NL1029425C2

NL1029425C2 - Werkwijze en systeem voor het uitvoeren van digitaal verkeer.

Info

Publication number: NL1029425C2
Application number: NL1029425A
Authority: NL
Inventors: Titus Willem Wijnen
Original assignee: Edome Holding S A
Priority date: 2005-07-05
Filing date: 2005-07-05
Publication date: 2007-01-08
Also published as: WO2007004877A2; WO2007004877A3

Description

«. 0

Werkwijze en systeem voor het uitvoeren van digitaal verkeer

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het digitaal opvragen van informatie door een eindgebruiker bij een aanbieder van een dienst en/of product. De 5 uitvinding betreft eveneens een computerprogramma dat programma-instructies bevat voor het door een computer uit laten voeren van de werkwijze. De uitvinding heeft voorts betrekking op een computer die is ingericht voor het uitvoeren van een dergelijk computerprogramma.

10 Aanbieders van producten en/of diensten wensen doorgaans veelvuldig te communiceren met hun (potentiële) klanten. De informatievoorziening van de aanbiedende partij kan hierbij grotendeels passief verlopen, bijvoorbeeld door het verspreiden van foldermateriaal, of door het opzetten van een webpagina. Een dergelijke passieve informatievoorziening wordt door steeds meer eindgebruikers als 15 onvoldoende en onbevredigend ervaren. Om hieraan te verhelpen bieden aanbieders een vorm van interactieve informatievoorziening aan, waarbij een vragende partij telefonisch of via een e-mail vragen kan stellen. Hoewel een telefonische helpdesk directe communicatie over en weer tussen vrager en aanbieder mogelijk maakt, vergt deze een grote investering in speciaal daartoe opgeleide medewerkers. Bovendien is een 20 dergelijke dienst slechts operationeel wanneer deze voldoende bemand is. Het stellen van vragen per e-mail, of desgewenst per HTML e-mail heeft grote voordelen. Zo hoeft bij een te groot aanbod de vragende partij bijvoorbeeld niet in een wachtrij te worden geplaatst. Het gebruik ervan is daardoor echter explosief toegenomen. Hierdoor kan gemakkelijk overbelasting ontstaan aan de zijde van de aanbieder, die daardoor niet 25 meer in staat is vragen binnen een bevredigende tijdspanne te beantwoorden. Dit roept irritatie op bij de vragende partij, die vervolgens zelfs kan besluiten naar een andere aanbieder over te stappen. Reeds bekende oplossingen voor dit probleem, die bijvoorbeeld gebruik maken van een computerprogramma dat standaardantwoorden genereert, zijn onbevredigend, ondermeer omdat het antwoord in veel gevallen niet of 30 slechts gedeeltelijk is afgestemd op de vraagstelling.

De uitvinding stelt zich ten doel een werkwijze en systeem voor het digitaal opvragen van informatie bij een informatie aanbiedende partij te verschaffen, waarmee 1029425- t η 2 voomoemde problemen kunnen worden voorkomen, en waarbij de kwaliteit van de informatievoorziening ten minste behouden blijft.

De werkwijze volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk dat zij de volgende via 5 een digitaal netwerk onder controle van een platform server verlopende stappen omvat: A) het door een vragende partij verzenden van een voor de aanbiedende partij bestemde vraag; B) het door de vragende partij voldoen van een betalingsopdracht voor het antwoord; C) het door de aanbiedende partij verzenden van het voor de vragende partij i bestemde antwoord. Doordat in de werkwijze volgens de uitvinding van de vragende 10 partij wordt verwacht dat deze een betaling verricht voordat hem of haar het antwoord op de gestelde vraag wordt toegezonden, kan er ondermeer voor worden gezorgd dat het aantal bij de aanbieder binnenkomende vragen gevoelig zal dalen. Dit vermindert het risico op het ontstaan van een achterstand bij het beantwoorden van de vragen, en komt de efficiëntie van de informatie-uitwisseling ten goede. Door de werkwijze volgens de 15 uitvinding te gebruiken zullen klanten doorgaans gemiddeld sneller antwoord krijgen op hun vragen. Een verder voordeel is dat door de toegenomen efficiëntie vragen nu diepgaander kunnen worden beantwoord, zonder dat de aanbiedende partij hiervoor bijkomende investeringen hoeft te doen, zoals in extra personeel.

20 In een voorkeursuitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding verricht de vragende partij een betaling waarvan de hoogte afhangt van het gewenste dienstverleningsniveau m.b.t. het antwoord. Onder dienstverleningsniveau van het antwoord kan in de context van deze aanvrage bijvoorbeeld de lengte van het antwoord en/of de technische diepgang worden verstaan. Tevens kan hieronder de responstijd van 25 het antwoord worden verstaan en/of de specifieke expertise die voor het antwoord werd gebruikt. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk te specificeren dat een vraag binnen twee werkdagen dient beantwoord te worden, waarbij specifiek benoemde technische kennis dient te worden geleverd. Het zal duidelijk zijn dat de vakman voor het invullen van het gewenste dienstverleningsniveau m.b.t. het antwoord meerdere mogelijkheden tot zijn 30 beschikking heeft. Een bijzondere voorkeur heeft hierbij een werkwijze waarbij de hoogte van,het verschuldigde bedrag afhangt van de gewenste responstijd van.het antwoord. Hierbij zal het voor het antwoord verschuldigde bedrag doorgaans hoger zijn naarmate de gewenste responstijd korter is. Dit heeft als extra voordeel dat de j aanbiedende partij niet meer genoodzaakt is zelf een criterium voor de 1029425- ‘ f 3 • i prioriteitsvolgorde aan te nemen. Een dergelijk door de aanbieder gesteld criterium, bijvoorbeeld gebaseerd op het tijdstip van binnenkomst van de vraag (first in, first out), zorgt voor onvrede bij de vragende partij die immers niet meer zeker is van het tijdstip waarop hij antwoord krijgt, en bovendien afhankelijk is van de wachtrij van het 5 moment. De werkwijze volgens de uitvinding heeft deze nadelen niet. In het algemeen wordt door de werkwijze volgens de uitvinding daardoor een goede afstemming bereikt tussen de behoefte van de klant en de kwaliteit van het antwoord van de aanbieder. De behoefte van de klant uit zich in het al of niet willen voldoen van het bij de gevraagde informatie horende verschuldigde bedrag.

