NL1025874C2 - Conditiebepaling voor dieren. - Google Patents

Conditiebepaling voor dieren. Download PDF

Info

Publication number
NL1025874C2
NL1025874C2 NL1025874A NL1025874A NL1025874C2 NL 1025874 C2 NL1025874 C2 NL 1025874C2 NL 1025874 A NL1025874 A NL 1025874A NL 1025874 A NL1025874 A NL 1025874A NL 1025874 C2 NL1025874 C2 NL 1025874C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
animal
condition
data
assessed
cow
Prior art date
Application number
NL1025874A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Hendrik Harmsen
Original Assignee
Nedap Agri B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nedap Agri B V filed Critical Nedap Agri B V
Priority to NL1025874A priority Critical patent/NL1025874C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1025874C2 publication Critical patent/NL1025874C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K29/00Other apparatus for animal husbandry
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K11/00Marking of animals
    • A01K11/006Automatic identification systems for animals, e.g. electronic devices, transponders for animals
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B5/00Measuring for diagnostic purposes; Identification of persons
    • A61B5/103Detecting, measuring or recording devices for testing the shape, pattern, colour, size or movement of the body or parts thereof, for diagnostic purposes
    • A61B5/107Measuring physical dimensions, e.g. size of the entire body or parts thereof
    • A61B5/1079Measuring physical dimensions, e.g. size of the entire body or parts thereof using optical or photographic means

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Medical Informatics (AREA)
  • Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
  • Surgery (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Measurement Of The Respiration, Hearing Ability, Form, And Blood Characteristics Of Living Organisms (AREA)

