NL1024194C2

NL1024194C2 - Transport device.

Info

Publication number: NL1024194C2
Application number: NL1024194A
Authority: NL
Inventors: Jacobus Marie Van Den Goor
Original assignee: Vanderlande Ind Nederland
Priority date: 2003-08-29
Filing date: 2003-08-29
Publication date: 2005-03-01
Also published as: WO2005021410A1

Description

T rensporti nri chti ngT rensporti n r chti ng

BESCHRIJVINGDESCRIPTION

De uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting 5 voorzien van tenminste een tweetal toevoertransporteurs, alsmede van een tweetal afvoertransporteurs. Vele transportinrichtingen omvatten naast of boven elkaar opgestelde toevoertransporteurs met behulp waarvan voorwerpen kunnen worden overgebracht aan min of meer in het verlengde van de desbetreffende toevoertransporteurs gelegen afvoertransporteurs.The invention relates to a transport device 5 provided with at least two supply conveyors, as well as with two discharge conveyors. Many transport devices comprise feed conveyors arranged next to or above one another, with the aid of which objects can be transferred to discharge conveyors located more or less in line with the relevant feed conveyors.

10 In de praktijk bestaat echter vaak behoefte aan de mogelijkheid om met behulp van een toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen naar keuze over te brengen naar een van de afvoertransporteurs.In practice, however, there is often a need for the option of optionally transferring articles supplied with the aid of a feed conveyor to one of the discharge conveyors.

Een eerste aspect van de uitvinding heeft nu betrekking op 15 een transportinrichting voorzien van tenminste een tweetal boven elkaar opgestelde toevoertransporteurs, alsmede van tenminste een tweetal boven elkaar opgestelde afvoertransporteurs voor het afvoeren van met behulp van de toevoertransporteurs toegevoerde voorwerpen, waarbij tussen de afvoereinden van de toevoertransporteurs en naar de toevoertransporteurs 20 toegekeerde einden van de afvoertransporteurs overbrengmiddelen zijn aangebracht voor het overbrengen van voorwerpen vanaf de toevoertransporteurs naar de afvoertransporteurs, welke overbrengmiddelen om horizontale assen verzwenkbare hulptransporteurs omvatten, waarbij in een eerste stand van de overbrengmiddelen het afvoereinde van de bovenste 25 van het tweetal boven elkaar opgestelde toevoertransporteurs via de overbrengmiddelen in verbinding staat met de bovenste afvoertransporteur van het tweetal boven elkaar gelegen afvoertransporteurs en het afvoereinde van de onderste toevoertransporteur van het tweetal boven elkaar gelegen toevoertransporteurs via de overbrengmiddelen in 30 verbinding staat met de onderste van het tweetal afvoertransporteurs, terwijl in een tweede stand van de overbrengmiddelen een afvoereinde van 1024194A first aspect of the invention now relates to a transport device provided with at least two feed conveyors arranged one above the other, and with at least two discharge conveyors arranged one above the other for discharging objects supplied with the aid of the feed conveyors, wherein between the discharge ends of the feed conveyors feed conveyors and ends of the discharge conveyors facing the feed conveyors 20 are provided for transferring objects from the feed conveyors to the discharge conveyors, which transfer means comprise auxiliary conveyors pivotable about horizontal axes, wherein in a first position of the transfer means the discharge end of the upper 25 of the two feed conveyors arranged one above the other are connected via the transfer means to the upper discharge conveyor of the two discharge conveyors located one above the other and the discharge end of the third feed conveyor of the pair of superimposed feed conveyors via the transfer means is in communication with the lower of the pair of discharge conveyors, while in a second position of the transfer means a discharge end of 1024194

2 I2 I

een toevoertransporteur van het tweetal boven elkaar gelegen Ia feed conveyor of the two superimposed I

toevoertransporteurs via de overbrengmiddelen in verbinding staat met een Ifeed conveyors through the transfer means is connected to an I

andere afvoertransporteur van het tweetal boven elkaar gelegen Ianother discharge conveyor of the pair lying one above the other I

afvoertransporteurs dan in de eerste stand van de overbrengmiddelen, Idischarge conveyors then in the first position of the transfer means, I

5 terwijl een compensatiemechanisme is aangebracht voor het compenseren van I5 while a compensation mechanism is provided for compensating I

het verschil in door de overbrengmiddelen in de eerste stand en de tweede Ithe difference between the transfer means in the first position and the second I

stand te overbruggen afstand tussen een afvoereinde van een Idistance to be bridged between a discharge end of an I

toevoertransporteur en de naar de toevoertransporteurs toegekeerde Ifeed conveyor and the I facing the feed conveyors

uiteinden van het tweetal boven elkaar gelegen afvoertransporteurs. Iends of the two discharge conveyors located one above the other. I

10 Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding IBy applying the construction according to the invention I

kunnen op effectieve wijze de van een toevoertransporteur afkomstige Ican effectively remove the I from a feed conveyor

voorwerpen worden overgebracht naar een van de beide afvoertransporteurs, Iobjects are transferred to one of the two discharge conveyors, I

terwijl steeds een goede aansluiting van het afvoereinde van de Iwhile always ensuring a good connection of the discharge end of the I

desbetreffende toevoertransporteur met de gewenste afvoertransporteur te II supply the relevant supply conveyor with the desired discharge conveyor

15 bewerkstelligen is. I15 has been achieved. I

Een verder aspect van de uitvinding heeft betrekking op een IA further aspect of the invention relates to an I

transportinrichting voorzien van tenminste een tweetal naast elkaar Itransport device provided with at least two adjacent to each other I

gelegen toevoertransporteurs alsmede van een tweetal naast elkaar Iadjacent feed conveyors and two adjacent to each other I

opgestelde afvoertransporteurs voor het afvoeren van met behulp van de IDrain conveyors, arranged for discharging by means of the I

20 toevoertransporteurs toegevoerde voorwerpen, waarbij tussen de I20 articles supplied with feed conveyors, wherein between the I

afvoereinden van de toevoertransporteurs en naar de afvoereinden van de Idischarge ends of the feed conveyors and to the discharge ends of the I

toevoertransporteurs toegekeerde uiteinden van de afvoertransporteurs Isupply conveyors facing ends of the discharge conveyors I

overbrengmiddelen zijn aangebracht voor het overbrengen van voorwerpen Itransfer means are provided for transferring articles I

vanaf de toevoertransporteurs naar de afvoertransporteurs, welke Ifrom the supply conveyors to the discharge conveyors, which I

25 overbrengmiddelen tenminste een hulptransporteur omvatten alsmede een ITransfer means comprise at least one auxiliary conveyor and an I

verschuifmechanisme voor het verschuiven van op het bovenvlak van de Ishift mechanism for shifting on the upper surface of the I

hulptransporteur rustende voorwerpen, een en ander zodanig, dat tijdens Iauxiliary conveyor, resting objects, such that during I

bedrijf een van een afvoereinde van een toevoertransporteur afkomstig Icompany one originating from a discharge end of a feed conveyor I

voorwerp zonder in werking treden van het verschuifmechanisme via de Iobject without triggering of the shift mechanism via the I

30 tenminste ene hulptransporteur naar een eerste van het tweetal IAt least one auxiliary conveyor to a first of the pair I

afvoertransporteurs wordt overgebracht en bij in werking stellen van het Itransporters is transferred and when the I is put into operation

1024i' I1024 '

3 verschuifmechanisme via de hulptransporteur naar de andere van het tweetal afvoertransporteurs wordt overgebracht.3 shift mechanism is transferred via the auxiliary conveyor to the other of the two discharge conveyors.

Door toepassing van deze uitvoering kan door eenvoudig verschuiven van voorwerpen over een tussen de toevoertransporteurs en de 5 afvoertransporteurs opgestelde hulptransporteur het toevoeren van een met behulp van een toevoertransporteur toegevoerd voorwerp aan een gewenste afvoertransporteur worden bewerkstelligd.By applying this embodiment, by simply displacing objects over an auxiliary conveyor arranged between the feed conveyors and the discharge conveyors, the feeding of an object supplied with the aid of a feed conveyor can be effected to a desired discharge conveyor.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven mogelijke 10 uitvoeringsvormen van een transportinrichting volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to a number of possible embodiments of a transport device according to the invention shown in the accompanying figures.

Figuur 1 toont schematisch een zijaanzicht op een transportinrichting, die is voorzien van een tweetal boven elkaar opgestelde toevoertransporteurs, van een tweetal boven elkaar opgestelde afvoertransporteurs en van een tussen de toevoertransporteurs en 15 afvoertransporteurs opgestelde overbrengmiddelen, die in een eerste stand zijn weergegeven.Figure 1 schematically shows a side view of a conveyor, which is provided with two feed conveyors arranged one above the other, with two discharge conveyors arranged one above the other and with a transfer means arranged between the feed conveyors and discharge conveyors, which are shown in a first position.

Figuren 2 en 3 tonen een met figuur 1 overeenkomend zijaanzicht met de overbrengmiddelen in verschillende andere standen.Figures 2 and 3 show a side view corresponding with Figure 1 with the transfer means in various other positions.

Figuur 4 toont een deel van de in figuren 1-3 weergegeven 20 inrichting waarbij een verdere mogelijke uitvoeringsvorm van de overbrengmiddelen is aangeduid.Figure 4 shows a part of the device shown in figures 1-3, wherein a further possible embodiment of the transfer means is indicated.

Figuren 5-30 tonen verdere mogelijke uitvoeringsvormen van een transportinrichting, die voorzien is van een tweetal boven elkaar opgestelde toevoertransporteurs alsmede van een tweetal boven elkaar 25 opgestelde afvoertransporteurs met daartussen opgestelde overbrengmiddelen.Figures 5-30 show further possible embodiments of a transport device which is provided with two feed conveyors arranged one above the other and with two discharge conveyors arranged one above the other with transfer means arranged between them.

Figuren 31-37 tonen schematisch een transportinrichting volgens de uitvinding, die voorzien is van een drietal boven elkaar opgestelde toevoertransporteurs, van een drietal boven elkaar opgestelde 30 afvoertransporteurs alsmede van tussen de toevoertransporteurs en de afvoertransporteurs opgestelde overbrengmiddelen.Figures 31-37 schematically show a transport device according to the invention, which is provided with three feed conveyors arranged one above the other, with three discharge conveyors arranged one above the other and with transfer means arranged between the feed conveyors and the discharge conveyors.

• 1024194 ;1024194;

Figuren 38-43 tonen een bovenaanzicht op verschillende IFigures 38-43 show a top view of different I

uitvoeringsvormen van een inrichting, die voorzien is van een tweetal Iembodiments of a device which is provided with two I

naast elkaar opgestelde toevoertransporteurs, van een tweetal naast Isupply conveyors arranged next to each other, of two next to I

elkaar opgestelde afvoertransporteurs alsmede van tussen de Imutually disposed discharge conveyors and from between the I

5 toevoertransporteurs en de afvoertransporteurs opgestelde I5 supply conveyors and the discharge conveyors arranged I

overbrengmiddelen. Itransmission means. I

De in de figuren 1-3 schematisch weergegeven IThe diagrammatically shown in Figures 1-3

transportinrichting omvat een tweetal boven elkaar opgestelde Itransport device comprises two I arranged one above the other

toevoertransporteurs 1 en 2 alsmede een hoofdzakelijk in het verlengde Ifeed conveyors 1 and 2 as well as a substantially extended I

10 van de toevoertransporteur 1 gelegen afvoertransporteur 3 en een onder de I10 from the supply conveyor 1 and a discharge conveyor 3 located below the I

afvoertransporteur gelegen, hoofdzakelijk in het verlengde van de Idischarge conveyor, mainly in line with the I

toevoertransporteur 2 opgestelde afvoertransporteur 4. Tussen de in Isupply conveyor 2 discharge conveyor 4. arranged between the in I

figuur 1 weergegeven, naar elkaar toegekeerde uiteinden van de IFigure 1 shows the ends of the I facing each other

toevoertransporteurs 1 en 2 en de afvoertransporteurs 3 en 4 zijn Isupply conveyors 1 and 2 and the discharge conveyors 3 and 4 are I

15 overbrengmiddelen 5 aangebracht. Met behulp van de toevoertransporteurs I15 transfer means 5 are provided. With the help of the feed conveyors I

in de richting volgens pijl A toegevoerde voorwerpen kunnen, zoals met IObjects supplied in the direction of arrow A can, as with I

pijlen B aangeduid, door de overbrengmiddelen 5 worden overgebracht naar Iarrows B indicated by transfer means 5 are transferred to I

de afvoertransporteurs voor het verder transporteren van de voorwerpen in Ithe discharge conveyors for further transporting the objects in I

de richting volgens pijl C. Ithe direction according to arrow C. I

20 Zoals uit de figuren 1-3 duidelijk zal zijn worden in deze IAs will be apparent from Figures 1-3, in this I

uitvoeringsvorm de overbrengmiddelen gevormd door om horizontale assen Ithe transfer means formed by about horizontal axes I

verzwenkbare hulptransporteurs. Daarbij is een op het afvoereinde van de Ipivotable auxiliary conveyors. In addition, one is at the discharge end of the I

bovenste toevoertransporteur 1 aansluitend uiteinde van een Iupper feed conveyor 1 connecting end of an I

hulptransporteur 6 verzwenkbaar om een nabij dit afvoereinde van de Iauxiliary conveyor 6 pivotable about a near this discharge end of the I