10

Volgens de uitvinding wordt de door de vragende partij .opgestelde vraag naar een centrale platform server verzonden. Zoals hieronder duidelijk zal worden controleert deze server nagenoeg volledig de afhandeling van de vraag. Na binnenkomst van de vraag in de platform server wordt volgens onderhavige uitvoeringsvorm door de 15 platform server automatisch een digitale betalingsopdracht voor het antwoord aangemaakt, die vervolgens naar de vragende partij wordt verstuurd.

In het systeem volgens de uitvinding (hierna tevens aangeduid met de term ‘e-maildome’) kunnen de computer systemen van de klant, aanbieder en desgewenst 20 verdere partijen, en de platform server in principe met elkaar verbonden zijn door om het even welk digitaal netwerk. Bijzonder geschikt is echter het Internet, waarbij de met elkaar verbonden computers informatie uitwisselen door gebruik te maken van services zoals e-mail en het world wide web (www).

25 Volgens de uitvinding wordt voor het beantwoorden van een bijvoorbeeld via e-mail gestelde vraag een bepaald bedrag in rekening gebracht. Volgens bewerkingsstap B) van de hoofdconclusie voldoet de vragende partij daartoe een betalingsopdracht. Deze betalingsopdracht kan in principe op elke wijze gebeuren, bijvoorbeeld door middel van prepaid card, telefoon, SMS en/of creditcard: In een bijzonder geschikte 30 uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, omvat bewerkingsstap B) tevens het door de platform server nagaan van de uitvoering van de betaling. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door een netwerkverbinding tussen de platform server en de cliënt computer van een betalingsinstantie. Eens de betaling door de betalingsinstantie ontvangen zend deze, desgewenst automatisch, een bericht naar de platform server. Ook 1029425- ». f 4 is het mogelijk de betaling via de platform server te laten verlopen. In dat geval kan direct na ontvangst hiervan de aanbieder in kennis worden gesteld van de vraag en het bijhorende dienstverleningsniveau. In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de bewerkingsstap B) tevens het na betaling doorzenden van de vraag 5 naar de aanbieder, waarna deze de vraag beantwoordt conform het gevraagde en afgesproken dienstverleningsniveau.

Een voorkeurs werkwijze volgens de uitvinding omvat dan de volgende stappen: A) het door de vragende partij verzenden van een voor de aanbiedende partij bestemde 10 vraag, evenals het zenden van de vraag naar de platform server; en het door de platform server aan de vrager verzenden van een digitale betalingsopdracht voor het antwoord; B) het door de vragende partij voldoen van de betalingsopdracht voor het antwoord, evenals het door de platform server nagaan van de uitvoering van de betalingsopdracht, en het na betaling doorzenden van de vraag naar de aanbieder; 15 C) het door de aanbiedende partij verzenden van het voor de vragende partij bestemde antwoord naar de platform server; evenals het doorzenden van het antwoord naar de vragende partij.

Om de vragende partij in staat te stellen het door hem gewenste dienstverleningsniveau 20 te kunnen bepalen heeft het voordelen de werkwijze volgens de uitvinding te kenmerken doordat de vragende partij inzicht wordt gegeven in een catalogus van dienstverleningsniveaus met bijbehorende prijslijst. Deze catalogus kan zich bijvoorbeeld op een web site bevinden van de aanbieder en/of van de platform server. Ook is het mogelijk deze catalogus naar de aanbieder te verzenden na het stellen van 25 een vraag, bijvoorbeeld in een e-mail bericht. Bij voorkeur gebeurt dit door de platform server. In een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de platform server de catalogus van dienstverleningsniveaus, welke dan bijvoorbeeld toegankelijk wordt gemaakt door een hiertoe opgezette web pagina.

30 In uitvoeringsvormen van de uitvinding waarin sprake is van dienstverleningsniveaus, is het uiteraard van belang dat de aanbieder die immers het antwoord dient te genereren, weet welk dienstverleningsniveau hij dient aan te houden. Daartoe bevat in een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze het na de betaling verzonden bericht naar 1029425* 1 » 5 de aanbieder informatie met betrekking tot het door de vrager gekozen dienstverleningsniveau.

