NL1030899C2

NL1030899C2 - Building component is provided with coupling component incorporated in casing and equipped with edge at outer end and fixture component for construction unit

Info

Publication number: NL1030899C2
Application number: NL1030899A
Authority: NL
Inventors: Gerrit Willem Grimmerink
Original assignee: Alvon Bouwsystemen B V
Priority date: 2006-01-11
Filing date: 2006-01-11
Publication date: 2007-07-12

Abstract

The building component (20) is provided with a coupling component (1) incorporated in a casing and equipped with an edge at an outer end (13) together with a fixture component (10) for a construction unit (24). Concrete material is fed into the casing and at least reaches the edge. The concrete material is compressed and is allowed to harden to form a concrete body (22) firmly connected with the coupling component. The construction unit in the form of a window sill is fixed to the coupling component in the form of a connecting component (26) involving an angle line and one or more screws (28) fixed to the coupling component (1). The construction unit is solid and preferably made of wood.

Description

Korte aanduiding: Bouwelement voorzien van een koppelingsorgaan, werkwijze voor het vervaardigen daarvan, 5 koppelingsorgaanBrief indication: Building element provided with a coupling member, method for manufacturing thereof, coupling member

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bouwelement voorzien van een koppelingsorgaan, en op een werkwijze voor het vervaardigen daarvan. De uitvinding heeft tevens betrekking op het 10 koppelingsorgaan.The present invention relates to a building element provided with a coupling member, and to a method for manufacturing thereof. The invention also relates to the coupling member.

Werkwijzen en inrichtingen voor het vervaardigen van een bouwelement voorzien van een koppelingsorgaan zijn bekend.Methods and devices for manufacturing a building element provided with a coupling member are known.

In de bouw wordt vaak gebruik gemaakt van vooraf vervaardigde bouwelementen (prefab-bouwelementen) die in een gecontroleerde 15 omgeving vervaardigd worden, zoals in een fabriek. Na vervaardiging wordt het bouwelement naar een bouwlocatie getransporteerd, waarna het bouwelement ter plaatse gemonteerd wordt. Dit kan in voorkomende gevallen tot kostenbesparingen leiden, omdat in een fabrieksomgeving doelmatiger geproduceerd kan worden ten opzichte van bouwen op de 20 bouwlocatie zelf.In construction, use is often made of prefabricated building elements (prefab building elements) that are manufactured in a controlled environment, such as in a factory. After manufacture, the building element is transported to a building location, after which the building element is mounted on site. In some cases this can lead to cost savings, because production can be more efficiently produced in a factory environment compared to building on the building site itself.

Tevens kan fabrieksmatig produceren leiden tot kwaliteitsvoordelen ten opzichte van op de bouwlocatie vervaardigde bouwelementen, bijvoorbeeld in de vorm van een hogere sterkte en/of stijfheid van het product, een grotere maatnauwkeurigheid, en andere 25 kwaliteitsvoordelen. Prefab-bouwelementen die een betonlichaam omvatten worden vaak toegepast, omdat het verwerken van betonspecie, ook wel betonmengsel genoemd, in een gecontroleerde omgeving in het bijzonder de hierboven genoemde voordelen biedt. Prefab-bouwelementen die een betonnen wanddeel omvatten komen in het bijzonder vaak voor. 30 In de praktijk wordt een dergelijk betonlichaam van een prefab- bouwelement doorgaans gemaakt door op een ondergrond (ook wel genoemd: bekistingsbodem) een bekisting aan te brengen. De ondergrond wordt doorgaans gevormd door een stalen plaat. De bekisting bepaalt ten minste gedeeltelijk een uiteindelijke vorm van het betonlichaam, 35 in het bijzonder de contour van een omtrek van het betonlichaam.Factory production can also lead to quality advantages compared to building elements manufactured at the construction site, for example in the form of a higher strength and / or rigidity of the product, a greater dimensional accuracy, and other quality advantages. Prefab building elements comprising a concrete body are often used because the processing of concrete mortar, also referred to as a concrete mixture, in a controlled environment offers in particular the advantages mentioned above. Prefab building elements that comprise a concrete wall part are particularly common. In practice, such a concrete body of a prefabricated building element is usually made by applying a formwork to a substrate (also called: formwork bottom). The substrate is usually formed by a steel plate. The formwork at least partially determines a final shape of the concrete body, in particular the contour of a circumference of the concrete body.

Vervolgens wordt de betonspecie gestort, in een bepaald volume, zodat het betonlichaam vooraf bepaalde afmetingen krijgt, bijvoorbeeld een vooraf bepaalde dikte. De betonspecie wordt aan de onderzijde en langs een zijkant daarvan ondersteund door de bekisting. Aan de 1030899 - 2 - bovenzijde ontstaat een vrij oppervlak.The concrete mortar is then poured, in a certain volume, so that the concrete body acquires predetermined dimensions, for example a predetermined thickness. The concrete mortar is supported on the underside and along one side thereof by the formwork. A free surface is created on the 1030899 - 2 - top.

De aangebrachte, nog relatief zachte betonspecie wordt na het aanbrengen doorgaans aangedrukt door een aandrukmiddel, bij voorbeeld door een wals of een stempel. Het aandrukmiddel wordt daarbij over 5 het vrije bovenoppervlak van de betonspecie bewogen, onder het uitoefenen van een drukkracht op het vrije oppervlak van de betonspecie. Aldus wordt de betonspecie verdicht, waarbij eventuele luchtbellen in hoofdzaak uit de betonspecie gedrukt worden en de betonspecie goed tot in de hoeken en moeilijk toegankelijke delen van 10 de door de bekisting en ondergrond gedefinieerde ruimte komt.The applied, still relatively soft concrete mortar is usually pressed after application by a pressing means, for example by a roller or a punch. The pressing means is thereby moved over the free upper surface of the concrete mortar, while exerting a compressive force on the free surface of the concrete mortar. The concrete mortar is thus compacted, whereby any air bubbles are substantially pressed out of the concrete mortar and the concrete mortar reaches well into the corners and hard-to-reach parts of the space defined by the formwork and substrate.

Dit aandrukken is in het bijzonder voordelig wanneer gebruik wordt gemaakt van lichtbeton. Het woord 'lichtbeton' wordt gebruikt voor beton waarbij het toeslagmateriaal in plaats van grind gekozen is uit een groep van relatief lichte materialen. De volumieke massa 15 van lichtbeton bedraagt doorgaans minder dan 2000 kg/m3. Lichtbeton bestaat aldus doorgaans uit zand, cement en het lichte toeslagmateriaal. Lichtbeton is poreuzer dan gewoon beton en daardoor 'ademend'.This pressing is particularly advantageous when light concrete is used. The word 'light concrete' is used for concrete where the aggregate material is selected from a group of relatively light materials instead of gravel. The volumic mass of lightweight concrete is generally less than 2000 kg / m3. Light concrete thus generally consists of sand, cement and the light aggregate. Light concrete is more porous than ordinary concrete and therefore 'breathable'.

Kleikorrels, zoals geëxpandeerde kleikorrels worden 20 bijvoorbeeld vaak gebruikt als toeslagmateriaal in lichtbeton. Andere toeslagmaterialen zijn ook mogelijk, zoals bims, gegranuleerde hoogovenslak, sintels, slakken, PS-schuimkorrels, geëxpandeerd gesteente zoals holiet, perliet of vermiculite. Nog weer ander mogelijke lichte toeslagmaterialen zijn granulaat uit vliegas, slib 25 en andere, reststoffen.For example, clay pellets, such as expanded clay pellets, are often used as aggregate in lightweight concrete. Other aggregate materials are also possible, such as bims, granulated blast furnace slag, embers, slag, PS foam granules, expanded rock such as holite, perlite or vermiculite. Still other possible light aggregates are granulate from fly ash, sludge and other residual materials.

