NL1032588C2 - Horizontale put. - Google Patents

Horizontale put. Download PDF

Info

Publication number
NL1032588C2
NL1032588C2 NL1032588A NL1032588A NL1032588C2 NL 1032588 C2 NL1032588 C2 NL 1032588C2 NL 1032588 A NL1032588 A NL 1032588A NL 1032588 A NL1032588 A NL 1032588A NL 1032588 C2 NL1032588 C2 NL 1032588C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
water
well
polysaccharide
drilling
oxidizable
Prior art date
Application number
NL1032588A
Other languages
English (en)
Inventor
Harmannus Timmer
Bernardus Martinus Pittens
Johannes Blok
Wilhelmus Hendrikus Van De Zon
Original Assignee
Oasen N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oasen N V filed Critical Oasen N V
Priority to NL1032588A priority Critical patent/NL1032588C2/nl
Priority to NL1034434A priority patent/NL1034434C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1032588C2 publication Critical patent/NL1032588C2/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09KMATERIALS FOR MISCELLANEOUS APPLICATIONS, NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE
    • C09K8/00Compositions for drilling of boreholes or wells; Compositions for treating boreholes or wells, e.g. for completion or for remedial operations
    • C09K8/02Well-drilling compositions
    • C09K8/04Aqueous well-drilling compositions
    • C09K8/06Clay-free compositions
    • C09K8/08Clay-free compositions containing natural organic compounds, e.g. polysaccharides, or derivatives thereof
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09KMATERIALS FOR MISCELLANEOUS APPLICATIONS, NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE
    • C09K8/00Compositions for drilling of boreholes or wells; Compositions for treating boreholes or wells, e.g. for completion or for remedial operations
    • C09K8/02Well-drilling compositions
    • C09K8/04Aqueous well-drilling compositions
    • C09K8/06Clay-free compositions
    • C09K8/12Clay-free compositions containing synthetic organic macromolecular compounds or their precursors
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09KMATERIALS FOR MISCELLANEOUS APPLICATIONS, NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE
    • C09K8/00Compositions for drilling of boreholes or wells; Compositions for treating boreholes or wells, e.g. for completion or for remedial operations
    • C09K8/52Compositions for preventing, limiting or eliminating depositions, e.g. for cleaning
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03BINSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
    • E03B3/00Methods or installations for obtaining or collecting drinking water or tap water
    • E03B3/06Methods or installations for obtaining or collecting drinking water or tap water from underground
    • E03B3/08Obtaining and confining water by means of wells
    • E03B3/14Obtaining and confining water by means of wells by means of horizontal or oblique wells
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A20/00Water conservation; Efficient water supply; Efficient water use

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Treatment Of Water By Oxidation Or Reduction (AREA)
  • Compositions Of Macromolecular Compounds (AREA)

