NL1026356C2 - Kweekeenheid voor het opkweken van een plant, en het vervaardigen en gebruik daarvan. - Google Patents

Kweekeenheid voor het opkweken van een plant, en het vervaardigen en gebruik daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL1026356C2
NL1026356C2 NL1026356A NL1026356A NL1026356C2 NL 1026356 C2 NL1026356 C2 NL 1026356C2 NL 1026356 A NL1026356 A NL 1026356A NL 1026356 A NL1026356 A NL 1026356A NL 1026356 C2 NL1026356 C2 NL 1026356C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
medium
culture
unit according
culture unit
growing
Prior art date
Application number
NL1026356A
Other languages
English (en)
Inventor
Sylvia Elisabeth Van Der Vlist
Original Assignee
Vlist Lab For Micropropagation
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vlist Lab For Micropropagation filed Critical Vlist Lab For Micropropagation
Priority to NL1026356A priority Critical patent/NL1026356C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1026356C2 publication Critical patent/NL1026356C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G24/00Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor
    • A01G24/40Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor characterised by their structure
    • A01G24/44Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor characterised by their structure in block, mat or sheet form

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)

Description

Kweekeenheid voor het opkweken van een plant, en het vervaardigen en gebrnik daarvan.
t De uitvinding betreft een kweekeenheid voor het opkweken van planten, in het i , 5 bijzonder het acclimatiseren van weefselkweekplanten, omvattende een bepaalde ; ! hoeveelheid gebonden medium voor een op te kweken plant. De uitvinding betreft voorts een samenstel van een dergelijke kweekeenheid en een plant. De uitvinding betreft verder een samenstel van een houder en meerdere in de houder geplaatste dergelijke kweekeenheden. De uitvinding betreft bovendien een werkwijze voor het 10 vervaardigen van een dergelijke kweekeenheid. De uitvinding betreft voorts een werkwijze voor het opkweken van planten, in het bijzondèr het acclimatiseren van weefselkweekplanten, met behulp van een dergelijke kweekeenheid.
Het opkweken van planten wordt in de moderne tuinbouw doorgaans uitgevoerd in 15 kweekeenheden, waarin een bepaalde hoeveelheid medium zoals potgrond beschikbaar is voor een op te kweken plant. Een kweekeenheid kan bijvoorbeeld bestaan uit een geperst blok grond, een pot, of een hoeveelheid grond samengehouden door een wikkel, die voor een op te kweken plant als voedingsbodem dient. Planten dienen hier overigens ruim geïnterpreteerd te worden: onder de term ‘planten’ vallen alle denkbare gewassen, 20 zoals bomen, struiken, bloemen, orchideeën, cactussen en andere plantaardige soorten. Om een goede kwaliteit plant te verkrijgen is het zeer belangrijk de omstandigheden waaronder het opkweken plaats vindt onder controle te houden. Hierbij worden parameters zoals bemesting, luchtvochtigheid, temperatuur en licht optimaal aangepast aan de op te kweken plantensoort en het groeistadium waar zij zich in bevinden. Een 25 bijzonder kritische stap in het kweekproces is het zogenaamde acclimatiseren van weefselkweekplanten (ook wel bekend als in vitro planten) naar nieuwe teeltomstandigheden, ook wel af harden genoemd. Het acclimatiseren van planten is een kritische stap in het kweekproces, waarbij planten verkregen door in vitro weefselkweek worden overgezet van een laboratorium-medium, doorgaans een agar gel, naar een 30 teeltsubstraat waarin de plant verder opgekweekt kan worden. Het teeltsubstraat waarin een plant wordt geacclimatiseerd is doorgaans een medium zoals potgrond. De naar de kweekeenheid overgezette plant moet zich gedurende het acclimatiseren aanpassen aan het nieuwe medium, met name door de ontwikkeling van haarwortels en blad noodzakelijk voor het opstarten van de fotosynthese van de plant.
