NL1029912C2

NL1029912C2 - Steerable wheel controlling system for trailer, has pre stressing unit, and hydraulic circuit, where pre stressing unit and central filler hole of hydraulic circuit are mounted on pumping span for storing pressurized hydraulic fluid

Info

Publication number: NL1029912C2
Application number: NL1029912A
Authority: NL
Inventors: Ruth Van Den Berg
Original assignee: Konink Nooteboom Trailers B V
Priority date: 2004-09-09
Filing date: 2005-09-09
Publication date: 2008-11-24
Also published as: NL1029912A1

Abstract

The system has a pressure sensor for sensing movement of a trailer towing vehicle. The pressure sensor provides a response signal to a hydraulic circuit, and a controllable hydraulic wheel interacts with a hydraulic control unit (12). A pre stressing unit (35) of a stock holder (22) and a central filler hole (38) of the hydraulic circuit are mounted on a pumping span (21) for storing pressurized hydraulic fluid, where the pump is controlled by pressure in the pressure sensor. An independent claim is also included for a trailer comprising a chassis.

Description

STUURSYSTEEM VOOR EEN AANHANGER, ALSMEDE DAARMEE UITGERUSTE AANHANGERSTEERING SYSTEM FOR A TRAILER, AND A TRAILER EQUIPPED FOR THAT

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het sturen van bestuurbare wielen van een aanhanger als beschreven in de aanhef van conclusie 1. Een dergelijk stuursysteem is bekend uit aanvraagsters eerdere Europese 5 octrooischrift 0 546 636.The invention relates to a system for steering steerable wheels of a trailer as described in the preamble of claim 1. Such a steering system is known from applicant's earlier European patent specification No. 0 546 636.

Het bekende stuursysteem, dat met name toegepast wordt bij opleggers en aanhangwagens, omvat twee hydraulische cilinder/zuiger-combinaties aan de voorzijde van de oplegger of aanhangwagen. In het geval van een oplegger zijn deze 10 cilinder/zuiger-combinaties zodanig verbonden met de koppelschotel van een trekkend voertuig, dat een beweging van de koppelschotel, wanneer het trekkend voertuig van richting r isicit tot hst intirekken of uitstoken von de zuigers. Bij een aanhangwagen als getoond in het genoemde 15 octrooischrift EP 0 546 636 zijn de cilinder/zuiger- combinaties verbonden met het draaibare assenstel aan de voorzijde, dat via een disselboom met het trekkend voertuig is verbonden. De cilinder/zuiger-combinaties zijn opgenomen in een hydraulisch circuit dat zich uitstrekt vanaf de 20 voorzijde van de oplegger of aanhangwagen naar de bestuurbare achterwielen. Ter plaatse van deze wielen zijn eveneens cilinder/zuiger-combinaties aangebracht, die werkzaam verbonden zijn met de bestuurbare wielen. Door een geschikte verbinding van de cilinderruimten aan de verschillende zijden 25 van de zuigers wordt een verplaatsing van de zuigers aan de voorzijde van de oplegger of aanhangwagen omgezet in een verplaatsing van de zuigers bij de bestuurbare achterwielen. Op deze wijze krijgen de achterwielen een stuuruitslag, waardoor de oplegger of aanhanger bij het rijden het trekkend 30 voertuig nauwkeurig volgt, en de manoeuvreerbaarheid van de 1029912 2 combinatie van trekkend voertuig en oplegger of aanhangwagen verbeterd wordt.The known steering system, which is used in particular for trailers and trailers, comprises two hydraulic cylinder / piston combinations at the front of the trailer or trailer. In the case of a semi-trailer, these cylinder / piston combinations are connected to the coupling plate of a towing vehicle in such a way that movement of the coupling plate when the towing vehicle is moving from or towards the pistons. With a trailer as shown in the aforementioned patent EP 0 546 636, the cylinder / piston combinations are connected to the front axle swivel set, which is connected to the towing vehicle via a drawbar. The cylinder / piston combinations are included in a hydraulic circuit that extends from the front of the trailer or trailer to the steerable rear wheels. At the location of these wheels, cylinder / piston combinations are also arranged, which are operatively connected to the steerable wheels. A suitable connection of the cylinder spaces on the different sides of the pistons converts a displacement of the pistons at the front of the trailer or trailer into a displacement of the pistons at the steerable rear wheels. In this way, the rear wheels get a steering angle, whereby the trailer or trailer accurately follows the towing vehicle when driving, and the maneuverability of the combination of towing vehicle and trailer or trailer is improved.

Naast het automatisch volgen van de richtingverandering van het trekkend voertuig, is het bekende 5 stuursysteem meestal ook ingericht om de wielen van de oplegger of aanhangwagen een voor een bepaalde manoeuvre gewenste stuuruitslag te kunnen geven, die niet overeenkomt met de stuuruitslag die zou volgen uit de stand van het trekkend voertuig, respectievelijk het voorassenstel van de 10 aanhangwagen. Zo kan de oplegger of aanhangwagen eenvoudig gemanoeuvreerd worden om bijvoorbeeld een lading op te nemen of te lossen. Ook kunnen op deze wijze stuurcorrecties uitgevoerd worden, bijvoorbeeld bij het rijden over een rotonde. Daartoe is het stuursysteem verder voorzien van een 15 door een gebruiker te bedienen pomp en een stelsel van bestuurbare kleppen, waardoor hydraulische vloeistof in een gewenste richting door het circuit kan worden gepompt, teneinde de bestuurbare wielen in een bepaalde stand te dwingen.In addition to automatically following the change of direction of the towing vehicle, the known steering system is usually also adapted to be able to give the wheels of the trailer or trailer a steering result desired for a particular maneuver, which does not correspond to the steering result that would follow from the position of the towing vehicle or the front axle set of the trailer. The trailer or trailer can thus be easily maneuvered to, for example, pick up or unload a load. Steering corrections can also be made in this way, for example when driving over a roundabout. To that end, the control system is further provided with a pump to be operated by a user and a system of controllable valves, through which hydraulic fluid can be pumped through the circuit in a desired direction in order to force the controllable wheels into a certain position.

20 Een probleem dat zich bij dergelijke hydraulische stuursystemen voordoet, is dat de daarin heersende druk sterk kan variëren door invloeden van buitenaf. Met name een verandering van de omgevingstemperatuur heeft direct gevolgen voor de druk van de hydraulische vloeistof in het circuit. Zo 25 bedraagt de gemiddelde drukverandering in stuursystemen volgens gegevens van de aanvraagster 40 bar per 7° temperatuurverschil. Dit brengt met zich mee dat, wanneer een aanhanger gedurende enige tijd bij lage temperaturen buiten geparkeerd is, de hydraulische druk van een ingestelde 30 nominale waarde kan zijn afgenomen tot een fractie daarvan. Wanneer echter de druk in het stuursysteem te ver zakt, wordt de hydraulische vloeistof enigszins samendrukbaar, door de aanwezigheid van lucht in die vloeistof. Dit leidt tot een 3 minder stabiel stuurgedrag; de stuuruitslag wordt minder nauwkeurig en kan worden beïnvloed door bijvoorbeeld oneffenheden in de weg of spoorvorming, hetgeen tot gevaarlijke situaties kan leiden. Deze samendrukbaarheid 5 verdwijnt wanneer er weer enige tijd met de aanhanger gereden is, waarbij de temperatuur van de hydraulische vloeistof weer toeneemt.A problem that arises with such hydraulic control systems is that the pressure prevailing therein can vary considerably due to external influences. In particular, a change in the ambient temperature has direct consequences for the pressure of the hydraulic fluid in the circuit. Thus, according to the applicant's data, the average pressure change in control systems is 40 bar per 7 ° temperature difference. This implies that when a trailer has been parked outside at low temperatures for some time, the hydraulic pressure may have decreased from a set nominal value to a fraction thereof. However, when the pressure in the control system drops, the hydraulic fluid becomes somewhat compressible due to the presence of air in that fluid. This leads to a less stable steering behavior; the steering angle becomes less accurate and can be influenced by, for example, unevenness in the road or track formation, which can lead to dangerous situations. This compressibility disappears when the trailer has been driven for some time again, whereby the temperature of the hydraulic fluid increases again.