Om een aanbieder van diensten en/of producten in staat te stellen de werkwijze volgens 5 de uitvinding uit te voeren dient deze ondermeer aan (potentiële) eindgebruikers van het systeem aan te geven welke informatie voor hen beschikbaar is, welke dienstverleningsniveaus hier bij horen, en wat de prijs is die hiervoor wordt aangehouden. In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de platform server daartoe een registratie server, waarin een aanbieder de zijn dienstverlening kan 10 registreren. Voorafgaand aan het registreren van de aanbieder in de registratie server dient deze bij voorkeur zijn credentials in bij de server, waarna deze worden nagegaan door een met de platform server verbonden en door deze aangestuurde certificerende instantie. Nadat verificatie heeft plaatsgevonden kunnen de diensten van de aanbieder op de registratie server van de platform server geplaatst worden, waar ze toegankelijk 15 zijn voor de klanten. Een vragende partij kan op deze wijze gemakkelijk de betrouwbaarheid van een aanbieder nagaan. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding kan een vragende partij de credentials van een aanbieder nagaan door vanaf de betreffende cliënt computer een agent te sturen naar de platform server, die de credentials vervolgens nagaat op de registratie server. Hierbij vindt communicatie met 20 de registratie server bij voorkeur plaats door middel van UDDI (Universal Discovery Description Language).

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de platform server informatie over de aanbieders, zoals bijvoorbeeld het profiel van de aanbieder en de 25 inhoud van de dienstverleningsovereenkomst (de zogenaamde SLA), waarin bijvoorbeeld de koopsom kan worden aangegeven voor verschillende vormen van dienstverlening. Hierbij zal de koopsom hoger uitvallen naarmate een sneller antwoord en/of een gedetailleerder antwoord wordt verwacht. In een typisch onderdeel van een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan een aanbieder van een dienst of product zich 30 aanmelden, door bijvoorbeeld in te loggen op de centrale webpagina van de platform server. De centrale webpagina omvat links naar een aantal services, waar de aanbieder naar kan worden doorgelinkt. Eén van de services omvat een register, waarin de bij de aanbieder behorende, benodigde informatie kan worden opgeslagen. In deze uitvoeringsvorm kan een vrager van informatie via het doorzoeken van het register 1029425-

I V

6 toegang krijgen tot de bij de aanbieders horende informatie, en in het bijzonder tot de dienstverleningsovereenkomst.

De werkwijze en inrichting volgens de uitvinding (hierna de e-maildome service 5 genoemd) kan ter beschikking worden gesteld van partijen, die in principe elke mogelijke dienst en/of product kunnen aanbieden. De werkwijze volgens de uitvinding is derhalve niet beperkt tot bijzondere partijen. Zo is deze bijvoorbeeld geschikt voor product en diensten aanbieders in de verzekeringssector, de banksector, de nutsvoorzieningensector, voor call centers, aanbieders van telecommunicatiemiddelen, 10 en vele andere. Het e-maildome systeem volgens de uitvinding biedt business partijen de mogelijkheid de door hen aangeboden diensten te registreren op de web site van de web server. Na het ondertekenen van een contract krijgt een aanbieder de mogelijkheid in te loggen op het e-maildome systeem, en toegang te krijgen tot de web site van e-maildome. De web site kan bijvoorbeeld een opgave omvatten van de verschillende 15 door e-maildome geleverde diensten. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding kan een in een bepaalde dienst geïnteresseerde aanbieder zich laten registreren op de e-maildome web site. Een dergelijke registratie omvat bijvoorbeeld het profiel van de aanbieder, de inhoud van de door hem geleverde diensten (een zogenaamd ‘service level agreement’ SLA), configuratiemogelijkheden, en dies meer.

20 Een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de web site van de web server per aanbiedende partij een catalogus omvat van dienstverleningsniveaus mét bijbehorende prijslijst, waaruit de vrager een keuze kan maken.

25 De uitvinding zal nu verder worden verduidelijkt aan de hand van de in volgende figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, zonder overigens hiertoe te worden beperkt. Hierin is: figuur 1 een schematische voorstelling van de gebruiksomgeving van de huidige uitvinding; 30 figuur 2 een schematische voorstelling van een uitvoeringsvorm van een platform server voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding; figuur 3 A een parallel stroomschema van de werking van een uitvoeringsvorm van de programmalogica van onderhavige uitvinding; 1029425a t τ 7 figuur 3B een parallel stroomschema van de werking van een andere uitvoeringsvorm van de programmalogica van onderhavige uitvinding; figuur 3C een parallel stroomschema van de werking van nog een andere uitvoeringsvorm van de programmalogica van onderhavige uitvinding; 5 figuur 3D een parallel stroomschema van de werking van nog een andere uitvoeringsvorm van de programmalogica van onderhavige uitvinding; figuur 4 een schematische voorstelling van het interface raamwerk van de software componenten volgens de uitvinding; figuur 5 een schematische weergave van de werking van het nagaan van de web service 10 credentials van een aanbieder door een vragende partij.

In algemene bewoordingen betreft onderhavige uitvinding een oplossing voor het probleem van overdadige vraagstellingen per e-mail, waarbij het beantwoorden ervan afhankelijk wordt gemaakt van een overeengekomen dienstverleningsniveau, en in het 15 bijzonder van een voor de e-mail te betalen prijs.

Onder verwijzing naar figuur 1 omvat een systeem 10 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding een platform server 40, een web server 70 en/of e-mail server 71, en ten minste een eindgebruiker cliënt 20, en desgewenst verder ten minste een cliënt 50 van 20 een dienstenaanbiedende partij, en ten minste een cliënt 60 van een betalingsinstantie, alle verbonden met een elektronisch netwerk 30. Het elektronisch netwerk 30 kan een draadloos netwerk zijn, een kabelnetwerk, een analoog netwerk, een digitaal netwerk, en/of een combinatie ervan. Een eindgebruiker beschikt over een invoerinrichting waarmee digitaal vragen kunnen worden verzonden naar een klant en/of mail service 25 provider via het Internet 30. De invoerinrichting (de ‘cliënt’) kan een personal computer (pc) zijn, die via een netwerkverbinding 30 is verbonden met de platform server 40. De cliënt van de eindgebruiker is ten minste voorzien van een browser programma (een zogenaamde ‘thin client’), maar kan desgewenst ook andere programmatuur omvatten (een zogenaamde ‘fat client’). De informatie aanbiedende partijen zijn eveneens in staat 30 via de clients 50 te communiceren met de platform server 40. De betalingsservice wordt geleverd door betalingsinstanties, die eveneens in staat zijn via de clients 60 te communiceren met de platform server 40.

