NL1031649C2 - Bordspel. - Google Patents

Description

I I

Bordspel

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een bordspel, in het bijzonder op een bordspel met een reeks vakken van 5 verschillende kleur, die om en om zijn gerangschikt, zoals bij een damspel.

In dergelijke bordspellen vormen de vakken op-stelplaatsen voor spelstukken, zoals damstenen. De vakken worden gebruikt om een strategische positie in te nemen.

10 Doorgaans, zoals bij dammen of schaken, kan de andere speler die positie opheffen of veroveren. Dan wordt het door eerstgenoemde speler geplaatste spelstuk weggenomen.

Een doel van de uitvinding is een bordspel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen waarmee het 15 aantal spelsituaties kan worden vergroot.

Een doel van de uitvinding is een bordspel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen waarmee bestaande spellen veelzijdiger kunnen worden.

20 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Hiertoe voorziet de uitvinding, vanuit één aspect, in een bordspel met een reeks vakken voor ondersteuning van spelstukken, zoals een dambord, waarbij van de 1 031 64 9 2 vakken tenminste één eerste vak uitgevoerd is als een luik.

Door de speler een vak of veld te verschaffen dat is uitgevoerd als luik kan dat vak indien gewenst buiten werking gesteld worden. Er kunnen daarbij vele uitvoeringen 5 mogelijk zijn. Zo kan het betreffende vak buiten werking worden gesteld voordat een speler er een stuk op zet of nadat dat gebeurd is. Het vak kan dan blijvend of voor een bepaalde duur (één of meerdere beurten) buiten werking worden gesteld.

10 Het luik kan in verschillende uitvoeringen worden verschaft. Zo is denkbaar een diafragma-achtig luik.

In een uitvoerig is het eerste vak uitgevoerd als klapluik.

In een uitvoering is het eerste vak uitgevoerd 15 als schuifluik.

Een bordspel kan volgens de uitvinding zijn voorzien van door een speler bedienbare bedieningsmiddelen die verplaatsbaar zijn tussen een eerste positie waarin een eerste vak in een spelstand wordt gehouden waarin een 2 0 spelstuk kan worden ondersteund op dat vak, en een tweede positie waarin dat eerste vak zich in een het spelstuk niet ondersteunende afvoerstand bevindt. Aldus kan een speler invloed uitoefenen op de vakken die voor zijn tegenspeler beschikbaar zijn, in aantal en/of in toestand.

25 In een eerste verdere ontwikkeling hiervan zijn de bedieningsmiddelen ingericht om in de genoemde eerste positie een ander eerste vak zich in een afvoerstand te laten bevinden, en in de tweede positie dat eerste vak in de spelstand te houden.

30 De bedieningsmiddelen kunnen in een uitvoering verplaatsbaar zijn naar een derde positie, waarin beide genoemde eerste vakken in de spelstand worden gehouden.

De bedieningsmiddelen kunnen in een uitvoering verplaatsbaar zijn naar een vierde positie, waarin beide 35 genoemde eerste vakken zich in de afvoerstand bevinden.

In een tweede verdere ontwikkeling zijn de bedieningsmiddelen ingericht om in de genoemde eerste positie t 3 meerdere eerste vakken in de spelstand te houden en/of in de tweede positie meerdere eerste vakken zich in de afvoer-stand te laten bevinden.

De beide eerste vakken kunnen zijn voorzien van 5 een markering respectievelijk gericht op gebruik door verschillende spelkleuren, zodat dan de ene speler een nadeel heeft en dan weer de andere speler.

In een uitvoering is het bordspel voorzien van een afvoer aansluitend op het eerste vak. Bij voorkeur 10 strekt de afvoer zich uit tot een afgifteopening aan een buitenzijde van het bordspel. De speler kan dan eventueel weer direct beschikken over het verwijderde spelstuk.

In een uitvoering zijn de spelvakken afwisselend om en om in rijen en kolommen geplaatst> waarbij de spel-15 vakken afgewisseld kunnen zijn met neutrale vakken, bijvoorbeeld in een opstelling van 8x8 vakken.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een bordspel met een reeks vakken voor ondersteuning van spelstukken, zoals een dambord, welke vakken bestemd zijn 20 voor spelstukken van twee of meer onderling verschillende spelkleuren, waarbij voor elke spelkleur tenminste één vak uitgevoerd is als een luik, zoals een klapluik of schuif-luik.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding 25 in een samenstel met een bordspel volgens de uitvinding en een aantal groepen spelstukken, overeenkomstig het aantal kleurgroepen.

In een uitvoering omvat dat samenstel voorts een aanwijzer voor het toelaten van een speler de voornoemde 30 bedieningsmiddelen in een spelbeurt te bedienen. De aanwijzer kan zijn ingericht voor willekeurige aanwijzing, zoals een dobbelsteen of iets dergelijks. Daarmee kan een extra spelinvloed worden toegevoegd aan een bestaand bordspel, zoals dammen.