Een hiermee samenhangend probleem is dat stuursystemen van deze soort volgens de wet voorzien moeten 10 zijn van een waarschuwingssysteem dat de gebruiker door middel van bijvoorbeeld een lichtsignaal attendeert op storingen in het hydraulisch circuit. Een dergelijk waarschuwingssysteem reageert op drukverlies, maar dus ook op een door lage buitentemperaturen veroorzaakte drukverlaging 15 in het circuit. Omdat deze situatie zich in de praktijk vaak elke wintermorgen voordoet, wanneer het voertuig bij lage temperatuur een nacht stilgestaan heeft, bestaat het risico dat de gebruiker na verloop van tijd geen acht meer zal slaan op de waarschuwing, hetgeen bij daadwerkelijke storingen tot 20 gevaarlijke situaties kan leiden.A related problem is that, according to the law, steering systems of this type must be provided with a warning system that draws the user's attention to faults in the hydraulic circuit by means of, for example, a light signal. Such a warning system responds to pressure loss, but therefore also to a pressure reduction in the circuit caused by low outside temperatures. Because in practice this situation often occurs every winter morning, when the vehicle has been stationary one night at low temperatures, there is a risk that the user will no longer heed the warning over time, which in the event of actual malfunctions leads to dangerous situations. can lead.

De uitvinding heeft derhalve tot doel een stuursysteem van de in de aanhef beschreven soort zodanig te verbeteren, dat deze problemen zich niet meer voordoen. Volgens de uitvinding wordt dit bij een dergelijk systeem 25 bereikt, door de maatregelen als beschreven in het kenmerk van conclusie 1. De toevoeging van dergelijke automatische voorspanmiddelen aan het stuursysteem leidt ertoe, dat de hydraulische druk in het stuurcircuit altijd - binnen bepaalde grenzen - een constante waarde zal hebben, waardoor 30 het stuurgedrag van de aanhanger beter voorspelbaar en dus veiliger wordt. Met behulp van de voorspanpomp kan de hoeveelheid hydraulische vloeistof in het circuit en daarmee de druk eenvoudig op peil gehouden worden.The invention therefore has for its object to improve a control system of the type described in the preamble such that these problems no longer occur. According to the invention this is achieved with such a system by the measures as described in the characterizing part of claim 1. The addition of such automatic biasing means to the control system results in the hydraulic pressure in the control circuit always - within certain limits - constant value, making the steering behavior of the trailer more predictable and therefore safer. With the aid of the pre-tensioning pump, the amount of hydraulic fluid in the circuit and thus the pressure can easily be maintained.

44

Opgemerkt wordt dat uit het Duitse octrooischrift 20 51 966 reeds een stuursysteem voor een aanhanger bekend is waarbij gebruik gemaakt wordt van een intermitterend door het pneumatisch remsysteem aangedreven voorspanpomp voor het op 5 een bepaalde druk houden van het hydraulisch circuit. Daarbij is echter geen sprake van een handbesturing.It is noted that a steering system for a trailer is already known from German patent specification 20 51 966, wherein use is made of an intermittent bias pump driven by the pneumatic brake system for keeping the hydraulic circuit at a certain pressure. However, this does not involve manual control.

Bij voorkeur fungeert de pomp van de handbesturingsmiddelen tevens als voorspanpomp. Zo kan het aantal extra onderdelen ten behoeve van de voorspanmiddelen 10 worden beperkt. Met voordeel omvat deze pomp een elektrische aandrijving.The hand control means pump preferably also functions as a biasing pump. The number of additional components for the biasing means 10 can thus be limited. This pump advantageously comprises an electric drive.

Bij deze uitvoeringsvorm van het stuursysteem volgens de uitvinding is in het hydraulisch circuit ten minste één sensor opgenomen voor het waarnemen van de daarin heersende 15 druk, en is de pomp bestuurbaar met de druksensor verbonden en is deze ingericht om hydraulische vloeistof van de voorraadhouder naar de centrale vulopening te pompen wanneer de druksensor een te lage druk in het circuit signaleert. Zo wordt een betrouwbaar werkend voorspanmechanisme verkregen.In this embodiment of the control system according to the invention at least one sensor is included in the hydraulic circuit for detecting the pressure prevailing therein, and the pump is controllably connected to the pressure sensor and is adapted to transfer hydraulic fluid from the storage container to the central filling opening when the pressure sensor signals a low pressure in the circuit. A reliable working biasing mechanism is thus obtained.

20 Bij een andere uitvoeringsvorm van het stuursysteem, die minder onderdelen en elektronica vergt en dus eenvoudiger en tegen lagere kosten te realiseren is, is de pomp ingericht om periodiek hydraulische vloeistof van de voorraadhouder naar de centrale vulopening te pompen. Een bijzonder 25 eenvoudige regeling wordt in dat geval bereikt, wanneer de pomp periodiek bediend wordt op basis van de werking van het stuursysteem en/of een remsysteem van de aanhanger. Zo wordt gewaarborgd dat bij gebruik van de aanhanger, dat altijd gepaard gaat met stuurbewegingen en remacties, het 30 hydraulisch circuit van het stuursysteem automatisch op de gewenste druk wordt gebracht.In another embodiment of the control system, which requires fewer parts and electronics and is therefore easier and at a lower cost to realize, the pump is adapted to periodically pump hydraulic fluid from the storage container to the central filling opening. A particularly simple control is achieved in that case if the pump is periodically operated on the basis of the operation of the steering system and / or a trailer braking system. This ensures that when the trailer is used, which is always accompanied by steering movements and braking actions, the hydraulic circuit of the steering system is automatically brought to the desired pressure.

Een constructief eenvoudige en robuuste uitvoering van de voorspanmiddelen wordt bereikt, wanneer de pomp een 5 pneumatische aandrijving omvat. Wanneer daarbij de pomp in een richting pneumatisch bedienbaar is, en verende terugstelmiddelen omvat, wordt het aantal leidingen en kleppen voor het aansturen van de pomp geminimaliseerd. Bij 5 voorkeur is de pomp verbonden met een pneumatisch circuit van het remsysteem, zodat daarvoor geen afzonderlijke voorzieningen nodig zijn. Omdat aanhangers in de praktijk altijd over een pneumatisch remsysteem beschikken, is de aandrijving van de pomp zo onder alle omstandigheden 10 gewaarborgd.A structurally simple and robust design of the biasing means is achieved when the pump comprises a pneumatic drive. When the pump is thereby pneumatically operable in one direction and comprises resilient resetting means, the number of pipes and valves for controlling the pump is minimized. The pump is preferably connected to a pneumatic circuit of the brake system, so that no separate provisions are required for this. Because trailers in practice always have a pneumatic braking system, the drive of the pump is thus guaranteed under all circumstances.

Anderzijds kan de pomp ook een zuiver mechanische aandrijving omvatten, waardoor geen externe energiebronnen nodig zijn. Met name kan dan de pomp mechanisch met een beweegbaar onderdeel van het stuursysteem verbonden zijn. Zo 15 kan elke stuurbeweging van de aanhanger worden gebruikt voor het op spanning brengen van het hydraulisch circuit.On the other hand, the pump can also comprise a purely mechanical drive, so that no external energy sources are required. In particular, the pump can then be mechanically connected to a movable part of the control system. Thus, any steering movement of the trailer can be used to tension the hydraulic circuit.

Het stuursysteem is bij voorkeur voorzien van ten minste één met de pomp verbonden accumulator voor het onder druk opslaan van hydraulische vloeistof. Zo wordt gewaarborgd 20 dat de voorspanmiddelen onder alle omstandigheden hydraulische druk leveren, ook als de pomp niet werkzaam is.The control system is preferably provided with at least one accumulator connected to the pump for storing hydraulic fluid under pressure. It is thus ensured that the biasing means provide hydraulic pressure under all circumstances, even when the pump is not operating.

