NL1023807C1 - Zadelkoppeling. - Google Patents

Zadelkoppeling. Download PDF

Info

Publication number
NL1023807C1
NL1023807C1 NL1023807A NL1023807A NL1023807C1 NL 1023807 C1 NL1023807 C1 NL 1023807C1 NL 1023807 A NL1023807 A NL 1023807A NL 1023807 A NL1023807 A NL 1023807A NL 1023807 C1 NL1023807 C1 NL 1023807C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
saddle
handle
coupling
actuating mechanism
sling
Prior art date
Application number
NL1023807A
Other languages
English (en)
Inventor
Popke Binne Van Der Veer
Tilmann Schultes
Original Assignee
Konink Gazelle B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Konink Gazelle B V filed Critical Konink Gazelle B V
Priority to NL1023807A priority Critical patent/NL1023807C1/nl
Priority to DE200420010405 priority patent/DE202004010405U1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1023807C1 publication Critical patent/NL1023807C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62JCYCLE SADDLES OR SEATS; AUXILIARY DEVICES OR ACCESSORIES SPECIALLY ADAPTED TO CYCLES AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. ARTICLE CARRIERS OR CYCLE PROTECTORS
    • B62J1/00Saddles or other seats for cycles; Arrangement thereof; Component parts
    • B62J1/08Frames for saddles; Connections between saddle frames and seat pillars; Seat pillars

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Steering Devices For Bicycles And Motorcycles (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)

