NL1024948C2 - Combination of controlled feed device and surface active material for cleaning toilet has first orientation and release components retaining first fluid in second orientation - Google Patents

Combination of controlled feed device and surface active material for cleaning toilet has first orientation and release components retaining first fluid in second orientation Download PDF

Info

Publication number
NL1024948C2
NL1024948C2 NL1024948A NL1024948A NL1024948C2 NL 1024948 C2 NL1024948 C2 NL 1024948C2 NL 1024948 A NL1024948 A NL 1024948A NL 1024948 A NL1024948 A NL 1024948A NL 1024948 C2 NL1024948 C2 NL 1024948C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
liquid
dosing device
orientation
cistern
dosing
Prior art date
Application number
NL1024948A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Costel Linta
Original Assignee
Costel Linta
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Costel Linta filed Critical Costel Linta
Priority to NL1024948A priority Critical patent/NL1024948C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1024948C2 publication Critical patent/NL1024948C2/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03DWATER-CLOSETS OR URINALS WITH FLUSHING DEVICES; FLUSHING VALVES THEREFOR
    • E03D9/00Sanitary or other accessories for lavatories ; Devices for cleaning or disinfecting the toilet room or the toilet bowl; Devices for eliminating smells
    • E03D9/02Devices adding a disinfecting, deodorising, or cleaning agent to the water while flushing
    • E03D9/03Devices adding a disinfecting, deodorising, or cleaning agent to the water while flushing consisting of a separate container with an outlet through which the agent is introduced into the flushing water, e.g. by suction ; Devices for agents in direct contact with flushing water
    • E03D9/033Devices placed inside or dispensing into the cistern
    • E03D9/038Passive dispensers, i.e. without moving parts

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Bidet-Like Cleaning Device And Other Flush Toilet Accessories (AREA)

Abstract

The combination of a controlled feed device and surface active material is used for cleaning a toilet. The device comprises a fluid reservoir for a first fluid and components for its release. The device has a first orientation and the release components retain the first fluid in a second orientation. The release components release a part of the first fluid. The controlled feed device (1) has the shape of a fish and has two parts. The head part (2) is drop-shaped and has a first end with a mainly round or ball-shaped form. The start part (3) forms the rear end of the device and is flat, with two outwardly pointing wings (4,5). The two parts are joined by a screw union. The start part can be engaged easily manually and is screwed onto the head part. The head part forms a reservoir for the cleaning fluid and is provided with an outlet (6) and in fact two such outlets. The diameter of these outlets is between 0.5 and 1.5 mm. A hole (7) is provided in the start part, which has a greater cross-section than the outlets.

Description

·. '·. "

Doseer inrichting, samenstel van doseerinrichting en oppervlakte actieve stoffen, en werkwijze voor het spoelen van een toilet 5 De uitvinding heeft betrekking op een doseerinrichting voor het af geven van een eerste vloeistof aan een tweede vloeistof, omvattende een vloeistof reservoir voor een eerste vloeistof, en loosmiddelen voor het lozen van de eerste vloeistof. De uitvinding betreft tevens een 10 samenstel van een doseerinrichting met oppervlakte actieve stoffen. De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het reinigen van een toilet.Dosing device, assembly of dosing device and surfactants, and method for flushing a toilet The invention relates to a dosing device for dispensing a first liquid to a second liquid, comprising a liquid reservoir for a first liquid, and discharge means for discharging the first liquid. The invention also relates to an assembly of a dosing device with surfactants. The invention also relates to a method for cleaning a toilet.

Het is algemeen bekend een toilet te reinigen door het aanbrengen van een toiletblok in een houder, die 15 geplaatst is in een ruimte waarlangs de spoelvloeistof van het toilet stroomt. Een dergelijk systeem is echter kostbaar en de dosering vindt niet op doelmatige wijze plaats.It is generally known to clean a toilet by arranging a toilet block in a holder, which is placed in a space along which the flushing liquid flows from the toilet. However, such a system is expensive and the dosing does not take place efficiently.

De uitvinding heeft tot doel gedoseerd een hoeveelheid vloeistof af te geven door middel van een 20 doseerinrichting die tegen zeer lage kosten vervaardigbaar is.The invention has for its object to supply a quantity of liquid in a dosed manner by means of a dosing device which can be manufactured at very low costs.

Dat doel wordt bereikt met de doseerinrichting volgens de uitvinding, waarbij de doseerinrichting een eerste oriëntatie heeft, waarbij de loosmiddelen de eerste 25 vloeistoffen in hoofdzaak vasthouden en een tweede oriëntatie, waarbij de loosmiddelen een deel van de eerste vloeistof lozen. Hierdoor wordt een oriëntatie afhankelijke doseerinrichting verkregen. Door een verandering van de oriëntatie van de doseerinrichting wordt een deel van de 30 eerste vloeistof afgegeven. De oriëntatie kan extern worden bewerkstelligd, bijvoorbeeld door een verandering van de omgeving waarin de doseerinrichting zich bevindt.That object is achieved with the dosing device according to the invention, wherein the dosing device has a first orientation, wherein the discharge means substantially hold the first liquids and a second orientation, wherein the discharge means discharge part of the first liquid. An orientation-dependent dosing device is hereby obtained. Due to a change in the orientation of the dosing device, part of the first liquid is dispensed. The orientation can be achieved externally, for example by a change in the environment in which the dosing device is located.

f024948 2f024948 2

Gelijk gesteld aan verandering van oriëntatie wordt elke externe beïnvloeding van de positie van de i doseerinrichting. In plaats van een wisseling van oriëntatie, kan sprake zijn van het in werking treden van de 5 doseerinrichting door een verandering van de omgeving, bijvoorbeeld doordat de doseerinrichting in botsing komt met een vast deel. Een voorbeeld hiervan is de botsing van de doseerinrichting met een bodem van een stortbak. Door het verlagen van het vloeistofniveau in de stortbak daalt de 10 doseerinrichting naar de bodem van de stortbak. Door de botsing treden de loosmiddelen in werking. Het in werking treden heeft het afgeven van een deel van de eerste vloeistof tot gevolg.Equivalent to a change of orientation is any external influence on the position of the dosing device. Instead of a change of orientation, the dosing device may be triggered by a change in the environment, for example because the dosing device collides with a fixed part. An example of this is the collision of the dosing device with a bottom of a cistern. By lowering the liquid level in the cistern, the dosing device drops to the bottom of the cistern. Due to the collision, the release agents come into effect. The triggering results in the dispensing of a portion of the first liquid.

