NL1029234C2 - Straatverlichtingsarmatuur, samenstel, optisch element en werkwijze voor installatie. - Google Patents

Description

« «

Straatverlichtingsarmatuur, samenstel, optisch element en werkwijze voor installatie

De uitvinding heeft betrekking op een Straatverlichtingsarmatuur omvattende 5 ten minste één in hoofdzaak mediumdichte behuizing voor opname van ten minste een lichtbron, waarbij de behuizing is voorzien van ten minste één lichtdoorlatend optisch element. De uitvinding heeft voorts betrekking op een samenstel van ten minste twee van dergelijke straatverlichtingsarmaturen. De uitvinding heeft verder betrekking op een optisch element voor gebruik in een dergelijk straatverlichtingsarmatuur. De uitvinding 10 heeft bovendien betrekking op een werkwijze voor installatie van dergelijke straatverlichtingsarmatuur.

Het technische gebied van straatverlichting omvat onder meer straatlantaarns, waarvan de armatuur doorgaans is bevestigd op bijvoorbeeld een lantaarnpaal, draagarm aan een 15 muur of aan overspanningsdraden. Dergelijke Straatverlichtingsarmatuur omvat ten minste één in hoofdzaak mediumdichte behuizing voor opname van ten minste een lichtbron, waarbij de behuizing is voorzien van ten minste één lichtdoorlatend optisch element. De mediumdichte behuizing is in het bijzonder vochtdicht om de lichtbron te beschermen tegen weersinvloeden. De lichtbron is doorgaans een elektrische lamp, 20 welke is aangesloten op een elektriciteitsbron. Het lichtdoorlatende element is veelal vervaardigd uit lichtdoorlatende glas en/of kunststof.

Bekende straatlantaarns hebben als nadeel dat zij vaak onvoldoende effectief lichtbereik en een hoge mate van verblinding hebben, waardoor in het te belichten 25 gebied relatief duistere zones ontstaan. Dit kan op diverse bezwaren stuiten, waaronder een verminderd veiligheidsgevoel en verkeersonveiligheid. Een in sommige gevallen toegepaste oplossing is het gebruik van sterkere lampen als lichtbron in de armatuur. Deze sterkere lampen hebben naast het verhoogde energiegebruik echter als nadeel dat voorbijgaande verkeersdeelnemers nog meer verblind worden door het sterke licht.

30 Bovendien heeft een dergelijke straatverlichting esthetische bezwaren en wordt het als weinig sfeervol ervaren.

1029234 ’ 2

De onderhavige uitvinding beoogt een verbeterde straatverlichtingsarmatuur te verschaffen.

j i i

De uitvinding verschaft daartoe een Straatverlichtingsarmatuur volgens het in de aanhef 5 genoemde type, met het kenmerk dat het lichtdoorlatend optische element een divergerend optisch element is, ingericht voor het vanaf de lichtbron in hoofdzaak in ten minste één bepaalde uittreedrichting divergent doen uittreden van licht. Aldus wordt het door de lichtbron uitgestraalde licht efficiënt gebruikt. Tevens wordt de kans op verblinding kleiner dan bij gebruik van dezelfde lichtbron zonder het lichtdoorlatend 10 optisch element volgens de uitvinding. Bovendien kan het divergerende optische element dusdanig worden gekozen dat het licht optimaal het gewenste oppervlak verlicht. Bovendien kan door selectie van de oriëntatie van het divergerend optisch element ten opzichte van de lichtbron eenvoudig de gewenste belichting bereikt worden.

Kenmerk van een divergerend optisch element is dat het licht dat door een dergelijk 15 optisch element uittreedt een grotere divergentie vertoont dan licht dat door een optisch element bestaande uit een lichtdoorlatende laag uittreedt. Met uittreedrichting wordt de centrale richting van de vanuit het optische element uittredende divergente lichtkegel bedoeld. Deze lichtkegel hoeft overigens niet symmetrisch van vorm te zijn. De uittreedrichting kan bepaald worden als de gemiddelde uittreedrichting van het licht 20 vanaf het optische element gewogen naar lichtsterkte.

Het is voordelig indien het optische element een divergerende lens omvat. Met behulp van een divergerende lens kan het licht optimaal in de gewenste richting gedivergeerd worden. De lens kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn uit lichtdoorlatend glas of plastic dat 25 in de gewenste vorm is vervaardigd en/of geslepen.

