NL1027220C2 - Stoel met een inrichting voor het overbrengen van een patient van een bed naar de stoel. - Google Patents

Description

Stoel met een inrichting voor het overbrengen van een patiënt van een bed naar de stoel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stoel met een inrichting voor het overbrengen van een patiënt van een bed naar de stoel volgens de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijke stoel is bekend uit het Amerikaanse 5 octrooischrift 5,896,602. Bij deze bekende stoel bestaat de overbrenginrichting uit een plaat, die in een hoes onder de patiënt kan worden geschoven en die vervolgens op de in de ligstand staande stoel kan worden overgebracht. Dit overbren- gen wordt vergemakkelijkt door een aantal rollen aan de uit-10 einden van de stoel, waarover de plaat kan rollen. Nadat de plaat met daarop de patiënt op de stoel is overgebracht, wordt de plaat weer onder de patiënt uitgetrokken, en ligt de patiënt op de hoes op de segmenten van de stoel. Door het verstellen van de segmenten naar een zitstaand ontstaat een stoel 15 waarin de patiënt comfortabel zit.

De onderhavige uitvinding beoogt een stoel te verschaffen, die een verdere verbetering van de werkomstandigheden van het personeel met zich meebrengt.

Hiertoe wordt de stoel volgens de uitvinding daardoor 20 gekenmerkt dat de segmenten daarvan zijn uitgevoerd als de overbrengmiddelen en daartoe een in het vlak (althans ongeveer horizontaal) beweegbaar bovenoppervlak hebben, en bij voorkeur plat zijn uitgevoerd en eenzijdig zijn ondersteund.

Bij deze uitvoering van de stoel volgens de uitvin-25 ding kunnen de segmenten eenvoudig onder een patiënt worden gebracht. Daarbij is het bijvoorbeeld mogelijk om eerst de patiënt op zijn of haar zij te brengen (dit kost nauwelijks kracht voor patiënt en personeel), vervolgens de segmenten achter de rug van de patiënt te brengen en de patiënt op de 30 segmenten terug te rollen. De daarop volgende aandrijving van het beweegbare bovenoppervlak van de segmenten zal de patiënt naar het midden van de segmenten brengen. De patiënt is dan 1027220 2 zonder enige krachtsinspanning van betekenis op de stoel overgebracht .

Een verdere uitbreiding van deze uitvoering van de stoel volgens de uitvinding is die waarbij elk segment ook aan 5 de onderzijde met een beweegbaar oppervlak is uitgevoerd, dat synchroon met het bovenoppervlak aandrijfbaar is in dezelfde richting als het bovenoppervlak.

Door nu ook het onderoppervlak van de segmenten beweegbaar uit te voeren, kunnen de segmenten als het ware tus-10 sen de patiënt en het bed worden gebracht zonder wrijving tussen de oppervlakken van de segmenten en de patiënt, respectievelijk het bed. De wrijving zorgt er juist voor dat de segmen- ! ten gemakkelijk tussen de patiënt en het bed kunnen worden ge- | trokken met behulp van de aandrijfmotor. Enige krachtsinspan- 15 ning voor het personeel is derhalve niet nodig. j

De beweegbare oppervlakken zijn eenvoudig te vormen indien de segmenten zijn voorzien van transportbanden, waarbij j bij voorkeur de transportband van elk segment in zijdelingse j richting van de stoel aandrijfbaar is. Door deze laatste maat- ! 20 regel is een zo klein mogelijke verplaatsing van de patiënt nodig voor het overbrengen van de patiënt van het bed naar de juiste plaats op de stoel.

Indien de segmenten in de richting van een vrije zij- j de taps toelopen wordt het onder de patiënt brengen van de | 25 segmenten nog verder vergemakkelijkt.

Een voorkeursuitvoering van de stoel volgens de uitvinding is die waarbij de overbrengmiddelen zijn voorzien van een aandrijfmotor.

