NL1027473C2 - Partition wall system for body of water, e.g. dam wall, comprises wall panels secured between connection means in sides of vertical stands - Google Patents

Partition wall system for body of water, e.g. dam wall, comprises wall panels secured between connection means in sides of vertical stands Download PDF

Info

Publication number
NL1027473C2
NL1027473C2 NL1027473A NL1027473A NL1027473C2 NL 1027473 C2 NL1027473 C2 NL 1027473C2 NL 1027473 A NL1027473 A NL 1027473A NL 1027473 A NL1027473 A NL 1027473A NL 1027473 C2 NL1027473 C2 NL 1027473C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
upright
wall
module elements
core element
engaging means
Prior art date
Application number
NL1027473A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Pieter Den Breejen
Original Assignee
Pieter Den Breejen
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pieter Den Breejen filed Critical Pieter Den Breejen
Priority to NL1027473A priority Critical patent/NL1027473C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1027473C2 publication Critical patent/NL1027473C2/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B3/00Engineering works in connection with control or use of streams, rivers, coasts, or other marine sites; Sealings or joints for engineering works in general
    • E02B3/04Structures or apparatus for, or methods of, protecting banks, coasts, or harbours
    • E02B3/10Dams; Dykes; Sluice ways or other structures for dykes, dams, or the like
    • E02B3/102Permanently installed raisable dykes
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B3/00Engineering works in connection with control or use of streams, rivers, coasts, or other marine sites; Sealings or joints for engineering works in general
    • E02B3/04Structures or apparatus for, or methods of, protecting banks, coasts, or harbours
    • E02B3/06Moles; Piers; Quays; Quay walls; Groynes; Breakwaters ; Wave dissipating walls; Quay equipment
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B7/00Barrages or weirs; Layout, construction, methods of, or devices for, making same
    • E02B7/20Movable barrages; Lock or dry-dock gates
    • E02B7/22Stop log dams; Emergency gates
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A10/00TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE at coastal zones; at river basins
    • Y02A10/11Hard structures, e.g. dams, dykes or breakwaters

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Revetment (AREA)

Abstract

At least one elongated vertical stand (2) is at least partly sunk into the ground and at least one board or sheet (3) is secured to a connection means in one side of the stand in order to form a wall panel. The connection means comprises a cavity or slot (4) for locating the wall panel and contains a seal such as a rubber layer. The stand contains several of these connection means facing in different directions.

Description

//

SCHEIDINGSWAND IN OF BIJ WATERLICHAAHDIVIDING WALL IN OR AT WATER LICHAAH

55

De onderhavige uitvinding betreft een systeem voor het vormen van een scheidingswand in of bij een waterlichaam, zoals een damwand, een wand van een pier of een havenmond, een aanlegsteiger, een l&ndafscheiding, etc.The present invention relates to a system for forming a dividing wall in or near a body of water, such as a sheet pile wall, a wall of a pier or a port mouth, a jetty, an end barrier, etc.

10 In de techniek 2ijn dergelijke scheidingswanden bekend, waarbij bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van damwandprofielen. Dit zijn stalen of metalen profielen, die in elkaar grijpen en in longitudinale richting in een ondergrond worden verzonken.Such partition walls are known in the art 2, wherein for instance use is made of sheet pile profiles. These are steel or metal profiles that engage each other and are sunk in a longitudinal direction into a substrate.

15 De bekende systemen vertonen een aantal nadelen. De bekende systemen met bijvoorbeeld damwandprofielen hebben geen of nauwelijks enige voorzieningen om aanvullende attributen aan te brengen. Zo kan het gewenst zijn om ' grondankers aan te brengen om de diepte te beperken, tot waar 20 een dergelijke scheidingswand in een ondergrond moet worden aangebracht. Verder kan het wenselijk zijn om stootkussens aan te brengen en of in geval van hoogwater de scheidingswand te kunnen verhogen. Dit is allemaal met de bekende systemen niet mogelijk. Bovendien is het plaatsen van damwandprofielen 25 recent wel sterk vereenvoudigd en is daarvoor het nodige gereedschap en zijn de benodigde machines beschikbaar. Daarentegen is wel een nadeel, dat dergelijke machines bijzonder sterk, krachtig en robuust moeten zijn uitgevoerd om de scheidingswanden tot een gewenste en voor de benodigde 30 robuustheid daarvan vereiste diepte in de ondergrond te verzinken. Een verder nadeel is, dat staal een relatief kostbare grondstof is, en hetzelfde geldt voor metaal, als het gaat om het vormen van dergelijke scheidingswanden, waar 027473 € · 2 in het bijzonder lage kosten gewenst zijn, evenals een hoge mate van eenvoud bij het assembleren of monteren daarvan, in welke opzichten de bekende systemen derhalve tekortschieten.The known systems have a number of disadvantages. The known systems with, for example, sheet pile profiles have no or hardly any provisions for providing additional attributes. For example, it may be desirable to provide ground anchors to limit the depth to which such a dividing wall must be provided in a substrate. It may further be desirable to provide pads and to be able to raise the partition wall in the event of high water. All this is not possible with the known systems. Moreover, placing sheet pile profiles 25 has recently been greatly simplified and the necessary tools and machines are available for this. On the other hand, it is a disadvantage that such machines must be particularly strong, powerful and robust in order to sink the partitions into the substrate to a desired depth and required for their required robustness. A further disadvantage is that steel is a relatively expensive raw material, and the same applies to metal, when it comes to forming such partition walls, where particularly low costs are required, as well as a high degree of simplicity in processing. assemble or assemble thereof, in which respects the known systems therefore fall short.

Met de onderhavige uitvinding is beoogd de 5 bovengenoemde problemen van de bekende techniek aan te pakken en te verhelpen of althans te verminderen, waartoe een systeem is verschaft, dat zich van de bekende techniek onderscheidt door het samenstel van maatregelen volgens conclusie 1.It is an object of the present invention to address and at least alleviate the above-mentioned problems of the known art, for which purpose a system is provided which differs from the known art by the combination of measures according to claim 1.

10 Alleen op een afstand, die overeenkomt met de gewenste en mogelijkerwijs zelfs instelbare lengte van de plank- of plaatvormige wanddelen, hoeven staanders in de ondergrond verzonken te worden, in tegenstelling tot de bekende techniek, waar naburige staanders of damwandprofielen 15 op elkaar aansluiten en allemaal afzonderlijk in de ondergrond verzonken moeten worden. Als gevolg van de aangrijpingsmiddelen volgens de uitvinding is het verder mogelijk om de plank- of plaatvormige wanddelen op een eenvoudige wijze te monteren of assembleren, waarbij de 20 algehele configuratie van het systeem een aanzienlijke vereenvoudiging oplevert ten opzichte van de bekende techniek in alle mogelijke opzichten. Zo kunnen als plank- of plaatvormige wanddelen betonelementen worden gebruikt, hetgeen een kost besparing oplevert ten opzichte van stalen 25 damwandprofielen, die aanzienlijk is. Bovendien kunnen de aangrijpingsmiddelen dienen voor aangrijping van ook andere aanvullende componenten en elementen, zoals stootkussens, grondankers, etc.Only at a distance which corresponds to the desired and possibly even adjustable length of the plank or plate-shaped wall parts, uprights need to be sunk into the subsurface, in contrast to the known technique, where adjacent uprights or sheet pile profiles 15 connect to each other and all have to be sunk into the substrate separately. As a result of the gripping means according to the invention, it is furthermore possible to mount or assemble the plank or plate-shaped wall parts in a simple manner, wherein the overall configuration of the system provides a considerable simplification in comparison with the known technique in all possible respects . Concrete elements can be used as plank or plate-shaped wall parts, which results in a cost saving compared to steel sheet pile profiles, which is considerable. Moreover, the engaging means can serve for engaging other additional components and elements, such as pads, ground anchors, etc.

