NL1030108C2 - Een doe-het-zelf pakket en de onderdelen waarmee een Eikelontbloter gemaakt kan worden. - Google Patents

Een doe-het-zelf pakket en de onderdelen waarmee een Eikelontbloter gemaakt kan worden. Download PDF

Info

Publication number
NL1030108C2
NL1030108C2 NL1030108A NL1030108A NL1030108C2 NL 1030108 C2 NL1030108 C2 NL 1030108C2 NL 1030108 A NL1030108 A NL 1030108A NL 1030108 A NL1030108 A NL 1030108A NL 1030108 C2 NL1030108 C2 NL 1030108C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bead
spherical shape
lace material
hole
elastic
Prior art date
Application number
NL1030108A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1030108A1 (nl
Inventor
Maarten Willem Driessen
Original Assignee
Maarten Willem Driessen
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maarten Willem Driessen filed Critical Maarten Willem Driessen
Priority to NL1030108A priority Critical patent/NL1030108C2/nl
Publication of NL1030108A1 publication Critical patent/NL1030108A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1030108C2 publication Critical patent/NL1030108C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F5/00Orthopaedic methods or devices for non-surgical treatment of bones or joints; Nursing devices; Anti-rape devices
    • A61F5/41Devices for promoting penis erection
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F5/00Orthopaedic methods or devices for non-surgical treatment of bones or joints; Nursing devices; Anti-rape devices
    • A61F5/41Devices for promoting penis erection
    • A61F2005/414Devices for promoting penis erection by constricting means

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Reproductive Health (AREA)
  • Nursing (AREA)
  • Orthopedic Medicine & Surgery (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Adornments (AREA)

