NL1030992C2 - Knijpschuimvormer. - Google Patents

Knijpschuimvormer. Download PDF

Info

Publication number
NL1030992C2
NL1030992C2 NL1030992A NL1030992A NL1030992C2 NL 1030992 C2 NL1030992 C2 NL 1030992C2 NL 1030992 A NL1030992 A NL 1030992A NL 1030992 A NL1030992 A NL 1030992A NL 1030992 C2 NL1030992 C2 NL 1030992C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
passage
mouth
liquid
valve body
dispensing
Prior art date
Application number
NL1030992A
Other languages
English (en)
Inventor
Edgar Ivo Maria Van De Heijden
Original Assignee
Airspray Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1030992A priority Critical patent/NL1030992C2/nl
Application filed by Airspray Nv filed Critical Airspray Nv
Priority to BRPI0707176A priority patent/BRPI0707176B8/pt
Priority to US12/160,457 priority patent/US8020732B2/en
Priority to CN2007800028575A priority patent/CN101370596B/zh
Priority to AT07709142T priority patent/ATE519545T1/de
Priority to EP07709142A priority patent/EP1976643B1/en
Priority to KR1020087020051A priority patent/KR101309654B1/ko
Priority to RU2008134478/05A priority patent/RU2420360C2/ru
Priority to PCT/NL2007/000023 priority patent/WO2007086731A1/en
Priority to CA2640065A priority patent/CA2640065C/en
Priority to TW096102510A priority patent/TWI373377B/zh
Priority to JP2008552251A priority patent/JP4990294B2/ja
Priority to ES07709142T priority patent/ES2370060T3/es
Application granted granted Critical
Publication of NL1030992C2 publication Critical patent/NL1030992C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B7/00Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent materials from two or more sources, e.g. of liquid and air, of powder and gas
    • B05B7/0018Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent materials from two or more sources, e.g. of liquid and air, of powder and gas with devices for making foam
    • B05B7/0025Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent materials from two or more sources, e.g. of liquid and air, of powder and gas with devices for making foam with a compressed gas supply
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/01Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use characterised by the means producing the flow
    • B05B11/04Deformable containers producing the flow, e.g. squeeze bottles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47KSANITARY EQUIPMENT NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; TOILET ACCESSORIES
    • A47K5/00Holders or dispensers for soap, toothpaste, or the like
    • A47K5/06Dispensers for soap
    • A47K5/12Dispensers for soap for liquid or pasty soap
    • A47K5/122Dispensers for soap for liquid or pasty soap using squeeze bottles or the like
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47KSANITARY EQUIPMENT NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; TOILET ACCESSORIES
    • A47K5/00Holders or dispensers for soap, toothpaste, or the like
    • A47K5/14Foam or lather making devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/01Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use characterised by the means producing the flow
    • B05B11/04Deformable containers producing the flow, e.g. squeeze bottles
    • B05B11/042Deformable containers producing the flow, e.g. squeeze bottles the spray being effected by a gas or vapour flow in the nozzle, spray head, outlet or dip tube
    • B05B11/043Deformable containers producing the flow, e.g. squeeze bottles the spray being effected by a gas or vapour flow in the nozzle, spray head, outlet or dip tube designed for spraying a liquid
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B7/00Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent materials from two or more sources, e.g. of liquid and air, of powder and gas

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)

