NL1031675C2

NL1031675C2 - Exercise performance monitoring system for use with exercise machine, selects exercise mode of user with reference to pulse of user and determines target exercise amount for user with reference to input user-specific parameters

Info

Publication number: NL1031675C2
Application number: NL1031675A
Authority: NL
Inventors: Min-Chang Chen
Original assignee: Giant Mfg Co
Priority date: 2006-04-24
Filing date: 2006-04-24
Publication date: 2007-10-25

Abstract

A control unit automatically selects an exercise mode of the user with reference to the pulse of the user and determines a target exercise amount for the user with reference to the input user-specific parameters. The control unit determines an actual exercise amount during exercise by the user with reference to the pulse.

Description

**

SYSTEEM VOOR HET BEWAKEN VAN DE MATE VAN OEFENINGSYSTEM FOR MONITORING THE EXTENT OF EXERCISE

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem dat geschikt is gemaakt voor gebruik bij een oefenapparaat voor het bewaken van de mate van oefening.The present invention relates to a system made suitable for use with an exercise device for monitoring the amount of exercise.

In de Taiwanese gebruiksmodel met publicatie nr.In the Taiwanese utility model with publication no.

5 M257858 getiteld "Stuur voor oefeninrichting dat menselijke fysiologische kenmerken kan waarnemen" wordt een oefensysteem gepubliceerd. Het stuur is geschikt gemaakt voor gebruik bij een oefeninrichting en het omvat een tweetal handvaten, een tweetal geleidende strips, een verwerkingseenheid en een 10 weergavenscherm.5 M257858 entitled "Handlebar for exercise device capable of detecting human physiological characteristics", an exercise system is published. The handlebar is made suitable for use with an exercise device and it comprises two handles, two conductive strips, a processing unit and a display screen.

De handvaten zijn op de oefeninrichting gemonteerd en ze kunnen stevig worden vastgepakt door een gebruiker die met de oefeninrichting bezig is. De geleidende strips zijn op de respectievelijke handvatten aangebracht en ze zijn geschikt 15 gemaakt om fysiologische parameters waar te nemen van de gebruiker die met de oefeninrichting bezig is, zoals de polsfrequentie van de gebruiker. Het weergavenscherm maakt fitnessgegevens zichtbaar voor de gebruiker en er kunnen door de gebruiker voor hem/haar specifieke parameters zoals 20 lengte, gewicht en geslacht worden ingevoerd. De verwerkingseenheid is elektrisch gekoppeld met de geleidende strips en met het weergavenscherm.The handles are mounted on the exercise device and they can be firmly grasped by a user working on the exercise device. The conductive strips are arranged on the respective handles and they are adapted to observe physiological parameters of the user working with the exercise device, such as the pulse frequency of the user. The display screen makes fitness data visible to the user and specific parameters such as height, weight and gender can be entered by the user. The processing unit is electrically coupled to the conductive strips and to the display screen.

De verwerkingseenheid ontvangt signalen van de geleidende strips, van het weergavenscherm en van 25 verschillende sensoren en het verwerkt de signalen om verschillende gegevens, zoals een berekende afstand, op het weergavenscherm zichtbaar te maken. De verwerkingseenheid kan fitnessgegevens van de gebruiker die met de oefeninrichting bezig is, zoals bijvoorbeeld de hartslag, het vetpercentage 1 0 3 1 6 75 ( 2 van het lichaam en de hoeveelheid oefening die door de gebruiker is verricht (bijvoorbeeld uitgedrukt in verbruikte calorieën). De verwerkingseenheid kan parameters die specifiek zijn voor de gebruiker meenemen in deze 5 berekeningen voor het bepalen van de fitnessgegevens van de gebruiker.The processing unit receives signals from the conductive strips, from the display screen and from different sensors and it processes the signals to make different data, such as a calculated distance, visible on the display screen. The processing unit may include fitness data of the user working on the exercise device, such as, for example, the heartbeat, body fat percentage, and the amount of exercise performed by the user (expressed in terms of calories consumed, for example). The processing unit can include parameters specific to the user in these calculations for determining the fitness data of the user.

Een nadeel van de hierboven genoemde conventionele inrichting is echter, dat momenten waarop de gebruiker eventueel stopt met oefenen (bijvoorbeeld om iets te drinken 10 of om naar de wc te gaan) niet in de berekeningen van de fitnessdata is opgenomen. Dit kan leiden tot een onnauwkeurige berekening van de fitnessgegevens. Als bijvoorbeeld een hartritme van de gebruiker, dat is berekend met gebruikmaking van de polsfrequentie van de gebruiker 15 zoals waargenomen door de geleidende strips, wordt gebruikt om de hoeveelheid verbruikte calorieën van degene die de oefeninrichting bedient te bepalen, leidt elke tijdelijke onderbreking door de gebruiker tot onnauwkeurigheden bij het bepalen van de hoeveelheid gebruikte calorieën.A drawback of the above-mentioned conventional device, however, is that moments at which the user may stop exercising (for example to drink something or to go to the toilet) is not included in the calculations of the fitness data. This can lead to an inaccurate calculation of the fitness data. For example, if a user's heart rhythm, calculated using the user's pulse rate as perceived by the conductive strips, is used to determine the amount of calories consumed by the person operating the exercise device, any temporary interruption leads to the user to inaccuracies in determining the amount of calories used.