Description

Een doe-het-zelf pakket en de onderdelen waarmee een Eikelontbloter gemaakt kan worden.
De Eikelontbloter is voor mannen wiens eikel tijdens een erectie bedekt is door hun voorhuid. De Eikelontbloter zorgt voor een blote eikel tijdens seks door de weggetrokken voothuid bij de wortel van de S erectie vast te houden terwijl de handen vrij zijn voor andere dingen. De gevoelige binnenkant van de voorhuid zal strak gespannen en naar buiten gekeerd over de stam van de erectie heen liggen en de eikel zal geheel bloot liggen en ook opgespannen zijn door het strak getrokken toompje.
Alle in deze aanvrage omschreven ontwerpen en onderdelen dienen van materiaal gemaakt te zijn dat bij normaal gebruik geen gevaar oplevert voor de gezondheid, geen onaangename smaak heeft en ook niet 10 onaangenaam is om aan te raken met de mond of de tanden.
Globaal bestaat de Eikelontbloter uit een middel A dat de weggetrokken voorhuid kan vasthouden bij de wortel van de erectie en een middel B waarmee A aan de romp van het lichaam verbonden kan worden zodat A niet met voorhuid en al terug kan schuiven. Hieronder volgen drie ontwerpen die allen zeer goed functioneren. Er wordt beweerd dat er ook al ontwerpen bestonden waarmee hetzelfde effect bereikt zou 15 kunnen worden maar ik vind dat die geen van allen voldoen en ik zou ze zelf ook liever nooit willen gebruiken.
Bij Ontwerp 1 is A een bandje van een stukje (sport)elastiek dat met beide eindjes onlosmakelijk aan elkaar en aan het midden van B is vastgemaakt. Een omtrek van A van ongeveer Vj tot % de omtrek van de wortel van de erectie zal voor de meeste mannen functioneel zijn. Het elastiek is ongeveer 1 tot 1 'A cm breed. Als 20 de omtrek van A te groot is dan kan de huid verschuiven en als de omtrek van A te klein is dan kan de bloedsomloop onnodig gestremd worden. B is van hetzelfde vetermateriaal V gemaakt waar een platte katoenen (sport)schoenveter van gemaakt is. A en B kunnen bijvoorbeeld aan elkaar vastgenaaid of vastgeknoopt zijn of met behulp van een rivet/ siemiet aan elkaar verbonden zijn. Er zou eventueel ook lijm gebruikt kunnen worden. De beide helften van B worden samen door dezelfde op een kraal lijkende bolvorm 25 K(l) geleid die zo strak om het vetermateriaal V zit dat K(l) bij normaal gebruik niet verschuiven zal maar die door het uitoefenen van een grotere kracht of door het verrichten van een bepaalde handeling wel verschoven kan worden om de maat aan te passen. A houdt de weggetrokken voorhuid bij de wortel van de erectie vast en de beide helften van B lopen van de bovenkant van de wortel van de erectie aan weerszijden langs de wortel van het scrotum richting de anus waar K(l) de beide helften van B samenbrengt zodat zij zich 30 daarna kunnen splitsen om aan weerszijden van de heupen naar de onderbuik te gaan waar zij met een strik zoals bij een schoen aan elkaar geknoopt kunnen worden. Eventueel kunnen de uiteinden van B met behulp van een bevestigingsmiddel als een haakje aan elkaar gekoppeld worden en de lengte van de beide uiteinden zouden als een scheerlijn van een tent aangepast kunnen worden.
Bij Ontwerp 2 (afbeelding 2) is A een stukje elastiek met knoopsgaten. De knoopsgaten liggen in het 35 verlengde van elkaar en de sluiting wordt gevormd door een bolvorm K(2) die met zijn ene kant aan één uiteinde van het elastiek bevestigd is en met zijn andere kant aan het middelpunt van B. Beide helften van B moeten samen door het voor de gewenste omtrek van A benodigde knoopsgat gestoken worden. Door aan B en aan het elastiek te trekken kan Ontwerp 2 nu heel makkelijk dicht getrokken en aangebracht worden en daarna kan het ook heel makkelijk weer geopend worden. Een variatie (afbeelding 1) op dit ontwerp is als B 40 niet aan K(2) maar een stukje verder aan het elastiek wordt bevestigd. Aan K(2) die als sluiting moet dienen 1 030 1 0 ft wordt in de plaats van B een stukje vetermateriaal van ongeveer 10 cm bevestigd met aan het einde daarvan nog een bolvorm K(3). Als K(3) door het benodigde knoopsgat gedouwd wordt dan zal later door aan K(3) en het elastiek te trekken A heel makkelijk en snel gesloten en aangebracht kunnen worden.
Bij Ontwerp 3 wordt A met behulp van B gemaakt door B dubbelgeslagen met zijn middelpunt door een 5 extra bolvorm K(4) en een op een afgeplatte K(4) lijkende vorm PK te leiden zodat er bij het middelpunt van B een verstelbaar lusje A ontstaat dat om de penis aangebracht kan worden. PK kan op een kleine discusvorm met een gat lijken. K(4) en PK moeten zo strak om het vetermateriaal V van B heen zitten dat zij elk slechts door kracht te zetten verschoven kunnen worden. De beide uiteinden van de helften van B worden tussen de twee stukjes van B door geleid die zich tussen K(4) en PK in bevinden als deze niet helemaal tegen elkaar 10 aan gedrukt zijn. Door K(4) vast te houden en aan B te trekken kunnen K(4) en PK tegen elkaar aan gedrukt worden waardoor B daartussen extra vastgeklemd wordt. De totale weerstand die B ondervindt moet zo groot zijn dat de omtrek van het lusje A dat de erectie omsluit stabiel is. De twee helften van B worden nadat zij K(4) verlaten en voordat zij tussen de twee kleine stukjes van B tussen K(4) en PK geleid worden door een lusje L geregen dat groot genoeg is om stevig beet te kunnen pakken. L is van een stukje vetermateriaal 15 gemaakt. Door aan L te trekken kan B tussen K(4) en PK vandaan getrokken worden zodat er genoeg ruimte ontstaat om ook de omtrek van het lusje A dat om de penis heen zit te kunnen vergroten door aan K(4) en daarna aan PK te trekken. Om ook de penis te kunnen omsluiten moet de lengte van B vergroot worden met de daartoe benodigde lengte. De omtrek van lusje A van Model 3 kan het beste van te voren bepaald worden om daarna om de nog slappe penis aangebracht te worden.
20 Ontwerp 1 kan het makkelijkste om de slappe penis aangebracht worden. Om het over een erectie aan te brengen kan het met de vingers opgerekt worden om het voorbij de eikel te brengen. Door de penis bij de voorhuid vast te houden en door B vlak bij A vast te pakken en heen en weer te bewegen kan A over de stam van de penis verder verplaatst worden. Ook kan een cilindrische vorm van stevige maar buigbare kunststof gebruikt worden die net klein genoeg is om het bandje elastiek van Ontwerp 1 er zo ver mogelijk over op te 25 kunnen rekken en net groot en dun genoeg is om probleemloos om de erectie heen geschoven te kunnen worden. De cilindrische vorm kan ook een snede hebben zodat het op een opgerolde rechthoek lijkt waarvan de uiteinden over elkaar geschoven kunnen worden zodat de consument de doorsnede van de cilindrische vorm zelf kan aanpassen.
