NL1029434C2 - Behuizing voor geïsoleerde leidingen. - Google Patents

Behuizing voor geïsoleerde leidingen. Download PDF

Info

Publication number
NL1029434C2
NL1029434C2 NL1029434A NL1029434A NL1029434C2 NL 1029434 C2 NL1029434 C2 NL 1029434C2 NL 1029434 A NL1029434 A NL 1029434A NL 1029434 A NL1029434 A NL 1029434A NL 1029434 C2 NL1029434 C2 NL 1029434C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
housing
wall
parts
insulating
coupling
Prior art date
Application number
NL1029434A
Other languages
English (en)
Inventor
Robertus Jan Maria Govers
Gerrit Jan Baars
Humphrey Reginald De Bell
Original Assignee
Thermaflex Internat Holding B
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Thermaflex Internat Holding B filed Critical Thermaflex Internat Holding B
Priority to NL1029434A priority Critical patent/NL1029434C2/nl
Priority to RU2008104150/06A priority patent/RU2008104150A/ru
Priority to EP06769385A priority patent/EP1899639A1/en
Priority to PCT/NL2006/000333 priority patent/WO2007004870A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1029434C2 publication Critical patent/NL1029434C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L59/00Thermal insulation in general
    • F16L59/14Arrangements for the insulation of pipes or pipe systems
    • F16L59/16Arrangements specially adapted to local requirements at flanges, junctions, valves or the like
    • F16L59/161Housings for valves, tee pieces, or the like

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Thermal Insulation (AREA)

