NL1023753C2 - Inrichting voor het neerdrukken van bladzijden van een opengeslagen document. - Google Patents
Inrichting voor het neerdrukken van bladzijden van een opengeslagen document. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1023753C2 NL1023753C2 NL1023753A NL1023753A NL1023753C2 NL 1023753 C2 NL1023753 C2 NL 1023753C2 NL 1023753 A NL1023753 A NL 1023753A NL 1023753 A NL1023753 A NL 1023753A NL 1023753 C2 NL1023753 C2 NL 1023753C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- arm
- pivot axis
- axis member
- pages
- document
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B42—BOOKBINDING; ALBUMS; FILES; SPECIAL PRINTED MATTER
- B42D—BOOKS; BOOK COVERS; LOOSE LEAVES; PRINTED MATTER CHARACTERISED BY IDENTIFICATION OR SECURITY FEATURES; PRINTED MATTER OF SPECIAL FORMAT OR STYLE NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; DEVICES FOR USE THEREWITH AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; MOVABLE-STRIP WRITING OR READING APPARATUS
- B42D17/00—Hanging or securing devices for books, newspapers or the like
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47B—TABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
- A47B23/00—Bed-tables; Trays; Reading-racks; Book-rests, i.e. items used in combination with something else
- A47B23/06—Bed-tables; Trays; Reading-racks; Book-rests, i.e. items used in combination with something else characterised by association with auxiliary devices, e.g. line indicators, leaf turners, lampholders, book or page holders
Landscapes
- Pivots And Pivotal Connections (AREA)
Description
I Korte aanduiding: Inrichting voor het neerdrukken van bladzijden van I een opengeslagen document.
I BESCHRIJVING
I 5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het neerdrukken van bladzijden van een opengeslagen document omvattende een I draagvlak voor ondersteuning van het document en neerdrukmiddelen voor I het in de richting van het draagvlak uitoefenen van een neerdrukkracht op de bladzijden. Binnen het kader van de onderhavige uitvinding dienen I 10 onder het begrip "document" ten minste boeken en papier gebonden in I snelhechters te worden begrepen. Zoals algemeen bekend kunnen bladzijden van dergelijke documenten in opengeslagen toestand van het document de I neiging hebben om zelfstandig om te bladeren hetgeen voor een lezer I uitermate vervelend kan zijn, met name voor lezers met een fysieke I 15 handicap. Om het zelfstandig omslaan van bladzijden te voorkomen zal een I lezer veelal één of twee handen gebruiken om de te lezen bladzijden neer te drukken. Belangrijk nadeel hiervan is dat dit een aanzienlijk beslag I legt op de bewegingsvrijheid van de handen hetgeen oncomfortabel is.
I Bovendien zijn de handen daardoor niet beschikbaar voor uitvoering van 20 andere taken.
Om het zelfstandig omslaan van bladeren te voorkomen is het I
tevens bekend gebruik te maken van hulpmiddelen. Een dergelijk hulpmiddel I
kan bestaan uit een voorwerp dat handmatig op een opengeslagen bladzijde I
van een document wordt geplaatst en die vanwege zijn gewicht ombladeren I
25 van de bladzijde voorkomt. Het is verder bijvoorbeeld bekend gebruik te I
maken van een lessenaar waarop een opengeslagen boek wordt geplaatst. I
Over dit opengeslagen boek heen wordt een elastisch koord gespannen. Aan I
een dergelijk hulpmiddel kleven diverse bezwaren. Zo is het bijvoorbeeld I
voor het omslaan van een bladzijde noodzakelijk hetzij het boek onder het I
30 elastisch koord vandaan te halen, de bladzijde weer om te slaan en het I
boek vervolgens weer tussen het koord en de lessenaar te plaatsen hetgeen I
1023753 | I door de lezer als onhandig zal worden ervaren, hetzij het elastisch koord I los te maken, de bladzijde om te slaan en het elastisch koord weer te bevestigen hetgeen eveneens door de lezer als onhandig zal worden ervaren. Bovendien is de werkzaamheid van het elastisch koord veelal niet 5 geschikt voor toepassing bij boeken van verschillende diktes.