De pomp is bij voorkeur ingericht voor het opwekken van een druk die hoger is dan een tijdens een stuurbeweging in een deel van het circuit optredende minimale druk. Zo kan 25 tijdens stuurbewegingen, wanneer in een deel van het circuit een verhoogde werkdruk heerst, terwijl in een ander deel een dienovereenkomstig verlaagde druk heerst, hydraulische vloeistof in het circuitdeel met verlaagde druk worden geperst. Aan het eind van de stuurbeweging, wanneer de wielen 30 van de aanhanger weer rechtgezet worden, worden de drukverhoudingen omgekeerd, en kan in het andere deel van het circuit vloeistof onder druk worden toegevoerd.The pump is preferably adapted to generate a pressure that is higher than a minimum pressure occurring in a part of the circuit during a control movement. Thus, during control movements, when an increased operating pressure prevails in one part of the circuit, while a correspondingly reduced pressure prevails in another part, hydraulic fluid can be pressed into the circuit part with reduced pressure. At the end of the steering movement, when the wheels 30 of the trailer are straightened again, the pressure ratios are reversed, and pressurized liquid can be supplied in the other part of the circuit.

66

Wanneer daarbij het circuit naar en van het ten minste ene hydraulische bedieningselement lopende leidingen omvat, en tussen die leidingen en de centrale vulopening terugslagkleppen zijn aangebracht, die slechts een 5 hydraulische vloeistofstroom van de centrale vulopening naar de betreffende leiding toelaten, kan de door de pomp toegevoerde vloeistof het circuit niet meer verlaten, zodat de druk daarin definitief verhoogd wordt.If, in this case, the circuit comprises lines leading to and from the at least one hydraulic operating element, and non-return valves are arranged between those lines and the central filling opening, which only allow a hydraulic flow of liquid from the central filling opening to the relevant line, the flow through the pump supplied liquid no longer leaves the circuit, so that the pressure therein is definitively increased.

Teneinde te voorkomen dat door de regelmatige 10 drukverhoging als gevolg van het aanslaan van de pomp de druk in het hydraulisch circuit te ver toeneemt, is het stuursysteem volgens de uitvinding met voordeel voorzien van ten minste één tussen de pomp en de centrale vulaansluiting geplaatste overdrukklep.In order to prevent the pressure in the hydraulic circuit from increasing too much as a result of the regular pressure increase as a result of the pump starting, the control system according to the invention is advantageously provided with at least one pressure relief valve placed between the pump and the central filling connection.

15 De uitvinding heeft ook betrekking op voorspanmiddelen voor toepassing in een stuursysteem als hiervoor beschreven.The invention also relates to biasing means for use in a control system as described above.

Tenslotte heeft de uitvinding nog betrekking op een aanhanger waarin dit type stuursysteem wordt toegepast. Een 20 dergelijke aanhanger, die op conventionele wijze een chassis met een aantal wielen, waarvan althans een deel bestuurbaar is, en nabij de voorzijde van het chassis aangebrachte middelen voor het koppelen daarvan aan een trekkend voertuig omvat, wordt dus volgens de uitvinding gekenmerkt door een 25 stuursysteem als hiervoor beschreven.Finally, the invention also relates to a trailer in which this type of steering system is used. Such a trailer, which in a conventional manner comprises a chassis with a number of wheels, at least a part of which is steerable, and means arranged for coupling it to a towing vehicle arranged near the front of the chassis, is thus characterized according to the invention by a 25 steering system as described above.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening, waarin overeenkomstige onderdelen aangeduid zijn met dezelfde verwijzingscijfers, en waarin: 30 Fig. 1 een principe-schema toont van een eerste uitvoeringsvorm van het stuursysteem volgens de uitvinding, waarbij de voorspanmiddelen een pneumatische pomp omvatten, 7The invention is now elucidated on the basis of a number of examples, wherein reference is made to the appended drawing, in which corresponding parts are designated with the same reference numerals, and in which: 1 shows a principle diagram of a first embodiment of the control system according to the invention, wherein the biasing means comprise a pneumatic pump, 7

Fig. 2 een detail op vergrote schaal is van het stuursysteem van fig. 1,FIG. 2 is an enlarged detail of the control system of FIG. 1,

Fig. 3 een schema toont van een variant van de voorspanmiddelen van fig. 1 en 2, 5 Fig. 4 een principe-schema toont van een tweede uitvoeringsvorm van het stuursysteem, waarbij de voorspanmiddelen een elektrische pomp omvatten,FIG. 3 shows a diagram of a variant of the biasing means of FIGS. 1 and 2, FIG. 4 shows a principle diagram of a second embodiment of the control system, wherein the biasing means comprise an electric pump,

Fig. 5 een met fig. 4 overeenkomend schema is van een variant van de tweede uitvoeringsvorm, en 10 Fig. 6 een principe-schema is van een derde uitvoeringsvorm van het stuursysteem, waarbij de voorspanmiddelen een mechanisch aangedreven pomp omvatten.FIG. 5 is a diagram corresponding to FIG. 4 of a variant of the second embodiment, and FIG. 6 is a principle diagram of a third embodiment of the control system, wherein the biasing means comprise a mechanically driven pump.

Een systeem 1 voor het sturen van een paar bestuurbare wielen 2 van een aanhanger 3 (fig. 1) omvat twee 15 elementen 4 voor het opnemen van bewegingen van een de aanhanger 3 trekkend voertuig (hier niet getoond). Deze opneemelementen 4 worden elk gevormd door een cilinder 5 met daarin een zuiger 6, die de cilinder 5 verdeelt in twee kamers 7, 8. Op elke kamer 7, 8 is een leiding 9, 10 20 aangesloten, die onderdeel vormt van een hydraulisch circuit 11.A system 1 for steering a pair of steerable wheels 2 of a trailer 3 (Fig. 1) comprises two elements 4 for recording movements of a vehicle pulling the trailer 3 (not shown here). These receiving elements 4 are each formed by a cylinder 5 with a piston 6 therein, which divides the cylinder 5 into two chambers 7, 8. A pipe 9, 10 is connected to each chamber 7, 8 and forms part of a hydraulic circuit 11.

Dit hydraulisch circuit 11 leidt naar een tweetal hydraulische bedieningselementen 12, die elk verbonden zijn met één van de bestuurbare wielen 2. Elk hydraulisch 25 bedieningselement 12 wordt weer gevormd door een cilinder 13, waarin een zuiger 14 beweegbaar is opgenomen. De zuiger 14 verdeelt de cilinder 13 in twee kamers 15, 16, die elk verbonden zijn met een leiding 17, 18 van het hydraulisch circuit.This hydraulic circuit 11 leads to two hydraulic operating elements 12, each of which is connected to one of the steerable wheels 2. Each hydraulic operating element 12 is again formed by a cylinder 13, in which a piston 14 is movably received. The piston 14 divides the cylinder 13 into two chambers 15, 16, each of which is connected to a line 17, 18 of the hydraulic circuit.

30 Het hydraulisch circuit 11 omvat verder een viertal kranen 19 voor het naar keuze van elkaar loskoppelen van de opneemelementen 4 en de bedieningselementen 12.The hydraulic circuit 11 further comprises four cranes 19 for optionally disconnecting the pick-up elements 4 and the control elements 12 from each other.

88

Het hydraulisch circuit 11 is zo ontworpen, dat de beide leidingen 9 vanuit de kamers 7 van de opneemelementen 4 verbonden worden met de leidingen 17 die naar de kamers 15 van de bedieningselementen 12 lopen, terwijl de leidingen 10 5 vanuit de kamers 8 verbonden worden met de leidingen 18 naar de kamers 16. Op deze wijze worden de kamers 7, 8 en 15, 16 als het ware parallel verbonden, in de zin dat telkens een kamer voor de betreffende zuiger in de ene cilinder verbonden is met een overeenkomstige kamer voor de zuiger in de andere 10 cilinder en omgekeerd.The hydraulic circuit 11 is designed such that the two lines 9 from the chambers 7 of the pick-up elements 4 are connected to the lines 17 that run to the chambers 15 of the operating elements 12, while the lines 10 from the chambers 8 are connected to the lines 18 to the chambers 16. In this way, the chambers 7, 8 and 15, 16 are connected in a manner, as it were, in the sense that in each case a chamber for the respective piston in the one cylinder is connected to a corresponding chamber for the piston in the other 10 cylinder and vice versa.

