NL1027742C2 - Coupling device for hitching wheeled bin to vehicle, comprises coupling parts for securing to tow hook and bin handle - Google Patents

Coupling device for hitching wheeled bin to vehicle, comprises coupling parts for securing to tow hook and bin handle Download PDF

Info

Publication number
NL1027742C2
NL1027742C2 NL1027742A NL1027742A NL1027742C2 NL 1027742 C2 NL1027742 C2 NL 1027742C2 NL 1027742 A NL1027742 A NL 1027742A NL 1027742 A NL1027742 A NL 1027742A NL 1027742 C2 NL1027742 C2 NL 1027742C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coupling
waste container
engaging
coupling part
vehicle
Prior art date
Application number
NL1027742A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Johan Lier
Arnoud Margadant
Original Assignee
Brink Internat B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Brink Internat B V filed Critical Brink Internat B V
Priority to NL1027742A priority Critical patent/NL1027742C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1027742C2 publication Critical patent/NL1027742C2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60DVEHICLE CONNECTIONS
    • B60D1/00Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60DVEHICLE CONNECTIONS
    • B60D1/00Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices
    • B60D1/01Traction couplings or hitches characterised by their type
    • B60D1/06Ball-and-socket hitches, e.g. constructional details, auxiliary devices, their arrangement on the vehicle
    • B60D1/065Ball-and-socket hitches, e.g. constructional details, auxiliary devices, their arrangement on the vehicle characterised by the hitch mechanism
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F1/00Refuse receptacles; Accessories therefor
    • B65F1/14Other constructional features; Accessories
    • B65F1/1468Means for facilitating the transport of the receptacle, e.g. wheels, rolls
    • B65F1/1473Receptacles having wheels

Abstract

The device (10) comprises a first coupling part (25) for securing to the tow hook (100) on the vehicle and a second coupling part for securing to the bin (1). The second part includes a means for securing to the bin handle (5). The two coupling parts are integrally connected to each other, preferably in a frame. The first coupling part comprises a cap for placing over the tow hook ball or a hook for placing around this ball.

Description

Inrichting voor het koppelen van een verrijdbare afvalhou-der aan een voertuigDevice for coupling a mobile waste container to a vehicle

De uitvinding heeft betrekking op een voorziening voor het met een voertuig verplaatsen van een verrijdbare afvalhouder, zoals een huisvuilcontainer of een klikobak.The invention relates to a provision for moving a mobile waste container with a vehicle, such as a household waste container or a click box.

Een bekende voorziening omvat een sleepstang die 5 al dan niet scharnierbaar aan speciaal daarvoor bestemde aansluiting aan een verrijdbare afvalhouder kan worden bevestigd. Aan een uiteinde van de sleepstang is een koppeling verschaft waarmee de sleepstang en daarmee de afvalhouder aan een auto kan worden gekoppeld om over een korte 10 afstand naar bijvoorbeeld een ophaalplaats voor afval te worden gesleept. Een nadeel van de sleepstang is echter dat deze slechts kan worden gebruikt voor de verrijdbare afval-houders die voorzien zijn van de speciaal voor de sleepstang bestemde aansluiting. Bovendien kan het aankop-15 pelen van de sleepstang aan de afvalhouder een ingewikkelde handeling zijn.A known provision comprises a towing rod which can be hinged or not pivotably to a connection intended for this purpose on a mobile waste container. At one end of the tow bar a coupling is provided with which the tow bar and thus the waste container can be coupled to a car for being towed over a short distance to for instance a waste collection point. A drawback of the tow bar, however, is that it can only be used for the mobile waste containers which are provided with the connection specially intended for the tow bar. Moreover, coupling the tow bar to the waste container can be a complex operation.

Op campings wil men wel eens een klikobak met de handgreep op de trekhaakkogel plaatsen. Dit levert echter een onstabiel geheel, waardoor de klikobak kan losraken bij 20 bijvoorbeeld oneffenheden in het wegdek.At campsites people sometimes want to place a click box with the handle on the tow ball. However, this produces an unstable whole, as a result of which the click box can become detached in the case of, for example, unevenness in the road surface.

Een doel van de onderhavige uitvinding is een inrichting voor het aan een voertuig koppelen van een verrijdbare afvalhouder te verschaffen waarbij een speciaal 1027742 2 daarvoor bestemde aansluiting aan de afvalhouder overbodig kan zijn.An object of the present invention is to provide a device for coupling a mobile waste container to a vehicle, wherein a special connection to the waste container may be superfluous for this purpose.

Een verder doel van de uitvinding is een inrichting voor verrijdbare afvalhouders te verschaffen die 5 universeel op meerdere typen afvalhouders toepasbaar kan zijn.A further object of the invention is to provide a device for mobile waste containers that can be universally applicable to several types of waste containers.

Een verder doel van de uitvinding is een inrichting voor het aan een voertuig koppelen van een verrijdbare afvalhouder te verschaffen die eenvoudig aan de afvalhouder 10 kan worden gekoppeld en worden ontkoppeld.A further object of the invention is to provide a device for coupling a mobile waste container to a vehicle which can be easily coupled to and disconnected from the waste container.

Een verder doel van de uitvinding is een inrichting voor het aan een voertuig koppelen van een verrijdbare afvalhouder te verschaffen die met overzicht aan de afvalhouder kan worden gekoppeld.A further object of the invention is to provide a device for coupling a mobile waste container to a vehicle which can be coupled to the waste container with an overview.

15 De uitvinding verschaft, vanuit een eerste as pect, een inrichting voor het aan een voertuig koppelen van een verrijdbare van handvat voorziene afvalhouder, waarbij de inrichting is voorzien van een eerste koppeldeel voor het koppelen van de inrichting aan de trekhaak van het 20 voertuig, en een tweede koppeldeel voor het koppelen van de inrichting aan de afvalhouder, waarbij het tweede koppeldeel een eerste aangrijpdeel omvat voor aangrijping op een handvat van de afvalhouder. De inrichting volgens de uitvinding grijpt aan op het van de verrijdbare afvalhouder. 25 Hierdoor zijn speciaal voor aankoppeling bestemde aansluitingen voor dergelijke afvalhouders overbodig. Bovendien is een handvat door zijn functie vanzelfsprekend op een goed bereikbare positie aan de afvalhouder verschaft, waardoor het aankoppelen van de inrichting aan de afvalhouder een 30 eenvoudige handeling kan zijn.The invention provides, from a first axis pect, a device for coupling a movable handle provided to a vehicle to a vehicle, the device being provided with a first coupling part for coupling the device to the towing hook of the vehicle, and a second coupling part for coupling the device to the waste container, the second coupling part comprising a first engagement part for engaging a handle of the waste container. The device according to the invention engages with the mobile waste container. As a result, connections specially made for coupling for such waste containers are superfluous. Moreover, due to its function, a handle is of course provided in an easily accessible position on the waste container, so that coupling of the device to the waste container can be a simple operation.

Wanneer het tweede koppeldeel is voorzien van een tweede aangrijpdeel voor aangrijping op een deksel van de afvalhouder, dan kan opengaan van het deksel tijdens transport van de afvalhouder worden tegengegaan. Afval blijft 35 daardoor in de afvalhouder, waar het hoort.If the second coupling part is provided with a second engagement part for engaging a lid of the waste container, then opening of the lid during transport of the waste container can be prevented. Waste therefore remains in the waste container, where it belongs.