I De uitvinding beoogt nu al dan niet in I voorkeursuitvoeringsvormen ervan een inrichting te verschaffen die een praktische oplossing of althans een verbetering biedt voor de bovenstaand I beschreven problematiek. Hiertoe kenmerkt de inrichting volgens de 10 uitvinding zich in eerste instantie doordat de neerdrukmiddelen een arm I omvatten die zwenkbaar is om een zwenkas zich uitstrekkend aan de I buitenzijde van en tenminste in hoofdzaak loodrecht op het opengeslagen document tussen een inactieve positie waarbij de arm vrij is van het H opengeslagen document en een actieve positie waarbij de arm zich 15 uitstrekkend boven het opengeslagen document de neerdrukkracht uitoefent.
Het zwenken van een arm tussen de inactieve positie en de actieve positie zal door een lezer eenvoudig kunnen worden uitgevoerd en derhalve niet als onhandig worden ervaren. Voor het bewust omslaan van een bladzijde is het noodzakelijk dat de lezer, uitgaande van de situatie waarbij de arm 20 zich in de actieve positie bevindt, de arm van deze actieve positie naar de inactieve positie zwenkt, vervolgens de desbetreffende bladzijden ombladert waarbij de lezer niet wordt gehinderd door de arm die immers in H de inactieve positie vrij is van het opengeslagen document, en vervolgens de arm weer terug zwenkt van de inactieve positie naar de actieve positie 25 boven de bladzijden. Overigens ontstaat de neerdrukkracht uitgeoefend door de arm op het opengeslagen document als een reactiekracht vanwege de neiging van de bladzijden om zelfstandig om te slaan.
Een, met name vanwege zijn eenvoud, zeer voordelige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt verkregen 30 indien de neerdrukmiddelen coaxiaal met de zwenkas een zwenkasorgaan omvatten dat zich uitstrekt door een boring in de arm voor het door de I 3 I arm om het zwenkasorgaan kunnen zwenken van de arm.
I Teneinde de inrichting volgens de uitvinding in het I bijzonder geschikt te maken voor toepassing bij documenten van I verschillende diktes geniet het de sterke voorkeur dat de arm in de I 5 axiale richting van het zwenkasorgaan ten opzichte van het zwenkasorgaan I verplaatsbaar is. Afhankelijk van de dikte van het document kan aldus de I arm een geschikte axiale positie ten opzichte van het zwenkasorgaan I aannemen.
I Bij een bijzonder voordelige voorkeursuitvoeringsvorm is de I 10 arm ten opzichte van het zwenkasorgaan kantelbaar om een kantel as zich I uitstrekkend door en loodrecht op de zwenkas tussen een vrije kantel stand waarbij de arm langs het zwenkasorgaan kan worden verplaats en een geborgde kantel stand waarbij de arm vanwege aangrijpend contact tussen de randen van de boring en de omtrek van het zwenkasorgaan niet langs het 15 zwenkasorgaan kan worden verplaatst. Op constructief bijzonder eenvoudige wijze wordt aldus bewerkstelligd dat een gewenste axiale positie van de arm ten opzichte van het zwenkasorgaan kan worden gefixeerd eenvoudigweg door het kantelen van de arm om de kantel as ten opzichte van het zwenkasorgaan. Deze kanteling kan teweeg worden gebracht door het 20 document zelf, meer specifiek door de kracht die het document op de arm uitoefent in de van het draagvlak afgekeerde richting. Afhankelijk van de speling tussen het zwenkasorgaan en de boring in de arm kan de kantel hoek tussen de vrije kantel stand en de geborgde kantelstand beperkt blijven bijvoorbeeld tot een kantelhoek gelegen tussen 2 graden en 15 graden.
25 Om nu te bereiken dat de arm in de geborgde kantelstand nagenoeg evenwijdig verloopt aan het draagvlak en dus ook aan het document is het voordelig dat de hartlijn van de boring een hoek afwijkend van 90 graden, bij voorkeur gelegen tussen 75 graden en 88 graden, maakt met de lengterichting van de arm.
30 Om een correct verband te verkrijgen en te behouden tussen het zwenkasorgaan enerzijds en het draagvlak anderzijds geniet het de 1023753 I voorkeur dat de neerdrukmiddelen verbindingmsiddelen omvatten voor het I verbinden van het zwenkasorgaan met het draagvlak.
I Dergelijke verbindingsmiddelen omvatten bij voorkeur een I zuignap die een inherent (beperkt) elastisch vervormingsvermogen heeft.
