NL1033492C2 - Dakdoorvoerconstructie, pijpdeel voor een dergelijke dakdoorvoerconstructie en werkwijze voor het plaatsen van een pijpdeel met een kraag op een dakaansluitdeel met een kap. - Google Patents

Description

DAKDOORVOERCONSTRUCTIE. PIJPDEEL VOOR EEN DERGELIJKE DAKDOORVOERCONSTRUCTIE EN WERKWIJZE VOOR HET PLAATSEN VAN EEN PIJPDEEL MET EEN KRAAG OP EEN DAKAANSLUITDEEL MET EEN KAP

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een dakdoor-voerconstructie voorzien van een dakaansluitdeel met een 5 kap, welke kap een binnenoppervlak, een buitenoppervlak en een doorvoeropening door het binnen- en buitenoppervlak heeft, en van een pijpdeel met een kraag, waarbij de kraag in een eerste vorm brengbaar is waarin de kraag spatwater-dicht over het buitenoppervlak van de kap plaatsbaar is.

10 Een dergelijke dakdoorvoerconstructie is bijvoor beeld bekend uit het Nederlandse octrooischrift NL-C-1023134. Hierbij is in bedrijfstoestand van de dakdoorvoerconstructie de kraag zodanig op de kap geplaatst dat de constructie spatwaterdicht is. De hierin beschreven dak-15 doorvoerconstructie kan onder meer bestemd zijn voor de afvoer van van een gastoestel afkomstige gassen via het pijpdeel. Hoewel de bekende dakdoorvoerconstructie op zich naar alle tevredenheid functioneert, vergt het vervangen van het gastoestel een aanzienlijke hoeveelheid werk. 20 Vervanging van een gastoestel houdt vaak ook de vervanging van het pijpdeel met kraag in. Een monteur moet zich dan op 1033492 2 het dak begeven voor het plaatsen van het. nieuwe pijpdeel met kraag op de kap van het dakaansluitdeel. Dit dakaan-sluitdeel kan in sommige gevallen op het dak achterblijven of dient ook vervangen te worden. Niet alleen is deze wijze 5 van vervanging tijdrovend, ze kan ook gevaarlijk voor de monteur zijn in het bijzonder wanneer het dak een hellend dak is. Om dit gevaar te verminderen dienen omvangrijke veiligheidsmaatregelen genomen te worden. Bovendien kan door werkzaamheden op het dak de dakbedekking, zoals bij-10 voorbeeld dakpannen, beschadigd raken.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

15 Het is onder meer een doel van de onderhavige uitvinding een dakdoorvoerconstructie van de bovengenoemde soort te verschaffen waardoor het vervangen van het pijpdeel met kraag eenvoudiger en veiliger kan plaatsvinden.

Hiertoe voorziet de onderhavige uitvinding 20 volgens één aspect in een dakdoorvoerconstructie voorzien van een dakaansluitdeel met een kap, welke kap een binnen-oppervlak, een buitenoppervlak en een doorvoeropening door het binnen- en buitenoppervlak heeft, en van een pijpdeel met een kraag, waarbij de kraag in een eerste vorm breng-25 baar is waarin de kraag over het buitenoppervlak van de kap plaatsbaar is, en waarbij de kraag in een tweede vorm brengbaar is waarin de kraag in een richting vanaf het binnenoppervlak naar het buitenoppervlak door de doorvoeropening brengbaar is. Doordat de kraag een kleinere afme-30 ting dan de doorvoeropening kan aannemen, is het mogelijk het pijpdeel met kraag vanuit het gebouw (vaak vanuit de zolder onder het dak waar het dakaansluitdeel zich bevindt) naar boven door de doorvoeropening te duwen, waarna de kraag de eerste vorm aanneemt of in de eerste vorm wordt 35 gebracht, en naar beneden wordt getrokken totdat de kraag tegen het buitenoppervlak van de kap komt te liggen. Op deze wijze hoeft een monteur zich niet op het dak te bege- 3 ven, met alle voordelen van dien.