Description

ZADELKOPPELING
De onderhavige uitvinding betreft een koppeling voor 5 het verstelbaar koppelen van een zadel op een fiets en meer in het bijzonder met een zadelbuis.
Volgens de bekende techniek worden zadels aan zadel-buizen vast gezet met een bijvoorbeeld op een bout/moer-combinatie gebaseerde bevestiging. Een dergelijke bekende 10 koppeling, zoals die bijvoorbeeld bekend Is uit de Franse octrooiaanvrage 2.413.996, heeft als nadeel dat voor het verstellen van een zadel op een fiets met de bekende koppeling tussen het zadel en het frame een werktuig nodig is, zoals een steeksleutel. Gewoonlijk hebben fietsers nauwelijks 15 gereedschap bij zich, hooguit om een band te plakken. Een dergelijke bekende koppeling is derhalve niet gebruiksvriendelijk in het bijzonder als het een verstelling van het zadel betreft. '
Met de onderhavige uitvinding is beoogd de nadelen 20 van de bekende techniek te verhelpen of althans aanzienlijk te verminderen, waartoe een koppeling volgens de hoofdconclusie, een samenstel van een zadelbuis, een zadel en een dergelijke koppeling, en een fiets met een dergelijk samenstel worden verschaft.
25 Volgens de onderhavige uitvinding is het bekrachti- gingsmechanisme ter zijde van de bevestiging gepositioneerd, dat wil zeggen naast de lengteoriëntatie van de zadelbuis, waaraan het zadel met de koppeling moet worden aangebracht. Het bekrachtigingsmechanisme is te bedienen met een hendel, 30 en die strekt zich uit vanaf de zijkant, waar het bekrachtigingsmechanisme is gepositioneerd, langs de bevestigingen derhalve langs de zadelbuis. In het samenstel of op de fiets volgens de uitvinding heeft dit als voordeel, dat de bedie- 1 n 9 q a n 7 *
2 I
ningshendel voor de klem een aanzienlijk gebruiksgemak ople- I
vert, omdat met een enkele beweging van de hendel het zadel I
voor verstelling kan worden vrijgegeven of kan worden ge- I
fixeerd. Bovendien hebben de oriëntatie van de hendel en de I
5 positionering van het bekrachtigingsmechanisme tot gevolg dat I
de hendel relatief lang kan worden gemaakt en toch kan worden I
overkraagt door het zadeldek, zodat de hendel geen uitstekend I
onderdeel vormt, waaraan een gebruiker zich zou kunnen beze- I
ren, bijvoorbeeld in het geval van een ongeluk. Het voordeel I
10 van een relatief grote lengte van de hendel is vanzelfspre- I
kend, dat de voor het bekrachtigen van de klem benodigde I
kracht laag kan blijven, aangezien met een lange arm een hoog I
moment kan worden gegenereerd met een lage kracht. I
De uitvinding kent diverse voorkeursuitvoeringsvor- I
15 men. Zo kan het bekrachtigingsmechanisme van een koppeling I
volgens de uitvinding een dood punt vertonen, waardoorheen de I
hendel bewogen dient te worden. Het bekrachtigingsmechanisme I
zal in een dusdanige uitvoeringsvorm ook niet snel het zadel I
vrij geven voor verstelling of beweging daarvan, hetgeen I
20 tijdens het berijden van een fiets ook zeer ongewenst zou I
zijn. I
Verder kan het bekrachtigingsmechanisme een met de I
hendel samenhangende excenter constructie omvatten. Een I
excenter constructie is een op zich in de techniek van rij- I
25 wielen gangbare oplossing als alternatief voor bouten en I
moeren om het gebruik van gereedschap te kunnen vermijden. I
Echter, volgens de onderhavige uitvinding wordt de hendel op I
een zeer specifieke manier ten opzichte van het bekrachti- I
gingsmechanisme (excenter configuratie) gepositioneerd en ' I
30 georiënteerd, waardoor het bedieningsgemak en de klemvastheid I
van de koppeling in het gebruik verregaand worden bevorderd. I
Tevens kan de klem een strop zijn, die is ingericht I
om een bus in te klemmen, die het zadel aangrijpt. Dit is een I
1 023807 ' I
3 gunstige uitvoeringsvorm, omdat vrijgave van de strop leidt tot vrijgave van een draaiende bewegingsvrijheid van de bus, zodat gewoonlijk de hoekstand van het zadel direct in te stellen is. In een uitvoeringsvorm met een excenter construc-5 tie en een strop kan de hendel door bediening daarvan inwerken op in hoofdzaak één van de strophelften, terwijl het bekrachtigingsmechanisme de andere strophelft ten opzichte van de bevestiging fixeert. Daarbij wordt de strop eenzijdig gesloten, terwijl de andere zijde gefixeerd is, hetgeen leidt 10 tot bijzonder eenvoudige bekrachtigingsmechanismes.
In een uitvoeringsvorm met een excenter constructie, een strop en een bekrachtigingsmechanisme dat op één strophelft inwerkt en de andere fixeert, kan de excenter constructie een met de andere strophelft verbonden trekstang omvat-15 ten, en kan de hendel scharnierbaar zijn verbonden met de ene van de strophelften in een scharnierpunt, dat uit het midden is gelegen ten opzichte van een gekromd buitenoppervlak van de hendel, dat is gelegen in een komvormige uitsparing in een lichaam, waar ook de trekstang mee is verbonden. Een derge-20 lijke uitvoeringsvorm is gunstig, omdat naast de strop eenvoudigweg het lichaam kan worden aangelegd tegen het buitenoppervlak van de strop, en is gereed voor gebruik, wanneer de trekstang met de strop is verbonden. Dit levert zeer eenvoudige montagemogelijkheden op.