Description

Titel: horizontale put
De uitvinding heeft betrekking op het vervaardigen van een put voor wateronttrekking, op een put voor wateronttrekking en op een werkwijze voor het onttrekken van water aan een watervoerend pakket.
Er zijn verscheidene ontwerpprincipes bekend voor het 5 vervaardigen van een put voor wateronttrekking. Drie principes staan beschreven in Sass en Treskatis, Grundwasser - Zeitschrift der Fachsektion Hydrogeologie 1 /2000, p 17-23. Het onttrekken van grondwater, in het bijzonder grondwater voor drinkwaterbereiding, geschiedt op klassieke wijze door gebruik te maken van een verticale put of in enkele gevallen een 10 radiale put. De capaciteit van een verticale put is relatief klein, waardoor in het algemeen veel putten nodig zijn voor een grootschalige waterwinning,. Dientengevolge zijn voor een grootschalige waterwinning veel pompen, leidingen en dergelijke nodig. Een radiale put bestaat uit een diepe schacht tot maximaal 80 meter onder maaiveld, van waaruit meerdere horizontale 15 filterbuizen in de bodem geplaatst kunnen worden. Met de horizontale filterbuizen van een radiale put kan een grotere capaciteit per put behaald worden dan bij de verticale putten, maar een radiale put is in het algemeen relatief duur en beperkt in diepte en lengte van de horizontale filterbuizen.
Toepassing van een horizontale put welke geboord is middels de 20 HDD techniek is in beginsel doelmatiger. Een horizontale put omvat in het algemeen een invoerleiding die schuin de grond in is geboord tot aan een watervoerend pakket. In het watervoerende pakket gaat de invoerleiding over in een waterdoorlatende buis die door het watervoerend pakket loopt. In principe mag de buis gebogen of diagonaal door het watervoerend pakket 25 lopen, al strekt de buis zich vanwege praktische overwegingen gewoonlijk althans in hoofdzaak in een horizontale richting uit.
1 0325 8e ύ 2
Ten opzichte van verticale putten is er in horizontale putten in beginsel een groter risico op verstopping als gevolg van de achtergebleven afpleistering van het boorgat waardoor de capaciteit terug kan lopen. Ook zandlevering en/of het waarborgen van de biologische kwaliteit van het 5 water kan een probleem zijn, met name indien de put bestemd is voor drinkwaterwinning. Met name toepassing van horizontale putten in bodems met een relatief lage permeabiliteit, zoals matig tot fijnzandige bodems, waarin het verwijderen van de afpleistering met conventionele technieken moeilijk is, wordt daarom in het vakgebied in het algemeen in de praktijk 10 vanwege een te hoog risico onhaalbaar geacht.
Sass en Treskatis beschrijven in Grundwasser - Zeitschrift der Fachsektion Hydrogeologie 1/200, pp 24-34 de vervaardiging van een gebogen horizontale put voor de drinkwaterwinning in een hoogdoorlatend watervoerend pakket (grof zand/grind, met een typische doorlatendheid van 15 meer dan 150 m/dag. De put wordt geboord middels een gestuurde horizontale boortechniek, welke techniek in het vakgebied bekend is als HDD ("horizontal directional drilling"). Bij het boren wordt gebruik gemaakt van een boorvloeistof die onder andere een boorklei bevat.
De uitvinders hebben door intern onderzoek gevonden dat 20 toepassing van een boorklei, zoals bentoniet leidt tot een beperking van de onttrekkingscapaciteit, hetgeen ongewenst is, in het bijzonder als een put dient te worden aangelegd in een watervoerend pakket met een relatief lage doorlatendheid ten opzichte van grof zand, bijvoorbeeld van minder dan 100 m/dag en in het bijzonder van minder dan 80 m/dag. In Nederland, 25 bijvoorbeeld, bedraagt de waterdoorlatendheid gewoonlijk minder dan 100 m/dag, in het bijzonder ongeveer 20-50 m/dag. De uitvinders hebben voorts gevonden dat een boorklei, zoals bentoniet, na het boren niet geheel verwijderbaar is, wat nadelig is voor de capaciteit van de put, met name in een relatief laagdoorlatend watervoerend pakket, zoals bijvoorbeeld in 30 Nederland veel voorkomt.
3
De uitvinders hebben vervolgens gepoogd dit probleem op te lossen door gebruik te maken van een water oplosbaar polymeer in plaats van bentoniet. Ook van een dergelijk polymeer werd gevonden dat het niet geheel verwijderbaar was met conventionele ontwikkeltechnieken en het 5 biologische afbraakproces van deze polymeren in vaak anoxisch grondwater van het watervoerende pakket is zeer traag of zelfs niet significant aantoonbaar.