•1029425* 8

Onder verwijzing naar figuur 2 omvat de platform server 40 een interface 41, die de platform server 40 via elektronisch netwerk 30 kan verbinden met de web server 70 en/of met een e-mailserver 71 (niet getoond), een eindgebruiker cliënt 20, een cliënt 60 van een betalingsinstantie, en elke andere gewenste inrichting of netwerk. De platform 5 server 40 omvat verder een rekeneenheid 42 die verschillende bewerkingen kan uitvoeren, zoals verder hieronder in meer detail aangegeven. Een input/output eenheid 43 communiceert met rekeneenheid 42 en laat een gebruiker toe output te ontvangen van en/of input te geven aan de rekeneenheid 42. Het moge duidelijk zijn dat een dergelijke eenheid kan verschillen afhankelijk van het feit of deze dienst doet als 10 inputeenheid of als outputeenheid. Een geheugen 44 communiceert met de rekeneenheid 42 en slaat de nodige programmacode en gegevens op voor het kunnen uitvoeren van de gewenste functies van de platform server 40. In het bijzonder omvat het geheugen 44 de nodige programmatuur voor het kunnen uitvoeren van de werkwijze volgens onderhavige uitvinding. Bij voorkeur omvatten deze programma’s ten minste een web 15 service 45, een e-mail service 46, een betalingsservice 47, een registratieservice 48, en platform service 49. Het web service programma 45 bestuurt de communicatie tussen de platform server 40 en de web server 70. Het e-mail service programma 46 bestuurt de communicatie tussen de platform server 40 en de e-mail server 71 en/of client 20. Het betalingsservice programma 47 bestuurt de communicatie tussen de platform server 40 20 en de cliënt 60 van de betalingsinstelling. Het registratieservice programma 48 bestuurt de communicatie tussen de platform server 40 en de cliënt 50 van de aanbieder. De platform server 40 omvat eveneens ten minste een gegevensbank 51 voor het opslaan van bijvoorbeeld gegevens van de aanbiedende partijen, dienstverleningsniveaus, transacties, vroeger e-mailverkeer, en dies meer. Deze gegevens kunnen toegankelijk 25 worden gemaakt voor een eindgebruiker cliënt 20 door middel van een webpagina op de platform server 40 die via web server 70 is op te roepen. Het platform service programma 49 ten slotte bestuurt de andere bewerkingen van de platform server 40.

Onder verwijzing naar figuur 3 A kunnen volgens een uitvoeringsvorm van de 30 uitvinding de verschillende programma’s 45-49 worden uitgevoerd als de in de figuur getoonde functionele stappen. In het bijzonder initieert een eindgebruiker client 20 de werkwijze volgens onderhavige uitvinding door in stap 100 een e-mail te verzenden naar e-mail server 71. De e-mail bevat ten minste de door dé vragende partij gestelde vraag en informatie met betrekking tot de identiteit van de aanbieder die de vraag dient 1029425* < r 9 te beantwoorden. Informatie met betrekking tot de identiteit van de aanbieder kan bijvoorbeeld bestaan uit een e-mailadres en/of URL-adres van de cliënt 50 van de aanbieder. E-mail server 71 opent desgewenst de e-mail in stap 101 en verzend deze vervolgens naar de platform server 40 in stap 102, of stuurt de e-mail direct door naar 5 platform server 40. De platform server 40 slaat de e-mail op in een gegevensbank 51, ·.. samen met informatie m.b.t. cliënt 20. Platform server 40 stuurt vervolgens in stap 103 automatisch een e-mail terug naar cliënt 20. Deze e-mail bevat ten minste een ontvangstbevestiging en een betalingsopdracht voor het antwoord op de vraag. Desgewenst kan deze e-mail andere informatie bevatten, bijvoorbeeld een overzicht van 10 de kosten, informatie met betrekking tot de betaling, en dies meer. De cliënt 20 stuurt vervolgens in stap 104 een digitale betalingsopdracht naar de cliënt 60 van een betalingsinstantie. De hiertoe voor de vragende partij benodigde informatie kan bijvoorbeeld in de e-mail van stap 103 zijn opgenomen, en/of toegankelijk zijn gemaakt op een web pagina van de platform server 40. In antwoord op stap 104 zend de cliënt 60 15 van de betalingsinstantie in stap 105 een elektronisch bericht naar de platform server 40 die vervolgens nagaat voor welke cliënt 20 en voor welke e-mail 100 de betaling is verricht, en/of verifieert of het bedrag van de betaling overeenkomt met de betalingsopdracht, die in e-mail 103 naar cliënt 20 werd verzonden. Indien dit zo is zend platform server 40 in een volgende stap 106 de van cliënt 20 afkomstige e-mail waarin 20 de vraag is opgenomen naar de cliënt 50 van de informatie aanbiedende partij. Client 50 opent vervolgens de e-mail in stap 107 en maakt een antwoord e-mail aan, die vervolgens in stap 108 wordt toegestuurd naar cliënt 20 van de eindgebruiker. In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan een additionele stap 109 zijn opgenomen waarbij door de cliënt 50 van de aanbieder een e-mail wordt verzonden naar de web 25 server 40, bijvoorbeeld ter verificatie van stap 108, namelijk dat een antwoord werd verstuurd naar de cliënt 20 van de vragende partij. Vervolgens vindt in stap 110 een verificatie plaats. Bij een positieve eindcontrole wordt de e-mail 100 vervolgens door de platform server 40 verwijderd uit het systeem, of desgewenst opgeslagen in een gegevensbank 51 voor latere referentie.