De onderhavige uitvinding kent diverse 30 voorkeursuitvoeringsvormen, die zijn gedefinieerd in de afhankelijke conclusies 2-21. Deze voorkeursuitvoeringsvormen zullen, binnen het kader van de onderhavige uitvinding, zoals dat is gedefinieerd door de hoofdconclusie met nr. 1, 1027473 ·' > 3 hieronder worden beschreven onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin dezelfde of soortgelijke onderdelen en componenten van het systeem zijn aangeduid met dezelfde referentienummers, en waarin: 5 Fig. 1 een zijaanzicht toont van een systeem volgens de onderhavige uitvinding;The present invention has various preferred embodiments, which are defined in the dependent claims 2-21. These preferred embodiments will, within the scope of the present invention, as defined by the main claim No. 1, 1027473, be described below with reference to the accompanying drawings, in which the same or similar parts and components of the system are indicated by the same reference numbers, and in which: 1 shows a side view of a system according to the present invention;

Fig. 2 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht toont van een systeem volgens de onderhavige uitvinding in gebruik; 10 Fig. 3 een schematisch en perspectivisch aanzicht toont van een staander in een systeem volgens de onderhavige uitvinding en de wijze van montage of assemblage daarvan;FIG. 2 shows a partly broken away perspective view of a system according to the present invention in use; FIG. 3 shows a schematic and perspective view of an upright in a system according to the present invention and the method of assembly or assembly thereof;

Fig. 4 een doorsnede aanzicht toont van een alternatieve uitvoeringsvorm van een staander in een systeem 15 volgens de onderhavige uitvinding ten opzichte van fig. 3;FIG. 4 shows a sectional view of an alternative embodiment of an upright in a system 15 according to the present invention with respect to FIG. 3;

Fig. 5 een aanzicht in doorsnede toont langs de lijn V-V in fig. 1; enFIG. 5 shows a sectional view along the line V-V in FIG. 1; and

Fig. 6 eèn alternatieve module volgens de uitvinding . toont ten opzichte van die welke in fig. 3 ia weergegeven.FIG. 6 and an alternative module according to the invention. with respect to that shown in FIG. 3.

20 In fig. 1 is een systeem 1 volgens de onderhavige uitvinding getoond. Het systeem 1 omvat staanders 2, waartussen zich plank- of plaatvormige wanddelen 3 uitstrekken. De staanders 2 omvatten als gleuven 4 vormgegeven aangrijpingsmiddelen. De gleuven 4 dienen voor 25 opname daarin van de plank- of plaatvormige wanddelen 3, die in de richting van pijlen A met de kopse uiteinden daarvan, in de gleuven 4 stekend, tussen de staanders 2 kunnen worden geplaatst.Fig. 1 shows a system 1 according to the present invention. The system 1 comprises uprights 2, between which plank or plate-shaped wall parts 3 extend. The uprights 2 comprise engaging means designed as slots 4. The slots 4 serve for receiving therein the board or plate-shaped wall parts 3, which can be placed between the uprights 2 in the direction of arrows A with the ends thereof protruding into the slots 4.

Opgemerkt wordt, dat er meer gleuven 4 in de 30 staanders 2 zijn verschaft, dan er nodig zijn voor opname daarin van de kopse uiteinden van de plank- of plaatvormige wanddelen 3. Zo is het mogelijk om in de als gleuven 4 1027473 4 4 * vormgegeven aangrijpingsmiddelen een stootkussen 5 aan te brengen.It is noted that more slots 4 are provided in the uprights 2 than are necessary for receiving therein the end ends of the plank or plate-shaped wall parts 3. Thus, it is possible to insert into the slots 4 1027473 4 *. provide a fender 5 in the form of a gripping means.

Verder is in fig. 2 getoond, dat een niet voor een plank- of plaatvormige wanddeel 3 gebruikte gleuf 4 dienst 5 kan doen om een grondanker 6 te monteren aan het systeem. Een dergelijk grondanker 6, zoals dat hier schematisch is weergegeven, kan worden aangebracht aan de tegenover een waterlichaam 7 gelegen zijde van de met de staanders 2 en de plank- of plaatvormige wanddelen 3 gevormde scheidingswand.Furthermore, it is shown in Fig. 2 that a slot 4 not used for a plank or plate-shaped wall part 3 can serve to mount a ground anchor 6 to the system. Such a ground anchor 6, as schematically shown here, can be arranged on the side opposite a water body 7 of the partition wall formed with the uprights 2 and the plank or plate-shaped wall parts 3.

10 Verder wordt opgemerkt, dat gleuven 4 in andere patronen kunnen worden aangebracht om de omtrek van de staanders 2. Door de aldus verkregen vormgeving van de r staanders is een hoge mate van vrijheid verkregen en verschaft voor het bewerkstelligen van diverse vormen van de 15 scheidingswand, die bestaat uit de staanders 2 en de plank-of plaatvormige wanddelen 3, maar ook bij het aanbrengen van aanvullende componenten en attributen, zoals de stootkussens 5 en de grondankers 6. Aldus kan de scheidingswand van staanders 2 en plank- of plaatvormige wanddelen 3 knikken 20 vertonen of zelfs hoeken, etc.It is further noted that slots 4 can be provided in other patterns around the circumference of the uprights 2. The design of the uprights thus obtained provides a high degree of freedom and is provided for effecting various forms of the partition wall , which consists of the uprights 2 and the plank or plate-shaped wall parts 3, but also when fitting additional components and attributes, such as the pads 5 and the ground anchors 6. Thus, the partition wall of uprights 2 and plank or plate-shaped wall parts 3 kinks 20 or even angles, etc.