Betonspecie voor normaal beton wordt aangemaakt met een redelijk grote hoeveelheid water, waarbij een geëigende verdichtingstechniek schudden of trillen is. Betonspecie voor lichtbeton met een open structuur bevat doorgaans een kleine of 30 minimale hoeveelheid water (waarbij het mengsel ook wel aardvochtig mengsel wordt genoemd), waarbij de betonspecie met trillen of schudden doorgaans onvoldoende dichtheid zou krijgen.Concrete mortar for normal concrete is prepared with a fairly large amount of water, whereby an appropriate compaction technique is shaking or vibrating. Concrete mortar for light concrete with an open structure usually contains a small or minimal amount of water (whereby the mixture is also referred to as an earth-moist mixture), whereby the concrete mortar with vibration or shaking would usually get insufficient density.

Walsen of aandrukken veroorzaakt een volumevermindering die het materiaal enerzijds de vereiste dichtheid en drukvastheid geeft en 35 anderzijds voldoende lucht in het mengsel laat om de open structuur te behouden.Rolling or pressing causes a volume reduction that on the one hand gives the material the required density and compressive strength and on the other hand leaves sufficient air in the mixture to maintain the open structure.

Door het aandrukken van de lichtbetonspecie wordt dus een hogere dichtheid verkregen met behoud van de open structuur.By pressing the light concrete mortar a higher density is thus obtained while maintaining the open structure.

1030899 - 3 -1030899 - 3 -

Het is in de praktijk bekend om ten minste een deel van de bekisting zodanig uit te voeren, dat deze een blijvend onderdeel van het te vormen bouwelement vormt. Dit deel van de bekisting is dan 5 doorgaans ingericht om als een koppelingsorgaan te fungeren, waarmee het te vormen bouwelement na vervaardiging aan een ander bouwelement bevestigd kan worden, welk ander bouwelement hiernavolgend ter onderscheiding van het bpuwelement van de uitvinding een constructie-element wordt genoemd.It is known in practice to design at least a part of the formwork such that it forms a permanent part of the building element to be formed. This part of the formwork is then generally adapted to act as a coupling member, with which the building element to be formed can be attached to another building element after manufacture, which other building element is hereinafter referred to as a building element to distinguish it from the building element of the invention. .

10 In NL 1 014 870 wordt een dergelijk koppelingsorgaan die hiertoe geschikt is beschreven, evenals een betonnen wand voorzien van een dergelijk koppelingsorgaan.In NL 1 014 870 such a coupling member is suitably described for this purpose, as well as a concrete wall provided with such a coupling member.

Een nadeel van het koppelingsorgaan van NL 1 014 870 is, dat deze door zijn vorm en afmetingen het verdichten van de betonspecie, 15 i.e. het aandrukken door een aandrukmiddel hindert. Immers, wanneer een wals of een ander aandrukmiddel over het bovenoppervlak van de betonspecie wordt bewogen voor het aandrukken van de betonspecie, dan kan de wals in contact komen met het koppelingsorgaan, zodat de wals bepaalde delen van het bovenoppervlak van de betonspecie, in het 20 bijzonder die delen die nabij het koppelingsorgaan gelegen zijn, niet of moeilijk kan bereiken.A drawback of the coupling member of NL 1 014 870 is that, due to its shape and dimensions, it hinders the compacting of the concrete mortar, i.e. the pressing by a pressing means. After all, when a roller or other pressing means is moved over the upper surface of the concrete mortar for pressing the concrete mortar, the roller can come into contact with the coupling member, so that the roller has certain parts of the upper surface of the concrete mortar, in the concrete in particular those parts which are located near the coupling member cannot or hardly reach.

Tevens heeft de inrichting van NL 1 014 870 het nadeel dat het koppelingsorgaan door het uitsteken daarvan relatief gevoelig is voor schade ten gevolge van het aandrukken van de betonspecie. Wanneer een 25 . aandrukmiddel tijdens het aandrukken tegen het koppelingsorgaan aankomt en daar een kracht op uitoefent, dan kan het koppelingsorgaan onherstelbaar vervormen of breken. Dit speelt vooral een rol wanneer het koppelingsorgaan is vervaardigd van kunststof.The device of NL 1 014 870 also has the disadvantage that the protruding member is relatively susceptible to damage as a result of pressing on the concrete mortar. When a 25. when the pressing means comes into contact with the coupling member and exerts a force on it, the coupling member can irreversibly deform or break. This especially plays a role when the coupling member is made of plastic.

De onderhavige uitvinding heeft als doel om ten minste een van 30 de hierboven genoemde nadelen op te heffen.The present invention has for its object to eliminate at least one of the disadvantages mentioned above.

Hiertoe verschaft de uitvinding in de eerste plaats een werkwijze voor het vervaardigen van een bouwelement, de werkwijze omvattende: a) aanbrengen van een bekisting, waarbij de bekisting een 35 koppelingsorgaan omvat, waarbij het koppelingsorgaan aan een uiteinde daarvan een rand heeft, en waarbij het koppelingsorgaan een bevestigingsorgaan omvat voor het daaraan bevestigen van een constructie-element; b) aanbrengen van betonspecie in de bekisting, waarbij de 1030899 4 - betonspecie de rand van het koppelingsorgaan ten minste bereikt; c) verdichten van de betonspecie; en d) laten uitharden van de betonspecie voor het vormen van een betonlichaam, waarbij het betonlichaam vast is verbonden met het 5 koppelingsorgaan.To this end, the invention provides in the first place a method for manufacturing a building element, the method comprising: a) applying a formwork, wherein the formwork comprises a coupling member, wherein the coupling member has an edge at one end thereof, and wherein coupling member comprises a fixing member for attaching a structural element thereto; b) applying concrete mortar in the formwork, wherein the concrete mortar at least reaches the edge of the coupling member; c) compacting the concrete mortar; and d) curing the concrete mortar to form a concrete body, the concrete body being firmly connected to the coupling member.

Bij het aanbrengen van de betonspecie in de bekisting ontstaat een vrij oppervlak van de betonspecie. Het vrije oppervlak van de betonspecie beweegt in de richting van de rand naarmate het. volume van de betonspecie toeneemt, waarbij een rand van het vrije oppervlak 10 de rand van het koppelingsorgaan ten minste bereikt.When applying the concrete mortar in the formwork, a free surface of the concrete mortar is created. The free surface of the concrete mortar moves in the direction of the edge as it. volume of the concrete mortar, wherein an edge of the free surface 10 at least reaches the edge of the coupling member.

De werkwijze heeft het voordeel, dat het vrije oppervlak van de betonspecie bij het aandrukken in hoofdzaak vrij is van een of meer uitstekende delen van het koppelingsorgaan, vooral langs de rand van het vrije oppervlak. Langs de rand van het te vormen betonlichaam 15 steekt het koppelingorgaan aldus in hoofdzaak niet boven het oppervlak van de betonspecie uit, Daardoor is er een vrije bewegingsruimte voor het bewegen van het aandrukmiddel over het vrije oppervlak, zodat de betonspecie goed aangedrukt en verdicht kan worden. Dit leidt tot een betonlichaam met een hogere kwaliteit, 20 zoals hierboven besproken.The method has the advantage that the free surface of the concrete mortar is substantially free of one or more projecting parts of the coupling member during pressing, in particular along the edge of the free surface. Along the edge of the concrete body 15 to be formed, the coupling member thus substantially does not protrude above the surface of the concrete mortar. As a result, there is a free movement space for moving the pressing means over the free surface, so that the concrete mortar can be properly pressed and compacted. . This leads to a concrete body with a higher quality, as discussed above.

