NL1030803C2 - Verpakking voor een houder, samenstel uit verpakking en houder alsmede plano. - Google Patents

Description

Verpakking voor een houder, samenstel uit verpakking en houder alsmede plano

De uitvinding heeft op de eerste plaats betrekking op een verpakking voor het opnemen van een houder uit een flexibel materiaal.

Verpakkingen van dit type worden onder andere ge-5 bruikt voor het transporteren en opslaan van vloeibare producten of vloeistoffen. De houder uit flexibel materiaal bestaat bijvoorbeeld uit een dunne vervormbare kunststoffolie, terwijl de verpakking voor het opnemen van deze houder uit een overwegend niet-flexibel, onvervormbaar materiaal be-10 staat. De verpakking kan bijvoorbeeld een extern frame vormen met een daarin opgenomen stijf reservoir waarbinnen zich de houder uit het flexibele materiaal bevindt.

Het is een doelstelling van de onderhavige uitvinding om een verbeterde verpakking van het onderhavige type 15 te verschaffen.

Dienovereenkomstig wordt door de onderhavige uitvinding een verpakking voor het opnemen van een houder uit een flexibel materiaal verschaft, welke verpakking wordt gekenmerkt door een bodemelement met een veelhoekige omtrek, 20 welk bodemelement bestaat uit een veelhoekig bodempaneel en zich vanaf de omtreksranden daarvan verticaal omhoog uit-strekkende, onderling op elkaar aangrijpende zij stroken, en een in hoofdzaak cylindrisch omhullingselement met open boven- en onderzijde, welk omhullingselement een met het bo-25 demelement corresponderende veelhoekige omtrek bezit en met zijn onderzijde passend opneembaar is binnen de verticale zij stroken van het bodemelement.

Wanneer het omhullingselement met zijn onderzijde passend is opgenomen binnen de verticale zij stroken van het 3 0 bodemelement, belemmeren de verticale zij stroken van het bodemelement een buitenwaartse vervorming van de omtrekswand van het omhullingelement, zoals bijvoorbeeld zou kunnen ont- 1 030 80 3 2 staan onder invloed van de krachten die worden uitgeoefend door de inhoud van de houder uit flexibel materiaal (deze houder zelf zal dergelijke krachten immers in het algemene vanwege zijn flexibele aard niet kunnen opnemen). Het bodem-5 paneel van het bodemelement zorgt daarnaast voor een effectieve ondersteuning van de houder uit flexibel materiaal. In totaliteit wordt hierdoor een verpakking verschaft die op effectieve wijze in staat is tot het opnemen van een houder uit flexibel materiaal zonder overmatige vervorming te on-10 dergaan. Hierdoor is het mogelijk om voor de verpakking een lichter en/of minder materiaal te gebruiken. Het gewicht van de verpakking kan hierdoor worden gereduceerd.

Het geniet de voorkeur, dat het omhullingselement is voorzien van op zijn aan de onderzijde en/of bovenzijde 15 gelegen omtreksrand aansluitende materiaalstroken die zich in hoofdzaak loodrecht op de langsas van het omhullingselement binnenwaarts naar elkaar toe uitstrekken. Dergelijke zich binnenwaarts naar elkaar toe uitstrekkende materiaalstroken zorgen enerzijds voor een extra versterking van de 20 verpakking, maar zijn anderzijds ook geschikt om te zorgen voor een extra samenhang tussen het bodemelement en het omhul ligselement, namelijk in het bijzonder wanneer dergelijke materiaalstroken zijn toegepast ter plaatse van de aan de onderzijde gelegen omtrekswand van het omhuilingselement.

25 Dan immers zal een zich binnen de verpakking bevindende houder met inhoud op deze materiaalstroken rusten, waardoor het in bovenwaartse richting uit het bodemelement losraken van het omhuilingselement op effectieve wijze wordt voorkomen.

In een andere, met voordeel toe te passen, uitvoe-30 ringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding geldt verder, dat tevens een dekselelement is toegepast dat in hoofdzaak gelijk is aan het bodemelement, doch een omgekeerde positie bezit waarin de zij stroken zich omlaag uitstrekken en de bovenzijde van het omhullingselement omsluiten. Door de 35 toepassing van een dergelijk dekselelement krijgt de verpak- 1 030 80 3 3 king in hoofdzaak een symmetrische vorm, dat wil zeggen dat de bovenzijde en onderzijde van de verpakking in hoofdzaak gelijk zijn door het aldaar toepassen van het dekselelement respectievelijk bodemelement.