Door deze opstelling worden, wanneer de kranen 19 zo staan dat de opneemelementen 4 en de bedieningselementen 12 met elkaar verbonden zijn, stuurbewegingen van het trekkend voertuig, die leiden tot het intrekken, respectievelijk 15 uitsteken van de zuigers 6 van de opneemelementen 4, via het hydraulisch circuit 11 doorgegeven aan de bedieningselementen 12, waarvan de zuigers 14 dan uitgestoken, respectievelijk ingetrokken worden, zodat de wielen 2 een stuuruitslag krijgen.Through this arrangement, when the cranes 19 are positioned so that the pick-up elements 4 and the control elements 12 are connected to each other, steering movements of the towing vehicle, which lead to the retraction or protrusion of the pistons 6 of the pick-up elements 4, through the hydraulic circuit 11 transmitted to the operating elements 12, the pistons 14 of which are then extended or retracted, so that the wheels 2 are given a steering angle.

20 In het getoonde voorbeeld omvat het stuursysteem 1, naast de opneemelementen 4 die er voor zorgen dat de bestuurbare wielen 2 tijdens het rijden automatisch de bewegingen van het trekkend voertuig ten opzichte van de aanhanger 3 volgen, ook middelen 20 waarmee de wielen 2 25 handmatig bestuurd kunnen worden. Dit is van belang wanneer de wielen 2 voor een bepaalde manoeuvre een andere uitslag zouden moeten hebben dan zij op basis van de stand van het trekkend voertuig innemen, bijvoorbeeld bij het rijden over een rotonde of bij nauwkeurige manoeuvres op een 30 fabrieksterrein.In the example shown, the steering system 1 comprises, in addition to the pick-up elements 4 which ensure that the steerable wheels 2 automatically follow the movements of the towing vehicle relative to the trailer 3 during driving, also means 20 with which the wheels 2 are manually can be controlled. This is important if the wheels 2 for a certain maneuver should have a different deflection than they assume on the basis of the position of the towing vehicle, for example when driving over a roundabout or during precise maneuvers on a factory site.

Deze handbesturingsmiddelen 20 omvatten een pomp 21, waarmee hydraulische vloeistof vanuit een tank 22 via een drukleiding 26 in het circuit 11 gebracht kan worden, en een 9 handmatig te bedienen stuurklep 23 waardoor de richting waarin de vloeistof in het hydraulisch circuit 11 gepompt wordt kan worden gekozen. Overigens is de handbediende stuurklep 23 hier uitgevoerd als een elektronisch bediende 5 stuurschuif met automatische middenstand, die via een bedieningspaneel of een afstandsbediening door de gebruiker ingevoerde stuurcommando's ontvangt, waardoor naar keuze één van de op de stuurschuif 23 inwerkende spoelen 24, 25 bekrachtigd kan worden.These manual control means 20 comprise a pump 21, with which hydraulic fluid can be introduced from a tank 22 via a pressure line 26 into the circuit 11, and a manually operable control valve 23 through which the direction in which the fluid is pumped into the hydraulic circuit 11 can be pumped. chosen. Incidentally, the manually operated control valve 23 is here embodied as an electronically operated control slide with automatic center position, which receives control commands entered by the user via a control panel or a remote control, whereby optionally one of the coils 24, 25 acting on the control slide 23 can be actuated. .

10 Verder omvatten de handbesturingsmiddelen 20 een stelsel van gestuurde terugslagkleppen 27 met stuurleidingen 28, waardoor de hydraulische vloeistof vanuit de stuurklep 23 naar en van de leidingen 17 of 18 kan stromen. Daarbij moet bedacht worden dat de handbesturingsmiddelen 20 zowel in 15 plaats van als in combinatie met de automatische besturing werkzaam kunnen zijn. Wanneer uitsluitend de handbesturingsmiddelen 20 gebruikt moeten worden, wordt de automatische besturing uitgeschakeld door de kranen 19 vanuit hun in fig. 1 getoonde stand om te schakelen naar een stand 20 waarin de leidingen 17, 18 van en naar de bedieningselementen 12 zijn afgesloten en de leidingen 9, 10 van en naar de opneemelementen 4 verbonden zijn met een retourleiding 29. Tenslotte omvatten ook de handbesturingsmiddelen 20 nog een retourleiding 30 vanaf de stuurklep 23 naar de tank 22.Furthermore, the manual control means 20 comprise a system of controlled non-return valves 27 with control lines 28, through which the hydraulic fluid can flow from the control valve 23 to and from the lines 17 or 18. It must be borne in mind here that the manual control means 20 can operate both instead of and in combination with the automatic control. When only the manual control means 20 are to be used, the automatic control is switched off by switching the valves 19 from their position shown in Fig. 1 to a position 20 in which the lines 17, 18 from and to the operating elements 12 are closed and the lines 9, 10 from and to the pick-up elements 4 are connected to a return line 29. Finally, the manual control means 20 also comprise a return line 30 from the control valve 23 to the tank 22.

25 De handbesturingsmiddelen 20 zijn tezamen met de kranen 19 opgenomen in een stuurblok of "manifold" 31, waarop de verschillende leidingen 9, 10, 17 en 18 van het stuursysteem 1 zijn aangesloten. In de manifold 31 zijn verder vier overdrukkleppen 32 opgenomen, waardoor bij het 30 overschrijden van een bepaalde drukwaarde, in het getoonde voorbeeld 235 bar, in één van de leidingen 9, 10, 17 of 18 de hydraulische vloeistof en druk kan ontwijken naar één van de 10 andere leidingen. Elke overdrukklep 32 is daartoe voorzien van een omloopleiding 33 met een terugslagklep 34.The manual control means 20, together with the cranes 19, are accommodated in a control block or "manifold" 31, to which the different lines 9, 10, 17 and 18 of the control system 1 are connected. Four manifold pressure valves 32 are furthermore included in the manifold 31, as a result of which when a certain pressure value is exceeded, in the example shown 235 bar, in one of the pipes 9, 10, 17 or 18 the hydraulic fluid and pressure can escape to one of the 10 other pipes. Each pressure relief valve 32 is provided for this purpose with a bypass 33 with a non-return valve 34.

Tenslotte zijn op de manifold 31 nog druksensoren 66 en testaansluitingen 67 voor de verschillende leidingen 9, 5 10, 17 en 18 aangesloten.Finally, pressure sensors 66 and test connections 67 for the various pipes 9, 10, 17 and 18 are also connected to the manifold 31.

Tot zover is het stuursysteem 1 in hoofdzaak conventioneel van opbouw.So far, the control system 1 has a substantially conventional structure.

Volgens de uitvinding is het stuursysteem 1 verder voorzien van middelen 35 voor het ten minste op een bepaalde 10 druk of voorspanning brengen van de vloeistof in het hydraulisch circuit 11. Deze voorspanmiddelen 35 omvatten in de eerste uitvoeringsvorm (fig. 2) een pneumatisch bedienbare pomp 36, die is opgenomen in een leiding 37 vanaf de (retourleiding 30 van de) tank 22 naar een centrale 15 vulopening 38 in de manifold 31.According to the invention, the control system 1 is further provided with means 35 for bringing the liquid into the hydraulic circuit at least at a certain pressure or bias. In the first embodiment (Fig. 2), these biasing means 35 comprise a pneumatically operable pump 36, which is included in a line 37 from the (return line 30 of the) tank 22 to a central filling opening 38 in the manifold 31.