Bij voorkeur zijn het eerste en tweede aangrijpdeel ingericht en onderling afgestemd voor aangrijping op 1027742 3 respectievelijk een onderzijde van het handvat en een bovenzijde van het deksel. Het deksel kan hierbij door vanaf het handvat uitgeoefende kracht in zijn gesloten positie worden gehouden.The first and second engagement part are preferably arranged and mutually matched for engagement with a bottom side of the handle and a top side of the cover, respectively. The lid can hereby be held in its closed position by force exerted from the handle.

5 In een eenvoudige uitvoeringsvorm is de inrich ting voorzien van een eerste verbindingsdeel waarmee het eerste en tweede aangrijpdeel onderling verbonden zijn, waarbij het eerste verbindingsdeel ingericht is om door een vrije ruimte tussen het handvat en de afvalhouder te rei-10 ken. De inrichting kan daardoor eenvoudig aan de afvalhouder worden gekoppeld door het eerste verbindingsdeel door de vrije ruimte tussen het handvat en de afvalhouder te steken en vervolgens door middel van bijvoorbeeld zwenken ten opzichte van het handvat met de bovenzijde van het 15 deksel en de onderzijde van het handvat in aangrijping te brengen. Dit maakt de inrichting geschikt voor koppeling aan éénassige verrijdbare afvalhouders waarvan het handvat aan de aszijde is verschaft en het deksel aan de bovenzijde is gelegen en scharnierbaar is ten opzichte van het handvat 2 0 Bij voorkeur is de inrichting voorzien van een tweede verbindingsdeel waarmee het eerste koppeldeel en het tweede koppeldeel onderling verbonden zijn, waarbij het tweede verbindingsdeel ingericht is voor het bepalen van een onderlinge afstand tussen het voertuig en de daaraan 25 gekoppelde afvalhouder. Door de onderlinge afstand tussen het voertuig en de afvalhouder kan worden tegengegaan dat het voertuig tijdens het rijden door een bocht de afvalhouder raakt waardoor deze kan omkantelen.In a simple embodiment, the device is provided with a first connecting part with which the first and second engaging part are mutually connected, the first connecting part being adapted to reach through a free space between the handle and the waste container. The device can therefore be easily coupled to the waste container by inserting the first connecting part through the free space between the handle and the waste container and then by means of, for example, pivoting relative to the handle with the top of the lid and the bottom of the container. bring the handle into engagement. This makes the device suitable for coupling to single-axle mobile waste containers, the handle of which is provided on the shaft side and the cover is situated on the top side and is hinged relative to the handle. Preferably, the device is provided with a second connecting part with which the first coupling part and the second coupling part are mutually connected, wherein the second connecting part is adapted to determine a mutual distance between the vehicle and the waste container coupled thereto. Due to the mutual distance between the vehicle and the waste container, it can be prevented that the vehicle touches the waste container while driving through a bend so that it can tip over.

Wanneer het eerste koppeldeel, het tweede verbin-30 dingsdeel, het eerste aangrijpdeel, het eerste verbindingsdeel en het tweede aangrijpdeel een geheel met elkaar vormen, bij voorkeur een frame, dan kan de inrichting gemakkelijk hanteerbaar zijn.When the first coupling part, the second connecting part, the first engaging part, the first connecting part and the second engaging part form a whole with each other, preferably a frame, the device can be easily handled.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm is het frame 35 opgebouwd met onderscheidenlijke aaneengesloten staafge-deelten. De inrichting kan daardoor bovendien lichtgewicht worden uitgevoerd, in het bijzonder door de staafgedeelten 1027742 4 hol uit te voeren.In a simple embodiment, the frame 35 is constructed with respective contiguous rod sections. The device can thereby also be made lightweight, in particular by making the rod sections 1027742 4 hollow.

Bij voorkeur omvat het tweede aangrijpdeel een U-vormig gekromd eerste staafgedeelte, dat bij voorkeur in één vlak gelegen is. Het U-vormig gekromd eerste staafge-5 deelte kan door zijn vorm zelfzoekend door de vrije ruimte tussen het handvat en de afvalhouder worden gestoken. Door de ligging in één vlak kan de inrichting over een groot gedeelte van de U-vormig gekromd eerste staafgedeelte aanliggen tegen het deksel van de afvalhouder, hetgeen een 10 stabiele aangrijping en daarmee een stabiele koppeling tussen het voertuig en de afvalhouder bevordert.The second engagement part preferably comprises a U-shaped curved first rod part, which is preferably situated in one plane. Due to its shape, the U-shaped curved first bar portion can be inserted through the free space between the handle and the waste container. Because of its location in one plane, the device can abut over a large part of the U-shaped curved first rod part against the lid of the waste container, which promotes a stable engagement and thus a stable coupling between the vehicle and the waste container.

Alternatief of daarbij kan een stabiele koppeling tussen het voertuig en de afvalhouder worden bevorderd wanneer het eerste verbindingsdeel en/of ten minste een 15 gedeelte van het eerste aangrijpdeel twee langwerpige tweede staafgedeelten omvat die op afstand van elkaar gelegen zijn, bij voorkeur in eenzelfde vlak. Door de onderlinge afstand tussen de tweede staafgedeelten wordt de aangrijping op het handvat over deze afstand gespreid.Alternatively or additionally, a stable coupling between the vehicle and the refuse container can be promoted when the first connecting part and / or at least a part of the first engaging part comprises two elongated second rod parts that are spaced apart, preferably in the same plane. Due to the mutual distance between the second bar sections, the engagement with the handle is spread over this distance.

2 0 In een eenvoudige uitvoeringsvorm gaan de tweede staafdelen elk over in een van twee uiteinden van het U-vormige eerste staafgedeelte en staan deze daarbij onder eenzelfde eerste hoek met de uiteinden van het U-vormige eerste staafgedeelte.In a simple embodiment, the second rod parts each merge into one of two ends of the U-shaped first rod portion and are thereby at the same first angle with the ends of the U-shaped first rod portion.

25 Bij voorkeur omvat het tweede verbindingsdeel en/of een gedeelte van het eerste aangrijpdeel twee langwerpige derde staafgedeelten die bij voorkeur in eenzelfde vlak gelegen zijn.The second connecting part and / or a part of the first engaging part preferably comprises two elongated third rod parts which are preferably situated in the same plane.

Bij voorkeur gaan elk van de twee derde staafge-30 deel ten over in een van de twee tweede staafgedeelten en staan deze daarbij onder eenzelfde tweede hoek met de tweede staafgedeelten, waarbij bij voorkeur ten minste een gedeelte van het eerste aangrijpdeel is verschaft door het gebied langs de overgang tussen de tweede en derde staafge-35 deelten. Een voordeel van de hoek tussen de tweede en derde staafgedeelten is dat het handvat zelfzoekend langs de tweede en/of derde staafgedeelten naar de overgang tussen 1027742 5 deze staafgedeelten kan worden gedwongen waar de aangrij-ping op het handvat kan plaatsvinden, hetgeen een stabiele koppeling tussen de inrichting en de afvalhouder bevordert.Preferably, each of the two third bar portions merge into one of the two second bar portions and thereby thereby are at the same second angle with the second bar portions, wherein preferably at least a portion of the first engagement portion is provided by the area along the transition between the second and third bar portions. An advantage of the angle between the second and third bar portions is that the handle can be forced self-searching along the second and / or third bar portions to the transition between these bar portions where engagement with the handle can take place, which means a stable coupling between the establishment and the waste container.

