NL1030468C2 - Voerhek voor vee. - Google Patents

Voerhek voor vee. Download PDF

Info

Publication number
NL1030468C2
NL1030468C2 NL1030468A NL1030468A NL1030468C2 NL 1030468 C2 NL1030468 C2 NL 1030468C2 NL 1030468 A NL1030468 A NL 1030468A NL 1030468 A NL1030468 A NL 1030468A NL 1030468 C2 NL1030468 C2 NL 1030468C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bar
bars
locking
feeding fence
feeding
Prior art date
Application number
NL1030468A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Martinus Will Weelink
Original Assignee
Weelink Johannes M W
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Weelink Johannes M W filed Critical Weelink Johannes M W
Priority to NL1030468A priority Critical patent/NL1030468C2/nl
Priority to EP06824272A priority patent/EP1968377B1/en
Priority to AT06824272T priority patent/ATE456298T1/de
Priority to DE602006012092T priority patent/DE602006012092D1/de
Priority to US12/085,136 priority patent/US20090301398A1/en
Priority to PCT/NL2006/000579 priority patent/WO2007058529A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1030468C2 publication Critical patent/NL1030468C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/06Devices for fastening animals, e.g. halters, toggles, neck-bars or chain fastenings
    • A01K1/0606Devices for fastening animals, e.g. halters, toggles, neck-bars or chain fastenings by means of grids with or without movable locking bars

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)
  • Preparation Of Compounds By Using Micro-Organisms (AREA)