1026356 2
Aangezien planten tijdens het opkweken doorgaans gevoelig zijn voor overbemesting, in het bijzonder tijdens het acclimatisatieproces, dient het toevoeren van meststof zeer gecontroleerd te gebeuren. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van geavanceerde 5 doseerinstallaties die de benodigde meststof gedoseerd toevoeren, bijvoorbeeld door druppelen of sproeien op het medium, of door toevoer vanaf de onderzijde van het medium door eb- en vloed systemen. Deze bestaande methoden zijn ingewikkeld en dienen zeer nauwkeurig te worden aangestuurd om tot een goed kweekresultaat te komen. Dergelijke ingewikkelde doseerinstalaties vergen veel onderhoud, zijn kostbaar 10 in aanschaf en gebruik, en vereisen bediening door goed opgeleide en ervaren personen bediend om fouten te voorkomen die tot schade aan de planten kan leiden. Daarnaast is een ander nadeel van deze bestaande methoden dat de bovengenoemde wijzen van bemesting een afvalstroom van overtollige meststoffen veroorzaken. Deze overtollige meststoffen veroorzaken naast milieutechnische bezwaren ook hygiënische problemen 15 in een kweekkas, doordat zij als voedingsbodem voor bijvoorbeeld algen kunnen dienen.
De onderhavige uitvinding beoogt een eenvoudigere methode te verschaffen voor het opkweken, in het bijzonder het acclimatiseren, van planten.
20
De uitvinding verschaft daartoe een kweekeenheid voor het opkweken, in het bijzonder het acclimatiseren van planten, van het inde aanhef genoemde type, met het kenmerk dat het medium is vermengd met mestafgiftekorrels ingericht voor gecontroleerde afgifte van voedingsstoffen aan het medium. In tegenstelling tot de bekende 25 opkweekmethoden, waarbij in water opgeloste meststoffen met ingewikkelde systemen gedoseerd aan het medium toegevoerd dienen te worden, is bij de kweekeenheid volgens de uitvinding de juiste dosering voedingsstoffen reeds in de kweekeenheid aanwezig is, zodat slechts water aan het medium toegevoerd hoeft te worden. Het toevoeren van water (zonder meststoffen) is zeer eenvoudig met bijvoorbeeld een 30 simpele besproeiingsinstallatie te bewerkstelligen, en is een eenvoudigere handeling dan het doseren van in water opgeloste meststoffen zoals bij de bekende methoden wordt gedaan. Een bijkomend voordeel is de kweekeenheid voorzien van mestafgiftekonrels arbeidsbesparend. Doordat de voedingsstoffen in hoofdzaak in de kweekeenheid blijven, zijn in een kweekkas (bijvoorbeeld op wanden en vloer) minder 1026356 3 voedingsstoffen beschikbaar voor algen, zodat de kas minder vaak hoeft te worden schoongemaakt. De kweekeenheid volgens de uitvinding maakt het opkweken eenvoudiger, zodat het door een minder geschoold of ervaren persoon met verminderde kans op fouten kan worden uitgevoerd. Verrassenderwijs werd bovendien gevonden dat 5 planten opgekweekt met behulp van kweekeenheden volgens de uitvinding van een verbeterde kwaliteit waren vergeleken met planten opgekweekt met bekende kweekeenheden. De planten volgens de uitvinding vertoonden een verbeterde ontwikkeling van de wortels, alsmede een versnelde groei van de plant De bepaalde hoeveelheid medium is doorgaans de hoeveelheid medium nodig om een plant (of 10 meerdere planten) van een bepaalde grootte te accommoderen. Het medium is gebonden, zoals bijvoorbeeld bij een samengeperst medium, zodat de kweekeenheid afzonderlijk hanteerbaar is. De hoeveelheid en soort mestafgiftekorrels zijn aangepast aan de soort plant die in de kweekeenheid wordt geacclimatiseerd. Mestafgiftekorrels ingericht voor gecontroleerde afgifte van meststoffen aan het medium zijn in diverse 15 vormen in de handel verkrijgbaar. De samenstelling en eigenschappen van de mestafgiftekorrels kunnen worden gekozen afhankelijk van het soort op te kweken plant en het beoogde kweekresultaat. Dergelijke mestafgiftekorrels voor geleidelijke afgifte van voedingsstoffen zijn in de handel verkrijgbaar. De samenstelling van de mestafgiftekorrels kan worden aangepast op de behoeften van een specifiek gewas of 20 een bepaalde groep gewassen. Naast de samenstelling van de voedingsstoffen is tevens het afgifteprofiel van de voedingsstoffen in de tijd van belang. Dit kan lineair zijn, maar kan ook zijn aangepast aan de behoeften van het gewas in verschillende groeistadia. Zo zijn mestafgiftekorrels verkrijgbaar die in het begin van het groeistadium weinig voedingsstoffen afgeven, maar in de loop van de tijd meer voedingsstoffen af gaan 25 geven, waarmee aan de toegenomen behoeften van de inmiddels opgegroeide plant wordt voldaan. De kweekeenheid kan worden ingezet bij planten vermeerderd door middel van weefselkweek, maar tevens bij planten verkregen door traditionele vermeerderingsmethoden zoals stekken en het gebruik van entlingen.