Een verder voordeel is dat het risico dat het aandrukmiddel het koppelingsorgaan beschadigt tijdens het aandrukken substantieel is verlaagd.A further advantage is that the risk of the pressing means damaging the coupling member during the pressing is substantially reduced.

Een ander voordeel is dat de afmetingen van het met de 25 werkwijze verkregen bouwelement kleiner zijn, omdat het koppelingsorgaan niet uitsteekt, wat tot een makkelijker transport en verwerking van het bouwelement leidt. In het bijzonder bij platte betonlichamen zal het ontbreken van een uitstekende rand van het koppelingsorgaan leiden tot een kleinere dikte van het bouwelement en 30 daarmee tot een makkelijkere verwerking. Het stapelen van dergelijke betonlichamen zal bijvoorbeeld makkelijker zijn, zodat er minder risico op schade voor het koppelingsorgaan zal zijn.Another advantage is that the dimensions of the building element obtained with the method are smaller, because the coupling member does not protrude, which leads to an easier transport and processing of the building element. Particularly in the case of flat concrete bodies, the absence of a protruding edge of the coupling member will lead to a smaller thickness of the building element and thus to easier processing. Stacking such concrete bodies will, for example, be easier, so that there will be less risk of damage to the coupling member.

Een deskundige in de techniek zal inzien dat de rand van het koppelingsorgaan bijvoorbeeld ook tegen een zijkant van het 35 betonlichaam kan aanliggen op een relatief korte afstand van, i.e. op korte afstand onder, de rand van het vrije oppervlak. Bij het aanbrengen van de betonspecie zal het vrije oppervlak van de betonspecie dan voorbij de rand van het koppelingsorgaan bewegen.A person skilled in the art will realize that the edge of the coupling member can for instance also abut against a side of the concrete body at a relatively short distance from, i.e. at a short distance below, the edge of the free surface. When applying the concrete mortar, the free surface of the concrete mortar will then move beyond the edge of the coupling member.

Wanneer de rand van het koppelingsorgaan zich op een kleine 1030899 - 5 - afstand van de rand van de betonspecie bevindt, dan kan het aandrukmiddel goed over het vrije oppervlak worden bewogen. Doorgaans zal er dan een kleine hoeveelheid van de betonspecie over de rand van het koppelingsorgaan gedrukt worden, maar dit hoeft geen ernstig 5 probleem te vormen.When the edge of the coupling member is at a small distance from the edge of the concrete mortar, the pressing means can be moved well over the free surface. Usually a small amount of the concrete will then be pressed over the edge of the coupling member, but this does not have to be a serious problem.

Een deskundige in de techniek zal inzien dat de bekisting doorgaans een opening heeft waardoorheen de betonspecie wordt aangebracht, zodat het vrije oppervlak nabij de opening ontstaat. De rand van het koppelingsorgaan vormt daarbij een deel van de rand van 10 de opening in de bekisting.A person skilled in the art will recognize that the formwork generally has an opening through which the concrete mortar is applied, so that the free surface is created near the opening. The edge of the coupling member herein forms a part of the edge of the opening in the formwork.

Ten gevolge van het aandrukken van de betonspecie zal het vrije oppervlak van de nog relatief zachte betonspecie enigszins ingedrukt worden en bewegen in de richting van de drukkracht. Een deskundige in de techniek zal inzien dat het vrije oppervlak van de betonspecie 15 voordat het aandrukken daarvan plaatsvindt zich op enige afstand van de rand van het koppelingsorgaan kan bevinden, en dat door het aandrukken het vrije oppervlak in hoofdzaak op hetzelfde niveau zal komen als de rand van het koppelingsorgaan en de rand van het vrije oppervlak ongeveer zal aansluiten pp de rand van het 20 koppelingsorgaan.As a result of the pressing of the concrete mortar, the free surface of the still relatively soft concrete mortar will be pressed slightly and move in the direction of the pressing force. A person skilled in the art will recognize that the free surface of the concrete mortar 15 prior to pressing thereof can be at some distance from the edge of the coupling member, and that by pressing the free surface will come to substantially the same level as the edge of the coupling member and the edge of the free surface will approximately connect to the edge of the coupling member.

Het betonlichaam kan vele vormen hebben, zoals een deskundige in de techniek zal inzien. Het betonlichaam kan plat zijn, plaatvormig, kubusvormig, of een complexe en grillige vorm hebben.The concrete body can take many forms, as one skilled in the art will appreciate. The concrete body can be flat, plate-shaped, cube-shaped, or have a complex and whimsical shape.

Het bevéstigingsorgaan kan vele vormen hebben en omvatten 25 bijvoorbeeld een uitsteeksel voor het daarin schroeven van een of meer schroeven.The fastening member can take many forms and comprise, for example, a protrusion for screwing in one or more screws.

De hechting van de betonspecie aan het koppelingsorgaan kan bevorderd worden door een of meer hechtingsorganen, in het bijzonder door een of meer uitsteeksels aan de naar de betonspecie toegekeérde 30 zijde van het koppelingsorgaan.The adhesion of the concrete mortar to the coupling member can be promoted by one or more bonding members, in particular by one or more protrusions on the side of the coupling member facing the concrete mortar.

In een aspect van de uitvinding wordt het bouwelement verbonden met een constructie-element, in het bijzonder een kozijn.In one aspect of the invention, the building element is connected to a building element, in particular a frame.

Dit levert hèt voordeel dat het bouwelement onderdeel wordt van een complex prefab-element, dat verschillende onderdelen omvat. Deze 35 prefab-elementen kunnen in een fabriek vervaardigd worden, vervolgens getransporteerd worden naar een bouwlocatie en daar geplaatst en/of gemonteerd worden.This provides the advantage that the building element becomes part of a complex prefab element, which comprises various parts. These prefab elements can be manufactured in a factory, then transported to a construction site and placed and / or mounted there.

Ineen verder aspect van de uitvinding definieert het vrije oppervlak een grensvlak, waarbij het betonlichaam zich bevindt aan 1030899 - 6 - een zijde van het grensvlak, en waarbij ten minste een deel van het constructie-element zich bevindt aan de tegenovergelegen zijde van het grensvlak als het betonlichaam.In a further aspect of the invention, the free surface defines a boundary surface, wherein the concrete body is located on one side of the boundary surface, and wherein at least a part of the structural element is located on the opposite side of the boundary surface as the concrete body.

Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat het constructie-5 element is versprongen ten opzichte van het bouwelement, waardoor het bouwelement een wanddeel voor een binnenspouwblad kan vormen, terwijl het. constructie-element een kozijn kan vormen dat aansluit op een buitenspouwblad. Daarbij strekt het constructie-element zich in hoofdzaak uit in een vlak dat versprongen ligt ten opzichte van een 10 vlak waarin het binnenspouwblad zich uitstrekt.This embodiment has the advantage that the construction element is staggered with respect to the construction element, whereby the construction element can form a wall part for an inner cavity leaf, while the construction element. structural element can form a frame that connects to an outer cavity leaf. The constructional element herein extends substantially in a plane that is offset with respect to a plane in which the inner cavity leaf extends.

In een verder aspect omvat het verdichten van de betonspecie het aandrukken van de betonspecie, in bijzonder het aandrukken van het vrije oppervlak.In a further aspect, the compacting of the concrete mortar comprises the pressing of the concrete mortar, in particular the pressing of the free surface.

Door middel van aandrukken kan op eenvoudige wijze de 15 betonspecie verdicht worden, waardoor het lichtbeton in uitgeharde toestand een hogere kwaliteit krijgt.By pressing, the concrete mortar can be compacted in a simple manner, whereby the light concrete in the cured state acquires a higher quality.