20 Bovendien zou het, als wordt aangenomen dat de oefeninrichting een hometrainer is, onnauwkeurig zijn de hoeveelheid verbruikte calorieën eenvoudigweg te berekenen op basis van snelheid en afstand aangezien de hoeveelheid arbeid die door de gebruiker die met de oefeninrichting bezig is 25 wordt geleverd, verschillend is bij gesimuleerd bergopwaarts of bergafwaarts rijden. Evenzo kan de bepaling van andere fitnessgegevens onnauwkeurig worden wanneer zulk bergopwaarts of bergafwaarts rijden niet in de berekeningen wordt meegenomen.Moreover, if it is assumed that the exercise device is an exercise bike, it would be inaccurate to simply calculate the amount of calories consumed based on speed and distance since the amount of work done by the user working with the exercise device is different when driving simulated uphill or downhill. Similarly, the determination of other fitness data may become inaccurate if such uphill or downhill riding is not included in the calculations.

30 Het doel van deze uitvinding is daarom het beschikbaar maken van een systeem dat zo is uitgevoerd dat het kan worden gebruikt in een oefenapparaat voor het bewaken van de mate van oefening waarbij de nauwkeurigheid van het r 3 bepalen van de hoeveelheid verrichte trainingsarbeid wordt vergroot en waarbij de gegevens op een begrijpelijke wijze worden weergegeven.The object of this invention is therefore to make available a system that is designed to be used in an exercise apparatus for monitoring the level of exercise whereby the accuracy of determining the amount of training work performed is increased and the data being presented in an understandable manner.

Volgens een eerste kenmerk van de onderhavige 5 uitvinding omvat het systeem: een pols-frequentiemeter die geschikt is gemaakt voor het meten van een polsfrequentie van een gebruiker die met de oefeninrichting bezig is; een gebruikersinterface waarmee de gebruiker voor hem/haar specifieke parameters kan invoeren en waarmee een oefenvorm 10 kan worden gekozen en voor het weergeven van gegevens; en een besturingseenheid die elektrisch is gekoppeld met de pols-frequentiemeter en met de gebruikersinterface. De besturingseenheid bepaald een gewenste hoeveelheid trainingsarbeid voor de gebruiker met inachtname van de 15 gebruikerspecifieke parameters en van de oefenvorm die door de gebruiker is gekozen. De besturingseenheid bepaalt verder de werkelijke door de gebruiker tijdens het trainen verrichte hoeveelheid arbeid, met inachtname van het hartritme dat door de pols-frequentiemeter is vastgesteld. De 20 gebruikersinterface laat, aan de hand van de regelfuncties van de besturingseenheid, een patroon zien dat de voor de gebruiker beoogde mate van oefening vertegenwoordigd, waarbij het patroon dat de oefeningen aangeeft meerdere gebieden omvat die selectief worden geactiveerd overeenkomstig de 25 werkelijke mate van oefening van de gebruiker.According to a first feature of the present invention, the system comprises: a pulse frequency meter adapted to measure a pulse frequency of a user engaged in the exercise device; a user interface with which the user can enter specific parameters for him / her and with which a practice form 10 can be selected and for displaying data; and a control unit electrically coupled to the pulse frequency meter and to the user interface. The control unit determines a desired amount of training work for the user, taking into account the user-specific parameters and the exercise form chosen by the user. The control unit further determines the actual amount of work performed by the user during training, taking into account the heart rate determined by the pulse rate meter. The user interface shows, on the basis of the control functions of the control unit, a pattern representing the degree of exercise intended for the user, the pattern indicating the exercises comprising several areas that are selectively activated according to the actual degree of exercise of the user.