Description

i
Titel: Conditiebepaling voor dieren.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het bepalen van de conditie van dieren, waarbij elk te beoordelen dier is voorzien van een identificatiemiddel voor het automatisch detecteren van de identiteit van het dier. De uitvinding is in het bijzonder geschikt voor het 5 bepalen en controleren van de conditie van koeien, doch in beginsel zou de uitvinding desgewenst ook voor andere dieren kunnen worden toegepast. In het volgende zal echter worden uitgegaan van een toepassing van de uitvinding voor koeien.
Volgens de literatuur wordt de conditie van koeien veelal 10 aangegeven met behulp van de zogenaamde conditiescore. In dit verband wordt verwezen naar het artikel "Goede voerkeuze kan niet zonder conditiescore” van Mariska van der.Hulst in het tijdschrift Oogstplus Landbouw van 11 februari 2000. De conditiescore geeft aan hoe mager of vet de koe is. De scores liggen gebruikelijk tussen de waarden 1 en 5, waarbij 15 een score van 1 een zeer mager dier en een score van 5 een vet dier aangeeft.
Magere en vette koeien zijn niet gewenst. Zulke koeien verwerken hun voer niet optimaal en zijn eerder ziek. De conditiescore geeft inzicht in de gesteldheid van de koeien en kan dus dienen om te controleren of onder andere het voermanagement juist is.
20 De conditiescore van een koe wordt normaliter door de veehouder of eventueel een dierenarts op basis van handmatig onderzoek en waarneming van de koe (C, figuur 5) bepaald. Hiertoe gaat de veehouder of dierenarts achter de koe staan en bekijkt en voelt de vetopvulling van de koekoekegaten (K, figuur 5). Voorts wordt de vet- en spierbedekking van de 25 lendenwervels (LW, figuur 5) bekeken en afgetast. Het aanzien van heupen zitbeenderen (ΗΒ,ΖΒ, figuur 5) en de zichtbaarheid van ribben (R, figuur 5) en rugwervele (RW, figuur 5) vormen eveneens factoren op basis waarvan de conditiescore bepaald kan worden.
1025874 2
Met behulp van de conditiescore kan gecontroleerd worden of dieren verschralen of vervetten. Een slechte conditie ie zeer ongewenst. Een te zeer vermagerde koe krijgt een blijvend negatieve energiebalans en haar weerstand zal afhemen. Diverse aandoeningen, zoals mastitis, een hoog 5 celgetal, kreupelheid en afnemende vruchtbaarheid kunnen het gevolg zijn.
Te vette dieren kalven moeilijker en zullen minder droge stof opnemen. Ook bestaat bij te vette dieren het risico dat zij na het afkalven een negatieve energiebalans krijgen.
Traditioneel is bij het bepalen van de conditiescore de droogetand 10 het uitgangspunt. Tijdens de droogetand wordt de koe voorbereid op het afkalven en de lactatieperiode. Het is wenselijk dat de conditiescore tijdens de droogetand 3 a 3,5 bedraagt. Verschraling van een koe in deze periode dient vermeden te worden. Een mager dier mag echter wel groeien.
Na het afkalven begint de lactatieperiode. Een vuistregel is, dat de 15 koe in de eerste 60 dagen van de lactatieperiode niet meer dan 1 punt in conditiescore mag afhemen. Door de conditiescore regelmatig, bijvoorbeeld na elke melkcontrole, te bepalen en het resultaat steeds met voorgaande conditiescores te vergelijken kan de veehouder inzicht krijgen in de effectiviteit van het voermanagement en kan waargenomen worden welke 20 koeien afwijken. Vervolgens kunnen de afwijkende koeien bijvoorbeeld aangepaste krachtvoersoorten toegediend krijgen.
Andere belangrijke factoren, die samenhangen met de conditie van een koe zijn de toestand van de klauwen (KL, figuur 5) en het beenwerk (B, figuur 5). Been- en klauwproblemen vormen voor de melkveehouderij een 25 grote schadepost. In Nederland heeft bijvoorbeeld 65% van de koeien in lichte of ernstige mate klauwproblemen. Aanwijzingen voor de toestand van het beenwerk zjjn bijvoorbeeld de hoek in de hak, de achterbeenstand en de klauwhoek. Ontstekingen in de klauwballen ontstaan door vuil leiden tot zgn. stinkpoten. Deze aandoening gaat gepaard met een kenmerkende geur. 30 Dit geldt ook voor de slepende melkziekte.
1025874 3
Een probleem is, dat de veehouder weliswaar meestal zelf in staat is om door aftasten en visuele waarneming een verandering van de conditie van de koe vast te stellen, doch dat dit hem relatief veel tijd kost. Gemiddeld is het tijdebeslag 1-5 minuten per koe. Bjj een veehouder met 100 of meer 5 koeien vergt dit dus al gauw een uur.
De uitvinding beoogt het geschetste bezwaar te ondervangen en in het algemeen een werkwijze en inrichting ter beschikking te stellen met behulp waarvan snel en eenvoudig de conditie van een dier vastgesteld kan worden en vergeleken kan worden met eerdere gegevens van hetzelfde dier 10 en van andere vergelijkbare dieren. Volgens de uitvinding wordt hiertoe een werkwijze voor het bepalen van de conditie van dieren daardoor gekenmerkt, dat een observatiestation wordt voorzien waarin een te beoordelen dier wordt geplaatst waarbij het observatiestation een identificatiesysteem omvat, dat kan samenwerken met de 15 identificatiemiddelen, welk observatiestation voorts is voorzien van observatiemiddelen voor het observeren en/of vastleggen van voor de beoordeling van de conditie van een dier maatgevende aspecten van het dier, en van een centrale processorinrichting voor het ontvangen van informatiesignalen van het identificatiesysteem en de observatiemiddelen, 20 waarbij met de processorinrichting automatisch gegevens die de conditie van het desbetreffende dier representeren worden bepaald op basis van de door de observatiemiddelen verschafte signalen. Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding worden voor de te beoordelen dieren vooraf gegevens met betrekking tot een gewenste conditie bepaald. Volgens een 25 verdere uitwerking van de uitvinding wordt althans een aantal van de aldus verkregen, de conditie van het dier representerende, gegevens automatisch vergeleken met de gegevens met betrekking tot de gewenste conditie en/of eerder verkregen gegevens betreffende de conditie van het dier. Een inrichting voor het bepalen van de conditie van dieren wordt volgens de 30 uitvinding gekenmerkt door een observatiestation voorzien van een 1025874 4 identificatiesysteem dat met identificatiemiddelen van de dieren kan samenwerken, observatiemiddelen voor het observeren en/ofvastleggen van voor de beoordeling van de conditie van een dier maatgevende aspecten van het dier, en een centrale processorinrichting die in bedrijf informatie· 5 signalen ontvangt van de identificatie-inrichting en van de observatiemiddelen, waarbij de centrale processorinrichting is in gericht om uitgaande van de van de observatiemiddelen ontvangen informatiesignalen gegevens betreffende de conditie van een te beoordelen dier te bepalen. Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is de centrale 10 processorinrichting voorts ingericht om althans een aantal van de bepaalde gegevens op te slaan en/of te vergelijken met gegevens met betrekking tot de gewenste conditie van het te hoordelen dier en/of te vergelijken met eerdere gegevens betreffende de conditie van het dier en/of vergelijkbare dieren.
In het volgende zal de uitvinding nader worden toegelicht met 15 verwijzing naar de bijgevoegde tekening.
Figuur 1 toont schematisch een voorbeeld van een werkwijze volgens de uitvinding; figuur 2 toont een blokschema van een voorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding; 20 figuur 3 toont schematisch een voorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding; figuur 4 toont een voorbeeld van een conditiescoreverloop van een koe; en figuur 5 illustreert een koe met waarnemingeplinten voor het 25 bepalen van een conditiescore van de koe; en figuren 6, 7 en 8 illustreren nog enkele andere mogelijke waarnemingepunten met betrekking tot de conditie van een koe.
Figuur 1 illustreert schematisch een voorbeeld van een werkwijze volgens de uitvinding. In het getoonde schema vindt eerst in blok 1 30 identificatie van een koe plaats. Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van 1025874 δ speciale dierherkenningseyetemen of van de normaliter toch al in een koestal aanwezige electronische dierherke nningssysternen, die een dier kunnen identificeren op basis van een aan het dier bevestigde responder, zoals een halsbandresponder of een oormerkresponder of der gelijke.
5 Dergelijke dierherkenninge- of identificatiesystemen kunnen in een observatiestation, dat een speciale box of sluis of dergelijke kan omvatten zijn aangebracht, doch desgewenst zou ook gebruik kunnen worden gemaakt van een reeds elders in het dierverblijf aanwezig dierherkenningssysteem. Dergelijke systemen bevinden zich gebruikelijk in de melkstand en/of in of 10 aan een al dan niet daarmee gecombineerde voerbox. De melkstand en/of voerbox of dergelijke kan dan als observatiestation fungeren.
Nadat een dier is geïdentificeerd, worden, zoals aangegeven met blok 2, met behulp van geschikte observatiemiddelen, die bijvoorbeeld een camerastelsel met één of meer camera's kunnen omvatten waarmee een 15 aantal opnames kunnen worden gemaakt van delen van het dier, bepaalde kenmerken van het dier waargenomen, die maatgevend zijn voor de conditie van het dier. De camera's kunnen bijvoorbeeld elektronische camera's of videocamera's zijn, die op bepaalde posities in of nabij de box, sluis, melkstand, voerbox of dergelijke zijn geplaatst. De camera's kunnen in een 20 praktijksituatie zodanig zijn opgesteld, dat visuele kenmerken van de bovenzijde en de achterzijde van de koe kunnen worden vastgelegd en met eerder of later vastgelegde kenmerken kunnen worden vergeleken. Hierbij kan desgewenst gebruik worden gemaakt van één of meer lichtbronnen, die zodanig zijn geplaatst, dat de kenmerkende aspecten van de koe benadrukt 25 worden, bijvoorbeeld door een verhoogd contrast. In blok 8 worden de waarnemingen desgewenst gekwantificeerd en vervolgens in blok 4 in een geheugen M opgeslagen (pijl 3a). Het geheugen M ontvangt ook het resultaat van de identificatie van het dier, zoals met een pijl δ tussen blok 1 en blok 4 schematisch is aangegeven, zodat de gegevens op de juiste plaats 30 in het geheugen kunnen worden opgeslagen. Het is ook mogeljjk de 1025874 6 identificatiegegevens van het dier via de blokken 2 en 3 tesamen met de kenmerken aan het geheugen M toe te voeren. Het is voorts mogelijk de camerabeelden als zodanig, al dan niet bewerkt, in het geheugen op te slaan. De kwantificering kan daarnaast dan al dan niet plaatsvinden. In het 5 laatste geval zou blok 3 dan achterwege kunnen bleven. Een geschikte beeldbewerking volgens één der daartoe bekende technieken kan in blok 2 en/of in blok 3 plaatsvinden. In blok 6 vindt een vergelijking plaats tussen de actuele conditiegegevens zoals verschaft in blok 3 (pijl 3b) of blok 2 en de eerder opgeslagen gegevens zoals verschaft door het geheugen M (pijl 4a).