Door de motorische aandrijving van de overbrengmidde-30 len wordt het bedienende personeel aanzienlijk minder belast en zal het ziekteverzuim ten gevolge van overbelasting aanzienlijk kunnen worden teruggebracht bij gebruik van de stoel volgens de uitvinding.

Verdere uitvoeringen van de stoel volgens de uitvin-35 ding zijn gedefinieerd in de bijgaande conclusies.

De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, die twee uitvoeringsvoorbeelden van de stoel volgens de uitvinding zeer schematisch weergeven.

3

Fig. 1-5 zijn schematische perspectivische aanzichten van een eerste uitvoeringvoorbeeld van de stoel volgens de uitvinding, in verschillende standen.

Fig. 6-10 zijn schematische perspectivische aan-5 zichten van de stoel van Fig. 1 - 5 in verschillende standen met een persoon daarop, teneinde de werking van de stoel te illustreren.

Fig. 11, 12 en 13 zijn een zij-, boven- en achteraanzicht van een van de segmenten van de stoel volgens de Fig. 1 10 - 5.

Fig. 14 is een zeer schematische dwarsdoorsnede van een segment van een alternatieve uitvoering van de stoel volgens de uitvinding.

De tekening en in eerste instantie de Fig. 1-13 tonen 15 een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de stoel volgens de uitvinding. Deze stoel is bedoeld voor personen die bedlegerig zijn en niet in staat zijn om op eigen kracht uit het bed te komen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij patiënten met een dwarslaesie of herseninfarct of bij oudere patiënten. De stoel 20 volgens de uitvinding wordt uiteraard niet alleen gebruikt voor het overbrengen van een persoon van het bed naar de stoel, maar ook andersom.

De Fig. 1-5 tonen de principiële opbouw van de stoel, welke in het uitvoeringsvoorbeeld is voorzien van een 25 onderstel 1 met wielen 2. In het weergegeven geval zijn althans twee van de wielen 2 motorisch aandrijfbaar. Met behulp van de wielen is het onderstel en derhalve de hele stoel gemakkelijk verplaatsbaar. Bij voorkeur zijn de wielen 2 ver-zwenkbaar zodat de stoel gemakkelijk kan worden gemanoeu-30 vreerd. Het onderstel 1 dient ter ondersteuning van een aantal segmenten die een patiënt ondersteunen, in dit geval vier segmenten, te weten een zittingsegment 3, een rugleuningsegment 4, een onderbeensegment 5 en een voetsteunsegment 6. Het zittingsegment 3 en het rugleuningsegment 4 zijn om een eerste, 35 horizontale as 7 scharnierbaar met elkaar verbonden, terwijl het zittingsegment 3 en het onderbeensegment 5 scharnierbaar zijn verbonden met behulp van een tweede horizontale as 8. Een derde horizontale as 9 bevindt zich tussen het onderbeenseg- 4 ment 5 en het voetsteunsegment 6. De plaatsing van de assen 7, 8, 9 is zodanig dat het rugleuningsegment 4 in hoofdzaak naar boven kan scharnieren ten opzichte van het zittingsegment 3, terwijl het onderbeensegment 5 juist in hoofdzaak naar beneden 5 moet kunnen scharnieren. Het voetsteunsegment 6 is weer ten minste omhoog ten opzichte van het onderbeensegment 5 verdraaibaar. De afmeting van de verschillende segmenten 3-6 zal zodanig worden gekozen dat een comfortabele zitpositie mogelijk is, waarbij het rugleuningsegment 4 over het algemeen 10 langer zal zijn dan de andere segmenten 3, 5 en 6.

De Fig. 1-5 tonen dat het onderstel 1 is voorzien van een hoogteverstelling 10, waarmee een steun 11 voor de segmenten 3 - 6 in hoogte verstelbaar zijn ondersteund. Dit verstellen van de hoogte kan zowel tijdens het zitten als bij 15 het overbrengen van een patiënt van het bed naar de stoel van belang zijn. Bij dit laatste is het natuurlijk belangrijk dat de hoogte van de segmenten 3-6 kan worden aangepast aan de hoogte van het bovenoppervlak van een bed.