I 5 Volgens een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm van een I inrichting volgens de uitvinding omvatten de neerdrukmiddelen een I naaforgaan met een naafgat alsmede een ten opzichte van het naaforgaan om I de zwenkas zwenkbaar, vast met de arm verbonden, door het naafgat I uitstrekkend zwenkasorgaan. Bij deze voorkeursuitvoeringsvorm is het dus I 10 niet zo dat, zoals bij de voorgaand besproken voorkeursuitvoeringsvorm, de arm kan zwenken ten opzichte van het zwenkasorgaan, maar is het zo dat I de arm en het zwenkasorgaan gezamenlijk kunnen zwenken ten opzichte van I het naaforgaan.
Bij voorkeur is het zwenkasorgaan in de axiale richting van 15 het zwenkasorgaan ten opzichte van het lageringsorgaan verplaatsbaar teneinde de inrichting bij uitstek geschikt te maken voor toepassing bij documenten van verschillende dikten.
Voor het fixeren van een bepaalde axiale positie van het zwenkasorgaan ten opzichte van het lageringsorgaan geniet het verder de 20 voorkeur dat het zwenkasorgaan ten opzichte van het lageringsorgaan kantelbaar is om een kantel as zich uitstrekkend door en loodrecht op de zwenkas tussen een vrije kantel stand waarbij het zwenkasorgaan langs het lageringsorgaan kan worden verplaats en een geborgde kantel stand waarbij het zwenkasorgaan vanwege aangrijpend contact tussen de omtrek van het 25 zwenkasorgaan en de omrek van het naafgat niet langs het naaforgaan kan worden verplaatst.
Teneinde te voorkomen dat vanwege de aanwezigheid van de arm in de actieve positie boven de bladzijden van het document, deze bladzijden niet of minder goed leesbaar zouden zijn is het voordelig dat 30 de arm van transparant materiaal is.
In zijn algemeenheid geldt voor de uitvinding dat het I 5 I mogelijk is dat het draagvlak wordt gevormd door een oppervlak van een I meubelstuk. Als meubelstuk kan men hierbij denken aan een bureau, een I (lees)tafel of een (lege plank van) een boekenkast. Hierbij kan men I uitgaan van bestaand meubilair dat afhankelijk van de gekozen I 5 uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding nog kan worden I aangepast, of van nieuw meubilair dat direct geschikt is gemaakt voor I toepassing in combinatie met een inrichting volgens de uitvinding.
I In het licht van de bovenstaande voorkeursuitvoeringsvorm I heeft de onderhavige uitvinding tevens betrekking op neerdrukmiddelen I 10 voor toepassing bij een inrichting volgend de uitvinding zoals I bovenstaand omschreven. De uitvinding zal navolgend nader worden I toegelicht aan de hand van de beschrijving van een aantal I voorkeursuitvoeringsvormen van inrichtingen volgens de uitvinding onder I verwijzing naar de navolgende figuren: I 15 figuren 1 en 2 tonen in bovenaanzicht een eerste I uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding respectievelijk I bij een actieve positie en een inactieve positie van de arm I figuur 3 toont in perspectivisch aanzicht een tweede I uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding I 20 figuur 4 toont een verticale doorsnede over de arm van de I tweede voorkeursuitvoeringsvorm volgens figuur 3 figuren 5 en 6 tonen respectievelijk in perspectivisch- en in zijaanzicht een derde voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding 25 figuur 7 toont in verticale dwarsdoorsnede een vierde uitvoeringsvorm van van een inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een lessenaar 1. De lessenaar 1 omvat een licht hellend draagblad 2 dat aan zijn onderste rand is voorzien van een opstaande rand 3 ter voorkoming dat boeken, of in zijn algemeenheid 30 documenten, die gelegen zijn op het draagblad 2 vanwege de helling daarvan naar beneden daar vanaf zouden glijden. De opstaande rand 3 is in 1023753 het midden van zijn lengte onderbroken. Ter plaatse van dit onderbroken deel strekt het draagblad 2 zich nog voorbij de opstaande rand 3 uit met I uitstekend deel 4. Centraal op dit uitstekend deel 4 is loodrecht daarop I een aslichaam 5 star bevestigd. Ten opzichte van dit as lichaam 5 is een I 5 arm 7 met een afgeronde voorzijde 8 zwenkbaar die hiertoe is voorzien van I een boring 6. Arm 7 is in principe over 360 graden zwenkbaar (mits zich I boven rand 3 uitstrekkend) maar meer in het bijzonder zwenkbaar tussen I een actieve positie zoals weergegeven in figuur 1 en een inactieve positie weergegeven in figuur 2. Bij de actieve positie volgens figuur 1 I 10 strekt arm 7 zich grotendeels uit boven het boven de opstaande rand 3 gelegen deel van draagblad 2 hetgeen bij de inactieve positie volgens figuur 2 niet het geval is. Bij positionering van een document op het draagblad 2 onder arm 7 wordt in de actieve positie van arm 7 voorkomen dat bladeren van het desbetreffende document zelfstandig zullen omslaan 15 doordat deze bladeren worden tegengehouden door arm 7. Arm 7 is gemaakt van een transparant kunststof materiaal zodat ook het oppervlak gelegen onder arm 7 leesbaar is. Hiertoe zou arm 7 alternatief ook bijvoorbeeld van gehard glas gemaakt kunnen zijn.