30 Bij voorkeur zijn de mestafgiftekorrels zijn ingericht voor geleidelijke afgifte van meststoffen aan het medium gedurende een opkweekperiode van ongeveer 1-6 maanden, bij voorkeur 3-4 maanden. Bij een dergelijke afgiftesnelheid wordt een goede kwaliteit van opgekweekte planten bereikt, waarbij de gewenste snelheid wordt bepaald door het soort op te kweken gewas. Een belangrijke factor hierbij is de groeisnelheid 1026356
> I
4 van de planten. Planten die langzamer groeien zullen langer in de kweekeenheid blijven en kunnen dus langer met een eenvoudige methode van voeding worden voorzien. De snelheid van afgifte hangt samen met de temperatuur waarbij de kweekeenheid wordt gebruikt. De snelheid van afgifte van meststoffen uit de mestafgiftekorrels is doorgaans 1, 5 sneller bij een hogere temperatuur. Temperaturen voor acclimatiseren variëren per
I I
; plantensoort, en liggen doorgaans tussen 10 en 40 °C, bij voorkeur tussen 20-30 °C.
In een voorkeursuitvoering zijn de mestafgiftekorrels in hoofdzaak homogeen vermengd met het medium. Hierdoor wordt bij het kweken de meststof gelijkmatig verdeeld over 10 het medium afgegeven. Bij homogene vermenging ontwikkelt een in de kweekeenheid opgekweekte plant zich sneller en beter.
Bij voorkeur omvat de kweekeenheid ongeveer 1-5 gram mestafgiftekorrels per 1000 cm3 medium omvat, bij voorkeur 1-2 gram mestafgiftekorrels per 1000 cm3 medium.
15 Binnen deze grenzen is de kweekeenheid universeel bruikbaar en geschikt voor het opkweken van een groot aantal verschillende soorten planten.
Het is voordelig indien het volume van het gebonden medium is bepaald van ongeveer 10 tot ongeveer 500 cm3. De te gebruiken maat is afhankelijk van de op te kweken 20 plant, afhankelijk van de grootte van de plant. Kweekeenheden van een dergelijke omvang zijn universeel bruikbaar en geschikt voor het opkweken van een groot aantal verschillende soorten planten.
Het is voordelig indien het medium in hoofdzaak grond omvat. Grond, bijvoorbeeld 25 potgrond of stekmedium, heeft een zekere bufferende werking, zodat schommelingen in concentraties van meststoffen in het medium worden opgevangen. Zo kan een plaatselijk verhoogde pH of zoutconcentratie, bijvoorbeeld door een lek in een beschadigde mestafgiftekorrel, ten minste gedeeltelijk worden geneutraliseerd.
30 Bij voorkeur omvatten de mestafgiftekorrels voedingsstoffen omgeven door een coating. De coating (ook wel beschreven als membraan) reguleert de opname van water door de mestafgiftekorrel en de afgifte van water met daarin opgeloste meststof vanuit de mestafgiftekorrel. Door variatie in de samenstelling van de voedingsstoffen en het membraan, kunnen de afgifte-eigenschappen worden aangepast aan de behoefte van een 1026356 1 · 5 bepaalde op te kweken plantensoort. De voedingsstoffen kunnen diverse vormen van meststoffen omvatten, waaronder stikstof, fosfaat, kalium, magnesium en sporenelementen. Het membraan kan bijvoorbeeld een organische hars omvatten, of een biologisch afbreekbare coating.
':':5 : ! Het is voordelig indien de mestafgiftekorrels een diameter hebben van ongeveer 1-2 ' i i mm. Mestafgiftekorrels van een dergelijke grootte zijn eenvoudig mengbaar met medium, en hebben bovendien als voordeel dat zij ook bij kleine medium volumes nauwkeurig gedoseerbaar.