Bij voorkeur omvat de doseerinrichting verder 15 drijfmiddelen voor het in een tweede vloeistof laten drijven van de doseerinrichting, en richtmiddelen voor het. in een drijvende toestand van de doseerinrichting richten van de doseerinrichting in een eerste oriëntatie. Door de samenwerking van de drijfmiddelen en richtmiddelen zal de 20 doseerinrichting geen of nagenoeg niet vloeistof afgeven.The dosing device preferably further comprises floating means for driving the dosing device into a second liquid, and directing means for driving. in a floating state of the dosing device directing the dosing device in a first orientation. Due to the cooperation of the buoyancy means and aiming means, the dosing device will not deliver any or virtually no liquid.

Door een externe verandering kan het drijven van de doseerinrichting worden beëindigd, waarbij de oriëntatie verandert, waardoor de loosmiddelen een deel van de eerste vloeistof zullen lozen in de tweede vloeistof. De 25 doseerinrichting omvat bij voorkeur oriëntatiemiddelen die de oriëntatie van de doseerinrichting kunnen veranderen.Due to an external change, the driving of the dosing device can be terminated, whereby the orientation changes, as a result of which the discharge means will discharge part of the first liquid into the second liquid. The dosing device preferably comprises orientation means which can change the orientation of the dosing device.

Bij voorkeur zijn de loosmiddelen ingericht om in de drijvende toestand de vloeistof in het vloeistofreservoir vast te houden. Wanneer de doseerinrichting drijft, wordt 30 geen eerste vloeistof afgegeven. Wanneer het drijven wordt onderbroken, door een externe factor, kan vloeistof worden afgegeven. Hierdoor wordt bij voorkeur de oriëntatie veranderd.The discharge means are preferably adapted to retain the liquid in the liquid reservoir in the floating state. When the dosing device floats, no first liquid is dispensed. When driving is interrupted by an external factor, liquid can be released. This preferably changes the orientation.

1024948 , 3 ê ' .1024948, 3.

. Bij voorkeur heeft de doseer inrichting in drijvende toestand een boven- en onderzijde, waarbij de loosmiddelen zijn aangebracht bij de bovenzijde. Het vloeistof reservoir bevindt zich nabij de onderzijde. Hierdoor wordt door de 5 zwaartekracht de stroming van de eerste vloeistof naar de loosmiddelen tegengegaan.. The dosing device preferably has a top and bottom side in floating condition, the discharge means being arranged at the top side. The liquid reservoir is located near the bottom. As a result of this, the flow of the first liquid to the discharge means is prevented by gravity.

Bij voorkeur is de doseerinrichting langwerpig. Bij voorkeur zijn de oriëntatiemiddelen aangebracht in het voorste deel van de doseerinrichting. Bij voorkeur worden de 10 oriëntatiemiddelen gevormd door de bolle vorm van de voorzijde/onderzijde van een inrichting. Wanneer door het verlagen van het vloeistofniveau van de tweede vloeistof waarin de doseerinrichting geplaatst is, de doseerinrichting in contact zal treden met de bodem van de ruimte waarin de 15 tweede vloeistof zich bevond, zullen de oriëntatiemiddelen, gevormd door de niet vlakke onderzijde van de doseerinrichting, de doseerinrichting doen kantelen naar een tweede oriëntatie waarbij een deel van de eerste vloeistof wordt geloosd. Door de kanteling wordt het hoogteverschil 20 tussen vloeistofreservoir en loosmiddelen die zich respectievelijk aan de onder- en bovenzijde van de drijvende doseerinrichting bevinden, verandert en is er geen krachtveld meer (zwaartekracht) dat stroming van het vloeistofreservoir naar de loosmiddelen en uit de doseerinrichting voorkomt.The dosing device is preferably elongated. The orientation means are preferably arranged in the front part of the dosing device. The orientation means are preferably formed by the convex shape of the front / bottom of a device. When, by lowering the liquid level of the second liquid in which the dosing device is placed, the dosing device will come into contact with the bottom of the space in which the second liquid was located, the orientation means formed by the non-flat underside of the dosing device will causing the dosing device to tilt to a second orientation wherein a part of the first liquid is discharged. As a result of the tilt, the difference in height between liquid reservoir and discharge means which are located respectively at the bottom and top of the floating dosing device is changed and there is no longer any force field (gravity) that prevents flow from the liquid reservoir to the discharge means and from the dosing device.

25 Bij voorkeur is de doseerinrichting ingericht om te worden geplaatst in een stortbak van een toilet, die gevuld en geleegd kan worden met een tweede vloeistof. Bij voorkeur treden dé loosmiddelen in werking bij aanraking met een bodem van de stortbak. Wanneer het vloeistofniveau van de tweede 30 vloeistof in de stortbak daalt, zoals dit zich voordoet bij spoeling van het toilet, daalt de doseerinrichting en komt die in contact met de bodem van de stortbak. Daarbij treden de loosmiddelen in werking, bijvoorbeeld bij een wijziging 1024948 t 4 van de oriëntatie van de doseer inrichting. In een andere uitvoeringsvorm treden de loosmiddelen in werking door de botsing met de bodem van de stortbak, waarbij de botsenergie gebruikt wordt voor het openen van een klep of dergelijke 5 waardoor een gedeelte van de eerste vloeistof wordt afgegeven.The dosing device is preferably adapted to be placed in a cistern of a toilet, which can be filled and emptied with a second liquid. Preferably, the release agents come into effect upon contact with a bottom of the cistern. When the liquid level of the second liquid in the cistern drops, as occurs when the toilet is flushed, the dosing device falls and comes into contact with the bottom of the cistern. The discharging means thereby come into operation, for example in the event of a change in the orientation of the dosing device. In another embodiment, the discharge means are triggered by the collision with the bottom of the cistern, the collision energy being used to open a valve or the like whereby a portion of the first liquid is released.

Bij voorkeur omvatten de loosmiddelen tenminste één uitlaat. In een andere uitvoering omvatten de loosmiddelen een aantal uitlaten. Een uitlaat is een verbinding tussen 10 vloeistofreservoir dat zich in het binnenste van de doseerinrichting bevindt, en de ruimte waarin de doseer inrichting is geplaatst, bijvoorbeeld de stortbak.The discharge means preferably comprise at least one outlet. In another embodiment the discharge means comprise a number of outlets. An outlet is a connection between liquid reservoir located in the interior of the dosing device, and the space in which the dosing device is placed, for example the cistern.

