NL1032712C2 - Toestel voor het uitvoeren van multimediagegevens en een werkwijze voor het uitvoeren hiervan. - Google Patents

Description

TOESTEL VOOR HET UITVOEREN VAN MULTIMEDIAGEGEVENS EN EEN WERKWIJZE VOOR HET UITVOEREN HIERVAN

5

Kruisverwijzing naar gerelateerde aanvragen

Deze aanvrage claimt prioriteit van de Koreaanse Octrooi-aanvrage nr. 2005-105002, die is ingediend op 3 november 2005 bij het Koreaanse Bureau voor de Intellectuele 10 Eigendom, waarvan de beschrijving hierin door verwijzing is opgenomen.

Achtergrond van de uitvinding 15 1. Veld van de uitvinding

Aspecten van de onderhavige uitvinding hebben betrekking op een toestel voor het uitvoeren van multimediagegevens en een werkwijze voor het uitvoeren hiervan, en meer in het bijzonder op een toestel voor het 20 uitvoeren van multimediagegevens en een werkwijze voor het uitvoeren hiervan waarin multimediagegevens van alle toepasbare formaten omgezet worden in multimediagegevens-formaten die ondersteund worden door een mediacentrum-uitbreider (media center extender) teneinde uitgevoerd te 25 worden.

2. Beschrijving van de stand van de techniek

Een mediacentrumuitbreider (hierna een MCX (media center extender) genoemd) ontvangt multimediagegevens vanaf 30 een computer via draadcommunicatie en draadloze communicatie en beeldt de multimediagegevens af op een afbeeldeenheid, zoals een TV. In het algemeen wordt de MCX verschaft nabij de 1032712 2 TV en zet deze multimediagegevens die zijn ontvangen vanaf de computer, om in een analoog signaal en verzendt dit naar de TV. Op deze wijze worden de multimediagegevens afgedeeld op de TV.

5 Figuur 1 is een diagram dat een conventioneel MXC- systeem dat een TV 10, een MCX 20 en een computer 30 omvat, illustreert.

De TV 10 beeldt het door de MCX 20 verzonden multimediasignaal af. In dit geval kan het door de MCX 20 10 verzonden multimediasignaal een samengesteld signaal, een componentsignaal of een S-videosignaal zijn.

De MCX 20 zet de door de computer 30 overgebrachte multimediagegevens om in het samengestelde signaal (composite signal), het componentsignaal of het S-videosignaal en brengt 15 het signaal over naar de TV 10. Om deze functie uit te voeren omvat de MCX 20 een communicatie-eenheid die kan communiceren met de computer 30, zoals een LAN of een draadloze LAN.

De MCX 20 ontvangt een gebruikersinstructie die ingevoerd is via een invoereenheid, zoals een afstand-20 besturingseenheid, en verzoekt multimediagegevens volgens de gebruikersinstructie aan de computer 30.

De computer 30 slaat de multimediagegevens op en brengt de multimediagegevens over volgens het verzoek van de MCX 20. De computer 30 kan derhalve tevens een communicatie-25 eenheid, zoals een LAN of een draadloze LAN, zoals in de MCX 20, bevatten.

Een aantal TV's 10 en een aantal MCX's 20 kan multimediagegevens verwerken die zijn verzonden door één computer 30. Op soortgelijke wijze kan een aantal TV's 10 de 30 gegevens afbeelden.

Het formaat van de multimediagegevens dat de MCX 20 kan ontvangen vanaf de computer 30 teneinde de 3 multimediagegevens om te zetten in een analoog signaal, is beperkt. Dat wil zeggen dat de MCX 20 slechts in staat kan zijn om gegevens om te zetten die het formaat hebben van de Motion Picture Experts Group (MPEG) of van Window Media Video 5 (WMV) .

De multimediagegevens volgens het MPEG formaat of het WMV formaat worden derhalve overgebracht naar de MCX 20 terwijl deze afgebeeld worden op een monitor 40 van de computer 30 en de multimediagegevens kunnen afgebeeld worden 10 op de TV 10. Aangezien multimediagegevens met een formaat ander dan het MPEG- of het WMV- formaat door de MCX 20 niet omgezet kunnen worden in het analoge signaal, kunnen daarentegen dergelijke multimediagegevens niet op de TV 10 worden afgebeeld.

15 De Koreaanse ter visie gelegde publicatie nr. 2003- 6107 beschrijft een toestel voor het afbeelden van Internetgegevens op een televisiescherm, welk toestel omvat: een signaalomzetting- en uitvoereenheid om digitale A/V signalen van een computer, welke signalen zijn verschaft via 20 het Internet, om te zetten in TV signalen voor draadloze overbrenging en voor verzending van TV signalen, en een ontvanger om de TV signalen in videosignalen en audiosignalen te verdelen teneinde deze uit te voeren.

Het probleem is echter dat de computer exclusief 25 onderling vergrendeld is (interlocked) met de TV. Aangezien een individuele computer verschaft dient te worden om het digitale A/V signaal naar elke TV over te brengen, is meer specifiek een aantal computers vereist om multimedia-inhoud af te beelden op een aantal op afstand van elkaar geplaatste 30 TV's.

Verscheidene werkwijzen zijn vereist om multimediagegevens die verscheidene gegevensformaten hebben en die zijn 4 opgeslagen in de computer, via de conventionele MXC te verwerken.

