NL1026798C2 - Combinatie van een ondergrond voor een muziekinstrument en ten minste één positioneringselement. - Google Patents
Combinatie van een ondergrond voor een muziekinstrument en ten minste één positioneringselement. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1026798C2 NL1026798C2 NL1026798A NL1026798A NL1026798C2 NL 1026798 C2 NL1026798 C2 NL 1026798C2 NL 1026798 A NL1026798 A NL 1026798A NL 1026798 A NL1026798 A NL 1026798A NL 1026798 C2 NL1026798 C2 NL 1026798C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- combination
- substrate
- positioning element
- plate
- plate parts
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G10—MUSICAL INSTRUMENTS; ACOUSTICS
- G10D—STRINGED MUSICAL INSTRUMENTS; WIND MUSICAL INSTRUMENTS; ACCORDIONS OR CONCERTINAS; PERCUSSION MUSICAL INSTRUMENTS; AEOLIAN HARPS; SINGING-FLAME MUSICAL INSTRUMENTS; MUSICAL INSTRUMENTS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- G10D13/00—Percussion musical instruments; Details or accessories therefor
- G10D13/10—Details of, or accessories for, percussion musical instruments
- G10D13/28—Mountings or supports for individual drums
-
- G—PHYSICS
- G10—MUSICAL INSTRUMENTS; ACOUSTICS
- G10D—STRINGED MUSICAL INSTRUMENTS; WIND MUSICAL INSTRUMENTS; ACCORDIONS OR CONCERTINAS; PERCUSSION MUSICAL INSTRUMENTS; AEOLIAN HARPS; SINGING-FLAME MUSICAL INSTRUMENTS; MUSICAL INSTRUMENTS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- G10D13/00—Percussion musical instruments; Details or accessories therefor
- G10D13/01—General design of percussion musical instruments
- G10D13/02—Drums; Tambourines with drumheads
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Acoustics & Sound (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Electrophonic Musical Instruments (AREA)
- Auxiliary Devices For Music (AREA)
Description
Korte aanduiding: Combinatie van een ondergrond voor een muziek instrument en ten minste één positioneringselement.
BESCHRIJVING
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een combinatie van een ondergrond voor een muziekinstrument en ten minste één posi ti oneri ngselement.
Veel soorten muziekinstrumenten, zoals met name drumstellen, worden geplaatst op een ondergrond zoals een vloer, waarbij 10 het risico bestaat dat vanwege het contact dat tussen de muzikant en het muziekinstrument, al dan niet via een hulpmiddel zoals een strijkstok of een drumstok, het muziekinstrument de neiging heeft om zich ongewenst over de ondergrond te verplaatsen. Om dit risico te beperken, ziet men in de praktijk vaak dat gebruik wordt gemaakt van hulpmiddelen. Zo is het 15 bij een contrabas bekend om een lat of een riem of dergelijke te gebruiken die is voorzien van ten minste twee gaten. Daarbij rust één poot van een stoel waar de muzikant op zit tijdens het bespelen van de contrabas via één van deze gaten op een ondergrond, terwijl de poot van de contrabas door een ander gat van het hulpmiddel op dezelfde ondergrond 20 rust. Aldus wordt bereikt dat er sprake is van een min of meer vaste afstand tussen de poot van de stoel en de poot van de contrabas tijdens het bespelen daarvan zodat wegschuiven van de contrabas wordt voorkomen. Het is daarbij ook bekend om meerdere gaten voor de poot van de contrabas te voorzien zodat de lat of de riem geschikt is om de afstand tussen de 25 poot van de stoel en de poot van de contrabas te variëren afhankelijk van de wensen van de muzikant.
Bij drummers ziet men vaak dat een oud stuk tapijt wordt gebruikt waarop de poten van de verschillende onderdelen van het drumstel rusten om aldus het glijden van de diverse onderdelen van het drumstel 30 over de ondergrond ervoor te voorkomen. Dergelijke onderdelen van het drumstel worden bijvoorbeeld gevormd door de basdrum waarvan het vel door 1026798 2 middel van een pedaal wordt aangeslagen, maar ook door een dergelijk pedaal zelf. Daarnaast kan men denken aan de zogenaamde "floortoms" waar pootjes onder zitten en de vele andere standaards met pootjes voor trommels en bekkens. Ondanks de toepassing van rubberen doppen onder deze 5 pootjes kan in de praktijk helaas het glijden van de pootjes over de ondergrond waar zij op rusten niet worden voorkomen vanwege de grote krachten die worden uitgeoefend op het drumstel tijdens het bespelen daarvan.