Het is voordelig indien de divergerende lens een Fresnel lens is. Een Fresnel lens is relatief licht van gewicht en van een compacte dikte, waardoor een grote ontwerpvrijheid voor het straatverlichtingsarmatuur ontstaat. Bij voorkeur is de 30 Fresnellens in hoofdzaak vervaardigd uit glas en/of een lichtdoorlatend hard kunststof, bijvoorbeeld polycarbonaat. Dergelijke kunststof Fresnel lenzen zijn eenvoudig in vele verschillende uitvoeringen vorm te geven, waardoor eenvoudig een straatverlichting aangepast aan een bepaalde situatie kan worden vervaardigd.

1029234 3 «

In een voorkeursuitvoering is het optische element voorzien van prismatische lichtbrekingsorganen. Dergelijke lichtbrekingsorganen bewerkstelligen diffusie van het licht van de lichtbron, waardoor het verblindingsgevaar afneemt. De lichtbrekingsorganen kunnen bijvoorbeeld ribben of uitstulpingen met een prismatisch 5 profiel zoals een driehoek of een ander veelhoekig profiel zijn. Naast diffusie kunnen meerdere prismatische lichtbrekingsorganen onderling geordend zijn, en zo samen een lens zoals een lineaire prismalens of een Fresnellens vormen.

Het is voordelig indien het optische element is ingericht voor een in hoofdzaak 10 neerwaartse uittreedrichting van licht van de lichtbron. Aldus wordt kans op verblinding geminimaliseerd van een verkeersdeelnemer die op afstand de lamp passeert.

Bij voorkeur maakt de in hoofdzaak neerwaartse uittreedrichting van licht van de lichtbron een hoek van 5 tot 30 graden met een loodlijn. Onder een dergelijke hoek 15 wordt een voldoende groot belichtingsoppervlak verkregen, waarbij de kans op verblinding geminimaliseerd wordt. Met loodlijn wordt de lijn haaks op een te belichten in hoofdzaak horizontaal oppervlak bedoeld, bijvoorbeeld een straat of trottoir.

In een voorkeursuitvoering is het optische element ingericht voor het uittreden volgens 20 een divergentiehoek tussen 10 en 45 graden met de uittreedrichting. Met een dergelijke divergentiehoek wordt de kans op verblinding verkleind. De divergentiehoek kan in verschillende richtingen ten opzichte van de uittreedrichting verschillend zijn, aangezien de divergerende lichtkegel niet symmetrisch hoeft te zijn.

25 Het is voordelig indien het optische element is ingericht voor het uittreden volgens een ellipsoïde uittreedprofiel, waarbij de maximale divergentiehoek van de ellips ten minste 1,5 maal groter is dan de minimale divergentiehoek. Met behulp van een dergelijk optisch element kunnen langgerekte oppervlakken op efficiënte wijze verlicht worden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een langgerekte straat, waarbij de 30 lengterichting van het verlichte elliptische oppervlak zich uitstrekt in de lengterichting van de straat zodat per lengteafstand van de straat gemiddeld minder straatlantaarns geplaatst hoeven te worden dan bij de gebruikelijke cirkelvormige belichting met dezelfde lichtopbrengst. Het ellipsoïde uittreedprofiel is in feite de doorsnede van de uittredende divergente lichtkegel in de uittreedrichting. Bij voorkeur is de maximale 1029234 4 divergentiehoek van de ellips ten minste 2 tot 5 maal groter dan de minimale divergentiehoek. Binnen deze grenzen wordt een optimale lichtdekking in de gewenste lengterichting bereikt.

5 Het is voordelig indien de behuizing tevens ten minste een reflector omvat ingericht voor samenwerking met het lichtdoorlatende optische element. Een reflector verhoogt de lichteffïciëntie van de lichtbron. Daarnaast kan door samenwerking van de reflector met het optische element afhankelijk van de onderlinge oriëntatie en de oriëntatie ten opzichte van de lichtbron additionele lichteffecten zoals diffusie of juist focussering in 10 een bepaalde richting bereikt worden.

In een voorkeursuitvoering is de reflector ingericht voor het divergent doen uittreden van licht vanaf de lichtbron in een uittreedrichting welke in hoofdzaak overeenkomt met de door het optisch element bepaalde uittreedrichting. Aldus wordt het licht van de 15 lichtbron optimaal benut voor verlichting in de uittreedrichting.