Volgens een tweede kenmerk van de onderhavige uitvinding omvat het systeem: een pols-frequentiemeter die geschikt is gemaakt voor het meten van de polsfrequentie van de gebruiker die met de oefeninrichting bezig is; een 30 gebruikersinterface die door een gebruiker kan worden bediend om gebruikerspecifieke parameters in te voeren, en die informatie aan de gebruiker kan tonen; en een besturingseenheid die elektrisch is gekoppeld met de pols- 4 frequentiemeter en met de gebruikersinterface. De besturingseenheid bepaalt, na een vooraf door de gebruiker gekozen oefenperiode, een gewenste mate van oefening voor de gebruiker aan de hand van het hartritme dat is gemeten door 5 de pols-frequentiemeter en van de gebruikerspecifieke parameters. De besturingseenheid bepaalt verder een werkelijke mate van oefening gedurende het oefenen door de gebruiker aan de hand van het hartritme dat door de pols-frequentiemeter is vastgesteld. Het gebruikersinterface 10 maakt, aan de hand van de regelfuncties van de besturingseenheid, een patroon zichtbaar dat de oefeningen die de beoogde mate van oefening voor de gebruiker vertegenwoordigen aangeeft, waarbij het patroon dat de oefeningen aangeeft een aantal gebieden omvat die selectief 15 worden geactiveerd overeenkomstig de werkelijke mate van oefening van de gebruiker.According to a second feature of the present invention, the system comprises: a pulse frequency meter adapted to measure the pulse frequency of the user engaged in the exercise device; a user interface that can be operated by a user to enter user-specific parameters, and which can display information to the user; and a control unit electrically coupled to the pulse frequency meter and to the user interface. The control unit determines, after a pre-selected exercise period by the user, a desired degree of exercise for the user on the basis of the heart rate measured by the pulse frequency meter and of the user-specific parameters. The control unit further determines an actual amount of exercise during exercise by the user based on the heart rate determined by the pulse rate meter. The user interface 10 visualizes, based on the control functions of the control unit, a pattern indicating the exercises representing the intended degree of exercise for the user, the pattern indicating the exercises comprising a number of areas selectively activated according to the actual degree of user exercise.

Volgens een derde kenmerk van de onderhavige uitvinding omvat het systeem: een pols-frequentiemeter die geschikt is gemaakt voor het meten van een hartritme van een 20 gebruiker die met de oefeninrichting bezig is; een koppelmeter die geschikt is gemaakt om de grootte te meten van een koppel dat door de gebruiker wordt geleverd wanneer hij de oefeninrichting bedient; een gebruikersinterface waarmee een gebruiker voor hem/haar specifieke parameters kan 25 invoeren en die informatie aan de gebruiker toont; en een besturingseenheid die elektrisch is gekoppeld met de pols-frequentiemeter, met de koppelmeter en met het gebruikersinterface. De besturingseenheid bepaalt, na een vooraf door de gebruiker gekozen oefenperiode, een gewenste 30 mate van oefening voor de gebruiker aan de hand van het hartritme dat door de pols-frequentiemeter is vastgesteld, van het koppel dat is gemeten door de koppelmeter en van de gebruikerspecifieke parameters. De besturingseenheid bepaalt i 5 verder tijdens het oefenen aan de hand van het koppel dat is gemeten door de koppelmeter een werkelijke mate van oefening. Het gebruikersinterface maakt, aan de hand van de regelfuncties van de besturingseenheid, een patroon zichtbaar 5 dat de oefeningen die gewenste mate van oefening voor de gebruiker vertegenwoordigen, aangeeft. Het patroon dat de oefeningen aangeeft omvat een aantal gebieden die selectief worden geactiveerd, overeenkomstig de werkelijke mate van oefening van de gebruiker.According to a third feature of the present invention, the system comprises: a pulse frequency meter adapted to measure a heart rhythm of a user engaged in the exercise device; a torque meter adapted to measure the magnitude of a torque supplied by the user when operating the exercise device; a user interface with which a user can enter specific parameters for him / her and which displays information to the user; and a control unit electrically coupled to the pulse frequency meter, to the torque meter and to the user interface. After a pre-selected exercise period selected by the user, the control unit determines a desired degree of exercise for the user on the basis of the heart rate determined by the pulse frequency meter, of the torque measured by the torque meter and of the user-specific parameters. The control unit further determines during exercise, on the basis of the torque measured by the torque meter, an actual amount of exercise. The user interface visualizes, on the basis of the control functions of the control unit, a pattern which indicates the exercises that represent the desired level of exercise for the user. The pattern indicating the exercises comprises a number of areas that are selectively activated, according to the actual degree of exercise of the user.

10 Andere kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden uit de nu volgende gedetailleerde beschrijving van voorkeursuitvoeringen, met verwijzing naar de begeleidende tekeningen, waarin:Other features and advantages of the present invention will become apparent from the following detailed description of preferred embodiments, with reference to the accompanying drawings, in which:

Fig. 1 een blokschema is van een inrichting voor het 15 bewaken van de mate van oefening volgens een eerste voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding;FIG. 1 is a block diagram of a device for monitoring the amount of exercise according to a first preferred embodiment of the present invention;

Fig. 2 een schematisch aanzicht is dat een voorbeeld laat zien van gegevens die worden getoond op een gebruikersinterface dat in fig. 1 is aangegeven; en 20 Fig. 3 een blokschema is van een systeem voor het bewaken van de mate van oefening volgens een tweede voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding.FIG. 2 is a schematic view showing an example of data displayed on a user interface indicated in FIG. 1; and FIG. 3 is a block diagram of a system for monitoring the amount of exercise according to a second preferred embodiment of the present invention.