De Eikelontbloter kan eventueel op eenvoudige wijze door de consument zelf samengesteld worden uit losse 30 onderdelen.
Een onderdeel voor de Eikelontbloter is het knoopsgatenelastiek van Ontwerp 2. Met een zo smal mogelijke afscheiding tussen de knoopsgaten kan de minimale afstand waarmee de ommek van A aangepast zou kunnen worden zo klein mogelijk gehouden worden. De minimale lengte van de knoopsgaten is afhankelijk van de omvang en vorm van K(2). K(2) moet makkelijk aan B door het benodigde knoopsgat getrokken kunnen 35 worden. Het knoopsgatenelastiek kan gevormd worden door twee stukken (sport)elastiek die met onderbrekingen van een knoopsgat lang met behulp van een erg stevige draad met een rand aan elkaar verbonden zijn. Een draad die dun maar stevig genoeg is om de afscheidingen tussen de knoopsgaten zo smal te kunnen maken dat het middelpunt van B er omheen geslagen kan worden om Ontwerp 2 samen te kunnen stellen zonder dat er een te grote en onaangename bobbel ontstaat door de samengetrokken afscheiding als 40 K(2) strak tegen het elastiek aan om B wordt bevestigd. Een draad die dun en stevig genoeg is om er voor te
_____________ _I
zorgen dat het knoopsgatenelastiek niet aan de hevige slijtage zal lijden die zou optreden als het enkel gemaakt zou zijn van het materiaal dat gebruikt wordt om gewoon knoopsgatenelastiek van te maken. Om een afscheiding te vormen kan de extra stevige draad bij een rand door de beide stukken elastiek heen gestoken worden waarna de eindjes aan elkaar geknoopt kunnen worden. Om de verdikking van de knopen te 5 voorkomen kan de draad ook door de stukken elastiek heen geregen zijn. In het gebruikelijke knoopsgatenelastiek zou de draad die te zwak is om er voor deze specifieke toepassing geschikt knoopsgatenelastiek mee te kunnen maken vervangen kunnen worden door een extra stevige en dikkere draad zodat de afscheidingen wel stevig en duurzaam genoeg zullen kunnen zijn om ze ook zo smal mogelijk te kunnen maken. Een gezamenlijke breedte van de stukken elastiek van ongeveer 1 tot 1 'A cm zou al genoeg 10 kunnen zijn. Er zouden ook meer dan twee stukken elastiek gebruikt kunnen worden zodat daartussen meerdere rijen knoopsgaten gevormd kunnen worden. Als de beginpunten van de knoopsgaten niet op dezelfde hoogte zitten kan de omvang van A eventueel ook veranderd worden met afstanden die kleiner zijn dan een knoopsgat lang is. De stukken elastiek kunnen ook onderling verbonden worden via een elastisch koord dat met stappen van een half knoopsgat lang van de rand van het ene stuk elastiek op en neer gaat naar 15 de rand van het andere stuk elastiek. Het elastiek en het koord kunnen via een dunne maar extra stevige draad aan elkaar bevestigd worden. Op het elastiek kan de lengte in centimeters aangegeven zijn en het kan eventueel met een lengte van enige meters opgerold op een stukje karton verkocht worden. Op of in het elastiek kan eventueel een structuur zijn aangebracht ter versiering of ter stimulatie.
Een onderdeel voor de Eikelontbloter is het vetermateriaal V waar platte katoenen (sport)schoenveters van 20 gemaakt zijn. V zou bijvoorbeeld in een lengte van ongeveer 20 meter lang om een stukje karton gewikkeld geleverd kunnen worden zodat de consument er zelf meerdere stuks van B mee kan samenstellen. Op V kan de lengte in centimeters aangegeven zijn.
Een onderdeel voor de Eikelontbloter is de op een kraal lijkende bolvorm K(-). Als K(-) uit één geheel bestaat kan V indien nodig met lijm aan de binnenkant van het gat vastgeplakt worden. Via een extra gat dat 25 naar het midden leidt van het gat waar V doorheen loopt zou de lijm ingespoten kunnen worden. In de plaats van lijm te gebruiken zou dit extra gat ook schroefdraad kunnen bevatten zodat er een boutje in gedraaid kan worden om V tegen de wand van zijn gat vast te drukken. Het extra gat kan ook helemaal door K(-) heen lopen en het gat met V slechts gedeeltelijk kruisen zodat er een pin/ bout in het extra gat gestopt kan worden met een afgeronde uitsparing daar waar hij het gat met V kruist zodat door het draaien van de pin/ bout de 30 uitsparing verplaatst kan worden en V vastgeklemd kan worden. Heeft het extra gat geen schroefdraad dan kan het zo strak om de pin zitten dat de pin wel gedraaid kan worden met een schroevendraaier of inbusselsleutel maar er niet uit zal vallen.
K(·) kan ook uit twee delen bestaan waarvan het ene deel een geultje heeft en het andere deel een richeltje.
Het richeltje past in het geultje en samen kunnen zij V vastklemmen. De twee delen van K(-) kunnen met 35 twee verzonken schroefjes stevig tegen elkaar aan gedrukt worden. De twee delen kunnen ook met elkaar scharnieren en stevig tegen elkaar gedrukt worden met behulp van een sluitingsmiddel als een schroefje of een beugelsluiting. Het sluitingsmiddel en de scharnier kunnen in K(-) verzonken zijn zodat beschadigingen aan de huid voorkomen worden.
De bodem van het geultje en de bovenkant van het richeltje kunnen een ruwe structuur hebben om meer grip 40 op V te hebben.
Een onderdeel voor Ontwerp 3 is een kleine discusachtige vorm PK met een gat. PK is een afgeplatte uitvoering van bolvorm K(-). PK en K(4) kunnen ook met elkaar geïntegreerd zijn zodat zij samen meer één rond geheel vormen.
In plaats van één gat kan K(-) ook twee gaten hebben waar V door heen kan. Eventueel kunnen de gaten een 5 verschillende doorsnede hebben zodat het ene gat meer grip heeft op V dan het andere.
K(-) kan ook bestaan uit een puntig schroefje met een kop die net zo plat is als de basis van het onderste gedeelte van een rivet. Dè punt van het schroefje kan door het elastiek en B gestoken worden waarna er een bolvorm opgedraaid kan worden om het geheel vast te knellen. Bij Ontwerp 1 kan dit gebruikt worden om het elastiek aan elkaar en aan het midden van B te bevestigen.
10 Op of aan K(-) of een ander onderdeel kunnen eventueel vormen worden aangebracht ter versiering of ter stimulatie van de partner.
Een onderdeel C voor de Eikelontbloter is een kleine rechthoek van stevige kunststof dat in een half boogje gebogen is waarvan de uiteinden eventueel naar buiten gebogen zijn. C kan gebruikt worden om er voor te zorgen dat A niet op de plas/ zaadbuis drukt. In elk van de twee uiteinden van C zit een gleufje waar A door 15 heen kan zodat het ter hoogte van de plas/ zaadbuis over C heen geleid kan worden.