Aan de hand van fig. 3 wordt nader de opbouw beschreven van een mogelijke uitvoeringsvorm van een staander 2 in een systeem volgens de onderhavige uitvinding. Deze omvatten als stalen buis 8 vormgegeven kernelement. De lengte 25 daarvan komt overeen met de gewenste diepte, over welke de staander 2 in een ondergrond 9 is verzonken, en vermeerderd met de hoogte, die de staander 2 daarboven moet uitsteken. Opgemerkt wordt, dat de buis 8 ook van ander materiaal dan metaal kan zijn vervaardigd, zoals keramiek, kunststof, etc. 30 Verder is de buis 8 hier in doorsnede cirkelvormig weergegeven, maar kan ook rechthoekig, ovaal, of zeshoekig zijn of de omtrekvorm van een pentagram hebben. Vanzelfsprekend is ook deze opsomming niet limitatief.With reference to Fig. 3, the structure of a possible embodiment of a post 2 in a system according to the present invention is further described. These comprise a core element designed as steel tube 8. The length thereof corresponds to the desired depth, over which the upright 2 is sunk into a base 9, and increased by the height that the upright 2 must protrude above it. It is noted that the tube 8 can also be made of a material other than metal, such as ceramics, plastic, etc. Furthermore, the tube 8 is here shown in a circular cross-section, but can also be rectangular, oval or hexagonal or the circumferential shape of have a pentagram. Naturally, this list is also not exhaustive.

1027473 # 51027473 # 5

De buis 8 is aan de onderzijde daarvan voorzien van een uitstulping of flens 10, waaraan een kop 11 van bijvoorbeeld beton of een willekeurig ander materiaal is aangebracht. De flens 10 dient voor een goede bevestiging van 5 de kop 11 aan de buis 8.The tube 8 is provided on its underside with a protrusion or flange 10, to which a head 11 of, for example, concrete or any other material is arranged. The flange 10 serves for a good attachment of the head 11 to the tube 8.

In een verzonken toestand van de staander 2 in de ondergrond 9 zijn op de kop 11, die aan het verzonken uiteinde van de buis 8 is aangebracht, module-elementen 12 geplaatst om de buis 8. De module-elementen 12 hebben hiertoe 10 een (niet getoonde) doorgang, die in de hier getoonde uitvoeringsvorm centraal is gepositioneerd in de module-, elementen 12. De module-elementen 12 hebben een ononderbroken rond manteloppervlak en zijn zelf cilindervormig. Op de bovenste van de aldus vormgegeven module-elementen 12 - de 15 derde in fig. 3 van onderen met inbegrip van de kop 11, zijn module-elementen geplaatst met een manteloppervlak, dat overeenkomt met de vormgeving met sleuven 4 daarin, die zijn bedoeld voor aangrijping van de plaat- of plankvormige wanddelen 3. De module-elementen met in het buitenoppervlak 20 daarvan als gleuven 4 vormgegeven aangrijpingsmiddelen worden achtereenvolgens in de richting van pijl B over de buis 8 geplaatst bij assemblage van deze staander 2. Daarbij wordt de buis 8 gestoken door een centrale doorgang 14 in het module-element 13 en kunnen de module-elementen 13 25 achtereenvolgens op elkaar en om de buis 8 worden geplaatst. Voor een juiste uitlijning van de aangrijpingsmiddelen, die hier als gleuven 4 zijn vormgegeven, is elk module-element 13 aan een kopsuiteinde voorzien van een hier richelvormige uitstulping 15, terwijl aan het tegenovergelegen uiteinde van 30 het module-element 13 een overeenkomstig vormgegeven uitsparing 16 is aangebracht. Deze vormen tezamen l&jnmiddelen. Als de module-elementen 13 aldus op elkaar worden geplaatst om de buis 8, dient de uitstulping 15 te 1027473 6 * vallen in de uitsparing 16, zodat een juiste uitlijning van de als gleuven 4 vormgegeven aangrijpingsmiddelen is verwezenlijkt. Voor een goede afdichting tussen de module-elementen 13 kan ook lijm 17 op het grensvlak tussen module-5 elementen 13 worden aangebracht. Een dergelijke lijm is, in het geval dat de module-elementen van beton zijn gemaakt, bijvoorbeeld betonlijm.In a sunken state of the upright 2 in the base 9, on the head 11, which is arranged at the sunken end of the tube 8, module elements 12 are placed around the tube 8. For this purpose, the module elements 12 have a ( passage (not shown), which in the embodiment shown here is centrally positioned in the module elements 12. The module elements 12 have a continuous round surface and are themselves cylindrical. On the upper of the thus designed module elements 12 - the third in Figure 3 from below including the head 11, are placed module elements with a casing surface corresponding to the configuration with slots 4 therein intended for engaging the plate-shaped or plank-shaped wall parts 3. The module elements with engagement means designed in the outer surface 20 thereof as slots 4 are successively placed over the tube 8 in the direction of arrow B when assembling this upright 2. Thereby the tube is placed 8 inserted through a central passage 14 in the module element 13 and the module elements 13 can be successively placed on top of each other and around the tube 8. For a correct alignment of the engaging means, which here are designed as slots 4, each module element 13 is provided at a head end with a here-projected protuberance 15, while at the opposite end of the module element 13 a correspondingly shaped recess 16 is applied. These together form a means. When the module elements 13 are thus placed on top of each other around the tube 8, the protrusion 15 must fall into the recess 16, so that a correct alignment of the engagement means designed as slots 4 is achieved. For a good seal between the module elements 13, glue 17 can also be applied to the interface between module 5 elements 13. Such a glue is, for example, in the case that the module elements are made of concrete, concrete glue.

Opgemerkt wordt, dat een onderste van de plank-* of plaatvormige wanddelen 3 komt te rusten op het bovenoppervlak 10 van een bovenste van de module-elementen 12, omdat hierin geen gleuf of andere uitvoeringsvorm van de aangrijpingsmiddelen is verwezenlijkt, zoals in de daarboven geplaatste module-elementen 13. Het bovenste van de module-elementen 12, dat nog geheel is verzonken in de ondergrond 9, 15 vormt aldus een steun of aanslag voor de onderste van de plank- of plaatvormige wanddelen 3.It is noted that a lower of the plank-shaped or plate-shaped wall parts 3 comes to rest on the upper surface 10 of an upper of the module elements 12, because no slot or other embodiment of the engaging means is realized herein, such as in the superimposed ones module elements 13. The upper of the module elements 12, which is still completely sunk into the substrate 9, 15 thus forms a support or stop for the lower of the plank or plate-shaped wall parts 3.

Verder wordt opgemerkt, dat voor het verzinken van de buis 8 met daaraan tenminste de kop 11 gebruik kan worden gemaakt van een pomp 18, die via een schematisch vormgegeven 20 leiding 19 op het binnenste van de buis 8 kan worden aangesloten om in de richting van pijl D vloeistof, zoals water, onder druk door de buis 8 te persen. Daarbij omvat de kop 11 aan het onderste uiteinde van de buis 8 een aantal kanalen 20 waarlangs het vloeistof of water onder druk uit de 25 kop 11 kan worden geëjecteerd om de ondergrond 9 in de directe nabijheid van de kop 11 zodanig te bewerken, dat de buis 8 met daaraan tenminste de kop 11 en mogelijk ook (betonnen) module-elementen 12 in die ondergrond te verzinken. Daarbij is het gunstig om tenminste enkele van de 30 module-elementen 12 al om de buis 8 aangebracht te hebben, omdat hét gewicht daarvan, dat drukt op de kop 11, bevorderlijk is voor het verzinken van het aldus gevormde samenstel.It is further noted that for sinking the tube 8 with at least the head 11 thereon, use can be made of a pump 18, which can be connected via a schematically designed conduit 19 to the interior of the tube 8 in order to arrow D to press liquid, such as water, through the tube 8 under pressure. The head 11 herein comprises at the lower end of the tube 8 a number of channels 20 along which the liquid or water can be ejected under pressure from the head 11 to process the substrate 9 in the immediate vicinity of the head 11 such that the tube 8 with at least the head 11 attached thereto and possibly also (concrete) module elements 12 into that substrate. It is thereby advantageous to have at least some of the module elements 12 already arranged around the tube 8, because the weight thereof, which presses on the head 11, is conducive to the galvanizing of the assembly thus formed.