In een uitvoering is de kraag van elastisch materiaal vervaardigd. In het bijzonder is de kraag vervaardigd van materiaal met vormgeheugen. Om ongewenste 5 materiaaldegradatie, zoals onder meer kleurverandering, van de kraag te voorkomen is het voordelig wanneer het materiaal UV-bestendig materiaal is.

In een verdere uitvoering van een dakdoorvoerconstruct ie volgens de uitvinding is de kraag uitvouwbaar of 10 uitzetbaar. Hierbij kan aan een plissé of parapluachtige constructie worden gedacht.

In een verdere uitvoering van een dakdoorvoercon-structie volgens de uitvinding is de kraag opblaasbaar.

In een voordelige uitvoering van een dakdoorvoer-15 constructie volgens de uitvinding is de kraag vervaardigd van materiaal dat uithardt, bijvoorbeeld een materiaal dat chemisch uithardt of in lucht en/of vocht uithardt. In het bijzonder is de kraag een element, zoals een zakje of bakje of iets dergelijks, gevuld met uithardend materiaal.

20 Volgens een verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een pijpdeel met kraag bestemd voor gebruik in een dakdoorvoerconstructie volgens de uitvinding, waarbij de kraag een of meer van de bovengenoemde relevante maatregelen omvat.

25 Volgens een verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het plaatsen van een pijpdeel met een kraag op een dakaans luit deel met een kap, welke kap een binnenoppervlak, een buitenoppervlak en een doorvoeropening door het binnen- en buitenoppervlak 30 heeft, zodat de kraag over het buitenoppervlak van de kap wordt geplaatst, waarbij de werkwijze de stappen bevat van het brengen van de kraag in een tweede vorm waarin de kraag in een richting vanaf het binnenoppervlak naar het buitenoppervlak door de doorvoeropening brengbaar is, het in de 35 richting vanaf het binnenoppervlak naar het buitenoppervlak door de doorvoeropening tot voorbij het buitenoppervlak van de kap verplaatsen van de kraag, het in een eerste vorm 4 brengen van de kraag, in welke eerste vorm de kraag over het buitenoppervlak van de kap plaatsbaar is, het in de richting naar het buitenoppervlak van de kap verplaatsen van de kraag totdat de kraag tegen het buitenoppervlak van 5 de kap aanligt.

In een uitvoering van een werkwijze volgens de uitvinding wordt voor de kraag een kraag van elastisch materiaal gekozen, en omvat de stap van het in de eerste vorm brengen van de kraag het wachten totdat de kraag op 10 elastisch wijze vanuit de tweede de eerste vorm heeft aangenomen.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar 15 mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten, zoals de kraag die twee vormen casu quo afmetingen kan aannemen en het van onder het dak af naar buiten door de doorvoer opening duwen van het pijpdeel met kraag, en andere aspecten kunnen onderwerp zijn van 20 daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

25 KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: 30 Figuur 1 een schematische doorsnede van een deel van een dak met een dakaansluitdeel met een kap van een dakdoorvoerconstructie volgens de uitvinding; en

Figuur 2 een schematische doorsnede van een pijpdeel met een kraag van een dakdoorvoerconstructie 35 volgens de uitvinding.

5

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

In Figuur 1 wordt op schematische wijze een doorsnede van een deel van een dak met een dakaansluitdeel 5 met een kap van een dakdoorvoerconstructie volgens de uitvinding, en in Figuur 2 wordt op schematische wijze een doorsnede van een pijpdeel met een kraag van een dakdoorvoerconstructie volgens de uitvinding getoond.