Description

Behuizing voor geïsoleerde leidingen
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een behuizing een behuizing voor plaatsing om een koppeling tussen lei-5 dingen die voorzien zijn van een isolatiemantel.
Dergelijke behuizingen worden bijvoorbeeld toegepast in stadsverwarmingssystemen, waarbij de behuizing bijvoorbeeld om een ondergrondse aftakking van de hoofdleiding naar een woonhuis wordt geplaatst. De aanvoerleiding 10 en de retourleiding kunnen daarbij in een gezamenlijke isolatiemantel gelegen zijn. De isolatiemantel is doorgaans opgebouwd met een waterdichte, geribbelde mantelbuis van een enigszins vormvaste kunststof, die aan de binnenzijde is voorzien van een schuimlaag voor de thermische isolatie 15 van de leidingen.
Een bekende behuizing omvat twee dunwandige, stijve kunststof schalen die aan weerszijden van de koppeling passend tegen elkaar en tegen de thermische isolatie-mantels kunnen worden geplaatst. De koppeling ligt daarbij 20 vrij van de isolatiemantel. Teneinde de koppeling thermisch te isoleren, wordt de binnenzijde van behuizing via een vulgat in de wand afgevuld met een uithardende kunsthars.
1 0 2 9434 2
Bij voldoende uitvloeien van de kunsthars naar de isolatie-mantel kan daarbij tevens een waterdichte verbinding met de isolatiemantel worden gevormd.
Het vullen van de behuizing met de kunsthars is 5 een tijdrovende handeling, hetgeen ten koste gaat van het aantal behuizingen dat per tijdseenheid kan worden geplaatst. Voorts kan het vullen van de behuizing een lastige handeling zijn, vooral als de behuizing diep in een greppel is gelegen.
10 Een doel van de uitvinding is hierin verbetering te brengen.
Een doel van de uitvinding is een behuizing voor plaatsing om een koppeling tussen leidingen die voorzien zijn van een isolatiemantel te verschaffen die eenvoudig te 15 plaatsen is.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
20 De uitvinding verschaft, volgens een eerste aspect, een voor plaatsing om een koppeling tussen leidingen die voorzien zijn van een isolatiemantel, waarbij de behuizing een wandgedeelte omvat dat thermisch isolerende eigenschappen bezit voor thermische isolatie van de in de 25 behuizing te plaatsen koppeling, waarbij de behuizing een vormvaste kunststof buitenwand en een vormvaste kunststof binnenwand omvat die een tussenruimte bepalen, waarbij de tussenruimte gevuld is met thermisch isolerend materiaal. De thermische isolatie van de gekoppelde leidingen, en met 30 name van de doorgaans van de isolatiemantels vrij liggende koppeling, kan met de behuizing volgens de uitvinding reeds worden bewerkstelligd door het plaatsen van de behuizing zelf. Het isolerend materiaal kan door de vormvaste buitenwand van een zachte soort zijn, en kan worden afgeschermd 35 van bijvoorbeeld doordringen van vocht. Een afwerkhande-ling, zoals het inbrengen van een thermisch isolerende kunsthars, kan achterwege blijven voor het bewerkstelligen 3 van de thermische isolatie.
Het Canadees octrooischrift 1 249 974 toont een isolatie-eenheid die om een blootgestelde afsluiter van een geïsoleerd bovengronds leidingsysteem kan worden geplaatst.
5 De isolatie-eenheid bezit een flexibele buitenwand en een flexibele binnenwand die een laag isolatiemateriaal omsluiten. Deze isolatie-eenheid is door de flexibele buitenwand echter niet geschikt voor ondergronds gebruik.
De behuizing kan door spuitgieten worden vervaar-10 digd indien de buitenwand en/of binnenwand is vervaardigd van kunststof, bij voorkeur een thermoplastische kunststof.
In een ontwikkeling omvat de behuizing een op-neemdeel voor de isolatiemantel van een leiding. De behuizing kan daarmee betrouwbaar ten opzichte van de leidingen 15 worden gepositioneerd.
Bij voorkeur omvat het opneemdeel daarbij een eerste aansluitdeel voor het in geplaatste toestand van de behuizing omgeven van de isolatiemantel. De isolatiemantel, die doorgaans enigszins kan verschuiven van de leiding, kan 20 door het aansluitdeel worden gefixeerd ten opzichte van de behuizing. Het eerste aansluitdeel is bij voorkeur bepaald door een gedeelte van de binnenwand.
Bij voorkeur is daarbij een binnenmaat van het eerste aansluitdeel afgestemd op een buitenmaat van de 2 5 isolatiemantel voor een nauw passende of klemmende, bij voorkeur spatwaterdichte of waterdichte omsluiting van de isolatiemantel in geplaatste toestand van de behuizing. De mate van klemming zal daarbij afhankelijk zijn van de toegepaste onderlinge maattoleranties.