Description

Voerhek voor vee
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een voerhek dat bestemd is voor dieren van een specifieke categorie dieren, 5 zoals bijvoorbeeld, melkvee, mestkalveren, varkens, meststieren en dergelijke. Voor elk van deze specifieke categorieën worden speciaal daarvoor bestemde voerhekken gemaakt en geleverd, aangezien de afmetingen van de dieren in elke categorie sterk kunnen verschillen.
10 Een dergelijk voerhek is bijvoorbeeld bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 1008797 van de aanvrager. Het voerhek dat in deze octrooiaanvrage beschreven wordt omvat ten minste een ligger en een aantal daaraan aangebrachte spijlen, waarvan telkens een paar een 15 voerplaats voor een dier begrenst, waarbij het paar spijlen elk om een in hoofdzaak verticale hartlijn verdraaibaar is tussen een open stand waarin een relatief grote ruimte tussen de spijlen bestaat en een gesloten stand waarin de ruimte tussen de spijlen kleiner is, waarbij het paar 20 spijlen een aan de borst van dieren van die categorie aangepaste gebogen vorm heeft. Zodra een dier zijn kop door de relatief grote ruimte tussen de spijlen steekt, worden de spijlen door de borst van het dier naar de gesloten stand geduwd. Het hek kan verder voorzien zijn van 1 0304 68 2 grendelmiddelen waarmee de spijlen in de gesloten stand vergrendeld kunnen worden, zodat het dier zichzelf in het voerhek vast zet. Doordat de spi j len een aan de borst van de dieren aangepaste gebogen vorm hebben, wordt een 5 vergroting van het comfort van de dieren verkregen en kan lichamelijke beschadigingen op doeltreffende wijze vermeden worden.
Hoewel het voerhek volgens de Nederlandse octrooiaanvrage 1008797 in grote mate het comfort van de 10 dieren verbetert ten opzichte van de tot dan toe bekende voerhekken, heeft de uitvinding tot doel om dit comfort nog verder te vergroten.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING 15
Volgens een eerste aspect verschaft de uitvinding daartoe een voerhek omvattende een linker en een rechter spijl die een voerplaats voor een dier begrenzen, waarbij de linker en de rechter spijl respectievelijk om een eerste 20 en tweede hartlijn verdraaibaar zijn tussen een open stand en een gesloten stand, en waarbij de linker en de rechter spijl een gebogen vorm hebben, waarbij een gedeelte van de linker en rechter spijl in de open stand van elkaar af gebogen zijn voor het vormen van een doorgang voor een kop 2 5 van het dier, en in de gesloten stand naar elkaar toe gebogen zijn volgens een in hoofdzaak aan de schouderbladen en/of nek van het dier aangepaste vorm.
Het voerhek volgens de uitvinding is erop gericht om een verbeterd comfort te bieden aan dieren die een druk 30 op het voerhek uitoefenen, bijvoorbeeld indien het dier zijn kop langs de in de gesloten toestand geplaatste spijlen probeert omhoog te bewegen, of indien het dier een voorwaartse druk op het voerhek uitoefent bijvoorbeeld bij de voeropname. Door de vorm van de spijlen volgens de 35 uitvinding in hoofdzaak aan te passen aan de schouderbladen en/of nek van dieren van een specifieke categorie vee, wordt een betere verdeling van deze druk van het voerhek op 1 0304 68 3 de schouderbladen en/of nek van de dieren die tussen de spijlen in gesloten toestand geplaatst zijn, verkregen.
Hierdoor kan de kans op mogelijk letsel van de schouders en/of nek van de dieren verkleind worden en het comfort van 5 de dieren verbetert worden.
De bekende spijlen in het voerhek zijn ingericht voor het verkrijgen van een goed aanliggen van de spijlen tegen de borst van de dieren voor het verbeteren van het comfort van de dieren. Het comfort is met name verbeterd 10 bij het zich in de voerplaats vast zetten van het dier. De uitvinder heeft zich gerealiseerd dat de bekende vorm van de spijlen gericht is op het verdelen van een voorwaartse druk van de borst van het dier tegen het voerhek, en dat het bekende voerhek verder het ontsnappen van het dier uit 15 het voerhek dient te verhinderen.
In tegenstelling tot de bekende spijlen is de vorm van de spijlen volgens de uitvinding erop gericht om het comfort van de dieren met name te verbeteren bij het ver reiken van het dier om voer te pakken de krijgen.
20 Hierbij heeft het dier namelijk de neiging om met zijn volle gewicht tegen het voerhek te leunen. Door de vorm van de spijlen volgens de uitvinding wordt de druk van het voerhek beter verdeeld over de schouders en/of nek het dier, zoals hiervoor beschreven.
25 Volgens een ander of verder aspect zijn de linker en rechter spijl in de gesloten stand naar elkaar toe gebogen, waarbij een naar de onderzijde van het voerhek 1 gekeerde traject van het gedeelte concaaf gebogen is. In een uitvoeringsvorm wordt de afstand tussen de linker en 30 rechter spijl in het traject in hoofdzaak continu kleiner als functie van de afstand tot de onderzijde van het voerhek.
In een uitvoeringsvorm omvat het verloop van het traject van de linker en rechter spijl, in de gesloten 35 stand, tevens een in hoofdzaak dwars op het voerhek gerichte component. Bij voorkeur verloopt het traject continu in een dwarsrichting als functie van de afstand tot 1 030468 ί 4 de onderzijde van het voerhek. Bij voorkeur verlopen de spijlen in de gesloten stand naar de achterzijde van het dier en naar elkaar toe, de schouderbladen en de smallere nek van het dier volgend. Daardoor kan een vastgezet dier 5 niet ontsnappen en worden de drukkrachten effectief over de schouderbladen en/of nek van het dier verdeeld.
In een uitvoeringsvorm is de linker en/of rechter spijl in drie of meer in hoofdzaak parallel aan de hartlijn gelegen vlakken gebogen. Deze uitvoeringsvorm biedt 10 voldoende vrijheidsgraden voor de spijlen volgens de uitvinding om de drukkrachten effectief te verdelen.
Hierbij is bijvoorbeeld het onderste gedeelte van de spijlen van de hartlijn af in een eerste vlak gebogen in een naar de borst van het dier aangepaste gebogen vorm, is 15 een tweede gedeelte van de spijlen in een onder een eerste hoek, bij voorkeur een scherpe hoek, met het eerste vlak staand tweede vlak gebogen naar een naar de schouderbladen en/of nek van het dier aangepaste gebogen vorm en is een derde gedeelte van de spijlen in een onder een tweede hoek, 20 bij voorkeur scherpe hoek, met het tweede vlak staand derde vlak teruggebogen in de richting van de hartlijn. j