10 De eerder opgeelagen gegevens betreffen bij voorkeur ten minste één referentieopname, die kort voor het afkalven is gemaakt. Bij voorkeur wordt ten minste ook de dag na het af kalven een referentie-opname gemaakt en worden de daaruit gewonnen gegevens eveneens opgeelagen. Indien bij de vergelijking blijkt, dat de conditie van de koe zich op ongewenste wijze 15 ontwikkelt kan een signalering worden gegeven, zoals met blok 7 is aangegeven. Het is natuurlijk ook mogelijk al dan niet in combinatie met de genoemde signalering een ander signaal, bijvoorbeeld een groen licht, te geven als alles in orde is.
Voor het waarnemen van met de conditie van een dier 20 samenhangende kenmerken kunnen naast camera's ook andere observatiemiddelen worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld ultrasone signalen, radarsignalen, reuksensoren, infrarood camera's, röntgenstraling etc.
De observatiemiddelen kunnen met voordeel zodanig ingericht worden, dat uit de gedane waarnemingen de zogenoemde conditiescore van 25 een koe bepaald kan worden.
Een ongewenste ontwikkeling kan bijvoorbeeld worden gesignaleerd als de conditiescore van de koe buiten vooraf bepaalde tolerantiegrenzen rond een vooraf bepaalde gewenste waarde ligt of dreigt te komen.
1025874 7
In dit verband wordt verwezen naar figuur 4 waarin schematisch een voorbeeld van een gewenst verloop van de conditiescore van een koe ie aangegeven tijdens de lactatieperiode na het afkalven (dag a) en de droogstand. Het is wenselijk dat de conditiescore van een koe zich tussen de 5 twee lijnen SI en S2 bevindt. De signalering van blok 7 in figuur 1 dient in dit voorbeeld aan te geven wanneer de score van een individueel dier boven de lijn SI of onder de lijn S2 komt of dreigt te komen. Het geheugen M en/of de blokken 6 of 7 dienen daartoe over de zogenaamde koekalender van elke koe te beschikken.
10 Naast de conditiescore is ook de toestand van het beenwerk van een koe maatgevend voor de conditie van de koe. Zoals reeds opgemerkt kampen veel koeien met van licht tot ernstig variërende been- en klauwproblemen. Deze problemen kunnen visueel (camera's) en, in het geval van zgn. stinkpoten ook met een reuksensor worden waargenomen. Met een 15 reuksensor kan ook de slepende melkziekte worden waargenomen, aangezien deze een acetongeur tot gevolg heeft. Bij toepassing van één of meer reuksensoren vindt in blok 2 van figuur 1 ook een geurwaameming plaats, die in blok 3 gekwantificeerd kan worden en desgewenst in het geheugen M kan worden opgeslagen. De geursignalen wijzen op een 20 zodanige aandoening, dat boven een bepaalde drempelwaarde directe actie van de veehouder gewenst is. Vergelijking met eerder gedetecteerde geursignalen is derhalve niet strikt noodzakelqk en kan eventueel achterwege blijven. Hetzelfde geldt voor de opslag van deze signalen in het geheugen 51.
25 Visueel kan bijvoorbeeld worden waargenomen hoe de stand van de achterbenen is. Figuur 6a toont schematisch een achteraanzicht van een koe C, waarvan de punten van de klauwen naar buiten wijzen. De koe heeft X-benen. Figuur 6b toont een koe waarvan de punten van de klauwen recht naar voren wijzen.
1025874 8
Figuur 7 toont schematisch een voor de toestand van het beenwerk van een koe C van belang zijnd waarnemingspunt, dat gevormd wordt door de hoek α in de hak van de koe. Figuur 8 illustreert de zogenaamde klauwhoek β. Dit ie de hoek, die de voorzijde van de klauw KL insluit met 5 het vlak G van de ondergrond waarop de koe staat.
Figuur 2 toont een globaal blokschemia van een inrichting 10 voor het bepalen van de conditie van een dier en het vergelijken daarvan met een eerder bepaalde conditie van hetzelfde dier of van vergelijkbare dieren.
Hiertoe kan met voordeel de conditieecore worden gebruikt die dan 10 ook vergeleken wordt met eerdere conditieecores van het dier en/of met conditiescores van vergelijkbare dieren.
De getoonde inrichting omvat een identificatiesysteem 11, dat één van de op zichzelf bekende elektronische dieridentificatiesysternen kan zijn zoals die bijvoorbeeld door aanvraagster op de markt worden gebracht. Het 15 identificatiesysteem stelt de identiteit van een te beoordelen koe vast. Zodra de koe is herkend, kunnen een camerastelsel 12, alsmede, indien aanwezig, andere observatiemiddelen, zoals bijvoorbeeld een reuksensor worden geactiveerd door een van het identificatiesysteem afkomstig signaal, zoals met een pijl 13 is aangegeven. Dat signaal kan desgewenst tevens gegevens 20 over de identiteit van de koe bevatten. Het camerastelsel kan met voordeel een besturingsmodule 14 bevatten, waarin voor elke koe bepaalde gegevens zijn opgeslagen, zoals bijvoorbeeld gegevens over de vooraf bepaalde meest wenselijke instellingen en/of positionering van de camera's, en/of andere observatiemiddelen, en/of gegevens over de vooraf bepaalde gewenste 25 belichting en dergelijke.