30 De fixatie kan met een vormgesloten verbinding worden bewerkstelligd indien het eerste aansluitdeel is begrensd door een geribbelde aansluitwand voor passende aanligging tegen een geribbelde isolatiemantel. Alternatief of daarbij kan het eerste aansluitdeel begrensd zijn door 35 een effen aansluitwand voor passende aanligging tegen een effen isolatiemantel of gedeelte daarvan.
Alternatief of in aanvulling op het eerste aan- 4 sluitdeel kan het opneemdeel voor de leiding een tweede aansluitdeel omvatten voor een eindstuk dat plaatsbaar is om een uiteinde van een isolatiemantel. Een dergelijk eindstuk vormt een afwerking voor de isolatiemantel en kan 5 een waterkering vormen voor bijvoorbeeld grondwater dat tussen de isolatiemantel en de leiding naar de behuizing sijpelt.
Bij voorkeur is daarbij een binnenmaat van het tweede aansluitdeel afgestemd op een buitenmaat van het 10 eindstuk voor een nauw passende of klemmende, bij voorkeur spatwaterdichte of waterdichte omsluiting van het eindstuk in geplaatste toestand van de behuizing. De mate van klemming zal daarbij afhankelijk zijn van de toegepaste onderlinge maattoleranties.
15 Het opneemdeel zelf kan worden aangepast aan verschillende soorten mantelbuizen al dan niet voorzien van eindstukken indien het opneemdeel een inzetstuk voor de behuizing is.
In een verdere ontwikkeling is de behuizing 20 samengesteld met meerdere op elkaar te bevestigen behui-zingsdelen voor het in delen plaatsen van de behuizing om de koppeling en de leidingen. De behuizing kan dan in delen en met overzicht plaatsvinden.
In een eenvoudig handmatig te plaatsen uitvoering 25 daarvan is de behuizing tweedelig, waarbij de behuizing-delen bij voorkeur twee behuizinghelften bepalen.
Bij voorkeur omvatten de behuizingsdelen daarbij aansluitvlakken. De aansluitvlakken kunnen een correct op elkaar plaatsen van de behuizingdelen bevorderen.
30 Bij voorkeur omvat ten minste één van de tegen over elkaar plaatsbare behuizingdelen een afdichting voor het ten minste gedeeltelijk onderling spatwaterdicht of waterdicht afsluiten van de geplaatste behuizingdelen, waarbij de afdichting bij voorkeur een aaneengesloten 35 strook van indrukbaar materiaal omvat, bij voorkeur van rubber.
De afdichting kan een functie verzorgen voor 5 zowel het afdichten van de behuizingdelen onderling als het afdichten van de in de opneemdelen opgenomen leidingdelen indien de afdichting doorlopend uitstrekt over contract-delen van de behuizingsdelen onderling, en over de opneem-5 delen van de behuizing.
In een praktische uitvoeringsvorm bezit het isolerend wandgedeelte een isolatiewaarde die vergelijkbaar is met een isolatiewaarde van een thermische isolatiemantel van geïsoleerde leidingen. Derhalve vormt de behuizing een 10 verlengstuk van de isolatiemantel zelf. Het isolerend wandgedeelte van de behuizing kan daarbij, net als de geïsoleerde leidingen, een laag thermisch isolerend materiaal omvatten.
Cijfermatig geformuleerd kan het isolerend wand-15 gedeelte volgens DIN 52613 een isolatiewaarde \ bezitten lager dan 0,050 W/mK, bij voorkeur lager dan 0,040 W/mK.
Bij voorkeur omvat het thermisch isolerend materiaal een kunststof schuim, bij voorkeur een polyolefine-schuim of een polyurethaanschuim.
2 0 De koppeling kan geheel en geïsoleerd in de behuizing worden opgenomen indien het isolerend wandgedeelte een opneemruimte voor de koppeling bepaalt.
Bij voorkeur is daarbij de omvang van de opneemruimte af gestemd op de omvang van de koppeling voor een 2 5 vrije ligging van de koppeling in de opneemruimte. Door de vrije ligging kan tussen de behuizing en de koppeling een luchtlaag aanwezig zijn die een extra thermische isolatielaag vormt.
De koppeling kan van een aanvullende isolatielaag 30 worden voorzien indien de behuizing een vulkanaal naar de opneemruimte omvat, waarbij het vulkanaal bij voorkeur afsluitbaar is. Door het vulkanaal kan bijvoorbeeld een extra hoeveelheid kunsthars of kunststofschuim, zoals een polyolefineschuim worden ingebracht voor het verschaffen 35 van een extra isolatielaag om de koppeling.
De uitvinding verschaft voorts, volgens een verder aspect, een samenstel van een voornoemde behuizing 6 volgens de uitvinding en een inzetstuk dat apart plaatsbaar is in het opneemdeel van de behuizing voor het aanpassen van het opneemdeel aan een afwijkende buitenmaat van de leiding en/of de isolatiemantel die al dan niet voorzien is 5 van een eindstuk. De behuizing kan met behulp van een of meerdere verloopdelen om leidingen en isolatiemantels met verschillende maten of diameters worden geplaatst.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een leidingsysteem, een huisaansluiting of een gebouwaanslui-10 ting voor een warmwater systeem omvattend een behuizing of samenstel zoals voornoemd volgens de uitvinding, waarbij de behuizing bij voorkeur is samengesteld met twee op elkaar te bevestigen behuizingsdelen, waarbij in gebruik het deelvlak horizontaal is gelegen.