Een onderdeel R voor een Eikelontbloter dat bestaat uit een opgerold rechthoekje dat lijkt op een klein stukje van een dun rietje met een snede in de lengte. R kan om het uiteinde van het vetermateriaal van B aangebracht worden en vast geplakt worden om het rafelen van het uiteinde van B te voorkomen. R zou eventueel ook van krimpkous gemaakt kunnen worden met aan de binnenkant eventueel een ruwe structuur 20 die voor extra grip zorgt op het vetermateriaal.
Op de verschillende onderdelen van de Eikelontbloter zouden ook structuren en uitstulpingen aangebracht kunnen worden van hetzelfde of van ander materiaal om de partner of de gebruiker extra te stimuleren.
Er kan een ‘doe het zelf pakket samengesteld worden waar een combinatie van de hierboven bij de omschrijvingen van de ontwerpen of later apart genoemde onderdelen in zit die nodig is om één of meerdere 25 ontwerpen van de Eikelontbloter te kunnen maken. De inhoud kan eventueel aangevuld worden met een naald en een stukje vislijn of stevig naaigaren, sternieten/ rivetten, een klein priempje of metalen prikkertje dat in de opening van het kokertje van het onderste gedeelte van de rivet/ siemiet past, lijm en verpakkingsmateriaal als zakjes of doosjes om de zelfgemaakte Eikelontbloter(s) in te bewaren. Met behulp van het stukje vislijn of stevig naaigaren kan het vetermateriaal door het elastiek of door het gat van K(-> 30 getrokken worden als K(-) uit één deel bestaat
Hieronder geef ik een beknopte indruk waarom ik mijn vindingen een verbetering vind ten opzichte van de huidige stand van de techniek. i
Onderdeel A van Ontweip 1 is een verbetering omdat het van (sport)elastiek is en geen sluiting heeft die het 35 risico op beschadiging vergroot Omdat Ontwerp 1 en 2 zonder de bloedsomloop ernstig te belemmeren en j zonder de vorm van de omtrek van de erectie ernstig te vervormen en zonder te veel ruimte in te nemen de | voorhuid vast kunnen houden bij de wortel van de erectie. Omdat A niet via B aan het scrotum vast zit en B j dus het scrotum ontziet. B niet op de rug aan een riem vast zit die om het middel heen loopt maar omdat B ! langs de wortel van het scrotum loopt en pas om en nabij de anus weer samen komt om vandaar naar de buik j 40 te gaan om daar aan elkaar bevestigd te worden. Hierdoor blijft de bewegingsvrijheid om andere standen aan
---------__ --------------- -I
te nemen zo groot mogelijk terwijl ernstige verschillen in de kracht waarmee B aan A trekt zo veel mogelijk voorkomen worden. Ook als B niet op de rug aan een riem bevestigd zou worden maar op de buik aan een riem bevestigd zou worden dan zou deze riem een onnodig object zijn wat door velen ook als onplezierig ervaren zou kunnen worden bij het aannemen van andere lichaamshoudingen. Als A in een soort van broekje S geïntegreerd zou zijn dan zou dit broekje zo strak moeten zitten om A stabiel op zijn plaats te houden dat het niet plezierig zou zijn om het te dragen en ook als het strak moeten zitten van het broekje voorkomen zou kunnen worden door een aparte maar in het broekje geïntegreerde verbinding aan te brengen naar de riem van het broekje op de rug dan zou dit hetzelfde verhaal zijn als bij een losse riem en zou het broekje enkel overbodige franje zijn die het huid op huid contact verminderd. Als B op de buik zonder strik en zonder 10 sluiting van tevoren al aan elkaar bevestigd zou zijn dan zou het een onaangename ongemakkelijke aangelegenheid zijn om B en daarna A aan te moeten brengen of te verwijderen en dan zou er ook geen aanpassingsmogelijkheid zijn om de mogelijk door de dag heen wat variërende omvang van de buik te kunnen opvangen. Als B elastisch zou zijn dan zou A niet stabiel op zijn plaats zitten.
Omdat bij Ontwerp 2 de sluiting altijd snel en makkelijk feilloos vast en losgemaakt kan worden terwijl 15 risico op beschadiging dankzij de vorm van de sluiting zoveel mogelijk bepeikt blijft en Omdat het zeer eenvoudig is om de omvang van A elke keer hetzelfde te laten zijn.
Omdat bij Ontwerp 3 de omvang van A eenvoudig aangepast kan worden terwijl de omvang tijdens het gebruik wel stabiel is zonder dat de sluiting slipt, indien gewenst kan de omvang ook heel makkelijk vergroot worden en omdat de vorm van de sluiting gebruikersvriendelijk is zal het risico op beschadiging zoveel 20 mogelijk beperkt zijn.
Omdat alle drie de ontwerpen makkelijk meegewassen kunnen worden met de rest van de vuile was en omdat zij heel weinig ruimte in nemen als zij niet gebruikt worden.
Het knoopsgaten elastiek is een verbetering omdat de afscheidingen tussen de knoopsgaten zo smal en zo stevig zijn dat zij niet overdreven snel zullen slijten bij deze specifieke toepassing zoals gewoon 25 knoopsgatenelastiek dat wel gedaan zou hebben en omdat het ook als verbindingspunt voor B dienst kan doen en omdat de minimale afstand waarmee A aangepast kan worden beperkt gehouden blijft.
De ruime hoeveelheid vetermateriaal van ongeveer 20 meter opgerold over een stukje karton is een verbetering omdat de consument zelf de voor hem geschikte en benodigde afmeting kan bepalen en die in zijn geheel van de totale lengte van V kan afnemen terwijl de totale lengte van V die door een enkele 30 consument aangeschaft moet worden toch overzichtelijk blijft en omdat het voordeliger en makkelijker in het gebruik is dan losse schoenveters te moeten aanschafifen waarvan de lengte in veel gevallen nog groter of kleiner gemaakt moet worden.
Omdat A niet geïntegreerd is met een bodem voor een vacuumpomp of een andere ruimte in beslag nemende overbodige franje die het huid op huid contact belemmert.
35 Ik vind alle versies van K(-) die ik aangegeven heb een verbetering vanwege één of meerdere van de volgende redenen:
Een kleine bolvorm die uit twee helften bestaat die aan elkaar gedraaid moeten worden geven bijna geen houvast om met de vingers vast te kunnen houden terwijl een kleine bolvorm met vetermateriaal er doorheen meer houvast geeft om een boutje met schroefdraad met behulp van een schroevendraaier of een 40 inbusselsleutel in een extra gat te kunnen draaien. De boutjes of schroefjes zijn verzonken waardoor het veiliger werken is met een schroevendraaier of inbusselsleutel. Bij mijn modellen is het raakvlak met V groter waardoor V beter vast geklemd kan worden waardoor ook de mogelijkheid tot het gebruik maken van een ruwe structuur op de raakvlakken met V beter is. De uitgeoefende druk op V is stabiel en groot genoeg en niet van een klein en daardoor te zwak veertje afhankelijk. De twee scharnierende delen omdat ze één S geheel zijn terwijl V er toch makkelijk tussen aangebracht kan worden en een beugelsluiting omdat die zo makkelijk te sluiten is. Als de sluiting van model 2 slechts uit één op een kraal lijkende vorm zou bestaan dan is de omvang van A niet stabiel of de ene op een kraal lijkende vorm zou dan zo strak om het vetermateriaal moeten zitten dat het teveel kracht zou vergen om hem met de vingers te kunnen verplaatsen indien dat gewenst is tijdens het gebruik waardoor het onaangenaam zou kunnen zijn in het gebruik. De erectie is geen 10 handvat van een stuk gereedschap dat over de hele lengte van de stam een val kan opvangen door het schuin trekken van A waardoor de effectieve omtrek van A verkleind wordt.
Een boogje C geschikt voor deze modellen is een verbetering omdat het nog niet bestaat.
De kokertjes R zijn een verbetering omdat zij van kunststof zijn en door de consument zelf eenvoudig aangebracht en vastgeplakt kunnen worden.
IS Een ‘doe het zelf pakket is een verbetering omdat de consument op voordelige en eenvoudige wijze zijn eigen Eikelontbloters kan maken in de op hem persoonlijk afgestemde afmetingen en eventueel onderdelen kan vervangen zonder elke keer een duurdere kant en klare nieuwe te moeten aanschaffen.
Waar bij de verschillende ontwerpen van de Eikelontbloter nog extra aandacht aan besteed dient te worden is 20 dat voorkomen moet worden dat door de kracht die het vetermateriaal uitoefent op bet elastieken bandje (dat de wortel van de erectie omsluit) het gedeelte van het bandje dat zich aan de kant van de eikel bevindt niet omhoog getrokken wordt waardoor het bandje gedeeltelijk los zou komen van de huid van de erectie. Om dit te voorkomen kan het vetermateriaal het beste zo dicht mogelijk bij de rand van het elastiek bevestigd worden die zich aan de kant van de buik bevindt Als het bandje uit knoopsgatenelastiek bestaat waarbij een 25 afscheiding tussen twee knoopsgaten als verbindingspunt voor het vetermateriaal gebruikt wordt, dan zou het knoopsgatenelastiek gemaakt kunnen worden uit twee helften die niet allebei even breed zijn. De breedste helft dient zich dan aan de kant van de eikel te bevinden en de smalste helft aan de kant van de buik.
Ook kan het ontwerp van de bolvormige kraal, die als sluiting dienst doet en zich bevind bij het verbindingspunt van het vetermateriaal en het elastiek, aangepast worden. In plaats van een bolvormige kraal 30 te gebruiken waarbij er slechte één gat (gat GM) loopt van de ene kant naar de andere kant via het middelpunt van de kraal zou er nog een gat door de kraal aangebracht kunnen worden. Voor dit tweede gat trekken we een denkbeeldige lijn DL die haaks staat op het gat GM vanaf het middelpunt van de kraal naar de buitenkant van de kraal. Bij het snijpunt van de lijn DL met de buitenkant van de kraal bevindt zich de ene opening van het tweede gat en de andere opening bevindt zich naast één van de openingen van het gat GM. Beide gaten 35 bevinden zich in één vlak.
Ook kan het tweede gat de lijn DL volgen waarbij de ruimte verwijderd wordt die zich bevindt tussen het tweede gat dat de lijn DL volgt en het middelpunt van de kraal en één van de helften van het gat GM dat vanaf het middelpunt naar één van openingen van GM loopt. Zo kan de kraal nog steeds makkelijk als sluiting dienst doen maar na het sluiten van het elastieken bandje kan het vetermateriaal via het ontbrekende 40 gedeelte van de kraal naar de lijn DL getrokken worden om het elastieken bandje aan de rest van het lichaam te bevestigen. Het ontbrekende gedeelte van de kraal moet breed genoeg zijn om het vetermateriaal er makkelijk door op en neer te kunnen bewegen. De minimale breedte van de ontbrekende ruimte die noodzakelijk is om het vetermateriaal in de ontbrekende ruimte heen en weer te kunnen bewegen is genoeg en de ontbrekende ruimte hoeft niet breder te zijn. Als de Eikelontbloter helemaal is aangebracht zal het 5 vetermateriaal in de kraal een haakse hoek maken waardoor er minder opwaartse kracht uitgeoefend zal worden op de helft van het knoopsgatenelastiek dat zich aan de kant van de eikel bevindt. Daarbij zou de onderkant van de kraal die zich aan de kant van het elastiek bevindt ook een beetje afgeplat kunnen worden. Ook zou het ontwerp van de kraal, waarbij er één gat (gat CM) helemaal door de kraal heen loopt en een tweede gat loopt vanaf één van de openingen van gat GM naar het snijpunt van de lijn DL met de buitenkant 10 van de kraal, aangepast kunnen worden waarbij de bolvorm van de kraal vervangen wordt door de vorm van een korte worst. De korte worstvorm kan verkregen worden door de bolvorm in tweeën te delen door een vlak te trekken door gat GM en dat vlak haaks te plaatsen op lijn DL en door een ronde platte schijf tussen de twee helften te plaatsen. Het gat GM bevindt zich tussen de ene helft van de bolvorm en de ronde platte schijf en de lijn DL loopt van het middelpunt van het gat GM door het middelpunt van de platte schijf en door de 15 andere helft van de bolvorm. Doordat de korte worstvorm plat op de erectie zal liggen zal er door het vetermateriaal minder opwaartse kracht worden uitgeoefend op het gedeelte van het elastiek dat zich aan de kant van de eikel bevindt.
De korte worstvorm en de kraal met de ontbrekende ruimte kunnen beiden uit twee gedeelten bestaan waarbij de gaten gevormd worden door een geultje dat zich op de ene helft bevindt en in dit geultje past een richeltje 20 dat zich op de andere helft bevindt. Het gat GM in de korte worstvorm en het gat (helft van gat GM) in de kraal met het ontbrekende gedeelte dienen zich zo strak om het vetermateriaal te kunnen sluiten dat het vetermateriaal er in vast geklemd wordt zodat het niet kan verschuiven. Het tweede gat in de korte worstvorm kan minder nauw zijn zodat het vetermateriaal hier doorheen nog aangetrokken kan worden waardoor het makkelijker zou kunnen zijn om de beide helften van de korte worstvorm om het vetermateriaal aan te 25 brengen. De beide helften van de kralen kunnen met verzonken schroefjes of een ander verbindingsmechanisme aan elkaar bevestigd worden. Op de bodem van de geultjes en op de bovenkant van de richeltjes kan een ruwe structuur aangebracht worden om meer grip te .hebben op het vetermateriaal.
1 030 10 8