25 toevoertransporteur 1 gelegen horizontale zwenkas 7. Een verdere IHorizontal pivot axis 7 located at feed conveyor 1. A further I

hulptransporteur 8, die aansluit op het afvoereinde van de Iauxiliary conveyor 8, which connects to the discharge end of the I

toevoertransporteur 2 is op soortgelijke wijze verzwenkbaar om een nabij Ifeed conveyor 2 is pivotable in a similar manner about a near I

het afvoereinde van de toevoertransporteur 2 gelegen horizontale zwenkas Ihorizontal pivot axis I located at the discharge end of the feed conveyor 2

9. Een verdere hulptransporteur 10 is verzwenkbaar om een horizontale as I9. A further auxiliary conveyor 10 is pivotable about a horizontal axis I

30 ii, die gelegen is nabij het naar de toevoertransporteur 1 toegekeerde IIi, which is located near the I facing the feed conveyor 1

uiteinde van de afvoertransporteur 3. Op soortgelijke wijze is een Iend of the discharge conveyor 3. Similarly, an I

__J_024194 | 5 verdere hulptransporteur 12 verzwenkbaar om een horizontale zwenkas 13, die nabij het naar de toevoertransporteur 2 toegekeerde uiteinde van de afvoertransporteur 4 is gelegen.__J_024194 | 5 further auxiliary conveyor 12 pivotable about a horizontal pivot axis 13, which is located near the end of the discharge conveyor 4 facing the supply conveyor 2.

In de in de figuur 1 weergegeven stand liggen de op de 5 bovenste toevoertransporteur 1 en de bovenste afvoertransporteur 3 aansluitende hulptransporteurs 6 en 10 in eikaars verlengde, terwijl de beide op de onderste toevoertransporteur 2 resp. onderste afvoertransporteur 4 aansluitende hulptransporteurs 8 en 12 eveneens in eikaars verlengde liggen. Het zal duidelijk zijn, dat in deze stand van 10 de de hulptransporteurs omvattende overbrengmiddelen 5 met behulp van de bovenste toevoertransporteur 1 toegevoerde voorwerpen via de hulptransporteurs 6 en 10 zullen worden overgebracht naar de afvoertransporteur 3, terwijl met behulp van de onderste toevoertransporteur 2 toegevoerde voorwerpen met behulp van de 15 hulptransporteurs 8 en 12 zullen worden overgebracht naar de onderste afvoertransporteur 4.In the position shown in Fig. 1, the auxiliary conveyors 6 and 10 connecting to the upper feed conveyor 1 and the upper discharge conveyor 3 are in line with each other, while the two are connected to the lower feed conveyor 2, respectively. lower discharge conveyor 4 connecting auxiliary conveyors 8 and 12 are also in line with each other. It will be clear that in this position of transfer means 5 comprising the auxiliary conveyors, objects supplied with the aid of the upper feed conveyor 1 will be transferred via the auxiliary conveyors 6 and 10 to the discharge conveyor 3, while objects supplied with the aid of the lower feed conveyor 2 with the aid of the auxiliary conveyors 8 and 12 will be transferred to the lower discharge conveyor 4.

Om nu voorwerpen vanaf de bovenste toevoertransporteur 1 toe te kunnen voeren aan de onderste afvoertransporteur 4 kan de op de bovenste toevoertransporteur 1 aansluitende hulptransporteur 6 naar 20 beneden worden verzwenkt, en kan de op de onderste transporteur 4 aansluitende hulptransporteur 12 omhoog worden verzwenkt, zodanig, dat de beide hulptransporteurs 6 en 12 tenminste nagenoeg in eikaars verlengde zullen zijn gelegen, zoals weergegeven in figuur 2. Om daarbij voldoende vrije hoogte te verkrijgen voor met behulp van de hulptransporteurs 6 en 25 12 verplaatste voorwerpen kan daarbij, zoals eveneens weergegeven in figuur 2, de op de afvoertransporteur 3 aansluitende hulptransporteur 10 omhoog worden verzwenkt.In order to now be able to feed objects from the upper feed conveyor 1 to the lower feed conveyor 4, the auxiliary conveyor 6 connecting to the upper feed conveyor 1 can be pivoted downwards, and the auxiliary conveyor 12 connecting to the lower conveyor 4 can be pivoted upwards, such that that the two auxiliary conveyors 6 and 12 will be located at least substantially in line with each other, as shown in figure 2. In order to thereby obtain sufficient free height for objects displaced with the aid of the auxiliary conveyors 6 and 12, it is possible here, as also shown in figure 2 the auxiliary conveyor 10 connecting to the discharge conveyor 3 is pivoted upwards.

Op soortgelijke wijze kan voor het overbrengen van voorwerpen vanaf de onderste toevoertransporteur 2 naar de bovenste 30 afvoertransporteur 3 de op de onderste toevoertransporteur 2 aansluitende hulptransporteur 8 omhoog worden verzwenkt en de op de bovenste 10241 94Similarly, for transferring objects from the lower supply conveyor 2 to the upper discharge conveyor 3, the auxiliary conveyor 8 which connects to the lower supply conveyor 2 and the upper 10241 94 can be pivoted upwards.

6 I6 I

afvoertransporteur 3 aansluitende hulptransporteur 10 naar beneden worden Idischarge conveyor 3 connecting auxiliary conveyor 10 can be lowered I

verzwenkt, zodanig, dat deze beide hulptransporteurs tenminste nagenoeg Ipivoted, such that these two auxiliary conveyors are at least substantially I

in eikaars verlengde komen te liggen, zoals weergegeven in figuur 3. Ibecome aligned, as shown in Figure 3. I

Daarbij kan, zoals ook weergegeven in figuur 3, de op de bovenste IThereby, as also shown in Figure 3, the one on the top I

5 toevoertransporteur 1 aansluitende hulptransporteur 6 omhoog worden I5 feed conveyor 1 connecting auxiliary conveyor 6 can be raised I

verzwenkt om voldoende ruimte te verschaffen voor over de Ipivoted to provide sufficient space for across the I

hulptransporteurs bewegende voorwerpen. Iauxiliary conveyors moving objects. I

Zoals echter in het bijzonder uit figuren 2 en 3 duidelijk IHowever, as in particular from Figures 2 and 3, clearly I

zal zijn is de afstand, die door de hulptransporteurs in een in figuren 2 Iwill be the distance that the auxiliary conveyors in a

10 en 3 weergegeven verzwenkte stand moet worden overbrugd, groter dan de IThe rotated position shown in Figs. 10 and 3 must be bridged, greater than the I

afstand, die door de hulptransporteurs moet worden overbrugd tussen een Idistance to be bridged by an I between the auxiliary conveyors

toevoertransporteur en een tenminste nagenoeg in het verlengde met deze Ifeed conveyor and at least substantially in line with this I

toevoertransporteur gelegen afvoertransporteur. Isupply conveyor located discharge conveyor. I

Om toch een gelijkmatig transport van de voorwerpen te IIn order to ensure even transport of the objects I

15 kunnen waarborgen, omvatten de overbrengmiddelen ook een I15, the transfer means also include an I

compensatiemechanisme voor het compenseren van dit afstandsverschil. Icompensation mechanism for compensating for this distance difference. I

In de 1n de figuren 1-3 weergegeven uitvoeringsvorm aan het IIn the embodiment shown in FIGS. 1-3 on the I

van de toevoertransporteur 1 afgekeerde uiteinde van de op deze Iend of the end remote from the feed conveyor 1 from the latter

toevoertransporteur aansluitende hulptransporteur 6 een Iauxiliary conveyor connecting auxiliary conveyor 6 an I

20 compensatiemechansime aangebracht, dat voorzien is van een zich over de I20 a compensation mechanism is provided, which is provided with an over the I

breedte van de hulptransporteurs 6 en 10 uitstrekkende rol 14, die met Iwidth of the auxiliary conveyors 6 and 10 extending roller 14, which with I

behulp van armen 15 zwenkbaar aan het vrije uiteinde van de Iby means of arms 15 pivotable at the free end of the I

hulptransporteur 6 is gekoppeld. In de in figuur 1 weergegeven stand ligt Iauxiliary conveyor 6 is coupled. I is in the position shown in Figure 1

de rol 14 lager dan de op elkaar aansluitende uiteinden van de Ithe roller 14 lower than the connecting ends of the I

25 hulptransporteurs 6 en 10. In de in figuur 2 weergegeven stand van de IAuxiliary conveyors 6 and 10. In the position of the I shown in figure 2

hulptransporteurs zijn de armen 15 met de daardoor ondersteunde rol 14 Iauxiliary conveyors are the arms 15 with the roller 14 I supported thereby

met behulp van geschikte verstelmiddelen over een hoek van bijvoorbeeld Iwith the aid of suitable adjusting means through an angle of, for example, I

ongeveer 90° verzwenkt, zodanig, dat de rol 15 is gelegen tussen de op Iswiveled about 90 ° such that the roller 15 is located between the on I

afstand van elkaar gelegen naar elkaar toegekeerde uiteinden van de beide Ispaced apart facing ends of the two I

30 hulptransporteurs 6 en 12 ter compensatie van het verschil in afstand I30 auxiliary conveyors 6 and 12 to compensate for the difference in distance I

tussen de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de in hoofdzaak inbetween the opposite ends of the substantially

102419’ I102419 "I

7 eikaars verlengde gelegen toevoertransporteur en afvoertransporteur en de afstand tussen de toevoertransporteur 1 en de lager gelegen afvoertransporteur 4.7 each other is an extended supply conveyor and discharge conveyor and the distance between the supply conveyor 1 and the lower-lying discharge conveyor 4.

Op soortgelijke wijze is aan het van de toevoertransporteur 5 2 af gekeerde uiteinde van de hulptransporteur 8 met behulp van armen 16 een rol 17 gekoppeld, die in de stand, waarin de beide onderste hulptransporteurs 8 en 12 in eikaars verlengde zijn gelegen lager is gelegen dan de op elkaar aansluitende uiteinden van deze hulptransporteurs 8 en 12, terwijl in de omhoog gezwenkte stand van de 10 hulptransporteur 8 de rol is verzwenkt in de ruimte tussen de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de omhoog gezwenkte hulptransporteur 8 en de omlaag gezwenkte hulptransporteur 10, zoals weergegeven in figuur 3.In a similar manner a roller 17 is coupled to the end of the auxiliary conveyor 8 remote from the feed conveyor 2 with the aid of arms 16, which roller is lower than the position in which the two lower auxiliary conveyors 8 and 12 are in line with each other. the adjoining ends of these auxiliary conveyors 8 and 12, while in the swiveled-up position of the auxiliary conveyor 8 the roller is pivoted in the space between the facing ends of the swiveled auxiliary conveyor 8 and the swiveled-down auxiliary conveyor 10, such as shown in Figure 3.

Het zal duidelijk zijn, dat met behulp van het de armen 15 de rol 14 omvattende compensatiemechanisme kan worden gecompenseerd voor 15 het verschil in afstand tussen de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de toevoertransporteur 1 en de afvoertransporteur 3 en de afstand tussen het afvoereinde van de toevoertransporteur 1 en het naar de toevoertransporteur 2 gekeerde uiteinde van de afvoertransporteur 4, terwijl met het de armen 16 en de rol 17 omvattende compensatiemechanisme 20 kan worden gecompenseerd voor het verschil in afstand tussen de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de toevoertransporteur 2 en de afvoertransporteur 4 en de afstand tussen het afvoereinde van de toevoertransporteur 2 en het naar de toevoertransporteur 1 toegekeerde uiteinde van de afvoertransporteur 3.It will be clear that with the aid of the compensation mechanism comprising the arms 15 the roller 14 can be compensated for the difference in distance between the facing ends of the feed conveyor 1 and the discharge conveyor 3 and the distance between the discharge end of the feed conveyor 1 and the end of the discharge conveyor 4 facing the feed conveyor 2, while the compensation mechanism 20 comprising the arms 16 and the roller 17 can compensate for the difference in distance between the ends of the feed conveyor 2 facing towards each other and the discharge conveyor 4 and the distance between the discharge end of the feed conveyor 2 and the end of the discharge conveyor 3 facing the feed conveyor 1.