Bij professionele drummers ziet men ook wel dat de diverse 10 onderdelen van het drumstel worden vastgeplakt met behulp van kleefband aan de ondergrond. Los van het feit dat de toepassing van dergelijke kleefband geen professionele uitstraling verschaft (net zoals overigens de toepassing van een oud stukje tapijt zoals bovenstaand omschreven) is het bovendien veel werk om dit kleefband aan te brengen en nog meer werk 15 om het kleefband netjes te verwijderen. Bovendien is het uitermate onpraktisch indien men wil komen tot een optimale opstelling van de diverse onderdelen van het drumstel, aangezien de toepassing van kleefband geen flexibiliteit ten aanzien van de onderlinge positionering van de diverse onderdelen van een drumstel toestaat. Een dergelijke 20 optimale opstelling is voor iedere drummer weer anders. Verder wordt een belangrijk aspect gevormd door de tijd die iedere keer weer gemoeid is met het optimaal opstellen van een drumstel indien een drumstel op verschillende locaties moet worden bespeeld, zoals tijdens een tournee van een drummer. Zeker in een professionele omgeving gaat deze tijd 25 gepaard met extra kosten.
De onderhavige uitvinding beoogt nu een oplossing of althans verbetering te verschaffen voor de bovengenoemde problematiek/bezwaren. Hiertoe wordt een combinatie van een verplaatsbare in hoofdzaak plaatvormige ondergrond voor een muziekinstrument, met name 30 voor een drumstel, en ten minste één positioneringselement voorzien van een aanslagdeel voor aanslag daartegen door een deel van het 1026798 3 muziekinstrument verschaft waarbij bevestigingsmiddelen zijn voorzien voor het bevestigen van het ten minste ene positioneringselement aan de ondergrond. Door gebruik te maken van een plaatvormige ondergrond wordt een stabiele en eenduidige basis verschaft voor het desbetreffende 5 muziekinstrument. Door toepassing van ten minste één ; positioneringselement dat met behulp van de bevestigingsmiddelen is bevestigd aan de ondergrond en tegen een aanslagdeel van welk positioneringselement een deel van het muziekinstrument, zoals een poot, aan kan liggen, kan worden voorkomen dat het muziekinstrument over de 10 ondergrond schuift.
Bij grote voorkeur zijn de bevestigingsmiddelen aangepast voor het handmatig losmaakbaar bevestigen van het tenminste ene positioneringselement aan de ondergrond. Het is daarbij bijvoorbeeld mogelijk om op de ondergrond markeringen aan te brengen betreffende 15 relevante posities voor het muziekinstrument, bijvoorbeeld waar exact poten van een standaard deel uitmakend van een drumstel moeten worden geplaatst. De bevestigingsmiddelen volgens de onderhavige voorkeursuitvoeringsvorm maken het verder bovendien mogelijk om het ten minste ene positioneringselement op verschillende posities te bevestigen 20 aan de ondergrond, zodat de positie van het ten minste ene positioneringselement optimaal kan worden afgestemd aan de wensen die een muzikant heeft ten aanzien van de positionering van het muziekinstrument op de ondergrond.
Een uitermate handige uitvoeringsvorm wordt verkregen, 25 indien de bevestigingsmiddelen klittenband omvatten met twee in elkaar grijpend klittenbandmateriaal lagen waarvan één klittenbandmateriaal laag deel uitmaakt van één van de ondergrond en het tenminste ene positioneringselement en de andere klittenbandmateriaallaag uitmaakt van de ander van de ondergrond en het tenminste ene positioneringselement. De 30 toepassing van klittenband maakt het mogelijk om uitermate snel positioneringselementen te bevestigen op de ondergrond en daar weer vanaf 1026798 4 te halen. Bovendien biedt de klittenbandmateriaal laag die deel uitmaakt van de ondergrond de mogelijkheid om door hierin verschillende kleuren te verwerken, markeringen aan te brengen of andere uitingen, zoals logo's.
Bij voorkeur maakt de zachtste van de twee 5 klittenbandmateriaal lagen deel uit van de ondergrond. Aldus zal men zo min mogelijk hinder ondervinden vanwege vuil zoals stof dat zich hecht aan de klittenbandmateriaallaag van de ondergrond, waarvan uiteraard een groter oppervlak is voorzien dan de klittenbandmateriaallaag deel uitmakend van het ten minste ene positioneringselement. Vuil dat op de 10 ondergrond valt, zal zich bij de onderhavige voorkeursuitvoeringsvorm niet of althans in beduidend mindere mate hechten aan de klittenbandmateriaallaag deel uitmakend van de ondergrond, zodat het eventueel ook weer gemakkelijk te verwijderen is.