Description

fe 5
Korte aanduiding: Knijpschuimvormer.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afgifteinrichting voor het afgeven van een schuim. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een pomploze knijpschuimvormer.
10 Uit US 5,037,006 is een afgifteinrichting voor het afgeven van een schuim bekend. Deze bekende afgifteinrichting omvat een handmatig samendrukbare houder voor het houden van een vloeistof en lucht. De houder omvat een opening waarin een huis is gemonteerd. In dit huis zijn een vloeistofdoorgang en een luchtdoorgang aangebracht die 15 tijdens het afgeven in communicatie staan met een afgiftedoorgang die uitmondt in een afgifte-opening. De afgifteinrichting omvat verder een kleplichaam dat in een rusttoestand een mond van de vloeistofdoorgang en een mond van de luchtdoorgang afsluit. Het kleplichaam is een schijfvormig buigzaam element dat aan dè omtrek 20 wordt vastgehouden en met een veer tegen de monden van de vloeistofdoorgang en luchtdoorgang wordt gedrukt.
Door het samendrukken/inknijpen van de houder wordt de druk in de houder vergroot en daarmee de druk in de vloeistofdoorgang en de 25 luchtdoorgang. Door deze verhoogde druk wijkt het kleplichaam van de monden van de luchtdoorgang en vloeistofdoorgang en komt een stroom lucht uit de luchtdoorgang en een stroom vloeistof uit de vloeistofdoorgang samen in de afgiftedoorgang. In de afgiftedoorgang wordt het mengsel van vloeistof en lucht door een aantal zeefjes 30 geleid om een schuim te vormen dat door de afgifte-opening wordt afgegeven.
Na het inknijpen van de houder zal de houder in hoofdzaak terugkeren naar zijn oorspronkelijke toestand, ofwel dogr de veerkracht van de 35 houder zelf, ofwel door terugstelmiddelen die zijn voorzien om de houder terug te laten keren naar zijn oorspronkelijk toestand.
1030992 2
Een nadeel van de bekende afgifteinrichting is dat de menging van de lucht en vloeistof niet optimaal is waardoor de kwaliteit van het schuim niet tevredenstellend is. Bovendien heeft de bekende afgifteinrichting een complexe constructie die relatief veel 5 onderdelen omvat/ en die complex is te vervaardigen. Daarbij zijn de luchtdoorgang en vloeistofdoorgang bochtig waardoor de snelheid van de vloeistof en luchtstroom afneemt, en als gevolg de kwaliteit van het schuim ook minder wordt.
10 Bovendien heeft de bekende afgifteinrichting het nadeel dat indien de afgifteinrichting met de afgifteopening naar beneden wordt gehouden, tijdens de ruststand door de druk van de vloeistofkolom het kleplichaam van de mond van de vloeistofdoorgang kan worden geduwd waardoor de afgifteinrichting vloeistof kan gaan lekken. In 15 de bekende afgifteinrichting is het voorgesteld om een veer te gebruiken waarmee het kleplichaam tegen de mond van de vloeistofdoorgang wordt geduwd om dit lekken tegen te gaan. Dit heeft echter het nadeel dat een extra onderdeel benodigd is. Daarbij blijft er een kans op lekken indien de veer niet met voldoende 20 spanning tegen het kleplichaam is geplaatst. Indien daarentegen de door de veer uitgeoefende kracht relatief groot is om een goede afsluiting te krijgen, zal de kracht benodigd voor het openen van de klep ook relatief groot zijn.
25 Het is een doel van de onderhavige uitvinding een afgifteinrichting voor het afgeven van een schuim te verschaffen die een of meer van de bovengenoemde nadelen oplost.
Het doel is bereikt met een afgifteinrichting die is gekenmerkt 30 doordat het kleplichaam een boogvormig gedeelte omvat, welk boogvormig gedeelte zich in de mond van de vloeistofdoorgang uitstrekt zodanig dat in eerste instantie door een vloeistofdruk van de Vloeistof in de vloeistofdoorgang op het kleplichaam het boogvormige gedeelte de afsluiting van de mond van de 35 vloeistofdoorgang verbetert; 103 0 9 92 3
Een dergelijke uitvoeringsvorm is van voordeel aangezien in de rustpositie van de afgifteinrichting er een bepaalde druk op het kleplichaam wordt uitgeoefend als gevolg van de vloeistofkolom die boven het kleplichaam staat. Door de uitvinding kan deze druk worden 5 gebruikt voor het verbeteren van de afsluiting van met name de mond van de vloeistofdoorgang in de rustpositie van de afgifteinrichting, waarbij de afgifteopening naar beneden wordt gehouden.
In een uitvoeringsvorm bevindt een top van het boogvormige gedeelte 10 van het kleplichaam zich dichter bij een van de randen van de mond waarin het zich uitstrekt dan bij de tegenoverliggende rand. Door deze vorm wordt een betere aansluiting van het kleplichaam op de rand verkregen als gevolg van de druk die op het boogvormige gedeelte wordt uitgeoefend.
15
In een uitvoeringsvorm omvat het boogvormige gedeelte een tweede top welke zich dichter bij de tegenoverliggende rand van de mond bevindt. Het boogvormige gedeelte heeft dan een dwarsdoorsnede die lijkt op de twee bulten van een kameel. Met een dergelijke 20 uitvoeringsvorm wordt een verbeterde aansluiting op beide tegenoverliggende randen van een mond verkregen. Een dergelijke uitvoeringsvorm kan bijzonder van voordeel zijn in een afgifteinrichting met een ringvormige mond, waarbij tevens de top of toppen van het kleplichaam ringvormig zijn.
25
In een uitvoeringsvorm zijn de mond van de vloeistofdoorgang en de mond van de luchtdoorgang ringvormig, welke ringvormige monden concentrisch ten opzichte van elkaar zijn aangebracht.
30 Het wordt daarbij opgemerkt dat het mogelijk is de ringvormige mond van de vloeistofdoorgang en/of luchtdoorgang door een in hoofdzaak ringvormige opening kan worden gevormd, maar ook door meerdere openingen die in een ringvorm zijn opgesteld.
35 In een uitvoeringsvorm is de diameter van de ringvormige mond van de vloeistofdoorgang groter dan de diameter van de ringvormige mond van de luchtdoorgang. Als gevolg zal tijdens het inknijpen van de houder 1030992 4 de vloeistof die uit de ringvormige mond van de vloeistofdoorgang stroomt langs de ringvormige mond van de luchtdoorgang gaan, waardoor een goede menging wordt verkregen.
5 In een uitvoeringsvorm is het kleplichaam in hoofdzaak trechtervormig. Met trechtervormig wordt bedoeld dat het kleplichaam in hoofdzaak cirkelsymmetrisch is uitgevoerd en dat in de richting van de symmetriehartlijn de diameter aan een eind van het kleplichaam groter is dan aan het andere eind van het kleplichaam.
10 De diameter kan over de gehele lengte steeds kleiner worden, maar kan ook over een gedeelte van de lengte van de trechtervorm toenemen of gelijk blijven.
In een uitvoeringsvorm is het kleplichaam ten minste gedeeltelijk 15 vervaardigd uit een buigzaam, bij voorkeur elastisch materiaal, bijvoorbeeld siliconen. Door het kleplichaam te vervaardigen uit een buigzaam materiaal hoeven er geen verder bewegende onderdelen in de afgifteinrichting te worden aangebracht om de klepfunctie van het kleplichaam uit te voeren. Door gebruik te maken van een elastisch 20 materiaal zal het kleplichaam na het afgeven van een schuim door het inknijpen van de houder terugkeren naar zijn rustpositie. Dit terugkeren kan echter ook op elke andere geschikte manier worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een verend element of door een voorspanning in het kleplichaam te brengen.
25
In een uitvoeringsvorm is het huis in hoofdzaak cirkelsymmetrisch om een hartlijn en/of beweegt de af te geven vloeistof tijdens het afgeven zich in een richting ten opzichte van de langsrichting van 30 het huis. In een dergelijke uitvoeringsvorm hoeft de vloeistof geen complexe stroomwegen te volgen waarbij de hoofdrichting van de vloeistof twee of meer malen wordt omgekeerd. Dit maakt tevens een relatief eenvoudige opbouw van de afgifteinrichting mogelijk.
35 Hiernavolgend zal de uitvinding verder worden toegelicht aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden waarbij zal worden verwezen naar de bijgevoegde tekening. Hierin toont: 1030992 5
Figuur 1 een dwarsdoorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van een afgifteinrichting volgens de uitvinding;