De steun 11 is telescopisch uitgevoerd met telescoop-20 elementen 12, waardoor de segmenten 3-6 zijdelings ten opzichte van het onderstel 1, dat wil zeggen althans ongeveer loodrecht op de langsas van de segmenten 3-6 (gezien in hun in lijn liggende stand) uitschuifbaar en weer intrekbaar zijn. Dit is in het bijzonder handig indien het onderstel 1 niet of 25 niet makkelijk onder een bed kan rijden en derhalve naast een bed moet blijven staan. De segmenten 3-6 kunnen dan bij stilstaand onderstel 1 tot onder een patiënt in bed worden uitgeschoven en vervolgens met de patiënt daarop worden ingetrokken. Niet weergegeven is dat de steun 11 (of als alterna-30 tief de segmenten zelf) onder een geringe hoek verdraaibaar is om een as evenwijdig aan de genoemde langsas van de segmenten 3-6. Met behulp daarvan kunnen de segmenten enigszins kantelen bij het uit bed opnemen van een persoon.

De Fig. 1, 2 en 5 illustreren de verschillende bewe-35 gingsmogelijkheden van de segmenten 3-6. Met behulp van een pijl P in Fig. 1 is geïllustreerd dat het zittingsegment 3 kantelbaar is om een horizontale dwarsas 13 onder de steun 11, 5 waarmee de hoek van het zittingsegment 3 kan worden ingesteld, teneinde een comfortabele zitpositie mogelijk te maken.

Fig. 11 - 13 tonen dat het bovenoppervlak 14 van elk segment 3 - 6 in zijdelingse richting (dat wil zeggen dwars op 5 de genoemde langsas in de richting van de pijl A) beweegbaar is. Dit is in dit uitvoeringsvoorbeeld bereikt met behulp van een transportband 15 die verloopt tussen twee wikkelrollen 16 en 17 met daartussen een omkeerrol of gladde omkeerrand 18. De wikkelrollen 16, 17 zijn aandrijfbaar, bij voorkeur door een 10 gezamenlijke motor. Uiteraard kan de transportband ook eindeloos zijn en over de rollen 16, 17 doorlopen. Tussen het boven- en onderpart van de transportband is in dit geval een kussen 19, bij voorkeur een anti-decubitus kussen, geplaatst teneinde een goed zitcomfort te verschaffen. In dat geval zal 15 de transportband 15 relatief dun zijn en weinig invloed hebben | op het zitcomfort indien de stoel in de zitstand staat. De I transportband 15 zal dan ook niet strak gespannen zijn. Even- ! tueel kan zonder kussen worden gewerkt indien de transportband zelf is ingericht om een patiënt comfortabel te ondersteunen.

20 De transportband zal dan meestal (ook) in de zitstand strak , zijn gespannen.

De Fig. 14 toont dat zowel het bovenoppervlak 14 als het onderoppervlak 20 van elk segment 3 - 6 in zijdelingse richting beweegbaar kan zijn. In dit geval is dit gerealiseerd 25 door gebruik te maken van twee transportbanden 15 en 21 die onderling zijn gekoppeld (bijvoorbeeld door onderlinge bevestiging van de banden 15, 21 op plaats 22), teneinde de transportbanden synchroon te laten lopen, terwijl slechts één transportband wordt aangedreven. De bovenste transportband 15 30 loopt om een grote omkeerrol 23 en een kleine omkeerrol 24, terwijl de onderste transportband 21 om een grote omkeerrol 25 en een kleine omkeerrol 26 is geleid. Uiteraard zijn nog andere opstellingen en/of koppelingen van eindloze of eindige transportbanden mogelijk.

35 Zoals ook in Fig. 1-5 duidelijk is te zien, zijn de segmenten 3-6 eenzijdig, dat wil zeggen aan of nabij een langsrand ondersteund en derhalve geheel of in voldoende mate vrijdragend. De segmenten 3-6 lopen vanaf de steun 11 van 6 het onderstel 1 taps toe, hetgeen is bereikt door de toepassing van de grote en kleine wikkel/omkeerrollen.