15 De in de aanvrage beschreven en/of getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten, zoals de behuizing, het eindstuk en het inzetstuk, en andere aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte 20 afgesplitste octrooiaanvragen.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
25 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven ! i voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: j
Figuur 1 een aanzicht in perspectief van een meerdelige behuizing in T-configuratie volgens de uitvin-30 ding, waarvan de delen los van elkaar zijn geplaatst;
Figuren IA en 1B detailaanzichten van delen van de behuizing volgens figuur 1;
Figuur 2 een aanzicht in perspectief van een van isolatiemantel voorziene hoofdleiding en aftakking die 35 deels in de behuizing volgens de figuur 1 kan worden opgenomen ;
Figuren 3A, 3B de achtereenvolgende stappen bij 7 het plaatsen van de behuizing volgens figuur 1 om de leidingen volgens figuur 2; en
Figuren 4-6 alternatieve uitvoeringsvormen van behuizingen volgens de uitvinding in respectievelijk Y-, 5 I- en H-configuratie.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
10 De behuizing 1 in T-configuratie volgens figuur 1 omvat een eerste schaaldeel 2 en een tweede schaaldeel 3 die passend op elkaar kunnen worden geplaatst. Het eerste schaaldeel 2 en het tweede schaaldeel 3 zijn beide voorzien van twee langstuitdelen 6 en een dwarstuitdeel 8 die in op 15 elkaar geplaatste toestand van de schaaldelen 2, 3 respec- ! tievelijk twee langsdoorvoeropeningen 4 en een dwarsdoor-voeropening 5 bepalen.
De schaaldelen 2, 3 zijn beide opgebouwd met een buitenwand 10 en een op afstand daarvan gelegen binnenwand 20 12 die een opneemruimte 13 van de behuizing 1 begrenst. De wanden 10, 11 zijn vervaardigd van kunststof. De buitenwand 10 gaat ter hoogte van de langstuitdelen 6 en het dwarstuitdeel 8 via een kopvlak 11 van de buitenwand 10 over in halfcilindrische, geribbelde aansluitdelen 14 van de bin-25 nenwand 12. Zoals aangegeven in figuur 1B bezitten de aansluitdelen 14 tussen de naar buiten gelegen dalen een ! diameter A. De binnenwand 12 van het eerste schaaldeel 2 en het tweede schaaldeel 3 is achter elk geribbeld aansluit-deel 14 voorzien van een verlaagd gelegen halfcilindrisch 30 opneemdeel 20 met diameter B en lengte C. In deze opneem-delen 20 is een verder niet getoonde afsluiting gelegen van meegevend of samendrukbaar materiaal.
De buitenwand 10 gaat tussen de tuitdelen 6, 8 via aansluitwanden 7 over in de binnenwand 12. De aansluit-35 wanden 7 van het eerste schaaldeel 2 zijn voorzien van niet getoonde paspennen die kunnen worden opgenomen in pasgaten 16 in de aansluitwanden 7 van het tweede schaaldeel 3. De 8 aansluitwanden 7 vormen één gezamenlijk aansluitvlak, waarbij de aansluitwanden 7 in op elkaar geplaatste toestand van de schaaldelen 2, 3 evenwijdig aan elkaar gelegen zijn. De aansluitwanden 7 zijn voorzien van een afsluiting 5 van meegevend of samendrukbaar materiaal, die aansluitend overgaat in de afsluiting in de opneemdelen 20. De afsluiting kan in een aaneengesloten gootje zijn geplaatst in een van de schaaldelen 2, 3.
De tuitdelen 6, 8 zijn op korte afstand van de 10 paspennen en pasgaten 16 voorzien van schroefgaten 17 die zijn begrensd door in de buitenwand 10 teruggelegen aan- i slagvlakken 18. Door de schroefgaten 17 kunnen niet getoonde bouten worden gestoken voor het onderling vastzetten van de op elkaar geplaatste schaaldelen 2, 3. Het eerste 15 schaaldeel 2 is verder voorzien van een vulopening 19 voor j de opneemruimte 13. Deze vulopening 19 is afsluitbaar met een afsluitdop 15. j
De holle ruimte in elk schaaldeel 2, 3, tussen de buitenwand 10 met de kopvlakken 11 enerzijds en de binnen-20 wand 12 met de geribbelde aansluitdelen 14 de opneemdelen 20 anderzijds, is opgevuld met een polyolefineschuim, zoals polyetheen of polyethyleen, waardoor ten minste de binnenruimte 13 van de behuizing 1 in op elkaar geplaatste toestand van de schaaldelen 2, 3 thermisch is geïsoleerd. De 2 5 dikte van de schuimlaag en de dikte van de wanddelen 10, 12 zijn hierbij zodanig afgestemd dat deze volgens DIN 52613 samen een isolatiewaarde λ bezitten van minder dan 0,050.
Een dergelijke isolatiewaarde is vergelijkbaar met die van de isolatie van de in figuur 2 weergegeven leidingen 40.