In een verder aspect van de uitvinding wordt de betonspecie aangedrukt door een aandrukmiddel, in het bijzonder een wals.In a further aspect of the invention, the concrete mortar is pressed by a pressing means, in particular a roller.

Met een wals kan eenvoudig het gehele oppervlak van de 20 betonspecie aangedrukt worden. Dit heeft het voordeel dat de betonspecie op een eenvoudige wijze verdicht wordt, waardoor de betonspecie een hogere kwaliteit verkrijgt.With a roller the entire surface of the concrete mortar can easily be pressed on. This has the advantage that the concrete mortar is compacted in a simple manner, whereby the concrete mortar obtains a higher quality.

In een verder aspect van de uitvinding sluit een rand van het betonlichaam in hoofdzaak aan op de rand van het koppelingsorgaan.In a further aspect of the invention, an edge of the concrete body substantially connects to the edge of the coupling member.

25 Wanneer de betonspecie is aangédrukt en uitgehard, kan met deze uitvoeringsvorm een constructie-element dat zich uitstrekt aan een andere zijde van het grensvlak relatief eenvoudig aan het bouwelement bevestigd worden.When the concrete mortar is compressed and cured, with this embodiment a construction element that extends on a different side of the interface can be attached to the construction element relatively easily.

In een verder aspect bevat de betonspecie een toeslagmateriaal 30 dat substantieel lichter is dan grind, in het bijzonder een toeslagmateriaal dat is gekozen uit een groep die omvat: kleikorrels zoals geëxpandeerde kleikorrels, bims, gegranuleerde hoogovenslak, sintels, slakken, PS.-schuimkorrels, geëxpandeerd gesteente zoals bijvoorbeeld holiet, perliet of vermiculite, granulaat uit vliegas, 35 slib en andere reststoffen.In a further aspect, the concrete mortar contains an aggregate material 30 that is substantially lighter than gravel, in particular an aggregate material selected from a group comprising: clay pellets such as expanded clay pellets, bims, granulated blast furnace slag, embers, slag, PS foam pellets, expanded rock such as for example holite, perlite or vermiculite, granulate from fly ash, sludge and other residues.

Beton met een licht toeslagmateriaal. wordt zoals hierboven is omschreven ook wel aangeduid als lichtbeton. Het aandrukken van betonspecie is vooral bij lichtbeton met een open structuur van belang, zoals hierboven beschreven.Concrete with a light aggregate. is also referred to as light concrete as described above. The pressing of concrete mortar is especially important for lightweight concrete with an open structure, as described above.

1030899 - 7 -1030899 - 7 -

De uitvinding heeft tevens betrekking op een bouwelement, omvattende: - een betonlichaam dat een rand hééft die een scheiding vormt tussen een eerste zijde en een tweede zijde van het betonlichaam; 5 - een koppelingsorgaan dat vast is verbonden met het betonlichaam, waarbij het koppelingsorgaan is ingericht om als onderdeel van een bekisting voor het betonlichaam te dienen, en waarbij het koppelingsorgaan een bevestigingsórgaan omvat voor het daaraan bevestigen van een constructie-element, waarbij het 10 koppelingsorgaan aanligt tegen de tweede zijde van het betonlichaam, en waarbij het koppelingsorgaan, in het bijzonder een rand daarvan, zich niet uitstrekt tot voorbij de rand van het betonlichaam.The invention also relates to a building element, comprising: - a concrete body that has an edge that forms a separation between a first side and a second side of the concrete body; - a coupling member fixedly connected to the concrete body, wherein the coupling member is adapted to serve as part of a formwork for the concrete body, and wherein the coupling member comprises a fastening means for attaching a structural element thereto, the coupling member abuts the second side of the concrete body, and wherein the coupling member, in particular an edge thereof, does not extend beyond the edge of the concrete body.

Een dergelijk bouwelement kan eenvoudig verwerkt en getransporteerd worden, omdat het koppelingsorgaan niet uitsteekt 15 voorbij de rand van het betonlichaam. Langs de omtrek van het eerste oppervlak zijn er geen uitstekende delen van het koppelingsorgaan.Such a building element can easily be processed and transported, because the coupling member does not protrude beyond the edge of the concrete body. Along the circumference of the first surface there are no protruding parts of the coupling member.

Bij voorkeur is het betonlichaam plat. Het koppelingsorgaan strekt zich bij voorkeur uit langs ten minste een deel van de tweede zijde, i.e. langs een zijkant van het betonlichaam. Bij platte 20 betonlichamen is het voordeel van een niet-uitstekend koppelingsorgaan relatief groot, omdat de dikte van het gehele bouwelement dan relatief sterk beperkt kan worden, wat onder andere tot een eenvoudiger en compacter stapelen van het bouwelement leidt. Verder kan een dergelijk bouwelement dan relatief eenvoudig gestapeld 25 worden omdat het een vlakke plaat is, zonder uitstekende delen.The concrete body is preferably flat. The coupling member preferably extends along at least a part of the second side, i.e. along a side of the concrete body. With flat concrete bodies, the advantage of a non-protruding coupling member is relatively large, because the thickness of the entire building element can then be relatively strongly limited, which among other things leads to a simpler and more compact stacking of the building element. Furthermore, such a building element can then be stacked relatively easily because it is a flat plate, without projecting parts.

In een verder aspect vormt het betonlichaam een wandelement, in het bijzonder een wandelement voor een binnenspouwblad. Met de uitvinding kan een wandelement relatief gemakkelijk aan een constructie-element bevestigd worden, en als een prefab-element 30 geleverd worden.In a further aspect, the concrete body forms a wall element, in particular a wall element for an inner cavity leaf. With the invention, a wall element can be attached to a construction element relatively easily, and can be supplied as a prefab element.

In een verder aspect omvat het bouwelement een constructie-element, in het bijzonder een kozijn, waarbij het constructie-element door middel van een verbindingsmiddel is verbonden met het koppelingsorgaan.In a further aspect the construction element comprises a construction element, in particular a frame, wherein the construction element is connected to the coupling member by means of a connecting means.

35 Een dergelijk bouwelement kan in een fabriek vervaardigd worden . en als een geheel naar een bouwlocatie getransporteerd worden om daar . geplaatst te worden. De verbindingsmiddelen, bijvoorbeeld schroeven, worden verbonden met, i.e. geschroefd in, het bevestigingsórgaan van het koppelingsorgaan. Andere verbindingsmiddelen zijn ook mogelijk 1030899 - 8 - zoals nieten, nagels of andere verbindingsmiddelen.Such a building element can be manufactured in a factory. and be transported as a whole to a construction site to be there. to be placed. The connecting means, for example screws, are connected to, i.e. screwed into, the attachment member of the coupling member. Other connecting means are also possible such as staples, nails or other connecting means.

In een verder aspect van de uitvinding definieert het oppervlak een grensvlak, waarbij het betonlichaam zich bevindt aan een eerste zijde van het grensvlak en waarbij ten minste een deel van het 5 constructie-element zich bevindt aan de tegenovergelegen zijde van het grensvlak. .In a further aspect of the invention, the surface defines a boundary surface, wherein the concrete body is located on a first side of the boundary surface and wherein at least a part of the structural element is located on the opposite side of the boundary surface. .

Een dergelijk bouwelement is vooral voordelig bij situaties waarin het betonlichaam een binnenspouwblad vormt, en waarbij het constructie-element aansluit op een buitenspouwblad of zich in 10 hoofdzaak in het vlak van een buitenspouwblad uitstrekt.Such a building element is particularly advantageous in situations in which the concrete body forms an inner cavity leaf, and wherein the construction element connects to an outer cavity leaf or extends substantially in the plane of an outer cavity leaf.