Figuur 2 een gedeelte van de afgifteinrichting van figuur 1 in meer 5 detail;
Figuur 3a een dwarsdoorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van een afgifteinrichting volgens de uitvinding;
Figuur 3b een gedeelte van de uitvoeringsvorm van figuur 3a in meer detail; 10 Figuur 4 een bovenaanzicht van het eerste huisdeel van de uitvoeringsvorm van figuur 3; en
Figuur 5 een bovenaanzicht van het derde huisdeel van de uitvoeringsvorm van figuur 3.
15 Figuren 1 en 2 tonen een eerste uitvoeringsvorm van een afgifteinrichting volgens de uitvinding. De afgifteinrichting is in het geheel aangeduid met het verwijzingscijfer 1. De afgifteinrichting 1 is van het type knijpschuimvormer. Een dergelijke knijpschuimvormer geeft een schuim af door een 20 afgifteopening als gevolg van het inknijpen van een houder. De houder zal na het inknijpen ervan terugkeren naar de oorspronkelijke toestand, ofwel door de veerkracht van de houder zelf of door terugstelmiddelen die zijn voorzien om de houder naar de oorspronkelijke toestand terug te brengen.
25
Het schuim dat kan worden gevormd met de afgifteinrichting 1 kan voor verschillende uiteenlopende toepassingen geschikt zijn zoals bijvoorbeeld zeep, shampoo, scheerschuim, afwasmiddel, zonnebrandmiddel, after-sun, wasmiddel, huidverzorgingsmiddelen en 30 dergelijke.
De afgifteinrichting is getoond in de rusttoestand, d.w.z. dat de houder niet wordt ingeknepen. Een dergelijke knijpschuimvormer is met de hand te bedienen. Het is echter ook mogelijk de houder in te 35 duwen met een daarvoor bestemde inrichting.
1030992 6
De getoonde knijpschuimvormer kan tijdens het afgeven in de hand worden gehouden. Het is ook mogelijk dat deze of een soortgelijke afgifte-inrichting in een bijvoorbeeld aan de muur te bevestigen houder wordt gemonteerd, zoals houders die bijvoorbeeld te vinden 5 zijn in openbare toiletruimten.
De afgifteinrichting 1 omvat een handmatig samendrukbare houder 2 die een vloeistof en lucht omvat. De houder heeft een opening 3 waarin een schuimvormsamenstel is gemonteerd. De houder 2 kan elke 10 geschikte vorm hebben, bijvoorbeeld een vorm met een elliptische of een cirkelvormige dwarsdoorsnede.
Het schuimvormsamenstel is in hoofdzaak cirkelsymmetrisch om een symmetriehartlijn A-A uitgevoerd. Het schuimvormsamenstel omvat een 15 huis met een eerste huisdeel 4 en een tweede huisdeel 5. Het tweede huisdeel 5 is door middel van een schroefdraadverbinding op de houder 2 bevestigd, waarbij het eerste huisdeel 4 afdichtend tussen de houder 2 en het tweede huisdeel 5 is ingeklemd. Als alternatief kan het tweede huisdeel 5 door middel van een snapverbinding, een 20 gelaste verbinding, een airtight seal of andere geschikte verbinding op of in de houder 2 zijn bevestigd. Verder omvat het schuimvormsamenstel een in hoofdzaak trechtervormig kleplichaam 6 welke bij klemgedeelte 6a is ingeklemd tussen het eerste huisdeel 4 en het tweede huisdeel 5. Het kleplichaam 6 is vervaardigd uit een 25 buigzaam, bij voorkeur elastisch materiaal. Een bijzonder geschikt materiaal voor het uitvoeren van het kleplichaam 6 is siliconen gebleken.
De lucht bevindt zich ten opzichte van de vloeistof bovenin de 30 houder 2. Met behulp van de afgifte-inrichting 1 kunnen de vloeistof en lucht worden gevormd tot een schuim welke wordt afgegeven door een afgifteopening 8 in de afsluitdop 7. Om het mengen van de vloeistof en de lucht mogelijk te maken is er een vloeistofdoorgang voorzien die loopt van de vloeistof in de houder via een opening 9 35 in het eerste huisdeel 4 naar een ringvormige mond 10 (tussen de cirkelvormige randen 4a en 4b) van de vloeistofdoorgang.
1030992 7
Voor de lucht is er een luchtdoorgang voorzien die van de lucht bovenin de houder 2 loopt via de buis 11 naar een ringvormige mond 12 (tussen de cirkelvormige randen 4a en 4c) van de luchtdoorgang. Zowel de ringvormige mond 10 als de ringvormige mond 12 worden in de .5 getoonde rusttoestand afgesloten door het kleplichaam 6. Wanneer de beide ringvormige monden 10, 12 worden vrijgegeven, d.w.z. niet afgesloten door het kleplichaam 6, staan de vloeistofdoorgang en luchtdoorgang in communicatie met een afgiftedoorgang. De afgiftedoorgang loopt door het centrale deel van het kleplichaam 6, 10 waarin een zeefelement 13 met twee zeefjes 13a is aangebracht, door een centrale opening 14 van het kleplichaam 6, door het tweede huisdeel 5 en de afsluitdop 7 naar de afgifteopening 8.
In het algemeen omvat de luchtdoorgang een of meer luchtkanalen die 15 de lucht in de houder in fluidum-communicatie brengt met een mond van de luchtdoorgang die in rusttoestand wordt afgedekt door het kleplichaam. Overeenkomstig omvat de vloeistofdoorgang een of meer vloeistofkanalen die de vloeistof in de houder in fluidumcommunicatie brengt met de mond van de vloeistofdoorgang die 20 wordt in rusttoestand wordt afgedekt door het kleplichaam.
De ringvormige mond 10 van de vloeistofdoorgang, de ringvormige mond 12 van de luchtdoorgang en de afgiftedoorgang zijn in hoofdzaak concentrisch ten opzichte van elkaar opgesteld. De diameter van de 25 ringvormige mond 10 is daarbij groter dan de ringvormige mond 12. Verder is de binnendiameter van de centrale doorgang 14 van het kleplichaam 6 kleiner dan de diameter van elk van de ringvormige monden 10 en 12.
30 Nu zal het kleplichaam 6 in meer detail worden besproken. Het kleplichaam 6 is bij het punt 6a afdichtend vastgeklemd tussen het eerste huisdeel 4 en het tweede huisdeel 5. Verder is het kleplichaam opgesloten door de ringvormige randen 4a en 4c en tegen het kegelvormige vlak 5a. Om in de rusttoestand een betere 35 afsluiting bij de cirkelvormige randen 4a en 4c te verkrijgen, is het kleplichaam 6 met enige axiale voorspanning tussen het eerste huisdeel 4 en het tweede huisdeel 5 aangebracht.
1030992 8
Het kleplichaam 6 heeft een boogvormig gedeelte 6c dat zich althans gedeeltelijk in.de ringvormige mond 10 van de vloeistofdoorgang bevindt. Dit boogvormige gedeelte 6c heeft als voordeel dat als 5 gevolg van de vloeistofkolom in de houder en de vloeistofdoorgang die in rusttoestand drukt op het kleplichaam een betere afdichting op het punt 4a wordt verkregen. Dit wordt veroorzaakt doordat het boogvormige gedeelte 6c wordt ingedrukt waardoor de zijden van de boog zijwaarts worden geduwd. Als gevolg wordt aan de buitenzijde 10 het boogvormige gedeelte 6c naar de inklemming 6a geduwd, en de binnenzijde van het boogvormige gedeelte 6c wordt tegen de cirkelvormige rand 4a, en ook tegen de cirkelvormige rand 4c geduwd, waardoor de afsluitende werking wordt verhoogd.
15 Het is hierbij bijzonder van voordeel dat de dwarsdoorsnede van het boogvormige gedeelte 6c dat zich in de ringvormige mond 10 uitstrekt niet symmetrisch is vormgegeven, maar dat een top van het boogvormige gedeelte 6c zich relatief dicht bij de rand 4a bevindt, d.w.z. dat de top van het boogvormige gedeelte 6c zich dichter bij 20 de rand 4a dan bij de rand 4b bevindt. Door deze vorm zal het boogvormige gedeelte 6c onder de druk van de vloeistofkolom zich met name drukken tegen de rand 4c waardoor hier een goede afsluiting wordt verkregen. Aangezien de ringvormige mond 10 aan de andere zijde is afgesloten door de inklemming bij het gedeelte 6a, wordt de 25 mond op efficiënte wijze afgesloten door het kleplichaam, zonder dat een grote klemkracht daarvoor benodigd is.
In een alternatieve uitvoeringsvorm waarin het kleplichaam 6 niet aan een van de zijden van de mond is vastgeklemd kan nabij beide 30 randen van de mond een top worden voorzien om het voordelige extra klemmende effect van het boogvormige gedeelte van het kleplichaam aan beide randen te krijgen. De dwarsdoorsnede van het boogvormige gedeelte van het kleplichaam lijkt dan op de rug van een kameel, waarbij de twee toppen van het kleplichaam de bulten van de kameel 35 zijn.
1030992 9