Samenvatting van de uitvinding 5 Volgens aan aspect van de onderhavige uitvinding wordt een toestel verschaft voor het uitvoeren van multimediagegevens en een werkwijze voor het uitvoeren hiervan, waarin multimediagegevens van alle formaten omgezet worden in multimediagegevensformaten die ondersteund worden 10 door een mediacentrumuitbreider teneinde uitgevoerd te worden.

Volgens een aspect van de onderhavige uitvinding wordt een toestel verschaft voor het uitvoeren van multimediagegevens, het toestel omvattende een 15 gegevensverwerkingseenheid voor het ontvangen van videogegevens en audiogegevens, een besturingseenheid voor het omzetten van verwerkingspaden van de videogegevens en de audiogegevens, een coderingseenheid voor het coderen van de videogegevens en de audiogegevens die zijn overgebracht 20 volgens de omgezette verwerkingspaden in een vooraf bepaald compressieformaat, en een communicatie-eenheid voor het overbrengen van multimediagegevens volgens het gecodeerde resultaat.

Volgens een ander aspect van de onderhavige 25 uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het uitvoeren van multimediagegevens, de werkwijze omvattende het ontvangen van videogegevens en audiogegevens, het omzetten van verwerkingspaden van de videogegevens en de audiogegevens, het coderen van de videogegevens en de audiogegevens die zijn 30 overgebracht volgens de omgezette verwerkingspaden in een vooraf bepaald compressieformaat, en het verzenden van de multimediagegevens volgens het gecodeerde resultaat.

5

Additionele aspecten en/of voordelen van de uitvinding zullen gedeeltelijk in de hierna volgende beschrijving uiteengezet worden en gedeeltelijk duidelijk uit de beschrijving blijken of kunnen geleerd worden door 5 toepassing van de uitvinding.

Korte beschrijving van de tekeningen

De bovenstaande en andere maatregelen en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijker worden door 10 een gedetailleerde beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, onder verwijzing naar de bij gevoegde tekeningen, waarin:

Figuur 1 een diagram is dat een conventioneel MCX systeem illustreert; 15 Figuur 2 een diagram is dat een MCX systeem volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding illustreert;

Figuur 3 een blokdiagram is dat een toestel illustreert voor het uitvoeren van multimediagegevens volgens 20 een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Figuren 4A en 4B diagrammen zijn die een pad voor het verwerken van multimediagegevens volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding illustreren; en

Figuur 5 een diagram is dat een proces illustreert 25 voor het uitvoeren van multimediagegevens volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Gedetailleerde beschrijving van de uitvoeringsvormen

In detail zal nu verwezen naar de onderhavige 30 uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, voorbeelden waarvan zijn weergegeven in de bijgevoegde tekeningen, waarin dezelfde referentienummers verwijzen naar soortgelijke 6 elementen. De uitvoeringsvormen worden hieronder beschreven teneinde de onderhavige uitvinding door verwijzing naar de figuren uiteen te zetten.

Men begrijpt dat blokken in de bij gevoegde 5 blokdiagrammen en samenstellingen van bewerkingen in de stroomdiagrammen uitgevoerd kunnen worden door computerprogramma-instructies. Deze computerprogramma-instructies kunnen verschaft worden aan processoren van bijvoorbeeld general-purpose computers, special-purpose 10 computers en programmeerbare gegevensverwerkingstoestellen, alhoewel deze niet hiertoe zijn beperkt. Daarom voeren de instructies die bijvoorbeeld worden uitgevoerd door de computer of de processoren van het programmeerbare gegevensverwerkingstoestel functies uit die in de blokken 15 beschreven zijn in de blokdiagrammen of de bewerkingen in de stroomdiagrammen. De computerprogramma-instructies kunnen opgeslagen worden in een met de computer beschikbaar geheugen of met een computer uitleesbaar geheugen van de computer of het programmeerbare gegevensverwerkingstoestel teneinde de 20 functies op een specifieke wijze te realiseren. Men dient echter te begrijpen dat de instructies op elk willekeurig met de computer leesbaar opslagmedium kunnen worden opgeslagen. Daarom kunnen de bijvoorbeeld in het via de computer beschikbare geheugen of in het via de computer uitleesbare 25 geheugen opgeslagen instructies de functies uitvoeren die zijn beschreven in de blokdiagrammen of de bewerkingen uitvoeren in de stroomdiagrammen. Tevens kunnen de computerprogramma-instructies bijvoorbeeld geladen worden in de computer of het programmeerbare gegevensverwerkings-30 toestel. Daarom wordt de serie bewerkingen uitgevoerd in de computer of het programmeerbare gegevensverwerkingstoestel om een proces te genereren dat uitgevoerd wordt door de 7 computer, hetgeen het mogelijk maakt om instructies voor het aandrijven van de computer of het programmeerbare gegevensverwerkingstoestel om bewerkingen te verschaffen voor het uitvoeren van de functies die zijn beschreven in de 5 blokken van de blokdiagrammen of de bewerkingen van de stroomdiagrammen.

Elk blok of elke bewerking kan een deel van een module, een segment of een code omvattende een of meer uitvoerbare instructies voor het uitvoeren van een specifieke 10 logische functie (of functies) aanduiden. Opgemerkt dient te worden dat in bepaalde modificaties van de onderhavige uitvinding de in de blokken beschreven functies of de bewerkingen uitgevoerd kunnen worden in een andere volgorde. Twee blokken of bewerkingen die doorlopend getoond zijn 15 kunnen bijvoorbeeld daadwerkelijk worden uitgevoerd op hetzelfde moment of kunnen uitgevoerd worden in omgekeerde volgorde volgens de corresponderende functies.