30

In figuur 3B worden de functionele stappen weergegeven in het geval betaling, niet binnen de gestelde tijd wordt geëffectueerd. Tot en met stap 103 verloopt alles zoals hierboven weergegeven, echter het verzenden van de betalingsopdracht in stap 104 blijft uit. In dat geval zal platform server 40 na een vooraf ingestelde tijd vanaf binnenkomst 102 9 4 25 τ i .

10 van de cliënt 20 e-mail, een verificatie 111 uitvoeren, waarin nagegaan wordt of de betaling werd verricht, met andere woorden of de e-mail van stap 105 werd ontvangen.

Ter verdere verificatie zendt platform server 40 in stap 112 desgewenst een elektronisch bericht naar de cliënt 60 van de betalingsinstantie om vervolgens in stap 113 te 5 bevestigen dat geen betalingsopdracht werd verkregen van client 20 met een bepaalde i referentie. In het geval blijkt dat de cliënt 20 van de eindgebruiker de betaling niet binnen de daartoe gestelde tijd heeft verricht, zend de platform server 40 in stap 114 een bericht aan cliënt 20 dat zijn e-mail niet in behandeling zal worden genomen wegens j gebrek aan betaling, waarna de e-mail van de cliënt 20 uit het systeem wordt verwijderd 10 of desgewenst wordt opgeslagen in gegevensbank voor verdere referentie. Ook is het mogelijk dat in stappen 115 en 116 eveneens de clients van de aanbieder 50 en van de betalingsinstantie 60 hiervan op de hoogte worden gebracht.

In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt, onder referentie naar 15 figuur 3C, de werkwijze door een eindgebruiker cliënt 20 geïnitieerd door in stap 100 een e-mail te verzenden naar e-mail server 71. Web server 70 (bijvoorbeeld in het geval een HTML e-mail wordt verstuurd) of e-mail server 71 opent desgewenst de e-mail in stap 101 en verzend deze vervolgens naar de platform server 40 in stap 102, of stuurt de j e-mail direct door naar platform server 40. De platform server 40 slaat de e-mail op in 20 een gegevensbank 51, samen met informatie m.b.t. cliënt 20. Platform server 40 stuurt vervolgens in stap 103 automatisch een e-mail terug naar cliënt 20. Deze e-mail bevat ten minste een ontvangstbevestiging en een betalingsopdracht voor het antwoord op de vraag. De betalingsopdracht omvat verder een catalogus van dienstverleningsniveaus met bijbehorende prijslijst, waaruit de eindgebruiker (de vragende partij) een keuze kan 25 maken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door in de in stap 103 verzonden e-mail een keuzemenu op te nemen. Door aanklikken van een onderwerp uit dit menu kan vervolgens in stap 120 een dienstverleningsniveau worden gekozen. De cliënt 20 stuurt vervolgens in stap 121 een digitale betalingsopdracht naar de cliënt 60 van een betalingsinstantie, waarvan de hoogte overeenkomt met het gekozen 30 dienstverleningsniveau. De dienstverleningsniveaus waaruit de vragende partij dient te kiezen in deze voorkeursuitvoeringsvorm kunnen als alternatief ook toegankelijk zijn gemaakt op een web pagina van de platform server 40. In dit geval kan de e-mail 103 een link bevatten naar het URL-adres van de betreffende web pagina. De cliënt 20 opent in stap 122 de betreffende web pagina op de web server 70 door aanklikken. Hierdoor 1029425:: 11

t I

wordt een request 123 verstuurd naar de web server 70, die in stap 124 de betreffende web pagina naar de cliënt 20 stuurt. Deze kiest dan het gewenste dienstverleningsniveau, zoals hierboven reeds werd aangegeven. In antwoord op stap 121 zend de cliënt 60 van de betalingsinstantie in stap 125 een elektronisch bericht naar 5 de platform server 40 betreffende de betaling en het gekozen dienstverleningsniveau. Verificatie van de betaling vindt in deze uitvoeringsvorm dus plaats door de cliënt 60 van de betalingsinstantie. Na ontvangst van de e-mail in stap 125 zend platform server 40 in een volgende stap 126 de van cliënt 20 afkomstige e-mail waarin de vraag is opgenomen naar de cliënt 50 van de informatie aanbiedende partij. Client 50 opent 10 vervolgens de e-mail in stap 127 en maakt een antwoord e-mail aan, die vervolgens in stap 128 wordt toegestuurd naar cliënt 20 van de eindgebruiker. Client 20 verzendt na binnenkomst van het antwoord in stap 129 een e-mail naar de platform server 40 ter bevestiging dat het antwoord is ontvangen. De platform server 40 verwijdert vervolgens de e-mail 100 uit het systeem, of slaat deze desgewenst op in een gegevensbank 51 voor 15 latere referentie.