Aan de aan de buitenzijde van het inklemgedeelte 6a gelegen zijde heeft het kleplichaam 6 een afdichtlip 6b die als klep functioneert voor een luchtinlaatklep die lucht in de houder 2 laat wanneer er een bepaalde onderdruk in de houder 2 ontstaat als gevolg van het 5 afgeven van de vloeistof in de houder 2. De afdichtlip 6b sluit normaal de doorgang van de houder 2 naar buiten toe af, maar zal bij een onderdruk in de houder 2, een luchtstroom van buiten door de opening 15 in de houder 2 toestaan.
10 De afgifteinrichting 1 omvat verder nog een afsluitdop 7. Deze afsluitdop 7 kan ten opzichte van het tweede huisdeel 5 tenminste tussen een open stand zoals getoond in figuur 1 en 2, en een gesloten stand (in de tekening ten opzichte van het huis naar boven toe) worden bewogen. In de gesloten stand wordt een uitstekend 15 gedeelte 5b van het tweede huisdeel 5 in de afgifteopening 8 bewogen zodat er geen schuim meer door de afgifteopening 8 kan worden afgegeven. Ook de luchtinlaatdoorgang die leidt via het kleplichaam 6b en de opening 15 naar het inwendige van de houder 2, wordt bij het plaatsen van de afsluitdop in de gesloten stand afgesloten. De 20 afsluitdop 7 heeft nog een aantal naar bovenstaande vingers die grijpen in complementaire vingers van het tweede huisdeel 5. Deze op elkaar aansluitende vingers vormen in de gesloten stand verdere afdichtingen.
25 Het eerste huisdeel 4 heeft nabij de buitenomtrek ervan een vrij uitstekende lip 29 die zich schuin in de richting van de houder 2 en naar binnen (naar de hartlijn A-A) uitstrekt. Deze lip 29 dient als afdichtingelement voor het afdichten van de verbinding tussen het eerste huisdeel 4 en de houder 2. Een dergelijke afdichting is ook 30 bekend als "crab claw", maar is tot nu toe niet toegepast in een schuimafgifteinrichting, in het bijzonder niet in een knijpschuimvormer.
Wanneer in geopende stand van de afsluitdop de houder 2 wordt 35 samengeknepen, zal de druk in de houder 2 toenemen. In eerste instantie zal de toenemende druk ertoe bijdragen dat het boogvormige gedeelte 6c van het kleplichaam 6 steviger tegen de ringvormige rand 1030992 10 4a zal worden geduwd, waardoor een betere afdichting tussen het kleplichaam 6 en de ringvormige rand 4a zal worden verkregen. Bij het verder verhogen van de druk in de houder 2 door het inknijpen ervan, zal op een gegeven moment het boogvormige gedeelte 6c verder 5 naar beneden gaan waardoor deze los zal komen van de ringvormige rand 4a. Hierdoor zal een vloeistofstroom gaan lopen door de spleet tussen de ringvormige rand 4a en het kleplichaam 6. Door de toenemende druk in de houder 2 zal vervolgens het kleplichaam 6 ook vrijkomen van de ringvormige rand 4c, waardoor lucht en de 10 vloeistofstroom tussen de ringvormige rand 4c en het kleplichaam 6 kunnen stromen. De vloeistof zal daar dus worden vermengd met de lucht. Aangezien zowel de vloeistof als de lucht door een smalle cirkelvormige spleet zullen stromen zal er een goede mening ontstaan tussen de lucht en de vloeistof. Dit mengsel van lucht en vloeistof 15 zal vervolgens door de zeefjes 13a stromen waardoor er een (beter) schuim zal ontstaan. Dit schuim zal verder door de afgiftedoorgang stromen naar de afgifteopening waar het zal worden afgegeven.
Het kleplichaam 6 rolt tijdens het afgeven dus als het ware af van 20 achtereenvolgens de ringvormige randen 4a en 4c waardoor de vloeistof en lucht via de afgiftedoorgang naar de afgifteopening kunnen stromen, waarbij in de afgiftedoorgang een schuim wordt gevormd. Het is gebleken dat dit roleffect gunstig is voor het vormen van een schuim.
25
Een eerste voordeel van de uitvoeringsvorm van de afgifteinrichting 1 is dat door de ringvormige monden van de vloeistofdoorgang en de luchtdoorgang de vloeistof en de lucht over een relatief groot oppervlak worden verdeeld, waardoor er een relatief goede menging 30 kan plaatsvinden. Dit voordeel wordt overigens ook bereikt als een van de of beide ringvormige monden zich over minder dan 360 graden uitstrekken of onderverdeeld zijn in meerdere openingen die samen een onderbroken ringvormige opening vormen. Dergelijke uitvoeringsvormen worden geacht onder de beschermingsomvang van de 35 uitvinding te vallen.
1030992 11
In een alternatieve uitvoeringsvorm is het mogelijk het kleplichaam stijf uit te voeren en met een veerelement tegen het eerste huisdeel 4 te drukken of te trekken. Bij het verhogen van druk in de houder zal dan de veer worden ingedrukt respectievelijk uitgetrokken 5 waardoor er een spleet zal ontstaan tussen het kleplichaam 6 en het tweede huisdeel 4. Als gevolg zal het mogelijk zijn een schuim te vormen en af te geven. In een dergelijke uitvoeringsvorm zal echter niet het voordelige roleffect optreden zoals dat hierboven is beschreven.
10
Een tweede voordeel van de uitvoeringsvorm van de afgifteinrichting 1 is dat door de centrale opening 14 die is voorzien in het kleplichaam de vloeistofstroom en/of luchtstroom geen hoeken hoeft te maken van 90 graden of meer. Door het voorzien van deze opening 15 14 kunnen de vloeistofstroom en de luchtstroom derhalve hun snelheid behouden waardoor een betere menging tussen de vloeistof en lucht wordt verkregen. Hierbij is het van verder voordeel dat het kleplichaam 6 in hoofdzaak trechtervormig is uitgevoerd waardoor het behoud van de snelheid van de vloeistofstroom en de luchtstroom nog 20 verder wordt verbeterd. Bovendien heeft de trechtervorm het voordeel dat in de trechter een zeefelement kan worden aangebracht dat het vormen van schuim bevordert. Door het in de trechtervorm plaatsen wordt de totale hoogte van het huis verminderd. In het algemeen heeft de getoonde uitvoeringsvorm van de afgifteinrichting als 25 voordeel dat de af te geven vloeistof tijdens het afgeven zich in een richting ten opzichte van de richting van de symmetriehartlijn beweegt. Dit is door de specifieke opbouw van de afgifteinrichting mogelijk en draagt bij aan de vorming van een schuim met gewenste kwaliteit.
30
Een derde voordeel van de uitvoeringsvorm van de afgifteinrichting 1 is dat het boogvormige gedeelte 6c van het kleplichaam 6 bijdraagt aan de afdichting tussen het tweede huisdeel 4 en het kleplichaam 6. Hierdoor wordt in de rusttoestand, d.w.z. bij een niet-ingeknepen 35 houder 2, een betere afdichting verkregen, waardoor de kans op het lekken van vloeistof uit de afgifteinrichting wordt verminderd. Bovendien zorgt het boogvormige gedeelte 6c voor een druk- 103 0 9 92 12 drempelwaarde waarbij het kleplichaam vrijkomt van het tweede huisdeel 4, waardoor een betere en constante kwaliteit schuim wordt gewaarborgd.
5 Figuur 3 (d.w.z. figuren 3a en 3b) toont een tweede uitvoeringsvorm van een knijpschuimvormer volgens de uitvinding. Deze knijpschuimvormer is in het algemeen overeenkomstig aan de in figuur 1 en 2 getoonde uitvoeringsvorm opgebouwd. Derhalve zijn voor de in hoofdzaak dezelfde onderdelen van deze knijpschuimvormer dezelfde 10 verwijzingcijfers gebruikt. Verder geldt de hierboven beschreven werking van de knijpschuimvormer volgens figuren 1 en 2 geldt in het algemeen ook voor de uitvoeringsvorm van figuur 3.
Het belangrijkste verschil tussen de knijpschuimvormer van de 15 figuren 1 en 2 en de knijpschuimvormer van Figuur 3 is dat de laatstgenoemde een derde huisdeel omvat dat in figuur 3 is aangeduid met het verwijzingcijfer 20. Dit extra huisdeel 20 geeft de knijpschuimvormer van Figuur 3 een aantal verdere voordelen zoals deze hiernavolgend zullen worden beschreven.
20
Het derde huisdeel 20 is ingeklemd tussen het klemgedeelte 6a van het kleplichaam 6 en het eerste huisdeel 4. In deze uitvoeringsvorm is het kleplichaam 6 dus ingeklemd tussen het tweede huisdeel 5 en het derde huisdeel 20. Het eerste huisdeel 4 omvat hulzen 4e/4f, 25 waarin de openingen 9a respectievelijk 9b zijn aangebracht. Deze hulzen 4e/4f zijn afdichtend geplaatst in een opening 24 van het derde huisdeel 20.