Het is voordelig indien de behuizing is voorzien van ten minste één tweede optisch element ingericht voor het divergeren van licht van de lichtbron in ten minste een andere uittreedrichting dan de uittreedrichting bepaald door het andere optische 20 element. Aldus kunnen eenvoudig meerdere specifieke richtingen belicht worden. Zo kan bijvoorbeeld de eerste uittreedrichting in hoofdzaak neerwaarts en in een lengterichting van een straat gericht zijn voor belichting van de straat, terwijl de tweede uittreedrichting in hoofdzaak neerwaarts en naar een centraal deel van de straat gericht is.

25

In een voorkeursuitvoering omvat de straatverlichtingsarmatuur tevens ten minste één tweede lichtbron voor samenwerking met het tweede optisch element. Aldus zijn voor de twee optische elementen verschillende soorten lichtbronnen te kiezen voor verschillende toepassingen. Bovendien is het mogelijk de lichtbronnen te verbinden met 30 onafhankelijke elektrische schakelingen, zodat het licht voor de verschillende richtingen afzonderlijk schakelbaar is.

Het is voordelig indien het lichtdoorlatende optische element losneembaar koppelbaar is verbonden met de behuizing. Aldus kan het element eenvoudig vervangen worden door 1029234 5 * een ander optisch element met andere divergerende eigenschappen, waardoor de straatverlichtingsarmatuur eenvoudig aan een bepaalde situatie of wens aan te passen is.

j In een voorkeursuitvoering is het optische element in een vormpassende uitsparing van 5 de behuizing gepositioneerd, waarbij de uitsparing asymmetrisch gevormd is. Aldus kan het optische element slechts op één manier in de uitsparing geplaatst worden, zodat ook bij plaatsing door een ondeskundige persoon de gewenste uittreedrichting door het optische element gewaarborgd wordt. De asymmetrie kan gevormd zijn door bijvoorbeeld een inkeping of-uitstulping, of de totale vorm van het optische element.

10

Het is voordelig indien de straatverlichtingsarmatuur is voorzien van met de behuizing verbonden fixeermiddelen voor fixatie van de positie van de behuizing ten opzichte van de vaste wereld. Aldus is de straatverlichtingsarmatuur in de gewenste positie te brengen. De fixeermiddelen kunnen bijvoorbeeld een lantaarnpaal of een 15 bevestigingsbeugel voor bevestiging aan een muur zijn of een overspanningskabel van muur tot muur zijn.

De uitvinding verschaft tevens een samenstel van ten minste twee straatverlichtingsarmaturen volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk 20 dat de optische elementen van de straatverlichtingsarmaturen zijn ingericht voor samenwerking. Een dergelijk samenstel maakt een efficiënte verlichting van een gebied mogelijk. De optische elementen kunnen bijvoorbeeld zijn of voor een overlappende verlichting van hetzelfde gebied vanuit verschillende hoeken, waardoor een verbeterde zichtbaarheid van dat gebied wordt verkregen. De straatverlichtingsarmaturen kunnen | 25 zijn geïntegreerd, waardoor een eenheid ontstaat die bijvoorbeeld gezamenlijk op een paal kan worden bevestigd.

Het is voordelig indien de onderlinge uittreedrichtingen van de optische elementen zijn ingericht voor belichting van aangrenzende vlakken. Aldus wordt het licht van de 30 straatverlichtingsarmaturen efficiënt gebruikt voor verlichting.

In een andere voorkeursuitvoering zijn de uittreedrichtingen van de optische elementen bepaald voor belichting van op afstand van elkaar gelegen vlakken. Op deze wijze kunnen eenvoudig meerdere gebieden verlicht worden. De uittreedrichtingen kunnen 1029234 6 zeer verschillend zijn, waarbij bijvoorbeeld een eerste verlichtingsarmatuur de straat verlicht, en een tweede verlichtingsarmatuur bijvoorbeeld een gevel.

De uitvinding verschaft tevens een divergerend optisch element voor gebruik in een 5 straatverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding. Dergelijke optische elementen kunnen verschillende optische karakteristieken hebben, geschikt voor verschillende toepassing.

