NL1032672C1 - Inrichting voor het afgeven van een vloeistof. - Google Patents

Inrichting voor het afgeven van een vloeistof. Download PDF

Info

Publication number
NL1032672C1
NL1032672C1 NL1032672A NL1032672A NL1032672C1 NL 1032672 C1 NL1032672 C1 NL 1032672C1 NL 1032672 A NL1032672 A NL 1032672A NL 1032672 A NL1032672 A NL 1032672A NL 1032672 C1 NL1032672 C1 NL 1032672C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
vessel
foregoing
pressure
carrier
arm
Prior art date
Application number
NL1032672A
Other languages
English (en)
Inventor
Wouter Felix Muller Kobold
Martijn Reinder Torenbeek
Jeroen Hermanus Johann Wijlens
Original Assignee
Konink Grolsch N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Konink Grolsch N V filed Critical Konink Grolsch N V
Priority to NL1032672A priority Critical patent/NL1032672C1/nl
Priority to PCT/NL2007/000261 priority patent/WO2008044923A1/en
Priority to NL1034518A priority patent/NL1034518C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1032672C1 publication Critical patent/NL1032672C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/04Apparatus utilising compressed air or other gas acting directly or indirectly on beverages in storage containers
    • B67D1/0412Apparatus utilising compressed air or other gas acting directly or indirectly on beverages in storage containers the whole dispensing unit being fixed to the container
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/04Apparatus utilising compressed air or other gas acting directly or indirectly on beverages in storage containers
    • B67D1/0412Apparatus utilising compressed air or other gas acting directly or indirectly on beverages in storage containers the whole dispensing unit being fixed to the container
    • B67D1/0418Apparatus utilising compressed air or other gas acting directly or indirectly on beverages in storage containers the whole dispensing unit being fixed to the container comprising a CO2 cartridge for dispensing and carbonating the beverage

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Devices For Dispensing Beverages (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET AFGEVEN VAN EEN VLOEISTOF
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afgeven van een vloeistof.
De laatste jaren is het gebruik van een biertapinrichting voor huiselijk gebruik steeds meer in 5 zwang geraakt. Gebruik wordt bijvoorbeeld gemaakt van een gesloten houder, in het bijzonder een blik, waarin het bier zich bevindt. Aan de houder sluit een koolzuurpatroon aan voor het met koolzuurgas onder druk belasten van het bier. Hierdoor vindt effectief een 10 (additionele) opname van koolzuur in het bier plaats en tevens kan het gas onder druk dienst doen als drijfmiddel voor het via daartoe bestemde voorzieningen naar een tapkraan drijven van het bier.
Het is een doel van de uitvinding, een 15 inrichting voor het afgeven van een vloeistof, bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, bier, zodanig uit te voeren, dat de inrichting een superieur bedieningsgemak en constructie vertoont en niettemin een eenvoudige constructie bezit.
20 Met het oog hierop verschaft de uitvinding een inrichting voor het afgeven van een vloeistof, welke inrichting omvat: een gesloten vat, waarin de vloeistof is opgenomen; 25 een drager voor een patroon met gas onder druk, welke patroon een door middel van van buitenaf met de hand bedienbare eerste bedieningsmiddelen verbreekbare afdichting bezit, en de drager verbreekmiddelen omvat voor het verbreken van de afdichting, zodanig, dat gas 30 door de patroon wordt afgegeven; met de drager gekoppelde drukreductiemiddelen 1032672 2 die aan de verbreekmiddelen aansluiten voor ontvangst van gas onder druk en die ontvangen gas onder gereduceerde druk afgeven aan de ruimte binnen het vat voor het met gas onder een zekere overdruk belasten van de daarin 5 aanwezige vloeistof; een stijgleiding, die zich in het vat uitstrekt vanaf de bodemzone daarvan naar de ingang van een onder invloed van retourveermiddelen normaal gesloten keerklep, waarvan de uitgang aan de bovenzijde van het vat 10 uitmondt; een aan de bovenzijde van het vat aanwezig afgiftekanaal, waarvan de ingang althans in bedrijfsstand afdichtend met de uitgang van de keerklep verbonden is en waarvan de uitgang in dat geval buiten het vat uitsteekt 15 voor het afgeven van vloeistof; in de bedrijfsstand van buiten af met de hand bedienbare tweede bedieningsmiddelen voor het tegen de werking van de retourveermiddelen verplaatsen van het kleplichaam van de keerklep, waardoor de keerklep wordt 20 geopend, een en ander zodanig, dat door de overdruk van het gas in het vat vloeistof via de stijgleiding, de geopende keerklep en het afgiftekanaal naar de uitgang van het afgiftekanaal wordt gedrukt en daar wordt afgegeven, 25 waarbij de verbreekmiddelen een holle naald omvatten voor het perforeren van de afdichting bij een axiale verplaatsing van de patroon ten opzichte van de verbreekmiddelen als gevolg van bediening van de eerste bedieningsmiddelen; en 30 waarbij een transmissie een verplaatsing van de eerste bedieningsmiddelen vanuit de ruststand naar de bedrijfsstand omzet in de genoemde axiale verplaatsing van de patroon ten opzichte van de holle naald.