10
In een voorkeursuitvoering is het medium gebonden is door bindmiddelen. De bindmiddelen dienen om het medium bijeen te houden, waardoor het eenvoudiger is de kweekeenheid te verplaatsen of anderszins te manipuleren. De bindmiddelen kunnen bijvoorbeeld draden, netten, vezels, een koker, een pot of een ander denkbaar 15 bindmiddel voor een medium omvatten. Het is voordelig indien de bindmiddelen uit een biologisch afbreekbaar materiaal vervaardigd zijn. Voorbeelden van bruikbare bindmiddelen zijn te vinden in reeds bekende kweekeenheden, in de handel bekend onder namen als ‘jifïy-pot’ en ‘paper-pot’. Dit biologisch afbreekbaar materiaal kan bijvoorbeeld een biologisch afbreekbare kunststof zijn, of een biologisch afbreekbaar 20 natuurlijk materiaal, zoals bijvoorbeeld afbreekbaar papier, houtvezels of een ander cellulosemateriaal. Hierdoor kan de kweekeenheid zonder milieubezwaren als afval gedeponeerd worden. De kweekeenheid door gebruik van biologisch afbreekbaar materiaal mogelijk flexibeler en sneller te werken, doordat de kweekeenheid als geheel worden overgezet naar een grotere voedingsbodem, zoals een pot, zonder dat daarbij 25 eerst de bindmiddelen dienen te worden verwijderd. Bij voorkeur omvatten de bindmiddelen een wikkel voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van het medium. Een wikkel heeft als voordeel dat de kweekeenheid eenvoudig handelbaar is, terwijl tevens het medium goed bereikbaar blijft voor het toevoegen van water aan het medium. Bij voorkeur is de wikkel vervaardigd van een waterdoorlatend materiaal, zoals papier. 30 Een dergelijke kweekeenheid is bovendien snel en eenvoudig vervaardigbaar.
De uitvinding verschaft tevens een samenstel van een kweekeenheid volgens de uitvinding en een plant, waarbij de plant ten minste gedeeltelijk is omgeven door het medium van de kweekeenheid. Wanneer een plant wordt opgekweekt op een 1026356 I » 6 kweekeenheid volgens de uitvinding, is het mogelijk het opkweken eenvoudiger te doen doordat slechts water dient te worden toegevoerd in plaats van de bewerkelijke dosering van in water opgeloste voedingsstoffen door besproeiing of toevoer vanaf de onderzijde van de kweekeenheid. Voorts gaan minder meststoffen verloren, zodat efficiënter kan 5 worden gewerkt, wordt de afvalstroom van overtollige meststoffen bij het opkweken geminimaliseerd, en kan tevens hygiënischer gewerkt worden doordat er minder meststoffen op vloeren van bijvoorbeeld nevelkassen komen. Dit heeft als voordeel dat er weinig tot geen algengroei zal ontstaan, doordat buiten de kweekeenheden vrijwel geen meststoffen aanwezig zijn.
IQ
De uitvinding verschaft voorts een samenstel van een houder en meerdere in de houder geplaatste kweekeenheden volgens de uitvinding. Een dergelijke houder maakt het mogelijk meerdere kweekeenheden gelijktijdig te verplaatsen, hetgeen efficiënter werken mogelijk maakt De houder kan de vorm hebben van een zogenaamde tray. Bij 15 voorkeur is de houder voorzien van meerdere opnameruimten voor opname van een kweekeenheid. Bij voorkeur is de houder stapelbaar uitgevoerd, zodat meerdere houders voorzien van kweekeenheden compact opgeslagen en/of vervoerd kunnen worden.
De uitvinding verschaft bovendien een werkwijze voor het vervaardigen van een 20 kweekeenheid volgens de uitvinding, omvattende ten minste de volgende bewerkingsstappen: a) mengen van medium met mestafgiftekorrels ingericht voor geleidelijke afgifte van meststoffen aan het medium, b) het afineten van een bepaalde hoeveelheid medium, en c) het binden van het medium. Het mengen van medium met mestafgiftekorrels kan bijvoorbeeld het mengen van grond met genoemde 25 mestafgiftekorrels op handmatige dan wel machinale wijze zijn. Met het afmeten van een bepaalde hoeveelheid medium wordt de beoogde hoeveelheid medium benodigd in de beoogde toepassing afgescheiden van de bulk. Bij het binden van het medium ontstaat in feite de kweekeenheid. Het binden van het medium kan gebeuren met behulp van een bindmiddel, zoals een pot, maar ook door andere methoden zoals bijvoorbeeld 30 het siamenpersen van het medium tot een eenheid. Bij voorkeur omvat bewerkingsstap c), het binden van het medium, het ten minste gedeeltelijk omsluiten van het medium door een wikkel. Het gebruik van een wikkel kan snel en eenvoudig worden uitgevoerd, waardoor een rol van een wikkel gevuld met medium ontstaat. Het heeft de voorkeur indien bewerkingsstap b) het afineten van een bepaalde hoeveelheid medium, het 102635'· I * 7 afsnijden omvat van een bepaalde hoeveelheid medium omsloten door de wikkel. Zo kan een enkele rol snel en voordelig worden opgesplitst in meerdere kweekeenheden van de gewenste diameter en hoogte. Gangbare diameters liggen in de orde grootte van 1-10 cm, bij voorkeur van 2-5 cm, maar grotere diameters zijn denkbaar. De hoogte van 5 de gevormde kweekeenheden liggen bij voorkeur in het bereik 2-10 cm, bij voorkeur van 3-6 cm. Overigens kan iedere gewenste hoogte worden gekozen afhankelijk van de grootte van de op te kweken soort plant en de grootte van het beoogde kweekresultaat.