Een optimale benutting van het oppervlak van de ondergrond 15 wordt verkregen, indien de ondergrond tenminste vrijwel volledig is bekleed met een klittenbandmateriaallaag.
Bij verdere voorkeur is de klittenbandmateriaallaag die deel uitmaakt van de ondergrond voorzien in een verdiept gedeelte van de ondergrond. Aldus wordt de omtreksrand van deze klittenbandmateriaallaag 20 beschermd, zodat de hechting van de klittenbandmateriaallaag aan het resterend deel van de ondergrond zo goed mogelijk gewaarborgd is.
Teneinde transport van de plaatvormige ondergrond te vergemakkelijken, hetgeen met name bij een plaatvormige ondergrond met een aanzienlijk oppervlak, bijvoorbeeld 6 vierkante meter, een probleem 25 zou kunnen zijn, is de plaatvormige ondergrond bij grote voorkeur samengesteld uit een aantal middels verbindingsmiddelen onderling verbonden plaatdelen. De afmetingen van deze plaatdelen kunnen worden afgestemd op de eisen die hieraan vanuit transport oogpunt worden gesteld, aangepast. Bovendien is het mogelijk door gebruik te maken van 30 onderling verbindbare plaatdelen, de grootte van de plaatvormige ondergrond te variëren, afhankelijk bijvoorbeeld van de beschikbare 1026798 5 ruimte en/of van de wensen van de muzikant.
Uit oogpunt van gebruiksgemak geniet het de verdere voorkeur dat de verbindingsmiddelen een scharnier omvatten voor het onderling scharnieren van twee plaatdelen. In tegen elkaar aan geklapte 5 toestand van de twee plaatdelen, lenen deze zich bij uitstek voor transport ervan, terwijl in uitgeklapte toestand, waarbij de twee plaatdelen in lijn met elkaar zijn gelegen, de correcte positionering van de twee plaatdelen ten opzichte van elkaar is gewaarborgd.
Alternatief of zelfs in combinatie geniet het de voorkeur 10 dat de verbindingsmiddelen een groef in één plaatdeel en een vormgesloten in de groef uitstekende rand in een ander plaatdeel omvatten. Aldus vormgegeven plaatdelen kunnen op eenvoudige wijze onderling worden gekoppeld door de uitstekende rand in de groef te schuiven.
Eveneens uit oogpunt van een verbeterd gebruiksgemak geniet 15 het in zijn algemeenheid de voorkeur dat de verbindingsmiddelen zijn ingericht om handmatig de verbinding tussen twee plaatdelen ongedaan te kunnen maken.
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt hierbij verkregen, indien de verbindingsmiddelen een slot, zoals bij voorkeur een 20 vlinderslot, bij voorkeur in een schotel, omvatten. Dergelijke verbindingsmiddelen kenmerken zich door een betrouwbare en stevige verbinding die zij teweeg kunnen brengen.
Teneinde een optimale werkzaamheid te verkrijgen van het ten minste ene positioneringselement geniet het de voorkeur dat het 25 aanslagdeel een deel van het oppervlak van de ondergrond omsluit. Aldus is het aanslagdeel dus per definitie niet rechtlijnig en kan het deel van het muziekinstrument dat aanslaat tegen het aanslagdeel als het ware worden "gevangen" binnen het deel van het oppervlak van de ondergrond dat wordt omsloten door het aanslagdeel.
30 Het is daarbij zeer effectief indien het aanslagdeel deel uitmaakt van een aan de buitenzijde van het bijbehorende 1026798 6 positioneringselement open U-vormige uitsparing. Het deel van het muziekinstrument dat zich binnen de ruimte van de U-vormige uitsparing bevindt, zal aldus daarbinnen worden opgesloten. In de praktijk zal dit inhouden dat de open zijde van de U-vormige uitsparing in hoofdzaak 5 gericht is naar de kant waarvandaan de krachten worden uitgeoefend op het muziekinstrument.
Alternatief is het tevens mogelijk dat het aanslagdeel deel uitmaakt van een gesloten uitsparing. Aldus kan aanslag door een deel van het muziekinstrument tegen het aanslagdeel plaatsvinden in alle 10 richtingen evenwijdig aan de ondergrond, mits het deel van het muziekinstrument zich in de uitsparing bevindt.