Het is een doel van de uitvinding te voorzien in een nieuwe werkwijze voor het vervaardigen van een waterput, in het bijzonder een 10 horizontale waterput, die kan dienen als alternatief voor bekende werkwijzen.
Het is voorts een doel van de uitvinding te voorzien in een waterput die een goede capaciteit heeft, in het bijzonder een verhoogde capaciteit ten opzichte van een vergelijkbare put van hetzelfde type 15 vervaardigd op een conventionele wijze.
Het is voorts een doel te voorzien in een waterput met een capaciteit die gedurende lange tijd behouden blijft.
Het is voorts een doel te voorzien in een put waaruit grondwater kan worden gewonnen dat althans in hoofdzaak zandvrij is.
20 Het is voorts een doel te voorzien in een waterput waaruit grondwater van een biologisch betrouwbare kwaliteit gewonnen kan worden.
Het is voorts een doel te voorzien in een werkwijze voor het onttrekken van grondwater van een biologisch betrouwbare kwaliteit.
25 Een of meer andere doelen volgen uit de beschrijving en/of conclusies, die hierna volgen.
Er is nu gevonden dat een of meer doelen gerealiseerd kunnen worden door een waterput te vervaardigen onder gebruikmaking van een boorvloeistof die een specifiek hulpmiddel bevat en de geboorde put daarna 30 te behandelen met een middel waarmee het hulpmiddel wordt afgebroken.
4
Derhalve heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een waterput, omvattende - het boren van een put in een watervoerend pakket in aanwezigheid van een boorvloeistof die ten minste één chemisch 5 afbreekbaar polymeer omvat; en - het ontwikkelen van de put, omvattende het althans in hoofdzaak verwijderen van het polymeer waarbij althans een deel van het polymeer chemisch wordt afgebroken.
In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze 10 voor het vervaardigen van een horizontale waterput, omvattende - het boren van een put in een watervoerend pakket in aanwezigheid van een boorvloeistof die ten minste één oxideerbaar polysaccharide omvat; en - het ontwikkelen van de put, omvattende het althans in 15 hoofdzaak verwijderen van het oxideerbaar polysaccharide waarbij althans een deel van het polysaccharide wordt afgebroken in aanwezigheid van ten minste één oxidator.
Het polymeer (polysaccharide) draagt ertoe bij de fysisch-chemische eigenschappen van de boorspoeling (die gewoonlijk grondwater, 20 opgeboorde grond, o.a. zand, klei, leem en/of veen, en het polymeer omvat), geoptimaliseerd worden zodat de boorspoeling voldoet aan de algemeen bekende eisen die nodig zijn voor het uitvoeren van een HDD boring, zonder dat daar bentoniet voor nodig is. Onder andere is van belang dat het boorgat tijdens boren in stand blijft. Het in stand houden van het gat is o.a.
25 belangrijk zodat tijdens het boren de boorinstallatie niet vast komt te zitten in een ingestort boorgat en om na het boren desgewenst een filter in het gat te kunnen aanbrengen. Daarnaast kan het polymeer ertoe bijdragen dat de boorspoeling geschikt is voor het aanbrengen van een goede afpleistering en het boorspoelingsverlies hierdoor tijdens het boren beperkt blijft. Ook heeft 5 met name een polysaccharide een viscositeitsverhogend effect op de boorvloeistof, wat helpt om zand e.d. effectief uit het boorgat te verwijderen.
Doordat het chemisch afbreekbaar polymeer en in het bijzonder het oxideerbaar polysaccharide althans in hoofdzaak wordt verwijderd na 5 het boren en het intrekken van de filterbuis, is er geen of een relatief klein nadelig effect ervan op de capaciteit van de put. Het afbreken maakt het afdoende verwijderen ervan mogelijk of althans gemakkelijker.
De uitvinding voorziet hierdoor in een werkwijze waarbij het boorgat tijdelijk kan worden afgepleisterd, wat tijdens het boren gewenst is. 10 Vervolgens kan de afpleistering weer binnen relatief korte tijd voldoende worden verwijderd. Het verwijderen is van belang voor het desgewenst realiseren van een hoge waterontrekkingscapaciteit gerealiseerd worden.