Fig. 1 laat een blokschema zien van een eerste voorkeursuitvoering van een systeem dat geschikt is gemaakt 25 voor gebruik bij een oefeninrichting (niet getoond) voor het bewaken van de mate van oefening. Het systeem omvat een pols-frequentiemeter 1, een koppelmeter 2, een snelheidsmeter 3, een lichaamsvetmeter 4, een besturingseenheid 5 en een gebruikersinterface 6.FIG. 1 shows a block diagram of a first preferred embodiment of a system adapted for use with an exercise device (not shown) for monitoring the extent of exercise. The system comprises a pulse frequency meter 1, a torque meter 2, a speed meter 3, a body fat meter 4, a control unit 5 and a user interface 6.

30 De pols-frequentiemeter is zo uitgevoerd dat ze het hartritme van een gebruiker die de oefeninrichting bediend kan meten. De pols-frequentiemeter 1 kan bijvoorbeeld zijn gemonteerd op de handgrepen van de oefeninrichting. Aangezien 6 de verschillende technieken voor het meten van het hartritme van de gebruiker die met de oefeninrichting bezig is algemeen bekend zijn wordt een gedetailleerde beschrijving daarvan hier achterwege gelaten.The pulse frequency meter is designed so that it can measure the heart rhythm of a user operating the exercise device. The pulse frequency meter 1 may, for example, be mounted on the handles of the exercise device. Since 6 the various techniques for measuring the heart rhythm of the user working on the exercise device are well known, a detailed description thereof is omitted here.

5 De koppelmeter 2 is geschikt gemaakt voor het meten van de grootte van een koppel dat door de gebruiker wordt geleverd wanneer hij de oefeninrichting bedient. De koppelmeter 2 kan bijvoorbeeld zijn gemonteerd op een aandrijving van de oefeninrichting.The torque meter 2 is adapted to measure the magnitude of a torque supplied by the user when operating the exercise device. The torque meter 2 can for instance be mounted on a drive of the training device.

10 De snelheidsmeter 3 is geschikt gemaakt voor het meten van een bewegingssnelheid van een element van de oefeninrichting waarbij er sprake is van één of andere vorm van herhaalde beweging. Als bijvoorbeeld wordt aangenomen dat de oefeninrichting een hometrainer is, kan de snelheidsmeter 15 3 zijn gemonteerd op de velgrand van de hometrainer om een rotatiesnelheid van de velgrand te meten.The speedometer 3 is adapted to measure a speed of movement of an element of the exercise device in which there is some form of repeated movement. For example, if it is assumed that the exercise device is an exercise bike, the speedometer may be mounted on the rim edge of the exercise bike to measure a rotational speed of the rim edge.

De lichaamsvetmeter 4 is geschikt gemaakt voor het meten van de hoeveelheid lichaamsvet van de gebruiker die de oefeninrichting bedient. De lichaamsvetmeter 4 kan 20 bijvoorbeeld zijn gemonteerd op de handgrepen van de oefeninrichting, en kan samen met de besturingseenheid 5 op een bekende manier gebruik maken van bio-elektrische impedantie-analyse om het gehalte aan lichaamsvet te voorspellen van de gebruiker die de oefeninrichting bedient. 25 Het gebruikersinterface 6 kan door de gebruiker worden bediend om voor hem/haar specifieke parameters in te voeren (bijvoorbeeld geslacht, lengte, gewicht en leeftijd) en om een oefenvorm te kiezen. Het gebruikersinterface 6 dient verder voor het tonen van informatie aan de gebruiker. 30 De besturingseenheid 5 is elektrisch gekoppeld met de pols-frequentiemeter 1, met de koppelmeter 2, met de snelheidsmeter 3, met de lichaamsvetmeter 4 en met het gebruikersinterface 6. De besturingseenheid 5 verzorgt de 7 weergave van de bewegingssnelheid die door de snelheidsmeter 3 is gemeten en van het lichaamsvetgehalte van de gebruiker via het gebruikersinterface 6. Bovendien bepaalt de besturingseenheid 5, na een vooraf door de gebruiker gekozen 5 oefenperiode, een gewenste mate van oefening, die een gewenste hoeveelheid oefening is die door een gebruiker moet worden verricht, evenals een werkelijke mate van oefening, die een in real-time uitgevoerde berekening is van de werkelijke hoeveelheid trainingsarbeid die door de gebruiker 10 wordt verricht. De aandacht wordt erop gevestigd dat de besturingseenheid 5 automatisch de oefenvorm voor de gebruiker kan bepalen in plaats van dat de gebruiker zelf de gewenste oefenvorm via het gebruikersinterface invoert, zoals hierboven is beschreven. De besturingseenheid 5 kan 15 bijvoorbeeld automatisch de oefenvorm kiezen na een vooraf bepaalde periode waarin het hartritme van een gebruiker is gemeten.The body fat meter 4 is adapted to measure the amount of body fat of the user operating the exercise device. The body fat meter 4 may, for example, be mounted on the handles of the exercise device, and together with the control unit 5 may use bioelectric impedance analysis in a known manner to predict the body fat content of the user operating the exercise device. The user interface 6 can be operated by the user to enter specific parameters for him / her (e.g. gender, height, weight and age) and to choose an exercise form. The user interface 6 further serves to display information to the user. The control unit 5 is electrically coupled to the pulse frequency meter 1, to the torque meter 2, to the speed meter 3, to the body fat meter 4 and to the user interface 6. The control unit 5 provides the 7 display of the speed of movement that is measured by the speed meter 3 measured and of the body fat content of the user via the user interface 6. In addition, after a pre-selected exercise period, the control unit 5 determines a desired amount of exercise, which is a desired amount of exercise to be performed by a user, as well as an actual amount of exercise, which is a real-time calculation of the actual amount of training work performed by the user. Attention is drawn to the fact that the control unit 5 can automatically determine the exercise form for the user instead of the user himself entering the desired exercise form via the user interface, as described above. The control unit 5 can, for example, automatically select the exercise form after a predetermined period in which the heart rhythm of a user is measured.