De uitvinding omvat tevens een werkwijze voor het acclimatiseren van planten met 10 behulp van een kweekeenheid volgens de uitvinding, omvattende de volgende bèwerkingsstappen: d) het samenvoegen van een kweekeenheid volgens de uitvinding en een op te kweken plant, waarbij de plant ten minste gedeeltelijk wordt omgeven door het medium van de kweekeenheid, en e) het gedurende een opkweekperiode toevoeren van water aan de kweekeenheid. De opkweekperiode zal doorgaans ongeveer 1-6 15 maanden, bij voorkeur 3-4 maanden omvatten, afhankelijk van de soort op te kweken plant.
De uitvinding zal nu verduidelijkt worden aan de hand van enkele voorbeelden.
Figuren la-lc tonen verschillende kweekeenheden volgens de uitvindingi 20 Fig. 2 toont een samenstel van een kweekeenheid volgens de uitvinding en een op te kweken plant
Fig. 3a en 3b tonen een methode voor de vervaardiging van een kweekeenheid volgens de uitvinding.
Fig. 4 toont het opkweken van planten in een kweekeenheid volgens de uitvinding.
25
Figuur la toon een voorkeursuitvoering van een kweekeenheid 1 volgens de uitvinding. De kweekeenheid 1 omvat een blok samengeperste aarde 2, dat van een dusdanige samenstelling is dat het blok een samenhangend geheel vormt. Om de stevigheid te vergroten kan de samengeperste aarde eventueel versterkt worden door vezels, draden, 30 of een ander bindmiddel om de aarde samen te houden (niet afgebeeld). De aarde is gelijkmatig vermengd met mestafgiftekorrels 3 die zijn ingericht voor geleidelijke afgifte van voedingsstoffen voor planten gedurende een periode van enkele maanden. In de kweekeenheid is een uitsparing 4 aangebracht, waarin een op te kweken of te acclimatiseren plant kan worden geplaatst.
1026356 8 . «
Figuur lb toont een andere voorkeursuitvoering van een kweekeenheid 10 volgens de uitvinding, vergelijkbaar met de kweekeenheid uit figuur la. Bij deze kweekeenheid 10 wordt een bepaalde hoeveelheid medium 11, bijvoorbeeld potgrond, homogeen f 5 voorzien van mestafgiftekorrels 12 over het gehele volume van het medium 11. Het ' ’ medium wordt bijeen gehouden door een biologisch afbreekbare papieren wikkel 13 i : ! welke het medium als een koker omsluit. Door de wikkel 13 is de kweekeenheid goed hanteerbaar zonder dat het medium 11 hierbij zijn eenheid verliest of afbrokkelt.
10 Figuur 1 c toont een derde voorkeursuitvoering van een kweekeenheid 20 volgens de uitvinding vergelijkbaar met de twee voorgaande voorkeursuitvoeringen 1,10. De kweekeenheid 20 omvat medium 21 voorzien van mestafgiftekorrels 22, waarbij steeds meerdere mestafgiftekorrels 22 zijn samengevoegd tot tabletten 23. De tabletten 23 maken het eenvoudiger de mestafgiftekorrels 22 gedoseerd aan het medium 21 toe te 15 voegen. Het medium 21 vermengd met de tabletten 23 wordt bijeengehouden door een uit een biologisch afbreekbaar vezelmateriaal vervaardigde conisch toelopende koker 24, welke aan bovenzijde en onderzijde open is om toevoer van water aan het medium 21 te bevorderen. De conische vorm van de koker 24 maakt een meer losse structuur van het medium 21 mogelijk, terwijl het medium 21 toch voldoende bijeen wordt 20 gehouden om de kweekeenheid 20 te hanteren zonder dat daarbij medium wordt gemorst..