De inrichting kan nabij het eerste koppeldeel 5 compact zijn wanneer de derde staafgedeelten divergeren vanaf het eerste koppeldeel.The device can be compact near the first coupling part 5 when the third rod parts diverge from the first coupling part.

Bij voorkeur zijn de eerste en tweede hoek af gestemd voor het bepalen van een Z-vorm van het frame, althans in hoofdzaak. Dit maakt de inrichting in het bijzon-10 der geschikt voor koppeling aan éénassige verrijdbare afvalhouders waarvan het handvat aan de aszijde is verschaft en het deksel aan de bovenzijde is gelegen en schar-nierbaar is ten opzichte van het handvat.The first and second corners are preferably adjusted to determine a Z-shape of the frame, at least substantially. This makes the device particularly suitable for coupling to single-axis mobile waste containers, the handle of which is provided on the shaft side and the cover is situated on the top side and is hinged relative to the handle.

In een praktische uitvoeringsvorm is het eerste 15 koppeldeel ingericht voor het aangrijpen op een trekhaak aan het voertuig, in het bijzonder op de kogel van de trekhaak aan een voertuig. Het koppelen van de inrichting aan het voertuig kan dan met overzicht plaatsvinden.In a practical embodiment, the first coupling part is adapted to engage on a towbar on the vehicle, in particular on the ball of the towbar on a vehicle. The device can then be coupled to the vehicle with an overview.

Tussen het voertuig en de inrichting kan een 20 betrouwbare koppeling worden bewerkstelligd wanneer het eerste koppeldeel een derde en een vierde aangrijpdeel omvat voor het respectievelijk daartussen aangrijpen op en/of onder de trekhaakkogel, bij voorkeur klemmend.A reliable coupling can be achieved between the vehicle and the device when the first coupling part comprises a third and a fourth engaging part for engaging therebetween on and / or under the towball, preferably clamping.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm daarvan omvat 25 het eerste koppeldeel een kapvormige houder voor plaatsing i over de trekhaakkogel, waarbij het derde en vierde aan-grijpdeel verschaft zijn aan een binnenzijde van de kapvormige houder.In a simple embodiment thereof, the first coupling part comprises a cap-shaped holder for placement over the tow bar ball, wherein the third and fourth engaging part are provided on an inner side of the cap-shaped holder.

In een verdere ontwikkeling omvat het eerste 30 koppeldeel een klauw voor plaatsing om de trekhaakkogel, waarbij het derde en vierde aangrijpdeel verschaft zijn aan de klauw voor respectievelijk het aangrijpen op een bovenzijde van de trekhaakkogel en het ondergrijpen van de trekkogel.In a further development, the first coupling part comprises a claw for placement around the towing ball, the third and fourth engaging part being provided on the claw for engaging an upper side of the towing ball and engaging the towing ball respectively.

35 In een weer verdere ontwikkeling is het eerste koppeldeel ingericht voor aangrijping op een beschermkap van een trekhaak. Een dergelijke beschermkap is doorgaans 1027742 6 reeds op de trekhaakkogel geplaatst. Door aangrijping op de beschermkap wordt zoekraken ervan tijdens gebruik van de inrichting voorkomen. Bovendien blijft de inrichting vrij van bijvoorbeeld vet dat op de trekhaakkogel doorgaans 5 aanwezig is.In yet a further development, the first coupling part is adapted for engaging a protective cover of a towbar. Such a protective cap is usually already placed on the towbar ball. Engagement with the protective cap prevents loss of it during use of the device. Moreover, the device remains free of, for example, grease that is usually present on the tow ball.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm daarvan omvat het eerste koppeldeel een ringvormige houder voor plaatsing om de beschermkap van de trekhaak.In a simple embodiment thereof, the first coupling part comprises an annular holder for placement around the protective cap of the towing hook.

Ten behoeve van een gelijkmatig en stabiel con-10 tact tussen de ringvormige houder en de beschermkap kan de ringvormige houder aan een binnenzijde elastisch werkzame verbindingsmiddelen bevatten.For the purpose of a uniform and stable contact between the annular holder and the protective cap, the annular holder may comprise elastically active connecting means on an inner side.

Voor voldoende sterkte van de inrichting is deze bij voorkeur vervaardigd van metaal.For sufficient strength of the device, it is preferably made of metal.

15 Bij voorkeur omvat de inrichting een vlak van symmetrie dat bij gebruik van de inrichting verticaal gericht is.The device preferably comprises a plane of symmetry which is vertically oriented when the device is used.

Wanneer de inrichting een eerste naar boven gericht aangrijpvlak op afstand van het eerste koppeldeel, 20 en een tweede naar beneden gericht aangrijpvlak op afstand van het eerste koppeldeel omvat, waarbij de afstand tussen het eerste aangrijpvlak en het eerste koppeldeel kleiner is dan de afstand tussen het tweede aangrijpvlak en het eerste koppeldeel, dan wordt op eenvoudige wijze een 25 stabiele koppeling tussen de afvalhouder en het voertuig bewerkstelligd door het eerste en tweede aangrijpvlak in onderling tegengestelde aangrijping met de afvalhouder te brengen.When the device comprises a first upwardly directed engagement surface at a distance from the first coupling part, and a second downwardly oriented engagement surface at a distance from the first coupling part, wherein the distance between the first engagement surface and the first coupling part is smaller than the distance between the second engagement surface and the first coupling part, then a stable coupling between the waste container and the vehicle is achieved in a simple manner by bringing the first and second engagement surface into mutually opposite engagement with the waste container.

Bij voorkeur is de inrichting gevormd om door 30 een doorgang van de afvalhouder te worden gestoken, waarbij de doorgang is bepaald door het handvat en een wand van de afvalhouder.The device is preferably designed to be inserted through a passage of the waste container, the passage being defined by the handle and a wall of the waste container.

De uitvinding verschaft voorts, vanuit een verder aspect, een inrichting voor het aan een voertuig koppelen 35 van een verrijdbare afvalhouder, waarbij de inrichting is voorzien van een eerste koppeldeel voor het koppelen van de inrichting aan het voertuig, en een tweede koppeldeel voor 1027742 7 het koppelen van de inrichting aan de afvalhouder, waarbij het tweede koppeldeel is ingericht voor aangrijping op of in een reeds aanwezige uitsparing of opneemruimte van de afvalhouder.The invention further provides, from a further aspect, a device for coupling a wheeled waste container to a vehicle, the device being provided with a first coupling part for coupling the device to the vehicle, and a second coupling part for 1027742 7 coupling the device to the waste container, wherein the second coupling part is adapted to engage on or in an already existing recess or receiving space of the waste container.

5 Bij voorkeur kan de inrichting volgens de uitvin ding losneembaar aan de afvalhouder worden gekoppeld.The device according to the invention can preferably be detachably coupled to the waste container.