In een verder aspect heeft het betonlichaam een tweede oppervlak dat zich tegenover het.eerste oppervlak uitstrekt, en waarbij het koppelingsorgaan zich uitstrekt tot aan het tweede oppervlak.In a further aspect, the concrete body has a second surface that extends opposite the first surface, and wherein the coupling member extends as far as the second surface.

15 Aldus kan het koppelingsorgaan op effectieve wijze in hoofdzaak een gehele zijkant van het betonlichaam ondersteunen.The coupling member can thus effectively support substantially an entire side of the concrete body.

Bij voorkeur heeft het koppelingsorgaan nabij het tweede oppervlak een rand die ten opzichte van een centraal deel van het koppelingsorgaan relatief smal is.The coupling member preferably has an edge near the second surface which is relatively narrow with respect to a central part of the coupling member.

20 De rand vormt het uiteinde van het koppelingsorgaan nabij het tweede oppervlak heeft een relatief kleine dikte. Dit kan bijvoorbeeld bewerkstelligd worden door het koppelingsorgaan in de richting van het tweede oppervlak taps toe te laten lopen.The edge forms the end of the coupling member near the second surface has a relatively small thickness. This can be achieved, for example, by tapering the coupling member in the direction of the second surface.

In het geval dat de tweede, tegenovergelegen zijde een dagzijde 25 vormt van het bouwelement die zichtbaar blijft voor een gebruiker, dan zal door de relatief smalle rand van het koppelingsorgaan het koppelingsorgaan niet of nauwelijks zichtbaar zijn voor een gebruiker, wat het uiterlijk van de binnenwand ten goede komt.In the case that the second opposite side forms a day side of the building element that remains visible to a user, then due to the relatively narrow edge of the coupling member, the coupling member will not or hardly be visible to a user, which is the appearance of the inner wall benefit.

In een verder aspect heeft het koppelingsorgaan aan een naar 30 het betonlichaam toegekeerde zijde daarvan hechtingsmiddelen voor het vormen van een goede hechting van het koppelingsorgaan met het betonlichaam. Deze hechtingsmiddelen kunnen gevormd worden door een of meer uitsteeksels aan het koppelingsorgaan.In a further aspect, the coupling member has adhesive means on a side thereof facing the concrete body for forming a good adhesion of the coupling member with the concrete body. These bonding means can be formed by one or more protrusions on the coupling member.

In een verder aspect omvat het koppelingsorgaan een 35 ondersteuningsorgaan, voor het ondersteunen van het koppelingsorgaan met een positioneringinrichting. Bij voorkeur is het ondersteuningsorgaan aangebracht aan een van de daaraan te hechten betonspecie afgekeerde zijde van het koppelingsorgaan. De positioneringsinrichting omvat doorgaans een magneet die op een 1030899 - 9 - vooraf bepaalde positie klevend op de stalen ondergrond is aangebracht.In a further aspect the coupling member comprises a supporting member, for supporting the coupling member with a positioning device. The supporting member is preferably arranged on a side of the coupling member remote from the concrete mortar to be adhered thereto. The positioning device generally comprises a magnet which is adhesively arranged on the steel substrate at a predetermined position.

Met een dergelijk koppelingsorgaan kan voorafgaand aan het aanbrengen van de betonspecie het koppelingsorgaan nauwkeurig 5 gepositioneerd worden, zodat de maten van het te vormen betonlichaam nauwkeurig bepaald kunnen worden.With such a coupling member, the coupling member can be accurately positioned prior to the application of the concrete mortar, so that the dimensions of the concrete body to be formed can be accurately determined.

Bovendien kan het koppelingsorgaan bij het vormen van het betonlichaam door. het positioneringsorgaan ondersteund worden, waarbij het positioneringsorgaan een compensatiekracht uitoefent voor 10 het.compenseren vart een door de betonspecie op het koppelingsorgaan uitgeoefende kracht.Moreover, the coupling member can continue when forming the concrete body. the positioning member is supported, wherein the positioning member exerts a compensation force for the compensation of a force exerted on the coupling member by the concrete mortar.

De werking van de positioneringsinrichting wordt verder toegelicht in de figuurbeschrijving.The operation of the positioning device is further explained in the figure description.

Verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de inrichting zijn 15 beschreven in de conclusies. De genoemde en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding aan de hand van.een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting voor het uitvoeren van de 20 werkwijze onder verwijzing'naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke onderdelen aanduiden, en waarin:Further preferred embodiments of the device are described in the claims. The mentioned and other aspects, features and advantages of the present invention will be further elucidated by the following description of the method according to the present invention on the basis of a preferred embodiment of a device for carrying out the method with reference to the invention. drawing in which like reference numerals indicate like parts, and in which:

Figuur 1 een schematische dwarsdoorsnede toont van een koppelingsorgaan volgens de stand der techniek;Figure 1 shows a schematic cross section of a coupling member according to the prior art;

Figuur 2a een schematische dwarsdoorsnede toont van een 25 koppelingsorgaan volgens de uitvinding;Figure 2a shows a schematic cross-section of a coupling member according to the invention;

Figuur 2b een schematische dwarsdoorsnede toont van een ander koppelingsorgaan volgens de uitvinding;Figure 2b shows a schematic cross-section of another coupling member according to the invention;

Figuur 2c een schematische dwarsdoorsnede toont van nog een ander koppelingsorgaan volgens de uitvinding; 30 Figuur 3a een schematische dwarsdoorsnede toont van een bouwelement volgens de uitvinding;Figure 2c shows a schematic cross-section of yet another coupling member according to the invention; Figure 3a shows a schematic cross-section of a building element according to the invention;

Figuur 3b een schematische dwarsdoorsnede toont van een ander bouwelement volgens de uitvinding; enFigure 3b shows a schematic cross-section of another building element according to the invention; and

Figuren 4a, 4b en 4c stappen in een werkwijze tonen voor het 35 vervaardigen van het bouwelement volgens de uitvinding.Figures 4a, 4b and 4c show steps in a method for manufacturing the building element according to the invention.

Figuur 1 toont een koppelingsorgaan 100 volgens de stand der techniek, waarbij het koppelingsorgaan is verbonden met een betonplaat 102. Een kozijn 104, i.e. een raamkozijn, is verbonden met het koppelingsorgaan 100. Uitsteeksels 106 zorgen voor een verbinding 1 03 0899 - 10 - van het koppelingsorgaan 100 met de betonplaat 102. De betonplaat 102 vormt een binnenspouwblad, waarbij isolatiemateriaal 108 is aangebracht aan de naar een spouw 109 toegekeerde zijde van de betonplaat 102.Figure 1 shows a coupling member 100 according to the state of the art, wherein the coupling member is connected to a concrete slab 102. A frame 104, ie a window frame, is connected to the coupling member 100. Projections 106 provide a connection of 1 03 0899 - 10 - of the coupling member 100 with the concrete slab 102. The concrete slab 102 forms an inner cavity leaf, wherein insulating material 108 is provided on the side of the concrete slab 102 facing a cavity 109.

5 De betonplaat 102 wordt gevormd door het koppelingsorgaan 100 op een ondergrond (niet getoond) te plaatsen, waarbij het koppelingsorgaan 100 fungeert als een bekisting voor te storten beton. Vervolgens wordt de betonspecie gestort in een bepaalde hoeveelheid zodat de betonplaat 102 een bepaalde dikte krijgt, 10 waarbij een vrij oppervlak 116 ontstaat aan de bovenzijde van het gestorte beton.The concrete slab 102 is formed by placing the coupling member 100 on a surface (not shown), wherein the coupling member 100 acts as a formwork for pouring concrete. Subsequently, the concrete mortar is poured in a specific amount so that the concrete slab 102 acquires a specific thickness, whereby a free surface 116 is created on the upper side of the poured concrete.