Figuur 2 is een diagram dat een MCX systeem volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding 20 illustreert. Dit MCX systeem omvat een TV 210, een MCX 220 en een toestel voor het uitvoeren van multimediagegevens 230 (hierna een multimediagegevensuitvoertoestel 230 genoemd).

Het multimediagegevensuitvoertoestel 230 slaat multimediagegevens op en brengt de opgeslagen 25 multimediagegevens over in overeenstemming met een verzoekboodschap 225 van de MCX 220. Wanneer de multimediagegevens volgens de verzoekboodschap 225 van de MCX 220 geen multimediagegevens zijn van een formaat dat ondersteund wordt door de MCX 220, zet het 30 multimediagegevensuitvoertoestel 230 de corresponderende multimediagegevens om in multimediagegevens 235 van een formaat dat ondersteund wordt door de MCX 220 en brengt de 8 omgezette multimediagegevens 235 naar de MCX 220. Dat wil zeggen dat het multimediagegevensuitvoertoestel 230 de corresponderende multimediagegevens omzet in Motion Picture Experts Group (MPEG) formaat of een Windows Media Video (WMV) 5 formaat. Men dient echter te begrijpen dat de MPEG en het WMV formaat niet de enige formaten zijn waarnaar het multimediagegevensuitvoertoestel 230 de multimediagegevens omzet. Het multimediagegevensuitvoertoestel 230 voert gegevensomzettingen volgens de MCX 220 ondersteunde formaten 10 uit.

Volgens een werkwijze voor het omzetten van gegevens worden, nadat de opgeslagen multimediagegevens gereproduceerd zijn, de gereproduceerde video- en audiosignalen overgebracht naar een TV uitvoerpoort 410 en worden de naar de TV 15 uitvoerpoort 410 overgebrachte signalen gecodeerd in het bovengenoemde compressieformaat.

De gecodeerde multimediagegevens worden overgebracht naar de MCX 220 via een communicatie-eenheid.

De MCX 220 zet de door het 20 multimediagegevensuitvoertoestel 230 overgebrachte multimediagegevens om in een samengesteld signaal, een componentsignaal of een S-video signaal en brengt het omgezette signaal vervolgens over naar de TV 210. Men dient echter te begrijpen dat het multimediasignaal van een 25 willekeurig type of vorm kan zijn die in staat zijn voor het overbrengen van multimediagegevens naar een TV 210.

Een gebruiker kan de in het multimediagegevensuitvoertoestel 230 opgeslagen multimediagegevens ophalen via een afstandsbesturingseenheid, 30 alhoewel dit hiertoe niet beperkt is. De multimediagegevens, die bijvoorbeeld zijn opgehaald via de afstandsbesturingseenheid en door de gebruiker geselecteerd 9 zijn, worden omgezet in gegevens van een juist formaat door middel van het gegevensuitvoertoestel 230 en vervolgens overgebracht naar de MCX 220.

De TV 210 voert het vanaf de MCX 220 ontvangen 5 multimediasignaal uit op een scherm. Aangezien het ontvangen multimediasignaal een analoog signaal of digitale gegevens kunnen zijn, kan in dit geval de TV 210 een analoge TV of een digitale TV zijn. Verder zet de MCX 220 de multimediagegevens om in het analoge signaal of het digitale signaal volgens een 10 procesmogelijkheid van de TV 210 en brengt het multimediasignaal over.

Figuur 3 is een blokdiagram dat een multimediagegevensuitvoertoestel volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toont. Het 15 multimediagegevensuitvoertoestel 230 omvat een uitvoereenheid 310, een gegevensverwerkingseenheid 320, een besturingseenheid 330, een ophaaleenheid 340, een codeereenheid 350, een opslageenheid 360 en een communicatie-eenheid 370, alhoewel dit niet hiertoe beperkt is.

20 De gegevensverwerkingseenheid 320 ontvangt videogegevens en audiogegevens. Specifiek omvat de gegevensverwerkingseenheid 320 een videoverwerkingseenheid 321 die de videogegevens ontvangt en een audioverwerkingsenheid 322 die de audiogegevens ontvangt.

25 De videoverwerkingseenheid 321 zet de videogegevens om in signalen die gebruikt worden voor het reproduceren van karakters of grafische patronen (bitmaps) in een geheugen op een scherm. De videoverwerkingseenheid 321 kan hierin een geheugen hebben opgenomen en het geheugen kan gebruikt worden 30 om video's te creëren voordat de karakters of grafische patronen op het scherm worden afgebeeld.

De audioverwerkingseenheid 321 ontvangt de 10 audiogegevens van een digitaal formaat en zet de audiogegevens van het digitale formaat in een audiosignaal van een analoog formaat.

De videogegevens en de audiogegevens die ingevoerd 5 worden in de videoverwerkingseenheid 321 en de audioverwerkingseenheid 322 kunnen, (niet noodzakelijkerwijs) multimediagegevens zijn die zijn opgeslagen in opslageenheid 360 of kunnen (alhoewel niet noodzakelijkerwijs) TV signalen zijn die zijn ingevoerd via een TV ontvangeenheid (niet 10 getoond), verschaft in het multimediagegevensuitvoertoestel 230. In dit geval kan het videosignaal van het TV signaal omgezet worden in een digitaal signaal en vervolgens ingevoerd worden in de videoverwerkingseenheid 321.