Het afbreken van het polymeer is ook van belang voor het desgewenst creëren van een zogenaamde natuurlijke omstorting van de 15 bron tijdens het ontwikkelen van de put. Dit zal hierna nader worden toegelicht.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een put voor het ontrekken van water, verkrijgbaar middels een werkwijze volgens de uitvinding. Een dergelijke put is in het algemeen in wezen vrij van 20 afpleistermiddel, in het bijzonder vrij van boorklei en/of van polysacchariden. De boorgatwand van de put heeft bij voorkeur een waterdoorlaatbaarheid die althans in hoofdzaak gelijk is aan die van het omliggende pakket.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor 25 het onttrekken van grondwater, waarbij grondwater wordt ontrokken aan de bodem waarin een put (verkregen) volgens de uitvinding is aangebracht. Een dergelijke werkwijze is in het bijzonder geschikt voor de bereiding van drinkwater. Het is verrassend dat een werkwijze die gebruik maakt van een horizontale put verkregen door middel van gebruik te maken van een 30 polysaccharidehoudende boorvloeistof geschikt is voor het winnen van 6 drinkwater van een goede microbiologische kwaliteit. Polysacchariden (waarvan is gevonden dat ze op conventionele wijze niet adequaat verwijderbaar zijn) vormen immers een goed substraat voor micro-organismen waarvan de aanwezigheid in drinkwater ongewenst is.
5 De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het opslaan van water, waarbij water wordt ingebracht in een watervoerend pakket via een put (verkregen) volgens de uitvinding. Een dergelijke werkwijze kan bijvoorbeeld worden toegepast voor energieopslag
Figuur 1 toont schematisch een put (verkregen) volgens de 10 uitvinding met een continu boorgat. Hierin is een filterbuis (1, weergegeven als stippellijn), zoals een wikkeldraadfilter, geplaatst, althans in een deel van het boorgat dat zich in het watervoerende pakket bevindt. Nabij het intredepunt (2) en het uittredepunt (3) kunnen blinde buizen (4,5) worden geplaatst, om het gat aldaar open te houden. Nabij het intredepunt 15 (2), en desgewenst bij het uittredepunt (3) wordt gewoonlijk een pompkamer (6) ingericht. Deze onderdelen kunnen op een op zich bekende wijze worden aangebracht. In principe is het ook mogelijk een put te vervaardigen met een blind boorgat, waarin er slechts een intredepunt is en geen uittredepunt.
20 Middels de uitvinding is het mogelijk te voorzien in een waterput met een hoge capaciteit en/of een lange levensduur.
Middels de uitvinding is het mogelijk grondwater te winnen dat althans in hoofdzaak zandvrij is, in het bijzonder ook bij een hoge volume stroom.
25 Middels de uitvinding is het mogelijk water te winnen dat een goede biologische kwaliteit heeft, in het bijzonder een zodanige biologische kwaliteit dat het water geschikt is voor de drinkwaterbereiding.
In principe is een werkwijze volgens de uitvinding geschikt voor toepassing in elk watervoerend pakket, d.w.z. een grondlaag waaraan water 30 kan worden onttrokken of waarin water kan worden opgeslagen. Het 7 watervoerend pakket kan relatief hoogdoorlatend, zoals in grof zand of grind, of relatief laagdoorlatend zijn, zoals in matig fijn tot fijn zand.
In beginsel kan de uitvinding worden toegepast in bodems met een hoge waterdoorlaatbaarheid, zoals een doorlaatbaarheid van meer dan 5 100 m/dag, bijvoorbeeld 150 m/dag of meer. In het bijzonder biedt een werkwijze volgens de uitvinding een voordeel voor het vervaardigen van een put in een relatief laag doorlatend pakket, zoals een pakket met een waterdoorlaatbaarheid van 100 m/dag of minder, in het bijzonder van maximaal 80 m/dag, meer in het bijzonder van maximaal 50 m/dag. Vanuit 10 praktische capaciteitsoverwegingen, bedraagt de doorlaatbaarheid bij voorkeur ten minste 10 m/dag, in het bijzonder ten minste 20 m/dag.
Een werkwijze volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor het vervaardigen van een horizontale put, waarbij gewoonlijk althans het voor het doorlaten van water bestemde deel van de put (stippellijn in 15 Figuur 1) in het watervoerend pakket zich althans in hoofdzaak in een horizontale richting uitstrekt.
Bij voorkeur wordt de put geboord met een HDD techniek, bijvoorbeeld zoals beschreven in de bovengenoemde literatuur.
De lengte van het voor het doorlaten van water bestemde deel van 20 de put (de filterbuis) kan binnen brede grenzen gekozen worden. De lengte kan bijvoorbeeld ten minste 10 m, ten minste 50 m, of ten minste 100 m bedragen. De maximale lengte is niet kritisch. De lengte kan bijvoorbeeld 300 m of meer bedragen.
De diepte waarop het althans in hoofdzaak horizontale deel wordt 25 aangebracht is afhankelijk van de diepte van de watervoerende laag en kan bijvoorbeeld 10 m of meer, 100 m of meer, of 1000 m of meer bedragen.