5 De sterkte van de verpakking volgens de uitvinding kan verder worden verhoogd, indien overeenkomstig een andere uitvoeringsvorm de verpakking tevens is voorzien van een, wat betreft zijn vorm en afmeting zodanig in hoofdzaak met het eerste omhullingselement overeenkomend tweede omhul-10 lingselement, dat het ene omhullingselement passend binnen het andere omhullingselement opneembaar is. Hierdoor ontstaat in het centrale gedeelte van de verpakking, namelijk het gedeelte dat door de twee passend in elkaar opgenomen omhullingslementen wordt gevormd, een dubbele wanddikte met 15 de daaruit voortkomende extra verstijving en weerstand tegen vervorming.

Wanneer inderdaad twee van dergelijke omhullings-elementen worden toegepast, geniet het verder de voorkeur dat van het eerste en het tweede omhullingselement er één 20 slechts ter plaatse van zijn op de onderzijde aansluitende omtreksrand, en het ander slechts ter plaatse van zijn op de bovenzijde aansluitende omtreksrand is voorzien van materi-aalstroken die zich in hoofdzaak loodrecht op de langsas van het omhullingselement binnenwaarts naar elkaar toe uitstrek-25 ken. Er ontstaat dan een verpakking, waarbij het ene omhullingselement met zijn binnenwaarts gerichte materiaalstroken aangrijpt op het bodemelement en het andere omhullingselement met zijn binnenwaarts gerichte materiaalstroken aangrijpt op het dekselelement. Hierdoor wordt een optimale sa-30 menhang tussen de delen en een optimale krachtsoverdracht daartussen bewerkstelligd.

Overigens zij hier opgemerkt, dat het ook mogelijk zou zijn dat bij toepassing van twee omhullingselementen deze elk aan beide uiteinden (dat wil zeggen zowel ter plaatse 35 van de onderzijde als ter plaatse van de bovenzijde) zijn 1 03080 3 4 voorzien van dergelijke binnenwaarts gerichte materiaalstro-ken.

Terwijl in het voorgaande bij de beschrijving van de verpakking volgens de uitvinding in het algemeen is opge-5 merkt, dat sprake is van een veelhoekige omtrek, geniet het in het bijzonder de voorkeur, dat de omtrek een vierkant is. Een dergelijke vierkante vorm geniet met name uit het oogpunt van standaardisatie en voor het optimaliseren van het transport en de opslag (waarbij een optimaal gebruik kan 10 worden gemaakt van beschikbare ruimte) de voorkeur.

Verder is het mogelijk, dat de verbindingen tussen de samenstellende delen van de verpakking losneembaar zijn. Hierdoor kan de verpakking uiteen worden genomen teneinde op eenvoudige wijze te worden afgevoerd, wanneer bijvoorbeeld 15 de houder uit flexibel materiaal leeg is en uit de verpakking is verwijderd.

In dit kader is het bijvoorbeeld mogelijk, dat de samenstellende delen van de verpakking na samenvoeging in hoofdzaak door wrijving met elkaar zijn verbonden. Enerzijds 20 maakt dit een snelle en eenvoudige montage van de verpakking uit zijn samenstellende delen mogelijk, doch vergemakkelijkt dit ook het achteraf weer uiteennemen van de verpakking.

Hier wordt opgemerkt, dat desondanks ook maatregelen kunnen worden genomen om de samenstellende delen na samenvoeging 25 ook op andere wijze met elkaar te verbinden, bijvoorbeeld door kleine lijmstroken die echter het uiteennemen van de samenstellende delen nog steeds toestaan.

Een bijzonder handige uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding kenmerkt zich hierdoor, dat de 30 samenstellende delen daarvan elk tot een in hoofdzaak vlakke stand samenvouwbaar zijn. Het voordeel hiervan is, dat zowel voorafgaande aan gebruik, doch ook eventueel na gebruik, de samenstellende delen van de verpakking in vlakke toestand kunnen worden opgeslagen en getransporteerd. Hierdoor nemen 35 ze bijzonder weinig ruimte in beslag. De afmetingen van de 1 030 80 3 5 samenstellende delen van de verpakking kunnen hierbij afgestemd zijn op standaard transportmiddelen, zoals pallets.