In het bijzonder wordt hierbij gedacht aan divergerende optische elementen voor vormpassende losneembaar koppelbare bevestiging in een uitsparing van de behuizing, i zoals hierboven reeds beschreven. Meer bij voorkeur is het optische element | 10 asymmetrisch vormpassend, zoals eerder beschreven, zodat het optische element slechts in één richting in de bijpassende asymmetrische uitsparing past, en derhalve niet foutief geplaatst kan worden. Het is voordelig indien het optische element is voorzien van identificatiemiddelen, zoals een productcodering, welke in relatie staan tot de optische karakteristieken van het optische element. Aldus kan eenvoudig en snel het juiste 15 optische element voor een bepaalde toepassing worden geïdentificeerd in een verzameling van verschillende optische elementen.

De uitvinding verschaft voorts een werkwijze voor installatie van een straatverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding, omvattende de volgende 20 bewerkingsstap: het fixeren van de straatarmatuur ten opzichte van de vaste wereld, waarbij de door het optisch element bepaalde richting voor het divergeren van licht van de lichtbron overeen komt met een te belichten oppervlak. Aldus kan eenvoudig de gewenste straatverlichting bewerkstelligd worden. Bij voorkeur worden bij het plaatsen de uittreedrichtingen van meerdere straatverlichtingsarmaturen onderling afgestemd. In 25 een voorkeursuitvoering omvat de werkwijze tevens de bewerkingsstap: het plaatsen van een losneèmbaar koppelbaar optisch element. Aldus kan eenvoudig de optische karakteristiek van de straatverlichtingsarmatuur naar wens worden aangepast.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de volgende niet-limitatieve 30 voorbeelden.

j

Figuur 1 toont een voorkeursuitvoering van een straatverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding.

s ! 1029234 7

Figuren 2a-2e vertonen verschillende optische elementen voor gebruik in een straatverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding.

Figuur 3a en 3b tonen een andere voorkeursuitvoering van een straatverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding.

5 Figuur 4 toont nog een andere voorkeursuitvoering van een straatverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een voorkeursuitvoering van een straatverlichtingsarmatuur 1 volgens de uitvinding. 1, bestaande uit een vochtdichte behuizing 2 waarin een eerste lichtbron 3 en 10 een tweede lichtbron 4 zijn aangebracht. De eerste lichtbron 3 is gepositioneerd binnen een reflector 5 ingericht voor het uitstralen van licht in de uittreedrichting volgens stippellijn 6 welke een hoek A van ongeveer 10 graden maakt met een loodlijn 7 getrokken vanaf de lamp 3. Het licht van de eerste lichtbron 3 wordt tevens gedivergeerd door een losneembaar divergerend optisch element 8, dat met de reflector 15 5 samenwerkt voor het divergent doen uittreden van licht volgens de getoonde lichtkegel 9. Aldus biedt de eerste lichtbron 3 een goede verlichting voor de onder de straatverlichtingsarmatuur gelegen straat. Zonder het divergerende optische element zou minder divergentie van het uittredende licht plaatsvinden, en zouden de grenzen van de lichtkegel overeenkomen met stippellijnen 10. De divergentiehoek B varieert in 20 verschillende richtingen rond de as bepaald door de uittreedrichting 6 van 14 tot 30 graden. De elektrische componenten behorende bij de eerste lichtbron 3 zijn geplaatst in een losneembaar koppelbaar compartiment 11, dat voor onderhoud of reparatie eenvoudig vervangen kan worden. Het compartiment 11 is niet-lichtdoorlatend, waardoor de kans op verblinding door de gebruikte uittreedrichting 6 wordt 25 geminimaliseerd.

De tweede lichtbron 4 is boven de eerste lichtbron 5 gepositioneerd, en heeft een decoratieve functie. Het licht van de tweede lichtbron wordt uitgestraald door 4 in een trapezoïde rondom de eerste lichtbron gepositioneerde lichtdoorlatende panelen 20.

30 Deze panelen bestaan uit een vlakke kunststoflaag van constante dikte welke als niet-diffunderend worden aangemerkt. Door gebruik van een tweede lichtbron 4 met een voldoende lage lichtopbrengst wordt verblinding voorkomen, terwijl wel het gewenste esthetische effect bereikt wordt. De behuizing 2 is met behulp van een beugel 21 aan 1029234 8 een muur 22 bevestigd. De benodigde elektrische leidingen zijn weggewerkt in de behuizing 2, en zijn hier voor de duidelijkheid weggelaten.