In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm kunnen, onder verwijzing naar figuur 3D de verschillende programma’s 45-49 worden uitgevoerd als de in de figuur getoonde functionele stappen. In deze uitvoeringsvorm initieert een eindgebruiker cliënt 20 de 20 werkwijze door in stap 150 een e-mail te verzenden naar de cliënt 50 van de aanbieder. Client 50 stuurt vervolgens de e-mail automatisch door naar de platform server 40 in stap 151. De e-mail wordt vervolgens in stap 152 opgeslagen op de platform server 40, bijvoorbeeld e-mail server 71. Platform server 40 stuurt vervolgens in stap 153 automatisch een antwoord e-mail terug naar cliënt 20 in naam van de aanbieder. Deze e-25 mail bevat ten minste een ontvangstbevestiging en een betalingsopdracht voor het antwoord op de vraag, tezamen met een catalogus van verschillende dienstverleningsniveaus en bijbehorende prijs, en een opgave van de verschillende betalingsmogelijkheden. Desgewenst kan deze e-mail andere informatie bevatten, zoals hierboven reeds werd aangegeven. De cliënt 20 maakt vervolgens in stap 154 een keuze 30 uit de verschillende dienstverleningsniveaus (door bijvoorbeeld aanklikken van het betreffende icoon) en uit de mogelijke wijzen van betaling, en stuurt vervolgens in stap 155 een digitale betalingsopdracht naar de cliënt 60 van een betalingsinstantie. In antwoord op stap 155 kan de cliënt 60 van de betalingsinstantie in stap 156 een elektronisch bericht zenden naar de platform server 40 die vervolgens de betaling 1029425? 1 > 12 verifieert in stap 157. Indien betaling is verricht zend platform server 40 in stap 158 een bevestiging van de betaling naar client 20 en in stap 159 de oorspronkelijke e-mail waarin de vraag is opgenomen naar de cliënt 50 van de informatie aanbiedende partij. Client 50 opent vervolgens de e-mail in stap 160 en maakt een antwoord e-mail aan in 5 overeenstemming met het overeengekomen dienstverleningsniveau. De antwoord e-mail wordt vervolgens in stap 161 verzonden naar cliënt 20 van de eindgebruiker, waarna de werkwijze wordt beëindigd.

De technische architectuur van het e-maildome systeem omvat in het algemeen een n-10 lagen architectuur. Een n-lagen architectuur abstraheert de verschillende lagen van het applicatie softwaresysteem, waarbij presentatie logica wordt gescheiden van functionele logica en toegang tot gegevens. Dit laat toe software componenten te hergebruiken, en tevens te voorzien in een universele cliëntondersteuning, door middel van web browsers en andere op het web gebaseerde software systemen. Door een n-lagen architectuur te 15 verschaffen wordt het e-maildome systeem open ended, waardoor het gemakkelijk kan worden uitgebreid met nieuwe applicaties voor de verschillende servers (applicatieservers, webservers, gegevensbankservers, mailservers, enz.). Hierbij kunnen desgewenst het besturingssysteem en de applicaties per server en/of cliënt computer verschillen. Voor de cliënt is niet van belang welk besturingssysteem wordt gebruikt, 20 zolang deze maar de beschikking kan hebben over een webbrowser. Het systeem volgens de uitvinding maakt bij het ontwerp en de ontwikkeling ervan bij voorkeur gebruik van op zich bekende web services, zoals bijvoorbeeld XML (‘Extensible Markup Language’), SOAP (Simple Object Access Protocol’), WSDL (Web Services Description Language’) en UDDI (IJniversal Discovery Description Language’), 25

In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het e-maildome systeem een 3-lagen systeem, waarbij de e-maildome platform server 40 (laag 2) er voor zorgt dat laag 1 (de cliënt) kan communiceren met laag 3 (één of meerdere gegevensbanken 51). In de gegevensbanken 51 kunnen bijvoorbeeld gegevens over de aanbieders, 30 dienstverleningsniveaus, vragende partijen, vroegere vragen, betalingsinformatie, enzovoort worden opgeslagen.

De cliënt 20 kan door middel van een webbrowser communiceren via het Internet met de Webserver 70 van de platform server 40. De webpagina’s van de Webserver 70 1029425a i I .· I 13 kunnen bijvoorbeeld als HTML-bestanden naar de cliënt 20 (en/of clients 50,60) verzonden worden, waar ze vervolgens door de webbrowser van de betreffende cliënt worden geïnterpreteerd. De HTML pagina’s kunnen zowel statisch zijn als dynamisch.

In het laatste geval wordt een HTML sjabloon toegepast, waarbij de platform server 40 i i 5 gegevens vanuit de gegevensbanken combineert met het sjabloon. Hoewel de HTML- standaard bijzonder geschikt is als interface tussen klant en platform server is het systeem volgens de uitvinding hiertoe niet beperkt. Zo is het mogelijk andere standaarden te gebruiken, en/of HTML web pagina's toe te passen die met behulp van hiertoe geschikte tools zijn gecreëerd.

10

De tweede laag omvat bij voorkeur een componentgebaseerde web-applicatieserver. Hierbij is de businesslogica ingebed in softwarecomponenten (objecten met een standaardinterface), die kunnen worden aangeroepen via hun standaardinterface. Door gebruik te maken van de gestandaardiseerde interface en industriestandaarden wordt het 15 mogelijk om componenten te hergebruiken, te vervangen en/of desgewenst te verhandelen.