Bij voorkeur is de uitlaat aangebracht in een nauw deel van het vloeistofreservoir, waarbij het 15 vloeistofreservoir van een voorzijde naar een achterzijde van de doseerinrichting vernauwt. Bij voorkeur is tenminste één uitlaat een open-verbinding met het vloeistofresérvoir. Er zijn geen klepmiddelen aangebracht. Hier wordt een bijzonder eenvoudige structuur voor de loosmiddelen verkregen. Door 20 wijziging van de oriëntatie kan de eerste vloeistof door de uitlaat naar buiten lopen. In drijvende toestand bevindt de eerste vloeistof zich in een onderste deel van het vloeistofreservoir van de doseerinrichting. Via een uitlaat kan, tenminste één uitlaat zich bevindt onder het 25 vloeistofniveau van de tweede vloeistof, tweede vloeistof in het vloeistofreservoir van de doseerinrichting treden. Er zijn geen klepmiddelen aangebracht die dat voorkomen. Er zal een vermenging optreden van de tweede vloeistof met de eerste vloeistof. Wanneer slechts één of een aantal uitlaten zijn 30 aangebracht boven het vloeistofniveau in drijvende toestand van de doseerinrichting, zal de tweede vloeistof slechts op momenten, waarbij de doseerinrichting niet drijft door de uitlaat. in het vloeistofreservoir kunnen treden en zich daar 1024948 5 vermengen. In bijvoorbeeld een stortbak, is geen sprake van dynamische omgevingsinvloeden, waardoor de tweede vloeistof telkens het vloeistofreservoir binnenstroomt en waardoor telkens de eerste vloeistof uit de doseerinrichting stroomt.The outlet is preferably arranged in a narrow part of the liquid reservoir, the liquid reservoir narrowing from a front side to a rear side of the dosing device. Preferably, at least one outlet is an open connection to the fluid reservoir. No valve means are provided. A particularly simple structure for the release agents is obtained here. By changing the orientation, the first liquid can run out through the outlet. In the floating state, the first liquid is located in a lower part of the liquid reservoir of the dosing device. Via an outlet, at least one outlet located below the liquid level of the second liquid, second liquid can enter the liquid reservoir of the dosing device. No valve means are provided that prevent this. A mixing of the second liquid with the first liquid will occur. When only one or more outlets are arranged above the liquid level in the floating state of the dosing device, the second liquid will only pass through the outlet at times when the dosing device does not float. can enter the liquid reservoir and mix there 1024948. In a cistern, for example, there is no question of dynamic environmental influences, as a result of which the second liquid always flows into the liquid reservoir and through which the first liquid flows out of the dosing device.

5 De toestand in de stortbak wordt dynamisch, wanneer het toilet wordt gespoeld, waarbij de tweede vloeistof uit de stortbak zal lopen. Daarbij zal een oriëntatieverandering van de doseerinrichting optreden, waardoor de eerste vloeistof en het mengsel van eerste vloeistof met tweede vloeistof uit de 10 doseer inrichting zal kunnen lopen. Dit zal slechts gedurende korte tijd mogelijk zijn, omdat de stortbak na spoeling direct opnieuw wordt gevuld met tweede vloeistof.The condition in the cistern becomes dynamic when the toilet is flushed, whereby the second liquid will run out of the cistern. An orientation change of the dosing device will occur, whereby the first liquid and the mixture of first liquid with second liquid will be able to run out of the dosing device. This will only be possible for a short time, because the cistern is immediately refilled with second liquid after rinsing.

Bij voorkeur heeft de uitlaat een doorsnede van tussen de 3 mm en 6 mm. De eerste vloeistof is bij voorkeur 15 een reinigende vloeistof. Een reinigende vloeistof heeft bij voorkeur een hogere viscositeit dan de tweede vloeistof, die bij voorkeur door water gevormd wordt. De stroperigheid van de eerste vloeistof voorkomt al te snelle stroming van de eerste vloeistof uit de doseerinrichting via de uitlaat. Dit 20 wordt nog verder voorkomen door de beperkte grootte van de doorsnede van de uit laat, alsmede door de zeer korte tijd(sduur) waarin de doseerinrichting, door het leegspoelen van de stortbak, van richting verandert en op de bodem van de stortbak even (namelijk ongeveer 2 seconden) terecht komt.The outlet preferably has a diameter of between 3 mm and 6 mm. The first liquid is preferably a cleaning liquid. A cleaning liquid preferably has a higher viscosity than the second liquid, which is preferably formed by water. The syrupiness of the first liquid prevents too rapid a flow of the first liquid from the dosing device via the outlet. This is prevented even further by the limited size of the diameter of the outlet, as well as by the very short time (s) in which the dosing device changes direction by emptying out the cistern and evenly on the bottom of the cistern ( namely about 2 seconds).

25 Bij voorkeur is tenminste een tweede uitlaat aangebracht met een doorsnede van tussen de 0,5 mm en 1,5 mm. Die uitlaten zijn bij voorkeur meer in de richting van het voorste deel aangebracht dan de uitlaat met een doorsnede tussen de 3 mm en 6 mm. Bij voorkeur is de grote 30 uitlaat aangebracht in een gedeelte van de doseerinrichting dat boven het vloeistofniveau van de tweede vloeistof uitsteekt. Bij voorkeur zijn de tweede uitlaten aangebracht in een gedeelte van de doseerinrichting dat zich bevindt 1024948Preferably, at least a second outlet is provided with a cross-section of between 0.5 mm and 1.5 mm. These outlets are preferably arranged more in the direction of the front part than the outlet with a diameter between 3 mm and 6 mm. The large outlet is preferably arranged in a portion of the dosing device that protrudes above the liquid level of the second liquid. The second outlets are preferably arranged in a portion of the dosing device that is located 1024948

• I• I

6 onder het vloeistofniveau van de tweede vloeistof. De tweede vloeistof kan dan door de kleinere uitlaten naar binnen stromen, waardoor in het vloeistofreservoir van de doseerinrichting een mengsel van de eerste en tweede 5 vloeistof wordt gevormd. Lucht die zich in het vloeistofreservoir bevindt kan via de grote uitlaat naar buiten stromen (ontluchten).6 below the liquid level of the second liquid. The second liquid can then flow in through the smaller outlets, whereby a mixture of the first and second liquid is formed in the liquid reservoir of the dosing device. Air contained in the fluid reservoir can flow out (vent) through the large outlet.