Om het plaatsen en losmaken van het ten minste ene positioneringselement te vergemakkelijken, geniet het de voorkeur dat het positioneringselement is voorzien van een aangrijpingsdeel voor het 15 handmatig aangrijpen van het positioneringselement.
Een dergelijk aangrijpingsdeel omvat bij voorkeur een tenminste enigszins neerwaarts gericht vrij oppervlak van het positioneringselement waardoor enerzijds het aangrijpingsdeel op een eenvoudige goedkope wijze kan worden gerealiseerd en anderzijds een goede 20 aangrijping mogelijk is.
Meer specifiek is het daarbij voordelig dat het aangrijpingsdeel een schuin vanaf de onderzijde van het positioneringselement naar buiten toe uitstrekkend oppervlak van het positioneringselement omvat.
25 De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een positioneringselement als zodanig voor toepassing in een combinatie volgens de uitvinding zoals bovenstaand omschreven.
De uitvinding heeft verder betrekking op een houder voor het accommoderen van plaatdelen deel uitmakend van een combinatie volgens 30 de uitvinding zoals bovenstaand omschreven de plaatvormige ondergrond samengesteld zijnde uit een aantal middels verbindingsmiddelen onderling 1026798 7 verbindbare platen, waarbij de houder een opening heeft alsmede geleidingsmiddelen voor het via de opening in de houder schuiven van de plaatdelen, de geleidingsmiddelen dusdanig in de houder gepositioneerd zijnde dat aan de plaatdelen bevestigde positioneringselementen tijdens 5 schuiven van de plaatdelen in de houder noch een wand van de houder raken noch een eventueel naburig plaatdeel of eventueel daaraan bevestigde positioneringselementen. Een aldus uitgevoerde houder biedt de mogelijkheid om de positioneringselementen die bevestigd zijn aan de plaatdelen, bevestigd te houden aan de plaatdelen tijdens transport van 10 de plaatdelen, zodat nadat de plaatdelen weer worden opgebouwd tot de plaatvormige ondergrond voor een muziekinstrument, de positioneringselementen direct op de juiste positie zijn gepositioneerd.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een aantal voorkeursuitvoeringsvormen van de 15 uitvinding onder verwijzing naar de navolgende figuren: figuur la toont perspectivisch een eerste uitvoeringsvorm van een ondergrond voor een muziekinstrument, figuur lb toont in dwarsdoorsnede Ib-Ib in figuur la, figuur lc toont in dwarsdoorsnede Ic-Ic in figuur la, 20 figuur 2a toont een tweede uitvoeringsvorm van een ondergrond, figuur 2b toont een ondergrondmodule deel uitmakend van de ondergrond volgens figuur 2a, figuur 3 toont een derde uitvoeringsvorm van een 25 ondergrond, figuren 4a tot en met 4e tonen vijf verschillende uitvoeringsvormen van aan een ondergrond te bevestigen posi ti oneri ngselementen, figuur 5 toont een koffer voor het accommoderen van een 30 combinatie volgens de uitvinding, figuur 6 toont de koffer volgens figuur 5 in geopende 1026798 δ toestand.
Figuur la toont een ondergrond 1 die is opgebouwd uit twee plaatvormige, in hoofdzaak vierkante delen 2a, 2b. De hoofdafmetingen van ieder van de plaatdelen 2a, 2b bedraagt 1,0 m bij 1,0 m. Binnen het kader 5 van de onderhavige uitvinding kunnen, zoals de vakman duidelijk zal zijn, ook hiervan afwijkende maten worden toegepast en/of een rechthoekige hoofdvorm. De plaatdelen 2a, 2b kunnen bijvoorbeeld van hout of kunststof zijn vervaardigd.
Plaatdeel 2a heeft omtreksranden 3a, 3b, 3c, 3d en 10 plaatdeel 2b heeft omtreksranden 4a, 4b, 4c, 4d. Ter plaatse van de omtreksranden 3d, 4d zijn de plaatdelen 2a, 2b tegen elkaar gepositioneerd. Zoals uit figuur lb blijkt, bezit omtreksrand 3d een zwaluwstaartvormige groef 5 die zich over de gehele lengte van omtrekszijde 3d uitstrekt, terwijl omtrekszijde 4d een complementaire met 15 groef 5 gevormde zwaluwstaartvormige uitstekende rand 6 bezit die is opgenomen in groef 5 door de beide plaatdelen 2a, 2b langs elkaar te verschuiven in de langsrichting van de omtreksranden 3d, 4d. Aldus is er een starre verbinding gevormd tussen de plaatdelen 2a, 2b die tezamen de ondergrond 1 vormen.