25 Hoewel in de figuren 1 en 3 de verschillende transporteurs schematisch zijn weergegeven als eindloze transportbanden zal het duidelijk zijn dat de transporteurs ook een andere opbouw kunnen hebben en bijvoorbeeld gevormd kunnen zijn door rollentransporteurs.Although in Figs. 1 and 3 the different conveyors are schematically shown as endless conveyor belts, it will be clear that the conveyors can also have a different structure and can for instance be formed by roller conveyors.

Verder zijn in de hieronder nog nader te beschrijven 30 uitvoeringsvormen die onderdelen, die overeenkomen met de hierboven aan de hand van de figuren 1-3 beschreven onderdelen voorzien van dezelfde 1024194Furthermore, in the embodiments still to be described below, those parts which correspond to the parts described above with reference to Figures 1-3 are provided with the same 1024194

8 I8 I

verwijzingscijfers als gebruikt in de figuren 1-3. Ireference numerals as used in Figures 1-3. I

Zoals schematisch in figuur 4 is aangeduid kan in plaats IAs shown schematically in Figure 4, place I can be placed

van de met de hulptransporteurs mee verzwenkbare rollen 14 en 17 een Iof the rollers 14 and 17 pivotable with the auxiliary conveyors an I

enkele een compensatiemechanisme vormende rol 18 vast zijn opgesteld ter Isome of the rollers 18 forming a compensation mechanism are fixedly arranged for I

5 hoogte van het verticale vlak, dat zich uitstrekt ter hoogte van de naar I5 height of the vertical plane which extends at the height of the to I

elkaar toegekeerde uiteinden van de hulptransporteurs indien deze Imutually facing ends of the auxiliary conveyors if these I

hulptransporteurs in eikaars verlengde zijn gelegen en wel in een Iauxiliary conveyors are located in line with each other and in an I

zodanige stand, dat de rol 18 tussen de naar elkaar toegekeerde uiteinden Isuch that the roller 18 between the ends facing each other I

van de in de stand volgens figuur 2 of figuur 3 verzwenkte Iof the I pivoted in the position according to figure 2 or figure 3

10 hulptransporteurs zal liggen. Een dergelijke opstelling van een dergelijk I10 auxiliary carriers. Such an arrangement of such an I

door een enkele rol 18 gevormd compensatiemechanisme zal in het algemeen ICompensation mechanism formed by a single roll 18 will generally be I

slechts toepasbaar zijn indien een dergelijke vast opgestelde rol niet in Ionly be applicable if such a fixed role is not in I

conflict zal komen met vanaf de onderste toevoertransporteur 2 naar de Iconflict will come from the lower supply conveyor 2 to the I

onderste afvoertransporteur 4 getransporteerde voorwerpen gezien de Ilower discharge conveyor 4 objects transported in view of the I

15 hoogte van deze voorwerpen. I15 height of these objects. I

De in de figuren 5-7 weergegeven transportinrichting komt IThe transport device shown in Figs. 5-7 comes I

in hoofdzaak overeen met de hierboven aan de hand van de figuren 1-3 Isubstantially corresponds to the above with reference to Figures 1-3 I

beschreven transportinrichting. Idescribed transport device. I

Bij deze uitvoeringsvorm is naast het aan het vrije IIn this embodiment, in addition to the free I

20 uiteinde van de op de toevoertransporteur 2 aansluitende hulptransporteur IThe end of the auxiliary conveyor I connecting to the feed conveyor 2

8 aangebrachte compensatiemechanisme in de vorm van de armen 16 en een I8 compensating mechanism in the form of the arms 16 and an I

rol 17 op het van de afvoertransporteur 4 afgekeerde uiteinde van de Iroll 17 on the end of the I remote from the discharge conveyor 4

hulptransporteur 12 een compensatiemechanisme in de vorm van armen 19 en Iauxiliary conveyor 12 a compensation mechanism in the form of arms 19 and I

een door deze armen ondersteunde rol 20 aangebracht. Zoals in figuur 6 Ia roller 20 supported by these arms. As in figure 6 I

I 25 weergegeven wordt het door de armen 19 en de rol 20 gevormde I25 is shown by the arms 19 and the roller 20

I compensatiemechanisme benut voor het overbruggen van de afstand tussen II utilized a compensation mechanism for bridging the distance between I

I het vrije uiteinde van de naar beneden gezwenkte hulptransporteur 6 en de IThe free end of the auxiliary conveyor 6 swung downwards and the I

I omhoog gezwenkte hulptransporteur 12, terwijl het door de arm 16 en de IThe auxiliary conveyor 12 swiveled upwards, while passing through the arm 16 and the I

I rol 17 gevormde compensatiemechanisme wordt benut voor het opvullen van IThe compensation mechanism formed in roller 17 is used to fill I

I 30 de tussenruimte tussen de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de omhoog IThe spacing between the facing ends of the upward I

I gezwenkte hulptransporteur 8 en de naar beneden gezwenkte II swiveled auxiliary conveyor 8 and the swiveled down I

I 1 o i? 4 II 1 o i? 4 I

9 hulptransporteur 10 (figuur 7).9 auxiliary conveyor 10 (Figure 7).

Bij de in de figuren 8-10 weergegeven uitvoeringsvorm is aan het vrije uiteinde van ieder van de hulptransporteurs 6, 8, 10 en 12 met behulp van een tweetal armen 21 een zich over de breedte van de 5 desbetreffende hulptransporteur uitstrekkende rol 22 aangebracht. In de stand» waarin de bovenste hulptransporteurs 6 en 10 in eikaars verlengde zijn gelegen en de onderste hulptransporteurs 8 en 12 in eikaars verlengde zijn gelegen zijn de desbetreffende rollen 22 onder de aan elkaar aangrenzende uiteinden van de desbetreffende hulptransporteurs 10 gelegen.In the embodiment shown in Figs. 8-10, at the free end of each of the auxiliary conveyors 6, 8, 10 and 12, by means of two arms 21, a roller 22 extending over the width of the respective auxiliary conveyor is provided. In the position in which the upper auxiliary conveyors 6 and 10 are in line with each other and the lower auxiliary conveyors 8 and 12 are in line with each other, the respective rollers 22 are situated under the adjacent ends of the respective auxiliary conveyors 10.

Indien» zoals in figuur 9 weergegeven» de op de bovenste toevoertransporteur 1 aansluitende hulptransporteur 6 naar beneden is gezwenkt en de op de onderste afvoertransporteur 4 aansluitende hulptransporteur omhoog is gezwenkt zijn de met de uiteinden van de 15 desbetreffende hulptransporteurs 6 en 12 gekoppelde rollen 22 in de tussen de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de hulptransporteurs 6 en 12 gelegen ruimte gezwenkt om dienst te doen als compensatiemechanisme. In de stand, waarin de op de onderste toevoertransporteur 2 aangesloten hulptransporteur 8 omhoog is gezwenkt en de op de bovenste 20 afvoertransporteur 3 aansluitende hulptransporteur 10 omlaag is gezwenkt zijn de met de uiteinden van de desbetreffende hulptransporteurs gekoppelde rollen 22 in de tussen de naar elkaar toegekeerde uiteinden van deze hulptransporteurs 8 en 10 gelegen ruimte gezwenkt om te dienen als compensatiemechanisme voor het overbruggen van de afstand tussen de 25 naar elkaar toegekeerde uiteinden van de hulptransporteurs 8 en 10 (figuur 10).If, as shown in Figure 9, the auxiliary conveyor 6 connecting to the upper feed conveyor 1 is pivoted downwards and the auxiliary conveyor connecting to the lower discharge conveyor 4 is pivoted upwards, the rollers 22 coupled to the ends of the respective auxiliary conveyors 6 and 12 are in the space located between the facing ends of the auxiliary conveyors 6 and 12 to serve as a compensation mechanism. In the position in which the auxiliary conveyor 8 connected to the lower supply conveyor 2 is pivoted upwards and the auxiliary conveyor 10 connecting to the upper discharge conveyor 3 is pivoted downwards, the rollers 22 coupled to the ends of the respective auxiliary conveyors are in the between the facing towards each other pivoting at the ends of these auxiliary conveyors 8 and 10 to serve as a compensation mechanism for bridging the distance between the mutually facing ends of the auxiliary conveyors 8 and 10 (Fig. 10).

Zoals schematisch weergegeven 1n figuur 11 zal het ook denkbaar zijn om in plaats van de rollen 22 met de uiteinden van de hulptransporteurs te koppelen op soortgelijke wijze als aangeduid in 30 figuur 4 voor de rol 18 een tweetal rollen 23 op te stellen, die samen verzwenkbaar zijn om een zich horizontaal uitstrekkende scharnieras, 1024184As shown diagrammatically in Figure 11, it will also be conceivable to instead of coupling the rollers 22 to the ends of the auxiliary conveyors in a similar manner as indicated in Figure 4 for the roller 18 to arrange two rollers 23 which can pivot together are about a horizontally extending pivot axis, 1024184

10 I10 I

zodanig, dat de beide rollen 23 om deze scharnieras kunnen worden Isuch that the two rollers 23 can be connected about this pivot axis

verzwenkt in een stand zoals in figuur 9 weergegeven voor de beide met de Ipivoted in a position as shown in Figure 9 for the two with the I

hulptransporteurs 6 en 12 gekoppelde rollen 22 en een stand, zoals in Iauxiliary conveyors 6 and 12 coupled rollers 22 and a position, as in I

figuur 10 weergegeven voor de beide met de hulptransporteurs 8 en 10 IFigure 10 is shown for the two with the auxiliary conveyors 8 and 10 I

5 weergegeven rollen 22. Het zal duidelijk zijn, dat ook deze vaste I5 roles 22. It will be clear that this fixed I

opstelling van de beide rollen 23 slechts toepasbaar is, indien deze Iarrangement of the two rollers 23 is only applicable if this I

rollen 23 niet in conflict zullen komen met door de onderste Irollers 23 will not come into conflict with the lower I

toevoertransporteur naar de onderste afvoertransporteur over te brengen Itransferring the feed conveyor to the lower discharge conveyor I

voorwerpen. Iobjects. I

10 In plaats van de aan de naar elkaar toegekeerde uiteinden I10 Instead of the ends facing each other I

van de onderste hulptransporteur 8 en 12 gekoppelde rollen 22 zoals Irollers 22 such as I coupled from the lower auxiliary conveyor 8 and 12

weergegeven in figuren 8-10 zijn bij de uitvoeringsvorm volgens figuren I8-10 are in the embodiment of FIGS

12-14 met de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de hulptransporteurs 8 I12-14 with the opposite ends of the auxiliary conveyors 8 I

en 12 als compensatiemechanismen korte transportbandjes 25 resp. 26 Iand 12 as compensation mechanisms, short conveyor belts 25 resp. 26 I

15 gekoppeld. In de stand, waarin de beide onderste hulptransporteurs 8 en I15 linked. In the position in which the two lower auxiliary conveyors 8 and I

12 in eikaars verlengde zijn gelegen hangen deze transportbandjes 25 en I12 are in line with each other, these conveyor belts 25 and I hang

- 26 onder de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de hulptransporteurs 8 I26 under the facing ends of the auxiliary conveyors 8 I

en 12 (figuur 12). Iand 12 (Figure 12). I

Indien de op de bovenste toevoertransporteur 1 aansluitende IIf the I connecting to the upper feed conveyor 1

20 hulptransporteur 6 naar beneden is gezwenkt en de op de onderste IThe auxiliary conveyor 6 is pivoted downwards and the one on the lower I

afvoertransporteur 4 aansluitende hulptransporteur 12 omhoog is gezwenkt Idischarge conveyor 4 connecting auxiliary conveyor 12 is pivoted upwards I

is het op het vrije uiteinde van de onderste hulptransporteur 12 Iit is on the free end of the lower auxiliary conveyor 12 I

aansluitend transportbandje 26 als compensatiemechanisme gezwenkt tussen Iconnecting conveyor belt 26 pivoted between I as a compensation mechanism

de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de beide hulptransporteurs 6 en Ithe ends of the two auxiliary conveyors 6 and I facing each other

25 12, een en ander zoals weergegeven in figuur 13. I12, all this as shown in figure 13. I

Indien de op de onderste toevoertransporteur 2 aangesloten IIf the I connected to the lower feed conveyor 2

hulptransporteur 8 omhoog gezwenkt is en de op de bovenste Iauxiliary conveyor 8 is pivoted upwards and the upper I

afvoertransporteur 3 aansluitende hulptransporteur 10 naar beneden Idischarge conveyor 3 connecting auxiliary conveyor 10 downwards I

gezwenkt is is het op vrije uiteinde van de hulptransporteur 8 Iit is pivoted on the free end of the auxiliary conveyor 8 I

30 aansluitende transportbandje 25 als compensatiemechanisme gezwenkt in de I30 connecting conveyor belt 25 pivoted into the I as compensation mechanism

ruimte tussen de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de Ispace between the facing ends of the I

10241 94 I10241 94 I

11 hulptransporteurs 8 en 10, zoals weergegeven in figuur 14.11 auxiliary conveyors 8 and 10, as shown in Figure 14.