Teneinde een dergelijk samenvouwen van de samenstellende delen van de verpakking op eenvoudige wijze toe te 5 staan, is het mogelijk dat het bodemelement en dekselelement in ten minste een aantal van hun zijstroken zijn voorzien van vouwlijnen, en dat elk omhullingselement door vouwlijnen verbonden omtrekswanddelen bezit. Op deze wijze kunnen deze samenstellende onderdelen van de verpakking op eenvoudige 10 wijze tot een vlakke stand worden samengevouwen. Wanneer bijvoorbeeld het bodemelement een vierkante vorm bezit, kunnen de zij stroken binnenwaarts binnen de omtrek van het vierkant worden samengevouwen. Bij een vergelijkbaar omhul-lingslement met vierkante doorsnede, kan dit omhullingsele-15 ment eerst worden platgedrukt waarna door een vouwing om twee naast elkaar gelegen vouwlijnen tenslotte een pakket wordt verkregen met een vierdubbele wanddikte.

De verpakking volgens de uitvinding kan bedoeld zijn voor het opnemen van een van een uitstroomopening voor-20 ziene houder uit flexibel materiaal. In een dergelijk geval is het van voordeel, dat de verpakking verder is voorzien van een in de omtrekswand van het omhullingselement toegepaste toegangsvoorziening voor het toegankelijk maken van de uitstroomvoorziening van een opgenomen houder. Bij voorbeeld 25 kan de toegangsvoorziening een materiaaluitsparing omvatten die reeds vooraf in de omtrekswand van het omhullingselement is aangebracht. Het is echter ook mogelijk dat in de omtrekswand op een geschikte plaats een materiaalverzwakking is aangebracht die het op een gewenst moment vormen van een 30 dergelijke materiaaluitsparing toestaat.

Op een vergelijkbare wijze is het mogelijk, dat in een zij strook van het bodemelement een corresponderende toegangsvoorziening is toegepast, die bijvoorbeeld kan bestaan uit een door scheurlijnen begrensd zijstrookgedeelte. Wan-35 neer de inhoud van de houder uit flexibel materiaal toegan- 1 030 80 3 6 kelijk moet worden gemaakt, kan het betreffende zijstrookge-deelte langs de scheurlijnen worden opengescheurd of weggescheurd, waarna de inhoud van de houder via de uitstroom-voorziening daarvan (bijvoorbeeld een kraan) toegankelijk 5 wordt.

Alhoewel ter vervaardiging van de verpakking volgens de uitvinding diverse materialen in aanmerking kunnen komen, geniet het in het bijzonder de voorkeur dat het materiaal bestaat uit golfkarton. Een dergelijk golfkarton paart 10 een hoge sterkte aan een zeer laag gewicht.

Indien inderdaad een dergelijk golfkarton wordt toegepast en de verpakking is voorzien van twee omhullings-elementen, kan het verder van voordeel zijn dat het eerste en tweede omhullingselement onderling verschillende georiën-15 teerde, zoals bijvoorbeeld onderling loodrechte, golfrichtingen van het golfkarton bezitten.

De uitvinding betreft op de tweede plaats een samenstel uit een verpakking volgens de onderhavige uitvinding en een daarin opgenomen houder uit flexibel materiaal.

20 Een dergelijk samenstel kan tevens voorzien zijn van omsnoeringsmiddelen voor de samenstellende delen, zoals smalle kunststofstroken die zich bijvoorbeeld buiten langs het bodemelement en het dekselelement uitstrekken teneinde deze elementen stevig vast te houden op de tussengelegen om-25 hullingselementen.

Een samenstel volgens de uitvinding kan tevens voorzien zijn van een de verpakking en daarin opgenomen houder uit flexibel materiaal ondersteunend pallet. In een dergelijk geval zouden de eerder genoemde omsnoeringsmiddelen 30 zich ook rondom het pallet kunnen uitstrekken.

Op de derde plaats heeft de uitvinding betrekking op plano's ter vorming van de diverse samenstellende delen van de verpakking volgens de onderhavige uitvinding.

1030803 7

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekeningen, waarin diverse uitvoeringsvormen daarvan zijn weergegeven.

Figuur 1 toont een schematisch explosieaanzicht 5 van een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding; figuur 2 toont de verpakking van figuur 1 in een samengestelde toestand; figuur 3 toont een plano voor de vorming van een 10 bodemelement, en figuur 4 toont een plano voor de vorming van een omhullingselement.