25 Verder kan de hendel zodanig met het bekrachtigings mechanisme zijn verbonden, dat deze zich in bekrachtigende toestand van de constructie vanaf de aangrijpingsmiddelen in hoofdzaak van de bevestiging weg uitstrekt in een gemonteerde toestand onder het zadel. Wanneer de hendel op een dusdanige 30 wijze zo dicht mogelijk aan komt liggen tegen het zadel, onder het zadeldek, wordt met nog meer zekerheid voorkomen, dat de hendel een gevaarlijk uitstekend onderdeel van de 1 023807-- Η
I 4 I
I configuratie kan vormen. De hendel is daarbij geborgen onder I
I het zadel. I
I In een uitvoeringsvorm met een bus, die bijvoorbeeld I
I is gestoken in een strop, kan de bus zijn ingericht om een I
I 5 zadelbrug van het zadel aan te grijpen. In uitvoeringsvormen I
I van zadels, die een zadelbrug vertonen, kan dit vanzelfspre- I
I kend een zeer gunstige uitvoeringsvorm zijn, omdat de zadel- I
I brug bij uitstek geschikt is en bedoeld is om aangegrepen te I
I worden door een koppeling. Echter, als de zadelbrug uit een I
I 10 buizenframe is gevormd is het gunstig, dat de bus is vormge- I
I geven om langs de lengte van de buis selectief hiermee ver- I
I bonden te worden. Dit kan bijvoorbeeld worden verwezenlijkt I
I wanneer de bus twee complementaire busdelen omvat, welke in I
I de klem in een bekrachtigde toestand daarvan worden samen- I
I 15 geklemd met de zadelbrug daartussen om het zadel te fixeren. I
I In een dusdanige uitvoeringsvorm is de bus niet alleen gun- I
I stig om de hoekstand van het zadel te bepalen, maar ook om de I
I afstand, genomen langs de lengte van de buis van de zadel- I
I brug, ten opzichte van het stuur in te kunnen stellen. I
I 20 Tevens kan de hendel in gemonteerde toestand althans I
I aan de van een zadeldek afgekeerde zijde kom- of lepelvormig I
I zijn. Aldus wordt een zeer goed in de hand liggende greep I
I verschaft voor het gebruik van de hendel en het bedienen van I
I het bekrachtigingsmechanisme. I
I 25 De hendel kan verder in hoofdzaak U-vormig zijn en de I
I benen daarvan kunnen zich aan weerszijden van de bevestiging I
I -en derhalve van de zadelbuis- uitstrekken naar het bekrach- I
I tigingsmechanisme. Een dérgelijke in hoofdzaak U-vormige I
I hendel ligt ook goed in de hand en heeft in esthetisch op- I
I 30 zicht ook de meeste aantrekkingskracht voor potentiële kopers I
I en/of gebruikers. De constructie is namelijk solide en ro- I
I buüst, en straalt dit dan ook uit. I
I 1 023807 , I
5
De onderhavige uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld daarvan, dat is getoond in de bij gevoegde tekeningen van een dusdanige uitvoeringsvorm, waartoe de uitvinding echter geenszins beperkt 5 mag worden geacht, en waarin:
Fig. 1 gedeeltelijk in doorsnede een aanzicht toont van een zadelbuis, een zadel en een koppeling volgens de onderhavige uitvinding;
Fig. 2 schematisch gebruiksmogelijkheden toont van 10 een koppeling volgens de onderhavige uitvinding, zoals die in fig. 1 is getoond;
Fig. 3 in perspectivisch aanzicht een detail toont van de in fig. 1 weergegeven koppeling; en
Fig. 4 een perspectivisch uiteengenomen aanzicht 15 toont van de koppeling uit de voorgaande figuren.
In de tekeningen wordt gebruik gemaakt van dezelfde of gelijksoortige referentienummers voor gelijke of gelijksoortige componenten van de koppeling, het samenstel en/of de fiets volgens de onderhavige uitvinding.
20 In fig. 1 is een samenstel 4 volgens de onderhavige uitvinding getoond, bestaande uit een zadel 1 en een zadelbuis 2 met daartussen een koppeling 3 volgens de onderhavige uitvinding.
De koppeling 3 omvat een bekrachtigingsmechanisme 5, 25 dat zoals hieronder nader zal worden uitgelegd, een excenter constructie omvat. Het bekrachtigingsmechanisme 5 is te bedienen met een hendel 6, en het bekrachtigingsmechanisme 5 omhelst een strop 7, die kan sluiten om een tweedelige bus 8, die bestaat uit twee busdelen 9 en 10, waartussen een buis-30 vormige zadelbrug 11 is ingesloten.
Wanneer door bediening van de hendel 6 het bekrachtigingsmechanisme 5 wordt bekrachtigd, wordt de strop 7 om de 1023807-
6 I
bus 8 gesloten, waardoor de twee busdelen 9 en 10 de zadel- I
brug 11 ook inklemmen. I
In fig. 1 is de bekrachtigde toestand van het be- I
krachtigingsmechanisme 5 weergegeven. De koppeling 3 is daar- I
5 bij gesloten en het zadel 1 vertoont geen bewegingsvrijheden. I
In tegenstelling is in fig. 2 de vrijgegeven toestand I
getoond, waarbij duidelijk de hendel 6 neerwaarts is bewogen I
om deze toestand te bereiken. De exacte werking van het klem- I
mechanisme 5 zal hieronder nader worden beschreven. I
10 Met dubbele pijl A is duidelijk weergegeven, dat de I
stand van het zadel 1 in de vrijgegeven toestand van de kop- I
peling 3 in te stellen is door een gebruiker. Met dubbele I
pijl B is weergegeven, dat het zadel 1 in te stellen is met I
betrekking tot de afstand tussen het zadel 1 en een (niet I
15 getoond) stuur van een fiets, waarop de onderhavige uitvin- I
ding eveneens betrekking heeft. I
In fig. 3 is een perspectivisch aanzicht getoond van I
de koppeling met daarin de bus 8, maar zonder de overige van I
de componenten, die bijvoorbeeld in figuren 1 en 2 zijn ge-
20 toond. Zo is het zadel 1 met de zadelbuis 11 niet langer I
weergegeven, maar nog wel de bus 8, die op zich deel uitmaakt I
van het zadel, maar waarvan evenzeer kan worden gezegd, dat I
die bus 8 een deel uitmaakt van de koppeling 3. I