In een uitvoeringsvorm omvat het voerhek een j bovenligger en een onderligger, waarbij de linker en de rechterspij 1 met hun bovenste en onderste uiteinden 25 draaibaar verbonden zijn met de boven- en onderligger. In een uitvoeringsvorm daarvan is het gedeelte dat een aan de schouderbladen en/of nek van het dier aangepaste vorm heeft j nabij de bovenligger gelegen, waarbij de linker en rechter spijl aan een naar de onderligger gekeerde zijde van het 30 gedeelte of onder het gedeelte in de open stand naar elkaar toe gebogen zijn voor het vormen van een aanslaggedeelte voor een borst van het dier. Deze uitvoeringsvorm combineert de vorm van de bekende spijlen met de vorm van i de spijlen volgens de uitvinding. Hierbij heeft een 35 onderste gedeelte van de spijlen een naar de borst van de dieren aangepaste gebogen vorm en een bovenste gedeelte een naar de schouderbladen en/of nek van de dieren aangepaste 1 0304 68 c gebogen vorm. Een voerhek volgens deze uitvoeringsvorm is bijzonder gunstig omdat een dergelijk voerhek de druk over de gehele voorhand (borst, schouders en nek) van het dier verdelen kan.
5 In een uitvoeringsvorm strekt het aanslaggedeelte voor de borst van het dier van de linker en rechter spijl zich in de gesloten positie in hoofdzaak buiten een vlak uit dat door de boven- en onderligger opgespannen wordt. In ! een uitvoeringsvorm strekt ook het gedeelte van de linker 10 en rechter spijl dat een aan de schouderbladen en/of nek van het dier aangepaste vorm heeft zich in de gesloten positie in hoofdzaak buiten een vlak uit dat door de bovenen onderligger opgespannen wordt.
In een uitvoeringsvorm is de eerste hartlijn op 15 afstand geplaatst van de tweede hartlijn. In een uitvoeringsvorm zijn de eerste en tweede hartlijn is hoofdzaak verticaal en/of evenwijdig gericht. In een uitvoeringsvorm omvatten de linker en rechter spijl een ten opzichte van elkaar in hoofdzaak spiegelsymmetrische 20 gebogen vorm.
In een uitvoeringsvorm omvat het voerhek vergrendelmiddelen voor het in de gesloten stand losneembaar vergrendelen van de spijlen. Aldus kunnen de dieren in het voerhek vastgezet worden. In een gunstige 25 verdere uitvoeringsvorm zijn de vergrendelmiddelen zelf sluitend. Dat wil zeggen dat indien een spijl door het dier in de gesloten stand geduwd wordt, de vergrendelmiddelen de spijl in die gesloten stand rotatievast fixeren. Aldus kunnen de spijlen als vangspijlen toegepast 30 worden in een zelfsluitend voerhek, waarbij de dieren zichzelf in het voerhek kunnen vastzetten.
In een uitvoeringsvorm omvatten de linker en rechter spijl elk een aan een naar de vergrendelmiddelen gekeerd uiteinde daarvan onrond gedeelte, dat bij voorkeur 35 uit één geheel gevormd is met de spijl. Hierbij omvatten de vergrendelmiddelen bij voorkeur ten minste één beweegbaar geplaatste vergrendelingsligger die in een werkzaam verband 1 0304 68 6 met het onronde uiteinde van de spijl gebracht kan worden voor het vergrendelen van de rotatie van de spijl.
In een uitvoeringsvorm is elke draaibare spijl voorzien van een bijgehorende vergrendelingsligger. In een 5 alternatieve uitvoeringsvorm is een paar draaibare spijlen voorzien van één vergrendelingsligger, waarbij de ligger aldus tot nabij de uiteinden van beide spijlen reikt.
In een eenvoudige uitvoeringsvorm omvat het onronde uiteinde een afgeplat gedeelte en omvat de 10 vergrendel ingsl igger één of meer uitsparingen voor het ten minste ten dele opnemen van het afgeplat gedeelte.
In het geval van één vergrendelingsligger per paar draaibare spijlen, omvat de vergrendelingsligger aan een naar de linker en rechter spijl gekeerde zijde een 15 uitsparing voor het in de gesloten stand van de linker en rechter spijl rotatievast verbinden van de afgeplat gedeelte van de spijlen met de vergrendelingsligger.
In een uitvoeringsvorm is de vergrendelingsligger verplaatsbaar in een richting naar de linker en/of rechter 20 spijl toe voor het rotatievast verbinden van de afgeplatte uiteinden van de spijlen met de vergrendelingsligger, en in een richting van de linker en/of rechter spijl af voor het ontkoppelen van de afgeplatte uiteinden van de spijlen en de vergrendelingsligger. Aldus zijn de vergrendelings-25 middelen eenvoudig te activeren en deactiveren door een verplaatsing van de vergrendelingsligger.
In een eenvoudige uitvoeringsvorm is de vergrendelingsligger geplaatst in een geleiding, waarbij de geleiding de verplaatsing van de vergrendelingsligger bij 30 voorkeur geleidt langs een in hoofdzaak parallel aan de eerste en/of tweede hartlijn gelegen derde hartlijn. De vergrendelingsligger kan door de verschuiving langs de geleiding de afgeplatte uiteinden van de spijlen aangrijpen. In een uitvoeringsvorm zijn de afgeplatte 35 gedeeltes aan het uiteinde van de spijlen geplaatst en valt de vergrendelingsligger over afgeplatte uiteinden van de spijlen waarbij deze afgeplatte uiteinden in de 1 0304 68 7 uitsparingen van de vergrendelingsligger opgenomen worden.
In een uitvoeringsvorm met één vergrendelings-ligger per paar draaibare spijlen, is de vergrendelings-ligger in hoofdzaak tussen de eerste en tweede hartlijn 5 verplaatsbaar verbonden met het voerhek. Bij voorkeur is deze vergrendelingsligger op één positie hiervan met het voerhek verbonden, welke positie bij voorkeur in hoofdzaak midden tussen de eerste en tweede hartlijn gelegen is.
In een uitvoeringsvorm omvat het voerhek 10 handbedieningmiddelen en/of een aandrijving voor het verplaatsen van de vergrendelingsligger, althans voor het ontkoppelen van de afgeplatte uiteinden van de spijlen en de vergrendelingsligger. In een uitvoeringsvorm omvat de aandrijving een elektrische, pneumatische of hydraulische 15 aandrijving. De handbediening maakt een eenvoudige bediening ter plaatse van het voerhek mogelijk, terwijl de aandrijving ook een bediening op afstand en/of een geautomatiseerde bediening mogelijk maakt.