Teneinde slechts één omkeerrol van een van de segmenten aan te hoeven drijven teneinde toch de transportbanden van 5 alle segmenten 3 tot 6 in beweging te brengen, is een koppeling tussen de aangrenzende uiteinden van de wikkel of omkeerrol 1 en aangebracht, waardoor de draaibeweging van de wikkel/omkeerrollen wordt overgebracht. Omdat deze aandrijving slechts in de ligstand van de stoel zal plaatsvinden, waarbij 10 de segmenten 3 - 6 in eikaars verlengde liggen, kan een zodanige koppeling worden gekozen, dat de verbinding wordt verbroken op het moment dat het betreffende segment 4, 5, 6 wordt verzwenkt. Er kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een klauwkoppeling, doch allerlei soorten koppelingen zijn moge-15 lijk. Zo kan ook worden gewerkt met een in een slang ondergebrachte flexibele as die ook in de stoelstand tussen de verschillende segmenten kan doorlopen.

De Fig. 6-10 illustreren het gebruik van de stoel volgens de uitvinding bij het overbrengen van een patiënt P 20 van een bed B naar de stoel volgens de uitvinding.

Teneinde een patiënt P gemakkelijk te kunnen overbrengen van het bed B naar de stoel, wordt de patiënt P allereerst op de zij gerold, hetgeen zonder veel krachtsinspanning van het verzorgende personeel mogelijk is. Vervolgens wordt de 25 stoel tot naast het bed B gereden met de segmenten 3 - 6 in hun ligstand en de hoogteverstelling 11 van het onderstel 1 op de juiste hoogte. Vervolgens worden de telescoopelementen 12 van de steun 11 uitgeschoven en wordt de steun 11 enigszins gekanteld, waardoor het onderoppervlak van de segmenten 3-6 30 op de bovenkant van het bed B komt te liggen. De kleine omkeerrol- of rand 18 van de segmenten 3-6 worden tot bij de patiënt gebracht (zie Fig. 6).

In Fig. 7 is de patiënt weer op de rug gerold, en wel tot op de segmenten 3-6 van de stoel. De patiënt zal dan nog 35 niet helemaal goed op het bovenoppervlak 14 van de segmenten 3 - 6 liggen en daarom wordt de transportbanden 15 van de segmenten 3-6 aangedreven, zodanig dat de patiënt P in de rich- 7 ting van de wikkelrollen 16, 17 wordt getransporteerd en goed in het midden van de segmenten 3-6 komt te liggen.

In Fig. 8 zijn de segmenten 3-6 weer terug gekanteld, waardoor het bovenoppervlak 14 van de segmenten 3-6 5 weer in de horizontale stand is teruggekomen. Het onderopper-vlak van de segmenten 3 - 6 is dan weer losgekomen van het bovenoppervlak van het bed B, zodat de stoel zonder problemen van het bed B kan worden wegbewogen door het weer intrekken van de segmenten 3-6 met behulp van de telescoopelementen 12 10 van de steun 11, zoals Fig. 9 illustreert.

Indien de patiënt in de langsrichting van de stoel gezien op de juiste plaats op de segmenten 3 - 6 is overgebracht, kunnen de segmenten 3-6 naar de stoelstand volgens Fig. 1 worden bewogen, waardoor de patiënt P direct comforta-15 bel in een zitstand kan komen en als het ware een rolstoel wordt gecreëerd, waarmee de patiënt gemakkelijk kan worden verplaatst naar de plek waar de patiënt in de stoel wil verblijven.

In Fig. 10 is geïllustreerd dat de segmenten 3-6 20 ook vanuit de ligstand naar een stastand kunnen worden bewogen. In dat geval worden de segmenten 3-5 naar een althans ongeveer verticale stand bewogen, terwijl het voetsteunsegment 6 loodrecht daarop wordt gezet, waardoor een steun voor de verticaal staande patiënt wordt geboden. Een ambulante patiënt 25 kan vanuit deze stand van de stoel volgens de uitvinding afstappen.