Nu de zadelbrug 11 in tegenstelling tot figuren 1 en I
25 2 niet langer te zien is, blijkt dat tussen de busdelen 9 en I
10 een scheiding bestaat, en dat daartussen een ruimte is I
verschaft voor opname daarin van de zadelbrug 11, welke ruim- I
te een doorgang 12 tussen de busdelen 9 en 10 definieert. I
Verder omvat de koppeling 3, zoals ook in figuren 1 I
30 en 2 is weergegeven, een bevestiging 13, waarmee de koppeling I
3 op de zadelbuis 2 kan worden aangebracht. Opgemerkt wordt, I
dat deze bevestiging 13 een verende werking heeft en als I
1023807 I
7 zodanig een soort schokdemper is in het samenstel van zadel-buis 2, zadel 1 en koppeling 3.
In fig. 3 is duidelijk te zien, dat de hendel 6 een ü-vorm heeft en om (het verlengde van) de zadelbuis 2 heen is 5 verbonden met het bekrachtigingsmechanisme 5, dat zich in hoofdzaak aan de tegenover de hendel 6 gelegen zijde ten opzichte van (het verlengde van) de zadelbuis 2 bevindt.
De koppeling 3 is in fig. 3 in een onbekrachtigde toestand weergegeven, zoals die ook in fig. 2 is getoond.
10 Door de hendel 6 in fig. 3 aan te grijpen en opwaarts te trekken kan de koppeling 3 in de bekrachtigde toestand worden gebracht.
In fig. 4 is eèn uiteengenomen aanzicht getoond van de koppeling 3, waarbij noch de bus 8 als onderdeel van het 15 zadel 1 is weergegeven, doch niet in een in de strop 7 stekende toestand, maar daarboven. Fig. 4 dient voornamelijk om het bekrachtigingsmechanisme 5 te verduidelijken.
Het bekrachtigingsmechanisme 5 omvat naast strop 7 een lichaam 14, dat tegen de buitenkant van de strop 7 aan 20 moet komen te liggen in een gemonteerde toestand, terwijl fig. 4 de uiteengenomen toestand toont. Verder omvat het bekrachtigingsmechanisme 5 een trekstang 15 met aan het uiteinde daarvan draadeinde, waarop een moer 16 geschroefd kan worden. De trekbout 15 steekt door het stropdeel 17 en het 25 andere stropdeel 18 strekt zich aan weerszijden van de trekstang 15 daarlangs uit.
De trekstang 15 heeft een oog 19, waardoorheen een draaiingsas 20 te steken is. Het andere stropdeel 18 omvat twee ogen 21, waarin draaiingsassen 22 en 23 te steken zijn. 30 De draaiingsassen 20, 22 en 23 steken bovendien elk in een bijbehorende doorgang 24 in het lichaam 14. Aldus wordt het eerste stropdeel 17 ten opzichte van het lichaam 14 en derhalve ten opzichte van de -bevestiging 13 gefixeerd door mid- 1023807 Η
I 8 I
I del van de trekstang 15 met daarop de moer 16 en de koppeling I
I van het oog 19 met het lichaam 14 door middel van de as 20. I
I Daarentegen ligt het uiteinde van de hendel 6 met de door- I
I gangen 24 voor de draaiingsassen 22 in een komvormige uitspa- I
I 5 ring in het lichaam 14 en zijn de doorgangen 24 excentrisch I
I ten opzichte van die komvorm gepositioneerd. Opwaartse draai- I
I ing van de hendel 6 resulteert er dan in, dat het stropdeel I
I 18 tegen het stropdeel 17 wordt gedrukt en zo de strop wordt I
I bekrachtigd met een adequate klemkracht voor het inklemmen I
I 10 van de bus 8. I
I Nu in detail een potentiële uitvoeringsvorm van de I
I onderhavige uitvinding is getoond in de bijgevoegde tekening- I
I en en beschreven in de voorgaande beschrijving, zullen zich I
I vele alternatieven en aanvullende uitvoeringsvormen opdringen I
I 15 aan de vakman in het betreffende technische gebied. Al deze I
I alternatieven en aanvullende uitvoeringsvormen dienen echter I
I te worden geïnterpreteerd in die zin, dat deze zijn gelegen I
I binnen het kader van de beschermingsomvang, zoals die is I
I gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies, tenzij een derge- I
I 20 lijke alternatieve uitvoeringsvorm van deze definities en/of I
I van de geest van de uitvinding afwijken. Zo is het mogelijk, I
I dat binnen het kader van de onderhavige uitvinding gebruik I
I wordt gemaakt van een andere klem dan de als mogelijke uit- I
I voeringsvorm beschreven strop, zolang er daadwerkelijk sprake I
I 25 is van een bekrachtigbare klem. Een dergelijke klem hoeft I
I niet via een bus op het zadel in te werken, maar kan direct I
I een onderdeel van het zadel aangrijpen. Ook de bevestiging is I
I van willekeurige aard, en kan losmaakbaar of verstelbaar I
I zijn, in het bijzonder om een hoogte instelling van het zadel I
I 30 te kunnen verwezenlijken. In de plaats van het hierboven I
I beschreven bekrachtigingsmechanisme kan van een willekeurig I
I ander mechaniek gebruik worden gemaakt om een willekeurige I
I klem te bekrachtigen. De positionering van het bekrachti- I
I 1023807 I
9 gingsmechanisme en de oriëntatie van de hendel ten opzichte daarvan zijn daarbij bepalend. Opgemerkt wordt, dat de kromming aan het uiteinde van de hendel in de nabijheid van de komvormige uitsparing in het lichaam 14, dat tegen de strop 5 moet worden geplaatst, een dusdanige vorm kan hebben ten opzichte van de komvorm, dat de hendel over een dood punt moet worden gebracht. De hendel zal dan niet gemakkelijk terug kunnen bewegen naar de in figuren 2 en 3 getoonde onbekrachtigende stand daarvan, zonder weer over dat dode punt 10 van het bekrachtigingsmechanisme te bewegen, hetgeen niet kan worden bereikt met lichte aanrakingen, maar slechts met een relatief lage kracht, die nog altijd hoog genoeg is om het onbedoeld losraken van de koppeling te voorkomen.
1023807-