Opgemerkt wordt, dat de inrichting niet tot het 35 gebruik van specifieke vloeistoffen beperkt is. Primair wordt gedacht aan al dan niet koolzuurhoudende dranken, maar ook het gedoseerd afgeven van andere vloeistoffen past binnen het kader van de uitvinding. Zelfs kan worden
V
3 gedacht aan vloeistoffen met een verhoogde viscositeit, zelfs min of meer pasteuze massa's, zoals mayonaise, mosterd, tomatenketchup en dergelijke.
Als drijfgas komt in vele gevallen koolzuurgas 5 als eerste optie in aanmerking. In het geval waarin koolzuurgas ongewenste effecten zou hebben, bijvoorbeeld het veroorzaken van een licht zurige smaak van een drank, zou in plaats van koolzuurgas het gebruik van stikstofgas overwogen kunnen worden. Bijvoorbeeld voor het afgeven 10 van essentieel niet-zure dranken als chocolademelk, koffie en dergelijke, is stikstofgas een betere keuze in verband met zijn volledige smaak-neutrale karakter.
De patroon voor gas onder druk kan bij voorkeur van bovenaf in omgekeerde stand in de houder worden 15 gebracht. De verbreekmiddelen bevinden zich dan aan de onderzijde en zijn naar de aan de onderzijde van de drager aangebrachte geperforeerde naald gericht.
De bedieningsmiddelen kunnen een gewenste vrijheidsgraad of ook meerdere vrijheidsgraden bezitten. 20 In een bepaalde uitvoering vertoont de inrichting volgens de uitvinding de bijzonderheid, dat de bedieningsmiddelen een met de hand beweegbare arm omvatten. Deze arm kan bijvoorbeeld zijn ingericht om te zwenken over een zekere hoek, bijvoorbeeld geheel kunnen 25 omklappen over 180°, en in een bepaald vlak, bijvoorbeeld een horizontaal of verticaal vlak, ingericht zijn om te verschuiven, of een combinatie van een aantal translatie-en/of rotatie-vrijheidsgraden bezitten.
Bijvoorbeeld kan de arm in elke ergonomisch 30 toepasbare richting en vlak zwenkbaar zijn.
Volgens een aspect van de uitvinding vertoont de inrichting de bijzonderheid, dat het vat een blik is, omvattende een bodem met een daarmee afdichtend verbonden romp met de mondrand van welke romp een bovenwand 35 afdichtend is verbonden, bijvoorbeeld door middel van een felsverbinding. Het voordeel van deze uitvoering is, dat een blik mechanisch sterk en goedkoop is en in de meeste gevallen een val zal doorstaan zonder zijn integriteit te 4 verliezen.
Volgens een aspect van de uitvinding vertoont de inrichting de bijzonderheid, dat de bovenwand een na het met vloeistof vullen van het vat met een prop 5 gesloten, bij voorkeur centrale, vulopening vertoont.
Volgens een belangrijk aspect van de uitvinding vertoont de inrichting de bijzonderheid, dat althans de drager, de verbreekmiddelen, de drukreductiemiddelen, de stijgleiding, de keerklep en het afgiftekanaal tot een 10 eerste eenheid zijn samengesteld en de bovenwand van het vat een opening vertoont, waarin die eenheid, eventueel wegneembaar, afdichtend is ingestoken. Deze eenheid kan vooraf worden geassembleerd en in één eenvoudige handeling afdichtend worden ingestoken in de opening.
15 Deze laatste handeling kan voor of na het vullen van het vat plaatsvinden. Duidelijk moge zijn, dat de eenheid zodanig in het gat moet zijn ingestoken, dat er geen risico bestaat, dat hij onder invloed van de gasdruk in het vat naar buiten wordt gedreven, althans zijn 20 afdichtende karakter verliest.
Zeer praktisch is een uitvoering, waarin de arm tevens het afgiftekanaal is.
Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een structuur, waarin de arm althans min of meer evenwijdig 25 aan de bovenwand van het vat zwenkbaar is.
Met het oog op opslag en transport kan volgens een belangrijk aspect van de uitvinding de inrichting de bijzonderheid vertonen, dat de projectie van de arm in de ruststand binnen de omtrek van de bovenwand van het vat 30 ligt.
Technisch eenvoudig realiseerbaar is een uitvoering waarin de arm zwenkbaar met de drager verbonden is.
In een voorkeursuitvoering vertoont deze 35 laatste variant de bijzonderheid, dat de zwenkhartlijn in hoofdzaak samenvalt met de hartlijn van de drager.