1097473 71097473 7

Het verzinken van de buis 8 met tenminste daaraan de kop 11 kan worden verwezenlijkt terwijl of voorafgaand aan het aanbrengen van module-elementen 12, 13, maar het is tevens mogelijk om in elk geval al de module-elementen 12 om de buis 5 8 te plaatsen, wanneer een aldus gevormd samenstel wordt verzonken.Galvanizing the tube 8 with at least the head 11 thereon can be realized while or prior to the fitting of module elements 12, 13, but it is also possible to at least have all the module elements 12 wrapped around the tube 8 when an assembly thus formed is sunk.

Als de module-elementen 13 tot een gewenste hoogte om de buis 8 zijn aangebracht, of op voorhand, kunnen rubberen matten 21 in de als gleuven vormgegeven aangrijpingsmiddelen 0 zijn geplaatst in de richting van pijl C. Dergelijke rubberen matten 21 dienen als dichtingsmiddelen tussen de module-elementen 13 en de plaat- of plankvormige wanddelen 3, wanneer die plaat- of plankvormige wanddelen 3 vervolgens in de richting van pijl A in de als gleuven 4 vormgegeven 5 aangrijpingsmiddelen worden geplaatst.If the module elements 13 are arranged around the tube 8 to a desired height, or in advance, rubber mats 21 can be placed in the gripping means 0 shaped as slots in the direction of arrow C. Such rubber mats 21 serve as sealing means between the module elements 13 and the plate-shaped or plank-shaped wall parts 3, when said plate-shaped or plank-shaped wall parts 3 are subsequently placed in the engagement means designed as slots 4 in the direction of arrow A.

Opgemerkt wordt, dat er meerdere richelvormige uitstulpingen 15 kunnen worden aangebracht en dat deze ook deel kunnen uitmaken van een afzonderlijke platte, of relatief dunne ringvormige component die de kleine module kenmerkt. Dit 0 is ook mogelijk bij de grote module met aan de bovenzijde een uitstulping. In dit kader is het voornamelijk relevant, dat de als gleuven 4 vormgegeven aangrijpingsmiddelen op juiste wijze worden uitgelijnd. Dat kan op diverse andere manieren ook worden verwezenlijkt, zoals bijvoorbeeld in fig. 4 is getoond. 5 Daarbij is de centrale buis 8'in doorsnede ovaal en valt het module-element 13'daaromheen in slechts één van twee mogelijke positioneringen of oriëntaties ten opzichte van de centrale buis 8'. Ook de module-elementen 13 kunnen op meerdere wijzen zijn gevormd, ook aan het buitenoppervlak daarvan, 0 bijvoorbeeld met één, twee, drie of meer dan vier gleuven of andere aangrijpingsmiddelen en met in dwarsdoorsnede een andere dan in hoofdzaak ronde vorm, zoals ovaal, tenminste driehoekig, rechthoekig, etc. In deze figuur 4 is verder 1027473 8 duidelijk weergegeven, dat de gleuven 4 in dwarsdoorsnede de vorm van een zwaluwstaart hebben. Aldus kunnen de aangrijpingsmiddelen een zwaluwstaartkoppeling omvatten, wanneer de kopse uiteinde van de plank- of plaatvormige 5 wanddelen 3 op overeenkomstige wijze zijn vormgegeven.It is noted that a plurality of ridge-shaped protrusions 15 can be provided and that they can also form part of a separate flat, or relatively thin, annular component that characterizes the small module. This 0 is also possible with the large module with a protrusion at the top. In this context it is mainly relevant that the engagement means designed as slots 4 are correctly aligned. This can also be realized in various other ways, as is shown, for example, in FIG. The central tube 8 'is oval in cross-section and the module element 13' around it falls in only one of two possible positions or orientations with respect to the central tube 8 '. The module elements 13 can also be formed in several ways, also on the outer surface thereof, for example with one, two, three or more than four slots or other engagement means and with a cross-section other than substantially round shape, such as oval, at least triangular, rectangular, etc. Furthermore, this figure 4 clearly shows that the slots 4 have the shape of a dovetail in cross-section. The engaging means can thus comprise a dovetail coupling when the head end of the plank or plate-shaped wall parts 3 are designed in a corresponding manner.

Daarmee kan de onderlinge samenhang tussen de diverse componenten van het systeem worden bevorderd.This allows the mutual cohesion between the various components of the system to be promoted.

Vermeld is reeds, dat de combinaties van uitsparingen 16 en uitstulpingen 15 tezamen uitlijnmiddelen vormen. Dat 10 geldt tevens voor de in fig. 6 getoonde uitvoeringsvorm, waar tevens een cilinder of busvormige kraag 28 is verschaft, waarmee uitlijning van modules ten opzichte van elkaar kan worden verbeterd en welke aangemerkt kan worden als een koppeling tussen de naburige modules. Daarbij wordt de 15 centrale doorgang 14 omringd door de bus- of oilindervormige kraag 28. De kraag 28 is aldus op zichzelf een cilinder, die zich gedeeltelijk in en gedeeltelijk buiten het module-element 13 uitstrekt. Als op het in fig. 6 weergegeven module-element 13 een overeenkomstig vormgegeven module-20 element 13 wordt geplaatst, valt dat nieuw te plaatsen module-element 13 over het uitstekende gedeelte van de bus-of cilindervormige kraag 28. Aldus kan een verdere verbetering van de verbinding tussen module-elementen 13 onderling, in het bijzonder in een radiale oriëntatie worden 25 verbeterd door een aldus vormgegeven longitudinaal georiënteerde bus- of cilindervormige kraag 28.It has already been stated that the combinations of recesses 16 and protrusions 15 together form alignment means. This also applies to the embodiment shown in Fig. 6, where a cylinder or sleeve-like collar 28 is also provided, with which alignment of modules relative to each other can be improved and which can be regarded as a coupling between the neighboring modules. The central passage 14 is thereby surrounded by the bush or oil-shaped collar 28. The collar 28 is thus per se a cylinder which extends partly in and partly outside the module element 13. If a correspondingly designed module element 13 is placed on the module element 13 shown in Fig. 6, that new module element 13 to be placed falls over the protruding part of the bush or cylindrical collar 28. Thus, a further improvement can be made. of the connection between module elements 13 mutually, in particular in a radial orientation, are improved by a longitudinally oriented bus or cylindrical collar 28 thus designed.