Claims (14)

1. Koppeling voor het verstelbaar koppelen van een I zadel en een zadelbuis, omvattende: ten minste één bekrach- I tigbare klem voor aangrijping van het zadel; en een bevesti- I ging voor verbinding van de koppeling en de zadelbuis; en een I bekrachtigingsmechanisme voor de klem, dat ter zijde van de I 10 bevestiging is gepositioneerd en te bedienen is met een hen- I del, welke hendel zich vanaf het bekrachtigingsmechanisme I uitstrekt langs de bevestiging in een in hoofdzaak dwars op I de oriëntatie van althans de verbinding of de zadelbuis gele- I gen richting. I
2. Koppeling volgens conclusie 1, waarbij het be- I krachtigingsmechanisme een dood punt vertoont, waardoorheen I de hendel bewogen dient te worden. I
3. Koppeling volgens conclusie 1 of 2, waarbij het I bekrachtigingsmechanisme een met de hendel samenhangende I 20 excenter constructie omvat. I
4. Koppeling volgens één van de voorgaande conclu- I sies, waarbij de klem een strop is, welk is ingericht om een I bus in te klemmen, die het zadel aangrijpt. I
5. Koppeling volgens conclusies 3 en 4, waarbij de I 25 hendel door bediening daarvan inwerkt op in hoofdzaak één van I de strophelften, terwijl het bekrachtigingsmechanisme de I andere strophelft ten opzichte van de bevestiging fixeert. I
6. Koppeling volgens conclusie 3 en 5, waarbij de I excenter constructie een met de andere strophelft verbonden I 30 trekstang omvat en de hendel scharnierbaar is verbonden met I de éne van de strophelften in een scharnierpunt, dat uit het I midden is gelegen ten opzichte van een gekromd buiten opper- I 1023807' I vlak van de hendel, dat is gelegen in een komvormige uitsparing in een lichaam, waar ook de trekstang mee is verbonden.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de hendel zodanig met het bekrachtigingsmecha- 5 nisme is verbonden, dat de hendel zich in bekrachtigde toestand van de constructie vanaf de aangrijpingsmiddelen in hoofdzaak van de bevestiging weg uitstrekt, in gemonteerde toestand onder het zadel.
8. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de bus is 10 ingericht om een zadelbrug van het zadel aan te grijpen.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de zadelbrug een buizenframe omvat met in de nabijheid van de bus ten minste één zich in de lengterichting van het zadel uitstrekkende en met de bus te verbinden buis omvat, waarbij 15 de bus is vormgegeven om langs de lengte van de buis selectief hiermee verbonden te worden.
10. Inrichting volgens één van de conclusies 8 en 9, waarbij de bus twee complementaire busdelen omvat, welke in de klem in een bekrachtigde toestand daarvan worden samen- 20 geklemd met de zadelbrug daartussen om het zadel te fixeren
10 I CONCLUSIES I
11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de hendel in gemonteerde toestand althans aan de van een zadeldek afgekeerde zijde kom- of lepelvormig is.
12. Inrichting volgens één van de voorgaande conclu- 25 sies, waarbij de hendel in hoofdzaak U-vormig is en de benen daarvan zich aan weerszijden van de bevestiging uitstrekken naar het bekrachtigingsmechanisme.
13. Samenstel voor een fiets van een zadel en een zadelbuis met een koppeling volgens ten minste één van de 30 voorgaande conclusies.
14. Fiets met een samenstel volgens de voorgaande conclusie. 1 023807·*
NL1023807A 2003-07-03 2003-07-03 Zadelkoppeling. NL1023807C1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023807A NL1023807C1 (nl) 2003-07-03 2003-07-03 Zadelkoppeling.
DE200420010405 DE202004010405U1 (de) 2003-07-03 2004-07-02 Sattelkupplung