De dakdoorvoerconstructie wordt gemonteerd op een 10 dak 1 van een gebouw, in de weergegeven uitvoering een hellend dak. De helling die het dak met de horizontaal maakt, kan liggen tussen ongeveer 0° en ongeveer 90°. Met andere woorden is de uitvinding onder meer ook toepasbaar op platte, horizontale daken. De dakdoorvoerconstructie 15 omvat een dakaansluitdeel 2 met een kap 3. De kap 3 heeft een binnenoppervlak 8, een buitenoppervlak 9 en een door-voeropening 4 die zich uitstrekt door het binnenoppervlak 8 en het buitenoppervlak 9. De doorvoeropening 4 communiceert met een gat 5 in het dak 1 van het gebouw. Verder omvat de 20 dakdoorvoerconstructie een pijpdeel 6 met een kraag 7. De kraag 7 is in een eerste vorm brengbaar waarin de kraag 7 over het buitenoppervlak 9 van de kap 3 plaatsbaar is, zodat een spatwaterdichte constructie wordt verkregen. Volgens de uitvinding is de kraag 7' in een tweede vorm 25 brengbaar waarin de kraag 7' in een richting vanaf het binnenoppervlak 8 naar het buitenoppervlak 9 door de doorvoeropening 4 brengbaar is. Het zal voor een vakman in de techniek duidelijk zijn dat de getoonde vormen van de kap 3 en de kraag 7 in daaroverheen gemonteerde toestand slechts 30 één van de vele mogelijkheden zijn die binnen de uitvinding toepasbaar zijn. Verder zal het voor een vakman duideli jk zijn dat de dakdoorvoerconstructie volgens de uitvinding niet alleen bruikbaar is voor het afvoeren van rookgassen maar tevens toepasbaar is voor het uit het gebouw afvoeren 35 van andere gassen, of juist voor het daarin toevoeren van buitenlucht.

Om materiaaldegradatie, zoals bijvoorbeeld ver- 6 kleuring, van de kraag 7, 7' te voorkomen is de kraag vervaardigd van UV-bestendig materiaal.

In een uitvoering waarin de kraag 7, 7' van elastisch materiaal vervaardigd is, kan de kraag 7, 7' 5 vanuit het inwendige A van het gebouw door de doorvoerope-ning 4, 5 naar buiten geduwd worden. Wanneer de kraag door het gat 5, de opening 4 gaat, neemt de kraag door de elastische eigenschappen de vorm 7' aan met de kleinste diameter zodat de kraag door het gat 5 en de opening heen geduwd 10 kan worden. Wanneer eenmaal voorbij de kap 3, veert de kraag terug naar zijn vorm 7 met grootste diameter. Daarna kan het pijpdeel 6 worden teruggetrokken totdat de kraag 7 tegen het buitenoppervlak 9 van de kap 3 aanligt. Hierbij is het in de praktijk voordelig gebleken wanneer de kraag 3 15 vervaardigd is van materiaal met vormgeheugen.

Hoewel niet in de tekeningen weergegeven, kan de kraag 7, 7' uitvouwbaar of uitzetbaar zijn. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een op zich bekende parapluachtige constructie of een plissévorm. Het uitzetten kan 20 hierbij bijvoorbeeld automatisch plaatsvinden, door bijvoorbeeld van veren gebruik te maken of kan hierbij door bijvoorbeeld een handbediend mechanisme geactiveerd worden.

Alternatief is het mogelijk de kraag opblaasbaar te maken, bijvoorbeeld door een opblaasbare zak tussen het 25 pijpdeel en de kraag 7' te plaatsen. Na opblazen van de zak verplaatst de kraag zich van de vorm 7' met kleinste diameter naar de vorm 7 met grootste diameter.

Het materiaal waaruit de kraag vervaardigd kan zijn omvat bijvoorbeeld TPE, weekgemaakt PVC, lood, poly-30 ester of andere op zich bekende materialen.

Alternatief of aanvullend kan de kraag vervaardigd zijn van materiaal dat uithardt, bijvoorbeeld materiaal dat chemisch uithardt of uithardt in lucht en/of vocht, zoals bijvoorbeeld in een lucht- en vochtdoorlatend 35 element, bijvoorbeeld een zakje of iets dergelijks, gevuld met PUR.

Voor het plaatsen van het pijpdeel 6 met de kraag 7 7, 7' in het dakaansluitdeel 2 met de kap 3, zodat de kraag 7 over het buitenoppervlak 9 van de kap 3 wordt geplaatst, zijn de volgende handelingen te verrichten.