De pomp 36 is hier een enkelwerkende pomp met een cilinder 39 en een daarin verplaatsbare zuiger 40, welke een luchtkamer 41 afsluit. De zuiger 40 wordt aan de van de luchtkamer 41 afgekeerde zijde belast door verende 20 terugstelmiddelen 42, hier in de vorm van een mechanische drukveer. De pomp 36 is via een leiding 43 verbonden met het pneumatisch circuit van een (hier niet getoond) remsysteem van de aanhanger 3. In de verbindingsleiding 43 is een elektrisch bedienbare, normaal geopende stuurschuif 44 25 opgenomen. Deze stuurschuif 44 is via een lijn 49 verbonden met een besturingsschakeling 45, welke een condensator 46, een relais 47 en een nabij of in de cilinder 39 van de pomp 36 geplaatste naderingsschakelaar 48 omvat.The pump 36 is here a single-acting pump with a cylinder 39 and a piston 40 displaceable therein, which closes an air chamber 41. The piston 40 is loaded on the side remote from the air chamber 41 by resilient return means 42, here in the form of a mechanical compression spring. The pump 36 is connected via a line 43 to the pneumatic circuit of a brake system of the trailer 3 (not shown here). In the connection line 43 an electrically operated, normally open control slide 44 is included. This control slide 44 is connected via a line 49 to a control circuit 45, which comprises a capacitor 46, a relay 47 and a proximity switch 48 placed near or in the cylinder 39 of the pump 36.

De werking van de voorspanmiddelen 35 is nu als 30 volgt. Onder invloed van de luchtdruk in pneumatische leiding 43 zal de luchtkamer 41 gevuld worden en de zuiger 40 van de pomp 36 naar rechts bewegen, waarbij de terugstelveer 42 wordt ingedrukt. Wanneer de zuiger 40 de schakelaar 48 11 nadert, wordt deze gesloten, waardoor het relais 47 wordt bekrachtigd en de lijn 4 9 stroomvoerend wordt. De stuurschuif 44 wordt dan bekrachtigd en beweegt naar de gesloten stand, terwijl de condensator 46 wordt opgeladen. Door de 5 verplaatsing van de stuurschuif 44 wordt de kamer 41 verbonden met een ontluchtingsopening 50 en wordt de zuiger 40 door de veer 42 teruggedrukt naar links. Daarbij ontstaat rechts van de zuiger 40 een onderdruk, waardoor hydraulische vloeistof via de leiding 37 en door een bijvoorbeeld op een 10 waarde van 0,2 bar voorgespannen terugslagklep 51 uit de tank 22 wordt gezogen. Deze vloeistof vult de ruimte in de cilinder 39 voor de zuiger 40.The operation of the biasing means 35 is now as follows. Under the influence of the air pressure in pneumatic line 43, the air chamber 41 will be filled and the piston 40 of the pump 36 will move to the right, the return spring 42 being depressed. When the piston 40 approaches the switch 48 11, it is closed, thereby energizing the relay 47 and the line 4 becoming live. The control slide 44 is then energized and moves to the closed position while the capacitor 46 is being charged. As a result of the displacement of the control slide 44, the chamber 41 is connected to a vent opening 50 and the piston 40 is pushed back by the spring 42 to the left. A vacuum is created to the right of the piston 40, as a result of which hydraulic fluid is sucked out of the tank 22 via the line 37 and a non-return valve 51, for example, biased at a value of 0.2 bar. This liquid fills the space in the cylinder 39 for the piston 40.

De naderingsschakelaar 48 is door het verwijderen van de zuiger 40 dan weer geopend, waardoor ook het relais 47 15 terugvalt. Op dat moment wordt de stuurschuif 44 in zijn gesloten stand gehouden door de stroom vanuit de zich ontladende condensator 46. Wanneer deze condensator geheel ontladen is, wordt de stuurschuif 44 weer naar zijn open stand bewogen, en wordt de kamer 41 weer met druklucht 20 gevuld. Hierdoor beweegt de zuiger 40 weer naar rechts, en perst deze de aangezogen vloeistof in de leiding 37. Wanneer de zuiger 40 de schakelaar 48 weer dicht genoeg genaderd is, herhaalt zich de hiervoor beschreven cyclus.The proximity switch 48 is then opened again by removing the piston 40, as a result of which the relay 47 also falls back. At that time, the control slide 44 is held in its closed position by the current from the discharging capacitor 46. When this capacitor is completely discharged, the control slide 44 is moved back to its open position, and the chamber 41 is again filled with compressed air 20. . As a result, the piston 40 moves to the right again and presses the sucked liquid into the line 37. When the piston 40 is close enough to the switch 48, the above-described cycle is repeated.

Zodra de druk in de leiding 37 hoger is dan die in 25 het hydraulisch circuit 11 - hetgeen al vrij snel het geval zal zijn wanneer de hydraulische druk door lage buitentemperaturen is gezakt tot de waarden (2 a 3 bar) waarvoor de voorspanmiddelen 35 nu juist bedoeld zijn - wordt de vloeistof vanuit de leiding 37 via de centrale vulopening 30 38 in de manifold 31 geperst. Daar verdeelt deze zich via de omloopleidingen 33 over de verschillende hydraulische leidingen 9, 10, 17 en 18. Hierdoor wordt dus de druk in het hydraulisch circuit 11 verhoogd. Dit op druk brengen van het 12 hydraulisch circuit 11 gaat door zo lang de druk kan worden opgebracht door de pneumatische pomp 36.As soon as the pressure in the line 37 is higher than that in the hydraulic circuit 11 - which will soon be the case when the hydraulic pressure has fallen due to low outside temperatures to the values (2 to 3 bar) for which the biasing means 35 are correct. - the liquid is pressed from the line 37 through the central filling opening 38 into the manifold 31. There it distributes via the bypass lines 33 over the different hydraulic lines 9, 10, 17 and 18. This means that the pressure in the hydraulic circuit 11 is thus increased. This pressurizing of the 12 hydraulic circuit 11 continues as long as the pressure can be applied by the pneumatic pump 36.

Deze drukwaarde hoeft overigens niet bijzonder hoog te zijn, en kan bijvoorbeeld 5 a 10 bar bedragen. Reeds bij 5 dergelijke relatief beperkte drukken begint het hydraulisch stuursysteem 1 al weer redelijk te functioneren. Bovendien neemt, wanneer het stuursysteem 1 gebruikt wordt tijdens het rijden met de aanhanger 3, de druk in het hydraulisch circuit 11 met iedere stuurbeweging iets toe, zodat - uitgaande van 10 de voorspanwaarde - de druk vrij snel de nominale waarde van bijvoorbeeld 30 bar zal bereiken.This pressure value does not have to be particularly high, and may, for example, be 5 to 10 bar. Already at such relatively limited pressures, the hydraulic steering system 1 already starts to function reasonably well again. Moreover, when the steering system 1 is used while traveling with the trailer 3, the pressure in the hydraulic circuit 11 increases slightly with each steering movement, so that - starting from the pre-stressing value - the pressure will quite rapidly reach the nominal value of, for example, 30 bar to achieve.

Deze druktoename is als volgt te verklaren. Wanneer het trekkend voertuig een stuurbeweging initieert, bijvoorbeeld een bocht naar rechts, zullen de zuigers 6 van 15 de opneemelementen 4 naar rechts bewegen. Het doel van het stuursysteem 1 is dat hierdoor ook de zuigers 14 van de hydraulische bedieningselementen 12 en daarmee de wielen 2 in beweging gebracht worden. Doordat de wielen 2 weerstand ondervinden, zal de druk in de kamer 8 van de rechter 20 cilinder 5 en achter de zuiger 7 van de linker cilinder 5 tijdelijk toenemen. Tegelijkertijd neemt de druk in de kamer 8 van de linker cilinder 5 en achter de zuiger 7 van de rechter cilinder 5 dienovereenkomstig af.This pressure increase can be explained as follows. When the towing vehicle initiates a steering movement, for example a bend to the right, the pistons 6 of the pick-up elements 4 will move to the right. The purpose of the steering system 1 is that this also causes the pistons 14 of the hydraulic operating elements 12 and thus the wheels 2 to move. Because the wheels 2 encounter resistance, the pressure in the chamber 8 of the right-hand cylinder 5 and behind the piston 7 of the left-hand cylinder 5 will temporarily increase. At the same time, the pressure in the chamber 8 of the left cylinder 5 and behind the piston 7 of the right cylinder 5 decreases accordingly.