Het zal duidelijk zijn, dat met behulp van een dergelijk transportbandje 25, 26 als compensatiemechanisme een grotere afstand tussen de schuin opgestelde hulptransportbanden 6 en 12 resp. 8 en 10 te 5 overbruggen is onder het handhaven van een goede overdracht van de te transporteren voorwerpen.It will be clear that with the aid of such a conveyor belt 25, 26 as a compensation mechanism a greater distance between the tilted auxiliary conveyor belts 6 and 12 and 12, respectively. 8 and 10 can be bridged while maintaining a good transfer of the objects to be transported.

Verder zal het duidelijk zijn, dat het eventueel ook mogelijk is om de transportbandjes 25, 26 in plaats van aan de vrije uiteinden van de onderste hulptransporteurs 8, 12 te koppelen met de 10 vrije uiteinden van de bovenste hulptransporteurs 6 en 10 te koppelen.Furthermore, it will be clear that it is possibly also possible to couple the conveyor belts 25, 26 instead of the free ends of the lower auxiliary conveyors 8, 12 to the free ends of the upper auxiliary conveyors 6 and 10.

Ook is het mogelijk de transportbandjes aan de vrije uiteinden van de beide hulptransporteurs 6 en 8 of aan de vrije uiteinden van de hulptransporteurs 10 en 12 aan te brengen.It is also possible to arrange the conveyor belts at the free ends of the two auxiliary conveyors 6 and 8 or at the free ends of the auxiliary conveyors 10 and 12.

Verder is het mogelijk een dergelijk een 15 compensatiemechanisme vormend bandje 25, 26 op te stellen zoals aangeduid voor het door de rollen 23 gevormde compensatiemechanisme in figuur 11.Furthermore, it is possible to arrange such a strap 25, 26 forming a compensation mechanism as indicated for the compensation mechanism formed by the rollers 23 in Figure 11.

Bij de in de figuren 15-17 weergegeven uitvoeringsvorm is de bij het vrije uiteinde van de hulptransporteur 6 gelegen omleidrol 27 voor een eindloze transportband 28 van de hulptransporteur 6 gelegerd in 20 een gestel deel, dat ten opzichte van het overige gestel van de hulptransporteur 6 in de lengterichting van de hulptransporteur 6 heen en weer verschuifbaar is met behulp van niet nader weergegeven verstelmiddel en.In the embodiment shown in Figs. 15-17, the deflecting roller 27 located at the free end of the auxiliary conveyor 6 for an endless conveyor belt 28 of the auxiliary conveyor 6 is mounted in a frame part which, relative to the other frame of the auxiliary conveyor 6 can be moved back and forth in the longitudinal direction of the auxiliary conveyor 6 with the aid of adjusting means and not shown in further detail.

Daarbij is de transportband 28 geleid om een tweetal 25 omleidrollen 29 en een daartussen opgestelde lager gelegen danserrol 30, die tegen veerdruk in omhoog beweegbaar is.The conveyor belt 28 is thereby guided around two deflection rollers 29 and a lower dancer roller 30 disposed between them, which is movable upwards against spring pressure.

Op soortgelijke wijze is de bij het vrije uiteinde van de hulptransporteur 10 opgestelde omleidrol 31 van een deel van de hulptransporteur 10 uitmakende transportband 32 in lengterichting van de 30 hulptransporteur 10 heen en weer verschuifbaar. Daarbij is de transportband 32 ook geleid om een tweetal omleidrollen 33 en een tegen 1024194 1Similarly, the guide roller 31 arranged at the free end of the auxiliary conveyor 10 can be moved back and forth in the longitudinal direction of the auxiliary conveyor 10 forming part of the auxiliary conveyor 10. The conveyor belt 32 is also guided around two deflection rollers 33 and one against 1024194 1

12 I12 I

veerdruk in omhoog beweegbare danserrol 34. Ispring pressure in upwardly movable dancer roll 34. I

In de in de figuur 16 weergegeven stand van deze IIn the position of this I shown in Figure 16

transportinrichting waarin de op het afvoereinde van de Iconveyor device wherein the at the discharge end of the I

toevoertransporteur 1 aansluitende hulptransporteur 6 naar beneden is Ifeed conveyor 1 connecting auxiliary conveyor 6 is downwards I

5 gezwenkt en de op de onderste afvoertransporteur 4 aansluitende I5 and the I connecting to the lower discharge conveyor 4

hulptransporteur 12 omhoog is gezwenkt is de omleidrol 27 van de Iauxiliary conveyor 12 is pivoted upwards is the deflection roller 27 of the I

hulptransporteur 6 in de lengterichting van de hulptransporteur 6 Iauxiliary conveyor 6 in the longitudinal direction of the auxiliary conveyor 6 I

verplaatst in de richting van de vrije uiteinde van de hulptransporteur Imoved in the direction of the free end of the auxiliary conveyor I

12 onder het tegen veerdruk in verplaatsen van de danserrol 30. Het zal I12 while moving the dancer roller 30 against spring pressure. It will be I

10 dus duidelijk zijn, dat hier de verstelbare omleidrol 27 met de I10 so that it is clear here that the adjustable deflection roller 27 with the I

verplaatsbare danserrol 30 heeft gewerkt als compensatiemechanisme voor Imovable dancer role 30 has acted as a compensation mechanism for I

het overbruggen van de afstand tussen de uiteinden van de verzwenkte Ibridging the distance between the ends of the pivoted I

hulptransporteurs 6 en 12. Iauxiliary conveyors 6 and 12. I

Op soortgelijke wijze zal de verplaatsbare omleidrol 31 en ISimilarly, the movable deflection rollers 31 and I

15 de tegen veerdruk in verplaatsbare danserrol 34 met de daarmee I15 the dancer roller 34 which is displaceable against spring pressure and with it I

samenwerkende onderdelen van de hulptransporteur 10 werken als een Icooperating parts of the auxiliary conveyor 10 act as an I

compensatiemechanisme om te bewerkstelligen, dat de naar elkaar Icompensation mechanism to ensure that the I

toegekeerde uiteinden van de verzwenkte hulptransporteurs 8 en 10 op Ifacing ends of the pivoted auxiliary conveyors 8 and 10 on I

elkaar aansluiten, zoals afgebeeld in figuur 17. Iconnect each other, as shown in Figure 17. I

20 De in figuren 18-20 weergegeven uitvoeringsvorm komt 1n IThe embodiment shown in Figs. 18-20 comes 1n

grote lijnen overeen met de in de figuren 15-17 weergegeven Ibroad lines correspond to those shown in Figures 15-17

uitvoeringsvorm. Hierbij is echter de transportband 28 van de op het Iembodiment. However, in this case the conveyor belt 28 is of the on the I

afvoereinde van de bovenste toevoertransporteur 1 aansluitende Idischarge end of the upper feed conveyor 1 connecting I

hulptransporteur 6 geleid om een tegen veerdruk in de richting van de Iauxiliary conveyor 6 guided around a counter-pressure in the direction of the I

25 verplaatsbare omleidrol 27 verplaatsbare omleidrol 35 en een in I25 movable deflection roll 27 movable deflection roll 35 and one in I

zijaanzicht tussen de omleidrol 27 en de omleidrol 35 gelegen, draaibaar Iside view located between the deflection roller 27 and the deflection roller 35, rotatable I

door het gestel van de hulptransporteur 6 ondersteunde omleidrol 36. IDeflection roller 36 supported by the frame of the auxiliary conveyor 6. I

De onderste hulptransporteur 8 is aan zijn vrije uiteinde IThe lower auxiliary conveyor 8 is at its free end I

voorzien van een met de omleidrol 27 overeenkomende, in de lengterichting Iprovided with a longitudinal direction I corresponding to the deflection roller 27

30 van deze hulptransporteur 8 verplaatsbare omleidrol 37, een met de tegen I30 of this auxiliary conveyor 8 displaceable roller 37, one with the counter I

veerdruk in de richting van de omleidrol 37 verplaatsbare, met de Ispring pressure in the direction of the deflection roller 37, with the I

10241 94 I10241 94 I

13 omleidrol 35 overeenkomende omleidrol 38 en een door het gestel van de hulptransporteur 8 ondersteunende, met de omleidrol 36 overeenkomende omleidrol 39 voor het geleiden van de transportband 28' van de hulptransporteur 8.13 deflecting roller 35 and deflecting roller 38 and a deflecting roller 39 supporting the deflecting roller 36 for guiding the conveyor belt 28 'of the auxiliary conveyor 8 and supporting the deflecting roller 36.

5 Zoals weergegeven in figuur 19 kan, indien de hulptransporteur 6 omlaag en de hulptransporteur 12 omhoog gezwenkt is voor het overbruggen van de dan tussen de uiteinden van de hulptransporteurs aanwezige afstand de omleidrol 27 met behulp van niet nader weergegeven verstelmiddel en in de lengterichting van de 10 hulptransporteur 6 worden verplaatst voor aansluiting van de hulptransporteur 6 op het naar de hulptransporteur 6 toegekeerde uiteinde van de hulptransporteur 12 met behulp van het de beide verplaatsbare rollen 27 en 35 omvattende compensatiemechanisme.As shown in Fig. 19, if the auxiliary conveyor 6 is pivoted downwards and the auxiliary conveyor 12 is swiveled up to bridge the distance then present between the ends of the auxiliary conveyors, the deflecting roller 27 can be adjusted by means of adjusting means (not further shown) and in the longitudinal direction of the auxiliary conveyor. 10 auxiliary conveyor 6 are displaced for connection of the auxiliary conveyor 6 to the end of the auxiliary conveyor 12 facing the auxiliary conveyor 6 by means of the compensation mechanism comprising the two movable rollers 27 and 35.

In de in figuur 20 weergegeven stand, waarin de op de 15 onderste toevoertransporteur aansluitende hulptransporteur 8 omhoog gezwenkt 1s en de op de bovenste afvoertransporteur aansluitende hulptransporteur 10 omlaag gezwenkt is kan de dan tussen de uiteinden van deze hulptransporteurs 8, 10 aanwezige afstand wordën overbrugd door de omleidrol 37 van de hulptransporteur 8 met behulp van niet nader 20 weergegeven verstelmiddelen in de richting van het naar de hulptransporteur 8 toegekeerde uiteinde van de hulptransporteur 10 te bewegen waarbij de omleidrol 38 tegen de werking van de op deze omleidrol Inwerkende veerkracht wordt verschoven.In the position shown in Fig. 20, in which the auxiliary conveyor 8 connecting to the lower feed conveyor is pivoted upwards and the auxiliary conveyor 10 connecting to the upper discharge conveyor is pivoted downwards, the distance between the ends of these auxiliary conveyors 8, 10 can then be bridged by moving the deflection roller 37 of the auxiliary conveyor 8 by means of adjusting means (not shown) in the direction of the end of the auxiliary conveyor 10 facing the auxiliary conveyor 8, the deflection roller 38 being displaced against the action of the spring force acting on this deflection roller.