De uitvinding verschaft voorts, vanuit een verder aspect, een samenstel van een verrijdbare afvalhouder en de bovengenoemde inrichting volgens de uitvinding.The invention further provides, from a further aspect, an assembly of a mobile waste container and the above-mentioned device according to the invention.

10 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:The invention will be elucidated on the basis of a number of exemplary embodiments shown in the accompanying drawings. Shown is:

Figuur IA een aanzicht en perspectief van een eerste uitvoeringsvorm van de koppelinrichting volgens de 15 uitvinding, waarmee een verrijdbare afvalhouder aan een trekhaak van een voertuig is gekoppeld;Figure 1A shows a view and perspective of a first embodiment of the coupling device according to the invention, with which a mobile waste container is coupled to a towing hook of a vehicle;

Figuur 1B een aanzicht en perspectief van de koppelinrichting volgens figuur IA;Figure 1B shows a view and perspective of the coupling device according to Figure IA;

Figuur 2A een aanzicht in perspectief van een 20 tweede uitvoeringsvorm van de koppelinrichting volgens de uitvinding;Figure 2A is a perspective view of a second embodiment of the coupling device according to the invention;

Figuur 2B een zijaanzicht van de koppelinrichting volgens figuur 2A;Figure 2B is a side view of the coupling device according to Figure 2A;

Figuur 3A een alternatieve trekhaakaansluiting 25 voor de koppelinrichting volgens de uitvinding;Figure 3A shows an alternative towbar connection 25 for the coupling device according to the invention;

Figuur 3B de trekhaakaansluiting volgens figuur 3A, in een voorbereidingsstand;Figure 3B shows the towbar connection according to Figure 3A, in a preparation position;

Figuur 4A een verdere alternatieve trekhaakaansluiting van de koppelinrichting voor de volgens de uitvin-3 0 ding; enFigure 4A shows a further alternative towing hook connection of the coupling device for the invention according to the invention; and

Figuur 4B de trekhaakaansluiting volgens figuur 4A, in een voorbereidingsstand.Figure 4B shows the towbar connection according to Figure 4A, in a preparation position.

Figuur IA toont een verrijdbare afvalhouder 1 die aan een trekhaak 100 van een verder niet getoond voertuig 35 is gekoppeld. De afvalhouder 1 bezit een afvalbak 2 met aan de onderzijde twee wielen 3. Aan een bovenzijde van de afvalbak 2 is een bovenrand 4 gelegen, waaraan een langwer- 1027742 8 pig handvat 5 met vier afstandshouders 6 is bevestigd.Figure 1A shows a mobile waste container 1 which is coupled to a towing hook 100 of a vehicle 35 which is not further shown. The refuse container 1 has a refuse bin 2 with two wheels 3 on the underside. An upper edge 4 is located on an upper side of the refuse bin 2, to which a longitudinal handle 5 with four spacers 6 is attached.

Aan het handvat 5 is via vier zwenkarmen 23 een deksel 7 verbonden die daarmee ten opzichte van het handvat 5 scharnierbaar is tussen een open stand en de op figuur IA 5 getoonde gesloten stand. Tussen het handvat 5, de afstandshouders 6 en de bovenrand 4 zijn een binnenste grijpopening 9 en twee buitenste grijpopeningen 8 bepaald, zodat de afvalhouder 1 met een of twee handen aan het handvat 5 kan worden vastgepakt, waarbij de vingers in de grijpopeningen 10 8, 9 reiken. De afvalhouder 1 kan in richting C om de assen van de wielen 3 worden gekanteld om te worden verreden. Een dergelijke afvalhouder 1 is op zich reeds bekend.A cover 7 is connected to the handle 5 via four pivot arms 23, which lid is pivotable therewith relative to the handle 5 between an open position and the closed position shown in Figure 1A. Between the handle 5, the spacers 6 and the top edge 4, an inner gripping opening 9 and two outer gripping openings 8 are defined, so that the waste container 1 can be grasped with one or two hands on the handle 5, the fingers in the gripping openings 9 reach out. The waste container 1 can be tilted in direction C about the axles of the wheels 3 to be driven. Such a waste container 1 is already known per se.

De afvalhouder 1 op figuur IA is met een hierna nader toegelichte koppelinrichting 10 volgens de uitvinding 15 verbonden met een trekhaak 100 van een niet getoond voertuig. Hierbij is de koppel inrichting 10 met een uiteinde in richting A door de binnenste grijpopening 9 gestoken, en volgens in richting B om het handvat 6 gezwenkt, zodat het uiteinde tegen het deksel 7 is komen aan te liggen. Daarna 20 is de afvalhouder 1 samen met de koppel inrichting 10 in de richting C gekanteld terwijl de koppelinrichting 10 in richting B is tegengehouden, om met trekhaakaansluiting 23 in richting D op de trekhaak 100 te worden geplaatst.The refuse container 1 in figure 1A is connected to a coupling device 10 according to the invention explained in more detail below with a towing hook 100 of a vehicle (not shown). The coupling device 10 is hereby inserted with an end in direction A through the inner gripping opening 9, and pivoted around the handle 6 in direction B, so that the end has come to lie against the cover 7. The waste container 1 is then tilted in the direction C together with the coupling device 10, while the coupling device 10 is stopped in direction B, to be placed on the towing hook 100 with towing hook connection 23 in direction D.

Figuur 1B toont de koppelinrichting 10 zonder de 25 afvalhouder 1. De koppelinrichting 10 bezit een staaf- of buisframe met een voorste dwarsdeel 12, twee met het dwars-deel 12 verbonden eerste langsdelen 11, 13, waarbij de eerste langsdelen 11, 13 en het voorste dwarsdeel 12 samen een U-bocht vormen, en verder twee tweede langsdelen 16, 17 30 die via twee eerste bochtdelen 14 en 15 onder een hoek van 130° met de eerste langsdelen 11, 13 zijn verbonden, waarbij de twee tweede langsdelen 16, 17 evenwijdig aan elkaar in eenzelfde vlak gelegen zijn, en twee derde langsdelen 20, 21 die door middel van twee tweede bochtdelen 18, 19 onder 35 een hoek van 80° met de twee tweede langsdelen 16, 17 zijn verbonden. De derde langsdelen 20, 21 zijn in hetzelfde vlak gelegen en lopen taps naar elkaar en naar de trekhaak- 1027742 9 aansluiting 23 toe.Figure 1B shows the coupling device 10 without the waste container 1. The coupling device 10 has a rod or tubular frame with a front transverse part 12, two first longitudinal parts 11, 13 connected to the transverse part 12, the first longitudinal parts 11, 13 and the front transverse part 12 together form a U-bend, and furthermore two second longitudinal parts 16, 17 which are connected via two first bend parts 14 and 15 at an angle of 130 ° to the first longitudinal parts 11, 13, the two second longitudinal parts 16, 17 are parallel to each other in the same plane, and two third longitudinal parts 20, 21 which are connected by means of two second bend parts 18, 19 at an angle of 80 ° to the two second longitudinal parts 16, 17. The third longitudinal parts 20, 21 are situated in the same plane and are tapered towards each other and towards the towbar connection 23.