De vloeistof die door de opening 9a naar de ringvormige mond 10 30 stroomt kan dus door deze afdichting niet in een ruimte 21 komen die zich tussen het eerste huisdeel 4 en het derde huisdeel 20 bevindt. Deze ruimte 21 verbindt de ruimte 22 net boven de luchtinlaatklep 6b met het inwendige van de stijgbuis 11. Als gevolg zal tijdens het beluchten van de houder 2 na het afgeven van een bepaalde 35 hoeveelheid vloeistof, de lucht die door de luchtinlaatklep 6b komt, achtereenvolgens via de ruimtes 22 en 21, en door de stijgbuis 11 in het bovenste gedeelte van de houder 2 stromen. Hiermee is ten 103 0 9 92 13 opzichte van de uitvoeringsvorm van figuren 1 en 2, voorkomen dat de lucht voor het beluchten van de houder 2 door de vloeistof in de houder 2 gaat. Dit laatste heeft namelijk het nadeel dat er reeds in de houder 2 een schuim kan ontstaan doordat de lucht benodigd voor 5 het beluchten van de fles door de vloeistof stroomt.
Door met een derde huisdeel 20 een ruimte 21 te vormen, wordt derhalve op een constructief eenvoudige wijze het vormen van een schuim in de houder 2 tijdens het beluchten voorkomen. In een 10 alternatieve uitvoeringsvorm is het mogelijk om bijvoorbeeld in de uitvoeringsvorm van de Figuren 1 en 2 een luchtkanaal door het eerste huisdeel 4 of het tweede huisdeel 5 aan te brengen, welk luchtkanaal de luchtinlaatklep verbindt met het inwendige van de stijgbuis, zodat de houder kan worden belucht zonder dat er lucht 15 door de vloeistof in de houder hoeft te stromen.
Een ander voordeel van de uitvoeringsvorm van de knijpschuimvormer volgens Figuur 3 is dat door het verschaffen.van het derde huisdeel 20 het op eenvoudige wijze mogelijk is de knijpschuimvormer geschikt 20 te maken voor twee of meer lucht/vloeistof verhoudingen bij het afgeven van het schuim, zoals hiernavolgend verder zal worden toegelicht.
In figuur 4 is een bovenaanzicht gegeven van het eerste huisdeel 4. 25 Dit eerste huisdeel 4 is in hoofdzaak cirkelvormig en omvat een centrale opening 23 en een zestal openingen, waarbij drie van de openingen 9a een grotere doorsnede hebben dan de andere drie openingen 9b. Door de centrale opening 23 zal tijdens het afgeven van een schuim, als ook tijdens het beluchten van de houder 2 lucht 30 stromen. Een of meer van de openingen 9a en 9b dienen, afhankelijk van de gewenste lucht/vloeistofverhouding voor het daar doorheen laten stromen van vloeistof tijdens het bedienen van de knijpschuimvormer.
35 Figuur 5 toont een bovenaanzicht van het derde huisdeel 20. Dit derde huisdeel 20 omvat drie openingen 24 die in lijn kunnen worden gebracht met ofwel de grote openingen 9a ofwel de kleine openingen 1030992 14 9b van het eerste huisdeel 4 afhankelijk van in welke rotatiestand het. derde huisdeel 20 wordt geplaatst op het eerste huisdeel 4. Het derde huisdeel 20 omvat verder drie blinde uitsparingen 25, die afhankelijk van de stand van het eerste huisdeel 4 ten opzichte van 5 het tweede huisdeel 20 de grote openingen 9a dan wel de kleine openingen 9b zullen afsluiten.
In figuur 3 is duidelijk aan de linkerzijde te zien dat de huls 4e van het eerste huisdeel 4 waarin de opening 9a zich bevindt is 10 geplaatst in de huls waarin de opening 24 is aangebracht, terwijl de aan de rechterzijde van de figuur afgebeelde huls 4f, waarin zich opening 9b bevindt is afgesloten door de blinde uitsparing 25. Tijdens het bedienen van de knijpschuimvormer 1 zal de vloeistof dus alleen stromen door de drie grote openingen 9a.
15
Indien nu het eerste huisdeel 4 en het derde huisdeel 20 60 graden ten opzichte van elkaar geroteerd zouden worden, zouden de openingen 24 in lijn komen met de kleine openingen 9b, terwijl de grote openingen 9a zouden worden afgesloten door de blinde uitsparingen 20 25. Als gevolg zou er bij het bedienen van de knijpschuimvormer minder vloeistof uit de openingen 9b stromen, terwijl de hoeveelheid lucht die door het inknijpen van de houder 2 door de stijgbuis 11 in hoofdzaak gelijk zou blijven. Dus de lucht/vloeistof verhouding zal afhankelijk van de rotatiestand van het eerste huisdeel 4 ten 25 opzichte van het derde huisdeel 20 veranderen.
Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat deze constructie vele mogelijkheden biedt voor het veranderen van de lucht/vloeistof verhouding door het variëren van het aantal openingen van het eerste 30 huisdeel dat al dan niet wordt afgesloten door een blinde uitsparing als ook door het variëren van de grootte van de desbetreffende openingen.
Een verdere mogelijkheid om de lucht/vloeistofverhouding te 35 beïnvloeden is het aanpassen van de kleinste diameter van de luchtdoorgang, bijvoorbeeld door het aanpassen van de binnendiametèr van de stijgbuis 11 of het aanpassen van de diameter van de centrale 1030992 15 opening 23 in het eerste huisdeel 4. De mogelijkheden die zijn aangegeven voor het aanpassen van de lucht/vloeistofverhouding kunnen ook worden gebruikt om de totale hoeveelheid schuim die wordt gevormd bij. het inknijpen van de houder 2, te beïnvloeden.
5
In de huidige uitvoeringsvorm van Figuur 3, zijn er slechts twee standen mogelijk: een zoals getoond in figuur 3, waarbij de vloeistof door de drie grote openingen 9a wordt afgegeven, en een stand waarin het eerste huisdeel 4 60 graden is geroteerd ten 10 opzichte van het derde huisdeel 20, en waarbij dus de vloeistof door de drie kleine openingen 9b wordt afgegeven. Bij het monteren van de verschillende onderdelen van de knijpschuimvormer 1 op de houder 2 zal er, bijvoorbeeld afhankelijk van de vloeistof een keuze worden gemaakt in welke stand het eerste huisdeel 4 ten opzichte van het 15 derde huisdeel 20 zal worden gemonteerd.
In figuur 5 is verder te zien dat het middengedeelte en het buitengedeelte van het derde huisdeel 20 met elkaar worden verbonden door brugdelen 26. Deze brugdelen 26 hebben als gevolg dat de mond 20 12 is gevormd door drie openingen welke openingen in een ringvorm zijn aangebracht. Een dergelijke uitvoering van de mond 12 met meerdere openingen, wordt geacht een in hoofdzaak ringvormige mond te zijn zoals bedoeld in deze octrooiaanvraag.
25 Een verder verschil tussen de uitvoeringsvorm van Figuur 3 en de uitvoeringsvorm van Figuur 1 en 2 is dat in de uitvoeringsvorm van Figuur 3 een tweede zeefelement 28 is aangebracht, dat twee zeefjes 28a omvat. Dit tweede zeefelement 28 kan afhankelijk van het te vormen schuim en de vloeistof die daarvoor wordt gebruikt, worden 30 gebruikt om de kwaliteit van het af te geven schuim verder beïnvloeden. In het algemeen zal door het verschaffen van extra zeefelementen de fijnheid van het schuim toenemen, als ook de homogeniteit ervan. Dus afhankelijk van de toepassing kan er gekozen worden voor een van de zeefelementen 13, 28 of voor de combinatie 35 ervan, waarbij het type zeefje dat in de respectieve zeefelementen 13,28 wordt gebruikt eveneens aan de toepassing kan worden aangepast.
1030992 5 16
In een mogelijke uitvoeringsvorm, wordt een van de zeefjes vervangen door een plaatje met een of meer relatief kleine gaatjes, waardoor het zeefelement de functie van een expansiekamer krijgt.
De hierboven beschreven uitvoeringsvormen van een knijpschuimvormer zijn beschreven in een positie waarin de dop naar beneden is gericht. Alle verwijzingen naar boven respectievelijk beneden zijn gerelateerd aan deze stand. De afgifteinrichting is ingericht om in 10 deze stand te worden gebruikt. Daarbij is de afsluitdop 7 zo vormgegeven dat de afgifteinrichting op deze afsluitdop 7 kan worden gezet, terwijl de houder 2 vanwege zijn bolle bovenzijde niet geschikt is om daarop te worden neergezet. Het is echter mogelijk een uitvoeringsvorm te verschaffen waarbij de afgifteinrichting wel 15 andersom (ondersteboven vergeleken met de getoonde stand) kan worden toegepast om schuim af te geven en/of te rusten. Dergelijke uitvoeringsvormen worden geacht onder de beschermingsomvang van deze uitvinding te vallen.
20 Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat alle afzonderlijke kenmerken die met betrekking tot een van de aspecten is ook kunnen worden toegepast bij een uitvoeringsvorm volgens een van de andere aspecten van de uitvinding. Dergelijke uitvoeringsvormen worden dus geacht te vallen onder de beschermingsomvang van de uitvinding.
1030992