Claims (6)

1. Q Π 1 Π Q 5. Een doe-het-zelf pakket als in conclusie 1 dat er door gekenmerkt wordt dat het plat katoenen (sport)schoenveter materiaal bevat dat in een lengte van 20 meter om een stukje karton is gewikkeld. Een 5 indicatie van de lengte van het vetermateriaal is op het vetermateriaal aangegeven. 6. Een doe-het-zelf pakket als in conclusie 1 dat er door gekenmerkt wordt dat het een op een kraal lijkende bolvorm bevat met een extra gat dat loopt naar het midden van het gat waar het vetermateriaal doorheen gaat. 10 Via dit extra gat kan lijm ingespoten worden waarmee het vetermateriaal in zijn gat vastgeplakt kan worden. 7. Een doe-het-zelf pakket als in conclusie 1 dat er door gekenmerkt wordt dat het een op een kraal lijkende bolvorm bevat met een extra gat dat loopt naar het midden van het gat waar het vetermateriaal doorheen gaat. IS Dit extra gat heeft schroefdraad waarin een boutje gedraaid is waarmee het vetermateriaal vastgeklemd kan worden. 8. Een doe-het-zelf pakket als in conclusie 1 dat er door gekenmerkt wordt dat het een op een kraal lijkende 20 bolvorm bevat met een extra gat dat loopt naar het midden van het gat waar het vetermateriaal doorheen gaat. Dit extra gat kruist het gat van het vetermateriaal gedeeltelijk en er zit een pin in dit extra gat geklemd die een afgeronde uitsparing heeft daar waar hij het gat van het vetermateriaal wel kruist zodat door de pin te draaien de uitsparing verplaatst kan worden en het vetermateriaal vast geklemd kan worden. 25 9. Een doe-het-zelf pakket als in conclusie 1 dat er door gekenmerkt wordt dat het een op een kraal lijkende bolvorm bevat die op een puntig schroefje gedraaid kan worden dat een voetje heeft dat net zo plat is als de basis van het onderste gedeelte van een rivet. De punt van dit schroefje kan door het elastiek en het midden van B gestoken worden waarna de bolvorm erop gedraaid kan worden om het geheel vast te knellen. 30 10. Een doe-het-zelf pakket als in conclusie 1 dat er door gekenmerkt wordt dat het een op een kraal lijkende bolvorm bevat die uit twee delen bestaat die met behulp van verzonken schroefjes stevig tegen elkaar aan gedrukt kunnen worden om het vetermateriaal vast te knellen. Het ene gedeelte heeft een geultje en het 35 andere gedeelte heeft een richeltje dat zo in het geultje past dat het vetermateriaal zo stevig vastgeklemd kan worden dat het niet kan verschuiven. 11. Een doe-het-zelf pakket als in conclusie 1 dat er door gekenmerkt wordt dat het een op een kraal lijkende 40 bolvorm bevat die uit twee delen bestaat Het ene gedeelte heeft een geultje en het andere gedeelte heeft een richeltje dat zo in het geultje past dat het vetermateriaal ertussen zo stevig vastgeklemd kan worden dat het niet kan verschuiven. De twee gedeelten zijn door een scharnier met elkaar verbonden en zij kunnen met behulp van een sluitingsmiddel zoals een (verzonken) schroefje of een beugelsluiting zo stevig tegen elkaar gedrukt kunnen worden dat V niet verschuiven kan. 5 12. Een doe-het-zelf pakket zoals in conclusie 10 en 11 die een op een kraal lijkende bolvorm bevat die uit twee gedeelten bestaat waarvan de vlakken die het vetermateriaal raken er door gekenmerkt worden dat zij een ruwe structuur hebben om meer grip op het vetermateriaal te hebben. 13. Een doe-het-zelf pakket als in conclusie 1 waarbij een op een kraal lijkende bolvorm en een op een kraal lijkende afgeplatte bolvorm er door gekenmerkt worden dat zij met elkaar geïntegreerd zijn zodat zij samen meer één ronde bolvorm vormen. 15 14. Een doe-het-zelf pakket als in conclusie 1 waarbij een op een kraal lijkende bolvorm er door gekenmerkt wordt dat hij twee gaten heeft waar het vetermateriaal doorheen kan. 20 15. Een doe-het-zelf pakket zoals in conclusie 1 dat er door gekenmerkt wordt dat het onderdelen bevat die bestaan uit kleine rechthoeken die van dunne en stevige doch buigzame kunststof gemaakt zijn die tot kleine kokertjes zijn opgerold die een snede in de lengte hebben zodat zij om de uiteinden van het vetermateriaal aangebracht kunnen worden en daar vast geplakt kunnen worden zodat de uiteinden van het vetermateriaal 25 niet zullen gaan rafelen. 16. Een doe-het-zelf pakket als in conclusie 15 waarbij de plastic kokertjes er door gekenmerkt worden dat zij geen snede hebben en van krimpkous gemaakt zijn en dat zij aan de binnenkant een ruwe structuur hebben 30 die voor extra grip zorgt op vetermateriaal. 17. Een doe-het-zelf pakket zoals in voorgaande conclusies dat er door gekenmerkt wordt dat het onderdelen bevat waar structuur en uitstulpingen op zijn aangebracht ter stimulatie van de partner en de gebruiker. 35 18. Een Eikelontbloter die er door gekenmerkt wordt dat hij met het doe-het-zelf pakket uit conclusie 1 gemaakt kan worden en dat hij bestaat uit een bandje A dat gemaakt is van een stukje (sport)elastiek dat met de uiteinden stevig aan elkaar en aan het midden van middel B bevestigd is. De omtrek van het elastiek van A 40 bedraagt % tot V* van de omtrek van de wortel van de erectie. Het elastiek is ongeveer 1 tot 1Ά cm breed. Middel B bestaat uit een stuk plat katoenen (sport)schoenvetermateriaal waarvan de beide helften samen door dezelfde op een kraal lijkende bolvorm geleid zijn die zo strak om het vetermateriaal zit dat hij bij normaal gebruik niet verschuiven zal maar door het uitoefenen van een grotere kracht wel verschoven kan worden, De lengte van beide helften van B moet groot genoeg zijn om van de bovenkant van de wortel van de erectie 5 geleid te kunnen worden langs de wortel van het scrotum tot aan de anus en vanaf de anus naar de buik onder de navel en dan elk nog vermeerderd met ongeveer 25 cm zodat zij daar als bij een schoen met een strik aan elkaar geknoopt kunnen worden. 19.