De werkwijze en systeem volgens de uitvinding maakt tevens gebruik van een nieuwe manier van component interfacing. Het voor het onderling kunnen communiceren van 20 alle systeemcomponenten benodigde raamwerk (hierna het Component Interface Framework, CIF genoemd) wordt getoond in figuur 4, en geeft in detail weer hoe de interface 41 tussen de platform server 40 en andere systemen en/of tussen de verschillende componenten van het e-maildome systeem bij voorkeur verloopt. Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding maakt het CIF gebruik van een set agents, die 25 XML (extensible Markup Language), SGML en/of WML (Wireless Markup Language) messaging gebruiken. Hierdoor wordt bereikt dat een gemeenschappelijke architectuur ontstaat die kan worden benaderd door verschillende cliënt inrichtingen voor eindgebruikers die zich op verschillende mailsystemen bevinden. Onder verwijzing naar figuur 4 kan component A (210) bijvoorbeeld met component X (213) communiceren 30 door middel van het CIF 200. Hierbij heeft component A geen kennis met betrekking tot de locatie van component X. Het interface raamwerk 200 maakt de verbinding. Hierbij maakt het niet uit of software component X lokaal is opgeslagen of zich op een op afstand geplaatste computer bevindt. Zo wordt het bijvoorbeeld mogelijk desgewenst een interface te voorzien tussen verschillende e-mailsystemen, bijvoorbeeld Microsoft 1029425É * ι 14

Outlook en IBM Lotus Notes. Op deze wijze zal component A van het e-maildome systeem kunnen samenwerken met willekeurige software van een derde partij. Ter verdere illustratie dient component B (211) bijvoorbeeld zich toegang te verschaffen tot zijn eigen gegevensbank of tot een directory die zijn eigen registratie (UDDI) server 5 voor de toeleveranciers bevat. Deze toegang tot een gegevensbank 51 wordt verschaft via een web service interface tot CIF, die de uiteindelijke call uitvoert. Hierbij heeft component B geen kennis over de fysische gegevensbank 51, die bijvoorbeeld een Oracle of DB2 gegevensbank kan zijn. Ook is het mogelijk dat de gegevensbank 51 in eerste instantie een Oracle gegevensbank is, die vervolgens migreert naar een DB2 10 database, zonder dat enige codeveranderingen in component B nodig zijn. Component C (212) ten slotte zal op dezelfde wijze worden verbonden met externe systemen, zoals bijvoorbeeld met een betalingsapplicatie 50, namelijk door middel van het versturen van een bericht naar het CIF die vervolgens de locatie van het doelsysteem en de interface descriptoren oplost. Het CIF kan volgens figuur 4 verschillende objecten 201,202,203 15 en 204 omvatten. Een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat een

Presentation Framework Object (PFO) 201, een Component Logic Framework Object (CLFO) 202, een Data Access Framework Object (DAFO) 203, en een Distribution Framework Object (DFO) 204. De PFO 201 voorziet in interfacing van de e-maildome componenten met uitleesfuncties, zoals bijvoorbeeld tekst of multimedia, en/of print 20 functies. De CLFO 202 voorziet in interfacing van de e-maildome componenten onderling en/of in integratie met externe applicatiecomponenten, zoals bijvoorbeeld externe woord processors, en/of ter voorbereiding van interfacing met op afstand geplaatste externe systemen. De DAFO 203 voorziet in interfacing met de gegevensbanken van het systeem en/of met andere bestanden. Het ondersteunt hierbij 25 bijvoorbeeld data definities, locatie, en toegangsregels, en draagt bij tot het verschaffen van functies voor het extraheren, reorganiseren, verplaatsen, genereren, verrijken en opslaan van gegevens met betrekking tot de kring van eindgebruikers en aanbieders. De DFO 204 ten slotte voorziet in interfacing van de e-maildome componenten met faciliteiten voor het verplaatsen van objecten zoals bijvoorbeeld data, berichten en 30 bestanden, het vindt de locale en/of op afstand geplaatste locatie voor een willekeurige resource, en verschaft beveiliging voor de complexe gedistribueerde computer omgevingen.

1029425- 4 Λ 15

De derde laag omvat backend resources, zoals relationele databanken, die door een software component kunnen worden doorzocht. Objecten van de derde laag omvatten in hoofdzaak permanente gegevens en/of systeem transacties van software componenten. Het systeem volgens de uitvinding is niet beperkt tot het gebruik van een specifieke 5 gegevensbank. Elke de vakman bekende relationele databank is in principe toepasbaar. Geschikte voorbeelden zijn bijvoorbeeld Oracle, IBM DB2, HP SQL server en/of Del Miezel server. Hierbij wordt bijvoorbeeld SQL (Structuren Keer Language) toegepast als standaardgebruikersinterface en applicatieprogramma-interface.

10 De connectie tussen de platform server 40 en de verschillende gegevensbanken 51 kan op bekende wijze verlopen via een voor de betreffende gegevensbank ontwikkeld protocol, bijvoorbeeld via OCI (Oracle Call-level Interface), ODBC (Open Gegevensbank Connectivity) en/of JDBC (Java Gegevensbank Connectivity).