In een uitvoeringsvorm zijn de handbediening-20 middelen en/of de aandrijving van verschillende voerplaatsen afzonderlijk en/of gezamenlijk bedienbaar, zodat naar keuze op één of meerdere voerplaatsen dieren kunnen worden vastgezet of juist vrijgelaten.
In een uitvoeringsvorm omvat het voerhek verder 25 een langs het voerhek uitstrekkend profiel dat werkzaam verbonden is met de vergrendelingsligger voor het vanaf een uiteinde van het voerhek langs de geleiding verplaatsen van de vergrendelingsligger. In deze uitvoeringsvorm kunnen verder de vergrendelingsliggers van een aantal voerplaatsen 30 werkzaam verbonden worden met het profiel, zodat vanaf het uiteinde van het voerhek alle verbonden vergrendelings-middelen gezamenlijk ontgrendeld kunnen worden.
In een uitvoeringsvorm strekt de vergrendelings-ligger zich uit tot boven de linker en rechter spijl. In 35 het bijzonder indien de eerste en tweede hartlijn in hoofdzaak verticaal geplaatst zijn kan de vergrendelingsligger door de zwaartekracht in de richting van de 1 0304 68 δ afgeplatte uiteinden van de spijlen getrokken worden en kan de vergrendelingsligger door de zwaartekracht aangedreven over de uiteinden van de linker en rechter spijl, althans in de gesloten stand hiervan, vallen, waarbij de linker en 5 rechter spijl rotatievast met de vergrendelingsligger verbonden worden.
In een uitvoeringsvorm omvat het voerhek met de onronde uiteinden van de linker en rechter spijl samenwerkende weerstandsmiddelen voor het bieden van een 10 weerstand tegen een verdraaiing van de spijlen. In het bijzonder tegen een verdraaiing uit de open stand daarvan.
In een eenvoudige uitvoeringsvorm omvatten de weerstandsmiddelen ten minste één staafveer die tegen het onronde, bijvoorkeur afgeplatte, uiteinde van de linker 15 en/of rechter spijl aanligt. Bij een verdraaiing uit de open stand oefent de staafveer op deze uiteinden een veerkracht uit die de spijlen tracht terug te duwen naar de open stand. Deze veerkrachten leveren een moment (kracht x arm) op de uiteinden van de spijlen, dat de spijlen naar de 20 open stand dwingt.
In een uitvoeringsvorm omvatten de weerstandsmiddelen althans twee staafveren waartussen het onronde, en bijvoorkeur afgeplatte, uiteinde van de linker en/of rechter spijl geplaatst zijn, waarbij de staafveren 25 geplaatst zijn voor het in hoofdzaak aan weerszijde tegen de spijl uitoefenen van een drukkracht, althans bij een verdraaiing van de spijl uit de open stand. In een uitvoeringsvorm zijn de staafveren in hoofdzaak parallel geplaatst, waarbij de onderlinge afstand tussen de 30 staafveren bij voorkeur kleiner is dan de diameter van de spijlen, bij voorkeur groter of gelijk aan de dikte van het afgeplatte uiteinde van de linker en/of rechter spijl. In de open stand liggen de twee staafveren aan tegen de vlakke gedeelten van de afgeplatte uiteinden van de spijlen. Bij 35 een verdraaiing uit de open stand zal een eerste zijkant van het afgeplatte uiteinde tegen de eerste ^staafveer gedrukt worden en een tegenover de eerste zijkant gelegen 1 0304 68 ! 9 tweede zijkant van het afgeplatte uiteinde tegen de tweede staafveer gedrukt worden. De staafveren oefenen op de eerste en tweede zijkant een veerkracht uit die de zijkanten tracht terug te duwen naar de open stand. Deze 5 veerkrachten leveren een koppel op de spijlen dat de spijlen naar de open stand dwingt.
In een uitvoeringsvorm zijn de onronde, en bijvoorkeur afgeplatte, uiteinden van de spijlen zodanig gevormd en/of geplaatst dat de staafveren ook in de 10 gesloten stand een koppel of moment op de spijlen uitoefenen dat de spijlen naar de open stand voorspant. Hierdoor zullen de spijlen door de staafveren vanuit de gesloten stand, na ontgrendeling, naar de open stand geduwd worden.
15 Volgens een tweede aspect verschaft de uitvinding een vergrendelingsinrichting voor een voerhek omvattende een linker en een rechter spijl die een voerplaats voor een dier begrenzen, waarbij de linker en de rechter spijl respectievelijk om een eerste en tweede hartlijn 20 verdraaibaar zijn tussen een open stand en een gesloten stand, waarbij de linker en rechter spijl elk aan een nabij de vergrendelmiddelen gekeerd uiteinde daarvan een onrond gedeelte omvat, dat bij voorkeur uit één geheel gevormd is met de spijl, waarbij de vergrendelingsinrichting althans 25 één verplaatsbare vergrendelingsligger omvat voor het in de gesloten stand losneembaar vergrendelen van zowel de linker als de rechter spijl, waarbij de vergrendelingsligger verplaatsbaar is in een richting naar de linker en/of rechter spijl toe voor het rotatievast verbinden van de 30 onronde uiteinden van de spijlen met de vergrendelingsligger, en in een richting van de linker en/of rechter spijl af voor het ontkoppelen van de onronde uiteinden van de spijlen en de vergrendelingsligger.
In een uitvoeringsvorm omvat de vergrendelings-35 inrichting verder handbedieningmiddelen en/of een aandrijving voor het verplaatsen van de vergrendelingsligger, althans voor het ontkoppelen van de onronde 1 0304 68 10 uiteinden van de spijlen en de vergrendelingsligger.
In een uitvoeringsvorm omvat de aandrijving een elektrische, pneumatische of hydraulische aandrijving.
Volgens een derde aspect verschaft de uitvinding 5 weerstandsmiddelen voor een voerhek omvattende een linker en een rechter spijl die een voerplaats voor een dier begrenzen, waarbij de linker en de rechter spijl respectievelijk om een eerste en tweede hartlijn verdraaibaar zijn tussen een open stand en een gesloten 10 stand, waarbij de linker en rechter spijl elk een onrond j gedeelte aan een uiteinde daarvan omvat, dat bij voorkeur uit één geheel gevormd is met de spijl, waarbij de weerstandsmiddelen met de onronde uiteinden van de linker en rechter spijl in werkzaam verband geplaatst zijn voor 15 het bieden van een weerstand tegen een verdraaiing van de spijlen, in het bijzonder tegen een verdraaiing uit de open stand daarvan.