10 Een Eikelontbloter als in conclusie 18 die er door wordt gekenmerkt dat het elastiek knoopsgaten heeft die in het verlengde van elkaar liggen en dat het elastiek maar met één uiteinde aan middel B is bevestigd. Als sluiting wordt een extra op een kraal lijkende bolvorm gebruikt die zo stevig om het vetermateriaal heen vast zit dat hij niet verschuiven kan. De op een kraal lijkende bolvorm die als sluiting dient is zo om het vetermateriaal bevestigd dat hij zich zo dicht mogelijk bij het elastiek bevind op de plaats waar het 15 middelpunt van B aan het elastiek is bevestigd. 20. Een Eikelontbloter als in conclusie 18 die er door wordt gekenmerkt dat het elastiek is weggelaten en dat het bandje A gevormd wordt door het middelste gedeelte van het vetermateriaal van B. De sluiting bestaat uit 20 twee extra op een kraal lijkende vormen waar het midden van het vetermateriaal van B doorheen geleid is om het bandje A te vormen. De eerste op een kraal lijkende vorm die helpt de sluiting te vormen is een bolvorm en de tweede op een kraal lijkende vorm die helpt de sluiting te vormen is een afgeplatte vorm van de bolvorm van de eerste. Beiden zitten zo strak om het vetermateriaal dat zij bij normaal gebruik niet zullen verschuiven en elk slechts door het uitoefenen van een grotere kracht verschoven kunnen worden. Daarna 25 worden beide helften van B door een ruimzittend afzonderlijk lusje geleid dat van hetzelfde vetermateriaal gemaakt is als waar B van gemaakt is en dat lusje is groot genoeg om stevig vast te kunnen houden. Beide helften van B worden daarna tussen de beide stukjes van het vetermateriaal door geleid die zich bevinden tussen de beide vormen die de sluiting vormen als deze niet geheel tegen elkaar aan geschoven zijn. 30 21. Een Eikelontbloter als in conclusie 19 die er door gekenmerkt wordt dat het vetermateriaal van gedeelte B van het model uit conclusie 19 eindigt na de op een kraal lijkende bolvorm die zich om het vetermateriaal bevind op ongeveer 10 cm afstand van de op een kraal lijkende bolvorm die de sluiting vormt Het midden van het vetermateriaal van een volledig middel B is op ongeveer 5 cm afstand van de op een kraal lijkende 35 bolvorm die de sluiting vormt aan het elastiek bevestigd. 22. Een doe-het-zelf pakket als in conclusie 2 en 3 dat knoopsgatenelastiek bevat dat er door gekenmerkt wordt dat de ene helft van het elastiek breder is dan de andere helft zodat de rij knoopsgaten zich dichter bij de ene 40 rand van het elastiek bevindt dan bij de andere rand. 23. Een doe-het-zelf pakket als in conclusie 14 met een op een kraal lijkende bolvorm die twee gaten heeft waar het vetermateriaal doorheen kan. Het gat GM loopt van de ene kant van de bolvorm door het middelpunt naar 5 de andere kant en het extra gat wordt er door gekenmerkt dat de ene opening zich bevindt op het snijpunt van de lijn DL met de buitenkant van de bolvorm en de andere opening zich bevindt naast één van de openingen van het gat GM. De lijn DL loopt vanaf het middelpunt van de bolvorm (en gat GM) naar de buitenkant en staat haaks op het gat GM. De beide gaten bevinden zich in één vlak. 10 24. Een doe-het-zelf pakket als in conclusie 23 dat een op een kraal lijkende bolvorm bevat die er door gekenmerkt wordt dat de ruimte tussen het middelpunt van deze bolvorm en één van de openingen van het gat GM en de lijn DL is verwijderd. Deze ontbrekende ruimte is net breed genoeg om het vetermateriaal er makkelijk in op en neer te kunnen bewegen. 15 25. Een doe-het-zelf pakket met een op een kraal lijkende bolvorm als in conclusie 23 die er door gekenmerkt wordt dat de bolvorm de vorm van een korte worst heeft Om de vorm van een korte worst te verkrijgen trekken we een vlak door het gat GM en plaatsen dat vlak haaks op de lijn DL. Een ronde schijf wordt tussen 20 de twee helften van de kraal geplaatst zodat er een korte worstvorm ontstaat. Het gat GM bevindt zich tussen de ene helft van de kraal en de ronde schijf en de lijn DL loopt vanaf het middelpunt van GM dom* het middelpunt van de ronde schijf en door de andere helft van de kraal. 26.
25 Een doe-het-zelf pakket met een op een kraal lijkende bolvorm als in conclusie 24 die er door gekenmerkt wordt dat de bolvorm aan de onderkant die tegen het elastiek aan geplaatst dient te worden een beetje afgeplat is. 27.
30 Een doe-het-zelf pakket met een op een kraal lijkende korte worstvorm als in conclusie 25 die er door gekenmerkt wordt dat hij uit twee helften bestaat die met verzonken schroefjes of een ander verbindingsmiddel aan elkaar bevestigd kunnen worden. De gaten worden gevormd door een geultje op de ene helft en een daarin passend richeltje op de andere helft. Het gat GM is zo nauw dat het vetermateriaal daar in vast geklemd wordt zodat het niet kan verschuiven. Het andere gat is wat ruimer zodat het 35 vetermateriaal daar doorheen nog aangetrokken kan worden zodat de op een kraal lijkende korte worstvorm makkelijk om het vetermateriaal bevestigd kan worden. Op de bodem van het geultje en op de bovenkant van het richeltje is een ruwe structuur aangebracht 28.
40 Een doe-het-zelf pakket met een op een kraal lijkende bolvorm als in conclusie 26 die er door gekenmerkt wordt dat hij uit twee helften bestaat die met verzonken schroef es of een ander verbindingsmiddel aan elkaar bevestigd kunnen worden. Het gat dat van de onderkant van de kraal naar het middelpunt van de kraal loopt wordt gevormd door een geultje op de ene helft en een daarin passend richeltje op de andere helft Het gevormde gat is zo nauw dat het vetermateriaal erin vastgeklemd kan worden zodat het niet kan verschuiven.
5 Op de bodem van het geultje en op de bovenkant van het richeltje is een ruwe structuur aangebracht i 1 0 30 1 0 8
NL1030108A 2005-10-04 2005-10-04 Een doe-het-zelf pakket en de onderdelen waarmee een Eikelontbloter gemaakt kan worden. NL1030108C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030108A NL1030108C2 (nl) 2005-10-04 2005-10-04 Een doe-het-zelf pakket en de onderdelen waarmee een Eikelontbloter gemaakt kan worden.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030108 2005-10-04
NL1030108A NL1030108C2 (nl) 2005-10-04 2005-10-04 Een doe-het-zelf pakket en de onderdelen waarmee een Eikelontbloter gemaakt kan worden.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1030108A1 NL1030108A1 (nl) 2005-12-08
NL1030108C2 true NL1030108C2 (nl) 2006-07-25