De figuren 2a-2e vertonen verschillende optische elementen voor gebruik in een 5 straatverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding zoals die in figuur 1. Voor de divergerende eigenschappen kunnen diverse soorten optische elementen en combinaties daarvan gebruikt worden, afhankelijk van het gewenste effect.

Figuur 2a toont een doorsnede van een holle lens 30 welke uittredend licht divergeert.

Een dergelijke lens heeft een gunstige lichtopbrengst. De lens kan in verschillende 10 richtingen een verschillend hol profiel hebben, zodat bijvoorbeeld een ellipsoïde kan worden verkregen.

Figuur 2b toont een divergente Fresnellens 31. Een dergelijke lens heeft als voordeel ten opzichte van een normale holle lens 30 dat een vergelijkbare divergentie kan worden 15 bereikt met minder materiaalgebruik. Dit maakt een lichter gewicht en een compacter formaat van het optische element mogelijk, waardoor een grotere ontwerpvrijheid ontstaat. Ook voor Fresnellenzen zijn diverse vormen denkbaar om verschillende divergentie van het licht in verschillende richtingen te bewerkstelligen, zoals een ellipsoïde projectie. Tevens zorgen de gehoekte profielen 32 van de Fresnellens voor 20 enige verstrooiing, zodat een meer diffuus licht ontstaat.

Enigszins verwant met de Fresnellens is de prismalens 35 in figuur 2c. Bij een dergelijke lens wordt divergentie bereikt door het prismatische profiel van ribvormige of pyramidevormige organen 36. Deze organen 36 kunnen dusdanig worden 25 samengesteld dat verschillende uittreedhoeken in verschillende richtingen bereikt worden. Tevens kan de mate van diffusie door de dichtheid aan organen 36 per oppervlakte-eenheid naar wens bepaald worden.

Figuur 2d toont het onderaanzicht van een optisch element 40 volgens de uitvinding 30 aangebracht in een houder of uitsparing 41. Het optische element 40 is voorzien van een 1 aangepaste zone 42 waardoor plaatselijk een bepaald optisch effect op een door de lens bepaalde plaats bereikt wordt, zoals meer diffusie. Door de asymmetrie van de uitsparing 41 kan het optische element slechts in de gewenste oriëntatie worden geplaatst, zodat foutieve plaatsing is uitgesloten.

1029234 i 9

Figuur 2e toont een tweede optisch element 45 volgens de uitvinding, geplaatst in een vormpassende uitsparing 46, waarbij de asymmetrie wordt bereikt door een inkeping 47 in het optische element 45 en een met de inkeping samenwerkende uitstulping 48.

5 Uiteraard zijn tevens combinaties denkbaar van een uitstulping van het optische element 45 en inkepingen in de houder.

Figuur 3a en 3b tonen een voorkeursuitvoering van een straatverlichtingsarmatuur 50 volgens de uitvinding, waarbij een samenstel van twee straatverlichtingsarmaturen 51 10 bevestigd is op een paal 52 die verankerd is in de straat 53. De optische elementen 54 zijn ingericht voor het divergeren van licht van de lichtbronnen 55 naar twee aangrenzende ellipsoïde vlakken 56. De ellipsoïden hebben een lengte C welke ongeveer overeenkomt met vier maal de breedte D. De uittreedrichtingen 57 van het licht zijn in hoofdzaak bepaald door de optische elementen 54, waarbij de verlichte 15 ellipsoïde vlakken 56 het in hoofdzaak in lijn zijn gebracht met de te belichten straat 53 voor een optimale benutting van het door de lichtbronnen 55 uitgestraalde licht.

Figuur 4 toont een voorkeursuitvoering van een straatverlichtingsarmatuur 60 volgens de uitvinding, afgeleid van de straatverlichtingsarmatuur 1 uit figuur 1. In de behuizing 20 61 zijn drie lichtbronnen 62, 63,64 geïntegreerd, waarbij de eerste lichtbron 62 neerwaarts is gericht voor het belichten van de straat 65, de tweede lichtbron 63 is ingericht voor het zijwaarts uitstraling van sfeerlicht, en de derde lichtbron 64 is ingericht voor het uitlichten van de gevel waaraan de armatuur 60 middels een beugel 67 is bevestigd. Het ten opzichte van figuur 1 nieuwe gevellicht 64 maakt gebruik van 25 een divergerend optisch element 68 waardoor eenvoudig een groot oppervlak van de gevel 66 kan worden beschenen. De integratie van een gevellicht 64 in straatverlichting zorgt voor een compact en efficiënt gebruik van de ruimte, alsmede de niet afgebeelde elektrische aansluitingen vanuit de muur. Het sfeerlicht 63 is optioneel en zou indien niet gewenst weggelaten kunnen worden.