In een eenvoudige uitvoeringsvorm omvatten de weerstandsmiddelen ten minste één staafveer die tegen het 20 onronde, bijvoorkeur afgeplatte, uiteinde van de linker en/of rechter spijl aanligt.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar 25 mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten, zoals vergrendelingsinrichting en de weerstandsmiddelen zoals de staafveren, en andere aspecten, kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder 30 voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 35
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven 1 0304 68 I « 11 voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:
Figuur 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een voerhek volgens de stand der techniek;
Figuren 2A, 2B en 2C respectievelijk een voor-, 5 boven- en zijaanzicht van een voerhek volgens de uitvinding in de open stand;
Figuren 3A, 3B en 3C respectievelijk een voor-, boven- en zijaanzicht van een voerhek volgens de uitvinding in de gesloten stand; 10 Figuren 4A, 4B en 4C respectievelijk een voor-, zij - en boven van een spij 1 volgens de uitvinding in de open stand;
Figuren 5A en 5B respectievelijk een vooraanzicht (deels in doorsnede) en een dwarsdoorsnedeaanzicht van een 15 bovenligger van een voerhek volgens de uitvinding; en
Figuren 6A en 6B respectievelijk een voor- en een bovenaanzicht van de weerstandsmiddelen volgens de uitvinding.
20 GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Het in figuur 1 getoonde voerhek 11 is bestemd voor een specifieke categorie vee, in dit geval rundvee en meer in het bijzonder melkvee A. De afmetingen van melkvee 25 liggen binnen relatief nauwe grenzen, zodat het voerhek 11 goed aangepast kan worden aan dieren van deze categorie.
Het voerhek 11 is met een onderligger 14 hiervan geplaatst op een gestel 13. Verder omvat het voerhek 11 een bovenligger 18 die door middel van vaste spijlen 19 met de 30 onderligger 14 verbonden is. Het voerhek 11 omvat verder een aantal paren van gebogen spijlen 15, 16 die om een in hoofdzaak verticale as verdraaibaar zijn. Tussen elk paar spijlen 15, 16 wordt een voerplaats 17 gevormd waar een dier A zijn kop H door het voerhek 11 kan steken teneinde 35 aan de voorzijde V van het hek 11 liggend voer tot zich te nemen. De spijlen 15, 16 zijn verdraaibaar volgens de pijlen P, P' respectievelijk tussen een open stand O en een 1 0304 6 8 12 gesloten stand G. In de open stand 0 zijn de uitgebogen delen 20 van de spijlen 15, 16 naar elkaar toe gericht en in de gesloten stand G zijn deze delen 20 van elkaar af bewogen en liggen ongeveer evenwijdig naast elkaar. De 5 spijlen 15, 16 zoals getoond in figuur 1 zijn in één vlak gebogen.
Wanneer het dier A zijn kop H door het gat 12 heeft gestoken, zal hij met zijn borst B tegen de uitgebogen delen 20 drukken, waardoor de spijlen 15, 16 van 10 de open stand O naar de gesloten stand G verdraaid worden.
In figuur 2 wordt een voorbeelduitvoeringsvorm van een voerhek 21 volgens de uitvinding getoond waarbij de gebogen spijlen 25, 26 in de open stand geplaatst zijn. Een dergelijk voerhek 21 kan enerzijds op een vergelijkbaar 15 gestel 13, zoals getoond in figuur 1, geplaatst zijn, en anderzijds op of tussen twee palen geplaatst zijn. In tegenstelling tot de spijlen 15, 16 van het bekende voerhek 11 zijn de spijlen 25, 26 volgens de uitvinding in hoofdzaak vanaf positie 22 naar de achterzijde A van het 20 voerhek 21 gebogen. Dit is duidelijk getoond in het bovenaanzicht van figuur 2B en het zijaanzicht van figuur 2C. Vanaf positie 22 zijn de spijlen 25, 26 onder een stompe hoek uit het vlak van het voerhek 21 gebogen, waarbij de spijlen 25, 26 in opwaartse richting steeds 25 verder buiten het vlak van het voerhek 21 gebogen zijn tot in hoofdzaak bij een positie 231. Vanaf positie 231 lopen de spijlen 25, 26 in hoofdzaak parallel aan het vlak van
het voerhek 21, zoals getoond in het zijaanzicht van figuur 2C, tot in hoofdzaak bij een positie 232. Vanaf positie 232 3 0 buigen de spijlen 25, 2 6 weer terug naar de bij de spijl I
25, 26 behorende hartlijn 27. Het gedeelte tussen de posities 231 en 232 zorgen voor een voldoende grote opening voor de kop H van het dier A.
In figuur 3 wordt de voorbeelduitvoeringsvorm van 35 een voerhek 31 volgens figuur 2 getoond waarbij de gebogen spijlen 25, 26 in de gesloten stand geplaatst zijn. De spijlen 25, 26 zijn in deze situatie over een hoek van in 1 0304 68 13 hoofdzaak 90 graden rond de hartlijnen 27 gedraaid ten opzichte van de open stand volgens figuur 2. In tegenstelling tot de spijlen 15, 16 van het bekende voerhek 11 zijn de spijlen 25, 26 volgens de uitvinding in 5 hoofdzaak vanaf positie 22 onder een stompe hoek naar de achterzijde A van het voerhek 31 en naar elkaar toe gebogen. Dit is duidelijk getoond in het zijaanzicht van figuur 3C en het vooraanzicht van figuur 3A. Vanaf positie 22 zijn de spijlen 25, 26 in opwaartse richting schuin naar 10 de achterzijde A en naar elkaar toe gebogen tot in hoofdzaak bij een positie 231. Het traject tussen positie 22 en positie 231 is aldus concaaf gebogen, zoals getoond in figuur 3A. Vanaf positie 231 lopen de spijlen 25, 26 in hoofdzaak parallel aan het vlak van het voerhek 21, zoals 15 getoond in het zijaanzicht van figuur 3C, tot in hoofdzaak bij een positie 232. Vanaf positie 232 buigen de spijlen 25, 26 weer terug naar de bij de spijl 25, 26 behorende hartlijn 27. Aldus verlopen de spijlen 25, 26 in de gesloten stand, in het bovenste gedeelte (vanaf positie 2 0 22) , naar achteren en naar elkaar toe voor het volgen van de schouderbladen en de smallere nek van het dier A. Hierdoor wordt niet alleen het comfort voor het dier A verbeterd, maar kan een vastgezet dier A ook met een kleine kop H niet ontsnappen en staat een vastgezet dier A ook 25 echt vast.
De vorm van deze voorbeelduitvoeringsvorm van de spijl 25 volgens de uitvinding is in verschillende aanzichten getoond in figuur 4. De andere spijl 26 van het paar is een spiegelsymmetrische uitvoering van de spijl 25 30 van figuur 4 (gespiegeld in het vlak X van figuur 4 C). Het onderste deel van de spijl 25 tot aan positie 22, dat het uitgebogen deel 20 omvat, is in een vlak X gebogen. Vanaf positie 22 tot positie 232 is de spijl 25 in een vlak Y gebogen, waarbij het vlak Y onder een scherpe hoek 35 geplaatst is ten opzichte van het vlak X zoals getoond in figuur 4C. Vanaf positie 232 is de spijl 25 in vlak Z gebogen, waarbij het vlak Z onder een scherpe hoek 1 030468 14 geplaatst is ten opzichte van het vlak Y en het vlak X zoals getoond in figuur 4C.