Bij voorkeur omvat de doseerinrichting twee delen, een kopdeel en een staartdeel, die koppelbaar zijn door 10 middel van een schroefdraadkoppeling. Het staartdeel is op het kopdeel schroefbaar. Het kopdeel omvat bij voorkeur het vloeistofreservoir. Het vloeistofreservoir kan worden gevuld via een opening die zich bevindt in de schroefdraadkoppelas welke opening kan worden afgesloten door het aanbrengen van 15 het staartdeel. Hierdoor wordt een.gemakkelijk vulbare doseringinrichting verkregen. Door het koppelen van kopdeel aan staartdeel wordt de werkénde doseerinrichting gevormd die kan worden geplaatst in een tweede vloeistof.The dosing device preferably comprises two parts, a head part and a tail part, which can be coupled by means of a threaded coupling. The tail part can be screwed onto the head part. The head part preferably comprises the liquid reservoir. The liquid reservoir can be filled via an opening which is located in the threaded coupling shaft, which opening can be closed by arranging the tail part. This results in an easily fillable dosing device. The working dosing device is formed by coupling the head part to the tail part and can be placed in a second liquid.

Bij voorkeur omvat het staartdeel twee naar buiten 20 staande vinnen. Hierdoor kan een gebruiker het staartdeel aangrijpen aan die vinnen, waardoor op doelmatige wijze de schroefbinding kan worden gesloten door het draaien van het staartdeel op het kopdeel. Dergelijke vinnen zijn gemakkelijk aangrijpbaar. Door plaatsing van de doseerinrichting in de 25 tweede vloeistof, en het telkens afgeven van de eerste reinigende vloeistof, kan de doseerinrichting en het staartdeel glibberig worden, de vinnen kunnen echter telkens met voldoende kracht worden aangegrepen door de gebruiker om het staartdeel van het kopdeel los te maken.The tail part preferably comprises two outwardly extending fins. This allows a user to engage the tail part with those fins, whereby the screw connection can be effectively closed by rotating the tail part on the head part. Such fins are easy to engage. By placing the dosing device in the second liquid, and delivering the first cleaning liquid in each case, the dosing device and the tail part can become slippery, but the fins can always be engaged with sufficient force by the user to release the tail part from the head part to make.

30 De uitvinding betreft tevens de samenstelling van de doseerinrichting zoals hierboven beschreven en een eerste vloèistof gevormd door een viscose vloeistof met oppervlakte actieve stoffen. Die eerste vloeistof heeft reinigende 1024948 , · ♦ 7 eigenschappen en kan worden gebruikt voor het reinigen bijvoorbeeld een toilet door. Bij elke spoeling zal het toilet gereinigd worden. De doseerinrichting zal een gedeelte van de eerste vloeistof afgeven bij elke spoeling.The invention also relates to the composition of the dosing device as described above and a first liquid substance formed by a viscose liquid with surfactants. That first liquid has cleaning properties 1024948, and can be used for cleaning, for example, through a toilet. The toilet will be cleaned with every flush. The dosing device will dispense a portion of the first liquid with each flush.

5 Bij voorkeur heeft de viscose vloeistof een viscositeit van tenminste 600 CPS.Preferably, the viscose fluid has a viscosity of at least 600 CPS.

De uitvinding omvat verder een werkwijze voor het reinigen van de toilet inrichting omvattende het verschaffen van een drijvende doseerinrichting, het vullen van de 10 doseerinrichting met een eerste reinigende vloeistof, het aanbrengen van de doseerinrichting in een stortbak van de toiletinrichting, het drijven van de doseerinrichting in de met water gevulde stortbak, het spoelen van de toiletinrichting, het gedeeltelijk lozen van de vloeistof 15 door de doseerinrichting tijdens de spoeling van de toiletinrichting door het verlagen van een watemiveau van het water in de stortbak, waarbij de oriëntatie van de doseerinrichting wordt veranderd. Tijdens het spoelen daalt het watemiveau van het water in de stortbak, waardoor de 20 drijvende doseerinrichting in aanraking kan komen met de bodem van de stortbak. Die botsing kan het af geven van de reinigende vloeistof tot gevolg hebben. Door de botsing kan de oriëntatie van de doseerinrichting veranderen, hij kan bijvoorbeeld kantelen, waardoor een gedeelte van de eerste 25 vloeistof of een mengsel van de eerste vloeistof met de tweede vloeistof wordt af gegeven. Een mengsel van de eerste en tweede vloeistof kan aanwezig zijn in een vloeistofreservoir van de doseerinrichting doordat de tweede vloeistof via een uitlaat de doseerinrichting kan 30 binnentreden en zich kan vermengen met de daar aanwezige eerste vloeistof.The invention further comprises a method for cleaning the toilet device comprising providing a floating dosing device, filling the dosing device with a first cleaning liquid, arranging the dosing device in a cistern of the toilet device, driving the dosing device in the water-filled cistern, flushing the toilet device, partially discharging the liquid through the dosing device during the flushing of the toilet device by lowering a water level of the water in the cistern, thereby changing the orientation of the dosing device . During rinsing, the water level of the water in the cistern drops, so that the floating dosing device can come into contact with the bottom of the cistern. This collision can result in the release of the cleaning fluid. As a result of the collision, the orientation of the dosing device can change, for example, it can tilt, whereby a portion of the first liquid or a mixture of the first liquid with the second liquid is dispensed. A mixture of the first and second liquid can be present in a liquid reservoir of the dosing device because the second liquid can enter the dosing device via an outlet and can mix with the first liquid present there.

De uitvinding zal verder worden beschreven aan de hand van de figuren, waarin: 1024948 « ' t 8 figuur 1 een aanzicht toont van een doseerinrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, .The invention will be further described with reference to the figures, in which: figure 1 shows a view of a dosing device according to a first embodiment of the invention,

figuur 2 een aanzicht toont van twee toestanden van de doseerinrichting volgens de uitvinding in een stortbak, 5 figuur 3 een dwarsdoorsnede aanzicht toont van de doseerinrichting volgens figuur 1, en figuur 4 een dwarsdoorsnede aanzicht toont van een tweede gebruikstoestand van de doseerinrichting volgens figuur 1.figure 2 shows a view of two states of the dosing device according to the invention in a cistern, figure 3 shows a cross-sectional view of the dosing device according to figure 1, and figure 4 shows a cross-sectional view of a second position of use of the dosing device according to figure 1.