Claims (17)

1. Afgifteinrichting voor het afgeven van een schuim, omvattende een handmatig samendrukbare houder voor het houden van een vloeistof 5 en lucht, en een in of op een opening van de houder te bevestigen schuimvormsamenstel voor het vormen van een schuim, waarbij het schuimvormsamenstel een huis omvat met een luchtdoorgang en een vloeistofdoorgang die elk eindigen in een mond en die in communicatie staan met een afgiftedoorgang die uitmondt in een 10 afgifteopening, en een kleplichaam dat in een rusttoestand de mond van de vloeistofdoorgang en de mond van de luchtdoorgang afsluitend afdekt om een stroom van de vloeistofdoorgang en de luchtdoorgang naar de afgiftedoorgang te voorkomen, en dat tijdens het afgeven de mond van de vloeistofdoorgang en de mond van de luchtdoorgang 15 vrijgeeft om een menging van lucht en vloeistof in de afgiftedoorgang mogelijk te maken, met het kenmerk, dat het kleplichaam een boogvormig gedeelte omvat, welk boogvormig gedeelte zich in de mond van de vloeistofdoorgang uitstrekt zodanig dat in eerste instantie door een vloeistofdruk van 20 de vloeistof in de vloeistofdoorgang op het kleplichaam het boogvormige gedeelte de afsluiting van de mond van de vloeistofdoorgang verbetert.
2. Afgifteinrichting volgens conclusie 1, waarbij een top van het 25 boogvormige gedeelte van het kleplichaam zich dichter bevindt bij een van de randen van de mond waarin het zich uitstrekt dan de andere rand.
3. Afgifteinrichting volgens conclusie 2, waarbij het boogvormige 30 gedeelte een tweede top omvat welke zich dichter bij de andere rand van de mond bevindt.
4. Afgifteinrichting volgens conclusie 1, waarbij de mond waarin het boogvormige gedeelte zich uitstrekt, ringvormig is. 35
5. Afgifteinrichting volgens conclusie 1, waarbij het kleplichaam in hoofdzaak trechtervormig is. 1030992
6. Afgifteinrichting volgens conclusie 1, waarbij het kleplichaam een zich rondom vrij uitstrekkende rand die als klep dient voor een beluchtingsopening in het huis voor het beluchten van de houder. 5
7. Afgifteinrichting volgens conclusie 1, waarbij de mond van de vloeistofdoorgang en de mond van de luchtdoorgang ringvormig zijn, welk ringvormige monden concentrisch ten opzichte van elkaar zijn aangebracht. 10
8. Afgifteinrichting volgens conclusie 7, waarbij de diameter van de ringvormige mond van de vloeistofdoorgang groter is dan de diameter van de ringvormige mond van de luchtdoorgang.
9. Afgifteinrichting volgens conclusie 7, waarbij het kleplichaam een ringvormige klemrand heeft waarmee het kleplichaam in het huis is geklemd, waarbij de diameter van de ringvormige klemrand groter is dan de diameter van de ringvormige mond van de vloeistofdoorgang en de ringvormige mond van de luchtdoorgang. 20
10. Afgifteinrichting volgens conclusie 9, waarbij de afgiftedoorgang concentrisch ten opzichte van de ringvormige monden van de vloeistofdoorgang en de luchtdoorgang is opgesteld.
11. Afgifteinrichting volgens conclusie 1, waarbij het kleplichaam elastisch is.
12. Afgifteinrichting volgens conclusie 1, waarbij het schuimvormsamenstel in hoofdzaak cirkelsymmetrisch is om een 30 symmetriehartlijn en dat de af te geven vloeistof tijdens het afgeven zich in een richting ten opzichte van de richting van de symmetriehartlijn beweegt.
13. Afgifteinrichting volgens conclusie 1, waarbij het kleplichaam 35 is vervaardigd uit siliconen materiaal. 1030992
14. Afgifteinrichting volgens conclusie 1, waarbij de ringvormige mond van de vloeistofdoorgang en/of de luchtdoorgang een opening omvat.
15. Afgifteinrichting volgens conclusie 1, waarbij de ringvormige mond van de vloeistofdoorgang en/of de luchtdoorgang meerdere openingen omvat.
16. Afgifteinrichting volgens conclusie 1, waarbij het kleplichaam 10 met een axiale voorspanning is gemonteerd in het huis waardoor het kleplichaam tegen de monden van de vloeistofdoorgang en luchtdoorgang wordt aangeduwd..
17. Afgifteinrichting volgens conclusie 1, waarbij de 15 afgifteinrichting een afsluitdop omvat, welke beweegbaar is tussen een open toestand, waarin een schuim kan worden afgegeven door het samendrukken van de houder en een gesloten toestand, waarin de afgifteopening is afgesloten. 20 1030992
NL1030992A 2006-01-24 2006-01-24 Knijpschuimvormer. NL1030992C2 (nl)