Deze voorbeelduitvoeringsvorm is in het bijzonder geschikt voor runderen. Voor vee van een andere categorie, 5 zoals bijvoorbeeld varkens, zal de vorm van de spijl ook gebogen zijn volgens een in hoofdzaak aan de schouderbladen en/of nek van het dier aangepaste vorm. Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat bij een andere lichamelijke bouw van een gemiddeld dier van de betreffende categorie vee 10 waarvoor het voerhek ontworpen wordt, de vorm van de spijlen overeenkomstig aangepast dient te worden.
Verder toont figuur 4 dat althans het bovenste uiteinde van de stijl 25 voorzien is van een afgeplat gedeelte 30 dat uit één geheel gevormd is met de stijl 25, 15 bijvoorbeeld door middel van een stansbewerking. Dit afgeplat gedeelte 30 dient als aangrijping voor de voorbeelduitvoeringsvormen van de vergrendelmiddelen en de weerstandsmiddelen zoals hieronder beschreven.
Figuur 5 toont een voorbeelduitvoeringsvorm van 20 de bovenligger 28 met vergrendelmiddelen volgens de uitvinding. De bovenligger 28 is in deze voorbeelduitvoeringsvorm uitgevoerd als een koker 51 die aan zijn onderzijde 52 voorzien is van openingen voor het doorvoeren van de uiteinden 3 0 van de spijlen 25, 26 (niet getoond) .
25 In deze openingen zijn kunststof lagers 53 (bijvoorbeeld glijlagers van nylon) geplaatst die de spijlen 25, 26 draaibaar kunnen opnemen.
Boven de kunststof lagers 53 zijn in de koker 51 de weerstandsmiddelen 60 aangebracht zoals in detail 30 getoond in figuur 6. Deze weerstandsmiddelen 60 omvatten een blok 61, bij voorkeur van een kunststof vervaardigd, waarin twee rondstalen veren 62, 63 geplaatst zijn zodat zij aan beide zijden van het blok 61 uitsteken over een afstand tot boven de lagers 53 van de spijlen 25, 26. 35 Indien in de lagers 53 geplaatst, steken de afgeplatte delen 30 van de spijlen 25, 26 in de open stand, tussen de veren 62, 63 door zoals getoond in figuur 6B. Hierdoor 1 0304 68 15 zullen de veren 62, 63 een verdraaiing van de spijlen 25, 26 tegenwerken en een veerkracht uitoefenen op de spijlen 25, 26 teneinde deze naar de open stand van figuur 6B te duwen. Het blok 61 is vast verbonden aan de koker 51 door 5 middel van een schoefverbinding 64.
Boven dit weerstandsmiddel 60 is een kokervormige 1 vergrendelingsligger 54 geplaatst die boven de openingen 52 voorzien is van uitsparingen 55 voor het hierin opnemen van de afgeplatte uiteinden 30 van de spijlen 25, 26. De 10 uitsparingen 55 zijn zodanig uitgelijnd dat de ligger 54 over de afgeplatte uiteinden 30 van de spijlen kan vallen indien de spijlen in de gesloten stand worden gedraaid. De uitsparingen 55 zorgen dan voor een in hoofdzaak rotatievaste verbinding tussen de uiteinden van de spijlen 15 25, 26 en de vergrendelingsligger 54.
De vergrendelingsligger 54 is verplaatsbaar bevestigd aan de koker 51 via een pal 56 die vast verbonden is met de ligger 54 en die door een in hoofdzaak verticaal gerichte sleuf 57 in de koker 51 steekt. Door de pal 56 20 omhoog de duwen (eventueel handmatig of met een aandrijving) kan de ligger 54 van de uiteinden 30 van de spijlen 25, 26 af bewogen worden voor het ontgrendelen van de spijlen. Na ontgrendeling en nadat het dier A de voerplaats verlaten heeft, kunnen de spijlen 25, 26 weer 25 een in hoofdzaak kwart slag terugdraaien naar de open stand zoals getoond in figuur 2. Door bediening van de pal 56 kan de vergrendeling van een individuele voerplaats bediend worden.
De voorbeelduitvoeringsvorm zoals getoond in 30 figuur 5 is tevens voorzien van een mechanisme voor een centrale vergrendeling en/of ontgrendeling van de voerplaatsen langs het voerhek. Hiertoe is in de koker 51 een langs de koker 51 beweegbaar profiel, in het bijzonder een U-profiel 58, geplaatst. Ter plaatse van de pal 56 is 35 het profiel 58 van een sleufgat 59 voorzien. Het sleufgat 59 is aan zijn onderzijde voorzien van een schuin gedeelte dat de pal 56 omhoog drukt als het profiel in de richting C
1 0304 68 16 wordt getrokken. Door het voerhek aan zijn uiteinde te voorzien van een hendel of een aandrijving (niet getoond) voor het in de richting C heen en weer bewegen van het profiel 59, kunnen alle vergrendelingsmiddelen die met het 5 profiel 59 gekoppeld zijn gezamenlijk vergrendeld of ontgrendeld worden, zonder dat voor langs het hek gelopen hoeft te worden.
Het zal duidelijk zijn dat de pal 57 ook werkzaam verbonden kan worden met een geschikte aandrijving voor het 10 in verticale richting (langs het sleufgat 57) bewegen van vergrendelingsligger 54. Bijvoorbeeld kan de inrichting voorzien zijn van een elektrische, pneumatische, hydraulische of een andersoortige aandrijving waarmee het voerhek automatisch bediend kan worden.
15 Het zal verder duidelijk zijn dat de vergrendel ingsligger 54 ook uitgerust kan zijn met een tweetal op afstand van elkaar en nabij de draaibare spijlen 25, 26 geplaatste pallen (niet getoond). Hierbij is de koker 51 voorzien van twee in hoofdzaak verticaal gerichte 20 sleuven, elk nabij de bovenzijde van de spijlen 25, 26. In dit geval kunnen de spijlen 25, 26 individueel ontgrendeld worden door bediening van de individuele pallen.
Het zal verder duidelijk zijn dat de vergrendelingsmiddelen ook voor elke draaibare spijl 25, 26 25 een aparte vergrendelingsligger kan omvatten, waarbij elke vergrendelingsligger door middel van een bijbehorende pal geplaatst is in een nabij de bovenzijde van de bijbehorende spijl gelegen sleuf in de koker 51.
Terwijl de uitvinding getoond en beschreven is 30 met verwijzing naar bepaalde voorbeelduitvoeringsvorm daarvan, zal het duidelijk zijn voor de vakman dat verschillende aanpassingen in vorm en details gemaakt kunnen worden zonder af te wijken van de geest en beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd 35 door de bijgevoegde conclusies.
1 0304 68