In de leiding 10 die met de rechter cilinder 5 25 verbonden is zal dus ook de hogere druk heersen, terwijl de vloeistof in de leiding 10 vanuit de linker cilinder 5 onder een lagere druk staat. Omgekeerd zal in de leiding 9 vanuit de linker cilinder 5 een hogere en in de leiding 9 vanuit de rechter cilinder 5 een lagere druk heersen. Deze effecten 30 worden nog versterkt wanneer de stuurbeweging snel is, en de weerstand van de leidingen 9, 10, 17, 18 een rol gaat spelen. De drukverhouding in de leidingen 9, 10 wordt via de manifold 31 doorgegeven aan de overeenkomstige leidingen 17, 18.The higher pressure will therefore also prevail in the pipe 10 which is connected to the right-hand cylinder 5, while the liquid in the pipe 10 from the left-hand cylinder 5 is under a lower pressure. Conversely, a higher pressure will prevail in the pipe 9 from the left-hand cylinder 5 and a lower pressure in the pipe 9 from the right-hand cylinder 5. These effects 30 are further enhanced when the steering movement is fast, and the resistance of the lines 9, 10, 17, 18 starts to play a role. The pressure ratio in the pipes 9, 10 is passed on via the manifold 31 to the corresponding pipes 17, 18.

1313

Wanneer nu de relatief lage druk in de leidingen 9, 10, 17 en 18 lager wordt dan de druk in de leiding 37, zal hydraulische vloeistof door de centrale vulopening 38 in de manifold 31 stromen, en vandaar door de omloopleidingen 33 5 met de terugslagkleppen 34 naar de betreffende delen van het hydraulisch circuit 11 waarin de relatief lage druk heerst.If now the relatively low pressure in the pipes 9, 10, 17 and 18 becomes lower than the pressure in the pipe 37, hydraulic fluid will flow through the central filling opening 38 into the manifold 31, and hence through the bypass pipes 33 with the non-return valves. 34 to the relevant parts of the hydraulic circuit 11 in which the relatively low pressure prevails.

Aan het eind van de stuurbeweging, wanneer het trekkend voertuig weer recht voor de aanhanger 3 komt en dus de wielen 2 weer rechtgezet moeten worden, zullen de 10 drukverhoudingen precies omgekeerd zijn. Op dat moment zal dus in een ander deel van het circuit 11 een lagere druk heersen dan in de leiding 37, zodat weer hydraulische vloeistof via de vulopening 38 in het circuit 11 geperst wordt en zich via de omloopleidingen 33 en de 15 terugslagkleppen 34 verspreidt.At the end of the steering movement, when the towing vehicle is again straight in front of the trailer 3 and therefore the wheels 2 have to be straightened again, the pressure ratios will be exactly reversed. At that moment, therefore, a lower pressure will prevail in another part of the circuit 11 than in the line 37, so that again hydraulic fluid is pressed into the circuit 11 via the filling opening 38 and spreads via the bypass lines 33 and the non-return valves 34.

Door de aanwezigheid van de terugslagkleppen 34 wordt de hydraulische vloeistof die eenmaal in het circuit 11 geperst is daarin vastgehouden. Met het toenemen van de hoeveelheid vloeistof in het circuit 11 neemt ook de druk 20 daarin toe, totdat uiteindelijk de druk een zodanige waarde bereikt, dat de relatief lage druk in delen van het circuit 11 tijdens stuurbewegingen toch nog hoger is dan de druk in de leiding 37.Due to the presence of the check valves 34, the hydraulic fluid once pressed into the circuit 11 is retained therein. As the quantity of liquid in the circuit 11 increases, the pressure 20 therein also increases, until finally the pressure reaches such a value that the relatively low pressure in parts of the circuit 11 during steering movements is still higher than the pressure in the circuit. line 37.

Bij een variant van de hiervoor beschreven 25 uitvoeringsvorm (fig. 3) wordt de stuurschuif 44 niet bediend op basis van de bewegingen van de zuiger 40 van de pomp 36, maar op basis van remacties van de aanhanger 3. Hiertoe is de stuurschuif 44 pneumatisch bedienbaar, en is deze via een luchtleiding 52 verbonden met een zogeheten remmenteller 53. 30 Deze remmenteller houdt het aantal remacties bij en zet na een bepaald aantal remacties de luchtleiding 52 tijdelijk onder druk, waardoor de stuurschuif 44 naar zijn gesloten stand (in de tekening naar rechts) wordt bewogen. De kamer 41 14 wordt dan ontlucht en de zuiger 40 wordt door de veer 42 teruggedrukt naar links, zodat de pomp 36 hydraulische vloeistof aanzuigt. Na een bepaalde tijd, die op de remmenteller 53 kan worden ingesteld, wordt de leiding 52 5 weer ontlucht. De stuurschuif 44 beweegt dan dus weer naar zijn open stand en de kamer 41 wordt weer met perslucht gevuld, waardoor de vloeistof in de leiding 37 op druk gebracht wordt. Omdat tijdens het rijden met de aanhanger 3 met grote regelmaat geremd zal worden, wordt ook op deze 10 wijze voldoende hydraulische druk opgebouwd in de leiding 37 om het hydraulisch circuit 11 op de gewenste druk te brengen.In a variant of the above-described embodiment (Fig. 3), the control slide 44 is not operated on the basis of the movements of the piston 40 of the pump 36, but on the basis of braking actions of the trailer 3. For this purpose, the control slide 44 is pneumatic is operable and is connected via an air line 52 to a so-called brake counter 53. This brake counter keeps track of the number of braking actions and, after a certain number of braking actions, temporarily pressurizes the air line 52, whereby the control slide 44 to its closed position (in the drawing) to the right). The chamber 41 14 is then vented and the piston 40 is pushed back by the spring 42 to the left, so that the pump 36 sucks in hydraulic fluid. After a certain time which can be set on the brake counter 53, the line 52 is vented again. The control slide 44 then moves back to its open position and the chamber 41 is again filled with compressed air, whereby the liquid in the line 37 is pressurized. Because during driving with the trailer 3 braking will be carried out with great regularity, sufficient hydraulic pressure is also built up in the line 37 in this way to bring the hydraulic circuit 11 to the desired pressure.

In plaats van een afzonderlijke pneumatische bedienbare pomp 36 kunnen de voorspanmiddelen 35 ook gebruik maken van de elektrisch aangedreven pomp 21 die reeds in het 15 stuursysteem 1 aanwezig is voor de handbesturing (fig. 4). In dat geval is de persleiding 26 vanaf pomp 21 via de leiding 37 verbonden met een accumulator 57, waarin hydraulische vloeistof onder druk kan worden opgeslagen, om vanuit deze accumulator 57 geleidelijk te worden aangeboden aan de 20 centrale vulopening 38. In de leiding 37 is een elektrisch bedienbare, normaal gesloten stuurschuif 54 aangebracht, die bestuurd wordt door een schakeling 55. Verder is in de leiding 37 achter de klep 54 een druksensor 56 opgenomen, die signaalgevend verbonden is met de besturingsschakeling 55. De 25 leiding 37 is via een aftakleiding 58 met daarin een overdrukklep 59, die bijvoorbeeld bij een druk van 10 bar opent, verbonden met de retourleiding 30 naar de tank 22. De besturingsschakeling 55, die een tweetal relais 60, 61 en een condensator 62 omvat, bedient niet slechts de stuurschuif 54, 30 maar ook de voeding van de motor 63 van de pomp 21.Instead of a separate pneumatically operated pump 36, the biasing means 35 can also make use of the electrically driven pump 21 which is already present in the control system 1 for manual control (Fig. 4). In that case the pressure line 26 is connected from pump 21 via line 37 to an accumulator 57, in which hydraulic fluid can be stored under pressure, so as to be gradually supplied from this accumulator 57 to the central filling opening 38. In line 37 an electrically operated, normally closed control slide 54 is provided, which is controlled by a circuit 55. Furthermore, a pressure sensor 56 is included in the line 37 behind the valve 54, which pressure signal is connected to the control circuit 55. The line 37 is via a branch line 58 having an overpressure valve 59 therein which opens, for example, at a pressure of 10 bar, connected to the return line 30 to the tank 22. The control circuit 55, which comprises two relays 60, 61 and a capacitor 62, not only serves the control slide 54 , But also the power supply of the motor 63 of the pump 21.