De uitvoereenheid 310 omvat een afbeeldeenheid 311 en 15 een audio-uitvoereenheid 312. De afbeeldeenheid 311 correspondeert met de module die een video-afbeeldinrichting omvat, zoals (alhoewel niet hiertoe beperkt) een kathode straalbuis (CRT), een vloeibare kristaleenheid (LCD), een licht-uitzendende diode (LED), een organisch licht-20 uitzendende diode (OLED) of een plasma-afbeeldeenheid (PDP) die in staat zijn voor het afbeelden van de ingevoerde videogegevens. De afbeeldeenheid 311 beeldt de overgebrachte video-informatie over.

De audio-uitvoereenheid 312 voert het door de 25 audioverwerkingseenheid 322 overgebrachte analoge audiosignaal over. Dat wil zeggen dat de audio-uitvoereenheid 312 correspondeert met een audio-uitvoerinrichting zoals een luidspreker.

De ophaaleenheid 340 haalt de multimediagegevens op 30 die aanwezig zijn in de verzoekboodschap 225 die ontvangen is vanaf de MCX 220. Dat wil zeggen dat de ophaaleenheid 340 de multimediagegevens ophaalt door bijvoorbeeld gebruik te maken 11 van een bestandsnaam en een opslagpad van de multimediagegevens in de verzoekboodschap en dat deze de opgehaalde multimediagegevens overbrengt naar de besturingseenheid 330. In dit geval kan het opgehaalde 5 resultaat een kop- of metagegevens van de multimediagegevens bevatten.

De besturingseenheid 330 zet verwerkingspaden van de videogegevens en de audiogegevens om. Dat wil zeggen dat de videogegevens en de audiogegevens die verwerkt zijn door de 10 gegevensverwerkingseenheid 320 niet noodzakelijkerwijs verzonden worden naar slechts de uitvoereenheid 310, maar overgebracht kunnen worden naar de besturingseenheid 350.

Een multimediagegevensverwerkingspa, bepaald door de besturingseenheid 330, kan bepaald worden volgens een 15 instructie van de gebruiker. Verder kan het multimedia-gegevensverwerkingspad bepaald worden door slechts de uitvoereenheid 310 of de coderingseenheid 350. Het multimediagegevensverwerkingspad kan bovendien zodanig bepaald worden, dat de multimediagegevens tegelijkertijd naar 20 de uitvoereenheid 310 en de coderingseenheid 350 worden overgebracht.

Het door de besturingseenheid 330 bepaalde multimediagegevensverwerkingspad kan bepaald worden volgens de door de ophaaleenheid 340 opgehaalde resultaten. Dat wil 25 zeggen dat in geval waarin het formaat van de verzochte multimediagegevens correspondeert met een door de MCX 220 ondersteunde formaat, de besturingseenheid 330 het verwerkingspad omzet om te leiden naar de uitvoereenheid 310 en in het geval waarin het formaat van de verzochte 30 multimediagegevens niet correspondeert met een door de MCX 220 ondersteund formaat, de besturingseenheid 330 het verwerkingspad kan omzetten om te leiden naar de 12 coderingseenheid 350.

In het geval waarin het verwerkingspad van de multimediagegevens leidt naar de coderingseenheid 350, voeren de videoverwerkingseenheid 321 en de audioverwerkingseenheid 5 322 de videogegevens en de audiogegevens uit via een TV

uitpoort 410 en een lijn uitpoort 420. In dit geval omvat elk van de TV uitpoorten 410 en de lijn uitpoorten 420 een poort die blootgesteld is aan de buitenwereld en een poort voor een binnenste verbinding. Wanneer het verwerkingspad van de 10 multimediagegevens leidt naar de coderingseenheid 350, worden de videogegevens en de audiogegevens overgebracht naar de coderingseenheid 350 via de poorten voor een binnenste verbinding. Dat wil zeggen dat een configuratie zodanig is dat de videogegevens en de audiogegevens niet overgebracht 15 worden via de aan de buitenwereld blootgestelde poorten, hetgeen door schakelaars tot stand kan worden gebracht.

De gedetailleerde beschrijving voor het multimediagegevensverwerkingspad zal hieronder onder verwijzing naar figuren 4A en 4B beschreven worden.

20 De coderingseenheid 350 codeert de videogegevens en de audiogegevens die zijn overgebracht via het omgezette pad van de multimediagegevens, omgezet door besturingseenheid 330 in een vooraf bepaald compressieformaat.

Dat wil zeggen dat de coderingseenheid 350 de 25 multimediagegevens omzet in een door de MCX 220 erkend gegevensformaat. In de onderhavige uitvoeringsvorm kan het herkende omzettingsformaat een MPEG formaat of een WMV formaat zijn. Men dient echter te begrijpen dat de multimediagegevens gecodeerd kunnen worden in een 30 verschillend bewegend beeld compressieformaat volgens een gegevensformaat dat in de toekomst door de MXC 220 ondersteund wordt.

13

De opslageenheid 360 slaat de multimediagegevens op die zijn gecodeerd door coderingseenheid 350. Dat wil zeggen dat de opslageenheid 360 de multimediagegevens in een door de MCX 220 herkend gegevensfornaat opslaat. De opslageenheid 360 5 doet dienst als buffer teneinde voor de multimediagegevens om door de communicatie-eenheid 370 overgebracht te worden.