20 Aan de omtreksranden 3a, 3b, 3c en de omtreksranden 4a, 4b, 4c zijn de plaatdelen 2a, 2b respectievelijk voorzien van een opstaande rand 7, 8 waarbinnen een laag klittenbandmateriaal 9, 10 is aangebracht. Dit klittenbandmateriaal 9, 10 betreft het zachte oftewel velourachtige deel van klittenbandmateriaal. Het harde haakachtige klittenbandmateriaal 25 dat samen met het zachte velourachtige klittenbandmateriaal een verbinding kan vormen, is bevestigd aan de onderzijde van de positioneringselementen die nog aan de hand van de figuren 4a tot en met 4e zullen worden toegelicht. Het klittenbandmateriaal 9, 10 is vastgelijmd op de bovenzijde van de bodem van de plaatdelen 2a, 2b voor 30 zover zich uitstrekkend binnen de opstaande randen 7, 8 zoals ook valt op te maken uit figuur lc. Aan de omtreksranden 3b, 4b van de platen 2a, 2b 1026798 9 zijn sleufgaten 11, 12 aangebracht die als handvat kunnen dienen, met name indien de plaatdelen 2a, 2b niet met elkaar zijn verbonden.
Figuur 2a toont een tweede uitvoeringsvorm van een ondergrond 21 volgens de uitvinding. Ondergrond 21 is opgebouwd uit twee 5 ondergrondmodules 22, 23 die ieder op hun beurt weer bestaan uit twee plaatdelen 24, 25 en 26, 27 die middels een pianoscharnier aan de naar elkaar gerichte omtrekszijden ervan met elkaar zijn verbonden. Figuur 2b toont ondergrondmodule 23 in ingeklapte toestand waardoor het pianoscharnier 28 dat werkzaam is tussen de plaatdelen 26 en 27 zichtbaar 10 is. Twee van de vier omtreksranden van ieder plaatdeel 24-27 zijn voorzien van een verhoogde omtreksrand 29 waarbij aan de omtrekszijde tegenover het bijbehorend pianoscharnier een handvat 30 in de verhoogde omtreksrand 29 is aangebracht. In ingeklapte toestand volgens figuur 2b liggen de handvaten 30 van de tot één ondergrondmodule 22, 23 behorende 15 plaatdelen in lijn met elkaar zodat deze als zijnde één (gezamenlijk) handvat kunnen worden gehanteerd. Tussen de tegen elkaar aan gepositioneerde plaatdelen 24, 26 en 25, 27 van de respectievelijke ondergrondmodules 22, 23 bevinden zich zogenaamde verzonken vlindersloten 31, 32. Deze vlindersloten 31, 32 zijn de vakman op zich bekend en 20 behoeven hier geen gedetailleerde omschrijving. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat een werkzaam deel van het vlinderslot 31, 32 is vastgemaakt aan één plaatdeel, terwijl het resterende deel van het vlinderslot is vastgemaakt aan het andere plaatdeel. Ieder plaatdeel 24-27 is bekleed met klittenbandmateriaal waardoor, met uitzondering van de verhoogde rand 25 29 en de vlindersloten 31, 32 het gehele oppervlak van de ondergrond 21 is bekleed met het klittenbandmateriaal.
Figuur 3 toont een ondergrond 41 die is opgebouwd uit zes plaatdelen 42-47 die in een patroon van twee bij drie tegen elkaar aan zijn geschoven en onderling verbonden zijn met behulp van vlindersloten 30 48. De plaatdelen 42-45 die zich op de hoeken bevinden, zijn identiek uitgevoerd, terwijl ook de plaatdelen 46, 47 aan elkaar gelijk zijn.
1026798 10
Ieder van de plaatdelen 42-47 is langs één of twee omtrekszijden daarvan voorzien van een verhoogde rand 49 die het oppervlak van ondergrond 41 geheel omgeeft en waarbinnen zich klittenbandmateriaal bevindt.
Op het klittenbandmateriaal van de ondergronden 1, 21, 41 5 kunnen markeringen zijn aangebracht alwaar bepaalde positioneringselementen moeten worden bevestigd. Anderzijds biedt het klittenbandmateriaal, de mogelijkheid om de toepassing van verschillende kleuren, bijvoorbeeld een logo of dergelijke daarin aan te brengen.