Priority Applications (13)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030992A NL1030992C2 (nl) 2006-01-24 2006-01-24 Knijpschuimvormer.
PCT/NL2007/000023 WO2007086731A1 (en) 2006-01-24 2007-01-23 Squeeze foamer
CN2007800028575A CN101370596B (zh) 2006-01-24 2007-01-23 挤压泡沫器
AT07709142T ATE519545T1 (de) 2006-01-24 2007-01-23 Quetschschaumformer
EP07709142A EP1976643B1 (en) 2006-01-24 2007-01-23 Squeeze foamer
KR1020087020051A KR101309654B1 (ko) 2006-01-24 2007-01-23 압착식 거품발생장치
BRPI0707176A BRPI0707176B8 (pt) 2006-01-24 2007-01-23 conjunto formador de espuma, e, dispositivo de distribuição para distribuir uma espuma
US12/160,457 US8020732B2 (en) 2006-01-24 2007-01-23 Squeeze foamer
CA2640065A CA2640065C (en) 2006-01-24 2007-01-23 Squeeze foamer
TW096102510A TWI373377B (en) 2006-01-24 2007-01-23 Squeeze foamer
JP2008552251A JP4990294B2 (ja) 2006-01-24 2007-01-23 吐出装置
ES07709142T ES2370060T3 (es) 2006-01-24 2007-01-23 Formador de espuma por compresión.
RU2008134478/05A RU2420360C2 (ru) 2006-01-24 2007-01-23 Сжимаемый вспениватель

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030992 2006-01-24
NL1030992A NL1030992C2 (nl) 2006-01-24 2006-01-24 Knijpschuimvormer.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030992C2 true NL1030992C2 (nl) 2007-07-26