De werking van deze uitvoeringsvorm van de voorspanmiddelen is als volgt. Wanneer de druk in de leiding 37 minder is dan een bepaalde waarde, bijvoorbeeld 4 bar, 15 wordt de drukschakelaar 56 gesloten, waardoor een lijn 64 van de besturingsschakeling 55 stroomvoerend wordt. Hierdoor wordt het eerste relais 60 bekrachtigd en de condensator 62 opgeladen. Door het bekrachtigen van het eerste relais 60 5 wordt een lijn 65 stroomvoerend, zodat ook het tweede relais 61 bekrachtigd wordt. Tegelijkertijd wordt de stuurschuif 54 bekrachtigd en beweegt deze naar zijn open stand. Door het bekrachtigen van het tweede relais 61 wordt een lijn 66 stroomvoerend, waardoor de motor 63 gevoed wordt en de pomp 10 21 hydraulische vloeistof door de stuurschuif 54 naar de leiding 37 en de accumulator 57 begint te persen.The operation of this embodiment of the biasing means is as follows. When the pressure in the line 37 is less than a certain value, for example 4 bar, the pressure switch 56 is closed, so that a line 64 of the control circuit 55 becomes live. As a result, the first relay 60 is energized and the capacitor 62 is charged. By energizing the first relay 60, a line 65 becomes live so that the second relay 61 is also energized. At the same time, the control slide 54 is actuated and moves to its open position. By energizing the second relay 61, a line 66 becomes live, so that the motor 63 is fed and the pump 10 starts to press hydraulic fluid through the control slide 54 to the line 37 and the accumulator 57.

Zodra de druk in de leiding 37 hoger wordt dan 4 bar, gaat de drukschakelaar 56 weer open, zodat de leiding 64 stroomloos wordt en het eerste relais 60 terugvalt. Het 15 tweede relais 61 en de stuurschuif 54 worden dan bekrachtigd door de stroom vanuit de zich ontladende condensator 62, zodat de pomp 21 blijft werken en vloeistof naar de leiding 37 blijft persen. Wanneer de condensator 62 geheel ontladen is, beweegt de stuurschuif 54 naar de gesloten stand en valt 20 het tweede relais 61 terug, zodat de pompmotor 63 tot stilstand komt. De capaciteit van de condensator 62 moet dus zo gekozen worden, dat de pomp 21 lang genoeg werkzaam is om de accumulator 57 te kunnen vullen met vloeistof onder een gewenste druk, bijvoorbeeld 10 bar. Zo kan dan vanuit de 25 accumulator 57 langdurig vloeistof onder druk worden afgegeven aan de manifold 31, teneinde de druk in het hydraulisch circuit 11 op peil te brengen of te houden.As soon as the pressure in the line 37 exceeds 4 bar, the pressure switch 56 opens again, so that the line 64 becomes de-energized and the first relay 60 falls back. The second relay 61 and the control slide 54 are then energized by the current from the discharging capacitor 62, so that the pump 21 continues to operate and presses liquid to the line 37. When the capacitor 62 is completely discharged, the control slide 54 moves to the closed position and the second relay 61 falls back, so that the pump motor 63 comes to a standstill. The capacitance of the capacitor 62 must therefore be selected such that the pump 21 is operated long enough to be able to fill the accumulator 57 with liquid under a desired pressure, for example 10 bar. Thus, from the accumulator 57, liquid can be delivered under pressure for a long time to the manifold 31, in order to bring the pressure in the hydraulic circuit 11 up to the required level.

Het is ook denkbaar dat de condensator 62 en de overdrukklep 59 vervangen worden door een tweede 30 drukschakelaar, die de pomp 21 uitschakelt en de stuurschuif 54 sluit zodra de druk in de leiding 37 een bepaalde waarde, in dit voorbeeld 10 bar, overschrijdt. De eerste en tweede drukschakelaar zouden zelfs vervangen kunnen worden door een 16 enkele zogeheten "compressorschakelaar", die op twee verschillende drukwaarden kan in- en uitschakelen.It is also conceivable that the capacitor 62 and the pressure relief valve 59 be replaced by a second pressure switch, which switches off the pump 21 and closes the control valve 54 as soon as the pressure in the line 37 exceeds a certain value, in this example 10 bar. The first and second pressure switches could even be replaced by a 16 single so-called "compressor switch", which can switch on and off at two different pressure values.

Bij een variant van deze uitvoeringsvorm (fig. 5) is geen accumulator aanwezig, maar wordt de hydraulische 5 vloeistof rechtstreeks door de pomp 21 naar de centrale vulopening 38 geperst. Daarbij werkt dus de volledige pompdruk op deze vulopening 38. Deze druk wordt weer begrensd door een overdrukklep 59, die in dat geval zal zijn afgesteld op een hogere waarde van bijvoorbeeld 30 bar. In plaats van 10 de drukschakelaar 56 in de leiding 37 is nu voor het activeren van de besturingsschakeling 54 een extra relais 68 voorzien, dat in de bekrachtigde stand gesloten is. Dit relais 68 is via een lijn 69 verbonden met de parallel geschakelde afzonderlijke drukschakelaars 66 op de manifold 15 31.In a variant of this embodiment (Fig. 5) no accumulator is present, but the hydraulic fluid is pressed directly through the pump 21 to the central filling opening 38. The complete pump pressure thus acts on this filling opening 38. This pressure is in turn limited by a pressure relief valve 59, which in that case will be adjusted to a higher value of, for example, 30 bar. Instead of the pressure switch 56 in the line 37, an additional relay 68 is now provided for activating the control circuit 54, which relay is closed in the energized position. This relay 68 is connected via a line 69 to the parallel connected individual pressure switches 66 on the manifold 31.

Wanneer een van deze schakelaars 66 een te lage druk waarneemt en sluit, neemt door de parallelschakeling de weerstand in de lijn 69 af en de stroom toe, waardoor het relais 68 bekrachtigd wordt en daarmee de lijn 64 20 stroomvoerend wordt. Dan worden op dezelfde wijze als hiervoor beschreven de relais 60 en 61 bekrachtigd, evenals de stuurschuif 54, terwijl de condensator 62 weer wordt geladen. Zo wordt dus de pomp 21 gestart en hydraulische vloeistof onder hoge druk door de stuurschuif 54 in de 25 leiding 37 geperst naar de vulopening 38.When one of these switches 66 detects and closes too low a pressure, the resistance in the line 69 decreases and the current increases as a result of the parallel connection, as a result of which the relay 68 is energized and thus the line 64 becomes current-carrying. Then, in the same manner as described above, the relays 60 and 61, as well as the control slide 54, are energized while the capacitor 62 is recharged. Thus, the pump 21 is started and hydraulic fluid is forced under high pressure through the control slide 54 in the line 37 to the filling opening 38.

Wanneer de drukverhoging uiteindelijk de gesloten drukschakelaar 66 bereikt, zal deze weer open gaan, waardoor de weerstand in lijn 69 toeneemt, het relais 68 weer terugvalt naar de open stand, en de lijn 64 weer stroomloos 30 wordt. De werking van de pomp 21 en de open stand van de stuurschuif 54 worden dan in stand gehouden tot de condensator 62 ontladen is.When the pressure increase finally reaches the closed pressure switch 66, it will open again, whereby the resistance in line 69 increases, the relay 68 falls back to the open position again, and the line 64 becomes de-energized again. The operation of the pump 21 and the open position of the control slide 54 are then maintained until the capacitor 62 is discharged.