De trekhaakaansluiting 23 bezit een cilindrische holle koppelbus 22. De koppelbus 22 bezit een zodanige binnendiameter dat deze nauw over de trekhaakkogel van de 5 trekhaak 100 past, waarbij in de koppelbus 22 niet getoonde klemmiddelen zijn aangebracht waarmee de koppelbus 22 klemmend op de trekhaakkogel kan worden bevestigd, bijvoorbeeld door klikken.The towing hook connection 23 has a cylindrical hollow coupling bush 22. The coupling bush 22 has such an inner diameter that it fits tightly over the towing ball of the towing hook 100, wherein clamping means (not shown) are provided in the coupling bushing 22 with which the coupling bush 22 can be clamped onto the towing hook ball confirmed, for example by clicking.

De lengten van de eerste langsdelen 11, 13, 10 lengten van de tweede langsdelen 16, 17 en de hoek tussen de eerste en de tweede langsdelen 11, 17, 13, 18 is zodanig gekozen dat de koppelinrichting 10 in de gekoppelde toestand zoals getoond in figuur IA met het voorste dwars deel 12 en/of de eerste langsdelen 11, 13 aanligt (aangrijpt) op 15 het deksel 7 van de afvalhouder 1, en de tweede bochtdelen 18 komen aan te liggen tegen (aangrijpen op) het handvat 5 van de afvalhouder 1. In gekoppelde toestand zoals getoond in figuur IA is de afvalhouder 1 dusdanig ver om de as van de wielen 3 in richting C gekanteld dat deze over zijn dode 20 punt gekanteld is en daardoor door zijn eigengewicht via de | koppelinrichting 10 steunt op de trekhaak 100. Het deksel 7 wordt daarbij door de koppelinrichting 10 dichtgehouden. De lengten van de derde langsdelen 20, 21 zijn zodanig dat het voertuig door een normale bocht kan rijden zonder dat de 25 afvalhouder 1 door bijvoorbeeld botsing met de bumper van het voertuig wordt omgekanteld.The lengths of the first longitudinal parts 11, 13, 10, lengths of the second longitudinal parts 16, 17 and the angle between the first and the second longitudinal parts 11, 17, 13, 18 are selected such that the coupling device 10 in the coupled state as shown in Figure 1A with the front transverse part 12 and / or the first longitudinal parts 11, 13 abuts (engages) on the lid 7 of the waste container 1, and the second bend parts 18 abut against (engaging on) the handle 5 of the refuse holder 1. In the coupled state as shown in figure IA, the refuse holder 1 is tilted so far about the axis of the wheels 3 in direction C that it is tilted over its dead point and therefore through its own weight via the | coupling device 10 is supported on the towing hook 100. The lid 7 is thereby kept closed by the coupling device 10. The lengths of the third longitudinal parts 20, 21 are such that the vehicle can travel through a normal bend without the waste container 1 being turned over by, for example, collision with the bumper of the vehicle.

Figuren 2A en 2B tonen een tweede uitvoeringsvorm | van de koppelinrichting 40 volgens de uitvinding. De kop pelinrichting 40 bezit een staaf- of buisframe met een 30 voorste rond gekromd deel 42, twee aan de uiteinden van het 1 voorste rond gekromd deel 42 verbonden eerste langsdelen 41, 43 die in eenzelfde vlak gelegen zijn en die enigszins taps naar elkaar toelopen en samen met het voorste rond gekromde deel een U-bocht vormen, twee tweede langsdelen 35 46, 47 die via twee eerste bochtdelen 44, 45 onder een hoek α van 155° graden met de eerste langsdelen 41, 43 verbonden zijn, en twee derde langsdelen 50, 51 die met twee tweede 1027742 10 bochtdelen 49, 48 onder een hoek β van 90° graden met de tweede langsdelen 46, 47 verbonden zijn.Figures 2A and 2B show a second embodiment | of the coupling device 40 according to the invention. The coupling device 40 has a rod or tubular frame with a front round curved part 42, two first longitudinal parts 41, 43 connected at the ends of the front round curved part 42, which are situated in the same plane and which tapering slightly towards each other and forming a U-bend together with the front curved part, two second longitudinal parts 46, 47 which are connected via two first bend parts 44, 45 to the first longitudinal parts 41, 43 at an angle α of 155 ° degrees, and two thirds longitudinal parts 50, 51 which are connected to two second bend parts 49, 48 at an angle β of 90 ° with the second longitudinal parts 46, 47.

Tussen de uiteinden van de derde langsdelen 50, 51 is een knelring 52 bevestigd, waaraan aan de binnenzijde 5 een laag elastisch frictiemateriaal 53 is aangebracht. De binnendiameter van de knelring 52 is zodanig dat deze met het frictiemateriaal 53 klemmend over een op zich bekende en gebruikelijke beschermkap 54 voor een trekhaakkogel kan worden geschoven, waarbij de knelring 52 op een rondom 10 uitstekende onderrand van de beschermkap 54 komt aan te liggen. Alternatief kan de omtrekswand van de knelring 52 op een plaats geopend zijn, waardoor de knelring 52 zelf kan meegeven bij plaatsing over de beschermkap 54.A compression ring 52 is attached between the ends of the third longitudinal parts 50, 51, on which a layer of elastic friction material 53 is arranged on the inside 5. The inner diameter of the compression ring 52 is such that it can be clamped with the friction material 53 over a per se known and usual protective cap 54 for a towball, wherein the compression ring 52 comes to rest on a lower edge of the protective cap 54 protruding around. Alternatively, the peripheral wall of the compression ring 52 can be opened at a location, so that the compression ring 52 itself can yield when placed over the protective cap 54.

De lengten van de eerste langsdelen 41, 43 en de 15 tweede langsdelen 46, 47, en de hoeken α en β zijn hierbij zodanig gekozen dat het bochtdeel 42 en/of de eerste langsdelen 41, 43 in gekoppelde toestand, bijvoorbeeld zoals overeenkomstig getoond in figuur IA, kan aanliggen tegen (aangrijpen op) het deksel 7 van de afvalhouder 1, en de 20 tweede bochtdelen 48, 49 komen aan te liggen tegen (aan grijpen op) het handvat 5. De lengten van de derde langsdelen 50, 51 zijn hierbij weer zodanig dat het slepend voertuig een normale bocht kan nemen zonder dat de afvalhouder 1 daarbij omkantelt.The lengths of the first longitudinal parts 41, 43 and the second longitudinal parts 46, 47, and the angles α and β are herein chosen such that the bend part 42 and / or the first longitudinal parts 41, 43 in the coupled state, for example as correspondingly shown in Fig. 1A, can abut against (engage with) the lid 7 of the waste container 1, and the second bend parts 48, 49 come to rest against (grip on) the handle 5. The lengths of the third longitudinal parts 50, 51 are Here again such that the towing vehicle can take a normal turn without the waste container 1 tipping over.