Het zal duidelijk zijn, dat bij de uitvoeringsvormen van de 25 figuren 15-17 het compensatiemechanisme in plaats van op de beide hulptransporteurs 6 en 10 te zijn aangebracht ook kan worden aangebracht op de beide onderste hulptransporteurs 8 en 12 of op de beide hulptransporteurs 6 en 8, of op de beide hulptransporteurs 10 en 12. Zo kunnen de compensatiemechanismen toegepast bij de uitvoeringsvorm volgens 30 de figuren 18-20 in plaats van op de beide boven elkaar gelegen hulptransporteurs 6 en 8 ook zijn aangebracht op de beide boven elkaar 10241 94It will be clear that in the embodiments of figures 15-17 the compensation mechanism, instead of being arranged on the two auxiliary conveyors 6 and 10, can also be arranged on the two lower auxiliary conveyors 8 and 12 or on the two auxiliary conveyors 6 and 8, or on both auxiliary conveyors 10 and 12. For example, the compensation mechanisms used in the embodiment according to Figures 18-20 may also be provided on the two superimposed 10241 94 instead of on the two superimposed auxiliary conveyors 6 and 8

14 I14 I

gelegen hulptransporteurs 10 en 12 of op de beide hulptransporteurs 6 en Iauxiliary conveyors 10 and 12 or on both auxiliary conveyors 6 and I

10 of op de beide hulptransporteurs 8 en 12. I10 or on both auxiliary conveyors 8 and 12. I

In figuur 21 is als voorbeeld schematisch een IFigure 21 schematically shows an I as an example

uitvoeringsmogelijkheid van een mechanisme weergegeven voor het Ipossibility of implementing a mechanism for the I

5 verstellen van een aan een uiteinde van een hulptransporteur I5 adjusting an end of an auxiliary conveyor I

verschuifbaar opgestelde geleidingsrol, zoals bijvoorbeeld de hierboven Islidably arranged guide roller, such as, for example, I

aan de t\and van de figuren 18-20 besproken geleidingsrol 37, die Ito the guide roller 37 discussed at the positions of Figures 18-20, which I

verstelbaar is opgesteld bij het vrije uiteinde van de hulptransporteur Iis adjustably arranged at the free end of the auxiliary conveyor I

8. Zoals in figuur 21 te zien is daarbij met de in de lengterichting van I8. As can be seen in Figure 21, the lengthwise direction of I is shown

10 de hulptransporteur 8 verplaatsbare omleidrol 37 een uiteinde van een I10, the auxiliary conveyor 8 displaces deflecting roller 37 and one end of an I

stang 40 scharnierend gekoppeld. In de in de figuur 21 met getrokken Irod 40 hinged. In the drawn I in FIG. 21

lijnen weergegeven stand van de hulptransporteur 8, waarin deze in het Iposition of the auxiliary conveyor 8, in which it is shown in the I

verlengde van de toevoertransporteur 2 is gelegen strekt de stang 40 zich Ithe rod 40 extends beyond the supply conveyor 2

schuin omhoog in een naar de onderste toevoertransporteur 2 toegekeerde Iobliquely upwards in an I facing the lower feed conveyor 2

15 richting uit en is met zijn van de omleidrol 37 af gekeerde uiteinde I15 and is with its end I remote from the deflection roller 37

scharnierend gekoppeld aan een vast punt 41 van de transportinrichting. Ipivotally coupled to a fixed point 41 of the conveyor. I

Indien de hulptransporteur 8 vanuit de in figuur 21 met getrokken lijnen IIf the auxiliary conveyor 8 from the lines I in solid lines in Figure 21

weergegeven horizontale stand omhoog wordt gezwenkt zal daarbij de arm 40 IWhen the horizontal position shown in the figure is swiveled upwards, the arm 40 l will thereby

om het vaste scharnierpunt 41 worden gezwenkt onder het daarbij in de Ibe pivoted about the fixed pivot point 41 while being inserted into the I

20 lengterichting van de hulptransporteur 8 verschuiven van de omleidrol 37 IThe longitudinal direction of the auxiliary conveyor 8 shifts the deflection roller 37 I

voor het vergroten van het werkzame bovenpart van de transportband 28' Ifor increasing the effective upper part of the conveyor belt 28 '

van de hulptransporteur 8. Iof the auxiliary conveyor 8. I

Een andere uitvoeringsmogelijkheid voor het verplaatsen van IAnother implementation option for moving I

de omleidrol 37 van de hulptransporteur 8 is weergegeven in figuur 22. Ithe deflection roller 37 of the auxiliary conveyor 8 is shown in Figure 22. I

25 Zoals in deze figuur 22 aangeduid zijn hierbij aan de uiteinden van de IAs indicated in this figure 22, the ends of the I are here

omleidrol 37 bevestigde tappen 43 geleid in aan het gestel van de Ideflector roller 37 attached taps 43 guided into the frame of the I

transportinrichting bevestigde zich omhoog uitstrekkende, bij voorkeur Iconveyor device attached upwardly extending, preferably I

verticaal verlopende geleidingen 44. Uit figuur 22 zal het duidelijk Ivertically running guides 44. From Figure 22 it will be clear I

zijn, dat bij het vanuit de horizontale stand van de Ithat when viewed from the horizontal position of the I

30 hulptransportinrichting 8 omhoog zwenken van deze hulptransportlnrichting I30 auxiliary transport device 8 pivoting up of this auxiliary transport device I

8 de tappen 43 door de verticaal verlopende geleidingen 44 zullen bewegen I8 the taps 43 will move through the vertically extending guides 44 I

4024194 I4024194 I

15 onder het daarbij in de lengterichting van de hulptransporteur 8 verplaatsen van de met de tappen 43 verbonden omleidrol 37 voor het verlengen van het werkzame bovenpart van de deel van de hulptransporteur uitmakende transportband 28'.15 while displacing the guide roller 37 connected to the taps 43 in the longitudinal direction of the auxiliary conveyor 8 for extending the active upper part of the conveyor belt 28 'forming part of the auxiliary conveyor.

5 In de figuren 23-25 is een uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij de tussen de toevoertransporteurs 1 en 2 en de afvoertransporteurs 3 en 4 opgestelde overbrengingsmiddelen 5 een enkele hulptransporteur 50 omvat, die zich in de figuur 23 weergegeven stand van de transportinrichting uitstrekt tussen de bovenste toevoertransporteur 1 10 en de bovenste afvoertransporteur 3, alsmede een enkele hulptransporteur 51, die zich in de in figuur 23 weergegeven stand uitstrekt tussen de onderste toevoertransporteur 2 en de onderste afvoertransporteur 4. Vanuit deze stand zijn de beide hulptransporteurs 50 en 51 naar beneden te zwenken zoals weergegeven in figuur 24 voor het overbrengen van een 15 met behulp van de bovenste toevoertransporteur 1 toegevoerd voorwerp naar de onderste afvoertransporteur 4 resp. naar een in figuur 25 weergegeven omhoog gezwenkte stand om een met behulp van de onderste toevoertransporteur 2 toegevoerd voorwerp toe te voeren aan de bovenste afvoertransporteur 3. Daarbij is nabij het vrije uiteinde van iedere 20 hulptransporteur 50 resp. 51 een compensatiemechanisme aangebracht, dat in de weergegeven uitvoeringsvorm overeenkomt met het in figuur 3 weergegeven compensatiemechanisme 16, 17 en hier wordt gevormd door een met behulp van armen 52 zwenkbaar aan een uiteinde van een desbetreffende hulptransporteur 50 resp. 51 bevestigde rol 53.Figures 23-25 show an embodiment in which the transfer means 5 arranged between the feed conveyors 1 and 2 and the discharge conveyors 3 and 4 comprise a single auxiliary conveyor 50, which position shown in Figure 23 extends between the upper device supply conveyor 10 and the upper discharge conveyor 3, as well as a single auxiliary conveyor 51, which extends in the position shown in Figure 23 between the lower supply conveyor 2 and the lower discharge conveyor 4. From this position the two auxiliary conveyors 50 and 51 can be swung downwards as shown in Fig. 24 for transferring an object supplied with the aid of the upper feed conveyor 1 to the lower feed conveyor 4 resp. to an upwardly pivoted position shown in Fig. 25 for supplying an object supplied with the aid of the lower feed conveyor 2 to the upper feed conveyor 3. In this case, near the free end of each auxiliary conveyor 50 and 50, respectively. 51, a compensation mechanism is provided which, in the embodiment shown, corresponds to the compensation mechanism 16, 17 shown in FIG. 51 confirmed roll 53.

25 Het zal duidelijk zijn, dat ook een van de andere hierboven beschreven compensatiemechanismen bij deze uitvoeringsvorm toepasbaar is. Verder zal het duidelijk zijn, dat de hul ptransporteurs 50 en 51 in plaats van verzwenkbaar te zijn om nabij de afvoereinden van de toevoertransporteurs 1 en 2 gelegen uiteinden gelegen scharnierassen ook 30 verzwenkbaar kunnen zijn om scharnierassen, die zijn gelegen nabij de naar de toevoertransporteurs 1 en 2 toegekeerde uiteinden van de 1024194It will be clear that one of the other compensation mechanisms described above can also be applied in this embodiment. Furthermore, it will be clear that the auxiliary conveyors 50 and 51, instead of being pivotable in order to be able to pivot hinge axes located near the discharge ends of the supply conveyors 1 and 2, can also be pivotable about pivot axes which are situated near the towards the supply conveyors 1 and 2 turned ends of the 1024194

16 I16 I

afvoertransporteurs 3 en 4, waarbij de compensatiemechanismen zullen zijn Idischarge conveyors 3 and 4, the compensation mechanisms being I

aangebracht bij de naar de toevoertransporteurs toegekeerde uiteinden van Iarranged at the ends of I facing the feed conveyors

de hulptransporteurs 50 en 51. Ithe auxiliary conveyors 50 and 51. I

Bij de in de figuren 26-30 weergegeven transportinrichting IWith the transport device I shown in Figs. 26-30

5 is ieder van de hulptransporteurs 6, 8, 10 en 12 opgebouwd uit een aantal I5, each of the auxiliary conveyors 6, 8, 10 and 12 is made up of a number I

naast elkaar gelegen transportdelen, zoals smalle banden, snaren, Iadjacent transport parts, such as narrow belts, strings, I

kettingen of dergelijke. Daarbij is de uitvoering zodanig, dat iedere Ichains or the like. The implementation is such that every I

hulptransporteur is voorzien van een aantal banden 45 of dergelijke, dieauxiliary conveyor is provided with a number of belts 45 or the like, which

zich vanaf het uiteinde van de desbetreffende hulptransporteur, dat Ifrom the end of the relevant auxiliary conveyor, that I

10 aansluit op een toevoertransporteur resp. op een af voert ransporteur, zich I10 connects to a feed conveyor resp. on a run ransporteur, I

over een grotere afstand uitstrekken dan tussen deze langere banden 45 of Iextend over a greater distance than between these longer bands 45 or I

dergelijke gelegen kortere banden 46 of dergelijke, zodat het vrije Isuch situated shorter bands 46 or the like, so that the free I

uiteinde van iedere hulptransporteur als het ware een soort kaïnachtig Ithe end of each auxiliary conveyor is, as it were, a kind of cain-like I

verloop heeft. Dit is in het bijzonder weergegeven in figuren 29 en 30 Ihas expired. This is shown in particular in Figures 29 and 30 I

15 waarbij figuur 30 een vergrote weergave is van het in figuur 29 I15 wherein FIG. 30 is an enlarged view of the embodiment shown in FIG

omcirkelde deel. Daarbij zijn, zoals in het bijzonder uit figuren 29 en Icircled part. Thereby, as in particular from Figs. 29 and I

30 duidelijk zal zijn de opstelling van de banden 45 en 46 van de I30 will be clear the arrangement of bands 45 and 46 of the I

hulptransporteur 6 en de opstelling van de banden 45 en 46 van de Iauxiliary conveyor 6 and the arrangement of the tires 45 and 46 of the I

hulptransporteur 10 zodanig, dat in de stand waarin deze beide Iauxiliary conveyor 10 such that in the position in which both of these I

20 hulptransporteurs 6 en 10 in eikaars verlengde zijn gelegen, zoals I20 auxiliary conveyors 6 and 10 are in line with each other, such as I

bijvoorbeeld weergegeven 1n figuur 26, de uiteinden van de langere banden Ifor example, in Figure 26, the ends of the longer bands I are shown

45 van de hulptransporteur 6 zijn gelegen in de tussenruimtes tussen de I45 of the auxiliary conveyor 6 are located in the spaces between the I

uiteinden van de langere banden 45 van de hulptransporteur 10, zodat in Iends of the longer belts 45 of the auxiliary conveyor 10, so that in I

de horizontale stand van de beide hulptransporteurs 6 en 10 de banden 45 Ithe horizontal position of the two auxiliary conveyors 6 and 10 the belts 45 I

25 en 46 van deze beide hulptransporteurs een nagenoeg gesloten vlak vormen. I25 and 46 of these two auxiliary conveyors form a substantially closed surface. I

De opstelling van de banden 45 en 46 van de onder de IThe arrangement of tires 45 and 46 of the under I

hulptransporteur 6 opgestelde hulptransporteur 8 zal overeenkomen met de Iauxiliary conveyor 6 arranged auxiliary conveyor 8 will correspond to the I

opstelling van de banden 45 en 46 van de hulptransporteur 6 en op Iarrangement of the tires 45 and 46 of the auxiliary conveyor 6 and on I

overeenkomstige wijze zal de opstelling van de banden 45 en 46 van de Iaccordingly, the arrangement of bands 45 and 46 of the I

30 onder de hulptransporteur 10 opgestelde hulptransporteur 12 overeenkomen I30 auxiliary conveyor 12 disposed under the auxiliary conveyor 10 corresponds to I

met de opstelling van de banden van de hulptransporteur 10. Bij het naar Iwith the arrangement of the auxiliary conveyor belts 10. When moving to I

10241 94 I10241 94 I

17 beneden zwenken van de hulptransporteur 6 en het omhoog zwenken van de hulptransporteur 12 (figuur 27) kunnen dan de uiteinden van de banden 45 en 46 van deze hulptransporteur nog in elkaar grijpen, zij het over een kortere afstand dan als weergegeven in figuur 30, zodat deze "getrapte" 5 uitvoering van de banden 45 en 46 van de beide hulptransporteurs 6 en 10 een soort compensatiemechanisme vormt dat bewerkstelligt, dat ook in gezwenkte stand van een tweetal hulptransporteurs een geschikte aansluiting tussen de beide hulptransporteurs bewerkstelligd is. Het zal duidelijk zijn, dat dit ook geldt voor de in figuur 28 weergegeven stand 10 waarin de onderste hulptransporteur 8 omhoog gezwenkt is en de bovenste hulptransporteur 10 omlaag gezwenkt is.17 pivoting down the auxiliary conveyor 6 and pivoting the auxiliary conveyor 12 (Fig. 27) can then still engage the ends of the belts 45 and 46 of this auxiliary conveyor, albeit over a shorter distance than as shown in Fig. 30, so that this "stepped" version of the belts 45 and 46 of the two auxiliary conveyors 6 and 10 constitutes a kind of compensation mechanism which ensures that a suitable connection between the two auxiliary conveyors is also achieved in the swiveled position of two auxiliary conveyors. It will be clear that this also applies to the position 10 shown in Figure 28, in which the lower auxiliary conveyor 8 is swiveled up and the upper auxiliary conveyor 10 is swiveled down.