De diameter, de intredehoek, de uittredehoek en/of andere geometrische parameters kunnen binnen brede grenzen gekozen worden afhankelijk van de gewenste capaciteit, bijvoorbeeld gebruikmakend van 30 algemene kennis of hetgeen in bovenstaande literatuur beschreven is.
8
Het boren wordt uitgevoerd in aanwezigheid van een boorvloeistof dat een polymeer, in het bijzonder een polysaccharide omvat.
Een polysaccharide, in bijzonder een chemisch ongemodificeerd polysaccharide, is in situ goed afbreekbaar, in het bijzonder door middel van 5 oxidatie. Het is na het boren gewoonlijk gemakkelijk te verwijderen, in vergelijking met een boorklei. Er wordt vermoed dat een minder sterke hechting het eenvoudiger maakt het polysaccharide althans voor een groot deel uit de put te spoelen. Bovendien kan een polysaccharide in het algemeen worden afgebroken tot een in water oplosbaar afbraakproduct, dat 10 voldoende kan worden uitgespoeld.
Het chemisch afbreekbaar polymeer is bij voorkeur een polymeer dat in aanwezigheid van een stoichiometrische overmaat van een geschikte oxidator of een ander middel dat de afbraak bewerkstelligt, bij in de bodem heersende condities (bijv. ca. 12 °C) binnen een redelijke tijd (bijvoorbeeld 15 binnen maximaal 4 weken, in het bijzonder maximaal 2 weken) voldoende wordt afgebroken om afdoende te worden verwijderd.
Een voorkeur hebben gommen, in het bijzonder guar gom, xanthaangom, een polymeer met een ten minste ongeveer even grote afbreeksnelheid als guargom of xanthaan gom in aanwezigheid van 20 waterstofperoxide, of een combinatie daarvan.
Bij grote voorkeur wordt een polysacharide toegepast met een relatief lage vertakkingsgraad, zoals xanthaangom of een polysaccharide met een vergelijkbare of lagere vertakkingsgraad. Zonder aan theorie gebonden te zijn, wordt vermoed dat xanthaangom e.d. in staat is fijne 25 deeltjes, zoals zand- of kleideeltjes, in te vangen, welke deeltjes zorgen voor het tijdelijk afpleisteren van de boorgatwand. Bij het afbreken van de gom wordt ook het afpleisterend effect althans in hoofdzaak te niet gedaan, hetgeen gewenst is in een toepassing volgens de uitvinding.
Bij voorkeur gedraagt het polymeer zich als een Binghamse 30 vloeistof. Xanthaan gom is een voorbeeld van een dergelijk polymeer. Dit is 9 van voordeel voor het in suspensie houden van fijne deeltjes als tijdens het boorproces de boorvloeistof in rust is.
De concentratie van het polymeer, in het bijzonder het polysaccharide, kan binnen brede grenzen worden gekozen, afhankelijk van 5 de te doorboren bodem e.d.. De concentratie bedraagt gewoonlijk ten minste 1 kg/m3 vloeistof, in het bijzonder ten minste 2 kg/m3 vloeistof. De concentratie bedraagt gewoonlijk maximaal 30 kg/m3 vloeistof, bij voorkeur maximaal 20 kg/m3 vloeistof, in het bijzonde maximaal 10 kg/m3 vloeistof meer in het bijzonder maximaal 7 kg/m3 vloeistof.
10 Bij voorkeur wordt de concentratie van het afbreekbaar polymeer tijdens het boren gemeten en indien gewenst geregeld, zodat de concentratie binnen een gewenst bereik blijft.
Na het boren wordt bij voorkeur een filterbuis in het boorgat geplaatst, waarna de put wordt ontwikkeld. Tijdens het ontwikkelen wordt 15 het afbreekbaar polymeer althans in hoofdzaak verwijderd. Dit is van belang om een geschikte onttrekkingscapaciteit te realiseren, om latere verstopping te voorkomen en/of latere zandlevering tegen te gaan.
Het ontwikkelen middels de uitvinding biedt in het bijzonder een voordeel voor het creëren van een zogenaamde natuurlijke omstorting van 20 een filterbuis die in de put is geplaatst.
In conventionele (verticale) bronnen wordt gewoonlijk een filterbuis aangebracht met een diameter die aanzienlijk kleiner is dan het boorgat (bijvoorbeeld ongeveer twee-en-een-half keer zo klein). De filterbuis wordt vervolgens omstort met filtergrind. Het filtergrind zorgt ervoor dat er 25 geen zand vanuit de natuurlijke bodem het filter in komt, ofwel het filtergrind voorkomt zandlevering. Dit wordt wel een kunstmatige omstorting genoemd.
Middels de uitvinding is het verrassenderwijs mogelijk - ook in bodem met een relatief lage doorlaatbaarheid, zoals typisch is in 30 bijvoorbeeld een Nederlandse bodem — een bron te vervaardigen met een 10 filterbuis die omgeven is door een natuurlijke omstorting, zonder dat het risico op zandlevering en/of het risico op verstopping van de filterbuis onacceptabel hoog wordt. Bij een natuurlijke omstorting wordt een filterbuis niet daadwerkelijk omstort met grind maar wordt een filterende laag rond 5 de filterbuis gecreëerd door het selectief verwijderen van een deel van de bodem rond de filterbuis.