Daarentegen zijn de combinaties van uitstulpingen 15 en uitsparingen 16 in hoofdzaak radiaal georiënteerd, maar daarmee valt een verbetering te bewerkstelligen met 30 betrekking tot de longitudinale uitlijning van in het bijzonder de gleuven 4.On the other hand, the combinations of protrusions 15 and recesses 16 are substantially radially oriented, but with that an improvement can be achieved with regard to the longitudinal alignment of, in particular, the slots 4.

Met de bus- of cilindervormige kraag 28 kan, na het samenstellen van een staander, de centrale buis 8 worden 1027473 ♦ 9 teruggetrokken of worden achtergelaten. De vrij gekomen of de bus 8 bevattende centrale doorgang 14 kan worden volgeetort met beton of cement.With the bus or cylindrical collar 28, after assembling an upright, the central tube 8 can be withdrawn or left behind. The central passage 14 containing the bus 8 that has been released or can be filled with concrete or cement.

Verder wordt opgemerkt, dat als gebruik wordt gemaakt 5 van een werkwijze, zoals die in samenhang met fig. 3 is beschreven, voor het verzinken van de staanders 2, de holle buis 8 na het verzinken van zo'n staander 2 kan worden volgestort met cement of ander vulmiddel om de stevigheid van de aldus gevormde constructie verder te bevorderen. Aldus 10 heeft de kop 11 tijdens het verzinken van de staander 2 de functie van een mondstuk, dat op een persdrukwaterbron 18 aan te sluiten is, maar verliest daarna die functie, als de holle buis 8 daadwerkelijk wordt volgestort met cement. Om deze reden kan het gunstig.zijn om de kop 11, die aldus maar een 15 zeer kortdurende functie vervult, zo goedkoop mogelijk vorm te geven èn om die reden kan het uitermate gunstig zijn om de kop 11 uit beton te vormen.It is further noted that if use is made of a method, as described in connection with Fig. 3, for the galvanizing of the uprights 2, the hollow tube 8 can be filled after the galvanizing of such an upright 2 with cement or other filler to further promote the rigidity of the thus formed structure. Thus, during the sinking of the upright 2, the head 11 has the function of a nozzle that can be connected to a pressurized water source 18, but then loses that function if the hollow tube 8 is actually filled with cement. For this reason it may be advantageous to design the head 11, which thus only fulfills a very short-term function, as cheaply as possible and for that reason it can be extremely advantageous to form the head 11 from concrete.

Verder wordt opgemerkt, dat, zoals in fig. 3 is getoond, de onderste van de plank- of plaatvormige wanddelen 20 3 ook tenminste gedeeltelijk is verzonken in de ondergrond 9.It is further noted that, as shown in Fig. 3, the lower part of the plank or plate-shaped wall parts 3 is also at least partially sunk in the substrate 9.

Dit is gunstig om een goede afdichting te verkrijgen. In dit kader wordt opgemerkt, dat ook tussen de plank- of plaatvormige wanddelen 3 koppelmiddelen of dichtingen kunnen zijn aangebracht om de effectiviteit van de daarmee te vormen 25 scheidingswand te verhogen. Zo is in fig. 5 getoond, dat de plank- of plaatvormige wanddelen 3 aan de naar elkaar gerichte randen kunnen zijn voorzien van één tong 22 en een overeenkomstig vormgegeven groef 23. Daartussen kan bovendien nog een rubberen mat 24 of een lijmlaag of iets soortgelijks 30 worden aangebracht om de dichting tussen de plank- of plaatvormige wanddelen 3 te optimaliseren.This is favorable for obtaining a good seal. In this context it is noted that coupling means or seals can also be provided between the plank or plate-shaped wall parts 3 to increase the effectiveness of the partition wall to be formed therewith. For example, it is shown in Fig. 5 that the plank-like or plate-shaped wall parts 3 can be provided with one tongue 22 and a correspondingly shaped groove 23 at the mutually facing edges. 30 are provided to optimize the seal between the plank or plate-shaped wall parts 3.

Wederom onder verwijzing naar fig. 1 wordt opgemerkt, dat een modulaire opbouw van de staanders 2 nog een gunstige 1027473 10 functie kan verwezenlijken. Zo kunnen de buizen 8 aan de bovenzijde worden afgesloten met een verwijderbaar sluitstuk, zoals een dop 25 of bolder (niet getoond). Zulk een dop 25 is in de richting van pijl E te verwijderen van het bovenste 5 vrije uiteinde van een buis 8, die deel uitmaakt van een staander 2. Daarna kan een verlengstuk 26 op het vrijgekomen uiteinde van de buis 8 worden geplaatst in de richting van pijl F. Een dergelijk verlengstuk 26, waarvan een gedeelte is getoond in fig. 1, omvat in het buitenoppervlak daarvan 10 wederom groeven 4 of sleuven, waarin aanvullende planken 27 te plaatsen zijn voor het verhogen van de scheidingswand, wanneer daaraan behoefte bestaat, zoals bij hoogwater. De plank 27 is met stippellijnen in fig. 1 weergegeven om duidelijk te maken, dat dit een tijdelijke maatregel kan 15 zijn.Again with reference to Fig. 1, it is noted that a modular construction of the uprights 2 can still achieve a favorable function. The tubes 8 can thus be closed at the top with a removable closure piece, such as a cap 25 or bolder (not shown). Such a cap 25 can be removed in the direction of arrow E from the upper free end of a tube 8 which forms part of a post 2. Thereafter an extension piece 26 can be placed on the released end of the tube 8 in the direction of arrow F. Such an extension 26, a part of which is shown in Fig. 1, again comprises grooves 4 or slots in its outer surface 10, in which additional shelves 27 can be placed for raising the partition wall, if there is a need for it, as with high water. The board 27 is shown in dotted lines in Fig. 1 to make clear that this can be a temporary measure.

In het voorgaande is de uitvinding uitvoerig beschreven onder verwijzing naar een beperkt aantal specifieke uitvoeringsvormen, zoals die in de bijgevoegde tekeningen zijn getoond. De uitvinding is echter geenszins 20 tot die specifieke getoonde en beschreven uitvoeringsvormen beperkt; daartoe dienen juist de definities volgens de bijgevoegde conclusies, in het bijzonder de onafhankelijke conclusie. Echter, na kennisneming van de specifiek beschreven en getoonde uitvoeringsvormen zullen zich vele 25 alternatieve en aanvullende uitvoeringsvormen aan de vakman opdringen, die allen moeten worden beschouwd als gelegen binnen het door de conclusies, in het bijzonder de hoofdconclusie, gedefinieerde kader van de uitvinding. Zo kunnen diverse alternatieve of aanvullende plaatsingen of 30 positioneringen van aangrijpingsmiddelen, en zelfs alternatieven voor de uitvoeringsvorm daarvan als groef 4 of gleuf, worden verwezenlijkt binnen het kader van de uitvinding. In de aansluiting van de naburige module- 1027473 11 0 elementen en de positionering daarvan worden dichtingsmiddelen en uitlijnmiddelen gebruikt, vormgegeven als rubber matten, lijmlagen, samenstellen van uitstulpingen en uitsparingen, en bussen of kragen, etc. Het spreekt 5 vanzelf, dat hiervoor alternatieven denkbaar zijn. Zo kunnen als uitlijnmiddelen pen-gat koppelingen worden toegepast of kunnen, wanneer de aangrijpingsmiddelen zijn vormgegeven als gleuven, de plank- of plaatvormige wanddelen zelf functioneren als de uitlijnmiddelen, wanneer een module-10 element draaibaar om een centrale buis is aangebracht.In the foregoing, the invention has been described in detail with reference to a limited number of specific embodiments, such as those shown in the accompanying drawings. However, the invention is by no means limited to those specific embodiments shown and described; the definitions according to the appended claims, in particular the independent claim, serve this purpose. However, after familiarizing with the specifically described and shown embodiments, many alternative and additional embodiments will occur to those skilled in the art, all of which should be considered within the scope of the invention defined by the claims, in particular the main claim. Thus, various alternative or additional placements or positions of engagement means, and even alternatives to the embodiment thereof as a groove 4 or slot, can be realized within the scope of the invention. In the connection of the neighboring module elements and the positioning thereof, sealing means and alignment means are used, designed as rubber mats, adhesive layers, assemblies of protrusions and recesses, and bushes or collars, etc. It goes without saying that alternatives for this be conceivable. For example, pin-hole couplings can be used as alignment means or, if the engagement means are designed as slots, the plank or plate-shaped wall parts can themselves function as the alignment means when a module element is rotatably arranged around a central tube.