Vanuit deze stastand, of direct vanuit de ligstand, kan de stoel ook worden versteld naar de zitstand, zoals in Fig. 1 is weergegeven. In deze stand kunnen de segmenten onder 30 de juiste hoek worden geplaatst voor het bereiken van een comfortabele stand van de patiënt. Eventueel kan van een geheu-genstand gebruik worden gemaakt. In deze zitstand kunnen desgewenst accessoires worden aangebracht, zoals armleuningen, schoudersteunen, gordels en dergelijke.

35 De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekening weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoor-beelden, die op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd. Zo kan het onderstel van 8 de stoel zijn voorzien van een eventueel in meerdere richtingen uitschuifbaar steunwiel dat stabiliteit aan het onderstel kan verschaffen in extreme standen van de stoel, bijvoorbeeld indien de telescoopelementen zijn uitgeschoven, of indien de 5 segmenten 3 - 6 in de stastand staan.

Het is mogelijk dat de stoel slechts 3 segmenten bezit en bijvoorbeeld geen voetsteunsegment aanwezig is. Ook zou

~N

dit voetsteunsegment zonder beweegbaar bovenoppervlak kunnen zijn uitgevoerd. De verstellingen en aandrijvingen van de 10 stoel volgens de uitvinding kunnen bijvoorbeeld elektrisch, pneumatisch, hydraulisch, of handbediend werken. De keuze voor een van deze aandrijfmethoden zal voornamelijk van de kosten afhangen.

15 1027220

Claims (20)

1. Stoel met een inrichting voor het overbrengen van een patiënt van een bed naar de stoel/ voorzien van een verrijdbaar onderstel met daarop gemonteerd ten minste twee scharnierbaar verbonden segmenten, in het bijzonder een zit-5 ting- en rugleuningsegment, welke ten minste verstelbaar zijn tussen een onder een hoek staande zitstand en een althans on-i geveer in het verlengde van elkaar gelegen ligstand, waarbij de stoel is voorzien van overbrengmiddelen voor het overbrengen van de patiënt van het bed naar de stoel, met het kenmerk, 10 dat de segmenten van de inrichting zijn uitgevoerd als de , overbrengmiddelen en daartoe een in het vlak (althans ongeveer | horizontaal) beweegbaar bovenoppervlak hebben, en bij voorkeur j plat zijn uitgevoerd en eenzijdig zijn ondersteund.

2. Stoel volgens conclusie 1, waarbij elk segment ook 15 aan de onderzijde met een beweegbaar oppervlak is uitgevoerd, i dat synchroon met het bovenoppervlak aandrijfbaar is in dezelfde richting als het bovenoppervlak.

3. Stoel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de segmenten zijn voorzien van transportbanden die de beweegbare opper-20 vlakken vormen.

4. Stoel volgens conclusie 3, waarbij de transportband van elk segment in zijdelingse richting van de stoel aandrijfbaar is.

5. Stoel volgens conclusie 4, waarbij de segmenten in 25 de richting van hun vrije zijde taps toelopen.

6. Stoel volgens conclusie 4 of 5, waarbij de transportbanden in de verschillende segmenten over omkeerrollen zijn geleid, waarvan ten minste een omkeerrol aandrijfbaar is, terwijl de in lijn daarmee liggende omkeerrol van het ten min- 30 ste ene andere segment daarmee is gekoppeld, bijvoorbeeld via een klauwkoppeling, welke bij voorkeur ontkoppelbaar is ten behoeve van de beweging van de segmenten naar de zitstand.

7. Stoel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de overbrengmiddelen zijn voorzien van een aandrijfmotor. 1 027220 35

8. Stoel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de stoel is voorzien van ten minste drie segmenten, in het bijzonder een zitting-, rugleuning- en onderbeensegment, en eventueel voorts nog een voetsteunsegment.