Figuur 1 toont een drijvende doseerinrichting in de 10 vorm van een vis. De doseerinrichting 1 bestaat uit twee delen. Het kopdeel 2 is in hoofdzaak druppelvormig, en heeft een voorste einde van een in hoofdzaak ronde of bolvormige vorm. Het staartdeel 3 vormt het achtereinde van de doseerinrichting 1 en heeft een in hoofdzaak platte vorm met 15 twee naar buiten toe wijzende vinnen 4, 5.Figure 1 shows a floating dosing device in the shape of a fish. The dosing device 1 consists of two parts. The head part 2 is substantially drop-shaped, and has a front end of a substantially round or spherical shape. The tail part 3 forms the rear end of the dosing device 1 and has a substantially flat shape with two fins 4, 5 pointing outwards.

De twee delen 2, 3 zijn middels een schroefverbinding (niet getoond) met elkaar verbonden. Het staartdeel 3 kan gemakkelijk met de hand worden aangegrepen en op het kopdeel 2 worden geschroefd.The two parts 2, 3 are connected to each other by means of a screw connection (not shown). The tail part 3 can easily be engaged by hand and screwed onto the head part 2.

20 Kopdeel 2 vormt een vloeistof reservoir voor een reinigende vloeistof, die is opgenomen in het binnenste van het kopdeel 2. De reinigende vloeistof wordt in kopdeel 2 aangebracht via het nauwe uiteinde nabij de schroefverbinding. De toegang tot het vloeistof reservoir 25 wordt grotendeels afgesloten wanneer het staartdeel 3 op het nauwe uiteinde wordt geschroefd.Head part 2 forms a liquid reservoir for a cleaning liquid, which is received in the interior of the head part 2. The cleaning liquid is applied in head part 2 via the narrow end near the screw connection. The access to the liquid reservoir 25 is largely closed off when the tail part 3 is screwed onto the narrow end.

Kopdeel 2 is voorzien van een uitsparing 6. De uitsparing kan aan weerszijden van het kopdeel zijn aangebracht. Het kopdeel is dan voorzien van twee 30 uitsparingen 6. De diameter van deze uitlaat is tussen de 0.5 en 1.5 mm.Head part 2 is provided with a recess 6. The recess can be arranged on either side of the head part. The head part is then provided with two recesses 6. The diameter of this outlet is between 0.5 and 1.5 mm.

In staartdeel 3 is een gat 7 aangebracht, dat een grotere doorsnede heeft dan gat 6. De diameter van gat 7 is 1024948 , · I 1 9 tussen de 3 (en 6 mm. De uitsparing 6 en gat 7 vormen de uitlaten of loosmiddelen voor het afgeven van de eerste vermengende vloeistof.A hole 7 is provided in tail part 3 which has a larger cross-section than hole 6. The diameter of hole 7 is 1024948 between 3 (and 6 mm. The recess 6 and hole 7 form the outlets or discharge means for dispensing the first mixing liquid.

Beide delen 2 en 3 kunnen worden vervaardigd door 5 spuitgieten. Een materiaal van lage dichtheid wordt gebruikt.Both parts 2 and 3 can be manufactured by injection molding. A low density material is used.

Dit materiaal zorgt voor drijvend vermogen waardoor de doseerinrichting in een tweede vloeistof blijft drijven. In een uitvoeringsvorm is het staartdeel 3 voorzien van holle ruimtes, die niet toegankelijk zijn van buiten. Staartdeel 3 10 zal daardoor drijven. Het zwaartepunt van de niet gevulde doseerinrichting, alsmede het zwaartepunt van de gevulde doseerinrichting, ligt nabij het voorste einde van het kopdeel. Door de drijfmiddelen wordt de inrichting gericht.This material provides floating power, as a result of which the dosing device remains floating in a second liquid. In one embodiment, the tail part 3 is provided with hollow spaces, which are not accessible from outside. Tail part 3 will therefore float. The center of gravity of the unfilled dosing device, as well as the center of gravity of the filled dosing device, is located near the front end of the head part. The device is directed by the driving means.

Figuur 2 toont schematisch een stortbak 10 van een 15 gebruikelijk toilet. Deze is ii> gebruik gevuld met water 11.Figure 2 shows schematically a cistern 10 of a conventional toilet. This is filled with water 11 use.

In de stortbak kan de drijvende doseerinrichting 1· worden geplaatst. In de gevulde stortbak 10 neemt de doseerinrichting 1 de positie aan zoals getoond in figuur 2, waarbij het staarteinde naar boven toe uitsteekt, bij 20 voorkeur uit het water. Een gedeelte van de doseerinrichting is ondergedompeld. Dit is het onderste deel. Bij voorkeur bevindt uitsparing 6 zich onder het vloeistofniveau. Water 11 kan via uitsparing 6 in het binnenste treden van de doseerinrichting 1. Via uitlaat 7, die hier boven het 25 watemiveau uitsteekt, kan eventueel aanwezige lucht in het vloeistofreservoir van de doseerinrichting 1 naar buiten stromen, waardoor het binnenste van de doseerinrichting kan worden gevuld met water 11.The floating dosing device 1 can be placed in the cistern. In the filled cistern 10 the dosing device 1 assumes the position as shown in figure 2, the tail end protruding upwards, preferably from the water. A portion of the dosing device is submerged. This is the lower part. Preferably, recess 6 is below the liquid level. Water 11 can enter the interior of the dosing device 1 via recess 6. Via outlet 7, which here protrudes above the water level, any air present in the liquid reservoir of the dosing device 1 can flow out, whereby the interior of the dosing device can be filled with water 11.

Het vloeistofniveau van de stortbak, aangegeven met 30 pijl 12, is in verhouding met de afmetingen van de doseerinrichting zodanig, dat de doseerinrichting 1 de positie kan aannemen zoals getoond in figuur 2, linker zijde.The liquid level of the cistern, indicated by arrow 12, is in relation to the dimensions of the dosing device such that the dosing device 1 can assume the position as shown in figure 2, left-hand side.

! 1024948 \ 10! 1024948 \ 10

De doseerinrichting 1 komt los van de bodem 13 van de stortbak 10.The dosing device 1 comes loose from the bottom 13 of the cistern 10.