Voor het creëren van een natuurlijke omstorting, wordt middels de uitvinding gewoonlijk na het boren een filterbuis (zoals een wikkeldraadfilter) in het boorgat geplaatst, waarna de put ontwikkeld 10 wordt. Tijdens het ontwikkelen, wordt het polymeer en daarmee de pleisterlaag afgebroken, waardoor fijne deeltjes in de bodem rond de filterbuis kunnen worden verwijderd (weggespoeld) uit de bodem en worden afgevoerd via het boorgat. Een grove fractie (grof zand, grind e.d.) blijft achter rondom althans een deel van de filterbuis. Deze fractie vormt een 15 zogenaamde natuurlijke omstorting, die fungeert als een filterlaag.
De filterbuis wordt gewoonlijk zodanig gekozen dat de deze in staat is een relatief grove fractie (in het bijzonder met een deeltjesgrootte van ten minste 150 pm, meer in het bijzonder van ten minste 300 pm) althans in hoofdzaak tegen te houden.
20 Voor het goed ontwikkelen van de bron wordt de filterbuis gewoonlijk zodanig gekozen dat het een fijne fractie (zoals fijn zand of een kleinere fractie) doorlaat.
Zeer geschikt is onder andere een wikkeldraadfilter met althans in hoofdzaak een filterspleet in het bereik van 0,1-0,4 mm, of een filter met 25 een vergelijkbare doorlaatbaarheid voor bodemdeeltjes. Een dergelijke filterspleet is aanzienlijk kleiner dan de filterspleet van filterbuizen die worden toegepast in een conventionele werkwijze, waarin de omstorting kunstmatig gerealiseerd wordt.
Een relatief hoog open oppervlak van de filterbuis is ook van 30 voordeel. Geschikt is in het bijzonder een filter met een open oppervlak van 11 10 % of meer, in het bijzonder tot ongeveer 20 % of meer. De bovengrens wordt bepaald door praktische overwegingen, zoals voldoende stevigheid van de filterbuis.
Een geschikt materiaal voor de filterbuis is onder andere 5 roestvast staal. Het biedt voldoende stevigheid en is voldoende bestendig tegen de inwerking van de oxidator.
Het ontwikkelen omvat het verwijderen van afbreekbaar polymeer (en eventueel een of meer andere bestanddelen van de boorvloeistof). Voor een deel kan de boorvloeistof op een gebruikelijke wijze 10 worden verwijderd, bijvoorbeeld middels een fysische ontwikkeltechniek. Een dergelijke stap kan bijvoorbeeld gedurende ten minste een dag, in het bijzonder gedurende twee tot vier dagen, worden uitgevoerd.
Het ontwikkelen omvat een stap waarin althans een deel van het polymeer wordt afgebroken. Bij voorkeur vindt deze stap plaats nadat een 15 deel van de boorvloeistof op een gebruikelijke wijze is verwijderd.
Voor een voldoende mate van afbraak en/of een voldoende afbraaksnelheid wordt in het algemeen het afbreekbaar polymeer in de put in contact gebracht met een reagens in aanwezigheid waarvan het afbreekbaar polymeer wordt afgebroken. Een geschikt reagens kan worden 20 gekozen afhankelijk van het afbreekbaar polymeer.
Bij voorkeur omvat het reagens een oxidator, bij grote voorkeur een peroxide, bij bijzondere voorkeur waterstofperoxide. Tot andere met name geschikte oxidatoren behoren bleekloog en ozon. De toepassing van een peroxide is bijzonder geschikt voor het afbreken van een polysaccharide. 25 Daarnaast heeft een oxidator een remmende werking op de groei van micro-organismen, wat gunstig is voor de biologische kwaliteit van het water. De toepassing van een oxidator is dan ook bijzonder geschikt voor de vervaardiging van een put die bestemd is om grondwater te winnen voor de bereiding van drinkwater. De uitvinding maakt het hierdoor mogelijk een 30 polysaccharide in de boorvloeistof toe te passen, zonder een risico of althans 12 zonder een onaanvaardbaar risico dat het polysaccharide bijdraagt aan overmatige groei van micro-organismen in het water, ook als zo'n polysaccharide een geschikt voedingsmiddel is voor micro-organismen.
Met name waterstofperoxide biedt als bijzonder voordeel dat het 5 een schoon reagens is (d.w.z. er tijdens reactie geen ongewenste stoffen uit het peroxide gevormd worden) en/of het de groei van micro-organismen remt.
Het reagens, zoals de oxidator wordt bij voorkeur toegepast in een stoichiometrische overmaat ten opzichte van het afbreekbaar polymeer.
10 1032588