De opslageenheid 360 correspondeert met een module waarin invoer en uitvoer van informatie uitgevoerd kan worden zoals (alhoewel niet hiertoe beperkt) een hard disk, een 10 flitsgeheugen, een compact flits (compact flash, CF) kaart, een veilige digitale kaart (secure digital card, SD), een slimme media (smart media card, SM), een multimediakaart (MMC) of een geheugenstick. De opslageenheid 360 kan verschaft worden in een toestel om multimediagegevens uit te 15 voeren of kan verschaft worden in een gescheiden inrichting.

De communicatie-eenheid 370 brengt de multimediagegevens volgens het gecodeerde resultaat over. Dat wil zeggen dat de communicatie-eenheid 370 de in de opslageenheid 360 opgeslagen multimediagegevens overbrengt of 20 dat deze de multimedia overbrengt die direct overgebracht zijn door de coderingseenheid 350 naar de MCX 220.

Verder ontvangt de communicatie-eenheid 370 de verzoekboodschap 225 voor multimediagegevens van de MCX 220. De overgebrachte verzoekboodschap 225 wordt vervolgens 25 overgebracht naar de besturingseenheid 330 en gebruikt bij het bepalen van het verwerkingspad van de opgeslagen multimediagegevens.

Draadcommunicatiewerkwijzen zoals, alhoewel niet hiertoe beperkt, Ethernet, Universal Serial Bus (USB), IEEE 30 1394, seriële communicatie en parallelle communicatie kunnen (alhoewel niet noodzakelijkerwijs) gebruikt worden tussen de communicatie-eenheid 370 en de MCX 220. Draadloze 14 communicatiewerkwijzen zoals (alhoewel niet hiertoe beperkt) Infrared Data Association, Bluetooth, huis RF en draadloze LAN kunnen bovendien, alhoewel niet noodzakelijkerwijs, gebruikt worden.

5 De via de cormnunicatie-eenheid 370 overgebrachte multimediagegevens worden overgebracht naar de MCX 220. De MCX 220 beeldt de multimediagegevens via de TV 210 af omdat de multimediagegevens van het door de MCX 220 ondersteunde formaat overgebracht worden.

10 Zoals boven beschreven is, omvat de videoverwerkingseenheid 321 een TV uitpoort 410 en omvat de audioverwerkingseenheid 322 een lijn uitpoort 420. De TV uitpoort 410 zet de gereproduceerde video-inhoud om in analoge videosignalen en voert de omgezette analoge signalen 15 uit. De door de TV uitpoort 410 uitgevoerde analoge videosignalen kunnen op de TV 210 worden afgebeeld. De lijn uitpoort 420 zet intussen de gereproduceerde audio-inhoud om in analoge audiosignalen en voert de omgezette analoge signalen uit. De door de lijn uitpoort 420 uitgevoerde 20 analoge audiosignalen kunnen uitgevoerd worden via de audio-uitvoereenheid 312, zoals een luidspreker.

De coderingseenheid 350 omvat een TV inpoort 430 en een lijn inpoort 440. Aldus codeert de coderingseenheid 350 de videosignalen en de audiosignalen die zijn ingevoerd via 25 de TV inpoort 430 en de lijn inpoort 440.

Zoals is getoond in figuren 4A en 4B omvat elk van de TV uitpoort 410 van de videoverwerkingseenheid 321, de lijn uitpoort 420 van de audioverwerkingseenheid 322 en de TV inpoort 430 van de coderingseenheid 350 een schakelaar, zodat 30 de multimediagegevens verwerkt worden volgens het door de besturingseenheid 330 bepaalde multimediagegevensverwerkingspad.

15

Figuur 4a is een diagram dat een verwerkingspad illustreert dat bepaald wordt door de besturingseenheid 330 in het geval waarin de multimediagegevens 400a van een door de MCX 220 ondersteund formaat gevraagd wordt. De in de 5 videoverwerkingseenheid 321 en de audioverwerkingseenheid 322 ingevoerde multimediagegevens corresponderen met de multimediagegevens 400a van het door de MCX 220 ondersteunde formaat. De besturingseenheid 330 brengt besturingsinstructies over naar de videoverwerkingseenheid 10 321, de audioverwerkingseenheid 322 en de coderingseenheid 350, zodat de videogegevens afgebeeld worden via de afbeeldeenheid 311 en de audiogegevens uitgevoerd worden via de audio-uitvoereenheid 312.

Dat wil zeggen dat het multimedia 15 gegevensverwerkingspad bepaald wordt zodat de TV-uitvoerpoort 414 van de videoverwerkingseenheid 321 verbonden wordt met de afbeeldeenheid 311 en de lijn-uitpoort 420 van de audioverwerkingseenheid 322 verbonden wordt met de audio-uitvoereenheid 312.

20 Figuur 4b is een diagram dat een verwerkingspad illustreert dat bepaald wordt door de besturingseenheid 430 in het geval waarin de multimediagegevens 400b van een niet door de MCX 220 ondersteund formaat gevraagd. De in de videoverwerkingseenheid 321 en de audioverwerkingseenheid 322 25 ingevoerde multimediagegevens corresponderen met de multimediagegevens 400b van het formaat dat niet door de MCX wordt ondersteund. De besturingseenheid 330 brengt aldus besturingsinstructie over naar de videoverwerkingseenheid 321, de audioverwerkingseenheid 322 en de coderingseenheid 30 350 zodat de videogegevens en de audiogegevens ingevoerd worden in de coderingseenheid 350.

Dat wil zeggen dat het 16 multimediagegevensverwerkingspad wordt bepaald zodat de TV-uitpoort 410 van de videoverwerkingseenheid 321 verbonden wordt met de TV-inpoort 430 van de coderingseenheid 350 en de lijn-uitpoort 420 van de audioverwerkingseenheid 322 5 verbonden wordt met de lijn-inpoort 440 van de coderingseenheid 350.