Indien de uitvoering zodanig is, dat in een uit de horizontale stand verzwenkte stand van een tweetal in eikaars verlengde gebrachte hulptransporteurs de uiteinden van de langste banden van de 15 hulptransporteur elkaar gezien in een richting loodrecht op het vlak van tekening in de figuren 26-28, niet overlappen is het niet noodzakelijk, dat de getrapte opstelling van de banden 45 en 46 van de bovenste hulptransporteurs 6 en 10 gelijk is aan de opstelling van de banden 45 en 46 van de onderste hulptransporteurs 8 en 12.If the embodiment is such that in a position swiveled from the horizontal position of two auxiliary conveyors brought into line with each other, the ends of the longest belts of the auxiliary conveyor viewed one another in a direction perpendicular to the plane of the drawing in figures 26-28 It is not necessary for the stepped arrangement of the belts 45 and 46 of the upper auxiliary conveyors 6 and 10 to be the same as the arrangement of the belts 45 and 46 of the lower auxiliary conveyors 8 and 12.

20 In het geval dat in een uit de horizontale stand verzwenkte stand van een tweetal in eikaars verlengde gebrachte hulptransporteurs de uiteinden van de langste banden van bijvoorbeeld de ene hulptransporteur 6 resp. 10 het uiteinde van de andere hulptransporteur 12 resp. 8 gezien in een richting loodrecht op het vlak van tekening in de figuren 26-28 25 niet overlapt kunnen de hulptransporteurs ook op dezelfde wijze zijn uitgevoerd als bij bijvoorbeeld de uitvoering volgens figuren 1-3. In een dergelijk geval behoeven dus alleen de hulptransporteurs 6 en 10 of de hulptransporteurs 8 en 12 “getrapt" te zijn uitgevoerd.In the case that in a position pivoted from the horizontal position of two auxiliary conveyors brought into line with each other, the ends of the longest belts of, for example, the one auxiliary conveyor 6 resp. 10 the end of the other auxiliary conveyor 12 resp. 8, seen in a direction perpendicular to the plane of the drawing in figures 26-28, the auxiliary conveyors can also be designed in the same manner as, for example, the embodiment according to figures 1-3. In such a case, therefore, only the auxiliary conveyors 6 and 10 or the auxiliary conveyors 8 and 12 need to be "stepped".

In plaats van een tweetal boven elkaar gelegen 30 toevoertransporteurs en een tweetal boven elkaar gelegen afvoertransporteurs is de uitvinding uiteraard ook toepasbaar bij meer 10241 94’Instead of a pair of superimposed feed conveyors and two superimposed discharge conveyors, the invention is of course also applicable to more 10241 94 "

18 I18 I

dan twee boven elkaar gelegen toevoertransporteurs en meer dan twee boven Ithen two feed conveyors located one above the other and more than two above I

elkaar gelegen afvoertransporteurs. Ineighboring discharge conveyors. I

Zo is in de figuren 31-37 een uitvoeringsvorm weergegeven, IThus, an embodiment is shown in Figures 31-37, I

waarbij een drietal boven elkaar gelegen toevoertransporteurs 55, 56 en Iwherein three superimposed feed conveyors 55, 56 and I

5 57 en een drietal boven elkaar gelegen afvoertransporteurs 58, 59 en 60 I57 and three discharge conveyors 58, 59 and 60 I located one above the other

zijn aangebracht. De tussen deze toevoertransporteurs 55-57 en Iare provided. The between these feed conveyors 55-57 and I

afvoertransporteurs 58-60 opgestelde overbrengmiddelen 5 omvatten een Idischarge conveyors 58-60 disposed transfer means 5 comprise an I

zestal hulptransporteurs 62-67. De hulptransporteurs 62 en 63 sluiten Isix auxiliary conveyors 62-67. The auxiliary conveyors 62 and 63 close I

resp. aan op het uiteinde van de toevoertransporteur 55 en het uiteinde Iresp. to the end of the feed conveyor 55 and the end I

10 van de in het verlengde van deze toevoertransporteur opgestelde I10 of the I arranged in line with this feed conveyor

afvoertransporteur 58. Op soortgelijke wijze sluiten de hulptransporteurs Idischarge conveyor 58. The auxiliary conveyors I close in a similar way

64 en 65 resp. aan op het afvoereinde van de toevoertransporteur 56 en op I64 and 65 respectively. to the discharge end of the feed conveyor 56 and to I

het naar deze toevoertransporteur 56 toegekeerde uiteinde van de in het Ithe end of the end facing the feed conveyor 56

verlengde van de toevoertransporteur 56 liggende afvoertransporteur 59. Ia discharge conveyor 59 extending from the supply conveyor 56. I

15 De hulptransporteurs 66 en 67 sluiten op soortgelijke wijze aan op de IThe auxiliary conveyors 66 and 67 connect in a similar manner to the I

toevoertransporteur 57 resp. de afvoertransporteur 60. Zoals daarbij uit Isupply conveyor 57 resp. the discharge conveyor 60. As in that case from I

de verschillende figuren blijkt kunnen de beide direct boven elkaar Ithe different figures show that both can be directly above each other I

gelegen toevoertransporteurs 55 en 56 naar keuze met een van de Ilocated feed conveyors 55 and 56 optionally with one of the I

afvoertransporteurs 58 en 59 worden verbonden, een en ander zoals Idischarge conveyors 58 and 59 are connected, such as I

20 hierboven bijvoorbeeld aan de hand van de figuren 1-3 is uiteengezet, I20 has been explained above with reference to Figs. 1-3, I

terwijl de verbinding tussen de onderste toevoertransporteur 57 en de Iwhile the connection between the lower feed conveyor 57 and the I

onderste afvoertransporteur 60 met behulp van de onderste Ilower drain conveyor 60 using the lower I

hulptransporteurs 66 en 67 gewaarborgd blijft. Iauxiliary conveyors 66 and 67 remain guaranteed. I

Op soortgelijke wijze kan een afvoereinde van de beide ISimilarly, a drain end of the two I

25 onderste boven elkaar gelegen toevoerbanden 56 en 57 met behulp van de I25 lower superimposed feed bands 56 and 57 with the aid of the I

hulptransporteurs 64-67 worden verbonden met een gewenste Iauxiliary conveyors 64-67 are connected to a desired I

afvoertransporteur 59 of 60, een en ander ook zoals hierboven uiteengezet Idischarge conveyor 59 or 60, all this also as set out above I

aan de hand van de figuren 1-3, terwijl daarbij de bovenste Iwith reference to Figures 1-3, while the upper I

toevoertransporteur 55 1n verbinding blijft met de bovenste Ifeed conveyor 55 1n connection remains with the upper I

30 afvoertransporteur 58 met behulp van de hulptransporteur 62 en 63. IDischarge conveyor 58 with the aid of the auxiliary conveyor 62 and 63. I

Uiteraard zullen bij deze Inrichting ook IOf course, I

1024194 I1024194 I

19 compensatiemechanismen worden toegepast, zoals hierboven aan de hand van de verschillende uitvoeringsvormen beschreven, maar ter wille van de overzichtelijkheid van de figuren zijn deze compensatiemechanismen niet in de figuren 31-37 afgebeeld.19 compensation mechanisms are used, as described above with reference to the various embodiments, but for the sake of clarity of the figures, these compensation mechanisms are not shown in figures 31-37.

5 Hierboven zijn meerdere uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding weergegeven, waarbij de toevoertransporteurs en afvoertransporteurs boven elkaar zijn opgesteld. Ook bij toepassing van naast elkaar opgestelde toevoertransporteurs en naast elkaar opgestelde afvoertransporteurs kan het echter gewenst zijn 10 om met behulp van een toevoertransporteur toegevoerde voorwerp naar keuze aan een van de beide afvoertransporteurs te kunnen toevoeren.Several embodiments of a device according to the invention are shown above, wherein the supply conveyors and discharge conveyors are arranged one above the other. However, also when using feed conveyors arranged next to each other and discharge conveyors arranged next to each other, it may be desirable to be able to supply an object supplied with the aid of a feed conveyor to one of the two discharge conveyors.

Met betrekking hiertoe toont figuur 38 schematisch een bovenaanzicht op een transportinrichting, welke voorzien is van een tweetal naast elkaar opgestelde toevoertransporteurs 70 en 71 en een 15 tweetal naast elkaar opgestelde afvoertransporteurs 72 en 73. Tussen de afvoereinden van de toevoertransporteurs 70 en 71 en de naar deze toevoertransporteurs toegekeerde uiteinden van de afvoertransporteurs 72 en 73 zijn overbrengmiddelen aangebracht, welke een enkele hulptransporteur 74 omvatten, die bijvoorbeeld kan zijn gevormd door een 20 eindloze band 74 met behulp waarvan door de toevoertransporteurs 70 en 71 toegevoerde voorwerpen kunnen worden overgebracht naar de afvoertransporteurs 72 en 73, zoals met pijlen aangeduid. De overbrengmiddelen omvatten verder aan weerszijden van de hulptransporteur 74 in een rij opgestelde duwschoenen 75 resp. 76 die met de 25 hulptransporteur 74 mee bewegen. De duwschoenen 75 zijn gezien in figuur 38 over het de voorwerpen ondersteunende oppervlak van de hulptransporteur 74 over ongeveer de halve breedte van de hulptransporteur 74 in de richting van de duwschoenen 76 te verschuiven en omgekeerd zijn de duwschoenen .76 ongeveer over de halve breedte van 30 het de voorwerpen ondersteunende oppervlak van de hulptransporteur 74 in de richting van de duwschoenen 75 te schuiven.In this regard, Figure 38 shows diagrammatically a plan view of a transport device, which is provided with two adjacent feed conveyors 70 and 71 and two adjacent feed conveyors 72 and 73. Between the discharge ends of the feed conveyors 70 and 71 and the to At the ends of the discharge conveyors 72 and 73 facing these feed conveyors, transfer means are provided, which comprise a single auxiliary conveyor 74, which may, for example, be formed by an endless belt 74 with the aid of which objects fed by the feed conveyors 70 and 71 can be transferred to the discharge conveyors 72 and 73, as indicated by arrows. The transferring means further comprise push shoes 75 and 75 arranged on either side of the auxiliary conveyor 74 respectively. 76 moving with the auxiliary conveyor 74. The push shoes 75 are seen in Fig. 38 to slide over the object supporting surface of the auxiliary conveyor 74 by about half the width of the auxiliary conveyor 74 in the direction of the push shoes 76 and conversely, the push shoes .76 are about half the width of 30 sliding the article supporting surface of the auxiliary conveyor 74 in the direction of the push shoes 75.