Bovendien is aan de hand van fig. 4 al aangetoond, dat ook de vormgeving van een dergelijke centrale buis in samenhang met een doorgang daarvoor in de module-elementen kan worden gebruikt als uitlijnmiddelen. Uitgebreid is een werkwijze 15 beschreven voor het met vloeistof onder druk laten verzinken van de staanders 2. In een alternatieve uitvoeringsvorm kunnen deze ook in de grond worden getrild of geheid, hetgeen allemaal moet worden beschouwd als gelegen binnen het kader van de uitvinding volgens de definitie van de bijgevoegde 20 conclusies.Moreover, it has already been shown with reference to Fig. 4 that the design of such a central tube in conjunction with a passage therefor in the module elements can also be used as alignment means. Extensively a method has been described for allowing the uprights 2 to be galvanized with liquid under pressure. In an alternative embodiment, these can also be vibrated into the ground or driven into the ground, all of which should be considered within the scope of the invention according to the definition. of the appended claims.

In het voorgaande is de uitvinding beschreven in samenhang met waterscheidingen. Opgemerkt wordt, dat zoals ook in de hoofdconclusie is gedefinieerd, de uitvinding ook toe te passen is voor het vormen van landscheidingen.In the foregoing, the invention has been described in connection with water separations. It is noted that, as is also defined in the main claim, the invention can also be used to form land divisions.

25 Voorbeelden daarvan zijn hekken, muren, etc. Xn het kader van fig. 3 is hierboven beschreven, dat gebruik wordt gemaakt van een methodiek voor het laten verzinken van de staander met al dan niet daaraan reeds modules. Daarbij werd gebruik gemaakt van het inspuiten van vocht of water. Ook is het mogelijk als 30 aanvulling of als alternatief een op zuigen en persen gebaseerd systeem te ontwikkelen. Een gunstige mogelijkheid, die door de onderhavige uitvinding wordt geboden, is het hergebruik van modules, wanneer een systeem volgens de 1027473 12 uitvinding wordt gedemonteerd. Nadat een staander eenmaal is verzonken in een ondergrond, kan de centrale doorgang, al dan niet in een buis 8, worden gebruikt voor toevoer van cement of beton naar de directe omgeving van de voet van de staander om 5 een grotere betonnen voet te creëren door het inspuiten van het cement of beton ter plaatse. Dit proces kan worden afgesloten met het vullen van de centrale doorgang of de buis 8. De bus- of cilindervormige kraag 28 kan uit kunststof zijn gevormd of ook uit cement, staal of iets dergelijks. Bij 10 voorkeur betreft het een inert materiaal, dat volstrekt ongevoelig is voor de inwerking van elementen of invloeden uit de directe omgeving van het systeem volgens de onderhavige uitvinding. In ongebruikte aangrijpingsmiddelen, bijv. sleuven, kunnen ook andere elementen dan de plank- of 15 plaatvormige wanddelen worden geplaatst, zoals stootkussens of stootrubbers, in het bijzonder wanneer toch gebruik wordt gemaakt van een waterafscheiding, waartegen een vaartuig moet kunnen afmeren. Voorbeeld grote en kleine module: fig. 7. De nokken van de module dienen voor de uitlijning van de tO onderlinge module-elementen. Deze kunnen worden uitgevoerd in kegelvormig, piramidevormig, halfrond, driehoekig of trapeziumvorraig. De vervolgvinding zal gaan over de exacte plaatsing van de pijlers en het inzuigen in de bodem via stift-buis geleiding.Examples thereof are fences, walls, etc. In the context of Fig. 3, it has been described above that use is made of a method for sinking the upright with modules, whether or not already attached thereto. Use was made of injecting moisture or water. It is also possible to develop a suction and pressing system as a supplement or as an alternative. A favorable possibility offered by the present invention is the reuse of modules when a system according to the invention is dismantled. Once a post has been sunk into a substrate, the central passage, whether or not in a tube 8, can be used for supplying cement or concrete to the immediate vicinity of the base of the post to create a larger concrete base by injecting the cement or concrete on site. This process can be concluded with the filling of the central passage or the tube 8. The canister or cylindrical collar 28 can be formed from plastic or also from cement, steel or the like. It is preferably an inert material that is completely insensitive to the effects of elements or influences from the immediate environment of the system according to the present invention. In unused gripping means, e.g. slots, elements other than the plank or plate-like wall parts can also be placed, such as pads or pads, in particular when use is made of a water partition against which a vessel must be able to moor. Example large and small module: fig. 7. The cams of the module serve for the alignment of the tO mutual module elements. These can be in conical, pyramid-shaped, semi-circular, triangular or trapezoidal shapes. The subsequent finding will be about the exact placement of the pillars and the suction into the soil via pin-tube guide.