9. Stoel volgens conclusie 8, waarbij het voetsteun segment onder een althans ongeveer rechte hoek ten opzichte van de overige segmenten stelbaar is en de overige segmenten zodanig zijn ondersteund door het onderstel en zodanig verstelbaar zijn dat zij in lijn met elkaar onder een althans on-10 geveer rechte hoek met de horizontaal plaatsbaar zijn.

10. Stoel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de segmenten zijdelings verstelbaar zijn ten opzichte van het onderstel, en bij voorkeur tevens om een evenwijdig aan de langsas van de in lijn met elkaar gelegen segmenten 15 kantelbaar zijn.

11. Stoel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het zittingsegment kantelbaar is om een horizontale dwarsas.

12. Stoel volgens een der voorgaande conclusies, 20 waarbij de segmenten met behulp van een aandrijforgaan verstelbaar zijn in verschillende standen ten opzichte van het onderstel, terwijl het onderstel bij voorkeur in hoogte ver- j stelbaar is. ; i

13. Stoel volgens een der voorgaande conclusies, 25 waarbij de segmenten zijn voorzien van een kussen, bij voorkeur een anti-decubitus kussen, voor het verschaffen van een goed zitcomfort.

14. Stoel met een inrichting voor het overbrengen van een patiënt van een bed naar de stoel, voorzien van een ver- 30 rijdbaar onderstel met daarop gemonteerd ten minste twee aan één zijdelingse zijde ondersteunde en scharnierbaar verbonden segmenten, in het bijzonder een zitting- en rugleuningsegment, welke ten minste verstelbaar zijn tussen een onder een hoek staande zitstand en een althans ongeveer in het verlengde van 35 elkaar gelegen ligstand, waarbij de segmenten zijn uitgevoerd . als overbrengmiddelen voor het overbrengen van de patiënt van het bed naar de stoel en daartoe zijn voorzien van transportbanden die tenminste een beweegbaar bovenoppervlak van de seg- menten vormen, en plat zijn uitgevoerd en naar hun vrije zijde taps toelopen, waarbij de segmenten om een evenwijdig aan de langsas van de in lijn met elkaar gelegen segmenten kantelbaar zijn.

15. Stoel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de segmenten zijn voorzien van een kussen, bij voorkeur een anti-decubitus kussen, voor het verschaffen van een goed zitcomfort.

16. Stoel volgens conclusie 15, waarbij de transport-10 band is voorzien van een boven- en onderpart, en het kussen tussen het boven- en onderpart van de transportband is geplaatst.

17. Stoel met een inrichting voor het overbrengen van een patiënt van een bed naar de stoel, voorzien van een ver- 15 rijdbaar onderstel met daarop gemonteerd ten minste twee aan één zijdelingse zijde ondersteunde en scharnierbaar verbonden segmenten, in het bijzonder een zitting- en rugleuningsegment, welke ten minste verstelbaar zijn tussen een onder een hoek staande zitstand en een althans ongeveer in het verlengde van 20 elkaar gelegen ligstand, waarbij de segmenten zijn uitgevoerd als overbrengmiddelen voor het overbrengen van de patiënt van het bed naar de stoel en daartoe zijn voorzien van transportbanden die tenminste een beweegbaar bovenoppervlak van de segmenten vormen, welke transportbanden zijn voorzien van een bo-25 ven- en onderpart, terwijl de segmenten voorts zijn voorzien van een tussen het boven- en onderpart van de transportband geplaatst kussen, bij voorkeur een anti-decubitus kussen, voor het verschaffen van een goed zitcomfort.

18. Stoel volgens conclusie 17, waarbij de transport-30 banden relatief dun zijn en bij voorkeur niet strak gespannen, om zodoende weinig invloed te hebben op het zitcomfort indien de stoel in de zitstand staat.

19. Stoel volgens een der voorgaande conclusies, welke is ingericht voor het in de zitstand aanbrengen van acces- 35 soires, zoals armleuningen, schoudersteunen, gordels en dergelijke. 5

20. Stoel volgens een der voorgaande conclusies, zodanig uitgevoerd dat in de zitstand een rolstoel wordt gevormd. 1 027220