Wanneer het toilet, waarvan stortbak 10 eën onderdeel is, wordt gespoeld via uitgang 14, zal het water 11 uit de 5 stortbak 10 wegstromen, waardoor de doseerinrichting 1 op de bodem 13 van de stortbak 10 terecht zal komen, zoals getoond in het rechter deel van figuur 2. Door de bolle vorm van de neus van de doseerinrichting 1, zal de doseerinrichting kantelen, waarbij de oriëntatie wordt veranderd. In feite 10 vormt de neus van de doseerinrichting 1 een oriëntatiemiddel voor de doseerinrichting 1 in samenwerking met de in de doseerinrichting aanwezige drijfmiddelen, die zorgen voor de oriëntatie wanneer de visvormige doseerinrichting 1 drijft in het water 11 van stortbak 10.When the toilet, of which the cistern 10 is a part, is flushed via outlet 14, the water 11 will flow out of the cistern 10, as a result of which the dosing device 1 will end up on the bottom 13 of the cistern 10, as shown in the right-hand part of figure 2. Due to the convex shape of the nose of the dosing device 1, the dosing device will tilt, whereby the orientation is changed. In fact, the nose of the dosing device 1 forms an orientation means for the dosing device 1 in cooperation with the floating means present in the dosing device, which provide the orientation when the fish-shaped dosing device 1 floats in the water 11 of the cistern 10.

15 In de gekantelde positie bij een laag vloeistofniveau 15 in stortbak 10, zal een gedeelte van de inhoud van de doseerinrichting 1 uit het binnenste stromen via één van de uitlaten 6 of 7. Dit is getoond met het wolkje 16 dat vrijkomti 20 Door de werking van de stortbak 10, welke direct na een spoeling van het toilet weer gevuld zal worden met water 11, zal binnen enkele seconden de doseerinrichting 1 de positie volgens het linker deel van figuur 2 weer aannemen.In the tilted position at a low liquid level 15 in cistern 10, a portion of the content of the dosing device 1 will flow out of the interior through one of the outlets 6 or 7. This is shown with the cloud 16 that is released. of the cistern 10, which will be filled with water 11 immediately after a flush of the toilet, the dosing device 1 will return to the position according to the left-hand part of figure 2 within a few seconds.

De weggestroomde vloeistof 16 uit de doseerinrichting 25 1 zal worden vervangen door nieuwe vloeistof 11 dat naar binnen stroomt via doorlaat 6. Een voorbeeld van de toestand is getoond in figuur 3.The liquid 16 discharged from the dosing device 1 will be replaced by new liquid 11 which flows in through passage 6. An example of the situation is shown in figure 3.

Via de doorlaat 6 treedt tweede vloeistof 11 in het interne vloeistofreservoir 20 van kopdeel 2 van 30 doseerinrichting 1. Het vloeistofreservoir 20 voor eerste vloeistof 21 is druppelvormig. Vloeistof 21 heeft een reinigende werking of is geparfumeerd. De viscositeit van vloeistof 21 is hoger dan die van water, dat wil zeggen de 1024948 « 11 tweede vloeistof. Ook de dichtheid van de vloeistof 21 ie hoger dan die van water. Hierdoor treedt een verdeling op zoals getoond in figuur 3, waarbij de vloeistof 21 zich onderin het vloeistof reservoir 20 bevindt, en een mengsel 22 5 van vloeistof 21 en water 11 zich bevindt nabij het nauwe einde van kopdeel 2, daar waar water 11 via doorlaat 6 in het binnenste van kopdeel 2 kan treden. Doordat de toestand in de stortbak redelijk statisch is, alleen bij het vullen van de stortbak na een spoeling van het toilet zal sprake zijn van 10 dynamische omstandigheden, treedt slechts zeer weinig menging op tussen vloeistof 21 en water 11. Door de hoge viscositeit van vloeistof 21 zal, bij de toestand van figuur 2, rechter zijde, slechts een gedeelte van de vloeistof uit het vloeistofreservoir 20 naar buiten treden. Het grootste deel 15 zal afkomstig zijn uit het mengsel 22. De dikte van mengsel 22 voorkomt dat dit gemakkelijk door uitlaat 6 naar buiten kan treden- Het naar buiten stromen via. uitlaat 7 is daarentegen wel mogelijk, maar dit uittreden doet zich slechts voor in de gekantelde toestand, zoals getoond in 20 figuren 2 en 4.Via the passage 6, second liquid 11 enters the internal liquid reservoir 20 of head part 2 of dosing device 1. The liquid reservoir 20 for first liquid 21 is drop-shaped. Liquid 21 has a cleaning effect or is perfumed. The viscosity of liquid 21 is higher than that of water, i.e. the second liquid. The density of the liquid is 21 ie higher than that of water. As a result, a distribution occurs as shown in figure 3, wherein the liquid 21 is at the bottom of the liquid reservoir 20, and a mixture 22 of liquid 21 and water 11 is located near the narrow end of head part 2, where water 11 passes through 6 can enter the interior of head part 2. Because the situation in the cistern is fairly static, only when filling the cistern after flushing the toilet will there be dynamic conditions, only very little mixing occurs between liquid 21 and water 11. Due to the high viscosity of liquid 21, in the state of Figure 2 on the right-hand side, only a portion of the liquid will exit from the liquid reservoir 20. The majority 15 will come from the mixture 22. The thickness of the mixture 22 prevents it from easily escaping through outlet 6. Flowing out via. outlet 7, on the other hand, is possible, but this exit only occurs in the tilted state, as shown in figures 2 and 4.

Tevens is in figuur 4 de schroefverbinding 23 van kopdeel 2 met staartdeel 3 getoond. De beide delen zijn voorzien van schroefdraad, waardoor de beide delen op elkaar aan kunnen grijpen.Figure 4 also shows the screw connection 23 of head part 2 with tail part 3. The two parts are provided with a screw thread, so that the two parts can engage with each other.

25 Figuur 4 toont in dwarsdoorsnede de doseerinrichting 1 (waarvan alleen kopdeel 2 en een gedeelte van staartdeel 3 getoond is), wanneer deze leegloopt in de gekantelde toestand door uitlaat 7. Mengsel 22 stroomt in een wolkje 16 uit het reservoir 20.Figure 4 shows in cross-section the dosing device 1 (of which only head part 2 and part of tail part 3 is shown), when it deflates in the tilted state through outlet 7. Mixture 22 flows in a cloud 16 from the reservoir 20.

30 Alhoewel deze uitvoering getoond is met een aantal gaten, is daarnaast een doseerinrichting mogelijk met slechts eén gat overeenkomstig uitlaat 7. Uitlaat 7 steekt boven de waterspiegel uit. Uitsparingen 6 ontbreken dan.Although this embodiment is shown with a number of holes, in addition, a dosing device is possible with only one hole corresponding to outlet 7. Outlet 7 protrudes above the water level. Cut-outs 6 are then missing.