De verhouding tussen de breedte van arm 7 en de breedte van 20 de onderbreking in opstaande rand 3 alsmede de relatieve positie van aslichaam 5 ten opzichte van opstaande rand 3 is dusdanig gekozen dat enige scheefstand van arm 7 ten opzichte van opstaande rand 3 en dus ten opzichte van een boek gedragen op lessenaar 2 mogelijk is, zodat arm 7 zich hetzij uitstrekt over die zijde van het document die voor wat 25 betreft het zelfstandig ombladeren de grootste problemen oplevert, hetzij dat arm 7 zich over twee naburige bladzijden uitstrekt.
Het doelbewust ombladeren van een bladzijde van het document door een lezer is mogelijk in de inactieve toestand van arm 7 doordat in deze toestand arm 7 het document op draagblad 2 volledig 30 vrijlaat. Vanwege het feit dat arm 7 zich ook nog aan de achterzijde uitstrekt van aslichaam 5 zal het in de richting van pijl 9 zwenken van 7 arm 7 onder invloed van de zwaartekracht worden voorkomen doordat dit achterste deel van arm 7 aanslaat tegen opstaande rand 3 mits arm 7 op hetzelfde verticale niveau is gelegen als rand 3.
De diameter van boring 6 is enigszins groter gekozen dan de 5 diameter van aslichaam 5 zodat het mogelijk is om arm 7 in axiale richting langs aslichaam 5 te verplaatsen. De hartlijn van aslichaam 5 vormt daarbij de zwenkas. Zoals nog nader zal worden toegelicht aan de hand van figuur 4 is het mogelijk om een bepaalde axiale positie van arm 7 ten opzichte van het aslichaam 5 tijdelijk te fixeren door gebruik te 10 maken van een zekere kanteling van arm 7 om een kantel as die zich loodrecht op de zwenkas uitstrekt en dus evenwijdig is gelegen aan draagblad 2. In een eerste kantelpositie is het dan mogelijk om arm 7 vrijelijk langs het aslichaam 5 te verplaatsen terwijl in een tweede kantel stand de omtreksrand van boring 6 ten minste gedeeltelijk in het 15 aslichaam 5 grijpt. Deze kanteling kan teweeg worden gebracht door een document dat arm 7 omhoog drukt waardoor een kantelmoment ten opzichte van de kantelas ontstaat.
Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding. Hierbij is er sprake van een bureaublad 20 11 van een bestaand bureau waarop met behulp van een zuignap 12 een aslichaam 13 is bevestigd dat zich loodrecht op het bureaublad 11 uitstrekt. De hartlijn 14 van aslichaam 13 vormt een zwenkas voor arm 15. De functionaliteit van arm 15 komt overeen met die van arm 7 volgens de figuren 1 en 2. Voor het verzwenken van arm 15 om aslichaam 13 is arm 15 25 nabij een uiteinde voorzien van een boring 16. Zoals in figuur 4 zichtbaar heeft deze boring 16 een hartlijn 17. In figuur 4 is tevens zichtbaar dat aslichaam 13 vanwege het inherente elastische karakter van zuignap 12 een niet haakse positie ten opzichte van bureaublad 11 kan aannemen. De diameter van boring 16 is in beperkte mate groter gekozen 30 dan de diameter van aslichaam 13 zodat het in beginsel mogelijk is om arm 15 langs aslichaam 13 te verschuiven. Hiertoe is het noodzakelijk dat arm 102 37 53 " I δ I 15 ten opzichte van de situatie volgens figuur 4 dusdanig om een virtuele I kantelas 18 zich uitstrekkend loodrecht op de hartlijnen 14 en 17 en dus loodrecht op het vlak van tekening, in de richting van pijl 19 kantelt dat de hartlijnen 17 en 14 samenvallen of althans dusdanig parallel zijn I 5 gelegen dat er geen aangrijpend contact is tussen boring 16 en aslichaam I Zodra een gewenste axiale positie van arm 15 ten opzichte I van aslichaam 13 is bereikt kan door het uitoefenen van een kracht volgens pijl 20 opnieuw de stand volgens figuur 4 worden aangenomen en I 10 gefixeerd waarbij zowel de bovenomtreksrand als de onderomtreksrand van H boring 16 aangrijpt op het buitenoppervlak van aslichaam 13 I respectievelijk bij verwijzingscijfers 21 en 22. De hiertoe benodigde kantelhoek 23 hangt, zoals de vakman direct zal begrijpen, af van de mate van speling die bestaat tussen boring 16 en aslichaam 13. Kracht 20 wordt I 15 in de praktijk uitgeoefend door de opwaartse kracht van een document.
Naar mate deze kracht 20 binnen redelijke grenzen toe zal nemen, zal ook de wrijvingskracht tussen boring 16 en aslichaam 13 toenemen en de I bereikte fixatie tussen arm 15 en aslichaam 13 gehandhaafd blijven. Voor het opheffen van deze fixatie volstaat het om eenvoudigweg handmatig 20 volgens pijl 24 en/of volgens pijl 25 een beperkte kracht uit te oefenen waardoor hartlijn 17 in de richting van hartlijn 14 zal kantelen en axiale verschuiving van arm 15 langs aslichaam 13 weer mogelijk wordt. Om dit nog verder te vergemakkelijken is het tevens mogelijk om aslichaam 13 volgens pijl 26 naar achteren te trekken waarbij kanteling om de zuignap 25 12 plaatsvindt waardoor arm 15 loskomt van het document en kracht 20 tot nul afneemt.
De figuren 5 en 6 tonen een derde uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding die bijvoorbeeld kan worden toegepast H bij een bestaande lessenaar 31 vergelijkbaar met lessenaar 1 volgens de 30 figuren 1 en 2 echter dan zonder uitstekend deel 4, aslichaam 5 en arm 7.
I In figuur 6 is draagblad 32 met aan de onderzijde opstaande rand 33 van I een bestaande lessenaar 31 weergegeven. Figuur 5 toont lessenaar 31 met 9 t. ‘ daarop een hulpstuk 34 dat een liggend balkvormig basisorgaan 35 omvat. In het midden van de lengte van het basisorgaan 35 is vanaf de bovenzijde een deel van het materiaal van het basisorgaan 35 weggenomen zodat een uitsparing 36 is ontstaan. Op de bodem 37 van deze uitsparing 36 is star 5 een aslichaam 38 aangebracht waaromheen een arm 39 zwenkbaar is en waarlangs deze arm 39 ook in axiale richting verplaatsbaar is op een wijze volstrekt vergelijkbaar met de wijze waarop arm 15 ten opzichte van aslichaam 13 volgens de figuren 3 en 4 kunnen bewegen. Een nadere toelichting hiervan is hier derhalve overbodig.
10 Tijdens toepassing van hulpstuk 34 wordt deze met voorvlak 40 van basisorgaan 35 aangeslagen tegen de opstaande rand 33 zodat het tegenover het voorvlak 40 gelegen achtervlak 41 van basisorgaan 35 de nieuwe aanslag vormt voor document 42 ter voorkoming dat deze langs draagblad 32 naar beneden schuift. De werking van hulpstuk 34 is 15 volstrekt vergelijkbaar met die van de inrichtingen volgens de figuren 1 en 2 enerzijds en de figuren 3 en 4 anderzijds zoals de vakman duidelijk zal zijn. Hierbij wordt nog wel opgemerkt dat het voor een correcte werking nog wel gewenst is dat basisorgaan 35 op één of andere wijze aan lessenaar 31 wordt bevestigd om te voorkomen dat het basisorgaan 35 20 omhoog wordt getild door de opwaartse kracht uitgeoefend door document 42. Het is hierbij bijvoorbeeld denkbaar dat gebruik wordt gemaakt van bout-moer combinaties, van een vormgesloten opsluiting van basisorgaan 35, dubbelzijdig kleefband of van magneten. De meest geschikte wijze van het maken van een verbinding tussen hulpstuk 34 en lessenaar 31 zal met 25 name afhangen van de specifieke uitvoeringsvorm van lessenaar 31.