Claims (24)

1. Systeem voor het vormen van een scheidingswand in of bij een waterlichaam, zoals een damwand, een wand van een 5 pier, of van een havenmond, een aanlegsteiger, een landafscheiding, etcetera, omvattende: - ten minste één langgerekte staander met zijdelings ten opzichte van de staander georiënteerde aangrijpingsmiddelen, welke staander rechtop ten minste gedeeltelijk in een 10 ondergrond te verzinken is met de aangrijpingsmiddelen ten minste gedeeltelijk boven de ondergrond; - ten minste één in hoofdzaak plank- of plaatvormig wanddeel, dat door de aangrijpingsmiddelen aan te grijpen is en in aldus met de staander geassembleerde toestand ten minste een 15 deel van de scheidingswand vormt, dat zich in hoofdzaak van de staander weg uitstrekt.System for forming a partition wall in or near a body of water, such as a sheet pile wall, a wall of a pier, or of a port mouth, a jetty, a land fence, etc., comprising: - at least one elongated upright with lateral engaging means oriented with respect to the upright, which upright can be sunk upright at least partially in a substrate with the engaging means at least partially above the substrate; - at least one substantially plank-shaped or plate-shaped wall part, which can be engaged by the engaging means and forms in at least a part of the partition wall, thus assembled with the upright, which substantially extends away from the upright. 2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de aangrijpingsmiddelen een uitsparing of sleuf omvatten voor opname daarin van het wanddeel.2. System as claimed in claim 1, wherein the engaging means comprise a recess or slot for receiving the wall part therein. 3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de aangrijpingsmiddelen dichtingsmiddelen, zoals een rubberlaag, omvatten tussen staander en wanddeel.3. System as claimed in claim 1 or 2, wherein the engaging means comprise sealing means, such as a rubber layer, between upright and wall part. 4. Systeem volgens conclusie 1, 2 of 3, met de aangrijpingsmiddelen in ten minste twee oriëntaties ten 25 opzichte van staander.4. System as claimed in claim 1, 2 or 3, with the engaging means in at least two orientations relative to upright. 5. Systeem volgens conclusie 4, waarbij de aangrijpingsmiddelen in een op voorhand bepaald patroon zijn verdeeld over een omtrek van de staander in verschillende oriëntaties.System as claimed in claim 4, wherein the engaging means are distributed in a predetermined pattern over a circumference of the upright in different orientations. 6. Systeem volgens één of meer dan één van de voorgaande conclusies, waarbij de staander een langgerekt kernelement omvat met een afmeting, die met de lengte van de staander overeenkomt, en met ten minste twee aan het 1 o 2 7 4 7 s kernelement aan te brengen module-elementen, welke elk aan of in het buitenoppervlak daarvan in radiale richting ten opzichte van het kernelement de aangrijpingsmiddelen omvatten.System as claimed in one or more of the foregoing claims, wherein the upright comprises an elongated core element with a dimension that corresponds to the length of the upright and with at least two core elements connected to the core element. module elements to be introduced, each of which comprises engaging means on or in its outer surface in radial direction with respect to the core element. 7. Systeem volgens conclusie 6, waarbij het kernelement een pijp of buis omvat met een vorm in dwarsdoorsnede die één van de vormen heeft uit de groepr die omvat: rond, rechthoekig, ovaal, pentagram, zeshoekig, etcetera,The system of claim 6, wherein the core element comprises a pipe or tube with a cross-sectional shape that has one of the shapes from the group comprising: round, rectangular, oval, pentagram, hexagonal, etc. 8. Systeem volgens conclusie 6 of 7, waarbij.. kernelement is gevormd uit een materiaal uit de groep, die omvat: staal, kunststof, beton, keramiek, etcetera.8. System as claimed in claim 6 or 7, wherein .. core element is formed from a material from the group, which comprises: steel, plastic, concrete, ceramics, etc. 9. Systeem volgens conclusie 7 of 8, waarbij de pijp of buis hol is en een doortocht vormt voor fluïdum.The system of claim 7 or 8, wherein the pipe or tube is hollow and forms a passage for fluid. 10. Systeem volgens één of meer dan één van de voorgaande conclusies, waarbij aan de staander aan de onderzijde daarvan een op een persdrukwaterbron aan te sluiten mondstuk is aangebracht.10. System as claimed in one or more of the foregoing claims, wherein a nozzle for connection to a pressurized water source is provided on the upright thereof. 11. Systeem volgens conclusie 10, waarbij het 20 mondstuk vast aan de staander of meer in het bijzonder aan het kernelement daarvan is aangebracht.11. System as claimed in claim 10, wherein the nozzle is fixed to the upright or more particularly to the core element thereof. 12. Systeem volgens één of meer dan één van de voorgaande conclusies 6-11, waarbij de module-elementen betonnen giet- of vormstukken omvatten.12. System according to one or more of the preceding claims 6-11, wherein the module elements comprise concrete castings or moldings. 13. Systeem volgens conclusie 12, waarbij de betonnen giet- of vormstukken een doorgang omvatten voor plaatsing daarin van het kernelement.A system according to claim 12, wherein the concrete castings or moldings comprise a passage for placement therein of the core element. 14. Systeem volgens één of meer dan één van de voorgaande conclusies 6-13, waarbij uitlijnmiddelen zijn 30 aangebracht tussen de module-elementen of tussen het kernelement en telkens één van de module-elementen voor uitlijning van de aangrijpingsmiddelen. 1027473 > *14. System as claimed in one or more of the foregoing claims 6-13, wherein alignment means are arranged between the module elements or between the core element and in each case one of the module elements for alignment of the engaging means. 1027473> * 15. Systeem volgens conclusie 14, waarbij de uitlijnmiddelen radiaal zijn georiënteerd.The system of claim 14, wherein the alignment means are radially oriented. 16. Systeem volgens conclusie 14 of 15, waarbij de uitlijnmiddelen longitudinaal zijn georiënteerd.The system of claim 14 or 15, wherein the alignment means are longitudinally oriented. 17. Systeem volgens conclusie 16, waarbij de uitlijnmiddelen een cilindervormige kraag omvatten.The system of claim 16, wherein the alignment means comprise a cylindrical collar. 18. Systeem volgens één of meer dan één van de voorgaande conclusies 6-17, waarbij een onderste van de module-elementen een steun vormt voor een daarop in 10 geassembleerde toestand rustend wanddeel.18. System as claimed in one or more of the foregoing claims 6-17, wherein a lower of the module elements forms a support for a wall part resting thereon in the assembled state. 19. Systeem volgens conclusie 18, waarbij de onderste van de module-elementen ten minste gedeeltelijk is verzonken in de ondergrond.The system of claim 18, wherein the lower of the module elements is at least partially submerged in the substrate. 20. Systeem volgens één of meer dan één van de 15 voorgaande conclusies 6-19, waarbij tussen de module- elementen koppelmiddelen, zoals lijm, in het bijzonder betonlijm, zijn aangebracht.20. System as claimed in one or more of the foregoing claims 6-19, wherein coupling means, such as glue, in particular concrete glue, are arranged between the module elements. 21. Systeem volgens één of meer dan één van de voorgaande conclusies, omvattende twee of meer wanddelen met 20 koppelmiddelen langs de in met de staander geassembleerde toestand naar elkaar gerichte zijden daarvan.21. System as claimed in one or more of the foregoing claims, comprising two or more wall parts with coupling means along their sides directed towards each other in the condition assembled with the upright. 22. Systeem volgens conclusie 21, waarbij de koppelmiddelen dichtingsmiddelen omvatten, zoals een rubberbekleding.22. System as claimed in claim 21, wherein the coupling means comprise sealing means, such as a rubber lining. 23. Systeem volgens één of meer dan één van de voorgaande conclusies, waarbij de staander aan de in gebruik bovenzijde daarvan montagemiddelen omvat voor het selectief aanbrengen van een verlengstuk en ten minste één aanvullend wanddeel voor het verhogen van de scheidingswand.A system according to one or more of the preceding claims, wherein the upright comprises mounting means at the top thereof in use for selectively arranging an extension piece and at least one additional wall part for raising the partition wall. 24. Systeem volgens conclusie 23, waarbij de montagemiddelen buiten gebruik buiten werking te stellen zijn, bijvoorbeeld met een verwijderbaar sluitstuk op als een 1027473 opening voor het insteken van een verlengstuk vormgegeven montagemiddelen. 1027473A system according to claim 23, wherein the mounting means are out of use for use, for example with a removable closure on mounting means designed as an 1027473 opening for inserting an extension piece. 1027473
NL1027473A 2003-11-18 2004-11-10 Partition wall system for body of water, e.g. dam wall, comprises wall panels secured between connection means in sides of vertical stands NL1027473C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027473A NL1027473C2 (en) 2003-11-18 2004-11-10 Partition wall system for body of water, e.g. dam wall, comprises wall panels secured between connection means in sides of vertical stands