Het koppelingsorgaan 100 heeft een lengte 112 die substantieel groter is dan een dikte 110 van de betonplaat 102. Bij het storten van de betonplaat 102 steekt het koppelingsorgaan 112 daarom uit 15 boven een vrij oppervlak 116 van de betonnen wand 102.The coupling member 100 has a length 112 that is substantially greater than a thickness 110 of the concrete slab 102. When pouring the concrete slab 102, the coupling member 112 therefore protrudes above a free surface 116 of the concrete wall 102.

Het is daarom lastig voor een aandrukmiddel (niet getoond) om het vrije oppervlak 116 van de betonnen wand 102 aan te drukken, in het bijzonder nabij het koppelingsorgaan 100. Dit zorgt ervoor dat het koppelingsorgaan 100 ongeschikt is om te worden toegepast in 20 combinatie met betonsoorten die moeten worden aangedrukt, zoals lichtbeton.It is therefore difficult for a pressing means (not shown) to press the free surface 116 of the concrete wall 102, in particular close to the coupling member 100. This makes the coupling member 100 unsuitable for use in combination with types of concrete to be pressed, such as lightweight concrete.

Figuren 2a, 2b en 2c tonen in doorsnede eeii koppelingsorgaan 1 volgens de uitvinding. Het koppelingsorgaan 1 heeft een betonzijde 4 die is ingericht om naar de betonspecie toegekeerd te worden en een 25 dagzijde 2 die is ingericht om van de betonspecie afgekeerd te worden. Het koppelingsorgaan 1 heeft een lengte 6 in een lengterichting.Figures 2a, 2b and 2c show in cross section a coupling member 1 according to the invention. The coupling member 1 has a concrete side 4 which is adapted to be turned towards the concrete mortar and a day side 2 which is adapted to be turned away from the concrete mortar. The coupling member 1 has a length 6 in a longitudinal direction.

Aan de betonzijde 4 steken een of meer uitsteeksels 8 uit vanuit het koppelingsorgaan 1, welke uitsteeksels 8 voor een goede 30 hechting van het koppelingsorgaan 1 aan de betonspecie zorgdragen.On the concrete side 4, one or more protrusions 8 protrude from the coupling member 1, which protrusions 8 ensure a good adhesion of the coupling member 1 to the concrete mortar.

Het koppelingsorgaan 1 kan vervaardigd zijn van PVC, in het bijzonder slagvast PVC en/of gerecycled PVC, of van een andere geschikte kunststof, bijvoorbeeld een polymeer. Andere geschikte materialen zijn cementgebonden vezelplaat en met een thermoplastische 35 kunststofvezel, bijvoorbeeld propyleen, gebonden houtvezel. Hout, bijvoorbeeld geperst hout, is ook een geschikt materiaal.The coupling member 1 can be made of PVC, in particular impact-resistant PVC and / or recycled PVC, or of another suitable plastic, for example a polymer. Other suitable materials are cement-bonded fiberboard and with a thermoplastic plastic fiber, for example propylene, bonded wood fiber. Wood, for example pressed wood, is also a suitable material.

Figuren 2a en 2b.tonen een koppelingsorgaan 1 met holle tussenruimten 17, waarbij het koppelingsorgaan 1 bij voorkeur van kunststof is vervaardigd. Figuur 3c toont een massief 1030899 - 11 - koppelingsorgaan 1, dat bij voorkeur vervaardigd is van hout of van met kunststofvezel gebonden houtvezelmateriaal.Figures 2a and 2b show a coupling member 1 with hollow spaces 17, wherein the coupling member 1 is preferably made of plastic. Figure 3c shows a solid coupling member 1, which is preferably made from wood or from wood fiber material bound with plastic fiber.

Het koppelingsorgaan 1 heeft een eerste uiteinde 13 welke een bovenrand 11 heeft . Het uiteinde 13 heeft tevens een steunvlak 19 5 waartegen het constructie-element 24 kan steunen, en dat ingericht is om een goede afdichting te creëren tussen het constructie-element 24 en het koppelingsorgaan 1. Het steunvlak 19 is vlak.The coupling member 1 has a first end 13 which has an upper edge 11. The end 13 also has a support surface 19 against which the construction element 24 can support, and which is adapted to create a good seal between the construction element 24 and the coupling member 1. The support surface 19 is flat.

Het koppelingsorgaan 1 heeft een tweede uiteinde in de vorm van een onderrand 14. In de uitvoeringsvorm van figs. 2a en 2b is dit 10 uiteinde relatief smal, waarbij het koppelingsorgaan 1 naar de onderrand 14 taps toeloopt.The coupling member 1 has a second end in the form of a lower edge 14. In the embodiment of Figs. 2a and 2b, this end is relatively narrow, with the coupling member 1 tapering towards the lower edge 14.

Een deskundige zal inzien dat het koppelingsorgaan 1 zich loodrecht op het vlak van tekening over een bepaalde afstand zal uitstrekken. Deze afstand wordt hier aangeduid als de breedte, maar 15 zal doorgaans groter zijn dan de lengte 6. Het koppelingsorgaan 1 strekt zich in de lengterichting uit van het eerste uiteinde 13 tot het tweede uiteinde 14.A person skilled in the art will recognize that the coupling member 1 will extend perpendicular to the plane of the drawing over a certain distance. This distance is referred to herein as the width, but will generally be greater than the length 6. The coupling member 1 extends in the longitudinal direction from the first end 13 to the second end 14.

Het tweede uiteinde 14 wordt op een stalen ondergrond (niet getoond) geplaatst. Doorgaans vormt de naar de stalen ondergrond 20 toegekeerde zijde van de betonspecie na montage in de bouw de dagzijde van het betonlichaam. Met de relatief smalle onderrand 14 wordt bereikt, dat aan de dagzijde van het betonlichaam een voor het oog strakke rand ontstaat van het bouwelement.The second end 14 is placed on a steel surface (not shown). Usually, the side of the concrete mortar facing the steel substrate 20 forms the day side of the concrete body after assembly in the building. With the relatively narrow lower edge 14 it is achieved that on the day side of the concrete body a visually tight edge is created of the building element.

Een tweede uitsteeksel 10 steekt vanuit de betonzijde 4 van het 25 koppelingsorgaan 1 uit over een afstand 18. Dit tweede uitsteeksel 10 is ingericht om een bevestigingsorgaan te vormen voor een later aan het koppelingsorgaan 1 te bevestigen constructie-element (niet getoond). Het uitsteeksel 10 steekt op een afstand 12 vanaf de rand 11 van het koppelingsorgaan 1 uit. Na vervaardiging van het 30. bouwelement 20 zal er daarom een laag beton met een dikte 12 aanwezig zijn boven het uitsteeksel 10. Een constructie-element kan aan het uitsteeksel 10 bevestigd worden, door een bevestigingsmiddel door de betonlaag heen aan het uitsteeksel 10 te bevestigen. Het uitsteeksel 10 bevordert tevens de hechting met de betonspecie.A second protrusion 10 protrudes from the concrete side 4 of the coupling member 1 over a distance 18. This second protrusion 10 is adapted to form a fixing member for a construction element to be attached later to the coupling member 1 (not shown). The protrusion 10 protrudes at a distance 12 from the edge 11 of the coupling member 1. After manufacture of the structural element 20, a layer of concrete with a thickness 12 will therefore be present above the protrusion 10. A structural element can be attached to the protrusion 10 by attaching a fastening means through the concrete layer to the protrusion 10 . The protrusion 10 also promotes adhesion with the concrete mortar.