25 Figuur 3A toont een eerste alternatieve uitvoe ring voor de trekhaakaansluitingen zoals getoond in figuren IA, 1B en 2A, 2B. De trekhaakaansluiting 71 is opgebouwd met staaf- of buisdelen en bezit een voorste rond gekromd deel 62 en in het verlengde daarvan aansluitend twee langs-30 delen 61 en 63. Deze langsdelen 61 en 63 kunnen bijvoorbeeld het verlengde zijn van de derde langsdelen 20, 21 zoals getoond in figuren 1B en 1B of de derde langsdelen 50, 51 zoals getoond in figuren 2A en 2B.Figure 3A shows a first alternative embodiment for the tow bar connections as shown in Figures 1A, 1B and 2A, 2B. The towbar connection 71 is constructed with rod or tube parts and has a front, round, curved part 62 and, as an extension thereof, two longitudinal parts 61 and 63 subsequently. These longitudinal parts 61 and 63 may, for example, be the extension of the third longitudinal parts 20, 21 as shown in figures 1B and 1B or the third longitudinal parts 50, 51 as shown in figures 2A and 2B.

Dwars op beide langsdelen 61, 63 zijn twee vin- 35 gers 64 gelegen, die elk zijn opgebouwd met een eerste vingerdeel 66, een tweede vingerdeel 68 die via een bochtdeel 67 met het eerste vingerdeel 66 is verbonden, en een 1027742 11 eindvingerdeel 70 dat via een tweede bochtdeel 69 met het tweede vingerdeel 68 is verbonden. De tweede vingerdelen 68 zijn evenwijdig aan elkaar en de langsdelen 61, 63 gelegen, en de eindvingerdelen 70 zijn naar het voorste ronde ge-5 kromde gedeelte 62 gekeerd. De vingers 64 zijn zodanig op afstand van elkaar geplaatst dat deze een trekhaakkogel 102 van de trekhaak 100 aan weerszijden van de nek kunnen ondergrijpen, terwijl het bochtdeel 62 op het platte bovenvlak 103 van de trekhaakkogel 102 rust. Eventueel kan 10 hierbij een lichte klemkracht op de trekhaakkogel 102 worden uitgeoefend.Transverse to both longitudinal parts 61, 63 are two fingers 64, each of which is built up with a first finger part 66, a second finger part 68 which is connected to the first finger part 66 via a bend part 67, and an end finger part 70 which is 1027742 11 is connected via a second bend part 69 to the second finger part 68. The second finger parts 68 are parallel to each other and the longitudinal parts 61, 63 are situated, and the end finger parts 70 face the front round curved portion 62. The fingers 64 are spaced apart such that they can engage a tow bar ball 102 of the tow bar 100 on either side of the neck, while the bend portion 62 rests on the flat top surface 103 of the tow bar ball 102. A slight clamping force can optionally be exerted on the tow ball 102 here.

Figuur 3B toont de trekhaakaansluiting 71 in een voorbereidingsstand voor het bewerkstelligen van een aansluiting met de trekhaakkogel 102. De trekhaakaansluiting 15 71 wordt hierbij in richting F naar de trekhaakkogel 102 gebracht, waarbij de langsdelen 61, 63 in het verlengde van trekhaakstang 101 zijn gepositioneerd en de vingers 64 zich op afstand van het niet getoonde voertuig bevinden. Wanneer het voorste rond gekromde deel 82 op de trekhaakkogel 102 2 0 rust, wordt de trekhaakaansluiting 71 in richting G om de trekhaakkogel 102 gezwenkt, waardoor de vingers 64 de trekhaakkogel 102 aan zijn onderzijde, bij de nek, aan weerszijden ondergrijpen.Figure 3B shows the tow bar connection 71 in a preparation position for establishing a connection with the tow bar ball 102. The tow bar connection 71 is hereby brought in direction F to the tow bar ball 102, the longitudinal parts 61, 63 being aligned with the tow bar rod 101 and the fingers 64 are remote from the vehicle not shown. When the foremost curved portion 82 rests on the tow ball 102, the tow hitch connection 71 is pivoted in direction G about the tow ball 102, whereby the fingers 64 engage the tow ball 102 on its underside, at the neck, on either side.

Figuur 4A toont een tweede alternatieve uitvoe-25 ring voor de trekhaakaansluitingen zoals getoond in figuren IA, 1B en 2A, 2B. De trekhaakaansluiting 91 is opgebouwd met staaf- of buisdelen en bezit een voorste rond gekromd deel 84 dat via twee eerste bochtdelen 82, 84 met twee langsdelen 81, 85 is verbonden. De eerste bochtdelen 82 en 3 0 84 zijn zodanig gevormd dat het voorste deel 83 langs een gedeelte van de trekhaakkogel 102 van de trekhaak 100 aanligt, waarbij de langsdelen 81 en 85 gedeeltelijk op het platte bovenvlak 103 van trekhaakkogel 102 rusten. Aan de langsdelen 81 en 85 is onder een schuine hoek daarmee een 35 ondergrijpdeel 86 verbonden dat is opgebouwd met twee langsdelen 87 die via bochtdelen 88 en een rond gekromd deel 89 met elkaar verbonden zijn. Het ondergrijpdeel 86 is 1027742 ιμ·ι^______ , 12 zodanig gedimensioneerd dat deze de trekhaakkogel 102 aan de van het voertuig af gekeerde zijde langs de nek kan ondergrijpen.Figure 4A shows a second alternative embodiment for the tow bar connections as shown in Figures 1A, 1B and 2A, 2B. The towbar connection 91 is constructed with rod or tubular parts and has a front round curved part 84 which is connected via two first bend parts 82, 84 to two longitudinal parts 81, 85. The first bend portions 82 and 84 are formed such that the front portion 83 abuts along a portion of the towbar ball 102 of the towbar 100, the longitudinal portions 81 and 85 partially resting on the flat top surface 103 of towbar ball 102. To the longitudinal parts 81 and 85 is connected at an oblique angle thereto a lower grip part 86 which is built up with two longitudinal parts 87 which are connected to each other via bend parts 88 and a round curved part 89. The lower grip part 86 is dimensioned 1027742 ιμ · ι ^ ______, 12 such that it can engage the towbar ball 102 on the side facing away from the vehicle along the neck.

Figuur 4B toont de trekhaakaansluiting 91 in een 5 voorbereidingsstand voor het bewerkstelligen van een aansluiting met de trekhaakkogel 102. De trekhaakaansluiting 91 wordt hierbij eerst in de richting H in de richting van de trekkogel gebracht, totdat de bochtdelen 83 en 84 aanliggen tegen de trekkogel 102. Vervolgens wordt de koppe-10 ling 91 neerwaarts in richting J ten opzichte van de trekhaakkogel 102 gezwenkt, waardoor het ondergrijpdeel 86 de trekhaakkogel 102 ondergrijpt. Hierbij wordt de trekhaakkogel 102 eventueel ingeklemd tussen de langsdelen 81, 85 en het ondergrijpdeel 86.Figure 4B shows the towing hook connection 91 in a preparation position for establishing a connection with the towing ball 102. The towing hook connection 91 is first brought in the direction H in the direction of the towing ball, until the bend parts 83 and 84 abut against the towing ball 102 Subsequently, the coupling 91 is pivoted downwards in the direction J with respect to the tow bar ball 102, whereby the lower grip part 86 engages the tow bar ball 102. The towbar ball 102 is herein possibly clamped between the longitudinal parts 81, 85 and the lower grip part 86.