De videogegevens en de audiogegevens die overgebracht worden naar de coderingseenheid 350 worden gecodeerd in multimediagegevens van een formaat dat ondersteund wordt door 10 de MCX 220 en kunnen vervolgens, alhoewel dit niet noodzakelijkerwijs het geval is, overgebracht worden naar de opslageenheid 360 om daarin te worden opgeslagen.

Zoals hierboven beschreven is, kan het multimediagegevensverwerkingspad dat bepaald is door de 15 besturingseenheid 330 bepaald worden volgens een instructie van een gebruiker of bepaald worden volgens het formaat van de multimediagegevens waarnaar de MCX 220 heeft gevraagd.

Figuur 5 is een stroomdiagram dat een proces weergeeft voor het uitvoeren van multimediagegevens volgens 20 een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Teneinde de multimediagegevens uit te voeren ontvangt de communicatie-eenheid 370 van het multimediagegevensuitvoertoestel 230 de verzoekboodschap 225 voor multimediagegevens die zijn overgebracht door de MCX 220 25 (S510). De verzoekboodschap 225 kan (alhoewel die niet noodzakelijkerwijs het geval is) een bestandsnaam en een opslagpad van de multimediagegevens omvatten.

Een verzoekboodschap 325 wordt overgebracht naar de ophaaleenheid 340 en de ophaaleenheid 340 haalt de in de 30 verzoekboodschap beschreven multimediagegevens op uit de opslageenheid 360 (S520). Dat wil zeggen dat de ophaaleenheid 340 de multimediagegevens ophaalt door bijvoorbeeld gebruik 17 te maken van de bestandsnaam en het opslagpad van de multimediagegevens in de verzoekboodschap en dat het opgehaalde resultaat overgebracht wordt naar de besturingseenheid 330. In dit geval kunnen een kop (header) 5 of kunnen metagegevens van de multimediagegevens (alhoewel dit niet noodzakelijkerwijs het geval is) opgenomen zijn in het opgehaalde resultaat.

De besturingseenheid 330 bepaalt of de multimediagegevens van het formaat is dat door de MCX 10 ondersteund is door verwijzing naar het overgebrachte, opgehaalde resultaat (S530). Als resultaat hiervan brengt de besturingseenheid 330, indien de opgehaalde multimediagegevens van het door de MCX 220 ondersteunde formaat is, een overbrengingsinstructie van de 15 corresponderende multimediagegevens over naar de communicatie-eenheid 370.

De communicatie-eenheid 370 brengt de in de opslageenheid 360 opgeslagen multimediagegevens over naar de MCX 220 door gebruik te maken van en vooraf bepaalde 20 communicatiewerkwijze (S590). Draadcommunicatiewerkwijzen zoals (alhoewel niet hiertoe beperkt), ethernet, universele seriële bus (universal serial bus (USB), IEEE 1394, seriële communicatie en parallelle communicatie kunnen (alhoewel niet noodzakelijkerwijs) gebruikt worden om te communiceren tussen 25 de communicatie-eenheid 370 en de MCX 220. Draadloze communicatiewerkwijzen zoals (alhoewel niet hiertoe beperkt) infra red data association, blue tooth, huis RF en draadloze LAN, kunnen bovendien (alhoewel niet noodzakelijkerwijs) gebruikt worden.

30 Het door de besturingseenheid 330 bepaalde multimediagegevensverwerkingspad kan bepaald worden volgens de instructie van de gebruiker. Het 18 multimediagegevensverwerkingspad kan bepaald worden door slechts de uitvoereenheid 310 of door de coderingseenheid 350 en het multimediagegevensverwerkingspad kan bepaald worden zodat de multimediagegevens overgebracht kunnen worden naar 5 de uitvoereenheid 310 en de coderingseenheid 350.

Indien de opgehaalde multimediagegevens een gegevensformaat hebben dat niet door de MCX 220 ondersteund wordt, zet de besturingseenheid 330 het multimediagegevens-verwerkingspad om (S540). Dat wil zeggen dat de schakelaars 10 in de videoverwerkingseenheid 321 en de audioverwerkingseenheid 322 zodanig gestuurd worden, dat de videogegevens en de audiogegevens die zijn ingevoerd in de videoverwerkings-eenheid 321 en de audioverwerkingseenheid 322 uitgevoerd worden naar de coderingseenheid 350.

15 De opgehaalde multimediagegevens worden bovendien gereproduceerd door een vooraf bepaald reproduceerprogramma (S550) en de gereproduceerde videogegevens en de audiogegevens worden ingevoerd in de videoverwerkingseenheid 321 en de audioverwerkingseenheid 322 (S560).

20 De videogegevens en de audiogegevens die ingevoerd worden in de videoverwerkingseenheid 321 en de audioverwerkingseenheid 322, worden uitgevoerd via de TV-uitpoort 410 en de lijn-uitpoort 420 volgens het door de besturingseenheid 330 bepaalde 25 multimediagegevensverwerkingspad en vervolgens overgebracht naar de TV-inpoort 430 en de lijn-inpoort 440 van de coderingseenheid 350.

De coderingseenheid 350 codeert bovendien de overgebrachte videogegevens en audiogegevens tot 30 multimediagegevens van het door de MCX 220 ondersteunde formaat (S570). Dat wil zeggen dat de coderingseenheid 350 de overgebrachte videogegevens en de audiogegevens codeert tot 19 in gegevens van een MPEG- of een WMV-formaat.