Zoals zichtbaar in figuur 6 is opstaande rand 33 iets hoger dan basisorgaan 35 waardoor arm 39 in een inactieve stand waarbij arm 39 parallel is gelegen aan opstaande rand 33 aanslaat tegen opstaande rand 33 mits arm 39 ten opzichte van de situatie in figuur 6 behalve over 90 30 graden gezwenkt ook nog enigszins langs aslichaam 38 naar beneden is geschoven. Teneinde het te vergemakkelijken dat arm 39 vanuit de inactieve toestand langs aslichaam 38 omhoog wordt geschoven en over (circa) 90 graden naar de actieve toestand wordt gezwenkt kan de lezer in
" n O Q 7 Γ 'Λ . <J L. O ! O
I 10 de inactieve toestand van bovenaf een drukkracht met de vingers uitoefenen op het vrije uiteinde van arm 39 waardoor deze kantelt om één van beide zijranden 43 van basisorgaan 35 waardoor het tegenovergelegen uiteinde van arm 39 omhoog zal schuiven langs aslichaam 38. Hierdoor komt I 5 arm 39 boven rand 33 te liggen waardoor arm 39 gemakkelijk aangrijpbaar I is en zwenking van arm 39 om aslichaam 38 handmatig eenvoudig kan I plaatsvinden. Rubberen ring 44 waarvan de buitendiameter groter is dan I die van aslichaam 38 maar kleiner dan de diameter van het gat in arm 39 I waardoorheen arm 39 zich uitstrekt, voorkomt het ongewenst afglijden van I 10 arm 39 van aslichaam 38.
I Figuur 7 tenslotte toont een vierde uitvoeringsvorm van een I inrichting volgens de uitvinding. Hierbij is er sprake van een werkblad I 51, bijvoorbeeld van een bureau of tafel. In het werkblad 51 is een naaforgaan 52 aangebracht die bestaat uit een buisvormig lichaam 53 met H 15 een uitlopende bovenzijde en aan de onderzijde een uitwendig schroefdraad I waarop een moer 54 is gedraaid. Het naaf orgaan 52 of meer specifiek het I buisvormig lichaam 53 ervan is aangebracht in een boring in werkblad 51 I waarvan de vorm overeenkomt met die van buisvormig lichaam 53. Door het I aandraaien van moer 54 wordt het naaforgaan 52 gefixeerd ten opzichte van I 20 het werkblad 51.
Het naaforgaan 52 is voorzien van een boring 55 waardoorheen zich een aslichaam 56 uitstrekt aan de bovenzijde waarvan een arm 57 star is verbonden. Aslichaam 56 kan binnen boring 55 tezamen met arm 57 zwenken om een inactieve dan wel actieve positie aan te nemen 25 zoals reeds toegelicht aan de hand van de figuren 1 en 2. Voor het in verticale richting verplaatsen van aslichaam 56 met arm 57 door boring 55 I heen is het gewenste dat hartlijn 58 van aslichaam 56 en hartlijn 59 van boring 55 zoveel mogelijk parallel aan elkaar verlopen dan wel samenvallen. Bij een hoekstand 60 tussen hartlijn 58 en hartlijn 59, die 30 overigens mogelijk is vanwege speling tussen boring 55 en aslichaam 56, maken de bovenomtreksrand en de onderomtreksrand van boring 55 aangrijpend contact met aslichaam 56 waardoor een zekere axiale fixatie van aslichaam 56 binnen boring 55 optreedt. Deze situatie is in wezen 1nooiro
t. I
11 vergelijkbaar met de situatie zoals toegelicht aan de hand van figuur 4. Een verschil dat bestaat met de situatie volgens figuur 4 is dat aslichaam 56, in tegenstelling tot aslichaam 13, gezamenlijk met arm 57 roteert. Het moge duidelijk zijn dat de uitvoeringsvorm volgens figuur 7 5 zich uitermate leent bij toepassing bij bestaand meubilair mits men bereid is daarin een gat aan te brengen voor het opnemen van naaforgaan 52. Dit sluit overigens niet uit dat de toepassing van een naaforgaan zoals bovenstaand omschreven ook mogelijk is bij een lessenaar zoals bijvoorbeeld weergegeven in de figuren 1 en 6 zeker indien er onder deze 10 lessenaar ruimte is uitgespaard, bijvoorbeeld voor een toetsenbord. Deze ruimte maakt het mogelijk dat een aslichaam zoals aslichaam 56 naar beneden wordt verplaatst. Bevestiging van een naaflichaam kan uiteraard ook op andere wijze plaatsvinden zoals bijvoorbeeld persen en/of vel zen.