10277421027742

Claims (30)

1. Inrichting voor het aan een voertuig koppelen van een verrijdbare van handvat voorziene afvalhouder, waarbij de inrichting is voorzien van een eerste koppeldeel voor het koppelen van de inrichting aan de trekhaak van het 5 voertuig, en een tweede koppeldeel voor het koppelen van de inrichting aan de afvalhouder, waarbij het tweede koppeldeel een eerste aangrijpdeel omvat voor aangrijping op een handvat van de afvalhouder.Device for coupling a mobile waste container provided with handle to a vehicle, wherein the device is provided with a first coupling part for coupling the device to the towing hook of the vehicle, and a second coupling part for coupling the device to the waste container, wherein the second coupling part comprises a first engagement part for engagement with a handle of the waste container. 2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het 10 tweede koppeldeel is voorzien van een tweede aangrijpdeel voor aangrijping op een deksel van de afvalhouder.2. Device as claimed in claim 1, wherein the second coupling part is provided with a second engaging part for engaging on a lid of the waste container. 3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij het eerste en tweede aangrijpdeel ingericht en onderling afgestemd zijn voor aangrijping op respectievelijk een onderis zijde van het handvat en een bovenzijde van het deksel.Device as claimed in claim 2, wherein the first and second engagement part are arranged and mutually coordinated for engagement on a bottom side of the handle and a top side of the cover, respectively. 4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, voorzien van een eerste verbindingsdeel waarmee het eerste en tweede aangrijpdeel onderling verbonden zijn, waarbij het eerste verbindingsdeel ingericht is om door een vrije ruimte 20 tussen het handvat en de afvalhouder te reiken.4. Device as claimed in claim 2 or 3, provided with a first connecting part with which the first and second engaging part are mutually connected, wherein the first connecting part is adapted to extend through a free space between the handle and the waste container. 5. Inrichting volgens een der voorgaande conclu sies, voorzien van een tweede verbindingsdeel waarmee het eerste koppeldeel en het tweede koppeldeel onderling verbonden zijn, waarbij het tweede verbindingsdeel ingericht 25 is voor het bepalen van een onderlinge afstand tussen het voertuig en de daaraan gekoppelde afvalhouder.5. Device as claimed in any of the foregoing claims, provided with a second connecting part with which the first coupling part and the second coupling part are mutually connected, wherein the second connecting part is adapted to determine a mutual distance between the vehicle and the waste container coupled thereto. 6. Inrichting volgens conclusies 4 en 5, waarbij het eerste koppeldeel, het tweede verbindingsdeel, het eerste aangrijpdeel, het eerste verbindingsdeel en het 30 tweede aangrijpdeel een geheel met elkaar vormen, bij voorkeur een frame. 10277426. Device as claimed in claims 4 and 5, wherein the first coupling part, the second connecting part, the first engaging part, the first connecting part and the second engaging part form a whole with each other, preferably a frame. 1027742 7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het frame is opgebouwd met onderscheidenlijke aaneengesloten staafgedeelten.Device as claimed in claim 6, wherein the frame is built up with respective contiguous bar sections. 8. Inrichting volgens conclusies 6 en 7, waarbij 5 het tweede aangrijpdeel een U-vormig gekromd eerste staaf- gedeelte omvat, dat bij voorkeur in één vlak gelegen is.Device as claimed in claims 6 and 7, wherein the second engagement part comprises a U-shaped curved first bar part, which is preferably situated in one plane. 9. Inrichting volgens conclusies 6 en 7, waarbij het eerste verbindingsdeel en/of ten minste een gedeelte van het eerste aangrijpdeel twee langwerpige tweede staaf- 10 gedeelten omvat die op afstand van elkaar gelegen zijn, bij voorkeur in eenzelfde vlak.9. Device as claimed in claims 6 and 7, wherein the first connecting part and / or at least a part of the first engaging part comprises two elongated second bar parts that are spaced apart, preferably in the same plane. 10. Inrichting volgens conclusies 8 en 9, waarbij de tweede staafgedeelten elk in een van twee uiteinden van het U-vormige eerste staafgedeelte overgaan en daarbij 15 onder eenzelfde eerste hoek met de uiteinden van het U-vormige eerste staafgedeelte staan.10. Device as claimed in claims 8 and 9, wherein the second rod sections each merge into one of two ends of the U-shaped first rod section and thereby stand at the same first angle with the ends of the U-shaped first rod section. 11. Inrichting volgens conclusies 6 en 7, waarbij het tweede verbindingsdeel en/of een gedeelte van het eerste aangrijpdeel twee langwerpige derde staafgedeelten 20 omvat die bij voorkeur in eenzelfde vlak gelegen zijn.11. Device as claimed in claims 6 and 7, wherein the second connecting part and / or a part of the first engaging part comprises two elongated third rod parts 20 which are preferably situated in the same plane. 12. Inrichting volgens conclusies 9 en 11, waarbij elk van de twee derde staafgedeelten in een van de twee tweede staafgedeelten overgaan en daarbij onder eenzelfde tweede hoek met de tweede staafgedeelten staan, waarbij bij 25 voorkeur ten minste een gedeelte van het eerste aangrijpdeel is verschaft door het gebied langs de overgang tussen de tweede en derde staafgedeelten.12. Device as claimed in claims 9 and 11, wherein each of the two third rod sections merge into one of the two second rod sections and thereby stand at the same second angle with the second rod sections, wherein at least a part of the first engaging part is preferably provided through the area along the transition between the second and third bar portions. 13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, waarbij de derde staafgedeelten divergeren vanaf het eerste 30 koppeldeel.13. Device as claimed in claim 11 or 12, wherein the third rod parts diverge from the first coupling part. 14. Inrichting volgens conclusie 10 en 12 of 13, waarbij de eerste en tweede hoek afgestemd zijn voor het bepalen van een Z-vorm van het frame, althans in hoofdzaak.Device as claimed in claims 10 and 12 or 13, wherein the first and second angle are adjusted for determining a Z-shape of the frame, at least substantially. 15. Inrichting volgens een der voorgaande conclu- 35 sies, waarbij het eerste koppeldeel ingericht is voor het aangrijpen op de kogel van de trekhaak aan een voertuig.15. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first coupling part is adapted for engaging the ball of the towing hook on a vehicle. 16. Inrichting volgens conclusie 15, waarbij het 1027742 eerste koppeldeel een derde en een vierde aangrijpdeel omvat voor het respectievelijk daartussen aangrijpen op en/of onder de trekhaakkogel, bij voorkeur klemmend.Device as claimed in claim 15, wherein the first coupling part comprises a third and a fourth engagement part for engaging therebetween on and / or under the towball, preferably clamping. 17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij het 5 eerste koppeldeel een kapvormige houder omvat voor plaatsing over de trekhaakkogel, waarbij het derde en vierde aangrijpdeel verschaft zijn aan een binnenzijde van de kapvormige houder.17. Device as claimed in claim 16, wherein the first coupling part comprises a cap-shaped holder for placement over the tow bar ball, wherein the third and fourth engaging part are provided on an inner side of the cap-shaped holder. 18. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij het 10 eerste koppeldeel een klauw omvat voor plaatsing om de trekhaakkogel, waarbij het derde en vierde aangrijpdeel verschaft zijn aan de klauw voor respectievelijk het aangrijpen op een bovenzijde van de trekhaakkogel en het ondergrijpen van de trekkogel.18. Device as claimed in claim 16, wherein the first coupling part comprises a claw for placement around the tow ball, the third and fourth engaging part being provided on the claw for engaging an upper side of the tow ball and for engaging the tow ball respectively. 19. Inrichting volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij het eerste koppeldeel ingericht is voor aangrijping op een beschermkap van een trekhaak.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first coupling part is adapted for engaging a protective cover of a towing hook. 20. Inrichting volgens conclusie 19, waarbij het eerste koppeldeel een ringvormige houder omvat voor plaat- 20 sing om de beschermkap van de trekhaak.20. Device as claimed in claim 19, wherein the first coupling part comprises an annular holder for placement around the protective cap of the towing hook. 21. Inrichting volgens conclusie 20, waarbij de ringvormige houder aan een binnenzijde elastisch werkzame verbindingsmiddelen bevat.Device as claimed in claim 20, wherein the annular holder comprises elastically active connecting means on an inner side. 22. Inrichting volgens een der voorgaande conclu-25 sies, vervaardigd van metaal.22. Device as claimed in any of the foregoing claims, made from metal. 23. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattend een vlak van symmetrie dat bij gebruik van de inrichting verticaal gericht is.Device as claimed in any of the foregoing claims, comprising a plane of symmetry which is oriented vertically when the device is used. 24. Inrichting volgens een der voorgaande conclu-30 sies, omvattend een eerste naar boven gericht aangrijpvlak op afstand van het eerste koppeldeel, en een tweede naar beneden gericht aangrijpvlak op afstand van het eerste koppeldeel, waarbij de afstand tussen het eerste aangrijpvlak en het eerste koppeldeel kleiner is dan de afstand 35 tussen het tweede aangrijpvlak en het eerste koppeldeel.Device as claimed in any of the foregoing claims, comprising a first upwardly facing engagement surface remote from the first coupling part, and a second downwardly facing engagement surface away from the first engagement portion, wherein the distance between the first engagement surface and the first coupling part is smaller than the distance between the second engagement surface and the first coupling part. 25. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de inrichting gevormd is om door een doorgang I027742 van de afvalhouder te worden gestoken, waarbij de doorgang is bepaald door het handvat en een wand van de afvalhouder.25. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the device is designed to be inserted through a passage of the waste container I027742, the passage being defined by the handle and a wall of the waste container. 26. Inrichting voor het aan een voertuig koppelen van een verrijdbare afvalhouder, waarbij de inrichting is 5 voorzien van een eerste koppeldeel voor het koppelen van de inrichting aan het voertuig, en een tweede koppeldeel voor het koppelen van de inrichting aan de afvalhouder, waarbij het tweede koppeldeel is ingericht voor aangrijping op of in een uitsparing of opneemruirate van de afvalhouder.26. Device for coupling a mobile waste container to a vehicle, the device being provided with a first coupling part for coupling the device to the vehicle, and a second coupling part for coupling the device to the waste container, wherein the second coupling part is adapted for engagement on or in a recess or receiving space of the waste container. 27. Inrichting volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij de inrichting losneembaar aan de afvalhouder kan worden gekoppeld.27. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the device can be detachably coupled to the waste container. 28. Samenstel van een verrijdbare afvalhouder en een inrichting volgens een der voorgaande conclusies.An assembly of a mobile waste container and a device according to any one of the preceding claims. 29. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.29. Device provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings. 30. Samenstel voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijge-20 voegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- FG/GB 102774230. Assembly provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings. -o-o-o-o-o-o-o-fg / GB 1027742
NL1027742A 2004-12-14 2004-12-14 Coupling device for hitching wheeled bin to vehicle, comprises coupling parts for securing to tow hook and bin handle NL1027742C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027742A NL1027742C2 (en) 2004-12-14 2004-12-14 Coupling device for hitching wheeled bin to vehicle, comprises coupling parts for securing to tow hook and bin handle