In figuur 1 is een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van een verpakking voor het opnemen van een houder 15 uit een flexibel materiaal (niet getoond) in een explosieaanzicht schematisch weergegeven. De verpakking is bedoeld voor het opnemen van flexibele houders, die bijvoorbeeld uit een dunne kunststof folie bestaan en die bedoeld zijn voor het bevatten van een vloeistof of dergelijke.

20 In hoofdzaak omvat de verpakking de volgende be standdelen: een bodemelement 1, een eerste omhullingselement 2, een tweede omhullingselement 3 en een dekselelement 4. Deze bestanddelen zullen hierna gedetailleerder worden beschreven.

25 Het bodemelement 1 bezit in de getoonde uitvoe ringsvorm een vierkante omtrek en is opgebouwd uit een vierkant bodempaneel 5 en vier zich vanaf de omtreksranden van het bodempaneel 5 verticaal omhoog uitstrekkende, onderling op elkaar aangrijpende zij stroken 6. In twee tegenover el-30 kaar gelegen zij stroken 6 zijn vouwlijnen 7 gevormd, terwijl tevens de verbinding tussen het bodempaneel 5 en de zij stroken 6 en de verbinding tussen de zij stroken 6 onderling door vouwlijnen wordt gevormd. Op deze wijze is het bodemelement 1 vanuit de in figuur 1 getoonde gebruikspositie met verti-35 caal gerichte zij stroken 6 samenvouwbaar tot een stand, 1 030 80 3 8 waarin deze zij stroken 6 in hoofdzaak op het bodempaneel 5 liggen. Op zichzelf is een dergelijke samenvouwbeweging bekend.

In een der zij stroken 6 is tevens een langs voor-5 bereide scheurlijnen 8 losscheurbaar zijstrookgedeelte 9 gevormd dat na losscheuren naar een door het verwijzingscijfer 9' aangeduide stand kan worden bewogen. De reden hiervoor zal later nader worden toegelicht.

Het eerste omhullingselement 2 bezit een met de 10 vierkante vorm van het bodemelement 1 corresponderende vierkante omtrek en bestaat uit vier omtrekswanden 10 en met elk der omtrekswanden 10 verbonden materiaalstroken 11. Voor het overige is het omhullingselement 2 aan zijn boven- en bene-denzijde open.

15 De verbindingen tussen de omtrekswanden 10 onder ling en tussen de omtrekswanden 10 en respectievelijke materiaalstroken 11 worden opnieuw gevormd door vouwlijnen.

In één omtrekswand 10 is een uitsparing 12 gevormd. Wanneer het omhuilingselement 2 met zijn onderste 20 uiteinde in het bodemelement 1 wordt geplaatst, waarbij de onderranden van de omtrekswanden 10 binnen de zij stroken 6 komen aan te liggen tegen het bodempaneel 5, zal de positie van de uitsparing 12 corresponderen met de positie van het zijstrookgedeelte 9.

25 Het tweede omhullingselement 3 bezit in hoofdzaak een vorm die gelijk is aan die van het eerste omhullingselement 2. Derhalve bezit het eveneens vier omtrekswanden 13 en vier telkens daarmee verbonden materiaalstroken 14. Van deze materiaalstroken 14 zijn er twee in een naar binnen gevouwen 30 positie weergegeven, waarin ze zich in hoofdzaak loodrecht op de corresponderende omtrekswanden 13 binnenwaarts uitstrekken. In één omtrekswand 13 is opnieuw een uitsparing 15 gevormd.

De afmetingen van het tweede omhullingselement 3 35 wijken in lichte mate af van de afmetingen van het eerst om- 1 030 80 3 9 hullingselement 2, zodanig dat het tweede omhullingselement 3 nauwsluitend binnen of om het eerste omhullingselement 2 past, op een wijze die hierna nader zal worden toegelicht.

Het dekselelement 4, tenslotte, bezit een vorm die 5 nagenoeg overeenkomt met de vorm van het bodemelement 1, met als uitzondering dat geen losscheurbare materiaalstrook (corresponderend met de materiaalstrook 9 van het bodemelement 1) is toegepast. Verder bezit het dekselelement 4 in zijn gebruikspositie (zoals weergegeven in figuur 1) een 10 stand die op de kop staat vergeleken met de stand van het bodemelement 1.