1024194 '1024194 '

20 I20 I

Indien alle duwschoenen 75 nabij de ene zijkant van de IIf all push shoes 75 are near one side of the I

hulptransporteur 74 zijn opgesteld en alle duwschoenen 76 nabij de andere Iauxiliary conveyor 74 are arranged and all push shoes 76 close to the other I

zijkant van de hulptransporteur 74 zijn opgesteld zullen de door Iare arranged on the side of the auxiliary conveyor 74, the

toevoertransporteur 70 aangevoerde voorwerpen rechtlijnig worden Ifeed conveyor 70 objects become linear I

5 verplaatst om te worden overgegeven aan de afvoertransporteur 72, terwijl I5 is moved to be transferred to the discharge conveyor 72, while I

door de toevoertransporteur 71 aangevoerde voorwerpen door de Iarticles supplied by the feed conveyor 71 through the I

hulptransporteur 74 rechtlijnig zullen worden verplaatst en aan de Iauxiliary conveyor 74 will be moved linearly and on the I

afvoertransporteur 73 zullen worden overgegeven. Zoals echter uit figuur Idischarge conveyor 73 will be transferred. However, as shown in Figure I

38 duidelijk zal zijn kan een met behulp van de toevoertransporteur 7038 will be clear one can with the aid of the feed conveyor 70

10 toegevoerd voorwerp door in werking stelling van een gewenst aantal I10 supplied object by actuating a desired number of I

duwschoenen 75 over het oppervlak van de hulptransporteur 74 zodanig Ipush shoes 75 over the surface of the auxiliary conveyor 74 such that I

worden verschoven, dat dit voorwerp ter hoogte van de op de Ibe moved that this object is at the height indicated on the I

hulptransporteur 74 aansluitende afvoertransporteur 73 komt te liggen om Iauxiliary conveyor 74 connecting discharge conveyor 73 comes to lie around I

met behulp van de hulptransporteur 74 te worden afgegeven aan de Ibe delivered to the I using the auxiliary conveyor 74

15 afvoertransporteur 73. IDischarge conveyor 73. I

Door in werking stellen van een gewenst aantal duwschoenen IBy actuating a desired number of push shoes I

76 kan een met behulp van de toevoertransporteur 71 toegevoerd voorwerp I76, an object I supplied with the aid of the feed conveyor 71

over het oppervlak van de hulptransporteur 74 in de richting van de duwschoenen 75 worden verschoven om vervolgens met behulp van deare shifted over the surface of the auxiliary conveyor 74 in the direction of the push shoes 75 and subsequently

20 hulptransporteur 74 te worden afgegeven aan de afvoertransporteur 72. IAuxiliary conveyor 74 to be delivered to the discharge conveyor 72. I

De uitvoeringsvorm volgens figuur 39 komt in grote lijnen IThe embodiment according to Figure 39 is broadly I

overeen met de uitvoeringsvorm volgens figuur 38. In plaats van een Icorresponds to the embodiment according to figure 38. Instead of an I

enkele hulptransporteur 74 zijn echter een tweetal naast elkaar gelegen Ihowever, some auxiliary conveyors 74 are two adjacent I

hulptransporteurs 74a en 74b aangebracht, waarbij de hulptransporteur 74a Iauxiliary conveyors 74a and 74b are provided, the auxiliary conveyor 74a I

25 is opgesteld tussen de toevoertransporteur 70 en de afvoertransporteur 72 I25 is arranged between the feed conveyor 70 and the drain conveyor 72 I

en de hulptransporteur 74b is opgesteld tussen de toevoertransporteur 71 Iand the auxiliary conveyor 74b is arranged between the feed conveyor 71 I

en de hulptransporteur 73. Iand the auxiliary conveyor 73. I

Het zal duidelijk zijn, dat een met behulp van de IIt will be appreciated that one using the I

toevoertransporteur 70 toegevoerd voorwerp met behulp van de duwschoenen Ifeed conveyor 70 with the aid of the push shoes I

30 75 vanaf de hulptransporteur 74a op de hulptransporteur 74b kan worden I75 from the auxiliary conveyor 74a to the auxiliary conveyor 74b

geschoven om te worden afgevoerd met behulp van de afvoertransporteur 73, Islid to be discharged with the aid of the discharge conveyor 73, I

10241 94 I10241 94 I

21 terwijl een met behulp van de toevoertransporteur 71 toegevoerd voorwerp vanaf de hulptransporteur 74b met behulp van de duwschoenen 76 op de hulptransporteur 74a kan worden geschoven om met behulp van de afvoertransporteur 72 te worden afgevoerd. Indien de duwschoenen 75 niet 5 in werking worden gesteld zal een met behulp van de toevoertransporteur 70 toegevoerd voorwerp met behulp van de hulptransporteur 74a worden overgegeven op de afvoertransporteur 72, terwijl indien de duwschoenen 76 niet in werking worden gesteld, een met behulp van de toevoertransporteur 71 toegevoerd voorwerp met behulp van de hulptransporteur 74b zal worden 10 toegevoerd aan de afvoertransporteur 73.21, while an object supplied with the aid of the feed conveyor 71 can be pushed from the auxiliary conveyor 74b onto the auxiliary conveyor 74a with the aid of the push shoes 76 to be discharged with the aid of the discharge conveyor 72. If the push shoes 75 are not actuated, an object supplied with the aid of the feed conveyor 70 will be transferred with the aid of the auxiliary conveyor 74a to the discharge conveyor 72, while if the push shoes 76 are not put into operation, an object with the aid of the feed conveyor 71 supplied object with the aid of the auxiliary conveyor 74b will be supplied to the discharge conveyor 73.

De uitvoeringsvorm volgens figuur 40 komt in grote lijnen overeen met de uitvoeringsvorm volgens figuur 38 en de uitvoeringsvorm volgens figuur 41 komt in grote lijnen overeen met de uitvoeringsvorm van figuur 39 en de in figuren 40 en 41 weergegeven onderdelen, die 15 overeenkomen met in figuren 38 en 39 weergegeven onderdelen zijn dan ook van dezelfde verwijzingscijfers voorzien als gebruikt in de figuren 38 en 39.The embodiment according to Fig. 40 broadly corresponds to the embodiment according to Fig. 38 and the embodiment according to Fig. 41 broadly corresponds to the embodiment of Fig. 39 and the parts shown in Figs. 40 and 41, which correspond to Figs. 38 and 39 are also provided with the same reference numerals as used in Figs. 38 and 39.

Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 40 zijn in plaats van de duwschoenen 75 een enkele duwplaat 77 aangebracht, die in horizontale 20 richting ook het de voorwerpen ondersteunende oppervlak van de hulptransporteur 74 te verschuiven is, terwijl de duwschoenen 76 vervangen zijn door een enkele duwplaat 78, die in horizontale richting over het de voorwerpen ondersteunende oppervlak van de hulptransporteur 74 te verschuiven is.In the embodiment according to Fig. 40, instead of the push shoes 75, a single push plate 77 is provided, which can also be moved horizontally to the surface of the auxiliary conveyor 74 supporting the objects, while the push shoes 76 have been replaced by a single push plate 78, which can be moved horizontally over the surface of the auxiliary conveyor 74 supporting the objects.

25 In de in de figuur weergegeven stand van de duwplaten 77 en 78 zullen door de toevoertransporteur 70 toegevoerde voorwerpen met behulp van de hulptransporteur 74 worden overgebracht naar de afvoertransporteur 72, terwijl met behulp van de toevoertransporteur 71 toegevoerde voorwerpen met behulp van de hulptransporteur 74 worden 30 toegevoerd aan de afvoertransporteur 73. Met behulp van de toevoertransporteur 70 toegevoerde voorwerpen kunnen met behulp van de 1024194 1In the position of the push plates 77 and 78 shown in the figure, objects supplied by the feed conveyor 70 will be transferred by means of the auxiliary conveyor 74 to the discharge conveyor 72, while objects supplied by means of the feed conveyor 71 will be fed by the auxiliary conveyor 74 30 is supplied to the discharge conveyor 73. Objects supplied with the aid of the conveyor 48 can

22 I22 I

duwplaat 77 zodanig over het oppervlak van de hulptransporteur 74 worden Ipush plate 77 over the surface of the auxiliary conveyor 74

verschoven, dat de hulptransporteur deze voorwerpen afgeeft aan de Ishifted in that the auxiliary conveyor delivers these objects to the I

afvoertransporteur 73. Met behulp van de toevoertransporteur 71 Idischarge conveyor 73. With the aid of the conveyor 71 I

toegevoerde voorwerpen kunnen met behulp van de duwplaat 78 zodanig over Iarticles supplied can be moved over I by means of the push plate 78

5 het oppervlak van de hulptransporteur 74 worden verschoven dat de met I5 the surface of the auxiliary conveyor 74 can be shifted so that the with I

behulp van de toevoertransporteur 71 toegevoerde voorwerpen door de Iarticles supplied by means of the feed conveyor 71 through the I

hulptransporteur 74 worden afgevoerd naar de afvoertransporteur 72. Iauxiliary conveyor 74 are discharged to the discharge conveyor 72. I

Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 41 worden ih plaats IIn the embodiment according to Figure 41, place I becomes

van de enkele hulptransporteur 74 weer twee naast elkaar gelegen Iof the single auxiliary conveyor 74 again two adjacent I

10 hulptransporteurs 74a en 74b gebruikt, zoals bij de uitvoeringsvorm I10 auxiliary conveyors 74a and 74b are used, as in the embodiment I

volgens figuur 39 en de werking van deze uitvoeringsvorm zal dan ook geen I39 and the operation of this embodiment will therefore not be I

nadere toelichting behoeven. Wel kan worden opgemerkt, dat in deze Irequire further explanation. It can be noted, however, that in this I

uitvoeringsvorm de naar elkaar toegekeerde begrenzingsranden van de Iembodiment the facing boundary edges of the I

hulptransporteurs 74a en 74b op enige afstand van elkaar zijn gelegen en Iauxiliary conveyors 74a and 74b are at some distance from each other and I

15 de tussenruimte tussen de voorwerpen ondersteunende oppervlakken van deze ISurfaces of these I supporting the space between the objects

beide hulptransporteurs 74a en 74b is overbrugd met een geleidingsplaat Iboth auxiliary conveyors 74a and 74b are bridged with a guide plate I

79. In plaats van een geleidingsplaat kunnen bijvoorbeeld ook rollen zijn I79. Instead of a guide plate, for example, rollers may also be I

aangebracht. Iapplied. I

Bij de in figuren 42 en 43 weergegeven uitvoeringsvormen IIn the embodiments I shown in Figs. 42 and 43

20 van transportinrichting volgens de uitvinding komt de opstelling van de I20 of the transport device according to the invention comes the arrangement of the I

toevoertransporteurs, de afvoertransporteurs en de hulptransporteurs in Isupply conveyors, discharge conveyors and auxiliary conveyors in I

grote lijnen overeen met de uitvoeringsvormen van figuren 38 en 40 resp. Ibroad lines correspond to the embodiments of figures 38 and 40, respectively. I

figuren 39 en 41 en in de figuren 42 en 43 weergegeven onderdelen, die I39 and 41 and parts shown in Figures 42 and 43, which I

overeenkomen met in de bovengenoemde figuren 38-41 weergegeven en Icorrespond to those shown in Figures 38-41 above and I

25 besproken onderdelen zijn dan ook voorzien van dezelfdeThe components discussed are therefore provided with the same

verwijzingscijfers als gebruikt in deze figuren 38-41. Ireference numerals as used in these figures 38-41. I

Bij de in figuur 42 weergegeven uitvoeringsvorm zijn een IIn the embodiment shown in Figure 42, an I

tweetal geleidingsorganen 80 en 81 aangebracht die in het weergegeven Itwo guide members 80 and 81 arranged in the illustrated I

uitvoeringsvoorbeeld ieder worden gevormd door een eindloze band 82, die IEach embodiment may be formed by an endless band 82, which I

30 geleid is om een tweetal om verticale draaiingsassen draaibare I30 is guided about two I rotatable about vertical axes of rotation

oml ei drollen 83 en 84. Daarbij zijn deze geleidingsorganen 80 en 81 Ioml egg rolls 83 and 84. In addition, these guide members 80 and 81 are I

1024194 I1024194 I

23 verzwenkbaar om draaiingsassen, die worden gevormd door de hartlijnen van de omlei drollen 83, die nabij de tegenover elkaar gelegen zijkanten van het eindloze transportorgaan 74 en nabij de op dit transportorgaan 74 aansluitende uiteinden van de toevoertransporteurs 70 en 71 zijn 5 opgesteld.23 pivotable about axes of rotation formed by the axes of the circumferential tubes 83, which are arranged near the opposite sides of the endless conveyor member 74 and near the ends of the feed conveyors 70 and 71 connecting to this conveyor member 74.

Verder is de inrichting voorzien van een verder geleidingsorgaan 85, dat in deze uitvoeringsvorm eveneens wordt gevormd door een eindloze band 86, die geleid is om een tweetal om verticale draaiingsassen draaibare omlei drollen 87 en 88. Daarbij is de omlei drol 10 87 nabij het op de afvoertransporteurs 72 en 73 aansluitende uiteinde van de hulptransporteur 74 en tussen de beide afvoertransporteurs opgesteld, terwijl op het geleidingsorgaan 85 zich vanaf de oml ei drol 87 in de richting van de toevoertransporteurs 70 en 71 boven het de voorwerpen ondersteunende bovenvlak van de hulptransporteur 74 uitstrekt en om de 15 hartlijn van deze geleidingsrol 87 verzwenkbaar is.The device is further provided with a further guide member 85, which in this embodiment is also formed by an endless belt 86, which is guided around two circumferential rollers 87 and 88 rotatable about vertical axes of rotation. the end of the auxiliary conveyor 74 connecting the discharge conveyors 72 and 73 and arranged between the two discharge conveyors, while on the guide member 85 extends from the circumferential 87 in the direction of the feed conveyors 70 and 71 above the upper surface of the auxiliary conveyor 74 supporting the objects and is pivotable about the axis of this guide roller 87.