Claims (14)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een horizontale waterput, omvattende - het boren van een put in een watervoerend pakket in aanwezigheid van een boorvloeistof die ten minste één oxideerbaar polysaccharide omvat; en 5 - het ontwikkelen van de put, omvattende het althans in hoofdzaak verwijderen van het oxideerbare polysaccharide waarbij althans een deel van het polysaccharide wordt afgebroken in aanwezigheid van ten minste één oxidator.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het polysaccharide een gom is, bij voorkeur een gom uit de groep bestaande uit xanthaan gom, guar gom en combinaties daarvan.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de concentratie van het 15 polysaccharide in het bereik ligt van 1 tot 10 g/1, bij voorkeur van 2 tot 7 g/1.
4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de oxidator wordt toegepast in een stoichiometrische overmaat ten opzichte van het oxideerbaar polysaccharide. 20
5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de oxidator gekozen wordt uit de groep bestaand uit peroxides, chloorbleek, ozon en combinaties daarvan.
6. Werkwijze volgens conclusie 5 waarbij de oxidator waterstoperoxide omvat. 1032588 '
7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij na het boren een filterbuis in de put wordt aangebracht.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij de filterbuis van een 5 natuurlijke omstorting wordt voorzien.
9. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het watervoerende pakket een waterdoorlatendheid heeft van maximaal 100 m/dag. 10
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij het watervoerende pakket een waterdoorlatendheid heeft van 10-80 m/dag.
11. Put voor het ontrekken van water, verkrijgbaar middels een 15 werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies.
12. Werkwijze voor het onttrekken van grondwater, waarbij grondwater wordt ontrokken aan een put volgens conclusie 11.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij het grondwater wordt toegepast voor de bereiding van drinkbaar water.
14. Werkwijze voor het opslaan van water, waarbij water wordt ingebracht in een watervoerend pakket via een put volgens conclusie 11. 25 103258e
NL1032588A 2006-09-27 2006-09-27 Horizontale put. NL1032588C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032588A NL1032588C2 (nl) 2006-09-27 2006-09-27 Horizontale put.
NL1034434A NL1034434C2 (nl) 2006-09-27 2007-09-27 Horizontale put.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032588 2006-09-27
NL1032588A NL1032588C2 (nl) 2006-09-27 2006-09-27 Horizontale put.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1032588C2 true NL1032588C2 (nl) 2008-03-28