De in figuur 2 weergegeven bestanddelen van de verpakking, te weten het bodemelement 1, eerste omhullingselement 2, tweede omhullingselement 3 en dekselelement 4 15 worden als volgt tot de verpakking samengevoegd. Eerst wordt het eerste omhullingselement 2 op het bodemelement 1 geplaatst, zodanig dat de omtrekswanden 10 van het eerste omhullingselement 2 binnen de verticaal gerichte zij stroken 6 van het bodemelement 1 komen te liggen. Vervolgens wordt het 20 tweede omhullingselement 3 in het eerste omhullingselement 2 omlaag geschoven, waarbij tevens de materiaalstroken 14 alle vier binnenwaarts worden gevouwen naar een stand waarin ze zich loodrecht op de desbetreffende omtrekswanden 13, naar elkaar toe, uitstrekken. In deze positie wordt het tweede 25 omhullingselement 3 volledig omlaag geduwd totdat de onderzijde daarvan, met de materiaalstroken 14, zal aangrijpen op het bodempaneel 5 van het bodemelement 1. Vervolgens worden de materiaalstroken 11 van het eerste omhullingselement 2 binnenwaarts gebouwen naar een positie, waarin deze materi-30 aalstroken 11 binnenwaarts naar elkaar toe uitsteken ten opzichte van de desbetreffende omtrekswanden 10. Tenslotte wordt het dekselelement 4 aangebracht, waarbij de zij stroken 6 daarvan om het buitenste omhullingselement (in dit voorbeeld het eerste omhullingselement 2) grijpen.

1 030 80 3 10

Opgemerkt wordt, dat de volgorde van het aanbrengen van de omhullingselementen 2 en 3 ook kan worden omgekeerd, terwijl het ook mogelijk is dat niet het tweede omhul 1 ingei ement 3, doch het eerste omhullingselement 2 het 5 binnenste omhullingselement zal vormen na het samenstellen van de verpakking.

Ook ander, niet getoonde, alternatieven zijn denkbaar, zoals bijvoorbeeld toepassing van slechts één enkel omhullingselement dat dan bij voorkeur zowel aan zijn onder-10 zijde als aan zijn bovenzijde is voorzien van de zich in de samengestelde stand van de verpakking binnenwaarts uitstrekkende materiaalstroken 11 respectievelijk 14.

Opgemerkt wordt tevens, dat de uitsparing 15 in het tweede omhullingselement 3 in de samengestelde stand van 15 de verpakking zal samenvallen met de uitsparing 12 in het eerste omhullingselement 2 en het wegscheurbare zijstrookge-deelte 9 van het bodemelement 1. Zolang het zijstrookgedeel-te 9 niet is losgescheurd, blijven de uitsparingen 12 en 15 en een zich daarachter bevindende uitstroomvoorziening van 20 een in de verpakking aangebracht houder verborgen; wanneer de inhoud van de houder toegankelijk moet worden, kan het zijstrookgedeelte 9 worden losgescheurd en worden omgevouwen naar de in figuur 1 weergegeven positie 9', waarna via de uitsparing 12 en uitsparing 15 een dergelijke uitstroomvoor-25 ziening (bijvoorbeeld een kraan) toegankelijk wordt.

In figuur 2 is de verpakking schematisch in zijn samengestelde positie weergegeven. Tevens is in figuur 2 een omsnoeringselement 16 aangeduid dat kan worden gebruikt om de samenstellende delen van de verpakking stevig samen te 30 houden. Het aantal omsnoeringselementen kan uiteraard variëren, en het is ook mogelijk dat het omsnoeringselement zich mede uitstrekt rondom een pallet 17 dat kan worden gebruikt om dë verpakking te ondersteunen.

Wanneer de verpakking na gebruik niet meer nodig 35 is, kunnen de samenstellende delen uit elkaar worden geno- 1 03080 3 11 men, en kunnen ze overeenkomstig hun respectievelijke vouwlijnen worden samengevouwen. Hierbij geniet het dan de voorkeur, dat de afmetingen van de samenstellende delen van de verpakking zodanig zijn (bijvoorbeeld bezit de complete ver-5 pakking een afmeting van bij benadering 1000x1000x1000 mm) dat ze in de samengevouwen toestand precies op een pallet 17 passen (met bijvoorbeeld een oppervlak van 1000x1200 mm).