1717

Bij een derde uitvoeringsvorm van het stuursysteem 1 met de voorspanmiddelen 35 (fig. 6) is de pomp 36 mechanisch bedienbaar door de beweging van een deel van het stuursysteem 1. In het getoonde voorbeeld is schematisch aangegeven dat de 5 pomp 36, die weer bestaat uit een cilinder 39 en een daarin verplaatsbare zuiger 40, gekoppeld is aan een van de opneemelementen 4. De pomp 36 wordt bij elke verplaatsing van het opneemelement 4 in beweging gebracht, en zuigt dan hydraulische vloeistof aan vanuit de (retourleiding 30 van de 10 ) tank 22. Deze vloeistof, die door de voortdurende werking van de pomp 36 uiteindelijk onder een druk van bijvoorbeeld 5 tot 10 bar gebracht wordt, wordt opgeslagen in een accumulator 57 en vandaar afgegeven aan de centrale vulopening 38 van het stuursysteem 1. Tussen de accumulator 15 57 en de pomp 36 enerzijds en de retourleiding 30 anderzijds is wederom een overdrukklep 59 aangebracht, waardoor de druk in de leiding 37 en de accumulator 57 inderdaad begrensd wordt tot een waarde van bijvoorbeeld 10 bar.In a third embodiment of the control system 1 with the biasing means 35 (Fig. 6), the pump 36 is mechanically operable by the movement of a part of the control system 1. In the example shown, it is schematically indicated that the pump 36, which again exists from a cylinder 39 and a piston 40 displaceable therein, is coupled to one of the pick-up elements 4. The pump 36 is set in motion at each displacement of the pick-up element 4, and then sucks in hydraulic fluid from the (return line 30 of 10) tank 22. This liquid, which due to the continuous operation of the pump 36 is finally brought under a pressure of, for example, 5 to 10 bar, is stored in an accumulator 57 and from there delivered to the central filling opening 38 of the control system 1. Between the accumulator 57 and the pump 36 on the one hand and the return line 30 on the other hand is again provided with a pressure relief valve 59, as a result of which the pressure in the line 37 and the accumulator 57 is indeed limited. d becomes a value of, for example, 10 bar.

De voorspanmiddelen 35 als hiervoor beschreven en in 20 de figuren getoond maken het zo mogelijk om met relatief eenvoudige middelen te waarborgen dat de druk in het hydraulisch circuit 11 van het stuursysteem 1 tijdens het rijden met de aanhanger 3 altijd tenminste op een zodanige voorspanwaarde gebracht en gehouden wordt, dat het 25 stuursysteem 1 betrouwbaar en voorspelbaar reageert op stuurbewegingen van het trekkend voertuig.The biasing means 35 as described above and shown in the figures make it possible to ensure with relatively simple means that the pressure in the hydraulic circuit 11 of the steering system 1 is always brought to at least such a bias value during driving with the trailer 3 and it is assumed that the steering system 1 responds reliably and predictably to steering movements of the towing vehicle.

Hoewel de uitvinding hiervoor beschreven is aan de hand van een aantal voorbeelden, zal het duidelijk zijn dat deze daartoe niet is beperkt. Zo kan de aanhanger 3 meer dan 30 slechts een paar bestuurbare wielen hebben, en kunnen er dus ook meer dan twee bedieningselementen 12 aanwezig zijn. Ook de positie van de bedieningselementen 12 en die van de opneemelementen 4 kunnen anders zijn, terwijl er in beginsel 18 met een enkel opneemelement 4 volstaan zou kunnen worden. Verder is de specifieke uitvoering van het hydraulisch circuit 11 voor de uitvinding niet van belang. Daarnaast kunnen de voorspanmiddelen anders zijn uitgevoerd dan hier 5 getoond, bijvoorbeeld met meer of anderswerkende pompen, meer of anders opgezette besturingsschakelingen en dergelijke. De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.Although the invention has been described above with reference to a number of examples, it will be clear that it is not limited thereto. Thus the trailer 3 can have more than 30 only a pair of steerable wheels, and therefore more than two operating elements 12 can also be present. The position of the operating elements 12 and that of the pick-up elements 4 may also be different, while in principle 18 a single pick-up element 4 would suffice. Furthermore, the specific design of the hydraulic circuit 11 is not important for the invention. In addition, the biasing means can be designed differently than shown here, for example with more or differently acting pumps, more or differently arranged control circuits and the like. The scope of the invention is therefore solely determined by the following claims.

10299121029912

Claims

A system for steering steerable wheels of a trailer, comprising: - at least one element for recording a movement of a vehicle pulling the trailer, which pick-up element is signal-connected to a hydraulic circuit comprising at least one storage container for hydraulic liquid comprises - at least one hydraulic control element acting on a controllable wheel, incorporated in the circuit, and means for manually controlling the controllable wheels connected to the hydraulic circuit, which manual control means comprise a pump characterized by the hydraulic circuit (11) means (35) for automatically bringing at least a predetermined pre-tension thereof while driving with the trailer (3), said pre-tensioning means (35) at least one between the storage container (22) and a central filling connection ( 38) of the hydraulic circuit (11) include biasing pump (21; 36).

Steering system according to claim 1, characterized in that the pump (21) of the manual control means (20) also functions as a biasing pump.

Control system according to claim 2, characterized in that the pump (21) comprises an electric drive (63).

Control system according to claim 2 or 3, characterized in that at least one sensor (56) for detecting the pressure prevailing therein is included in the hydraulic circuit (11), and the pump (21) controllable with the pressure sensor ( 56) is connected and adapted to pump hydraulic fluid 30 from the supply container (22) to the central filling opening (38) 1029912 when the pressure sensor (56) signals a low pressure in the circuit (11).

5. Steering system according to claim 1, characterized in that the biasing pump (36) is adapted to periodically pump hydraulic fluid from the storage container (22) to the central filling opening (38).

6. Steering system according to claim 5, characterized in that the biasing pump (36) is periodically operated on the basis of the operation of the steering system and / or a braking system of the trailer (3).

Steering system according to claim 5 or 6, characterized in that the biasing pump (36) comprises a pneumatic drive.

8. Steering system according to claim 7, characterized in that the biasing pump (36) is pneumatically operable in one direction and comprises resilient resetting means (42).

Steering system according to claim 7 or 8, characterized in that the biasing pump (36) is connected to a pneumatic circuit of the braking system.

A control system according to claim 5 or 6, characterized in that the biasing pump (36) comprises a mechanical drive.

11. Steering system according to claim 10, characterized in that the biasing pump (36) is mechanically connected to a movable part of the steering system.

Steering system according to one of the preceding claims, characterized by at least one accumulator (57) connected to the biasing pump (21; 36) for storing hydraulic fluid under pressure.

A control system according to any one of the preceding claims, characterized in that the biasing pump (21; 36) is adapted to generate a pressure that is higher than a minimum pressure occurring during a control movement in a part of the circuit (11).

14. Control system according to claim 13, characterized in that the circuit (11) comprises lines (17, 18) running to and from the at least one hydraulic operating element (12), and between those lines (17, 18) and central filling opening (38) non-return valves (34) are provided, which only allow a hydraulic fluid flow from the central filling opening (38) to the relevant line (17, 18).

Control system according to one of the preceding claims, characterized by at least one pressure relief valve placed between the pre-tensioning pump (21; 36) and the central filling connection (38).

16. Pre-tensioning means (35), clearly intended for use in a control system (1) according to one of the preceding claims.

17. Trailer (3), comprising a chassis with a number of wheels (2), at least a part of which is steerable, means arranged near the front of the chassis for coupling thereof to a towing vehicle, and a steering system (1) according to one of claims 1 to 15. 1029912