Het identificatiesysteem kan in dit voorbeeld ook een belichtingsinrichting 15 activeren, zoals met een pjjl 16 is aangegeven. De belichtingsinrichting kan evenals het camerastelsel desgewenst zijn voorzien van een besturingsmodule 17, die op basis van de identiteit van de 30 koe een vooraf bepaalde belichting bewerkstelligt. Hiertoe kan bijvoorbeeld 1025874 9 de positie van de beHchtingsinrichting of delen daarvan en de instelling met betrekking tot de lichtsterkte, eventueel de lichtkleur, en dergelijke bestuurbaar zijn. De besturing van de belichtingsinrichting kan echter ook vanuit het camerastelsel, bijvoorbeeld de beeturingsmodule 14 daarvan, 5 plaatsvinden. Synchronisatie en, afhankelijk van de uitvoeringsvorm van de inrichting, gegevensuitwisseling tussen het camerastelsel en de belichtingsinrichting kan plaatsvinden via een communicatieve verbinding 18 tussen het camerastelsel en de belichtingsinrichting.
Als alternatief kunnen de instelsignalen en dergeljjke voor het 10 camerastelsel en de beHchtingsinrichting althans deels verschaft worden door een centrale processorunit (CPU), uitgaande van de door het identificatiesysteem 11 verschafte identiteitsgegevens van de koe. De CPU is hiertoe in het getoonde voorbeeld via een communicatieve verbinding 19 met de belichtingsinrichting 15 en het camerastelsel 12 verbonden.
15 In de CPU zijn in het getoonde voorbeeld een geheugen· inrichting M, een bewerkingsmodule 20 en een cómparatormodule 21 aanwezig. Op basis van de identiteit kunnen in de geheugeninrichting M de eerdere gegevens van een te beoordelen dier worden opgezocht, evenals desgewenst gegevens over camera-inetelling en belichting en dergelijke. De 20 gegevens met betrekking tot de conditie, dat wil zeggen de conditiescore en desgewenst ook andere informatie, zoals bijvoorbeeld beeldinformatie, geurinformatie etc. worden in dit voorbeeld door een bewerkingsmodule 20, toegevoerd aan de geheugeninrichting M, zoals met een pijl 23 aangegeven. De bewerkingemodule 20 ontvangt hiertoe signalen van het camerastelsel 25 12 en de reuksensor(en) via een communicatieve verbinding 22.
In fig. 2 zijn met blok 27 afzonderlijke andere sensoren gesymboliseerd, bijvoorbeeld één of meer reuksensoren, waarvan de signalen niet in het geheugen behoeven te worden opgeelagen (hoewel dat wel mogelijk is), en direct in de comp aratorinrichting 21 kunnen worden 1025874 10 vergeleken met een vooraf bepaalde drempelwaarde. Bij overschrijding daarvan kan alarm worden gegeven.
De comparatormodule 21 is ingericht om actuele conditiegegevene van een koe te vergelijken met eerdere gegevens van dezelfde koe en/of met 5 de gewenste conditie zoals bijvoorbeeld weergegeven door de lijnen SI en S2 in figuur 4. Bij voorkeur is de CPU zodanig ingericht dat de veehouder naar keuze ook een vergelijking met gegevens van andere koeien kan laten uitvoeren. Hiertoe kan een bedieningspaneel 24 of toetsenbord of dergelijke zijn voorzien.
10 De comparatormodule is in het getoonde voorbeeld verbonden met een alarminrichting 25 die een alarmsignaal kan afgeven als de uitkomsten van de vergelijking daartoe aanleiding geven. Het alarmsignaal kan bijvoorbeeld eèn lichtsignaal en/of geluidssignaal zijn» en/of een pp een beeldscherm weergegeven waarschuwing» etc.. Bij voorkeur wordt ook een 15 passend signaal afgegeven als geen alarmering nodig is» zodat de veehouder op positieve wijze kan waarnemen dat de beoordeelde koe een goede conditie heeft. Desgewenst kan de comparatormodule een adviessignaal 26 voor de veehouder met betrekking tot de krachtvoergift worden verschaft, of zelfs, indien gewenst, een stuursignaal voor de krachtvoergift.
20 Volledigheidshalve toont figuur 3 nog schematisch in bovenaanzicht een voorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.
De getoonde inrichting 30 omvat een observatiestation in de vorm van een inloopbox of doorloopbox 3, of dergelijke, die al dan niet deel kan zijn van bijvoorbeeld een melkstand of een voerbox of dergelijke. De 25 looprichting is met een pijl 32 aangegeven. De box heeft in dit voorbeeld zijwanden of zijhekken 33,34. De box 31 is voorts voorzien van een identificatie-inrichting (ID) 11. Voorts zijn nabij de positie waar zich de achterkant van de koe gebruikelijk bevindt als deze in de box staat camera's opgesteld. In de figuur zijn slechts bij wijze van voorbeeld, twee camera's 30 121,122 getoond. Evenzo zijn als voorbeeld twee lampen 151,152 getoond, 1025874 11 die de door de camera's bestreken gebieden kunnen belichten. In het getoonde voorbeeld zijn de identificatie -inrichting, de camera's en de lampen communicatief verbonden met een centrale processor CPU, die desgewenst een aantal van soortgelijke boxen 31 kan bedienen. Toepassing van meer of 5 minder camera's en lampen is natuurlijk mogelijk.
Voorts is schematisch een reuksensor 35 aangegeven. Het is mogelijk meer dan één reuksensor, bijvoorbeeld een reuksensor voor de zgn. stinkpoten en een reuksensor voor de slepende melkziekte, toe te passen, of één of meer bewegende reuksensoren.
10 Opgemerkt wordt dat na het voorgaande diverse modificaties voor de deskundige voor de hand liggen. Zo kan de beschreven CPU bijvoorbeeld met voordeel deel uitmaken van een gebruikelijk toch al aanwezige boerderjjcomputer. Ook kunnen bijvoorbeeld een aantal modulen softwarematig zijn uitgevoerd, dan wel gecombineerd zijn.
15 Met behulp van de beschreven uitvinding kan althans deels de voorheen noodzakeljjke observatie van de dierén met het blote oog en de neus vervangen worden. Voorts kunnen veranderingen in de conditie van een dier in een vroeger stadium gesignaleerd worden.
1025874 1