Het bodemelement 1 en het dekselelement 4 worden zodanig samengevouwen dat hun zijstroken 6 binnenwaarts worden gevou-10 wen op het bodempaneel 5 (respectievelijk een corresponderend dekselpaneel 5'). De omhullingselementen 2 en 3 worden zodanig samengevouwen dat eerst de materiaalstroken 11 respectievelijk 14 in het verlengde van de desbetreffende om-trekswanden 10 respectievelijk 13 worden gevouwen, waarna 15 het betreffende omhullingselement 2, 3 wordt samengedrukt tot een vlakke stand en vervolgens eenmaal om twee op elkaar liggende vouwlijnen wordt samengevouwen, ter verkrijging van een pakket bestaande uit vier op elkaar gelegen omtrekswan-den en daarmee verbonden materiaalstroken (met, overeenkom-20 stig het bovengenoemde voorbeeld, een oppervlakte van ongeveer 1000x1200 mm, ervan uitgaande dat de materiaalstroken ongeveer 200 mm breed zijn).

De samenstellende delen van de verpakking kunnen gevormd worden uit golfkarton. Hierbij kan het uit sterkte-25 oogpunt van voordeel zijn dat de omhullingselementen 2 en 3 verschillend georiënteerde golfrichtingen bezitten, die bijvoorbeeld onderling loodrecht op elkaar staan. Dit is in figuur 1 schematisch aangeduid door de verwijzingscijfers 18 en 19.

30 Figuur 3 toont een plano ter vorming van een bo demelement (doch, op overeenkomstige wijze zou deze ook ter vorming van een dekselelement kunnen dienen). Zichtbaar is het centrale bodempaneel 5 met daarop aansluitende zij stroken 6. De verbindingen tussen deze elementen worden gevormd 3 5 door vouwlijnen. Aan de uiteinden van twee zij stroken 6 be- 1 030 80 3 12 vinden zich verbindingslippen 20 waarmee op op zichzelf bekende wijze (bijvoorbeeld lijmen) een verbinding kan worden gecreëerd met de aangrenzende zijstroken 6 wanneer het bo-demelement zich in zijn gebruiksstand bevindt, dat wil zeg-5 gen de stand waarin de zijstroken 6 loodrecht staan op het bodempaneel 5. Tevens toont figuur 3 de voorbereide scheur-lijnen 8 die het losscheurbare zijstrookgedeelte 9 begrenzen.

Een plano ter vorming van het dekselelement 4 zal 10 in hoofdzaak overeenkomstig uitgevoerd zijn, doch niet voorzien zijn van een losscheurbaar zijstrookgedeelte 9.

Tenslotte toont figuur 4 een voorbeeld van een plano ter vorming van, in dit geval, het eerste omhullings-element 2. Zichtbaar zijn vier door vouwlijnen onderling 15 verbonden omtrekswanden 10 die tevens elk aan één zijde worden begrensd door een, eveneens via een vouwlijn daarmee verbonden, materiaalstrook 11.

Aan de langsrand van een der uiterste omtrekswand-den 10 is een verbindingslip 21 gevormd die voor het samen-20 stellen van het omhullingselement kan worden verbonden met de omtrekswand 10 dat zich aan de tegenover gelegen zijde van de reeks omtrekswanden bevindt. Tenslotte is in figuur 4 ook een scheurlijn 22 zichtbaar waarmee een materiaalgedeel-te 23 kan worden weggescheurd ter vorming van de uitsparing 25 12 die zichtbaar is in figuur 1. Uiteraard is het ook mogelijk dat in de plano de uitsparing 12 reeds aanwezig is.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het door de conclusies bepaalde kader van de uitvinding op velerlei wij -30 ze kunnen worden gevarieerd.

1 030803

Claims (22)

1. Verpakking voor het opnemen van een houder uit een flexibel materiaal, gekenmerkt door - een bodemelement met een veelhoekige omtrek, welk bo-. demelement bestaat uit een veelhoekig bodempaneel en 5 zich vanaf de omtreksranden daarvan verticaal omhoog uitstrekkende, onderling op elkaar aangrijpende zij-stroken, en - een in hoofdzaak cylindrisch omhullingselement met open boven- en onderzijde, welk omhullingselement een met 10 het bodemelement corresponderende veelhoekige omtrek bezit en met zijn onderzijde passend opneembaar is bin-. nen de verticale zij stroken van het bodemelement.