Family

ID=35655533

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030108A NL1030108C2 (nl) 2005-10-04 2005-10-04 Een doe-het-zelf pakket en de onderdelen waarmee een Eikelontbloter gemaakt kan worden.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1030108C2 (nl)

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3893455A (en) * 1971-07-16 1975-07-08 Aubrey D Mcnally Male retaining device
FR2568769A1 (fr) * 1984-03-09 1986-02-14 Lecat Pierre Dispositif a action reglable retardant la detumescence du penis
US5027800A (en) * 1989-09-22 1991-07-02 Rowland Harold L Man's erection truss
US5618302A (en) * 1995-04-07 1997-04-08 Martin; Wallace K. Male urethral closure pad
US5893827A (en) * 1998-06-26 1999-04-13 Jaquez; Ramon E. Device for obviating erectile dysfunctioning
US5921914A (en) * 1996-07-30 1999-07-13 Topco Sales, Inc. Device for maintaining an erection
EP0958799A1 (en) * 1997-02-03 1999-11-24 Kanji Ito Orthopaedic appliance for phimosis
JP2003033380A (ja) * 2001-07-24 2003-02-04 Yuumaindo Kk 仮性包茎矯正器具

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3893455A (en) * 1971-07-16 1975-07-08 Aubrey D Mcnally Male retaining device
FR2568769A1 (fr) * 1984-03-09 1986-02-14 Lecat Pierre Dispositif a action reglable retardant la detumescence du penis
US5027800A (en) * 1989-09-22 1991-07-02 Rowland Harold L Man's erection truss
US5618302A (en) * 1995-04-07 1997-04-08 Martin; Wallace K. Male urethral closure pad
US5921914A (en) * 1996-07-30 1999-07-13 Topco Sales, Inc. Device for maintaining an erection
EP0958799A1 (en) * 1997-02-03 1999-11-24 Kanji Ito Orthopaedic appliance for phimosis
US5893827A (en) * 1998-06-26 1999-04-13 Jaquez; Ramon E. Device for obviating erectile dysfunctioning
JP2003033380A (ja) * 2001-07-24 2003-02-04 Yuumaindo Kk 仮性包茎矯正器具

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 2003, no. 06 3 June 2003 (2003-06-03) *

Also Published As

Publication number Publication date
NL1030108A1 (nl) 2005-12-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5630534A (en) Multiple sock donning assist device
US9724551B2 (en) Stretching device
US5687889A (en) Multi-purpose reacher and dressing aid
US4284216A (en) Sock donning assist device
US5974701A (en) Shoe donning enabler
WO2018157041A1 (en) Abdominal exercise device and method
US5239732A (en) Adjustable non-tying resilient securing apparatus for shoes
US20180153758A1 (en) Stretching Device
EP2384172A1 (en) Screw nail correcting apparatus
US4991757A (en) Sock applying device
US20110226821A1 (en) Footwear kit for physically disabled persons
US20070145086A1 (en) Self-help devie for handling socks, supporet stockings and stockings in general
US5632424A (en) Sock donning assist device
US9072397B2 (en) Compression sock aid
NL1030108C2 (nl) Een doe-het-zelf pakket en de onderdelen waarmee een Eikelontbloter gemaakt kan worden.
NL1027388C2 (nl) De onderdelen waarmee een Eikelontbloter gemaakt kan worden samengebracht in een doe-het-zelf pakket.
NL1025879C2 (nl) Eikelontbloter.
NL1028984C1 (nl) Eikelontbloter.
US5692241A (en) Necktie forming device
US20080021267A1 (en) Glans-Stripper Apparatus To Hold The Tucked Up Foreskin At The Root Of The Erect Penis
US9451843B2 (en) Insertion aids
MX2011002219A (es) Dispositivo para abrir y cerrar una cremallera.
US20170172257A1 (en) Adjustable and Interchangeable Shoe Fastening Device and Methods of Use
KR20120117619A (ko) 파워 워킹 보조기
CN208770765U (zh) 脚踏式下肢康复训练装置

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20060608

PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20091101