Claims (37)

1. Voerhek omvattende een linker en een rechter spijl die een voerplaats voor een dier begrenzen, waarbij de linker en de rechter spijl respectievelijk om een eerste en tweede hartlijn 5 verdraaibaar zijn tussen een open stand en een gesloten stand, en waarbij de linker en de rechter spijl een gebogen vorm hebben, waarbij een gedeelte van de linker en rechter spijl in de open stand van elkaar af gebogen zijn voor het 10 vormen van een doorgang voor een kop van het dier, en in de gesloten stand naar elkaar toe gebogen zijn volgens een in hoofdzaak aan de schouderbladen en/of nek van het dier aangepaste vorm.
2. Voerhek omvattende een linker en een rechter 15 spijl die een voerplaats voor een dier begrenzen, waarbij de linker en de rechter spijl respectievelijk om een eerste en tweede hartlijn verdraaibaar zijn tussen een open stand en een gesloten stand, en 20 waarbij de linker en de rechter spijl een gebogen vorm hebben, waarbij een gedeelte van de linker en rechter spijl in de open stand van elkaar af gebogen zijn voor het vormen van een doorgang voor een kop van het dier, en in de gesloten stand naar elkaar toe gebogen zijn, waarbij een 25 naar de onderzijde van het voerhek gekeerde traject van het gedeelte concaaf gebogen is.
3. Voerhek volgens conclusie 2, waarbij de afstand tussen de linker en rechter spijl in het traject in hoofdzaak continu kleiner wordt als functie van de afstand 30 tot de onderzijde van het voerhek.
4. Voerhek volgens conclusie 2 of 3, waarbij in de gesloten stand het verloop van het traject van de linker en rechter spijl tevens een in hoofdzaak dwars op het 1 0304 68 voerhek gerichte component omvat, waarbij het traject in hoofdzaak continu verloopt als functie van de afstand tot de onderzijde van het voerhek.
5. Voerhek volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, 5 waarbij de linker en/of rechter spijl in drie of meer vlakken gebogen is.
6. Voerhek volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het voerhek een bovenligger en een onderligger omvat, en waarbij de linker en de rechterspijl 10 met hun bovenste en onderste uiteinden draaibaar verbonden zijn met de boven- en onderligger.
7. Voerhek volgens conclusie 6, waarbij de linker en rechter spijl aan een naar de onderligger gekeerde zijde van het gedeelte of onder het gedeelte in de open stand 15 naar elkaar toe gebogen zijn voor het vormen van een aanslaggedeelte voor een borst van het dier, waarbij het aanslaggedeelte van de linker en rechter spijl zich in de gesloten positie bij voorkeur in hoofdzaak buiten een vlak dat door de boven- en onderligger opgespannen wordt, 20 uitstrekt.
8. Voerhek volgens conclusie 6 of 7, waarbij het gedeelte van de linker en rechter spijl zich in de gesloten | positie in hoofdzaak buiten een vlak dat door de boven- en onderligger opgespannen wordt, uitstrekt.
9. Voerhek volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste hartlijn op afstand geplaatst is van de tweede hartlijn, en waarbij de eerste hartlijn bij voorkeur in hoofdzaak parallel aan de tweede hartlijn geplaatst is.
10. Voerhek volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de linker en rechter spijl een ten opzichte van elkaar in hoofdzaak spiegelsymmetrische gebogen vorm omvatten.
11. Voerhek volgens één of meer van de voorgaande 35 conclusies, verder omvattende vergrendelmiddelen voor het in de gesloten stand losneembaar vergrendelen van de spijlen. 1 0304 68
12. Voerhek volgens conclusie 11, waarbij de 1 linker en rechter spijl elk aan een nabij de vergrendelmiddelen gekeerd uiteinde daarvan een onrond gedeelte omvat, dat bij voorkeur één geheel vormt met de 5 spijl.
13. Voerhek volgens conclusie 12, waarbij de vergrendelmiddelen een vergrendelingsligger omvat, waarbij de vergrendelingsligger aan een naar de linker en rechter spijl gekeerde zijde sluitmiddelen omvat voor het in de 10 gesloten stand van de linker en rechter spijl rotatievast verbinden van de onronde uiteinden van de spijlen met de vergrendelingsligger.
14. Voerhek volgens conclusie 13, waarbij de sluitmiddelen uitsparingen omvat voor het ten minste ten 15 dele opnemen van het onronde uiteinde van de linker en/of rechter spijl.
15. Voerhek volgens conclusie 13 of 14, waarbij de vergrendelingsligger verplaatsbaar is in een richting naar de linker en/of rechter spijl toe voor het rotatievast 2. verbinden van de onronde uiteinden van de spijlen met de vergrendelingsligger, en in een richting van de linker en/of rechter spijl af voor het ontkoppelen van de onronde uiteinden van de spijlen en de vergrendelingsligger.
16. Voerhek volgens conclusie 15, waarbij het 25 voerhek handbedieningmiddelen en/of een aandrijving omvat voor het verplaatsen van de vergrendelingsligger, althans voor het ontkoppelen van de onronde uiteinden van de spijlen en de vergrendelingsligger.
17. Voerhek volgens conclusie 16, waarbij de 30 aandrijving een elektrische, pneumatische of hydraulische aandrijving omvat.
18. Voerhek volgens conclusie 16 of 17, waarbij de handbedieningmiddelen en/of de aandrijving van verschillende voerplaatsen afzonderlijk bedienbaar is.
19. Voerhek volgens conclusie 16, 17 of 18, waarbij de handbedieningmiddelen en/of de aandrijving van verschillende voerplaatsen gezamenlijk bedienbaar zijn. _1 0304 68_
20. Voerhek volgens één of meer van de conclusies 13 - 19, waarbij de vergrendelingsligger in hoofdzaak tussen de eerste en tweede hartlijn verplaatsbaar verbonden is met het voerhek.
21. Voerhek volgens conclusie 20, waarbij de vergrendelingsligger geplaatst is in een geleiding die bijvoorkeur in hoofdzaak midden tussen de eerste en tweede hartlijn gelegen is, waarbij de geleiding de verplaatsing van de vergrendelingsligger geleidt langs een in hoofdzaak 10 parallel aan de eerste en tweede hartlijn gelegen derde hartlijn.
22. Voerhek volgens conclusie 21, verder omvattende een langs het voerhek uitstrekkend profiel dat werkzaam verbonden is met de vergrendelingsligger voor het 15 vanaf een uiteinde van het voerhek langs de geleiding verplaatsen van de vergrendelingsligger van de spijlen af voor het ontkoppelen van de spijlen en de vergrendelings-ligger.
23. Voerhek volgens één of meer van de conclusies 20 13 - 22, waarbij de vergrendelingsligger zich uitstrekt tot boven de linker en rechter spijl.
24. Voerhek volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de linker en rechter spijl elk aan een uiteinde daarvan een onrond gedeelte omvat, en waarbij het 25 voerhek met de onronde uiteinden van de linker en rechter spijl samenwerkende weerstandsmiddelen omvat voor het bieden van een weerstand tegen een uit de open stand verdraaien van de spijlen.
25. Voerhek volgens conclusie 24, waarbij de 30 weerstandsmiddelen ten minste één staafveer omvat die tegen het onronde uiteinde van de linker en/of rechter spijl aanligt.
26. Voerhek volgens conclusie 24 of 25, waarbij de onronde uiteinden een afgeplat gedeelte omvat, en 35 waarbij de weerstandsmiddelen althans twee staafveren omvat waartussen het afgeplatte uiteinde van de linker en/of rechter spijl geplaatst is, waarbij de staafveren geplaatst 1 0304 68 zijn voor het in hoofdzaak aan weerszijde tegen de spijl uitoefenen van een drukkracht, althans bij een uit de open stand draaien daarvan.
27. Voerhek volgens conclusie 26, waarbij de 5 staafveren in hoofdzaak parallel geplaatst zijn, waarbij de onderlinge afstand tussen de staafveren kleiner is dan de diameter van de spijlen, bij voorkeur groter of gelijk aan | de dikte van het afgeplatte uiteinde van de linker en/of rechter spij1.
28. Voerhek volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste en tweede hartlijn is hoofdzaak verticaal gericht zijn.
29. Vergrendelingsinrichting voor een voerhek omvattende een linker en een rechter spijl die een 15 voerplaats voor een dier begrenzen, waarbij de linker en de rechter spijl respectievelijk om een eerste en tweede hartlijn verdraaibaar zijn tussen een open stand en een gesloten stand, waarbij de linker en rechter spijl elk aan een nabij de vergrendelmiddelen gekeerd uiteinde daarvan 20 een onrond gedeelte omvat, dat bij voorkeur één geheel vormt met de spijl, waarbij de vergrendelingsinrichting althans één verplaatsbare vergrendelingsligger omvat voor het in de gesloten stand losneembaar vergrendelen van zowel de linker als de rechter spijl, waarbij de vergrendelings-25 ligger verplaatsbaar is in een richting naar de linker en/of rechter spijl toe voor het rotatievast verbinden van de onronde uiteinden van de spijlen met de vergrendelings-ligger, en in een richting van de linker en/of rechter spijl af voor het ontkoppelen van de onronde uiteinden van 30 de spijlen en de vergrendelingsligger.
30. Vergrendelingsinrichting volgens conclusie 29, verder omvattende handbedieningmiddelen en/of een aandrijving voor het verplaatsen van de vergrendelingsligger, althans voor het ontkoppelen van de onronde 35 uiteinden van de spijlen en de vergrendelingsligger.
31. Vergrendelingsinrichting volgens conclusie 30, waarbij de aandrijving een elektrische, pneumatische of 1 0304 68 hydraulische aandrijving omvat.
32. Weerstandsmiddelen voor een voerhek omvattende een linker en een rechter spijl die een voerplaats voor een dier begrenzen, waarbij de linker en de 5 rechter spijl respectievelijk om een eerste en tweede hartlijn verdraaibaar zijn tussen een open stand en een gesloten stand, waarbij de linker en rechter spijl elk een onrond gedeelte aan een uiteinde daarvan omvat, dat bij voorkeur uit één geheel gevormd is met de spijl, waarbij de 10 weerstandsmiddelen met de onronde uiteinden van de linker en rechter spijl in werkzaam verband geplaatst zijn voor het bieden van een weerstand tegen een verdraaiing van de spijlen, in het bijzonder tegen een verdraaiing uit de open j stand daarvan. |
33. Weerstandsmiddelen volgens conclusie 32, j waarbij de weerstandsmiddelen ten minste één staafveer omvat die tegen het onronde, bijvoorkeur afgeplatte, uiteinde van de linker en/of rechter spijl aanligt.
34. Voerhek voorzien van een of meer van de in de 20 bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
35. Vergrendelingsinrichting voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende 25 maatregelen.
36. Weerstandsmiddelen voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
37. Werkwijze omvattend een of meer van de in de 30 bijbehorende beschrijving omschreven en/of in de bijbehorende tekeningen getoonde kenmerkende stappen. -o-o-o-o-o-o-o-o- BP/HZ ! i 1 0304 68 | --------------.--j i
NL1030468A 2005-11-18 2005-11-18 Voerhek voor vee. NL1030468C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030468A NL1030468C2 (nl) 2005-11-18 2005-11-18 Voerhek voor vee.
EP06824272A EP1968377B1 (en) 2005-11-18 2006-11-20 Feed barrier for lifestock
AT06824272T ATE456298T1 (de) 2005-11-18 2006-11-20 Fressgitter für viehbestand
DE602006012092T DE602006012092D1 (de) 2005-11-18 2006-11-20 Fressgitter für viehbestand
US12/085,136 US20090301398A1 (en) 2005-11-18 2006-11-20 Feed Barrier for Livestock
PCT/NL2006/000579 WO2007058529A2 (en) 2005-11-18 2006-11-20 Feed barrier for livestock