De figuren 4a tot en met 4e tonen een vijftal verschillende 10 positioneringselementen 61, 62, 63, 64, 65 die ieder een vlakke onderzijde hebben die bekleed is met klittenbandmateriaal 66 van het harde, haakachtige type. Door de klittende samenwerking tussen het klittenbandmateriaal 66 behorende bij de positioneringselementen 61-65 en het klittenbandmateriaal aanwezig op de ondergronden 1, 21 en 41 is het 15 mogelijk om ieder van de positioneringselementen 61-65 op willekeurige posities op de ondergronden 1, 21, 41 te positioneren en te fixeren.
Ieder van de positioneringselementen 61-65 bezit een opstaande aanslagwand waar tegenaan een deel van een muziekinstrument kan worden aangeslagen. Bij de positioneringselementen 61-63 is de 20 aanslagwand niet rechtlijnig in bovenaanzicht waardoor deze een deel van het oppervlak van de desbetreffende ondergrond omsluit. Aanslagwand 67 bestaat uit drie haakse wanddelen die tezamen een in hoofdzaak U-vorm bepalen. Aanslagwand 68 van positioneringselement 62 bestaat uit twee haaks ten opzichte van elkaar gepositioneerde wanddelen, terwijl 25 aanslagwand 69 de binnenwand van een verticaal doorgaand gat 70 in het positioneringselement 63 betreft.
De positioneringselementen 64 en 65 hebben net als de positioneringselementen 61-63 een verticale aanslagwand, echter deze is rechtlijnig en sluit derhalve niet een deel van het oppervlak van de 30 ondergrond om. Meer specifiek bezit positioneringselement 64 aanslagwand 71 en bezit positioneringselement 65 aanslagwand 72 die in figuur 4e aan 1026798 11 de achterzijde van het positioneringselement 65 is gelegen en derhalve niet goed zichtbaar is.
Het moge duidelijk zijn dat binnen het kader van de uitvinding ook andersvormige positioneringselementen kunnen worden 5 toegepast bijvoorbeeld positioneringselementen die in bovenaanzicht de vorm van een K hebben. Een dergelijk positioneringselement kan bijvoorbeeld van nut zijn voor het tweede pedaal van een dubbel base drum pedaal.
Om het lostrekken van de positioneringselementen 61, 62, 63 10 en 64 te vergemakkelijken bezitten deze positioneringselementen ter plaatse van de verwijzingscijfers 73-76 een vanaf de bodem van de respectievelijke positioneringselementen schuin naar buiten toe omhoog weglopende aangrijpingswand waar vingers makkelijker grip op kunnen krijgen dan op een loodrecht op de bodem uitstrekkende wand. Alternatief 15 kunnen uiteraard ook andersoortige aangrijpingsdelen worden vervaardigd zoals ogen waar vingers in kunnen steken.
Figuren 5 en 6 tenslotte tonen een koffer 81, respectievelijk in gesloten en in geopende toestand, voor plaatdelen zoals deel uitmakend van de ondergronden 1, 21, 41 zoals toegelicht aan 20 de hand van de figuren 1 tot en met 3 alsmede voor positioneringselementen zoals toegelicht aan de hand van de figuren 4a tot en met 4e. Koffer 81 omvat een onderste kofferdeel 83 met een gesloten bodem met daaronder vier wielen 82 en een open bovenzijde, en een bovenste kofferdeel 84 met een open onderzijde die kan aansluiten op 25 de open bovenzijde van het onderste kofferdeel 83, en met een klapdeksel 85. In het onderste kofferdeel 83 bevinden zich verticale geleidingsschroeven waarin plaatdelen 86 zoals in figuur 6 weergegeven paarsgewijs, kunnen worden geschoven. Hierbij bevindt zich het klittenbandmateriaal 87 aan de buitenzijden van de paarsgewijze 30 plaatdelen 86 zodat het mogelijk is om positioneringselementen daarop bevestigd te houden. De afstand tussen de geleidingsschroeven is dusdanig 1026798 12 groot gekozen dat bij het langs elkaar schuiven van plaatdelen 86 met daarop positioneringselementen geklit, deze positioneringselementen niet kunnen raken tegen positioneringselementen op plaatdelen 86 in een naburige geleidingsgroef. Dit biedt als groot voordeel dat bij het 5 opbouwen van een ondergrond, de positioneringselementen direct op de juiste positie zijn. Het onderste kofferdeel 83 en het bovenste kofferdeel 84 kunnen onderling met elkaar worden verbonden middels vlindersloten 88, terwijl deksel 85 kan worden gesloten op het resterend deel van het bovenste kofferdeel 84 middels vlindersloten 89.