Het moge duidelijk zijn dat naast bovenstaande niet-limitatieve voorbeelden nog vele voorkeursuitvoeringen van de uitvinding denkbaar zijn.

30 1029234

Claims (20)

1. Straatverlichtingsarmatuur omvattende ten minste één in hoofdzaak mediumdichte behuizing voor opname van ten minste een 5 lichtbron, waarbij de behuizing is voorzien van ten minste één lichtdoorlatend optisch element, met het kenmerk dat het lichtdoorlatend optisch element een divergerend optisch element is, ingericht vóór het vanaf de lichtbron in hoofdzaak in ten minste één bepaalde uittreedrichting 10 divergent doen uittreden van licht.

2. Straatverlichtingsarmatuur volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het optisch element een divergerende lens omvat.

3. Straatverlichtingsarmatuur volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de divergerende lens een Fresnel lens is.

4. Straatverlichtingsarmatuur volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat het optisch element is voorzien van prismatische lichtbrekingsorganen. 20

5. Straatverlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, met het I kenmerk dat het optische element is ingericht voor een in hoofdzaak neerwaartse uittreedrichting van licht van de lichtbron. 25

6. Straatverlichtingsarmatuur volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de in hoofdzaak neerwaartse uittreedrichting van licht van de lichtbron een hoek van 5 tot 30 graden met een loodlijn maakt.

7. Straatverlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het optisch element is ingericht voor het uittreden volgens een divergentiehoek tussen 10 en 45 graden met de uittreedrichting. 1029234 *

8. Straatverlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het optisch element is ingericht voor het uittreden volgens een ellipsoïde uittreedprofiel, 5 waarbij de maximale divergentiehoek van de ellips ten minste 1,5 maal groter is dan de minimale divergentiehoek.

9. Straatverlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat 10 de behuizing tevens ten minste een reflector omvat ingericht voor samenwerking met het lichtdoorlatende optische element.

10. Straatverlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat 15 de reflector is ingericht voor het divergent doen uittreden van licht vanaf de lichtbron in een uittreedrichting welke in hoofdzaak overeenkomt met de door het optisch element bepaalde uittreedrichting.

10 I

11. Straatverlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, met het 20 kenmerk dat i de behuizing is voorzien van ten minste één tweede optisch element ingericht voor het divergeren van licht van de lichtbron in ten minste een andere uittreedrichting dan de uittreedrichting bepaald door het andere optische element.

12. Straatverlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de straatverlichtingsarmatuur tevens ten minste één tweede lichtbron omvat voor samenwerking met het tweede optisch element.

13. Straatverlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het lichtdoorlatende optische element losneembaar koppelbaar is verbonden met de behuizing. 1029234 u

14. Straatverlichtingsarmatuur volgens conclusie 13, met het kenmerk dat het optische element in een vormpassende uitsparing van de behuizing is gepositioneerd, waarbij de uitsparing asymmetrisch gevormd is.

15. Straatverlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de straatverlichtingsarmatuur is voorzien van met de behuizing verbonden fixeermiddelen voor fixatie van de positie van de behuizing ten opzichte van de vaste wereld. 10

16. Samenstel van ten minste twee straatverlichtingsarmaturen volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de optische elementen van de straatverlichtingsarmaturen zijn ingericht voor samenwerking. 15

17. Samenstel volgens conclusie 16, met het kenmerk dat de onderlinge uittreedrichtingen van de optische elementen zijn ingericht voor belichting van aangrenzende vlakken.

18. Samenstel volgens conclusie 16, met het kenmerk dat de uittreedrichtingen van de optische elementen zijn ingericht voor belichting van op afstand van elkaar gelegen vlakken.

19. Optisch element voor gebruik in een straatverlichtingsarmatuur volgens één der 25 conclusies 1-15.

20. Werkwijze voor installatie van een straatverlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies 1-15, omvattende de volgende bewerkingsstap: - het fixeren van de straatarmatuur ten opzichte van de vaste wereld, 30 waarbij de door het optisch element bepaalde richting voor het divergeren van licht van de lichtbron overeen komt met een te belichten oppervlak. 1029234