Claims (27)

1. Werkwijze voor het bepalen van de conditie van dieren, waarbij elk te beoordelen dier ie voorzien van een identificatiemiddel voor het automatisch detecteren van de identiteit van het dier, met het kenmerk, dat een obeervatieetation wordt voorzien waarin een te beoordelen dier wordt 5 geplaatst waarbij het observatieetation een identificatiesysteem omvat, dat kan samenwerken met de identificatiemiddelen, welk obeervatieetation voorts ie voorzien van observatiemiddelen voor het observeren en/of vastleggen van voor de beoordeling van de conditie van een dier maatgevende aspecten van het dier, en van een centrale processorinrichting 10 voor het ontvangen van informatiesignalen van het identificatiesysteem en de observatiemiddelen, waarbij met de proceseor-inrichting automatisch gegevens, die de conditie van het desbetreffende dier representeren worden bepaald op basis van de door de observatiemiddelen verschafte signalen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat voor de te 15 beoordelen dieren vooraf gegevens met betrekking tot een gewenste conditie worden bepaald.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de conditie van het dier representerende gegevens automatisch worden vergeleken met de gegevens met betrekking tot de gewenste conditie en/of 20 eerder verkregen gegevens betreffende de conditie van het dier.
4. Werkwijze volgens één der conclusies 1 t/xn 8, met het kenmerk, dat bij het observeren van een dier gebruik wordt gemaakt van een belichtingB-inrichting.
6. Werkwijze volgens één der conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk, 25 dat een bestuurbaar camerastelsel wordt toegepast, en dat de instelling en/of positie daarvan op basis van de identiteit van een te beoordelen dier worden bestuurd. 1025874
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een bestuurbare belicbtingsinrichting wordt toe gepast en dat de instelling en/of positie daarvan op basis van de identiteit van een te beoordelen dier worden bestuurd.
7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gegevens met betrekking tot de gewenste conditie in afhankelijkheid van de tijd worden bepaald.
8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies waarbij de gegevens die de conditie van een dier representeren worden vergeleken met 10 de gegevens van een aantal vergelijkbare dieren.
9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uitkomst van de vergelijking van de gegevens met betrekking tot de gewenste conditie ten minste wordt omgezet in een signalering indien de gegevens met betrekking tot de conditie van het dier 15 in vooraf bepaalde mate afwijken van de gegevens met betrekking tot de gewenste conditie.
10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de te beoordelen dieren koeien zijn en de gegevens met betrekking tot de conditie worden omgezet in een conditiescore.
11. Werkwijze volgens één der conclusies 1 t/m 10, waarbij de te beoordelen dieren koeien zijn en waarbij aan de centrale processorinrichting gegevens met betrekking tot de koekalender van een te beoordelen koe ter beschikking worden gesteld.
12. Werkwijze volgens één der conclusies 1 t/m 11 met het kenmerk 25 dat bij het observeren van het dier gebruik wordt gemaakt van één of meer reukseneoren.
13. Inrichting voor het bepalen van de conditie van dieren, waarbij elk dier is voorzien van een identificatiemiddel voor het automatisch detecteren van de identiteit van het dier, gekenmerkt door een observatieetation 30 voorzien van een identificatiesysteem dat met de identificatiemiddelen van 1025874 14 ^ de dieren kan samenwerken, observatiemiddelen voor het observeren en/of vastleggen van voor de beoordeling van de conditie van een dier maatgevende aspecten van het dier, en een centrale processorinrichting die in bedrijf informatiesignalen ontvangt van de identificatie-inrichting en van 5 de observatiemiddelen, waarbij de centrale processorinrichting is ingericht om uitgaande van de van de observatiemiddelen ontvangen informatiesignalen gegevens betreffende de conditie van een te beoordelen dier te bepalen.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk dat de centrale 10 processorinrichting voorts is ingericht om althans een aantal van de bepaalde gegevens op te slaan, en/of te vergelijken met gegevens met betrekking tot de gewenste conditie van het te hoordelen dier en/of te vergelijken met eerdere gegevens betreffende de conditie van het dier en/of vergelijkbare dieren.
15. Inrichting volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk dat de observatiemiddelen tenminste één reuksensor omvatten voor het detecteren van de geur van het dier en/of van voor de conditie van het dier maatgevende delen van het dier, welke tenminste ene reuksensor in bedrijf informatiesignalen verschaft voor de centrale processorinrichting.
16. Inrichting volgens één der conclusies 13 t/m 15, met het kenmerk, dat de observatiemiddelen een camerastelsel omvatten met een aantal bestuurbare camera's, waarvan de instelling en/of positie bestuurbaar is op basis van de identiteit van een te beoordelen dier.
17. Inrichting volgens één der conclusies 13 t/m 16, gekenmerkt door 25 een bestuurbare belichtingsinrichting die op basis van de identiteit van een dier bestuurbaar is.
18. Inrichting volgens conclusies 16 en 17, met het kenmerk, dat de centrale processorinrichting ie ingericht om van de bestuurbare camera's en de bestuurbare belichtingsinrichting ten minste de bestuurbare camera's te 30 besturen. 1025874 'I
19. Inrichting volgens één der conclusies 13 t/m 18, met het kenmerk, dat de centrale proceseorinrichting is ingericht om een alarmering te verschaffen indien de gegevens betreffende de conditie van een dier meer 5 dan in een vooraf bepaalde mate afwijken van de gewenste gegevens betreffende de conditie van het dier.
20. Inrichting volgens één der conclusies 16 t/m 19, met het kenmerk, dat de centrale processorinrichting is ingericht om door het camerastelsel verschafte beeldinformatie om te zetten in gegevens betreffende de conditie 10 van een dier.
21. Inrichting volgens één der conclusies 16 t/m 20 met het kenmerk dat de centrale proceseorinrichting is ingericht om van een reuksensor afkomstige signalen om te zetten in gegevens betreffende de conditie van een dier.
22. Inrichting volgens één der conclusies 13 t/m 21, met het kenmerk, dat het observatiestation een inloopbox of doorloopbox omvat.
23. Inrichting volgens één der conclusies 13 t/m 22, met het kenmerk, dat het observatiestation is ingericht voor koeien.
24. Inrichting volgens conclusie 33, met het kenmerk, dat de centrale 20 proceseorinrichting gegevens bevat betreffende de koekalender of toegang heeft tot die gegevens.
25. Inrichting volgens conclusie 23 of 24, met het kenmerk, dat de centrale proceseorinrichting ie ingericht om de conditiescore van koeien te bepalen.
26. Inrichting volgens één der conclusies 23 t/m 25, met het kenmerk, dat het camerastelsel is ingericht om van ten minste één der volgende delen van een koe beeldinformatie te verschaffen: a. de koekoekegaten b. de lendenwervels 30 c. de rugwervels 1025874 4 d. de ribben e. bet heupbeen f. bet zitbeen. g. één of meer klauwen δ h. de achterbenen
27. Inrichting volgens één der conclusies 23 t/m 26 voorzien van tenminste één reuksensor volgens conclusie 15 met het kenmerk» dat de tenminste ene reuksensor is ingericht om van de hele koe of van tenminste één der volgende delen van de koe geurinformatie te verschaffen. 10 o. één of meer klauwen b. de uier c. één of meer spenen d. deneue 1025874
NL1025874A 2004-04-02 2004-04-02 Conditiebepaling voor dieren. NL1025874C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025874A NL1025874C2 (nl) 2004-04-02 2004-04-02 Conditiebepaling voor dieren.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025874A NL1025874C2 (nl) 2004-04-02 2004-04-02 Conditiebepaling voor dieren.
NL1025874 2004-04-02