10 1026798
Claims (19)
1. Combinatie van een verplaatsbare in hoofdzaak plaatvormige ondergrond voor een muziekinstrument, met name voor een drumstel, en 5 tenminste één positioneringselement voorzien van een aanslagdeel voor aanslag daartegen door een deel van het muziekinstrument waarbij bevestigingsmiddelen zijn voorzien voor het bevestigen van het tenminste ene positioneringselement aan de ondergrond.
2. Combinatie volgens conclusie 1, waarbij de 10 bevestigingsmiddelen zijn aangepast voor het handmatig losmaakbaar bevestigen van het tenminste ene positioneringselement aan de ondergrond.
3. Combinatie volgens conclusie 2, waarbij de bevestigingsmiddelen klittenband omvatten met twee in elkaar grijpend klittenbandmateriaal lagen waarvan één klittenbandmateriaal laag deel 15 uitmaakt van één van de ondergrond en het tenminste ene positioneringselement en de andere klittenbandmateriaal laag uitmaakt van de ander van de ondergrond en het tenminste ene positioneringselement.
4. Combinatie volgens conclusie 3, waarbij de zachtste van de twee klittenbandmateriaal lagen deel uitmaakt van de ondergrond.
5. Combinatie volgens conclusie 3 of 4, waarbij de ondergrond tenminste vrijwel volledig is bekleed met een klittenbandmateriaal laag.
6. Combinatie volgens conclusie 5, waarbij de klittenbandmateri aal laag is voorzien in een verdiept gedeelte van de ondergrond.
7. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, 25 waarbij de plaatvormige ondergrond is samengesteld uit een aantal middels verbindingsmiddelen onderling verbonden plaatdelen.
8. Combinatie volgens conclusie 7, waarbij de verbindingsmiddelen een scharnier omvatten voor het onderling scharnieren van twee plaatdelen.
9. Combinatie volgens conclusie 7 of 8, waarbij de verbindingsmiddelen een groef in één plaatdeel en een vormgesloten in de 1026798 groef uitstekende rand in een ander plaatdeel omvatten.
10. Combinatie volgens conclusie 7, 8 of 9, waarbij de verbindingsmiddelen zijn ingericht om handmatig de verbinding tussen twee plaatdelen ongedaan te kunnen maken.
11. Combinatie volgens conclusie 10, waarbij de verbindingsmiddelen een slot omvatten, bij voorkeur in een schotel.
12. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het aanslagdeel een deel van het oppervlak van de ondergrond omsluit.
13. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het aanslagdeel deel uitmaakt van een aan de buitenzijde van het bijbehorende positioneringselement open U-vormige uitsparing.
14. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het aanslagdeel deel uitmaakt van een gesloten uitsparing.
15. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het positioneringselement is voorzien van een aangrijpingsdeel voor het handmatig aangrijpen van het positioneringselement.
16. Combinatie volgens conclusie 15, waarbij het aangrijpingsdeel een tenminste enigszins neerwaarts gericht vrij 20 oppervlak van het positioneringselement omvat.
17. Combinatie volgens conclusie 15 of 16, waarbij het aangrijpingsdeel een schuin vanaf de onderzijde van het positioneringselement naar buiten toe uitstrekkend oppervlak van het positioneringselement omvat.