De gewenste mate van oefening kan door de besturingseenheid 5 worden bepaald aan de hand van elke 20 combinatie van het hartritme gemeten door de pols- frequentiemeter 2, het lichaamsvetgehalte gemeten door de lichaamsvetmeter 4, het koppel gemeten door de koppelmeter 2, de gebruikerspecifieke parameters die door de gebruiker zijn ingevoerd en de oefenvorm die door de gebruiker is gekozen 25 (of die automatisch door de besturingseenheid 5 is gekozen). In deze uitvoeringsvorm kiest de besturingseenheid 5 de werkelijke mate van oefening aan de hand van het koppel dat door de koppelmeter 2 is gemeten. Anderzijds kan de besturingseenheid 5 de werkelijke mate van oefening 30 vaststellen aan de hand van het koppel dat door de koppelmeter 2 is gemeten in combinatie met de bewegingssnelheid die is gemeten door de snelheidsmeter 3 en/of het hartritme dat is gemeten door de pols- 8 frequentiemeter 1.The desired degree of exercise can be determined by the control unit 5 on the basis of any combination of the heart rate measured by the pulse rate meter 2, the body fat content measured by the body fat meter 4, the torque measured by the torque meter 2, the user-specific parameters that are entered by the user and the exercise form selected by the user (or automatically selected by the control unit 5). In this embodiment, the control unit 5 selects the actual degree of exercise on the basis of the torque measured by the torque meter 2. On the other hand, the control unit 5 can determine the actual amount of exercise 30 on the basis of the torque measured by the torque meter 2 in combination with the speed of movement measured by the speed meter 3 and / or the heart rate measured by the pulse. frequency meter 1.

Zoals in fig. 2 is weergegeven maakt het gebruikersinterface 6, aangestuurd door de besturingseenheid 5, een patroon 61 zichtbaar dat de oefeningen aangeeft die de 5 beoogde mate van oefening voor de gebruiker vertegenwoordigen. Het patroon 61 dat de oefeningen aangeeft omvat een aantal gebieden 611, 612, 613, 614, die selectief worden geactiveerd overeenkomstig de werkelijke mate van oefening door de gebruiker. Zo vertegenwoordigt bijvoorbeeld 10 het gebied 611 een warming-up periode, en als het wordt geactiveerd geeft dat aan dat er door de gebruiker een hoeveelheid oefenarbeid is verricht die gelijk is aan een vooraf bepaalde hoeveelheid voor warming-up, vertegenwoordigen de respectievelijke gebieden 612 15 achtereenvolgende oefenperioden, waarbij het achtereenvolgens activeren ervan aangeeft dat de gebruiker een steeds groter wordende hoeveelheid oefenarbeid heeft verricht, vertegenwoordigt het gebied 613 een beoogde oefenperiode, waarbij het activeren ervan aangeeft dat de gebruiker een 20 hoeveelheid oefenarbeid heeft verricht die gelijk is aan de beoogde hoeveelheid oefenarbeid, en vertegenwoordigt het gebied 614 een periode met extra oefenarbeid, waarbij het activeren ervan aangeeft dat de gebruiker een hoeveelheid oefenarbeid heeft verricht die groter is dan de beoogde 25 hoeveelheid oefenarbeid. Anderzijds kunnen de gebieden 611, 612, 613, 614 van het patroon 61 dat de oefeningen aangeeft zo worden geactiveerd, dat ze de werkelijke hoeveelheid door de gebruiker verrichte oefenarbeid aangeven in een geleidelijk afnemende volgorde, waarbij aanvankelijke alle 30 gebieden 611, 612, 613, 614 zijn geactiveerd en uiteindelijk geen van de gebieden 611, 612, 613, 614 is geactiveerd.As shown in Fig. 2, the user interface 6, controlled by the control unit 5, displays a pattern 61 indicating the exercises that represent the intended level of exercise for the user. The pattern 61 indicating the exercises comprises a number of areas 611, 612, 613, 614, which are selectively activated according to the actual degree of exercise by the user. For example, the area 611 represents a warm-up period, and when it is activated it indicates that an amount of training work has been performed by the user that is equal to a predetermined amount for warm-up, the respective areas represent 612 consecutive practice periods, where successively activating it indicates that the user has performed an increasing amount of practice work, area 613 represents an intended practice period, activating it indicating that the user has performed an amount of practice work equal to the intended amount training work, and area 614 represents a period of additional training work, the activation of which indicates that the user has performed an amount of training work that is greater than the intended amount of training work. On the other hand, the areas 611, 612, 613, 614 of the pattern 61 indicating the exercises can be activated so that they indicate the actual amount of training work done by the user in a gradually decreasing order, initially all areas 611, 612, 613 , 614 are activated and ultimately none of the regions 611, 612, 613, 614 is activated.