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1025874C2 true NL1025874C2 (nl) 2005-10-05

Family

ID=34973850

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025874A NL1025874C2 (nl) 2004-04-02 2004-04-02 Conditiebepaling voor dieren.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1025874C2 (nl)

Cited By (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1900278A1 (de) 2006-09-14 2008-03-19 Hölscher & Leuschner GmbH & Co. Überwachungseinrichtung und Überwachungsverfahren für Tiere
NL1034292C2 (nl) * 2007-08-27 2009-03-02 Maasland Nv Systeem en werkwijze voor het beheren van een groep dieren.
WO2009135493A1 (en) * 2008-05-05 2009-11-12 Smarter Farming A/S Detection of moving objects
WO2012129657A1 (en) 2011-03-28 2012-10-04 Bench Clover Apparatus and method for using infrared thermography and behaviour information for identification of biologically important states in animals
US8538126B2 (en) 2007-08-22 2013-09-17 Icerobotics, Ltd. Method and apparatus for the automatic grading of condition of livestock
US9084411B1 (en) 2014-04-10 2015-07-21 Animal Biotech Llc Livestock identification system and method
CN116687386A (zh) * 2023-08-07 2023-09-05 青岛市畜牧工作站(青岛市畜牧兽医研究所) 牛体形数据综合校准的雷达探测系统及方法

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1008840C2 (nl) * 1998-04-08 1998-10-20 Nedap Nv Veemanagementsysteem met geursensor.
EP1230850A2 (en) * 2001-02-13 2002-08-14 Lely Enterprises AG A device for and a method of milking an animal, a device for monitoring an animal
EP1344451A2 (en) * 2002-03-11 2003-09-17 Lely Enterprises AG A device and an assembly for an animal related action
US20040023612A1 (en) * 2002-08-02 2004-02-05 Kriesel Marshall S. Apparatus and methods for the volumetric and dimensional measurement of livestock