Figuur 2 toont een samenstel van een kweekeenheid 30 volgens de uitvinding, en een op te kweken of te acclimatiseren plant 31. De kweekeenheid 30 is vergelijkbaar met 25 bijvoorbeeld de kweekeenheid 10 uit figuur lb. Het medium 32 bestaat bijvoorbeeld uit potgrond, homogeen gemengd met mestafgiftekorrels 33 voor geleidelijke afgifte van meststoffen aan het medium 33 gedurende een kweekperiode van enkele maanden. De wikkel 34 maakt de kweekeenheid 30 goed hanteerbaar. Gedurende deze maanden hoeft slechts water aan het medium 33 te worden toegevoerd om het opkweken van de plant 30 31 te bewerkstelligen. Het toevoeren van water aan het medium 32 kan bijvoorbeeld door sproeien, nevelen of bevloeien, waarbij geen meststoffen in het water zijn opgelost aangezien deze geleidelijk door de mestafgiftekorrels 33 worden afgegeven. Hierbij is het wel van belang dat de soort en hoeveelheid mestafgiftekorrels 33 in het medium wordt afgestemd op de soort op te kweken plant 31. Om de juiste soort kweekeenheid 1026356 t * 9 30 herkenbaar te maken, is de kweekeenheid 30 voorzien van indicia 35 welke overeenkomen met een bepaalde samenstelling van het medium 32 en de mestafgiftekorrels 33. Parameters die van de indicia 35 kunnen worden afgeleid kunnen bijvoorbeeld de soort mestafgiftekorrels 33, die hoeveelheid mestafgiftekorrels 33 per 5 volume-eenheid medium 32, en de plantensoorten en kweekstadia waarvoor de kweekeenheid 30 geschikt is. De indicia 35 kunnen letters, cijfers, maar bijvoorbeeld ook een kleurcode omvatten.
De figuren 3a en 3b tonen een voorkeursuitvoering van een werkwijze voor het 10 vervaardigen van kweekeenheden volgens de uitvinding. Figuur 3a toont een eerste bewerkingsstap, waarbij mestafgiftekorrels 40 ingericht voor gecontroleerde afgifte van meststoffen, homogeen vermengd worden met een medium 41, bijvoorbeeld stekgrond. Het mengsel van mestafgiftekorrels 40 en medium 41 wordt in een wikkel 42 van biologisch afbreekbaar papier opgerold volgens pijl A tot een rol (zie figuur 3b). De 15 wikkel 42 is zelfklevend onder invloed van bevochtiging van het vel 42 met water, zodat de omwikkeling voldoende mechanisch belastbaar is. Figuur 3b toont een cilindervormige rol 45 verkregen zoals hierboven beschreven voor figuur 3a. De rol 45 bestaat uit een wikkel 46 welke een bepaalde hoeveelheid medium 47 vermengd met mestafgiftekorrels 48 omsluit. Door schijven van de rol van een gewenste dikte af te 20 snijden, bijvoorbeeld op de positie gemarkeerd door stippellijn B, kunnen uit een rol meerdere kweekeenheden 49 volgens de uitvindingen wprden vervaardigd. Dergelijke kweekeenheden 49 zijn vergelijkbaar met de kweekeenheden volgens de uitvinding zoals afgebeeld in de figuren lb en 2.