35 Het koppelingsorgaan 1 is dubbelwandig en heeft een of meer holtes 17, gescheiden door verstevigingswanden 15. Het koppelingsorgaan 1 heeft aldus een voldoende stevigheid voor het opvangen van krachten van de nog zachte betonspecie tijdens en na het storten daarvan, en kan zodoende als bekisting fungeren.The coupling member 1 is double-walled and has one or more cavities 17, separated by reinforcement walls 15. The coupling member 1 thus has a sufficient strength to absorb forces of the still soft concrete mortar during and after pouring thereof, and can thus act as formwork .

J 03 0899 - 12 -J 03 0899 - 12 -

Het koppelingsorgaan 1 heeft aan de dagzijde 2 een ondersteuningsorgaan 16 in de vorm van een sponning welke is ingericht om gekoppeld te worden met een positioneringsorgaan (niet getoond), waarvan de werking hiernavolgend zal worden toegelicht.The coupling member 1 has on the day side 2 a supporting member 16 in the form of a rebate which is adapted to be coupled to a positioning member (not shown), the operation of which will be explained below.

5 Voor een goede hechting van het koppelingsorgaan 1 aan een afwerklaag inde vorm van een stuclaag 31 (wordt getoond in figuren 3a en 3b) zijn in het koppelingsorgaan 1 groeven 21 aangebracht, bij voorkeur met een zwaluwstaartvorm. Andere vormen zijn ook mogelijk.For a good adhesion of the coupling member 1 to a finishing layer in the form of a stucco layer 31 (shown in figures 3a and 3b), grooves 21 are arranged in the coupling member 1, preferably with a dovetail form. Other forms are also possible.

In figuur 2b heeft het koppelingsorgaan nabij uiteinde 14 10 groeven 23, voor het bereiken van een goede hechting met een afwerklaag die op het koppelingsorgaan 1 wordt aangebrachtIn Figure 2b, the coupling member has grooves 23 near end 14, for achieving good adhesion with a finishing layer that is applied to the coupling member 1.

Figuur 3a toont een schematische dwarsdoorsnede van een bouwelement 20 volgens de uitvinding, waarin het koppelingsorgaan 1 door middel van een bevestigingsmiddel 28 in de vorm van een of meer 15 schroeven verbonden is met een betonlichaam 22. Door middel van uitsteeksels 8 en 10 is een goede hechting tussen het koppelingsorgaan 1 en het betonlichaam 22 bereikt. Het betonlichaam 22 heeft een dikte 38 die in hoofdzaak overeenkomt met de lengte 6 van het koppelingsorgaan 1. Het betonlichaam 22 heeft een eerste 20 zijde 54 die bij de vervaardiging van het betonlichaam 22 het vrije oppervlak is geweest.Figure 3a shows a schematic cross-section of a building element 20 according to the invention, in which the coupling member 1 is connected by means of a fastening means 28 in the form of one or more screws to a concrete body 22. By means of protrusions 8 and 10 a good adhesion between the coupling member 1 and the concrete body 22 is achieved. The concrete body 22 has a thickness 38 which substantially corresponds to the length 6 of the coupling member 1. The concrete body 22 has a first side 54 which has been the free surface in the manufacture of the concrete body 22.

Een constructie-element 24 in de vorm van een kozijn is via een verbindingsmiddel 26 in de vorm van een hoeklijn en een of meer schroeven 28 bevestigd aan het koppelingsorgaan 1. Het 25 bevestigingsmiddel 28 is door het beton heen in het uitsteeksel 10 verankerd.A structural element 24 in the form of a frame is attached to the coupling member 1 via a connecting means 26 in the form of a corner line and one or more screws 28. The fixing means 28 is anchored through the concrete in the protrusion 10.

Het constructie-element 24 van figuur 3a is massief, en bij voorkeur vervaardigd van hout.The structural element 24 of figure 3a is solid, and preferably made of wood.

Het constructie-element 24 bevindt zich voor het belangrijkste 30 deel niet in het verlengde van het betonlichaam 22. De zijde 54 van het betonlichaam 22 definieert een virtueel grensvlak 51, waarbij het betonlichaam 22 aan een eerste zijde van het grensvlak 51 is gelegen en het overgrote deel van het constructie-element 24 aan de tegenovergelegen zijde van het grensvlak is gelegen. Hierdoor kan het 35 constructie-element aansluiten op een buitenspouwblad 28.For the most important part, the construction element 24 is not in line with the concrete body 22. The side 54 of the concrete body 22 defines a virtual interface 51, the concrete body 22 being located on a first side of the interface 51 and the The majority of the construction element 24 is located on the opposite side of the interface. This allows the construction element to connect to an outer cavity leaf 28.

Het koppelingsorgaan 1 is ingericht om nabij het uiteinde 13 daarvan het constructie-element 24 te ondersteunen. Dit heeft het voordeel dat zowel het bouwelement 20 als het constructie-element 24 een kleine diktemaat kan hebben.The coupling member 1 is adapted to support the construction element 24 near the end 13 thereof. This has the advantage that both the building element 20 and the building element 24 can have a small thickness.

1030899 - 13 -1030899 - 13 -

Verder omvat het bouwelement 20 een isolatielaag 30, een spouw 32 en een buitenspouwblad 28. Een deskundige in de techniek zal inzien dat deze onderdelen optioneel zijn.Furthermore, the building element 20 comprises an insulating layer 30, a cavity 32 and an outer cavity leaf 28. A person skilled in the art will recognize that these parts are optional.

Aan de dagzijde 39 van het betonlichaam 22 is een 5 hoekbeschermingsorgaan 34 aangebracht voor het beschermen van de hoek 36.On the day side 39 of the concrete body 22, a corner protection member 34 is provided for protecting the corner 36.

Een foamband 35 is geplaatst tegen het steunvlak 19 tussen het constructie-element 24 en het koppelingsorgaan 1, voor een goede aansluiting van het constructie-element 24 en het koppelingsorgaan 1 10 op elkaar. Doordat de foamband vervormbaar is, wordt een in hoofdzaak gesloten en luchtdichte aansluiting verkregen.A foam band 35 is placed against the support surface 19 between the construction element 24 and the coupling member 1, for a good connection of the construction element 24 and the coupling member 1 to each other. Because the foam band is deformable, a substantially closed and airtight connection is obtained.

De terugspringende zijde 55, i.e. negge, van het bouwelement 20 is bedekt, bij voorkeur met een stuclaag 31 van gipsgebonden materiaal.The recessed side 55, i.e. negge, of the building element 20 is covered, preferably with a plaster layer 31 of plaster-bound material.

15 Figuur 3b toont een uitvoeringsvorm van het bouwelement 20, waarbij het constructie-element 24 in hoofdzaak van kunststof is vervaardigd. Het constructie-element 24 omvat een tussendeel 25 en een kozijn 27. Het tussendeel 25 is ingericht om de spouw 32 af te dichten. Het tussendeel kan daarbij als kader voor het metselwerk 20 gebruikt worden, waarbij het kozijn 27 wordt aangebracht na het voltooien van het gemetselde buitenspouwblad 28.Figure 3b shows an embodiment of the construction element 20, wherein the construction element 24 is substantially made of plastic. The construction element 24 comprises an intermediate part 25 and a frame 27. The intermediate part 25 is adapted to seal the cavity 32. The intermediate part can thereby be used as a framework for the brickwork 20, wherein the frame 27 is fitted after completion of the bricked outer cavity sheet 28.

Het ondersteuningsorgaan 16 vormt daarbij tevens het bevestigingsorgaan voor het tussendeel 25, in plaats van het bevestigingsorgaan 10 aan de betonzijde 4. Het ondersteuningsorgaan 25 16 en het tussendeel 25 kunnen zodanig vormgegeven zijn, dat zij samenwerken als een kliksysteem.The supporting member 16 also forms the fixing member for the intermediate part 25, instead of the fixing member 10 on the concrete side 4. The supporting member 16 and the intermediate part 25 can be designed such that they cooperate as a snap system.