Family

ID=38006722

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1032588A NL1032588C2 (nl) 2006-09-27 2006-09-27 Horizontale put.
NL1034434A NL1034434C2 (nl) 2006-09-27 2007-09-27 Horizontale put.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1034434A NL1034434C2 (nl) 2006-09-27 2007-09-27 Horizontale put.

Country Status (1)

Country Link
NL (2) NL1032588C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2000057022A1 (en) * 1999-03-19 2000-09-28 Cleansorb Limited Method for treatment of underground reservoirs
WO2001002698A1 (en) * 1999-07-02 2001-01-11 Cleansorb Limited Method for treatment of underground reservoirs
EP1178099A2 (en) * 2000-08-01 2002-02-06 Halliburton Energy Services, Inc. Well drilling and servicing fluids
US20030216263A1 (en) * 2000-08-30 2003-11-20 Tibbles Raymond J. Fluids and techniques for hydrocarbon well completion
WO2005095538A1 (en) * 2004-03-27 2005-10-13 Cleansorb Limited Process for disruption of filter cakes

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2000057022A1 (en) * 1999-03-19 2000-09-28 Cleansorb Limited Method for treatment of underground reservoirs
WO2001002698A1 (en) * 1999-07-02 2001-01-11 Cleansorb Limited Method for treatment of underground reservoirs
EP1178099A2 (en) * 2000-08-01 2002-02-06 Halliburton Energy Services, Inc. Well drilling and servicing fluids
US20030216263A1 (en) * 2000-08-30 2003-11-20 Tibbles Raymond J. Fluids and techniques for hydrocarbon well completion
WO2005095538A1 (en) * 2004-03-27 2005-10-13 Cleansorb Limited Process for disruption of filter cakes

Also Published As

Publication number Publication date
NL1034434C2 (nl) 2010-12-28
NL1034434A1 (nl) 2008-03-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Jeong et al. A review on clogging mechanisms and managements in aquifer storage and recovery (ASR) applications
Appleyard The impact of urban development on recharge and groundwater quality in a coastal aquifer near Perth, Western Australia
Pavelic et al. Well clogging effects determined from mass balances and hydraulic response at a stormwater ASR site
CN102774965A (zh) 一种用于地下水污染治理的原位修复系统
Balke et al. Natural water purification and water management by artificial groundwater recharge
RU2344272C2 (ru) Устройство скважины и способ разработки многопластовой нефтяной залежи
Akhmedov et al. Construction of vertical drainage wells using corrosion resistant materials
Hunt et al. Conceptual design of riverbank filtration systems
Dimkić et al. Several natural indicators of radial well ageing at the Belgrade Groundwater Source, Part 1
NL1032588C2 (nl) Horizontale put.
Withers et al. Behaviour and impact of cow slurry beneath a storage lagoon: 1. Groundwater contamination 1975–1982
RU2146759C1 (ru) Способ создания скважинного гравийного фильтра
Timmer et al. Well clogging by particles in Dutch well fields
NL2002653C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een put voor wateronttrekking of -berging of -infiltratie door middel van HDD techniek en omhulde filterbuis daarvoor.
Harpaz Artificial ground-water recharge by means of wells in Israel
Sterpejkowicz-Wersocki Problem of clogging in drainage systems in the examples of the Żur and Podgaje dams
Boonstra et al. Well design and construction
Maliva et al. Clogging
Rachman et al. Effects of well intake systems on removal of algae, bacteria, and natural organic matter
Warner et al. Sediment and microbial fouling of experimental groundwater recharge trenches
CN101929328B (zh) 地热井动水投滤料工艺方法
Mingulov et al. On the efficiency of wastewater treatment from solid suspended particles at Tuimazaneft Oil and Gas Production Division (NGDU “Tuimazaneft”)
AS et al. Development of Well
AU2018247349B2 (en) Method of extracting fluid from ground
WO2024023754A1 (en) A drilling method and installation for extracting water in aquifers

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20161001