30 Zoals weergegeven in figuur 1 is in dit voorbeeld in de dwarsdoorvoeropening 5 van het eerste schaaldeel 3 één van twee verloopstukhelften 30 geplaatst voor het aanpassen van de diameter van de dwarsdoorvoeropening 5.
Elke verloopstukhelft 30 bezit . aan de buitenzijde een 35 halfcilindrische, geribbelde buitenwand 36 die overgaat in een halfcilindrische effen buitenwand 35. Zoals aangegeven in figuur IA bezit de geribbelde buitenwand 36 tussen de 9 toppen van de ribbels een diameter D, en bezit de effen buitenwand 35 een diameter E en een lengte F. Deze diameters D, E en lengte F zijn af gestemd op de diameters A, B en de lengte C van de langsdoorvoeropeningen 4 en de dwars-5 doorvoeropening 5 voor een passende of klemmende opname van de verloopstukhelften 30 in volgens dit voorbeeld de dwars-doorvoeropening 5. De verloopstukhelften 30 bezitten aan de binnenzijde een halfcilindrisch, geribbeld aansluitdeel 32 met diameter G tussen de naar buiten gelegen dalen van de 10 ribbels. Het aansluitdeel 32 gaat over in een verlaagd gelegen halfcilindrisch effen opneemdeel 33 met diameter H en lengte J dat wordt begrensd door een eindwand 34.
De gekoppelde, geïsoleerde leidingen 40 volgens figuur 2 worden bijvoorbeeld toegepast in stadsverwarmings-15 systemen. De leidingen 40 omvatten doorgaande hoofdleidingen 43 waartussen een T-koppeling 47 is geplaatst voor het aansluiten van een aftakleiding 45, bijvoorbeeld naar een woning.
De hoofdleidingen 43 en de aftakleiding 45 zijn 20 in een geribbelde kunststof mantelbuis 48, 49 gelegen, waarbij tussen de mantelbuizen 48, 49 en de leidingen 43, 45 een polyolefineschuimlaag 50 is aangebracht. De leidingen 43, 45 liggen hierbij nog enigszins vrij van de polyolef ineschuimlaag 50 om de leidingen 43, 45. De buiten-25 diameter L van de mantelbuis 49 om de aftakleiding 45 is kleiner dan de buitendiameter K van de mantelbuizen 48 om de hoofdleidingen 43. De mantelbuizen 48, 49 zijn afgewerkt met een afsluitmof 54 van meegevend of samendrukbaar materiaal, zoals rubber of een zacht kunststof. De afsluit-30 moffen 54 bezitten een cilindrische aansluitwand 56 met om de aftakleiding 45 diameter M en lengte N en om de hoofdleidingen 43 een diameter Q en lengte P, waarbij de aan-sluitwanden 56 zijn begrensd door verhoogd gelegen sluit-ribben 55. De diameters A, B en de lengte C van de door-35 voeropeningen 4, 5 zijn afgestemd op de diameters K, Q en lengte M van de hoofdleidingdelen, en de diameters G, H en lengte J van de vulstukken 30 zijn afgestemd op de diame- 10 ters L, M en lengte N van de aftakleidingdelen voor een passende of klemmende opname van de leidingdelen in de doorvoeropeningen 4, 5.
De achtereenvolgende stappen voor de installatie 5 van de behuizing 1 om de gekoppelde leidingen 40 zijn weergegeven in de figuren 3A-B.
In figuur 3A is het tweede schaaldeel 3 van onderaf tegen de mantelbuizen 48, 49 en de afsluitmoffen 54 van de gekoppelde leidingen nadat één verloopstukhelft 30 10 in de dwarsdoorvoeropening 5 in het tweede schaaldeel 3 is geplaatst. De mantelbuizen 48 van de hoofdleidingen 43 vallen daarbij passend in de geribbelde aansluitdelen 14, en de mantelbuis 49 van de aftakleiding 50 valt passend in het geribbelde aansluitdeel 32 van de verloopstukhelft 30 15 in het eerste schaaldeel 2.
Vervolgens wordt, zoals weergegeven in figuur 3B, het tweede schaaldeel 3 op het eerste schaaldeel 2 geplaatst, waarbij de afsluitmoffen 54 passend worden opgesloten in de doorvoeropeningen 4, 5 en de T-koppeling 47 2 0 vrij in de opneemruimte 13 komt te liggen. Vervolgens worden de beide schaaldelen 2, 3 stevig tegen elkaar aange klemd door het aanbrengen bouten door de schroefgaten 17 in de schaaldelen. Hierbij worden de sluitribben 55 samengedrukt voor een waterdichte afsluiting.
25 Vervolgens wordt, indien gewenst, via de vulope ning 19 een kunsthars of een vloeibare polyolefineschuim-basis in de opneemruimte 13 gegoten, waarna de afsluitdop 15 in de vulopening wordt geplaatst.
Door het opnemen van de blootliggende delen van 30 de leidingen 43, 45, en de T-koppeling 47, zoals weergegeven in figuur 3B, worden deze reeds door het op elkaar plaatsen van het eerste en tweede schaaldeel 2, 3 voorzien van een thermische isolatie, die zonodig kan worden aangevuld met een isolatie of extra afsluiting met een kunsthars 35 of polyolefineschuim.
Figuren 4, 5 en 6 tonen alternatieve uitvoeringsvormen 100, 200 en 300 van behuizingen volgens de uitvin- 11 I ding in respectievelijk Y-, I- en H-configuratie. Overeen komende onderdelen zijn daarbij aangegeven met verwijzings-cijfers die overeenkomen met de voornoemde uitvoeringsvorm in T-configuratie.
I 0 9 o L * l