Ir. een praktische uitvoering vertoont de inrichting het kenmerk, dat aan de bovenzijde van de 5 drager een aandrukkap roteerbaar is aangebracht, welke aandrukkap voor rotatie geborgd met de arm gekoppeld is, en door middel van een schroeftransmissie met de drager verbonden is, zodanig dat door rotatie van de arm en 5 corresponderende zwenking van de aandrukkap deze aandrukkap tevens een omlaag gerichte verplaatsing ondergaat en aldus de patroon omlaag drukt, zodanig dat de holle naald de afdichting perforeert.
In het algemeen dient begrepen te worden, dat 10 de arm dient voor het doen uitvoeren van een relatieve axiale verplaatsing van de patroon voor gas onder druk ten opzichte van de holle naald. Zodra deze arm in zijn bedrijfspositie is beland, krijgt hij de functie van afgiftekanaal en steekt het einde daarvan buiten het vat 15 uit, zodanig dat een gebruiker een opvanghouder, zoals een glas, kop of beker onder de afgifteopening kan houden. Het tappen van de vloeistof kan vervolgens plaatsvinden door bediening van de tweede bedieningsmiddelen, die er uitsluitend op gericht zijn, 20 het kleplichaam van de keerklep tegen de werking van de retourveermiddelen in te verplaatsen, zodanig, dat het kleplichaam vrij komt van de klepzitting en de klep wordt geopend.
Volstaan zou kunnen worden met een drukknop, 25 waarmee het kleplichaam wordt verplaatst. De voorkeur wordt echter gegeven aan een uitvoering, waarin de tweede bedieningsmiddelen een taphendel omvatten.
Volgens weer een ander aspect van de uitvinding vertoont de inrichting de bijzonderheid, dat met de 30 bovenste omtreksrand van het vat een opzetstuk eventueel losneembaar is gekoppeld, waarin de boven de bovenste omtreksrand van het vat uitstekende onderdelen in de ruststand in hoofdzaak verzonken opgenomen zijn, zodanig, dat de inrichting stapelbaar is met gelijke inrichtingen. 35 Deze laatste uitvoering kan met voordeel het kenmerk vertonen, dat het opzetstuk een als draaghandgreep dienst doend doorgaand gat vertoont.
Volgens een volgend aspect van de uitvinding 6 vertoont de inrichting het kenmerk, dat de taphendel in een verticaal vlak zwenkbaar door het opzetstuk wordt gedragen en is ingericht om voor het openen van de keerklep een tegen de werking van de retourveermiddelen 5 gerichte drukkracht op het kleplichaam van de keerklep uit te oefenen.
Zoals hiervoor beschreven, dient het afgiftekanaal, tevens arm, vanuit zijn opslag- en transport-rustpositie voorafgaand aan het gebruik van de 10 inrichting vanuit die ruststand naar zijn bedrijfsstand te worden verplaatst. In deze bedrijfsstand sluit de ingang van het afgiftekanaal afdichtend aan aan de uitgang van de keerklep. In verband hiermee kan de inrichting de bijzonderheid vertonen, dat de uitgang van 15 de keerklep een zekere flexibiliteit bezit, zodanig, dat het afgiftekanaal ten opzichte daarvan vanuit de ruststand in de bedrijfsstand kan worden geplaatst en in de bedrijfsstand de onderlinge afdichting van de uitgang van de keerklep en de ingang van het afgiftekanaal 20 verzekerd is.
De nagestreefde flexibiliteit kan worden gerealiseerd door de uitgang van de keerklep uit te voeren in een zacht, bijvoorbeeld rubberachtig materiaal. Als alternatief of in combinatie daarmee kan ook gebruik 25 worden gemaakt van een uitgangsbuis van de keerklep met een geringe wanddikte. Ook kan de wanddikte naar buiten toe afnemen.
Er zijn nog andere mogelijkheden denkbaar om de vereiste afdichting tussen de uitgang van de keerklep en 30 de ingang van de afdichtkraan te verzekeren. Zo kan volgens weer een ander aspect van de uitvinding de inrichting de bijzonderheid vertonen, dat de uitgang van de keerklep en de ingang van het afgiftekanaal op corresponderende wijze afgeschuind zijn.
35 Volgens een verder aspect kan met voordeel de inrichting volgens de uitvinding zijn voorzien van verzegelmiddelen, die uitsluitend uiterlijk herkenbaar verbreekbaar zijn en slechts in verbroken toestand het 7 vanuit de ruststand verplaatsen van de eerste bedieningsmiddelen en/of het verbreken van de afdichting van de patroon met gas onder druk mogelijk maken.
Volgens weer een verder aspect van de 5 uitvinding kan de inrichting met voordeel de bijzonderheid vertonen, dat aan de eerste bedieningsmiddelen afdekmiddelen zijn toegevoegd, welke afdekmiddelen de uitgang van de keerklep in de ruststand afdekken.