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024807 2003-11-18
NL1024807 2003-11-18
NL1027473A NL1027473C2 (en) 2003-11-18 2004-11-10 Partition wall system for body of water, e.g. dam wall, comprises wall panels secured between connection means in sides of vertical stands
NL1027473 2004-11-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1027473C2 true NL1027473C2 (en) 2005-06-21

Family

ID=34889511

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1027473A NL1027473C2 (en) 2003-11-18 2004-11-10 Partition wall system for body of water, e.g. dam wall, comprises wall panels secured between connection means in sides of vertical stands

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1027473C2 (en)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT505404B1 (en) * 2007-10-08 2009-01-15 Neuman Aluminium Strangpresswe FLOOD PROTECTION DEVICE
WO2013184849A1 (en) 2012-06-05 2013-12-12 Nettles Deron System and method for shoreline preservation
WO2016043732A1 (en) * 2014-09-17 2016-03-24 Nettles Deron System and method for shoreline preservation
AT15791U1 (en) * 2016-07-06 2018-06-15 IBS Technics GmbH Support part for a mobile flood protection wall made of dam beam systems

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB110507A (en) * 1917-05-15 1917-10-25 Frederick Percy Dolamore An Improved Method of Constructing Sea Walls, River Walls, Jetties, Groynes and the like.
GB389266A (en) * 1932-02-24 1933-03-16 Ernest Arthur Higham Improvements in and connected with columns for use in constructing sea walls, groynes and the like
DE3117954A1 (en) * 1980-05-07 1982-01-28 H.S. Giken Kogyo Co., Ltd., Chiba Method of constructing a retaining-wall arrangement
DE3912710A1 (en) * 1988-05-16 1989-11-30 Hermann Claus Supporting structure for soil stabilisation
DE29916656U1 (en) * 1999-07-30 2000-01-05 Muehle Manfred Transportable flood protection wall
GB2371068A (en) * 2001-01-12 2002-07-17 Frederick Byron Turner Flood defence system having removable support posts
DE20308083U1 (en) * 2002-11-12 2003-08-07 Hahn Georg Flood protection system

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB110507A (en) * 1917-05-15 1917-10-25 Frederick Percy Dolamore An Improved Method of Constructing Sea Walls, River Walls, Jetties, Groynes and the like.
GB389266A (en) * 1932-02-24 1933-03-16 Ernest Arthur Higham Improvements in and connected with columns for use in constructing sea walls, groynes and the like
DE3117954A1 (en) * 1980-05-07 1982-01-28 H.S. Giken Kogyo Co., Ltd., Chiba Method of constructing a retaining-wall arrangement
DE3912710A1 (en) * 1988-05-16 1989-11-30 Hermann Claus Supporting structure for soil stabilisation
DE29916656U1 (en) * 1999-07-30 2000-01-05 Muehle Manfred Transportable flood protection wall
GB2371068A (en) * 2001-01-12 2002-07-17 Frederick Byron Turner Flood defence system having removable support posts
DE20308083U1 (en) * 2002-11-12 2003-08-07 Hahn Georg Flood protection system

Cited By (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT505404B1 (en) * 2007-10-08 2009-01-15 Neuman Aluminium Strangpresswe FLOOD PROTECTION DEVICE
WO2013184849A1 (en) 2012-06-05 2013-12-12 Nettles Deron System and method for shoreline preservation
US8950975B2 (en) 2012-06-05 2015-02-10 Deron Nettles System and method for shoreline preservation
EP2855776A4 (en) * 2012-06-05 2016-02-24 Deron Nettles System and method for shoreline preservation
US9321204B2 (en) 2012-06-05 2016-04-26 Deron Nettles System and method for shoreline preservation
US9611606B2 (en) 2012-06-05 2017-04-04 Wave Dissipation Systems Llc System and method for shoreline preservation
AU2013271634B2 (en) * 2012-06-05 2017-05-11 Deron NETTLES System and method for shoreline preservation
WO2016043732A1 (en) * 2014-09-17 2016-03-24 Nettles Deron System and method for shoreline preservation
AT15791U1 (en) * 2016-07-06 2018-06-15 IBS Technics GmbH Support part for a mobile flood protection wall made of dam beam systems

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1027473C2 (en) Partition wall system for body of water, e.g. dam wall, comprises wall panels secured between connection means in sides of vertical stands
HU220325B (en) Trench falsework system
NL2008169C2 (en) HEI DEVICE AND METHOD FOR THE APPLICATION THEREOF
CN1075146C (en) Method and device for performing ground anchorage
US5860482A (en) Multiple force hole forming device
US7399143B2 (en) Method for making a channel in the ground, excavating device for making a channel in the ground, assembly comprising an excavating device and a construction element
KR101741640B1 (en) Suction anchor
JP6830793B2 (en) A driving jig used when driving a support foundation member and the support support foundation member into the ground.
KR100406763B1 (en) A shoe for wall pile
KR102010119B1 (en) Breakwater Structure
WO2002007499A3 (en) Apparatus and structure for connecting head of steel pipe pile and concrete footing
CN115324035B (en) Prestressed pipe pile foundation and construction method thereof
US7381011B2 (en) Lubrication system for pile and method of using the same
JPS58117130A (en) Apparatus for inserting support into center of civil engineering drilled hole
KR101150537B1 (en) Installation structure of pass way for slope
KR101699048B1 (en) Multi hammer air destribution device for geotechnical drilling
US20080110087A1 (en) Wall flower pot mount and post flower pot
NL1029056C1 (en) Partition wall assembly apparatus for e.g. dam or harbour wall, comprises pile post with anchor device and grip mechanism for holding wall plank or panel
JP6905398B2 (en) Joining structure of foundation pile and steel foundation beam and its joining method
KR200238959Y1 (en) A shoe for wall pile
CN217870508U (en) A supporting construction for exposing foundation ditch for a long time
BE1027871B1 (en) PROCEDURE FOR DEEPING AN EXISTING QUAY WALL
CN217352446U (en) Soil body solidification structure
NL1022346C2 (en) Assembly for foundation construction of greenhouse comprises concrete column, at one outer end of which are several holes whereby the holes are unaligned and carry inserted bars
CN211057806U (en) High-pressure jet grouting stiffening anchor pile for construction engineering

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110601