2. Verpakking volgens conclusie 1, waarbij het omhullingselement is voorzien van op zijn aan de onderzijde 15 en/of bovenzijde gelegen omtreksrand aansluitende materiaal-stroken die zich in hoofdzaak loodrecht op de langsas van het omhullingselement binnenwaarts naar elkaar toe uitstrekken.

3. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, tevens 20 voorzien van een dekselelement dat in hoofdzaak gelijk is aan het bodemelement, doch een omgekeerde positie bezit waarin de zij stroken zich omlaag uitstrekken en de bovenzijde van het omhullingselement omsluiten.

4. Verpakking volgens een der voorgaande conclu- 25 sies, tevens voorzien van een, wat betreft zijn vorm en afmeting zodanig in hoofdzaak met het eerste omhullingselement overeenkomend tweede omhullingselement, dat het ene omhullingselement passend binnen het andere omhullingselement opneembaar is.

5. Verpakking volgens conclusie 4, waarbij van het eerste en het tweede omhullingselement er één slechts ter plaatse van zijn op de onderzijde aansluitende omtreksrand, en het ander slechts ter plaatse van zijn op de bovenzijde 1 030 80 3 aansluitende omtreksrand is voorzien van materiaalstroken die zich in hoofdzaak loodrecht op de langsas van het omhul-lingselement binnenwaarts naar elkaar toe uitstrekken.

6. Verpakking volgens een der voorgaande conclu-5 sies, waarbij de omtrek een vierkant is.

7. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verbindingen tussen de samenstellende delen daarvan losneembaar zijn.

8. Verpakking volgens conclusie 7, waarbij de sa-10 menstellende delen daarvan na samenvoeging in hoofdzaak door wrijving met elkaar zijn verbonden.

9. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de samenstellende delen daarvan elk tot een in hoofdzaak vlakke stand samenvouwbaar zijn.

10. Verpakking volgens conclusie 9, waarbij het bodemelement en dekselelement in ten minste een aantal van hun zij stroken zijn voorzien van vouwlijnen, en - elk omhullingselement door vouwlijnen verbonden om-20 trekswanddelen bezit.

11. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, en bedoeld voor het opnemen van een van een uitstroom-voorziening voorziene houder uit flexibel materiaal, verder voorzien van een in de omtrekswand van het omhullingselement 25 toegepaste toegangsvoorziening voor het toegankelijk maken van de uitstroomvoorziening van een opgenomen houder.

12. Verpakking volgens conclusie 11, waarbij de toegangsvoorziening een materiaaluitsparing omvat.

13. Verpakking volgens conclusie 11 of 12, waarbij 30 in een zij strook van het bodemelement een corresponderende toegangsvoorziening is toegepast.

14. Verpakking volgens conclusie 13, waarbij de toegangsvoorziening van het bodemelement bestaat uit een door scheurlijnen begrensd zijstrookgedeelte. 1030803

15. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, bestaande uit golfkarton.

16. Verpakking volgens conclusie 15, met zowel een eerste als tweede omhullingselement met onderling verschil- 5 lende geörienteerde, zoals bijvoorbeeld onderling loodrechte, golfrichtingen van het golfkarton.

17. Samenstel uit een verpakking volgens een der voorgaande conclusies en een daarin opgenomen houder uit flexibel materiaal.

18. Samenstel volgens conclusie 17, tevens voor zien van omsnoeringsmiddelen voor de samenstellende delen.

19. Samenstel volgens conclusie 17 of 18, tevens voorzien van een de verpakking en daarin opgenomen houder uit flexibel materiaal ondersteunend pallet.

20. Plano ter vorming van een bodem- of dekselele- ment voor toepassing in een verpakking volgens een der conclusies 1-16, met een veelhoekig bodemdeel en via vouwlijnen op de zijden daarvan aansluitende zij stroken waarvan er een aantal zijn voorzien van verbindingslippen ter verbinding 20 met aansluitende zij stroken.

21. Plano ter vorming van een omhullingselement voor toepassing in een verpakking volgens een der conclusies 1-16, met een aantal reeksvormig naast elkaar gelegen en door vouwlijnen verbonden wanddelen en ten minste een ver- 25 bindingslip aan de langsrand van een der uiterste wanddelen ter verbinding met een corresponderende langsrand van het tegenovergelegen uiterste wanddeel.

22. Plano volgens conclusie 21, waarbij elk wanddeel aan ten minste één van zijn kopse uiteinden is voorzien 30 van een via een vouwlijn daarmee verbonden materiaalstrook. t 1 03080 3