De beoogde hoeveelheid oefenarbeid kan het aantal calorieën zijn dat moet worden verbruikt door de gebruiker 9 die de oefeninrichting bedient. In dit geval vertegenwoordigt het patroon 61 dat de oefeningen aangeeft het totale aantal calorieën dat geacht wordt te worden verbrand gedurende de oefening door de gebruiker van de oefeninrichting.The intended amount of exercise work may be the number of calories to be consumed by the user 9 operating the exercise device. In this case, the pattern 61 indicating the exercises represents the total number of calories that is considered to be burned during the exercise by the user of the exercise device.

5 De besturingseenheid 5 kan ook de weergave van andere gegevens door middel van het gebruikersinterface 6 aansturen. Door bijvoorbeeld gebruik te maken van één of meer van de gebruikerspecifieke parameters, zoals leeftijd en het hartritme dat is gemeten door de pols-frequentiemeter 1, kan 10 de besturingseenheid 5 bepalen of de gebruiker die aan het oefenen is een veilig oefenniveau overschrijdt en een visuele indicatie of een geluidssignaal afgeven aan de gebruiker ervan.The control unit 5 can also control the display of other data by means of the user interface 6. By using, for example, one or more of the user-specific parameters, such as age and heart rate measured by the pulse frequency meter 1, the control unit 5 can determine whether the user who is exercising exceeds a safe level of exercise and a visual indication or sound signal to the user.

Als een ander voorbeeld kan de besturingseenheid 5, 15 door gebruik te maken van het koppel dat is gemeten door de koppelmeter 2 en van een hartritme dat is berekend met gebruikmaking van de polsfrequentie die door de pols-frequentiemeter 1 is bepaald, een afbeelding aanmaken van een hart-ademhaling-fitnessniveau van de gebruiker die de 20 oefeninrichting bedient. In dit geval maakt de besturingseenheid 5 de afbeelding van het hart-ademhaling-fitnessniveau op het gebruikersinterface 6 zichtbaar, zoals is weergegeven in diagram 1 van fig. 2, en kiest het één van de niveaus als een geschikt fitnessniveau voor de gebruiker 25 die de oefeninrichting bedient.As another example, by using the torque measured by the torque meter 2 and a heart rate calculated by using the pulse rate determined by the pulse frequency meter 1, the control unit 5, 15 can create an image of a heart-breathing fitness level of the user operating the exercise device. In this case, the control unit 5 displays the image of the heart-breathing fitness level on the user interface 6, as shown in diagram 1 of Fig. 2, and selects one of the levels as a suitable fitness level for the user 25 who exercise facility.

Als een nog weer ander voorbeeld kan de besturingseenheid 5, door gebruik te maken van het koppel dat is gemeten door de koppelmeter 2 en van gebruikerspecifieke parameters, de informatie van diagram 1 vertalen in een 30 tabel, waarin voor de verschillende niveaus een beoogd calorieverbruik en een extra calorieverbruik is aangegeven, zoals is te zien in diagram 2 van fig. 2.As yet another example, by using the torque measured by the torque meter 2 and user-specific parameters, the control unit 5 can translate the information from diagram 1 into a table in which, for the different levels, an intended calorie consumption and an additional calorie consumption is indicated, as can be seen in diagram 2 of fig. 2.

De gebieden 611, 612, 613, 614 van het patroon 61 dat 10 de oefeningen aangeeft worden dan, terwijl de gebruiker aan het oefenen is (dat wil zeggen in real-time) worden geactiveerd op basis van de berekende beoogde en extra caloriewaarden, en van het geselecteerde geschikte 5 fitnessniveau.The areas 611, 612, 613, 614 of the pattern 61 indicating the exercises are then activated while the user is practicing (i.e. in real time) based on the calculated intended and additional calorie values, and of the selected suitable fitness level.

Fig. 3 laat een tweede voorkeursuitvoering zien van een systeem dat geschikt is gemaakt voor gebruik bij een oefeninrichting voor het bewaken van de mate van oefening. In de tweede voorkeursuitvoering is de koppel-meter 2 van de 10 eerste voorkeursuitvoering (zie fig. 1) weggelaten uit de configuratie.FIG. 3 shows a second preferred embodiment of a system that is made suitable for use with an exercise device for monitoring the amount of exercise. In the second preferred embodiment, the torque meter 2 of the first preferred embodiment (see Fig. 1) is omitted from the configuration.