1024948 » · 121024948 »· 12

De vloeistof waarmee de doseerinrichting wordt gevuld \ is een reinigende vloeistof met op oppervlakte actieve stoffen. De vloeistof kan ook andere ingrediënten bevatten zoals chloor. In het bijzonder kunnen parfums worden 5 toegevoegd aan de vloeistof. De vloeistof heeft bij voorkeur een viscositeitsgraad van meer dan 600 CPS, bij voorkeur 650 CPS en meer.The liquid with which the dosing device is filled is a cleaning liquid with surfactants. The liquid can also contain other ingredients such as chlorine. In particular, perfumes can be added to the liquid. The liquid preferably has a viscosity degree of more than 600 CPS, preferably 650 CPS and more.

Doordat het zwaartepunt zicht bevindt nabij het kopdeel of voorste einde van de doseerinrichting zal de 10 uitlaat 7 boven de waterspiegel uitsteken, waardoor verdere vermenging van het water in de stortbak met de reinigende vloeistof in het vloei stof reservoir van de doseerinrichting wordt vermeden. Door de viscositeit zal slechts een klein deel van de reinigende vloeistof naar buiten stromen, in het 15 bijzonder in de vorm van een mengsel met water dat via de inlaten 6 of 7 in de doseerinrichting terecht is gekomen. Verrassenderwijs geeft de bijzonder doelmatige samenstelling van de doseerinrichting een redelijk stabiele hoeveelheid reinigende vloeistof af aan het water van de stortbak bij 20 elke spoeling.Because the center of gravity is situated near the head part or front end of the dosing device, the outlet 7 will protrude above the water surface, whereby further mixing of the water in the cistern with the cleaning liquid in the liquid reservoir of the dosing device is avoided. Due to the viscosity, only a small part of the cleaning liquid will flow out, in particular in the form of a mixture with water that has ended up in the dosing device via the inlets 6 or 7. Surprisingly, the particularly effective composition of the dosing device delivers a reasonably stable amount of cleaning fluid to the water from the cistern at each rinse.

Andere uiterlijken van de doseerinrichting zijn uiteraard mogelijk, maar binnen het kader van de uitvinding valt een doseerinrichting met loosmiddelen die, wanneer het toilet gespoeld wordt, door aanraking met de bodem van de 25 stortbak, een hoeveelheid reinigende vloeistof afgeeft. Een bijzonder voordeel van de uitvinding is dat geen sluitmiddelen nodig zijn en dat gewerkt wordt zonder mechanische onderdelen aan de doseerinrichting.Other looks of the dosing device are of course possible, but within the scope of the invention falls a dosing device with discharge means which, when the toilet is flushed, releases a quantity of cleaning liquid through contact with the bottom of the cistern. A special advantage of the invention is that no closing means are required and that work is carried out without mechanical parts on the dosing device.

10249481024948

Claims (16)

1. Doseerinrichting voor het afgeven van een eerste vloeistof, omvattende een vloeistof reservoir voor een eerste 5 vloeistof, en loosmiddelen voor het lozen van de eerste vloeistof, waarbij de doseerinrichting een eerste oriëntatie heeft, waarbij de loosmiddelen de eerste vloeistof in hoofdzaak vasthouden en een tweede oriëntatie, waarbij de loosmiddelen een deel van de eerste vloeistof lozen.1. Dispensing device for dispensing a first liquid, comprising a liquid reservoir for a first liquid, and discharge means for discharging the first liquid, wherein the dosing device has a first orientation, wherein the discharging means substantially hold the first liquid and a second orientation, wherein the discharge means discharges part of the first liquid. 2. Doseerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de doseerinrichting verder omvat drijfmiddelen voor het in een tweede vloeistof laten drijven van de doseerinrichting en richtmiddelen voor het in een drijvende toestand van de doseerinrichting richten van de 15 doseerinrichting in een eerste,oriëntatie.2. Dosing device as claimed in claim 1, characterized in that the dosing device further comprises floating means for driving the dosing device into a second liquid and directing means for directing the dosing device in a floating state of the dosing device in a first, orientation. 3. Doseerinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de loosmiddelen zijn ingericht om in de drijvende positie de vloeistof in het vloeistofreservoir vast te houden.3. Dispensing device as claimed in claim 2, characterized in that the discharge means are adapted to retain the liquid in the liquid reservoir in the floating position. 4. Doseerinrichting volgens conclusie 2 of 3, met het . kenmerk, dat in drijvende toestand de doseerinrichting een boven- en onderzijde heeft, waarbij de loosmiddelen zijn aangebracht nabij de bovenzijde en het vloeistofreservoir nabij de onderzijde.4. Dispensing device as claimed in claim 2 or 3, with the. characterized in that in the floating state the dosing device has an upper and lower side, the discharge means being arranged near the upper side and the liquid reservoir near the lower side. 5. Doseerinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de doseerinrichting langwerpig is en dat het voorste deel van de doseerinrichting een bolle vorm heeft.5. Dosing device as claimed in claim 4, characterized in that the dosing device is elongated and that the front part of the dosing device has a convex shape. 6. Doseerinrichting volgens een van de conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de doseerinrichting is ingericht om 30 te worden geplaatst in een stortbak van een toilet, die gevuld en geleegd kan worden met een tweede vloeistof, en de loosmiddelen in werking treden bij aanraking met een bodem van de stortbak. 1024948 » ♦6. Dosing device as claimed in any of the claims 2-5, characterized in that the dosing device is adapted to be placed in a cistern of a toilet, which can be filled and emptied with a second liquid, and the discharge means come into operation upon contact with a bottom of the cistern. 1024948 »♦ 7. Doseerinrichting volgens een van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de loosmiddelen ten minste een uitlaat omvatten.7. Dispensing device according to one of claims 1-6, characterized in that the discharge means comprise at least one outlet. 8. Doseerinrichting volgens conclusie 7, met hét 5 kenmerk, dat ten minste een uitlaat een open-verbinding is met het vloeistofreservoir.8. Dispensing device according to claim 7, characterized in that at least one outlet is an open connection to the liquid reservoir. 9. Doseerinrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de uitlaat een doorsnede heeft van tussen 3 mm en 6 mm.9. Dispensing device as claimed in claim 7 or 8, characterized in that the outlet has a cross-section of between 3 mm and 6 mm. 10. Doseerinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de loosmiddelen ten minste een tweede uitlaat met een doorsnede tussen 0,5 en 1,5 mm omvatten.10. Dispensing device as claimed in claim 9, characterized in that the discharge means comprise at least a second outlet with a diameter between 0.5 and 1.5 mm. 11. Doseerinrichting volgens een van de conclusies 7- 10, met het kenmerk, dat de loosmiddelen worden samengesteld 15 door een uitlaat met een doorsnede van tussen 3 mm en 6 mm, en nul of een aantal kleinere uitlaten.11. Dispensing device as claimed in any of the claims 7-10, characterized in that the discharge means are assembled by an outlet with a diameter of between 3 mm and 6 mm, and zero or a number of smaller outlets. 12. Doseerinrichting volgens een van de conclusies 1- 11, met het kenmerk, dat de tweedelige doseerinrichting een kopdeel en een staartdeel omvat koppelbaar middels een 20 schroefdraadkoppeling.12. Dispensing device as claimed in any of the claims 1-11, characterized in that the two-part dosing device comprises a head part and a tail part connectable by means of a threaded coupling. 13. Doseerinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het staartdeel twee naar buitenstaande vinnen heeft.A metering device according to claim 12, characterized in that the tail part has two outward-facing fins. 14. Samenstel van doseerinrichting volgens een van de 25 voorgaande conclusies en een eerste vloeistof gevormd door een viscose vloeistof met oppervlakte actieve stoffen.14. An assembly of a dosing device according to any one of the preceding claims and a first liquid formed by a viscose liquid with surfactants. 15. Samenstel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de viscose vloeistof met een viscositeit van ten minste 600 CPS.An assembly according to claim 14, characterized in that the viscose fluid with a viscosity of at least 600 CPS. 16. Werkwijze voor het reinigen van een toiletinrichting omvattende het verschaffen van een drijvende doseerinrichting, het vullen van de doseerinrichting met een eerste reinigende vloeistof, het aanbrengen van de 102494^ r ' * doseerinrichting in een stortbak van de toiletinrichting, het drijven van de doseerinrichting in de met water gevulde i stortbak, het spoelen van de toiletinrichting, het gedeeltelijk lozen van de vloeistof door de doseerinrichting 5 tijdens de spoeling van de toiletinrichting door het verlagen van een watemiveau van het water in de stortbak, waarbij de oriëntatie van de doseerinrichting wordt veranderd. 102494816. Method for cleaning a toilet device comprising providing a floating dosing device, filling the dosing device with a first cleaning liquid, arranging the dosing device in a cistern of the toilet device, driving the dosing device in the water-filled cistern, the flushing of the toilet device, the partial discharge of the liquid through the dosing device 5 during the flushing of the toilet device by lowering a water level of the water in the cistern, whereby the orientation of the dosing device is changed. 1024948
NL1024948A 2003-12-04 2003-12-04 Combination of controlled feed device and surface active material for cleaning toilet has first orientation and release components retaining first fluid in second orientation NL1024948C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024948A NL1024948C2 (en) 2003-12-04 2003-12-04 Combination of controlled feed device and surface active material for cleaning toilet has first orientation and release components retaining first fluid in second orientation