10 Beschreven is reeds de mogelijkheid, dat althans de drager, de verbreekmiddelen, de drukreductiemiddelen, de stijgleiding, de keerklep en het afgiftekanaal tot een eerste eenheid zijn samengesteld en de bovenwand van het vat een opening vertoont, waarin die 15 eerste eenheid afdichtend is ingestoken. Als alternatief kan de inrichting volgens de uitvinding de bijzonderheid vertonen, dat de bovenwand van het vat een eerste opening bezit waarin een tweede eenheid, omvattende de drager, de verbreekmiddelen en de drukreductiemiddelen, eventueel 20 wegneembaar, afdichtend is ingestoken, en een tweede opening bezit, waarin een derde eenheid, omvattende de stijgleiding, de keerklep en het afgiftekanaal, eventueel wegneembaar, afdichtend is ingestoken.
De bovenwand van het vat zal in het algemeen 25 conform de stand der techniek van een vulopening voorzien zijn die, eveneens volgens de stand der techniek, na het met vloeistof vullen van het vat, door een prop wordt afgesloten. Van deze vulopening kan desgewenst met voordeel gebruik worden gemaakt. De vulopening wordt na 30 het vullen van het vat niet met een prop afgesloten maar gebruikt als eerste opening of tweede opening. Hierdoor kan het aantal openingen in de bovenwand beperkt blijven tot twee.
Het onderbrengen van zowel de aansluiting voor 35 een stijgleiding als een patroon voor gas onder druk in één eenheid biedt voordelen bij het vullen en vervolgens sluiten van het vat op de afvullijn. Een dergelijke eenheid, waarbij de stijgleiding en de gaspatroon althans 8 ten dele in het vat steken, is bijvoorbeeld bekend uit ΕΡ-Α-0 149 352.
Bij de drankhouder zoals bekend uit US-A-5 110 012 steken zowel de stijgleiding als de patroon voor gas 5 onder druk volledig in de drankhouder en zijn tot één eenheid geïntegreerd met de afsluitdop voor de drankhouder.
Wanneer de patroon met gas onder druk tijdens het afvullen van de houder en in de logistieke keten naar 10 de eindgebruiker niet is geactiveerd, kan geen ongewenste toevoer van gas naar de drankhouder en als gevolg daarvan ook geen drukopbouw in die houder ontstaan.
EP-A-1 642 862 toont en beschrijft een drankhouder met een patroon met koolzuurgas onder druk, 15 waarbij het aanprikken van de patroon door middel van van buitenaf bedienbare bedieningsmiddelen, dus buiten de drankhouder wordt geactiveerd. Na een eerste ingebruikneming wordt de instelling van de gaspatroon automatisch geblokkeerd.
20 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen van één uitvoeringsvoorbeeld. In de tekeningen tonen: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens de uitvinding in de ruststand voor 25 opslag en transport; figuur 2 een met figuur 1 corresponderend aanzicht van de inrichting in gebruiksklare toestand; figuur 3 een met de figuren 1 en 2 corresponderend aanzicht van de situatie, waarin een 30 gebruiker op het punt staat vloeistof uit het vat te tappen; figuur 4 een bovenaanzicht van een inrichting in de situatie volgens figuur 1 met weglating van het opzetstuk; 35 figuur 5 een bovenaanzicht van de inrichting in de situatie volgens de figuren 2 en 3 met weglating van het opzetstuk; figuur 6 een gedeeltelijke dwarsdoorsnede door 9 de inrichting in de situatie volgens figuur 1; figuur 7 een met figuur 6 corresponderend aanzicht in de situatie volgens figuur 2; en figuur 8 een met de figuren 6 en 7 5 corresponderend aanzicht van de in figuur 3 getoonde situatie, waarin de keerklep geopend is en vloeistof wordt afgegeven.
Terwille van de overzichtelijkheid van de tekeningen is in de figuren 6, 7 en 8, die alledrie 10 dwarsdoorsneden zijn, afgezien van het tekenen van arceringen.
De figuren tonen een als blik uitgevoerd vat 1, bijvoorbeeld met een inhoud van enkele liters, voor huiselijk gebruik. Het vat is gevuld met een vloeistof, 15 bijvoorbeeld bier.
Het vat is op hierna te beschrijven wijze afdichtend gesloten door een bovenwand 2, die met de mondrand van de romp van het vat is verbonden door middel van een felsrand 3, zie de figuren 6, 7 en 8. Op het 20 gesloten en gevulde vat is een opzetstuk 4 van een stijve kunststof aangebracht. Het opzetstuk 4 is door middel van een niet-getekende snapverbinding stevig gekoppeld met de felsrand 3. Het opzetstuk vertoont een zodanige vorm met doorgaande openingen, dat een deel 5 als draaghandgreep 25 van de gevulde houder met toebehoren kan dienen.
Het opzetstuk 4 draagt een in een verticaal vlak zwenkbare taphendel 6 met een bedieningsuitsteeksel 7, dat drukkend kan samenwerken met het kleplichaam van een hierna te beschrijven keerklep voor het tappen van 30 vloeistof uit het vat.