25 Figuur 4 toont een voorkeursuitvoering van een werkwijze voor het opkweken van planten met behulp van kweekeenheden volgens de onderhavige uitvinding. Afgebeeld zijn gestapelde kratten 60, waarbij een krat meerdere kweekeenheden 61 volgens de uitvinding bevat (bijvoorbeeld kweekeenheden vergelijkbaar met de voorkeursuitvoeringen zoals getoond in de figuren la, lb en lc). In gestapelde toestand 30 in kratten 60 zijn de kweekeenheden compact te vervoerbaar en op te slaan. Opslag van de kweekeenheden 60 voorafgaand aan gebruik voor het opkweken van planten vindt bij voorkeur plaats in een gekoelde ruimte, bij een temperatuur lager dan 10 °C, en bij voorkeur lager dan 5 °C. Bij een dergelijke lage temperatuur wordt de afgifte van meststoffen door de in de kweekeenheden 61 opgenomen mestafgiftekorrels verlaagd of 1026356 10 zelfs in hoofdzaak gestopt, zodat de meststofconcentratie in het medium constant blijft en niet te hoog wordt. Bij gebruik worden dé kweekeenheden uit de opslag gehaald, waarna op te kweken planten in de kweekeenheden 61 worden gebracht (zie bijvoorbeeld figuur 2). Bij de juiste kweektemperatuür is de afgifte van meststoffen ! 5 door de mestafgiftekorrels van de kweekeenheden 61 in balans met de behoefte van de i * , op te kweken planten. De kratten 62 gevuld met kweekeenheden Volgens de uitvinding 63 en voorzien van op te kweken planten 64 kunnen worden verdeeld over het vloeroppervlak van een kas, Gedurende het opkweken van de planten wordt via een eenvoudige bewateringsinstallatie 65, bijvoorbeeld een sproei-installatie, water aan de 10 kweekeenheden 63 toegevoerd. Het toegevoerde water bevat geen meststoffen, omdat de voor de kweek benodigde meststoffen vanuit de kweekeenheden 63 intern aan de planten 64 worden toegevoerd. Hierdoor ontstaat een vereenvoudigd proces, omdat de in de stand van techniek gebruikelijke arbeidintensieve en foutgevoelige stap van het oplossen van genodigde voedingsstoffen in het water wordt vermeden. Tevens wordt 15 het risico van overbemesting doordat te veel water met meststoffen wordt toegevoerd weggenomen.
Bovenstaande voorbeelden zijn niet-limitatief. Voor een deskundige in het vakgebied zijn nog vele variaties in het ontwerp, de vervaardiging en het gebruik van 20 kweekeenheden volgens de uitvinding denkbaar.
1026356

Claims (17)

1, Kweekeenheid voor het opkweken van planten, in het bijzonder het | 1 5 acclimatiseren van weefselkweekplanten, omvattende een bepaalde hoeveelheid ; ! gebonden medium voor een op te kweken plant, met het kenmerk dat het medium is vermengd met mestafgiftekorrels ingericht voor gecontroleerde afgifte van meststoffen aan het medium.
2. Kweekeenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de mestafgiftekorrels zijn ingericht voor geleidelijke afgifte van meststoffen aan het medium gedurende een opkweekperiode van ongeveer 1-6 maanden, bij voorkeur 3-4 maanden.
3. Kweekeenheid volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de mestafgiftekorrels in hoofdzaak homogeen vermengd zijn met het medium.
4. Kweekeenheid volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de kweekeenheid ongeveer 1-5 gram mestafgiftekorrels per 1000 cm3 medium omvat, 20 bij voorkeur 1-2 gram mestafgiftekorrels per 1000 cm3 medium.
5. Kweekeenheid volgens één der Voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het volume van het gebonden medium is bepaald van ongeveer 10 tot ongeveer 500 cm3. 25
6. Kweekeenheid volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bepaalde hoeveelheid gebonden medium in hoofdzaak grond omvat.
7. Kweekeenheid volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat 30 de mestafgiftekorrels voedingsstoffen omgeven door een coating omvatten.
8. Kweekeenheid volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de mestafgiftekorrels een diameter hebben van ongeveer 1-2 mm. 1026356 I <*
9. Kweekeenheid volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het medium gebonden is door bindmiddelen.
10. Kweekeenheid volgens conclusie 9, met het kenmerk dat 5 de bindmiddelen uit een biologisch afbreekbaar materiaal vervaardigd zijn.
11. Kweekeenheid volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk dat de bindmiddelen een wikkel omvatten voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van het medium. 10
12. Samenstel van een kweekeenheid volgens één der conclusies 1-11 en een plant, waarbij de plant ten minste gedeeltelijk is omgeven door het medium van de kweekeenheid.