Claims (30)

1. Behuizing voor plaatsing om een koppeling tussen leidingen die voorzien zijn van een isolatiemantel; waarbij de behuizing een wandgedeelte omvat dat thermisch isolerende eigenschappen bezit voor thermische isolatie van 5 de in de behuizing te plaatsen koppeling, waarbij de behuizing een vormvaste kunststof buitenwand en een vormvaste kunststof binnenwand omvat die een tussenruimte bepalen, waarbij de tussenruimte gevuld is met thermisch isolerend materiaal.
2. Behuizing volgens conclusie 1, waarbij de buitenwand en/of binnenwand is vervaardigd van een thermoplastische kunststof.
3. Behuizing volgens conclusie 1 of 2, omvattend een opneemdeel voor de isolatiemantel van een leiding.
4. Behuizing volgens conclusie 3, waarbij het opneemdeel een eerste aansluitdeel omvat voor het in geplaatste toestand van de behuizing omgeven van de isolatiemantel .
5. Behuizing volgens conclusie 4, waarbij het 20 eerste aansluitdeel is bepaald door een gedeelte van de binnenwand.
6. Behuizing volgens conclusie 4 of 5, waarbij een binnenmaat van het eerste aansluitdeel is afgestemd op een buitenmaat van de isolatiemantel voor een nauw passende 25 of klemmende, bij voorkeur spatwaterdichte of waterdichte omsluiting van de isolatiemantel in geplaatste toestand van de behuizing.
7. Behuizing volgens een der conclusies 4-6, waarbij het eerste aansluitdeel is begrensd door een gerib- 30 belde aansluitwand voor passende aanligging tegen een geribbelde isolatiemantel. 1029434
8. Behuizing volgens een der conclusies 4-7, waarbij het eerste aansluitdeel is begrensd door een effen aansluitwand voor passende aanligging tegen een effen isolatiemantel.
9. Behuizing volgens een der conclusies 3-8, waarbij het opneemdeel een tweede aansluitdeel omvat voor een eindstuk dat plaatsbaar is om een uiteinde van een isolatiemantel.
10. Behuizing volgens conclusie 9, waarbij een 10 binnenmaat van het tweede aansluitdeel is afgestemd op een buitenmaat van het eindstuk voor een nauw passende of klemmende, bij voorkeur spatwaterdichte of waterdichte omsluiting van het eindstuk in geplaatste toestand van de behuizing.
11. Behuizing volgens een der conclusies 3-10, waarbij het opneemdeel een inzetstuk voor de behuizing is.
12. Behuizing volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de behuizing is samengesteld met meerdere op elkaar te bevestigen behuizingsdelen voor het in delen 20 plaatsen van de behuizing om de koppeling en de leidingen.
13. Behuizing volgens conclusie 12, waarbij de behuizing tweedelig is, waarbij de behuizingdelen bij voorkeur twee behuizinghelften bepalen.
14. Behuizing volgens conclusie 12 of 13, waarbij 25 de behuizingsdelen aansluitvlakken omvatten.
15. Behuizing volgens een der conclusies 12-14, waarbij ten minste één van de tegenover elkaar plaatsbare behuizingdelen een afdichting omvat voor het ten minste gedeeltelijk onderling spatwaterdicht of waterdicht afslui- 30 ten van de geplaatste behuizingdelen.
16. Behuizing volgens conclusie 15, waarbij de afdichting een aaneengesloten strook van indrukbaar materiaal omvat, bij voorkeur van rubber.
17. Behuizing volgens een der conclusies 3-11 en 35 een der conclusies 12-16, waarbij de afdichting doorlopend uitstrekt over contractdelen van de behuizingsdelen onderling, en over de opneemdelen van de behuizing.
18. Behuizing volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het isolerend wandgedeelte een isolatiewaarde bezit die vergelijkbaar is met een isolatiewaarde van een thermische isolatiemantel van geïsoleerde leidingen.
19. Behuizing volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij het isolerend wandgedeelte een laag thermisch isolerend materiaal omvat.
20. Behuizing volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het isolerend wandgedeelte volgens DIN 52613 10 een isolatiewaarde X bezit lager dan 0,050 W/mK, bij voorkeur lager dan 0,040 W/mK.
21. Behuizing volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het thermisch isolerend materiaal een kunststof schuim omvat, bij voorkeur een polyolefineschuim of 15 een polyurethaanschuim.
22. Behuizing volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het isolerend wandgedeelte een opneemruimte voor de koppeling bepaalt.
23. Behuizing volgens conclusie 22, waarbij de 20 omvang van de opneemruimte is af gestemd op de omvang van de koppeling voor een vrije ligging van de koppeling in de opneemruimte.
24. Behuizing volgens conclusie 22 of 23, omvattend een vulkanaal naar de opneemruimte, waarbij het vulka- 25 naai bij voorkeur afsluitbaar is.
25. Samenstel van een behuizing volgens een der conclusies 3-24 en een inzetstuk dat apart plaatsbaar is in het opneemdeel van de behuizing voor het aanpassen van het opneemdeel aan een afwijkende buitenmaat van de leiding 30 en/of de isolatiemantel die al dan niet voorzien is van een eindstuk.
26. Leidingsysteem omvattend een behuizing of samenstel volgens een der voorgaande conclusies.
27. Leidingsysteem volgens conclusie 26, waarbij 35 de behuizing is samengesteld met twee op elkaar te bevestigen behuizingsdelen, waarbij in gebruik het deelvlak horizontaal is gelegen.
28. Huisaansluiting of gebouwaansluiting voor een warmwatersysteem omvattend een behuizing of samenstel volgens een der voorgaande conclusies.
29. Behuizing voorzien van een of meer van de in 5 de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
30. Samenstel voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. j -o-o-o-o-o-o-o-o- 1 0 2 9434
NL1029434A 2005-07-05 2005-07-05 Behuizing voor geïsoleerde leidingen. NL1029434C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029434A NL1029434C2 (nl) 2005-07-05 2005-07-05 Behuizing voor geïsoleerde leidingen.
RU2008104150/06A RU2008104150A (ru) 2005-07-05 2006-07-04 Корпус для изолированных труб
EP06769385A EP1899639A1 (en) 2005-07-05 2006-07-04 Housing for insulated pipes
PCT/NL2006/000333 WO2007004870A1 (en) 2005-07-05 2006-07-04 Housing for insulated pipes