In figuur 1 bevindt de inrichting 8 volgens de uitvinding, dat wil zeggen het vat 1 met het opzetstuk 4 en alle verdere toebehoren, zich in zijn rustpositie voor opslag en transport.
35 Met de bovenwand 2 is, zoals ook uit de figuren 6, 7 en 8 blijkt, een arm 9 zwenkbaar verbonden. Figuur 2 toont met een pijl 10 de zwenkende verplaatsing van de arm 9 vanuit de in figuur 1 getoonde ruststand naar de in 10 figuur 2 getoonde bedrijfsstand.
In de ruststand volgens figuur 1 bevindt de projectie van de arm 9 zich binnen de omtrek van het vat. Hierdoor wordt de handelbaarheid van de inrichting 8 in 5 deze stand voor opslag en transport niet nadelig beïnvloed.
In de in figuur 2 getoonde situatie heeft de gebruiker de arm 9 in de figuren naar rechts gezwenkt volgens pijl 10 en is de inrichting 8 gereed voor het 10 tappen van vloeistof. Daartoe verplaatst de gebruiker de aanvankelijk in het opzetstuk 4 verzonken taphendel vanuit zijn in de figuren 1 en 2 getoonde stand naar de in figuur 3 getoonde tapstand. De betreffende verplaatsing is met een pijl 11 aangeduid.
15 Uit de figuren 2 en 3 blijkt, dat de arm 9 tevens de functie van afgiftekanaal vervult. Op welke wijze deze functie wordt gerealiseerd, zal worden verduidelijkt aan de hand van de figuren 6, 7 en 8.
Van belang is het, dat de arm wordt gedragen 20 door een kap 12, die tevens een afdekelement 13 draagt, dat in de ruststand volgens figuur 1 de uitgang van de hierna te beschrijven keerklep afdekt en aldus beschermt tegen vervuiling en beschadiging.
De figuren 4 en 5 tonen, dat de bovenwand 2 een 25 centrale vulopening 14 bezit, die na het vullen van het vat met vloeistof afdichtend en drukbestendig is gesloten door middel van een prop 15. Hiervoor wordt tevens verwezen naar de figuren 6, 7 en 8.
In figuur 6 is door middel van een streep-30 stippellijn 16 de hartlijn van het vat 1, van de vulopening 14 en van de prop 15 aangeduid.
De streep-stippellijn 39 is zowel de zwenkhartlijn van de arm 9 als de hartlijn van de drager 19.
35 De bovenwand 2 vertoont een tweede opening 17, waarvan de contouren ook in de figuren 4 en 5 zijn getekend.
In deze tweede opening is een integrale eenheid 11 18 drukbestendig afdichtend ingestoken, welke eenheid omvat: een hulsvormige drager 19 voor een koolzuurgaspatroon 20, een holle naald 21 met afgeschuinde voorrand voor het perforeren van de 5 afdichting 22 van de patroon 20, een aan de naald 21 aansluitende drukreductie-eenheid 23 van op zichzelf bekend type, een stijgleiding 24 en een keerklep 25.
In de in figuur 6 getoonde situatie wordt de patroon 20 in rust gedragen en is de afdichting 22 nog 10 intact.
Vanaf de bovenzijde kan de patroon 20 axiaal omlaag worden gedrukt door middel van hierna getekende middelen. Deze axiale omlaag gerichte verplaatsing is in fiuguur 7 met een pijl 26 aangeduid.
15 Gebruik wordt gemaakt van aandrukmiddelen, omvattende een tweede kap 27, die door middel van een schroef-achtige overbrenging omlaag wordt verplaatst bij het uitvoeren van de zwenkbeweging vanuit de ruststand volgens figuur 1 naar de bedrijfsstand volgens figuur 2. 20 Daartoe is de kap 27 voor rotatie geborgd door rotatieborgmiddelen 28 zwenkend aandrijfbaar door de arm 9. Door deze zwenkbeweging wordt als gevolg van de aanwezigheid van een schroefachtige transmissie 29 omlaag verplaatst volgens pijl 26. Hierdoor wordt conform figuur 25 7 de afdichting 22 geperforeerd en wordt koolzuurgas onder hoge druk, bijvoorbeeld 80 bar, door de holle naald 21 heen naar de drukreductie-eenheid 23 gebracht, waar de druk effectief wordt gereduceerd tot een praktische werkdruk in de orde van 0,8 - 1,0 bar. Koolzuurgas onder 30 deze gereduceerde druk wordt door openingen 30 aan het vat afgegeven. Aldus wordt de vloeistof in het vat na het aanslaan van de koolzuurpatroon 20 belast door koolzuurgas onder een druk van 0,8 - 1,0 bar.
De keerklep 25, die een kleplichaam 31 en een 35 klepzitting 32 omvat, is aanvankelijk nog in zijn gesloten toestand volgens de figuren 6 en 7. Het kleplichaam is belast door een retourveer 34, die het kleplichaam 31 afdichtend tegen de klepzitting 32 drukt.