Figuren 4a, 4b en 4c tonen stappen voor de werkwijze om het bouwelement 20 te vervaardigen. Het koppelingsorgaan 1 wordt in fig. 4a geplaatst op de stalen ondergrond 40-, en in positie gehouden door 30 een positioneringsorgaan 50 dat een magneet 52 omvat waarmee het vastgezet is op de stalen ondergrond 40. Het positioneringsorgaan 50 omvat een steun 52 voor het via het ondersteuningsorgaan 16 ondersteunen van het koppelingsorgaan 1.Figures 4a, 4b and 4c show steps for the method of manufacturing the building element 20. The coupling member 1 is placed on the steel base 40 in Fig. 4a, and held in position by a positioning member 50 which comprises a magnet 52 with which it is fixed on the steel base 40. The positioning member 50 comprises a support 52 for the supporting member 16 supporting the coupling member 1.

Het koppelingsorgaan 1 vormt onderdeel van een bekisting 41.The coupling member 1 forms part of a formwork 41.

35 Een deskundige in de techniek zal inzien dat niet langs de gehele omtrek van de bekisting 41 een koppelingsorgaan 1 hoeft te zijn voorzien. Het is mogelijk om een deel van de bekisting 41 traditioneel uit te voeren, bijvoorbeeld door middel van een houten plaat of een ander geschikt materiaal voor een bekisting.A person skilled in the art will recognize that a coupling member 1 need not be provided along the entire circumference of the formwork 41. It is possible to implement part of the formwork 41 in the traditional manner, for example by means of a wooden plate or another suitable material for a formwork.

1030899 - 14 -1030899 - 14 -

Vervolgens wordt in de door de bekisting 41 gedefinieerde ruimte 42 de betonspecie 44 aangebracht in een zodanige hoeveelheid, dat het vrije oppervlak 54 van de betonspecie 44 over een kleine afstand boven de bovenrand 13 van het koppelingsorgaan 1 uitkomt, 5 zoals te zien is in fig. 4b.Next, in the space 42 defined by the formwork 41, the concrete mortar 44 is applied in such an amount that the free surface 54 of the concrete mortar 44 extends a small distance above the upper edge 13 of the coupling member 1, as can be seen in fig. 4b.

Met behulp van een wals 46 wordt de betonspecie 44 aangedrukt door de wals 46 in een richting 48 over het vrije oppervlak 54 van de betonspecie 44 te bewegen, waardoor de betonspecie 44 een grotere dichtheid en een kleiner volume krijgt.With the aid of a roller 46, the concrete mortar 44 is pressed by moving the roller 46 in a direction 48 over the free surface 54 of the concrete mortar 44, whereby the concrete mortar 44 acquires a greater density and a smaller volume.

10 Het vrije oppervlak 54, in het bijzonder de rand 56 daarvan, komt hierdoor in hoofdzaak op het zelfde niveau als de rand 11 van het koppelingsorgaan 1, zodat de rand 56 van het vrije oppervlak 54 in hoofdzaak aansluit op de rand 11 van het koppelingsorgaan 1.The free surface 54, in particular the edge 56 thereof, hereby comes substantially to the same level as the edge 11 of the coupling member 1, so that the edge 56 of the free surface 54 substantially connects to the edge 11 of the coupling member 1.

Wanneer de betonspecie 44 uitgehard is, is het bouwelement 20 15 gereed voor verdere verwerking.When the concrete mortar 44 has hardened, the building element 20 is ready for further processing.

De omvang van de onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen, maar diverse wijzigingen en modificaties daarvan zijn mogelijk zonder af te wijken van de beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de 20 aangehechte conclusies.The scope of the present invention is not limited to the embodiments described above, but various modifications and modifications thereof are possible without departing from the scope of the invention as defined in the appended claims.

10308991030899

Claims

Method for manufacturing a building element (20), the method comprising: a) arranging a formwork (41), wherein the formwork comprises a coupling member (1), the coupling member (1) at one end (13) has an edge thereof (11), and wherein the coupling member (1) comprises a fixing member (10) for fixing a structural element (24) thereto; b) applying concrete mortar (44) in the formwork (41), the concrete mortar (44) reaching at least the edge (11); c) compacting the concrete mortar (44); d) curing the concrete mortar (44) to form a concrete body (22), the concrete body (22) being firmly connected to the coupling member (1).

Method according to claim 1, wherein the building element (20) is connected to a building element (24), in particular a frame.

3. Method according to claim 2, wherein the free surface (54) defines an interface (51), wherein the concrete body (22) is located on one side of the interface (51), and wherein at least a part of the structural element (24) is located on the opposite side of the interface (51) as the concrete body (22).

4. Method according to claim 1, wherein compacting the concrete mortar (44) comprises pressing the concrete mortar (44), in particular pressing the free surface (54).

Method according to claim 4, wherein the concrete mortar (44) is pressed by a pressing means (46), in particular a roller.

Method according to any of claims 1-5, wherein an edge i (56) of the concrete body (22) substantially connects to the edge (11) of the coupling member (1). 1030899 - 16 -

7. Method according to any of claims 1-6, wherein the concrete mortar (44) contains an aggregate material that is substantially lighter than gravel, in particular an aggregate material selected from a group comprising: clay pellets such as expanded clay pellets, bims, granulated blast furnace slag, embers, slag, PS foam pellets, expanded rock such as, for example, holite, perlite or vermiculite, granulate from fly ash, sludge and other residues.

A building element (20), comprising: - a concrete body (22) having an edge (56) that forms a separation between a first side (54) and a second side (55) of the concrete body (22); - a coupling member (1) fixedly connected to the concrete body (22), the coupling member (1) being adapted to serve as part of a formwork (41) for the concrete body (22), and wherein the coupling member (1) ) comprises a fastening member (10) for fastening a structural element (24) thereto, the coupling member abutting against the second side (55) of the concrete body (22), and wherein the coupling member (1) in the in particular an edge (11) thereof, does not extend beyond the edge (56) of the concrete body (22).

9. Building element (20) according to claim 8, wherein the concrete body (22) is flat.

Building element (20) according to claim 8 or 9, wherein the concrete body (22) forms a wall element, in particular a wall element for an inner cavity leaf. 30

11. Building element according to one of claims 8-10, further comprising a construction element (24), in particular a frame, wherein the construction element (24) is connected to the housing by means of a connecting means (26, 28). coupling member (1). 35

A building element according to any of claims 8-11, wherein the surface (54) defines an interface (51), the concrete body (22) being located on a first side of the interface (51), and wherein at least a part of the construction element (24) 1030899 - 17 - is located on the opposite side of the interface (51).

13. Building element according to one of claims 8-12, wherein the building element (24) extends substantially parallel to the concrete body (22).

A building element according to any of claims 8-13, wherein the concrete body (22) has a second surface (39) that extends opposite the first surface (54), and wherein the coupling member 10 (1) extends to the second surface (39).

Building component according to claim 14, wherein the coupling member (1) has an edge (14) near the second surface (39) which is relatively narrow with respect to a central part of the coupling member 15 (1).

16. Building element according to one of claims 8-15, wherein the coupling member (1) comprises adhesion means (8) on a side thereof facing the concrete body (22) for forming a good adhesion of the coupling member (1) with the beta body (22).

17. Building element as claimed in any of the claims 8-16, further comprising a support member (16), for supporting the coupling member (1) by a positioning device (50).

Coupling member (1) for use in a building element (20) according to one of claims 8-17. 30 1030899