In deze uitvoeringsvorm bepaalt de besturingseenheid 5 de werkelijke hoeveelheid oefenarbeid aan de hand van het hartritme dat is gemeten door de pols-frequentiemeter 2. De 15 gewenste of beoogde hoeveelheid oefenarbeid kan door de besturingseenheid 5 worden bepaald aan de hand van één of meer van de volgende parameters: het hartritme gemeten door de pols-frequentiemeter 2, het lichaamsvetgehalte gemeten door de lichaamsvet-meter 4, de gebruikerspecifieke 20 parameters die door de gebruiker zijn ingevoerd en de oefenvorm die door de gebruiker is gekozen (of die automatisch is ingesteld door de besturingseenheid 5). Alle andere kenmerken van de tweede voorkeursuitvoering zijn identiek aan die van de eerste voorkeursuitvoering.In this embodiment, the control unit 5 determines the actual amount of training work on the basis of the heart rate measured by the pulse frequency meter 2. The desired or intended amount of training work can be determined by the control unit 5 on the basis of one or more of the following parameters: the heart rate measured by the pulse frequency meter 2, the body fat content measured by the body fat meter 4, the user-specific parameters entered by the user and the exercise form chosen by the user (or set automatically by the user) control unit 5). All other features of the second preferred embodiment are identical to those of the first preferred embodiment.

25 Het systeem voor het bewaken van de mate van oefening volgens de onderhavige uitvinding heeft de volgende voordelen: 1. Aangezien in de eerste voorkeursuitvoering de werkelijke hoeveelheid oefenarbeid door de besturingseenheid 30 5 wordt vastgesteld door tenminste gedeeltelijk gebruik te maken van het koppel dat wordt gemeten door de koppelmeter 2, is een nauwkeurige berekening van de werkelijke hoeveelheid oefenarbeid mogelijk. Dat wil zeggen, de werkelijke 11 hoeveelheid oefenarbeid wordt alleen berekend wanneer de gebruiker echt aan het oefenen is en niet wanneer de gebruiker tijdelijk rust. Verder zorgt het gebruik van het koppel ervoor dat bij de berekening rekening wordt gehouden 5 met verschillen in de hoeveelheid oefenarbeid bij het simuleren van bergopwaarts of bergafwaarts rijden (zoals wanneer de oefeninrichting een hometrainer is).The system for monitoring the degree of exercise according to the present invention has the following advantages: 1. Since in the first preferred embodiment the actual amount of exercise work is determined by the control unit 30 by making at least partial use of the torque being measured by the torque meter 2, an accurate calculation of the actual amount of practice work is possible. That is, the actual amount of practice work is only calculated when the user is actually practicing and not when the user is temporarily resting. Furthermore, the use of the torque ensures that the calculation takes into account differences in the amount of exercise work when simulating uphill or downhill riding (such as when the exercise device is an exercise bike).

2. De beoogde hoeveelheid oefenarbeid kan een totaal aantal calorieën zijn dat moet worden verbruikt door de 10 gebruiker bij het bedienen van de oefeninrichting, en het patroon 61 dat de oefeningen aangeeft, kan het totaal aantal calorieën vertegenwoordigen dat moet worden verbrand door de gebruiker bij het bedienen van de oefeninrichting. De beoogde en de werkelijke hoeveelheid oefenarbeid worden derhalve 15 zichtbaar gemaakt in een gemakkelijk te interpreteren formaat om het de gebruiker mogelijk te maken zijn of haar actuele oefensituatie snel in te schatten, waarmee de algehele trainingservaring wordt verrijkt.2. The intended amount of exercise work may be a total number of calories to be consumed by the user when operating the exercise device, and the pattern 61 indicating the exercises may represent the total number of calories to be burned by the user at operating the exercise device. The intended and actual amount of training work is therefore made visible in an easily interpretable format to allow the user to quickly assess his or her current training situation, thereby enriching the overall training experience.

1 0 3 1 6 751 0 3 1 6 75

Claims

A system adapted to be used with a training device for monitoring the amount of exercise, the system being characterized by: a pulse frequency meter (1) adapted to measure a heart rhythm of a user who works with the training device; a user interface (6) that can be operated by a user to enter user-specific parameters; and a control unit (5) electrically coupled to the pulse frequency meter (1) and the user interface (6), wherein the control unit (5) automatically selects a training form for the user using the heart rate provided by the pulse frequency meter is determined, wherein the control unit (5) determines a desired degree of exercise for the user, using the user-specific parameters, and the training form is automatically selected by the control unit (5), the control unit (5) continuing during training 20 determines an actual degree of exercise by the user, using the heart rate measured by the pulse rate meter (1).