12
Aan de ingang 33 van de keerklep 25 sluit de stijgleiding 24 aan, die bestemd is voor het vanaf de bodemzone van het vat omhoog brengen van vloeistof onder invloed van de druk van het drijfgas, het koolzuurgas onder druk.
5 Daartoe wordt tijdens het tappen het kleplichaam 31 omlaag gedrukt. Daartoe wordt volgens figuur 8 de kap 12 volgens een pijl 35 omlaag gedrukt tegen de werking van een tweede retourveer 35. Zoals figuur 8 toont, wordt hierdoor het kleplichaam omlaag gedrukt tegen de werking 10 van de retourveer 33. Aldus wordt de keerklep geopend en kan vloeistof via de stijgleiding 24 de keerklep passeren. Inmiddels is, namelijk bij de overgang tussen de figuren 6 en 7 (en de figuren 1 en 2), de ingang 36 van de arm annex afgiftekanaal 9 afdichtend 15 gepositioneerd boven de uitgang 37 van de keerklep 25, zodanig, dat vloeistof door het afgiftekanaal kan worden afgegeven via de afgifte-opening 38. De vloeistofstroom is met pijlen 39 schematisch aangeduid.
Niet getekend is, dat in de in figuur 1 20 getoonde situatie de arm 9 ten opzichte van het opzetstuk 4 verzegeld is. Hiertoe kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een bekende relatief zwakke verzegeling die sterk gehecht is aan beide relevante vlakken. Zodra door een gebruiker respectievelijk een kwaadwillige de arm 9 25 wordt verplaatst in de richting van pijl 10 volgens figuur 2 wordt de verbinding onherroepelijk onherstelbaar beschadigd, hetgeen voor een bonafide koper onmiddellijk zichtbaar is.
De kap 12 kan bijvoorbeeld met een bajonet-30 achtige structuur met een tweede kap 27 gekoppeld worden voor assemblage.
Terwille van een goede afdichting kan het kleplichaam 31 bijvoorbeeld van een zachte kunststof zijn vervaardigd zoals LLDPE. Als alternatief of in combinatie 35 kan ook de klepzitting van een dergelijke kunststof vervaardigd zijn.
De stijgleiding 24 kan zijn uitgevoerd als een slang van een geschikt materiaal, bijvoorbeeld PE.
13
Het zal duidelijk zijn, dat in geval van dranken voor menselijke consumptie alle met de drank in aanraking komende vlakken en onderdelen van een daarvoor goedgekeurd materiaal moeten zijn vervaardigd 5 respectievelijk daarmee zijn afgedekt.
★ ik -k -k ★ 1032672

Claims (22)

1. Inrichting voor het afgeven van een vloeistof, welke inrichting omvat: een gesloten vat, waarin de vloeistof is opgenomen/ 5 een drager voor een patroon met gas onder druk, welke patroon een door middel van van buitenaf met de hand bedienbare eerste bedieningsmiddelen verbreekbare afdichting bezit, en de drager verbreekmiddelen omvat voor het verbreken van de afdichting, zodanig, dat gas 10 door de patroon wordt afgegeven; met de drager gekoppelde drukreductiemiddelen die aan de verbreekmiddelen aansluiten voor ontvangst van gas onder druk en die ontvangen gas onder gereduceerde druk afgeven aan de ruimte binnen het vat voor het met 15 gas onder een zekere overdruk belasten van de daarin aanwezige vloeistof; een stijgleiding, die zich in het vat uitstrekt vanaf de bodemzone daarvan naar de ingang van een onder invloed van retourveermiddelen normaal gesloten keerklep, 20 waarvan de uitgang aan de bovenzijde van het vat uitmondt; een aan de bovenzijde van het vat aanwezig afgiftekanaal, waarvan de ingang althans in bedrijfsstand afdichtend met de uitgang van de keerklep verbonden is en 25 waarvan de uitgang in dat geval buiten het vat uitsteekt voor het afgeven van vloeistof; in de bedrijfsstand van buiten af met de hand bedienbare tweede bedieningsmiddelen voor het tegen de werking van de retourveermiddelen verplaatsen van het 30 kleplichaam van de keerklep, waardoor de keerklep wordt geopend, een en ander zodanig, dat door de overdruk van het gas in het vat vloeistof via de stijgleiding, de geopende keerklep en het afgiftekanaal naar de uitgang van het afgiftekanaal wordt gedrukt en daar wordt afgegeven, 5 waarbij de verbreekmiddelen een holle naald omvatten voor het perforeren van de afdichting bij een axiale verplaatsing van de patroon ten opzichte van de verbreekmiddelen als gevolg van bediening van de eerste bedieningsmiddelen; en 10 waarbij een transmissie een verplaatsing van de eerste bedieningsmiddelen vanuit de ruststand naar de bedrijfsstand omzet in de genoemde axiale verplaatsing van de patroon ten opzichte van de holle naald.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de bedieningsmiddelen een met de hand beweegbare arm omvatten.