13. Samenstel van een houder en meerdere in de houder geplaatste kweekeenheden volgens één der conclusies 1-11.
14. Werkwijze voor het vervaardigen van een kweekeenheid volgens één der conclusies 1-11, omvattende ten minste de volgende bewerkingsstappen: 20 a) mengen van medium met mestafgiftekorrels ingericht voor geleidelijke afgifte van meststoffen aan het medium, b) het afineten van een bepaalde hoeveelheid medium, ën c) het binden van het medium.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk dat bewerkingsstap c), het binden van het medium, het ten minste gedeeltelijk omsluiten van het medium door een wikkel omvat.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk dat 30 bewerkingsstap b) het afmeten van een bepaalde hoeveelheid medium, het afsnijden omvat van een bepaalde hoeveelheid medium omsloten door de wikkel. 1026356
17. Werkwijze voor het opkweken van planten, in het bijzonder het acclimatiseren van weefselkweekplanten, met behulp van een kweekeenheid volgens één der conclusies 1*11, omvattende de volgende bewerkingsstappen: d) het samenvoegen van een kweekeenheid volgens één der conclusies 1 -11 en een , *’ 5 op te kweken plant, waarbij de plant ten minste gedeeltelijk wordt omgeven door het i ; ; médium van de kweekeenheid, en e) het gedurende éen opkweekperiode toevoeren van water aan de kweekeenheid. 1026356
NL1026356A 2004-06-08 2004-06-08 Kweekeenheid voor het opkweken van een plant, en het vervaardigen en gebruik daarvan. NL1026356C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026356A NL1026356C2 (nl) 2004-06-08 2004-06-08 Kweekeenheid voor het opkweken van een plant, en het vervaardigen en gebruik daarvan.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026356 2004-06-08
NL1026356A NL1026356C2 (nl) 2004-06-08 2004-06-08 Kweekeenheid voor het opkweken van een plant, en het vervaardigen en gebruik daarvan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1026356C2 true NL1026356C2 (nl) 2005-12-09

Family

ID=34973889

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1026356A NL1026356C2 (nl) 2004-06-08 2004-06-08 Kweekeenheid voor het opkweken van een plant, en het vervaardigen en gebruik daarvan.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1026356C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2113517A (en) * 1981-12-03 1983-08-10 Organic Fibres Limited Plant pots
US4881344A (en) * 1988-03-12 1989-11-21 Firma Carl Freudenberg Sleeve for plant germination substrate
EP0425005A2 (en) * 1989-10-05 1991-05-02 Rockwool/ Grodan B.V. Plant culture kit and a plant growth system and a breeding system therefor

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2113517A (en) * 1981-12-03 1983-08-10 Organic Fibres Limited Plant pots
US4881344A (en) * 1988-03-12 1989-11-21 Firma Carl Freudenberg Sleeve for plant germination substrate
EP0425005A2 (en) * 1989-10-05 1991-05-02 Rockwool/ Grodan B.V. Plant culture kit and a plant growth system and a breeding system therefor

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Cabrera Nitrogen balance for two container-grown woody ornamental plants
Depardieu et al. Sawdust and bark-based substrates for soilless strawberry production: Irrigation and electrical conductivity management
CA2869199C (en) Plant growing system containing a super amount of a controlled-released fertilizer and methods of using the same
Al Naddaf et al. Hydraulic characteristics of composted pig manure, perlite, and mixtures of them, and their impact on cucumber grown on bags
US5651214A (en) Biodegradable seed pod germination system
Di Lonardo et al. Testing new peat-free substrate mixtures for the cultivation of perennial herbaceous species: A case study on Leucanthemum vulgare Lam
Beeks et al. Growth of cyclamen in biocontainers on an ebb-and-flood subirrigation system
US9527778B2 (en) Method of hydroponically growing plants
Cunha et al. Sweet grape mini tomato grown in culture substrates and effluent with nutrient complementation
NL2004703C2 (nl) Werkwijze voor het opkweken van planten en houder voor het opkweken voorzien van vochtabsorberend substraat, en gebruik daarvan.
NL1026356C2 (nl) Kweekeenheid voor het opkweken van een plant, en het vervaardigen en gebruik daarvan.
Kumar Propagating shrubs, vines, and trees from stem cuttings
Nowak et al. Effect of different container media on the growth of gerbera
CN106942000A (zh) 以白桎木为砧木培育红桎木容器苗木的方法
Domingues Salvador et al. Evaluation of different substrates on Lisianthus (Eustoma grandiflorum Shinn) growth
Priya et al. Response of gerbera under soil and soil-less production systems
JP7231270B1 (ja) コンテナ苗木の施肥装置
RU2546230C1 (ru) Субстрат для контейнерного выращивания растений
CN114223412B (zh) 小叶紫薇空中压条繁殖方法
Alexander et al. Water management in peat-reduced and peat-free growing media: the effects of different frequency and volume on pelargonium
CN109089636B (zh) 基于烤烟育苗大棚进行种植和养殖的综合利用方法
Li et al. Seasonal growth and nitrogen uptake of Encore azalea ‘Chiffon’affected by nitrogen availability and containers
Lumis et al. Flood irrigation of container-grown Euonymus and Thuja as affected by fertilizer rate and substrate
Greer et al. Plug and transplant production for organic systems
Niemiera Indoor Plant Culture

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090101