35 De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar 4 mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich 5 zijn beschreven in de volgconclusies.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand 10 van een in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voor-beelduitvoering. Getoond wordt in: ·

Figuur 1 een bovenaanzicht op een voorbeelduit-voering van een bordspel volgens de uitvinding; figuur 2 het bordspel van figuur 1, met daarop geplaatste spelstuk-15 ken; figuren 3A-C respectievelijk een schematisch onderaanzicht, zijaanzicht en gedeeltelijk eindaanzicht op een bedieningsmechanisme voor luiken in het bord volgens figuren 1 en 2; en 20 figuur 4 een voorbeelduitvoering van een aanwij zer voor het bordspel van de voorgaande figuren.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 25

Het bord (spel) 1 weergegeven in de figuren 1 en 2 omvat een plaatvormig lichaam 2, met een omtreksrand 3 en een daardoor omgeven vierkante plaat 4. Op de plaat 4 zijn in dit voorbeeld 8x8 velden, met speelvelden 5 en neu-30 trale of loze velden 6, om en om gerangschikt, op een wijze zoals bekend van een dambord en een schaakbord.

In de vier middelste rijen zijn telkens twee spelvakken 5 uitgevoerd als luik, en wel luiken 7 voor de ene speler SI en luiken 8 voor de andere speler S2.

35 Voor de in dezelfde rij gelegen luiken 7, 8 zijn in. de rand 3 bedieningsmechanismen 10a, 10b, 10c, lOd aangebracht, met in de rand 3 een gootvormige verhoging 11, 5 met in de bodem een sleuf 12, waarin een knop 14 van een bedieningsstang 13 reikt. De sleuf 12 is op drie plaatsen 12a, 12b, 12c, verbreed, om aldus drie posities voor de knop 14 te bepalen.

5 Deze drie posities zijn ook weergegeven in figu ren 3A en 3B, met knopposities 14, 14' en 14''.

De bedieningsstaaf 13 is, zoals te zien in figuur 3A, verbonden met een dwarsstaaf 15, waaraan een langstaaf 16 bevestigd is. De langstaaf 16 is, zoals te zien is in 10 figuur 3C, L-vormig, met op de bovenzijde een ribbe 17 waarmee de staaf 16 in de richting A verschuifbaar opgehangen is aan de onderzijde van de plaat 4. Op het neerhangende been van de L-vormige staaf 16 is een heugel 20 gevormd. De heugel 20 staat in tandaangrijping met een 15 ronsel 18, dat draaibaar om een pen 19 in de richting B opgehangen is aan de onderzijde van de plaat 4.

De tanden van het ronsel 18 staan voorts in tandaangrijping met een heugel 22 op het neerhangende L-vormige been van een staaf 21, die aan de bovenzijde voor-20 zien is van een ribbe 23 om, net als staaf 16, in de richting C, parallel aan de richting A, verschuifbaar te zijn opgehangen aan de onderzijde van veld 4.

Aldus kan door verplaatsing van speelknop 14 naar . de positie 14' danwel 14'' de staaf 16 in de richting A 25 verschoven worden, en zal, door de tandoverbrenging met ronsel 18, de staaf 21 in tegengestelde richting C, over dezelfde afstand, verplaatst worden.

In de in figuren 3A en 3B weergegeven uitgangs-stand ondersteunen de eindgebieden 21a, 21b van de staaf 21 30 luiken 7a respectievelijk 7b. De luiken 7a, 7b zijn ter plaatse van 24 scharnierbaar bevestigd aan de plaat 4.

Wanneer de knop 14 naar positie 14' wordt verschoven zal de staaf 21 op de tekening gezien naar rechts bewegen, en zal de ondersteuning door eindgebied 21a van 35 staaf 21 onder luik 7a worden weggeschoven, waardoor het luik 7a naar beneden kan scharnieren om de scharnieren 24. Indien de knop 14 naar positie 14'' wordt bewogen zal de 6 staaf 21 op de tekening gezien naar links bewegen, en zal uiteindelijk het luik 7b neer kunnen klappen in de richting D. Aldus kunnen de betreffende velden buiten het spel geplaatst worden, omdat er geen spelstuk op gezet kan 5 worden. Het is ook mogelijk om nadat een spelstuk er op is gezet het bedieningsmechanisme te bedienen om het betreffende luik neer te laten klappen en het spelstuk op die wijze naar beneden af te voeren. Het luik kan daarna weer in functie worden gebracht, door terugbeweging van de knop 10 14, maar het is ook mogelijk om de buitengebruikstelling van het betreffende spelvak enige beurten te laten voortduren. De bediening van de andere luiken 7, 8 vindt plaats op overeenkomstige wijze.

In het spel van figuur 2 zijn damstukachtige 15 spelstukken van spelers SI en S2 op de spelvakken 5 geplaatst. Elke speler SI, S2 heeft twee rijen waarin neer-klapbare luiken 7 respectievelijk 8 aanwezig zijn, te bedienen door respectievelijk bedieningsmechanismen 10a, c en 10b,d.