3. Inrichting volgens een der voorgaande 20 conclusies, waarin de vloeistof een drank, zoals vruchtensap, mineraalwater, bijvoorbeeld een koolzuurhoudende drank, zoals bier, frisdrank, koolzuurhoudend mineraalwater, of dergelijke is.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin het vat een blik is, omvattende een bodem met een daarmee afdichtend verbonden romp, met de mondrand van welke romp een bovenwand afdichtend is verbonden, bijvoorbeeld door middel van een 30 felsverbinding.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin de bovenwand een na het met vloeistof vullen van het vat met een prop gesloten, bij voorkeur 35 centrale, vulopening vertoont.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin althans de drager, de verbreekmiddelen, de drukreductiemiddelen, de stijgleiding, de keerklep en het afgiftekanaal tot een eerste eenheid zijn samengesteld en de bovenwand van het vat een opening vertoont, waarin die eenheid, eventueel 5 wegneembaar, afdichtend is ingestoken.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin de arm tevens het afgiftekanaal is.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarin de arm althans min of meer evenwijdig aan de bovenwand van het vat zwenkbaar is.
9. Inrichting volgens conclusie 7, waarin de 15 projectie van de arm in de ruststand binnen de omtrek van de bovenwand van het vat ligt.
10. Inrichting volgens een der conclusies 7 -9, waarin de arm zwenkbaar met de drager verbonden is. 20
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarin de zwenkhartlijn in hoofdzaak samenvalt met de hartlijn van de drager.
12. Inrichting volgens conclusie 11, waarin aan de bovenzijde van de drager een aandrukkap roteerbaar is aangebracht, welke aandrukkap voor rotatie geborgd met de arm gekoppeld is, en door middel van een schroeftransmissie met de drager verbonden is, zodanig 30 dat door zwenking van de arm en corresponderende rotatie van de aandrukkap deze aandrukkap tevens een omlaag gerichte verplaatsing ondergaat en aldus de patroon omlaag drukt, zodanig dat de holle naald de afdichting perforeert.
13. Inrichting volgens' een der voorgaande conclusies, waarin de tweede bedienir.gsmiddelen een taphendel omvatten. 35
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin met de bovenste omtreksrand van het vat een opzetstuk eventueel losneembaar is gekoppeld, 5 waarin de boven de bovenste omtreksrand van het vat uitstekende onderdelen in de ruststand in hoofdzaak verzonken opgenomen zijn, zodanig, dat de inrichting stapelbaar is met gelijke inrichtingen.
15. Inrichting volgens conclusie 14, waarin het opzetstuk een als draaghandgreep dienst doend doorgaand gat vertoont.
16. Inrichting volgens conclusie 14 of 15, 15 waarin de taphendel in een verticaal vlak zwenkbaar door het opzetstuk wordt gedragen en is ingericht om voor het openen van de keerklep een tegen de werking van de retourveermiddelen gerichte drukkracht op het kleplichaam van de keerklep uit te oefenen. 20
17. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin de uitgang van de keerklep een zekere flexibiliteit bezit, zodanig, dat het afgiftekanaal ten opzichte daarvan vanuit de ruststand in de bedrijfsstand 25 kan worden geplaatst en in de bedrijfsstand de onderlinge afdichting van de uitgang van de keerklep en de ingang van het afgiftekanaal verzekerd is.
18. Inrichting volgens een der voorgaande 30 conclusies, waarin de uitgang van de keerklep en de ingang van het afgiftekanaal op corresponderende wijze afgeschuind zijn.
19. Inrichting volgens een der voorgaande 35 conclusies, omvattende verzegelmiddelen, die uitsluitend uiterlijk herkenbaar verbreekbaar zijn en slechts in verbroken toestand het vanuit de ruststand verplaatsen van de eerste bedieningsmiddelen en/of het verbreken van de afdichting van de patroon met gas onder druk mogelijk ma ken.
20. Inrichting volgens een der voorgaande 5 conclusies, waarin aan de eerste bedieningsmiddelen afdekmiddelen zijn toegevoegd, welke afdekmiddelen de uitgang van de keerklep in de ruststand afdekken.
21. Inrichting volgens een der voorgaande 10 conclusies, waarin de bovenwand van het vat een eerste opening bezit waarin een tweede eenheid, omvattende de drager, de verbreekmiddelen en de drukreductiemiddelen, eventueel wegneembaar, afdichtend is ingestoken, en een tweede opening bezit, waarin een derde eenheid, 15 omvattende de stijgleiding, de keerklep en het afgiftekanaal, eventueel wegneembaar, afdichtend is ingestoken.
22. Inrichting volgens conclusie 21, waarin de 20 bovenwand een vulopening vertoont, welke vulopening tevens de eerste opening of de tweede opening is. + ★ ★ ★ ★ 25
NL1032672A 2006-10-13 2006-10-13 Inrichting voor het afgeven van een vloeistof. NL1032672C1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032672A NL1032672C1 (nl) 2006-10-13 2006-10-13 Inrichting voor het afgeven van een vloeistof.