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029434 2005-07-05
NL1029434A NL1029434C2 (nl) 2005-07-05 2005-07-05 Behuizing voor geïsoleerde leidingen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1029434C2 true NL1029434C2 (nl) 2007-01-08

Family

ID=35793949

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1029434A NL1029434C2 (nl) 2005-07-05 2005-07-05 Behuizing voor geïsoleerde leidingen.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1899639A1 (nl)
NL (1) NL1029434C2 (nl)
RU (1) RU2008104150A (nl)
WO (1) WO2007004870A1 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8991437B2 (en) 2009-03-17 2015-03-31 Daher Aerospace Composite protective element for a thermally insulated pipe
FR2943397B1 (fr) * 2009-03-17 2016-06-03 Daher Aerospace Element de protection d'isolation thermique pour tuyauterie
FR2946726B1 (fr) * 2009-06-16 2014-03-21 Persohn Sa Moyens de retention de tuyaux sur des elements d'un regard enterre et regard equipe de tels moyens.
CH706907A1 (de) * 2012-09-03 2014-03-14 Brugg Rohr Ag Holding Isoliervorrichtung zur Nachisolation von Rohrverbindungen.
DK178155B1 (en) * 2014-06-16 2015-07-06 Pipeteq Systems As A process for producing a branch on a pre-insulated pipe
CH710028A1 (de) * 2014-08-27 2016-02-29 Brugg Rohr Ag Holding Gehäuseanordnung für eine Rohrverbindung sowie Verfahren und Dichtung zum Schutz von Rohrverbindungen.
WO2020176320A1 (en) * 2019-02-28 2020-09-03 Victaulic Company Pipe assembly insulation and vapor barrier
IS3024B (is) 2019-02-28 2020-08-15 Set Ehf T - tengi fyrir lagnir