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023807 2003-07-03
NL1023807A NL1023807C1 (nl) 2003-07-03 2003-07-03 Zadelkoppeling.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1023807C1 true NL1023807C1 (nl) 2005-01-04

Family

ID=33448529

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1023807A NL1023807C1 (nl) 2003-07-03 2003-07-03 Zadelkoppeling.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE202004010405U1 (nl)
NL (1) NL1023807C1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1029203C2 (nl) 2005-06-07 2006-12-08 Konink Gazelle B V Koppeling voor montage van een zadel op een voertuig.

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2424588B1 (es) * 2013-05-31 2014-09-02 Orbea S. Coop. Ltda. Abrazadera para fijar la posición de una tija de sillín con respecto a un cuadro de bicicleta

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1029203C2 (nl) 2005-06-07 2006-12-08 Konink Gazelle B V Koppeling voor montage van een zadel op een voertuig.
EP1731414A2 (en) 2005-06-07 2006-12-13 Koninklijke Gazelle B.V. Coupling for mounting a saddle on a vehicle

Also Published As

Publication number Publication date
DE202004010405U1 (de) 2004-11-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7300066B2 (en) Folding frame for a tricycle, scooter or child's bicycle
US20100186545A1 (en) Handlebar auxiliary adjustable hand grip extension
US4925203A (en) Semi-recumbent bicycle with adjustable frame
US5284354A (en) Bicycle suspension system
US10822046B2 (en) Quick switch device for toy vehicle
US20020050695A1 (en) Tricycle
NZ251158A (en) Shock absorbing bicycle frame: compression shock absorber forces seat and chain stays downwardly via rocker arm pivoted to shock absorber,axle bracket and chain stays
US4248448A (en) Bicycle enabling a substantially full length prone riding position
US20200247492A1 (en) Dropper seatpost head assembly
JPH0579555B2 (nl)
EP1604893A1 (en) Adjustable seat for children's vehicle
US20030006569A1 (en) Three runner sled
TW200417491A (en) Cycle handlebars and attachments with adjustable forearm pads
JPS63227970A (ja) 自転車用空気ポンプ
US5319994A (en) Clamp-on aerodynamic bicycle handlebar attachment
BE1006368A4 (nl) Tweewielig voertuig.
US6367829B1 (en) Folding collapsible kick scooter
US5201538A (en) Ergonomic cycles
CN109383685B (zh) 操作装置
NL1023807C1 (nl) Zadelkoppeling.
EP1398255A2 (en) Rear luggage-carrier device for motorcycle
US20200207439A1 (en) Bicycle handlebar for recumbent cycling
US6808187B1 (en) Tandem scooter
US20020084620A1 (en) Mini bicycle
US6478104B1 (en) Collapsible motor driven vehicle

Legal Events

Date Code Title Description
VD2 Lapsed due to expiration of the term of protection

Effective date: 20090703