2. System as claimed in claim 1, characterized in that the user interface (6) can be operated by the user to select the training form, whereafter the control unit (5) determines the desired degree of exercise for the user on the basis of the user-specific parameters and the training form chosen by the user.

A system according to claim 1, characterized in that the user interface (6) driven by the control unit (5) displays a pattern (61) that indicates the exercises that the desired degree of exercise of represent the user, wherein the pattern (61) indicating the exercises includes a number of areas (611, 612, 613, 614) that are selectively activated in accordance with the actual degree of exercise of the user.

4. A system according to claim 3, characterized in that the areas (611, 612, 613, 614) of the pattern (61) indicating the exercise are activated in ever-increasing magnitude to match the actual degree of exercise of the user. from the situation where none of the areas (611, 612, 613, 614) is activated to a situation where all areas (611, 612, 613, 614) are activated.

5. System as claimed in claim 3, characterized in that the areas (611, 612, 613, 614) of the pattern (61) that indicate the exercise are activated in an ever-decreasing extent to the actual extent of the user's exercise to indicate from the situation in which all areas (611, 612, 613, 614) are activated to the situation in which none of the areas (611, 612, 613, 614) are activated.

The system according to claim 1, characterized in that the desired amount of exercise is a total number of calories to be consumed by the consumer operating the exercise device.

A system adapted to be used with an exercise device for monitoring the amount of exercise, the system being characterized by: a pulse frequency meter (1) adapted to a heart rhythm of a user using the exercise device 30 serves to measure; a user interface (6) that can be operated by a user to enter user-specific parameters; and a control unit (5) electrically coupled to the pulse frequency meter (1) and to the user interface (6), wherein the control unit (5) determines a desired degree of exercise for the user after a pre-determined exercise period for the user on the basis of the heart rate determined by the pulse rate meter (1) and the user-specific parameters, wherein the control unit (5) further determines during training by the user an actual degree of exercise at the heart rate determined by the heart rate pulse frequency meter (1) was measured.

8. System as claimed in claim 7, characterized in that the user interface (6), driven by the control unit (5), displays a pattern (61) which indicates the exercises that represent the desired degree of exercise for the user, the pattern (61) ) indicating the exercises includes a number of areas (611, 612, 613, 614) that are selectively activated in accordance with the actual degree of exercise of the user.

A system according to claim 8, characterized in that the areas (611, 612, 613, 614) of the pattern (61) indicating the exercises are activated to an ever-increasing extent to the actual degree of exercise of the user to be indicated from the situation in which none of the areas (611, 612, 613, 614) is activated, to the situation in which all areas (611, 612, 613, 614) are activated.

10. System as claimed in claim 8, characterized in that the areas (611, 612, 613, 614) of the pattern (61) indicating the exercises are activated in a gradually decreasing extent to achieve the actual degree of exercise of the user to indicate from the situation where all areas (611, 612, 613, 614) are activated to the V situation where none of the areas (611, 612, 613, 614) is activated.

11. System as claimed in claim 7, characterized in that the desired degree of exercise is a total number of calories to be used by the user operating the exercise device.

12. A system adapted to be used with an exercise apparatus for monitoring the amount of exercise, the system being characterized by: a pulse frequency meter (1) adapted to a heart rhythm of a user exercise device to determine; a torque meter (2) adapted to measure the magnitude of a torque supplied by the user when operating the exercise apparatus; a user interface (6) that can be operated by the user to enter the user-specific parameters; and a control unit (5) electrically coupled to the pulse frequency meter (1), to the torque meter (2) and to the user interface (6), the control unit (5) having a pre-determined exercise period for the user degree of exercise for the user determines on the basis of the heart rate measured by the pulse frequency meter (1), of the torque measured by the torque meter (2) and of the user-specific parameters, the control unit (5) further determines an actual amount of exercise during user training on the basis of the torque determined by the torque meter (2).

A system according to claim 12, characterized in that the user interface (16) controlled by the control unit (5) displays a pattern (61) that indicates the k exercises representing the desired degree of exercise for the user, the pattern ( 61) indicating the exercises includes a number of areas (611, 612, 613, 614) that are selectively activated in accordance with the user's actual degree of exercise.

A system according to claim 13, characterized in that the areas (611, 612, 613, 614) of the pattern (61) indicating the exercises are activated in a gradually increasing extent to achieve the actual degree of exercise of the exercises. user to indicate from a situation where none of the areas (611, 612, 613, 614) is activated to a situation where all areas (611, 612, 613, 614) are activated.

A system according to claim 13, characterized in that the areas (611, 612, 613, 614) of the pattern (61) indicating the exercises are activated in a gradually decreasing extent to achieve the actual degree of exercise of the user, from a situation in which all areas (611, 612, 613, 614) are activated, to a situation in which none of the areas (611, 612, 613, 614) is activated.

A system according to claim 12, characterized in that the desired amount of exercise is a total number of calories to be consumed by the user when operating the exercise device. 1 0 3 1 6 75