PCT/NL2007/000261 WO2008044923A1 (en) 2006-10-13 2007-10-15 Device for dispensing a fluid
NL1034518A NL1034518C2 (nl) 2006-10-13 2007-10-15 Inrichting voor het afgeven van een vloeistof.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032672 2006-10-13
NL1032672A NL1032672C1 (nl) 2006-10-13 2006-10-13 Inrichting voor het afgeven van een vloeistof.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1032672C1 true NL1032672C1 (nl) 2008-04-15

Family

ID=37907039

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1032672A NL1032672C1 (nl) 2006-10-13 2006-10-13 Inrichting voor het afgeven van een vloeistof.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1032672C1 (nl)
WO (1) WO2008044923A1 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8070023B2 (en) 2007-03-09 2011-12-06 On Tap Llc Beverage dispensing assembly
US8038039B2 (en) 2008-05-19 2011-10-18 Millercoors, Llc Regulated fluid dispensing device and method of dispensing a carbonated beverage
US8191740B2 (en) 2008-05-19 2012-06-05 Millercoors, Llc Modular constructed regulated fluid dispensing device
US8052012B2 (en) 2008-05-19 2011-11-08 Millercoors, Llc Regulated fluid dispensing device and method of dispensing a carbonated beverage
DE102008056990A1 (de) 2008-11-12 2010-05-20 SCHäFER WERKE GMBH Getränkebehälter, hergestellt aus einem thermoplastischen Kunststoff, insbesondere PET
JP5975289B2 (ja) * 2009-07-21 2016-08-23 カムボウリス,アムブロシオス 炭酸飲料ディスペンサ
CH712153A1 (de) * 2016-02-29 2017-08-31 Cupic Aleksandar Trinkflasche mit einem volumenumschliessenden Flaschenkörper und einem auf dem Flaschenhals montierbaren Deckel mit einer Karbonisierungseinheit.
BR102021005420A2 (pt) * 2021-03-22 2022-09-27 Ambev S.A Conjunto de pressurização de bebida e sistema de pressurização e dispensa de bebida em um recipiente de bebida

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE755632A (fr) * 1969-09-03 1971-02-15 Baltzer Walter Recipient sous pression pourvu d'une capsule de gaz sous pression
JP4044650B2 (ja) * 1997-09-01 2008-02-06 サッポロビール株式会社 炭酸飲料注出方法および炭酸飲料注出装置
NL1020651C2 (nl) * 2002-05-22 2003-11-25 Heineken Tech Services Drankcontainer voorzien van afgifteventiel met verbeterd bedieningsmiddel en antidruppel middelen.
NL1023968C2 (nl) * 2003-07-21 2005-01-24 Heineken Tech Services Drukregelaar voor houder voor koolzuurhoudende drank.
US7845522B2 (en) * 2005-02-02 2010-12-07 Sturman Bg, Llc Integrated and disposable dispenser assembly

Also Published As

Publication number Publication date
WO2008044923A1 (en) 2008-04-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1032672C1 (nl) Inrichting voor het afgeven van een vloeistof.
KR102526822B1 (ko) 용기
US6745922B1 (en) Container for storing and dispensing beverage, in particular beer
RU2739371C1 (ru) Система для приготовления напитка, картридж и блок приготовления напитков
US5984141A (en) Beverage storage and mixing device
JP6166844B2 (ja) 飲料を作製および分配供給するための、カプセルを利用するシステム
US7798054B2 (en) Dispensing of a substance
AU2005284503B2 (en) A dispensing line for a dispensing system
NL1032709C2 (nl) Inrichting voor het afgeven van een vloeistof.
US5325996A (en) Beverage vessel with flavoring concentrate dispenser
US20110036451A1 (en) Device for dosed dispensing of a liquid from a composite container and method for filling the composite container ("liquid dispensing flair")
EP0675849B1 (en) A dispenser head
WO2016148220A1 (ja) 容器
EP0759007B1 (en) Container cover and dispensing device
WO2006029626A1 (en) A dispensing device for a dispensing system
NL1012802C2 (nl) Container voor het opslaan en afgeven van drank, in het bijzonder bier.
US20040007589A1 (en) Device and method for dispensing carbonated beverages
EP3630647A2 (en) Apparatus, systems and methods for dispensing drinks, food, and other liquids
US20090014446A1 (en) Pressure top for beverage-containing vessels and method for its operation
GB2089322A (en) Method and means for dispensing a beverage
US6253965B1 (en) Valve heads for soft drink bottles and the like
WO2007105934A1 (en) Package and dispenser for beverages.
NL1034518C2 (nl) Inrichting voor het afgeven van een vloeistof.
KR20150037802A (ko) 병뚜껑
KR101569493B1 (ko) 병뚜껑

Legal Events

Date Code Title Description
V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20121013