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030468A NL1030468C2 (nl) 2005-11-18 2005-11-18 Voerhek voor vee.
NL1030468 2005-11-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030468C2 true NL1030468C2 (nl) 2007-05-21

Family

ID=36569971

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030468A NL1030468C2 (nl) 2005-11-18 2005-11-18 Voerhek voor vee.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US20090301398A1 (nl)
EP (1) EP1968377B1 (nl)
AT (1) ATE456298T1 (nl)
DE (1) DE602006012092D1 (nl)
NL (1) NL1030468C2 (nl)
WO (1) WO2007058529A2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RU182032U1 (ru) * 2018-04-17 2018-08-01 Общество с ограниченной ответственностью "ИГЛУС" Шарнирный узел крепления шейной трубы кормового стола

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1999051085A1 (nl) * 1998-04-02 1999-10-14 Weelink Beheer B.V. Voerhek voor vee

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9300614A (nl) * 1993-04-07 1994-11-01 Johannes Martinus Willibrordus Verplaatsbaar voerhek.
US5908009A (en) * 1997-01-31 1999-06-01 Cummings; William D. Cattle head gate

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1999051085A1 (nl) * 1998-04-02 1999-10-14 Weelink Beheer B.V. Voerhek voor vee

Also Published As

Publication number Publication date
DE602006012092D1 (de) 2010-03-18
WO2007058529A2 (en) 2007-05-24
WO2007058529A3 (en) 2007-08-23
ATE456298T1 (de) 2010-02-15
EP1968377B1 (en) 2010-01-27
US20090301398A1 (en) 2009-12-10
EP1968377A2 (en) 2008-09-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2143674B1 (de) Klammer zum Halten von Behältern
EP2869704B1 (en) System for conveying carcasses or carcass parts of quadruped slaughter animals
NL1030468C2 (nl) Voerhek voor vee.
US4930452A (en) Cattle stanchion
NL2008719C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het behandelen van de achterpoten van een vierpotig dier.
NL1009279C2 (nl) Werkwijze voor het in een stabiele positie brengen van een dier, alsmede hefinrichting.
NL1008797C2 (nl) Voerhek voor vee.
EP0522665B1 (en) Self-catching feeding fence
US11751535B2 (en) Head gate for a cattle containment chute
US8430065B2 (en) Bail element for animal bail apparatus, an animal bail apparatus comprising a plurality of the bail elements, and a method for providing animal bail apparatus
US7246572B1 (en) Livestock management system
NL192771C (nl) Vanghek voor koeien.
EP2413686A1 (en) Retention box for domestic animals
US889045A (en) Cattle-stanchion.
US4817674A (en) Trap for capturing animals
NL9301481A (nl) Zelfvangend voerhek voor vee, en spijl en spijl-einddeel voor gebruik daarbij.
US241087A (en) Hog-trap
US11751534B2 (en) Head gate for a cattle containment chute
CA3141087C (en) Head gate for a cattle containment chute
US491810A (en) Hog-trap
US20230172158A1 (en) Head gate for a cattle containment chute
US781357A (en) Animal-stock.
US186945A (en) Improvement in hog-traps
NL1010912C1 (nl) Voederhek.
NL2010434C2 (nl) Hekstelsel.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120601