18. Positioneringselement voor toepassing in een combinatie volgens één van de voorgaande conclusies.
19. Houder voor het accommoderen van een combinatie volgens conclusie 7 of een daarvan afhankelijke conclusie, waarbij de houder een opening heeft alsmede geleidingsmiddelen voor het via de opening in de 30 houder schuiven van de plaatdelen, de geleidingsmiddelen dusdanig in de houder gepositioneerd zijnde dat aan de plaatdelen bevestigde 1026798 positioneringselementen tijdens het schuiven van de plaatdelen in de houder noch een wand van de houder raken noch een eventuele naburig plaatdeel of eventueel daaraan bevestigde positioneringselementen. 5 1026798
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1026798A NL1026798C2 (nl) | 2004-08-06 | 2004-08-06 | Combinatie van een ondergrond voor een muziekinstrument en ten minste één positioneringselement. |
PCT/NL2005/000568 WO2006014104A1 (en) | 2004-08-06 | 2005-08-02 | A combination of a supporting surface for a musical instrument and at least one positioning element |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1026798 | 2004-08-06 | ||
NL1026798A NL1026798C2 (nl) | 2004-08-06 | 2004-08-06 | Combinatie van een ondergrond voor een muziekinstrument en ten minste één positioneringselement. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1026798C2 true NL1026798C2 (nl) | 2006-02-07 |
Family
ID=34974124
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1026798A NL1026798C2 (nl) | 2004-08-06 | 2004-08-06 | Combinatie van een ondergrond voor een muziekinstrument en ten minste één positioneringselement. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1026798C2 (nl) |
WO (1) | WO2006014104A1 (nl) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
ES2572263T3 (es) | 2005-10-25 | 2016-05-31 | Shionogi & Co | Derivados de dihidrooxazina y tetrahidropirimidina como inhibidores de BACE 1 |
GB2432786B (en) | 2005-12-03 | 2011-05-11 | Ian Baskerville | Floor covering for drums |
ITBZ20090060A1 (it) * | 2009-12-30 | 2011-06-30 | Gianpietro Amadio | Dispositivo per mantenere in posizione la punta dell'asta di supporto di uno strumento musicale dotato di un tale asta di supporto. |
GB201121316D0 (en) * | 2011-12-09 | 2012-01-25 | Antoniou Peter | Drum clamp system |
US20210183345A1 (en) * | 2019-12-13 | 2021-06-17 | William James Butera | Portable device to limit unwanted movement of drums and other musical instruments |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2561937A (en) * | 1949-09-21 | 1951-07-24 | Rafry L Mcmullen | Anchor pad for musical instruments |
US3096677A (en) * | 1961-10-27 | 1963-07-09 | Charles C Ryan | Non slip drum holder |
US4441398A (en) * | 1982-05-19 | 1984-04-10 | Baker Newman T | Anchor device for bass drum |
US5677502A (en) * | 1993-10-20 | 1997-10-14 | Laido; Michael B. | Bass drum anchor system |
US5994634A (en) * | 1996-05-06 | 1999-11-30 | Cady; William C. | Anchoring devices for percussion musical instruments |
CH692685A5 (de) * | 1997-11-11 | 2002-09-13 | Herbert Baumgartner | Antirutscheinrichtung für Schlagzeuginstrumente auf Ständern. |
-
2004
- 2004-08-06 NL NL1026798A patent/NL1026798C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2005
- 2005-08-02 WO PCT/NL2005/000568 patent/WO2006014104A1/en active Application Filing
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2561937A (en) * | 1949-09-21 | 1951-07-24 | Rafry L Mcmullen | Anchor pad for musical instruments |
US3096677A (en) * | 1961-10-27 | 1963-07-09 | Charles C Ryan | Non slip drum holder |
US4441398A (en) * | 1982-05-19 | 1984-04-10 | Baker Newman T | Anchor device for bass drum |
US5677502A (en) * | 1993-10-20 | 1997-10-14 | Laido; Michael B. | Bass drum anchor system |
US5994634A (en) * | 1996-05-06 | 1999-11-30 | Cady; William C. | Anchoring devices for percussion musical instruments |
CH692685A5 (de) * | 1997-11-11 | 2002-09-13 | Herbert Baumgartner | Antirutscheinrichtung für Schlagzeuginstrumente auf Ständern. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2006014104A1 (en) | 2006-02-09 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
TWI478791B (zh) | 用於一組工具,尤其是具平坦柄之扳手,的鉸接箱 | |
USD561994S1 (en) | Cash box/security case | |
CA2140940C (en) | Adjustable level play desk for a child | |
NL1026798C2 (nl) | Combinatie van een ondergrond voor een muziekinstrument en ten minste één positioneringselement. | |
JP2007503932A (ja) | 多目的洗浄器具 | |
JPH0744186Y2 (ja) | 仕分けボックス | |
GB2216785A (en) | Toothbrush having a flexible handle portion | |
US20090200199A1 (en) | Carrier for jigsaw puzzle | |
US4099470A (en) | Card table attachment | |
US5475880A (en) | Foldable bathtub transfer seat | |
US5895049A (en) | Puzzle buddy | |
US4330692A (en) | Telephone attachment for supporting a book or the like above the telephone | |
US6601260B2 (en) | Duster | |
US20050066792A1 (en) | Shoulder pads for violins and the like | |
USD988060S1 (en) | Cookware | |
CA2037209A1 (en) | Bookend for metal shelves | |
WO2017199136A1 (en) | Toy construction kit | |
US20240347024A1 (en) | Mobile steel guitar | |
US20240212652A1 (en) | Mobile steel guitar | |
USD486536S1 (en) | Weight lifting device | |
JP3030290U (ja) | 箸入れ | |
GB2285434A (en) | Storage device | |
KR200195407Y1 (ko) | 완구수납상자 | |
USD522056S1 (en) | Paired bookends | |
KR102130399B1 (ko) | 교정용 필기구 홀더 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20130301 |