20 Het spel van figuur 2 kan worden gespeeld als een gewoon damspel. Het damspel is echter uitgebreid, met behulp van de in figuur 4 weergegeven aanwijzer 30. Deze aanwijzer 30 is in dit voorbeeld gevormd als een dobbelsteen, met zes vlakken, met één vlak voorzien van een 25 markering voor de speler van SI, en één vlak 32 voorzien van een markering voor speler S2. De overige vier vlakken 33 zijn neutraal.

Het spel kan gespeeld worden door bij het begin van ieders beurt de dobbelsteen 30 te laten werpen. Indien 30 een neutraal vlak 33 bovenkomt, kan een gewone damzet worden uitgevoerd. Indien degene die gedobbeld heeft speler SI is, en vlak 31 bovenkomt, mag hij bedieningsmechanisme 10a of 10c bedienen, in de gewenste richting. Hij kan daarmee een spelstuk dat op een veld 8 staat verwijderen, 35 danwel een spelvak 8 (kortstondig) buiten gebruik stellen. Indien echter het vak 32 bovenkomt, voor speler S2, mag die speler een keuze maken uit de bediening van bedienings- 7 mechanismen 10b en lOd.

In een variant zijn de luiken 7,8 voor beide spelers beschikbaar, in welk geval zij dezelfde markering hebben. Beide spelers zijn dan bevoegd om elk der bedie-5 ningsmechanismes lOa-d te bedienen.

Op deze wijzen is een damspelachtig spel verkregen, met een bijzondere extra speldimensie.

Indien de luiken 7, 8 gesloten zijn kunnen deze vakken als gewone velden gebruikt worden.

10 Het moge duidelijk zijn dat de bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeurs-uitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een gemiddelde 15 vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

103V649

Claims (20)

1. Bordspel met een reeks vakken voor ondersteuning van spelstukken, zoals een dambord, waarbij van de vakken tenminste één eerste vak uitgevoerd is als een luik.

2. Bordspel volgens conclusie 1, waarbij het 5 eerste vak uitgevoerd is als klapluik.

3. Bordspel volgens conclusie 1, waarbij het eerste vak is uitgevoerd als schuifluik.

4. Bordspel, in het bijzonder volgens conclusie 1, 2 of 3, voorzien van door een speler bedienbare bedie- 10 ningsmiddelen die verplaatsbaar zijn tussen een eerste positie waarin een eerste vak in een spelstand wordt gehouden waarin een spelstuk kan worden ondersteund op dat vak, en een tweede positie waarin dat eerste vak zich in een het spelstuk niet ondersteunende afvoerstand bevindt.

5. Bordspel volgens conclusie 4, waarbij de bedieningsmiddelen.ingericht zijn om in de genoemde eerste positie een ander eerste vak zich in een afvoerstand te laten bevinden, en in de tweede positie dat ander eerste vak in de spelstand te houden.

6. Bordspel volgens conclusie 5, waarbij de bedieningsmiddelen verplaatsbaar zijn naar een derde positie, waarin beide genoemde eerste vakken in de spelstand worden gehouden.

7. Bordspel volgens conclusie 6, waarbij de 25 bedieningsmiddelen verplaatsbaar zijn naar een vierde positie, waarin beide genoemde eerste vakken zich in de afvoerstand bevinden.

8. Bordspel volgens conclusie 4, waarbij de bedieningsmiddelen ingericht zijn om in de genoemde eerste 30 positie meerdere eerste vakken in de spelstand te houden en in de tweede positie meerdere eerste vakken zich in de 1 031 64 9 afvoerstand te laten bevinden.

9. Bordspel volgens een der conclusies 4-8, waarbij de beide eerste vakken voorzien zijn van een markering respectievelijk gericht op gebruik door verschillende 5 spelkleuren.

10. Bordspel volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van een afvoer aansluitend op het eerste vak.

11. Bordspel volgens conclusie 10, waarbij de 10 afvoer zich uitstrekt tot een afgifteopening aan een buitenzijde van het bordspel.

12. Bordspel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de spelvakken afwisselend om en om in rijen en kolommen geplaatst zijn.

13. Bordspel volgens conclusie 12, waarbij de spelvakken afgewisseld zijn met neutrale vakken.

14. Bordspel met een reeks vakken voor ondersteuning van spelstukken, zoals een dambord, welke vakken bestemd zijn voor spelstukken van twee of meer onderling 20 verschillende spelkleuren, waarbij voor elke spelkleur tenminste één vak uitgevoerd is als een luik, zoals een klapluik of schuifluik.

15. Samenstel met een bordspel volgens een der voorgaande conclusies, en een aantal groepen spelstukken 25 met verschillende kleur.

16. Samenstel volgens conclusie 15, met een bordspel volgens conclusie 4 of een daarvan afhankelijke conclusie, voorts omvattend een aanwijzer voor het toelaten van een speler de bedieningsmiddelen in een spelbeurt te 30 bedienen.

17. Samenstel volgens conclusie 16, waarbij de aanwijzer ingericht is voor willekeurige aanwijzing.

18. Samenstel volgens conclusie 17, waarbij de aanwijzer een dobbelsteen of iets dergelijks is.

19. Bordspel voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

20. Samenstel voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1 031 649