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1008840C2 (nl) * 1998-04-08 1998-10-20 Nedap Nv Veemanagementsysteem met geursensor.
EP1230850A2 (en) * 2001-02-13 2002-08-14 Lely Enterprises AG A device for and a method of milking an animal, a device for monitoring an animal
EP1344451A2 (en) * 2002-03-11 2003-09-17 Lely Enterprises AG A device and an assembly for an animal related action
US20040023612A1 (en) * 2002-08-02 2004-02-05 Kriesel Marshall S. Apparatus and methods for the volumetric and dimensional measurement of livestock

Cited By (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1900278A1 (de) 2006-09-14 2008-03-19 Hölscher & Leuschner GmbH & Co. Überwachungseinrichtung und Überwachungsverfahren für Tiere
US8538126B2 (en) 2007-08-22 2013-09-17 Icerobotics, Ltd. Method and apparatus for the automatic grading of condition of livestock
NL1034292C2 (nl) * 2007-08-27 2009-03-02 Maasland Nv Systeem en werkwijze voor het beheren van een groep dieren.
WO2009028930A1 (en) * 2007-08-27 2009-03-05 Maasland N.V. System for and method of managing a group of animals
WO2009135493A1 (en) * 2008-05-05 2009-11-12 Smarter Farming A/S Detection of moving objects
AU2009243860B2 (en) * 2008-05-05 2016-03-17 Gea Farm Technologies Gmbh Detection of moving objects
WO2012129657A1 (en) 2011-03-28 2012-10-04 Bench Clover Apparatus and method for using infrared thermography and behaviour information for identification of biologically important states in animals
EP2690948A4 (en) * 2011-03-28 2015-07-29 Clover Bench APPARATUS AND METHOD FOR USING THERMOGRAPHIC AND BEHAVIOR INFORMATION TO IDENTIFY BIOLOGICALLY IMPORTANT STATES IN ANIMALS
US9084411B1 (en) 2014-04-10 2015-07-21 Animal Biotech Llc Livestock identification system and method
CN116687386A (zh) * 2023-08-07 2023-09-05 青岛市畜牧工作站(青岛市畜牧兽医研究所) 牛体形数据综合校准的雷达探测系统及方法
CN116687386B (zh) * 2023-08-07 2023-10-31 青岛市畜牧工作站(青岛市畜牧兽医研究所) 牛体形数据综合校准的雷达探测系统及方法

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20210406530A1 (en) System and method for identification of individual animals based on images of the back
Nasirahmadi et al. Implementation of machine vision for detecting behaviour of cattle and pigs
Kashiha et al. Automatic weight estimation of individual pigs using image analysis
JP7002066B2 (ja) 情報処理システム、情報処理装置、およびプログラム
US8538126B2 (en) Method and apparatus for the automatic grading of condition of livestock
WO2014018531A1 (en) Body condition score determination for an animal
NL1025874C2 (nl) Conditiebepaling voor dieren.
Palacio et al. Assessing lameness in tie-stalls using live stall lameness scoring
JP2021101668A (ja) 発情診断システム、発情診断方法、及びプログラム、並びに個体識別システム
ES2772704T3 (es) Procedimiento y dispositivo para determinar propiedades biométricas de vertebrados, en particular el peso de cerdos
JP2020156393A (ja) 行動検出プログラム、行動検出方法及び行動検出システム
D'Andrea et al. Validation of a pedometer algorithm as a tool for evaluation of locomotor behaviour in dairy Mediterranean buffalo
ES2739620T3 (es) Procedimiento y dispositivo para señalar una vaca lechera probablemente coja a seleccionar de una cabaña
NL2017365B1 (en) Method and device to detect lameness of a cow
US20230342902A1 (en) Method and system for automated evaluation of animals
JP2022079489A (ja) 特定装置、特定方法、及びプログラム
Schofield et al. Image analysis for estimating the weight of live animals
NL2028749B1 (en) Monitoring system for growth monitoring individual livestock animals
Condotta et al. Development of method for lameness detection based on depth image analysis
Pasupa et al. A comparative study of feature point matching versus foreground detection for computer detection of dairy cows in video frames
Zhao et al. Detection of lameness in dairy cattle using limb motion analysis with automatic image processing
JP2023073478A (ja) 行動型分析装置、行動型分析方法、行動型分析プログラム、及び記録媒体
NL2031552B1 (nl) Melksysteem met een positioneerhulpmiddel
Poikalainen et al. Elaboration of basic methods for automatic analysis of cows' gait.
Nasirahmadi Development of automated computer vision systems for investigation of livestock behaviours

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150501