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1941452A1 (de) * 1969-08-14 1971-02-25 Marvin Schneider Isolierkoerper,insbesondere fuer Armaturen von Rohrinstallationen,sowie Mittel und Verfahren zu seiner Herstellung und Anbringung
CA1249974A (en) * 1987-02-11 1989-02-14 Gary R. Prestidge, Sr. Removable flexible pipe insulation
DE4222297A1 (de) * 1992-07-08 1994-01-13 Jacobs Heinz Josef Gehäuse für wärmeisolierte Armaturen und/oder Flanschverbindungen
DE20314164U1 (de) * 2003-09-11 2003-12-18 Meichelböck, Hubert Isoliermanschette

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0235314A1 (de) * 1986-02-22 1987-09-09 Ludwig Jacobs Gehäuse für wärmeisolierte Armaturen und/oder Flanschverbindungen

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1941452A1 (de) * 1969-08-14 1971-02-25 Marvin Schneider Isolierkoerper,insbesondere fuer Armaturen von Rohrinstallationen,sowie Mittel und Verfahren zu seiner Herstellung und Anbringung
CA1249974A (en) * 1987-02-11 1989-02-14 Gary R. Prestidge, Sr. Removable flexible pipe insulation
DE4222297A1 (de) * 1992-07-08 1994-01-13 Jacobs Heinz Josef Gehäuse für wärmeisolierte Armaturen und/oder Flanschverbindungen
DE20314164U1 (de) * 2003-09-11 2003-12-18 Meichelböck, Hubert Isoliermanschette

Also Published As

Publication number Publication date
EP1899639A1 (en) 2008-03-19
RU2008104150A (ru) 2009-08-10
WO2007004870A1 (en) 2007-01-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1029434C2 (nl) Behuizing voor geïsoleerde leidingen.
KR101770781B1 (ko) 밀폐 조립체 및 개구에 밀폐 시스템을 제공하기 위한 밀폐방법
US4049480A (en) Method and apparatus for forming a joint in a confined space between two abutting ends of conduit liners
CA1286614C (en) Heating and insulation arrangement for a network of installed pipes andmethod
US7802798B2 (en) System for sealing a space between a tubular opening and a tube
DK2990711T3 (en) Housing device for a pipe connection as well as a method for protecting pipe connections
GB2463372A (en) Method for laying network cable within a pre-existing pipe.
KR101569672B1 (ko) 지중전선로
WO2017089558A1 (en) A pipe insulation system, an insulated pipe, a method of insulating a pipe, and a method for detecting theft of fluids from an insulated pipe
KR101582094B1 (ko) 송전용 선로덕트
KR100520482B1 (ko) 공동주택 지하 공동구 방수막 커버를 이용한 이음부 연결공법
KR100932283B1 (ko) 매질주입 및 팽창이 가능한 중공형 링을 구비한 연결관
EP2594000B1 (en) Watertight cable connections
US20030002923A1 (en) Internal liner for fastening cables in a waste-water pipe
KR102394027B1 (ko) 저압 접속함용 체결 장치
JP3505399B2 (ja) 地中埋設容器の管路導入壁組立部材
US20220170583A1 (en) Pipe connector
JP4219763B2 (ja) 配管ボックスへの管体接続構造
KR102053218B1 (ko) 맨홀 관로구용 확장형 방수관체
GB2422414A (en) Pipe cladding unit for pipe joints
WO2002054553A2 (en) Cable installations and components therefor
JP2022035011A (ja) プレキャストコンクリート壁内埋設管の継手部材及びその使用方法
JPH08170762A (ja) 多孔管
WO2017109462A1 (en) A ducting assembly
JP2004282891A (ja) 通信用管路とハンドホールとの接続構造

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160801