Indien het geleidingsorgaan 80 zich in de in figuur 42 in getrokken lijnen weergegeven stand uitstrekt, het geleidingsorgaan 81 zich in de figuur 42 in gestippelde lijnen weergegeven stand uitstrekt en het geleidingsorgaan 85 zich eveneens in de in figuur 42 in gestippelde 20 stand evenwijdig aan de transportrichting van de transporteurs uitstrekt, zullen door de transporteur 70 toegevoerde voorwerpen via de hulptransporteur 74 worden afgegeven aan de in het verlengde van de toevoertransporteurs 70 gelegen afvoertransporteur 72. Op soortgelijke wijze zullen met behulp van de toevoertransporteur 71 toegevoerde 25 voorwerpen via de hulptransporteur 74 worden afgegeven aan de afvoertransporteur 73. Indien echter de geleidingsorganen 81 en 85 zijn verzwenkt naar de in de figuur 42 met getrokken lijnen weergegeven stand waarin de naar elkaar toegekeerde uiteinden van deze geleidingsorganen 81 en 85 nabij elkaar zijn gelegen, zullen met behulp van de 30 toevoertransporteur 71 toegevoerde voorwerpen met behulp van deze geleidingsorganen over het oppervlak van de hulptransporteur 74 worden 1024194If the guide member 80 extends in the position shown in dotted lines in Figure 42, the guide member 81 extends in dotted lines in Figure 42 and the guide member 85 also extends in the dotted position in Figure 42 parallel to the conveying direction. of the conveyors, articles supplied by the conveyor 70 will be delivered via the auxiliary conveyor 74 to the discharge conveyor 72 located in line with the feed conveyors 70. Similarly, objects supplied with the aid of the feed conveyor 71 will be delivered via the auxiliary conveyor 74 to the discharge conveyor 73. If, however, the guide members 81 and 85 are pivoted to the position shown in solid lines in Fig. 42, in which the opposite ends of these guide members 81 and 85 are situated close to each other, the feed conveyor 71 supplied for With the help of these guide members over the surface of the auxiliary conveyor 74, 1024194

24 I24 I

verschoven in de richting van het op de hulptransporteur 74 aansluitende Ishifted in the direction of the I connecting to the auxiliary conveyor 74

uiteinde van de afvoertransporteur 72, terwijl met behulp van de Iend of the discharge conveyor 72, while using the I

toevoertransporteur 70 toegevoerde voorwerpen met behulp van de Ifeed conveyor 70 with the aid of the I

hulptransporteur 74 rechtlijnig zullen worden doorgeleid in de richting Iauxiliary conveyor 74 will be routed in a straight line in the direction I

5 van de afvoertransporteur 72. I5 of the discharge conveyor 72. I

Indien daarentegen het geleidingsorgaan 81 in de in figuur IIf, on the other hand, the guide member 81 is in the position shown in FIG

42 gestippelde stand wordt gehouden, het geleidingsorgaan 80 naar de in I42 is held in a dotted position, the guide member 80 to the in I

figuur 42 weergegeven gestippelde stand wordt verzwenkt en het Ithe dotted position shown in FIG. 42 and the I

geleidingsorgaan 85 naar zijn in figuur 42 bovenste in gestippelde lijnen Iguide member 85 to its upper in dotted lines I in Figure 42

10 weergegeven stand wordt verzwenkt zullen met behulp van de in eikaars I10 is pivoted with the aid of the one shown in each other

verlengde gelegen geleidingsorganen 80 en 85 de met behulp van de Ithe extended guide members 80 and 85 with the aid of the I

toevoertransporteurs 70 toegevoerde voorwerpen over het oppervlak van de Ifeed conveyors 70 over the surface of the I

hulptransporteur 74 in de richting van de afvoertransporteur 73 worden Iauxiliary conveyor 74 in the direction of the discharge conveyor 73 becomes I

verschoven, terwijl met behulp van de toevoertransporteur 71 toegevoerde Iwhile I supplied by means of the feed conveyor 71

15 voorwerpen met behulp van de hulptransporteur 74 rechtlijnig worden I15 objects become linear with the aid of the auxiliary conveyor 74 I

verplaatst voor afgifte aan de afvoertransporteur 73. Imoved for delivery to the discharge conveyor 73. I

Het zal mede gezien in het licht van de beschrijving van de IIt will also be seen in the light of the description of the I

werking van de hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden volgens Ioperation of the above-described exemplary embodiments according to I

figuren 39 en 41 zonder nadere uitleg duidelijk zijn, dat de werking van Ifigures 39 and 41 are clear without further explanation that the operation of I

20 de in figuur 43 afgeheelde transportinrichting in wezen gelijk is aan de I20, the conveying device shown in FIG. 43 is substantially the same as the I

werking van de in figuur 42 weergegeven transportinrichting waarbij het Ioperation of the transport device shown in Figure 42, wherein the I

enige verschil is, dat in plaats van de enkele hulptransporteur 74 een Ithe only difference is that instead of the single auxiliary conveyor 74 an I

tweetal naast elkaar opgestelde hulptransporteurs 74a en 74b zijn Itwo auxiliary conveyors 74a and 74b arranged next to each other are I

aangebracht zoals bij de uitvoeringsvormen volgens figuren 39 en 41. Iarranged as in the embodiments according to figures 39 and 41. I

25 De eindloze banden van de verschillende geleidingsorganen IThe endless bands of the different guide members I

80, 81 en 85 kunnen al dan niet positief aangedreven zijn. I80, 81 and 85 may or may not be positively driven. I

1024194 ' I1024194 '

Claims

1. Transporting device provided with at least two feed conveyors arranged one above the other, and with at least two discharge conveyors arranged one above the other for discharging objects supplied with the aid of the feed conveyors, wherein between the discharge ends of the feed conveyors and the ends facing the feed conveyors of the discharge conveyors, transfer means are provided for transferring objects from the feed conveyors to the discharge conveyors, which transfer means comprise auxiliary conveyors pivotable about horizontal axes, wherein in a first position of the transfer means the discharge end of the upper of the pair of superimposed feed conveyors via the transfer means is in communication with the upper discharge conveyor of the pair of discharge conveyors located one above the other and the discharge end of the lower supply conveyor of the pair above feed conveyors located one via the transfer means are in communication with the lower of the pair of discharge conveyors, while in a second position of the transfer means a discharge end of a feed conveyor of the pair of superimposed feed conveyors is in communication with another discharge conveyor of the discharge means two superimposed discharge conveyors than in the first position of the transfer means, while a compensation mechanism is provided for compensating for the difference in distance to be bridged by the transfer means in the first position and in the second position between a discharge end of a feed conveyor and the ends of the two discharge conveyors located one above the other towards the supply conveyors.

2. Transporting device as claimed in claim 1, characterized in that a compensation mechanism with a free end of a 1024194

The auxiliary conveyor comprises swiveling guide part which is pivotable from a position below the free end of the auxiliary conveyor to a position in which the guide part is in line with the relevant auxiliary conveyor. I

3. Transport mechanism as claimed in claim 1, characterized in that the compensation mechanism is arranged such that in the second position of the transfer means a free end of a pivotal auxiliary transport connects to the compensation mechanism. I

4. Transport device as claimed in claim 2 or 3, characterized in that the guide part is formed by at least one roller. I

5. Transporting device as claimed in claim 2 or 3, characterized in that the guide part is formed by a conveyor belt. I

6. Transporting device as claimed in claim 1, characterized in that a compensation mechanism is built up from means that make it possible to change the length of an auxiliary conveyor. I

7. Transporting device as claimed in claim 6, characterized in that the auxiliary conveyor comprises an endless belt which is guided at the free end of the auxiliary conveyor around a guide roller displaceable in the longitudinal direction I of the auxiliary conveyor, while resilient means are arranged for keeping the endless belt tight. I

8. Transporting device as claimed in claim 7, characterized in that the endless belt is guided around a deflection roller displaceable against the force of resilient means. I

9. Transporting device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that an auxiliary conveyor connects to the end of each feed conveyor, which auxiliary conveyor can be pivoted relative to the respective feed conveyor about a pivot axis located near the respective feed conveyor, while on each an auxiliary conveyor connects from the ends of the discharge conveyors facing the feed conveyors, which auxiliary conveyor is pivotable relative to the respective discharge conveyor about a pivot axis located near the end of the respective discharge conveyor facing the feed conveyors.

10. Transporting device as claimed in claim 9, characterized in that the two in a first position of the transfer means the discharge end 5 of a feed conveyor with the auxiliary conveyors connecting to the end of the discharge conveyor facing the relevant feed conveyor are provided with a compensation mechanism.

11. Transport device as claimed in claim 9, characterized in that two auxiliary conveyors located one above the other are each provided with a compensation mechanism.

12. Transporting device as claimed in claim 9, characterized in that each of the auxiliary conveyors is provided with a compensation mechanism.

13. Transporting device as claimed in any of the foregoing claims 1-8, characterized in that the transfer means are provided with two auxiliary conveyors, which each extend in the first position of the transfer means between the two superimposed feed conveyors of the two feed conveyors and the both discharge conveyors located above one another of the two discharge conveyors located one above the other and thereby each being pivotable about a horizontally extending pivot axis resp. about a horizontal pivot axis located near the ends of the discharge conveyors 25 facing the supply conveyors.

14. Transport device as claimed in claim 8 or 9, characterized in that at least two auxiliary conveyors, which in a first position of the transfer means connect the discharge end of a feed conveyor to the end of the discharge conveyor facing the respective feed conveyor 30, are each constructed from a number of adjacent transport parts that are! 1024194

28 I from their near the feed conveyor resp. the discharge conveyor I alternately extend over different distances, such that the transport parts at the free ends of the auxiliary conveyors have a stepped arrangement with their I ends, wherein the stepped arranged ends of the conveying parts of the one auxiliary conveyor engage between the stepped arranged ends of the transport parts of the other auxiliary conveyor. I

15. Transport device provided with at least two supply conveyors arranged next to each other and with two discharge conveyors arranged next to each other for discharging objects supplied with the aid of the supply conveyors, wherein between the discharge ends of the supply conveyors and the discharge ends to the discharge ends I ends of the discharge conveyors facing the feed conveyors are provided for transferring objects from the feed conveyors to the discharge conveyors, which transfer means comprise at least one auxiliary conveyor and a displacement mechanism for the transfer conveyors. I shifting of objects resting on the upper surface of the auxiliary conveyors, such that during operation an object coming from the discharge end of a feed conveyor passes without operation of the shifting mechanism via the at least one auxiliary conveyor to a first of the second discharge conveyors are transferred and upon actuation of the shift mechanism via the auxiliary conveyor to the other of the two discharge conveyors. I

16. Transporting device as claimed in claim 15, characterized in that a first auxiliary conveyor is arranged between a first supply conveyor and a discharge conveyor I located at least substantially in line with this first supply conveyor and between a second supply conveyor and an at least substantially in the A second auxiliary conveyor is arranged in line with this second feed conveyor and a second auxiliary conveyor.

17. Transporting device as claimed in claim 15 or 16, characterized in that the shifting mechanism is provided with two push members arranged in a row along a side of the auxiliary conveyor (s), each push member arranged on a side of the auxiliary conveyor (s) a desired number of pushing members can be displaced transversely to the longitudinal direction of the auxiliary conveyor (s).

18. Transport device as claimed in claim 15 or 16, characterized in that a plate-shaped pushing member is arranged near each of the opposite sides of the auxiliary conveyor (s), which upper surface of the auxiliary conveyor supporting the objects moves over the objects. auxiliary conveyor (s) is movable.

19. Transporting device as claimed in any of the foregoing claims 15 or 16, characterized in that the displacement mechanism 1s is provided with guide members pivotable about vertical axes and which are adjustable from a direction extending parallel to the direction of displacement of the auxiliary conveyor (s). extending above the surface of the auxiliary conveyor (s) supporting the objects, enclosing an angle with the direction of movement of the auxiliary conveyor (s).

20. Transporting device as claimed in claim 19, characterized in that two guide members are arranged, each of which is pivotable about a pivot axis, which is situated near the outside of the auxiliary conveyor (s) and near the end of the auxiliary conveyors situated towards the supply conveyors. are between a position in which they extend parallel to the longitudinal direction of the auxiliary conveyor (s) and a position in which they extend obliquely over the auxiliary conveyor (s), while a further guide member surrounds an end of the auxiliary conveyor that is facing the discharge conveyors (s) and a pivot axis located between the discharge conveyors from a 1024194 parallel to the longitudinal direction

The auxiliary conveyor (s) can be pivoted in both the one and the other direction. I

20. Transporting device as claimed in claim 19 or 20, characterized in that a guide member is formed by an endless belt guided around vertical loops. I 1024194 I