De gecodeerde multimediagegevens kunnen (alhoewel niet noodzakelijkerwijs) opgeslagen worden in de opslageenheid 360 en de communicatie-eenheid 370 brengt de in 5 het door de MCX 220 ondersteunde formaat opgeslagen multimediagegevens over naar de MCX 220 (S580).

Het toestel voor het uitvoeren van multimediagegevens zet multimediagegevens van alle toepasbare formaten om in multimediagegevensformaten die ondersteund worden door de 10 mediacentrumuitbreider en voert de omgezette multimediagegevens uit. Multimediagegevens van niet door de mediacentrumuitbreider ondersteunde formaten kunnen derhalve tevens afgebeeld worden op een TV-scherm. Men dient echter te begrijpen dat de mediacentrumuitbreider niet 15 noodzakelijkerwijs de multimediagegevens overbrengt om op een TV te worden afgebeeld. De mediacentrumuitbreider kan de multimediagegevens overbrengen om afgebeeld te worden door een willekeurige inrichting voor het projecteren van bewegende beelden. Multimediagegevens van alle door de 20 computer ondersteunde formaten worden afgebeeld zonder verandering van de systeemstructuur van de mediacentrumuitbreider, hetgeen resulteert in reductie van kosten die nodig zijn wanneer een nieuw systeem geconstrueerd wordt.

25 Alhoewel enige uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding getoond en beschreven zijn, zal door de vakman begrepen worden dat veranderingen in deze uitvoeringsvorm kunnen worden uitgevoerd zonder af te wijken van de principes en het wezen van de uitvinding, waarvan de omvang 30 gedefinieerd wordt in de conclusies en hun equivalenten.

1032712

Claims (26)

1. Toestel voor het uitvoeren van multimediagegevens, het toestel omvattende: 5 een gegevensverwerkingseenheid om videogegevens en audiogegevens te ontvangen; een besturingseenheid om het verwerkingspad van de ontvangen videogegevens en de ontvangen audiogegevens te sturen in overeenstemming met of de ontvangen videogegevens 10 en de ontvangen audiogegevens van een vooraf bepaald compressieformaat zijn; een coderingseenheid om de ontvangen videogegevens en de ontvangen audiogegevens die overgebracht zijn volgens het verwerkingspad, te coderen in het vooraf bepaalde 15 compressieformaat indien de ontvangen videogegevens en de ontvangen audiogegevens niet van het vooraf bepaalde compressieformaat zijn; en een communicatie-eenheid om multimediagegevens over te brengen die af te beelden zijn op een of meer audio- en/of 20 videoprojectie-inrichtingen, waarin tenminste één van de een of meer audio- en/of videoprojectie-inrichtingen extern ten opzichte van het toestel is.

2. Toestel volgens conclusie 1, verder omvattende een opslageenheid om audiogegevens en de videogegevens op te 25 slaan waarin de audiogegevens en de videogegevens die zijn ontvangen door de gegevensverwerkingseenheid, opgeslagen worden in de opslageenheid en gereproduceerd worden door een vooraf bepaald reproductieprogramma.

3. Toestel volgens conclusie 1, verder omvattende een 30 TV-ontvangeenheid om televisiesignalen omvattende de videogegevens en de audiogegevens te ontvangen, waarin de door de gegevensverwerkingseenheid ontvangen videogegevens en 1032712 de audiogegevens ingevoerd worden vanaf de TV-ontvangeenheid.

4. Toestel volgens conclusie 1, waarin de gegevensverwerkingseenheid een videoverwerkingseenheid omvat om de videogegevens te ontvangen, alsmede een audio- 5 verwerkingseenheid omvat om de audiogegevens te ontvangen.

5. Toestel volgens conclusie 4, waarin de besturingseenheid het verwerkingspad stuurt door gebruik te maken van schakelaars die zijn voorzien in de videoverwerkings-eenheid, de audioverwerkingseenheid en de 10 coderingseenheid, waarin de besturingseenheid bepaalt of de videogegevens en de audiogegevens van het vooraf bepaalde compressieformaat zijn.

6. Toestel volgens conclusie 5, waarin de besturingseenheid het verwerkingspad stuurt om de videogegevens en de 15 audiogegevens te leiden vanaf de gegevensverwerkingseenheid naar de coderingseenheid wanneer de videogegevens en de audiogegevens niet van het vooraf bepaalde compressieformaat zijn.

7. Toestel volgens conclusie 5, waarin de besturings- 20 eenheid het verwerkingspad stuurt om de videogegevens en de audiogegevens te leiden vanaf de gegevensverwerkingseenheid naar de communicatie-eenheid wanneer de videogegevens en de audiogegevens van het vooraf bepaalde compressieformaat zijn.

8. Toestel volgens conclusie 1, waarin het vooraf 25 bepaalde compressieformaat een Motion Picture Experts Group (MPEG) formaat of een Windows Media Video (WMV) formaat omvat.

9. Toestel volgens conclusie 1, waarin de communicatie-eenheid de multimediagegevens uitvoert via een 30 draadcommunicatiewerkwijze of een draadloze communicatie-werkwijze.

10. Toestel volgens conclusie 1, verder omvattende een uitvoereenheid om de videogegevens af te beelden en de audiogegevens uit te voeren, waarin de besturingseenheid het verwerkingspad stuurt om de videogegevens en de audiogegevens vanaf de gegevensverwerkingseenheid te leiden naar de 5 uitvoereenheid wanneer de videogegevens en de audiogegevens van het vooraf bepaalde compressieformaat zijn.