15 Het systeem volgens de uitvinding maakt bij voorkeur gebruik van web services om de authenticiteit van gebruikers na te gaan. Dit authenticatieproces gaat als volgt, onder verwijzing naar figuur 5. Voor dat de cliënt van een zakelijke partij (aanbieder) 50 wordt toegestaan een dienst te laten registreren in de registratieserver 45, dient deze zichzelf te identificeren en gegevens aan te leveren die relevant zijn voor de 20 eindgebruikers 20 van de dienst of eventueel voor de gezochte zakelijke partners. Hiertoe dient cliënt 50 credentials 61 in bij de registratie server 45 die, bij voorkeur asynchroon, worden nagegaan door de cliënt computer van een externe certificatie instantie 80, een zogenaamde TTP (Trusted Third Party). Na het nazicht 62 door de TTP logs deze de client 50 als een betrouwbare partij. Potentiële clients (vragende 25 partijen) 20 zoeken met behulp van een bij voorkeur WSDL-gecodeerde vraag 63 de registratie server 45 af naar de geschikte dienstaanbieder 50. Om de betrouwbaarheid van deze laatste na te gaan kan de cliënt 20 een agent 64 sturen (een zogenaamde credlet) naar de registratie server 45. De credlet 64 gaat vervolgens de betrouwbaarheid na van de service provider 50, en stuurt het resultaat 65 hiervan terug naar de cliënt 20.

30 Deze roept vervolgens de dienst 66 in van de cliënt computer 50 van de dienstenaanbieder.

Voor de betaling van e-mails maakt het systeem volgens de uitvinding bij voorkeur gebruik van payment service providers, die als digitale betalingsinstantie fungeren.

1029425- « Λ 16

Betalingen kunnen on-line worden gedaan door middel van bijvoorbeeld een pre-paid card, per telefoon via een ‘900-achtig’ telefoonnummer, per SMS en/of per creditcard. Hiertoe kan gebruik gemaakt worden van elk de vakman bekend protocol om een veilige communicatie en privacy mogelijk te maken, zoals bijvoorbeeld het SSL- of het 5 SET-protocol.

Hoewel de uitvinding is toegelicht en beschreven aan de hand van bovengenoemde uitvoeringsvormen zal het duidelijk zijn dat hieraan vele wijzigingen en aanvullingen kunnen worden doorgevoerd die binnen de beschermingsomvang van de hieronder 10 weergegeven conclusies vallen.

1029425a

Claims

1. Werkwijze voor het digitaal opvragen van informatie bij een informatie 5 aanbiedende partij, met het kenmerk dat deze ten minste de volgende onder controle van een platform server via een digitaal netwerk verlopende stappen omvat: A) het door een vragende partij verzenden van een voor de aanbiedende partij bestemde vraag;

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vragende partij in de bewerkingsstap B) een betaling verricht waarvan de hoogte afhangt van het gewenste dienstverleningsniveau m.b.t. het antwoord.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de vragende partij in 20 de bewerkingsstap B) een betaling verricht waarvan de hoogte afhangt van de gewenste responstijd van het antwoord.

4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bewerkingsstap A) tevens omvat het zenden van de vraag niaar de platform 25 server, en het door de platform server aan de vrager verzenden van een digitale betalingsopdracht voor het antwoord.

5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ! bewerkingsstap B) tevens omvat het door de platform server nagaan van de 30 uitvoering van de betaling.

6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bewerkingsstap B) tevens omvat het na betaling doorzenden van de vraag naar de aanbieder. 10294251 * I

7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze de volgende stappen omvat: A) het door de vragende partij verzenden van een voor de aanbiedende partij 5 bestemde vraag, evenals het zenden van de vraag naar de platform server; en het door de platform server aan de vrager verzenden van een digitale betalingsopdracht voor het antwoord; B) het door de vragende partij voldoen van de betalingsopdracht voor het antwoord, evenals het door de platform server nagaan van de uitvoering van de 10 betalingsopdracht, en het na betaling doorzenden van de vraag naar de aanbieder; C) het door de aanbiedende partij verzenden van het voor de vragende partij • bestemde antwoord naar de platform server; evenals het doorzenden van het antwoord naar de vragende partij. 15

8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de vragende partij inzicht wordt gegeven in een catalogus van dienstverleningsniveaus met bijbehorende prijslijst, waaruit de vrager kan kiezen. 20

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de platform server de catalogus van dienstverleningsniveaus omvat.

10. Werkwijze volgens één der conclusies 6 - 8, met het kenmerk, dat het na de 25 betaling verzonden bericht naar de informatieaanbieder informatie bevat met betrekking tot het door de vrager gekozen dienstverleningsniveau.

10 B) het door de vragende partij voldoen van een betalingsopdracht voor het antwoord; C) het door de aanbiedende partij verzenden van het voor de vragende partij ' bestemde antwoord.

11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de werkwijze ten minste gedeeltelijk wordt uitgevoerd via het Internet. 30

12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de platform server een registratie server omvat waarin een aanbieder web services kan registreren. | 1029425- / ï

13. Werkwijze volgens conclusies 12, met het kenmerk, dat voorafgaand aan het registreren van de aanbieder deze zijn credentials indient bij de server, en deze worden nagegaan door een certificerende instantie.

14. Werkwijze volgens conclusies 12 of 13, met het kenmerk, dat een vragende partij de credentials van een aanbieder kan nagaan via de server.

15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de vragende partij de credentials nagaat door vanaf de betreffende cliënt computer een agent te sturen 10 naar de platform server, die de credentials nagaat op de registratie server.

16. Computerprogramma dat programma-instructies bevat voor het door een computer uit laten voeren van de werkwijze volgens één der conclusies 1-15.

17. Computerprogramma volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het computeiprogramma is aangebracht op een fysieke drager.

18. Computerprogramma volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het computerprogramma ten minste gedeeltelijk is opgeslagen in een 20 computergeheugen.

19. Computer ingericht voor het uitvoeren van een computerprogramma volgens één der conclusies 16-18. 1029425-