Family

ID=36685927

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030992A NL1030992C2 (nl) 2006-01-24 2006-01-24 Knijpschuimvormer.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US8020732B2 (nl)
EP (1) EP1976643B1 (nl)
JP (1) JP4990294B2 (nl)
KR (1) KR101309654B1 (nl)
CN (1) CN101370596B (nl)
AT (1) ATE519545T1 (nl)
BR (1) BRPI0707176B8 (nl)
CA (1) CA2640065C (nl)
ES (1) ES2370060T3 (nl)
NL (1) NL1030992C2 (nl)
RU (1) RU2420360C2 (nl)
TW (1) TWI373377B (nl)
WO (1) WO2007086731A1 (nl)

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8499981B2 (en) * 2008-02-08 2013-08-06 Gojo Industries, Inc. Bifurcated stem foam pump
US8622252B2 (en) * 2009-12-18 2014-01-07 The Procter & Gamble Company Personal care composition foaming product and foaming dispenser
CA2828086C (en) 2010-03-10 2018-07-31 Nuvo Research Inc. Foamable formulation
CN103402650B (zh) * 2010-03-17 2016-07-20 Ipnip有限公司 具有部分分配装置的容器
NL2006543C2 (en) 2011-04-05 2012-10-08 Rexam Airspray Nv Foam-forming assembly and squeeze foamer.
US8360283B1 (en) 2011-08-17 2013-01-29 Zhejiang JM Industry Co., Ltd Liquid foaming pump
CA2883370A1 (en) * 2012-08-31 2014-03-06 Arminak & Associates, Llc Inverted squeeze foamer
FR2995802B1 (fr) * 2012-09-21 2015-10-30 Rexam Airspray Nv Systeme de distribution d’une mousse de produit fluide
US9648992B2 (en) * 2013-12-19 2017-05-16 Gojo Industries, Inc. Pumps with vents to vent inverted containers and refill units having non-collapsing containers
CA2940525C (en) 2014-02-24 2023-01-31 Gojo Industries, Inc. Vented non-collapsing containers, refillable refill containers, dispensers and refill units
US9655168B2 (en) 2014-04-17 2017-05-16 S.C. Johnson & Son, Inc. Electrical barrier for wax warmer
US10616954B2 (en) 2014-04-17 2020-04-07 S. C. Johnson & Son, Inc. Electrical barrier for wax warmer
CN104443722B (zh) * 2014-10-24 2016-08-17 梅元红 一种挤压式泡沫泵及泡沫泵产生泡沫的方法
EP3175924A1 (en) 2015-12-01 2017-06-07 Twist Beauty Packaging Airspray N.V. Dispensing device comprising foam-forming assembly and container with predetermined properties
JP6582027B2 (ja) 2016-09-29 2019-09-25 花王株式会社 泡吐出容器
CN113520139B (zh) * 2020-04-21 2023-06-27 添可智能科技有限公司 供料装置及烹饪设备

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20020153389A1 (en) * 2000-05-08 2002-10-24 Creaghan David Michael Ross Squeeze operated foam dispenser

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4773570A (en) * 1983-06-14 1988-09-27 Interscents N.V. Discharge device for a deformable container
JPS60131567U (ja) * 1984-02-15 1985-09-03 釜屋化学工業株式会社 泡取出し容器
JPH0448836Y2 (nl) * 1985-05-01 1992-11-17
JPH0427558Y2 (nl) * 1986-06-24 1992-07-02
US5037006A (en) 1990-03-27 1991-08-06 The Procter & Gamble Company Squeeze bottle foam dispenser with threshold pressure valve
DE9110905U1 (de) 1991-09-03 1993-01-07 Weener Plastik GmbH & Co KG, 26826 Weener Verschäumer-Sprühkopf
NL9300517A (nl) 1993-03-23 1994-10-17 Airspray Int Bv Schuimvormingssamenstel, een daarvoor geschikte spuitkop en een spuitbus die een dergelijk samenstel omvat.
US6082586A (en) 1998-03-30 2000-07-04 Deb Ip Limited Liquid dispenser for dispensing foam
EP1020233A1 (en) 1999-01-13 2000-07-19 The Procter & Gamble Company Dosing and delivering system
IT1307523B1 (it) * 1999-12-02 2001-11-06 Taplast Spa Metodo di erogazione di liquidi sotto forma di schiuma tramitecontenitori deformabili e dispositivo utilizzante tale metodo
US6367662B1 (en) * 2000-04-03 2002-04-09 Healthpoint, Ltd. Liquid dispenser
US6394315B1 (en) * 2000-05-08 2002-05-28 Deb Ip Limited Squeeze operated foam dispenser
NL1016694C2 (nl) * 2000-11-23 2002-05-24 Keltub B V Schuimvormingseenheid.
US6868990B2 (en) * 2002-09-26 2005-03-22 Emsar, Inc. Fluid dispenser with shuttling mixing chamber

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20020153389A1 (en) * 2000-05-08 2002-10-24 Creaghan David Michael Ross Squeeze operated foam dispenser

Also Published As

Publication number Publication date
BRPI0707176B1 (pt) 2019-05-28
JP4990294B2 (ja) 2012-08-01
CN101370596B (zh) 2012-01-11
BRPI0707176A2 (pt) 2011-04-26
CA2640065C (en) 2013-09-10
BRPI0707176B8 (pt) 2020-09-24
CN101370596A (zh) 2009-02-18
KR101309654B1 (ko) 2013-09-23
JP2009524558A (ja) 2009-07-02
TW200738342A (en) 2007-10-16
KR20080088634A (ko) 2008-10-02
ES2370060T3 (es) 2011-12-12
ATE519545T1 (de) 2011-08-15
WO2007086731A1 (en) 2007-08-02
US8020732B2 (en) 2011-09-20
EP1976643A1 (en) 2008-10-08
RU2008134478A (ru) 2010-02-27
EP1976643B1 (en) 2011-08-10
TWI373377B (en) 2012-10-01
US20080314931A1 (en) 2008-12-25
RU2420360C2 (ru) 2011-06-10
CA2640065A1 (en) 2007-08-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1030992C2 (nl) Knijpschuimvormer.
NL1030993C2 (nl) Knijpschuimvormer.
NL1033031C2 (nl) Schuimvormsamenstel, knijpschuimvormer en afgifteinrichting.
EP1976642B1 (en) Squeeze foamer
NL2006543C2 (en) Foam-forming assembly and squeeze foamer.
NL1030994C2 (nl) Knijpschuimvormer.
EP3175924A1 (en) Dispensing device comprising foam-forming assembly and container with predetermined properties
MX2008009495A (en) Squeeze foamer
MX2008009497A (en) Squeeze foamer

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130801