11. Toestel volgens conclusie 10, waarin de uitvoereenheid een afbeeldeenheid voor het afbeelden van de videogegevens omvat.

12. Toestel volgens conclusie 10, waarin de uitvoer eenheid een audio-uitvoereenheid voor het uitvoeren van de audiogegevens omvat.

13. Toestel volgens conclusie 2, waarin de opslag-eenheid de gecodeerde videogegevens en de gecodeerde audio- 15 gegevens opslaat.

14. Toestel volgens conclusie 2, verder omvattende een ophaaleenheid om vanaf de opslageenheid de over te brengen videogegevens en de audiogegevens op te halen, waarin de ophaaleenheid een verzoekboodschap ontvangt die is 20 ingevoerd vanaf de gebruiker naar het toestel waarin de verzoekboodschap omvat een bestandsnaam en/of een opslagpad van de over te brengen videogegevens en audiogegevens.

15. Toestel volgens conclusie 14, waarin de opgehaalde gegevens een kop en/of metagegevens omvatten.

16. Toestel volgens conclusie 1, waarin de communicatie-eenheid de multimediagegevens overbrengt naar de mediacentrumuitbreider en tenminste één van de een of meer audio- en/of videoprojectie-inrichtingen een televisie is.

17. Werkwijze voor het uitvoeren van multimedia- 30 gegevens vanaf een toestel om multimediagegevens uit te voeren, de werkwijze omvattende: het ontvangen van videogegevens en audiogegevens; het sturen van een verwerkingspad van de ontvangen videogegevens en de ontvangen audiogegevens in overeenstemming met of de ontvangen videogegevens en de ontvangen audiogegevens van een vooraf bepaald 5 compressieformaat zijn; het coderen van de ontvangen videogegevens en de ontvangen audiogegevens, die zijn overgebracht volgens het gestuurde verwerkingspad, naar het vooraf bepaalde compressieformaat wanneer de ontvangen videogegevens en de 10 ontvangen audiogegevens niet van het vooraf bepaalde compressieformaat zijn; en het overbrengen van de videogegevens en de audiogegevens in het vooraf bepaalde compressieformaat om afgebeeld te worden op een of meer audio- en/of 15 videoprojectie-inrichtingen, waarin tenminste een van de een of meer audio- en/of videoprojectie-inrichtingen extern ten opzichte van het toestel is om multimediagegevens uit te voeren.

18. Werkwijze volgens conclusie 17, omvattende het 20 opslaan van de audiogegevens en de videogegevens, waarin het ontvangen van de audiogegevens en de videogegevens het reproduceren van de opgeslagen audiogegevens en de opgeslagen videogegevens door een vooraf bepaald reproductieprogramma omvat.

19. Werkwijze volgens conclusie 17, verder omvattende het ontvangen van televisiesignalen omvattende de audiogegevens en de videogegevens.

20. Werkwijze volgens conclusie 17, verder omvattende het bepalen of de audiogegevens en de videogegevens van het 30 vooraf bepaalde compressieformaat zijn.

21. Werkwijze volgens conclusie 17, waarin het vooraf bepaalde compressieformaat een MPEG-formaat of een WMV- formaat omvat.

22. Werkwijze volgens conclusie 17, waarin het overbrengen van de multimediagegevens omvat het uitvoeren van de videogegevens en de audiogegevens in het vooraf bepaalde 5 compressieformaat door gebruik te maken van een draad- of een draadloze communicatiewerkwijze.

23. Werkwijze volgens conclusie 17, verder omvattende het opslaan van de gecodeerde videogegevens en de gecodeerde audiogegevens.

24. Werkwijze volgens conclusie 18, verder omvattende het ophalen van de opgeslagen videogegevens en de opgeslagen audiogegevens om overgebracht te worden, waarin het ophalen van de opgeslagen videogegevens en de opgeslagen audiogegevens om overgebracht te worden, omvat het ontvangen vanaf 15 een gebruiker van een verzoekboodschap omvattende een bestandsnaam en/of een opslagpad van de over te brengen opgeslagen videogegevens en opgeslagen audiogegevens.

25. Multimediagegevensuitvoertoestel om multimediagegevens uit te voeren die worden ondersteund door 20 een mediacentrumuitbreider (media center extender, MCX) naar de met tenminste één televisie verbonden MCX, het toestel omvattende: een gegevensverwerkingseenheid om videogegevens en audiogegevens te ontvangen; 25 een besturingseenheid om een verwerkingspad van de ontvangen videogegevens en de ontvangen audiogegevens te sturen in overeenstemming met of de ontvangen videogegevens en de ontvangen audiogegevens van een vooraf bepaald, door de MCX ondersteund compressieformaat zijn; en 30 een coderingseenheid om de videogegevens en de audiogegevens die zijn overgebracht in overeenstemming met het verwerkingspad te coderen in het door de MCX ondersteunde vooraf bepaalde compressieformaat; en een communicatie-eenheid om de videogegevens en de audiogegevens van het vooraf bepaalde compressieformaat over te brengen naar de MCX om afgebeeld te worden op tenminste de 5 genoemde ene televisie en om vanaf de MCX een verzoek-boodschap te ontvangen om de videogegevens en de audiogegevens over te brengen.

26. Multimediagegevensuitvoertoestel volgens conclusie 25 en een van de conclusies 1-16. 1032712