deel van de deken (u) (in figuur 1 weergegeven als 7 in het achterste stuk van deel

25 II), wordt berekend naar schoft-staartlengte (w) verminderd met 43cm daarbij verminderd wordt met 3cm keer het aantal maal dat de onderlengte van de dekenmaat verspringt (z). Deze berekening wordt gemeten vanaf de achterzijde van de deken. Deze berekening gaat in vanaf de kleinst algemeen geaccepteerde dekenmaat. Formule: (w) - (43cm + ((z) X 3cm) = (u).

17. Paardendeken volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de buiklengte (t) (in figuur 1 weergegeven als deel V), wordt berekend naar schoft-staartlengte (w) verminderd met de gemeten beginpositie van de inkeping (u) in het achterste deel van de deken. Formule: (w) - (u) = (t).

18. Paardendeken volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de beginpositie van de inkeping in het halsdeel van de deken (s) (in figuur 1 weergegeven als 10 in deel IV), wordt berekend naar de ruglengte (y) verminderd met de schofl-staartlengte (w) daarbij verminderd met 4cm. Formule: (y) - ((w - 4cm) = (s). 1033673