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027742 2004-12-14
NL1027742A NL1027742C2 (en) 2004-12-14 2004-12-14 Coupling device for hitching wheeled bin to vehicle, comprises coupling parts for securing to tow hook and bin handle

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1027742C2 true NL1027742C2 (en) 2006-06-16

Family

ID=36741286

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1027742A NL1027742C2 (en) 2004-12-14 2004-12-14 Coupling device for hitching wheeled bin to vehicle, comprises coupling parts for securing to tow hook and bin handle

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1027742C2 (en)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2001037C2 (en) * 2007-11-28 2009-06-02 Eric Servatius Henrikus Jansse Mobile holder and bucket combination for household, has control unit engaged with mobile holder such that control unit engages with ridge of handle when holder is manipulated e.g. tilted
WO2011012130A1 (en) * 2009-07-30 2011-02-03 Lothar Schnitz Transport container pulling device
US20200290412A1 (en) * 2019-03-14 2020-09-17 John Harold Robinson Container hitch for facilitating detachably attaching of a container to a vehicle

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2001037C2 (en) * 2007-11-28 2009-06-02 Eric Servatius Henrikus Jansse Mobile holder and bucket combination for household, has control unit engaged with mobile holder such that control unit engages with ridge of handle when holder is manipulated e.g. tilted
WO2011012130A1 (en) * 2009-07-30 2011-02-03 Lothar Schnitz Transport container pulling device
US20200290412A1 (en) * 2019-03-14 2020-09-17 John Harold Robinson Container hitch for facilitating detachably attaching of a container to a vehicle

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5048778A (en) Trash bag apparatus
US4923080A (en) Trash receptacle
US8550318B2 (en) Bracket for towing single and multiple trash bins
US8647041B2 (en) Method and apparatus for handling refuse containers
NL1027742C2 (en) Coupling device for hitching wheeled bin to vehicle, comprises coupling parts for securing to tow hook and bin handle
US7874528B2 (en) Lift and hold, anti-tipping trash container support system
US8505951B2 (en) Hitch mounted waste container transporter
US20050212234A1 (en) Shopping cart extender
US20050161906A1 (en) Transport assistance device for large, wheeled refuse containers
US20180029795A1 (en) Single Arm Lifter Assembly For Intermediate Refuse Collection Container
AU2016208258B2 (en) Tow Ball Coupling and Holder Member
GB2275035A (en) Towing attachment for rubbish bin
CA2829905C (en) Cradle for a side loading arm for refuse vehicle
AU2007100062A4 (en) Towing Device For Wheelie Bins
EP0287433B1 (en) Retaining mechanism for refuse receptacles
CN110733802B (en) Garbage can
US20170174430A1 (en) Self-dumping dumpster
AU2015100989A4 (en) A hitch for towing a wheeled bin
CN218369780U (en) House building construction waste transportation cart
CN213057087U (en) Improved generation garbage bin locomotive
JPS5823763Y2 (en) garbage collection truck
US20200055669A1 (en) Lid prop for commercial trash bin
JPH08126601A (en) Dustpan with lid
AU731263B1 (en) Bin lid opener
GB2559972A (en) A towing device for a motor vehicle

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
TD Modifications of names of proprietors of patents

Owner name: THULE TOWING SYSTEMS B.V.

Effective date: 20061030

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100701