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024948 2003-12-04
NL1024948A NL1024948C2 (en) 2003-12-04 2003-12-04 Combination of controlled feed device and surface active material for cleaning toilet has first orientation and release components retaining first fluid in second orientation

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1024948C2 true NL1024948C2 (en) 2005-06-07

Family

ID=34806165

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1024948A NL1024948C2 (en) 2003-12-04 2003-12-04 Combination of controlled feed device and surface active material for cleaning toilet has first orientation and release components retaining first fluid in second orientation

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1024948C2 (en)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2624163A1 (en) * 1976-05-29 1977-12-08 Kurt Maier Float contg. disinfectant for insertion in toilet bowl - has waterproof casing open only at liq. level for economical usage
DE7910584U1 (en) * 1979-04-11 1979-10-31 Kirchner, Peter, Dipl.-Chem. Dr., 6600 Saarbruecken INDEPENDENT DOSING DEVICE FOR ACTIVE SUBSTANCES
EP1130178A2 (en) * 2000-02-04 2001-09-05 FALP S.r.l. Dispenser for the dosage of sanitizing and/or deodorant liquids, particularly for cisterns toilet bowls

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2624163A1 (en) * 1976-05-29 1977-12-08 Kurt Maier Float contg. disinfectant for insertion in toilet bowl - has waterproof casing open only at liq. level for economical usage
DE7910584U1 (en) * 1979-04-11 1979-10-31 Kirchner, Peter, Dipl.-Chem. Dr., 6600 Saarbruecken INDEPENDENT DOSING DEVICE FOR ACTIVE SUBSTANCES
EP1130178A2 (en) * 2000-02-04 2001-09-05 FALP S.r.l. Dispenser for the dosage of sanitizing and/or deodorant liquids, particularly for cisterns toilet bowls

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10669704B2 (en) Toilet balls with flushing water distributor
JP5770886B2 (en) Cleaning agent dispenser
JP5801961B2 (en) Insert for urinal outlet
US20080301866A1 (en) Cleaning Agent Dispenser for a Flushing Tank
PL180557B1 (en) Passive lavatory bowl cleaner dispensing system
WO2012014115A2 (en) Metered dosing bottle
JP2021525202A (en) Angled spout associated with a timer for distributing a controlled amount of liquid composition
EP1046756A1 (en) Automatic dispenser, particularly for detergent and deodorant liquid for toilet bowls
NL1024948C2 (en) Combination of controlled feed device and surface active material for cleaning toilet has first orientation and release components retaining first fluid in second orientation
US10947712B2 (en) Device for delaying introduction of agents to a cistern
CN112236370B (en) Angled spout associated with a timer for dispensing controlled amounts of liquid composition
US3174691A (en) Detergent dispenser having a compressible container
US20190360187A1 (en) Toilet Bowl Chemical Agent Dispenser
US4507811A (en) Toilet bowl dispenser
US20060289078A1 (en) Filling valve having a valve body and an essentially cylindrical displacement part
US5815850A (en) Method and apparatus for chemical dispensing into toilet bowl
DE10028630B4 (en) Integrated dispenser for detergent and rinse aid for a dishwasher
EP3779079B1 (en) Automated drain-cleaning, air-freshening device for drain traps of sinks, washbasins or the like
KR101577681B1 (en) Foam supply device
JP3479261B2 (en) Container with cap
JP4553087B2 (en) Drug discharge container
AR044785A1 (en) LIQUID DISPENSER DEVICE
DE19851001B4 (en) Device for dosing detergents
WO2003104086A3 (en) Dispensing device for cleaning agents
JP3657798B2 (en) Beverage dispenser

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080701