In het inwendige A van het gebouw (bijvoorbeeld 5 de zolder van een huis) wordt de kraag in een tweede vorm 7' met de kleinste diameter gebracht. Dan wordt het pijp-deel 6 in de buitenwaartse richting door het gat 5 en de doorvoeropening 4 geduwd totdat de kraag voorbij de kap 3 is geraakt. Dan wordt de kraag in de vorm 7 met de grootste 10 diameter gebracht (of wordt toegestaan dat de kraag automatisch de vorm met de grootste diameter inneemt) , en wordt het uit de kap 3 stekende pijpdeel 6 terug in de richting naar het buitenoppervlak 9 van de kap 3 verplaatst totdat de kraag 7 spatwaterdicht tegen het buitenoppervlak 9 van 15 de kap 3 aanligt. Hierna kan het pijpdeel 6 op een op zich bekende manier vastgemaakt worden aan de rest van de installatie .

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te 20 illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding, in het bijzonder zoals gedefinieerd in de 25 bijgaande conclusies.

1033492

Claims (13)

1. Dakdoorvoerconstructie voorzien van een dakaansluitdeel met een kap, welke kap een binnenoppervlak, een buitenoppervlak en een doorvoeropening door het binnen-en buitenoppervlak heeft, en van een pijpdeel met een 5 kraag, waarbij de kraag in een eerste vorm brengbaar is waarin de kraag spatwaterdicht over het buitenoppervlak van de kap plaatsbaar is, en waarbij de kraag in een tweede vorm brengbaar is waarin de kraag in een richting vanaf het binnenoppervlak naar het buitenoppervlak door de doorvoer-10 opening brengbaar is.

2. Dakdoorvoerconstructie volgens conclusie 1, waarin de kraag van elastisch materiaal vervaardigd is.

3. Dakdoorvoerconstructie volgens conclusie 1 of 2, waarbij de kraag vervaardigd is van materiaal met vorm- 15 geheugen.

4. Dakdoorvoerconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de kraag uitvouwbaar of uitzetbaar is.

5. Dakdoorvoerconstructie volgens een van de 20 voorgaande conclusies, waarbij de kraag opblaasbaar is.

6. Dakdoorvoerconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de kraag vervaardigd is van uithardend materiaal.

7. Dakdoorvoerconstructie volgens conclusie 6, 25 waarbij de kraag een element gevuld met uithardend materiaal is.

8. Pijpdeel met kraag bestemd voor gebruik in een dakdoorvoerconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de kraag een of meer van de relevante 30 maatregelen volgens een van de voorgaande conclusies omvat.

9. Werkwijze voor het plaatsen van een pijpdeel 1033492 met een kraag op een dakaansluitdeel met een kap, welke kap een binnenoppervlak, een buitenoppervlak en een doorvoer-opening door het binnen- en buitenoppervlak heeft, zodat de kraag over het buitenoppervlak van de kap wordt geplaatst, 5 waarbij de werkwijze de stappen bevat van: het brengen van de kraag in een tweede vorm waarin de kraag in een richting vanaf het binnenoppervlak naar het buitenoppervlak door de doorvoeropening brengbaar is, 10 het in de richting vanaf het binnenoppervlak naar het buitenoppervlak door de doorvoeropening tot voorbij het buitenoppervlak van de kap verplaatsen van de kraag, het in een eerste vorm brengen van de kraag, in welke eerste vorm de kraag over het buitenoppervlak van de 15 kap plaatsbaar is, het in de richting naar het buitenoppervlak van de kap verplaatsen van de kraag totdat de kraag tegen het buitenoppervlak van de kap aanligt.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij voor 20 de kraag een kraag van elastisch materiaal wordt gekozen, en de stap van het in de eerste vorm brengen van de kraag het wachten omvat totdat de kraag op elastisch wijze vanuit de tweede de eerste vorm heeft aangenomen.

11. Dakdoorvoerconstructie voorzien van een of 25 meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

12. Pijpdeel voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijge- 30 voegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

13. Werkwijze voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. 1033492