15 1023753
Claims (12)
1. Inrichting voor het neerdrukken van bladzijden van een I opengeslagen document omvattende een draagvlak voor ondersteuning van het I 5 document en neerdrukmiddelen voor het in de richting van het draagvlak I uitoefenen van een neerdrukkracht op de bladzijden, met het kenmerk, dat I de neerdrukmiddelen een arm omvatten die zwenkbaar is om een zwenkas zich uitstrekkend aan de buitenzijde van en tenminste in hoofdzaak loodrecht I op het opengeslagen document tussen een inactieve positie waarbij de arm I 10 vrij 1S van het opengeslagen document en een actieve positie waarbij de arm zich uitstrekkend boven het opengeslagen document de neerdrukkracht I uitoefent.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de I neerdrukmiddelen coaxiaal met de zwenkas een zwenkasorgaan omvatten dat 15 zich uitstrekt door een boring in de arm voor het door de arm om het zwenkasorgaan kunnen zwenken van de arm.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de arm in de axiale richting van het zwenkasorgaan ten opzichte van het H zwenkasorgaan verplaatsbaar is. 20 4· Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de arm ten opzichte van het zwenkasorgaan kantelbaar is om een kantel as zich uitstrekkend door en loodrecht op de zwenkas tussen een vrije kantelstand waarbij de arm langs het zwenkasorgaan kan worden verplaats en een geborgde kantelstand waarbij de arm vanwege aangrijpend contact tussen de 25 randen van de boring en de omtrek van het zwenkasorgaan niet langs het zwenkasorgaan kan worden verplaatst.
5. Inrichting volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de hartlijn van de boring een hoek afwijkend van 90 graden, bij voorkeur gelegen tussen 75 graden en 88 graden, maakt met de 30 lengterichting van de arm.
6. Inrichting volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, I 1023753 I 13 I dat de neerdrukmiddelen verbindingmsiddelen omvatten voor het verbinden I van het zwenkasorgaan met het draagvlak.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de I verbindingsmiddelen een zuignap omvatten.
58. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de I neerdrukmiddelen een naaforgaan met een naafgat alsmede een ten opzichte I van het naaforgaan om de zwenkas zwenkbaar, vast met de arm verbonden, I door het naafgat uitstrekkend zwenkasorgaan omvatten.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het I 10 zwenkasorgaan in de axiale richting van het zwenkasorgaan ten opzichte I van het lageringsorgaan verplaatsbaar is.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat I het zwenkasorgaan ten opzichte van het lageringsorgaan kantelbaar is om I een kantel as zich uitstrekkend door en loodrecht op de zwenkas tussen een I 15 vrije kantel stand waarbij het zwenkasorgaan langs het lageringsorgaan kan I worden verplaats en een geborgde kantel stand waarbij het zwenkasorgaan I vanwege aangrijpend contact tussen de omtrek van het zwenkasorgaan en de I omrek van het naafgat niet langs het naaforgaan kan worden verplaatst.
11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met I 20 het kenmerk, dat de arm van transparant materiaal is.
12. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het draagvlak wordt gevormd door een oppervlak van een meubelstuk.
13. Neerdrukmiddelen voor toepassing bij een inrichting volgens 25 één van de voorgaande conclusies. 1023753
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1023753A NL1023753C2 (nl) | 2003-06-26 | 2003-06-26 | Inrichting voor het neerdrukken van bladzijden van een opengeslagen document. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1023753 | 2003-06-26 | ||
NL1023753A NL1023753C2 (nl) | 2003-06-26 | 2003-06-26 | Inrichting voor het neerdrukken van bladzijden van een opengeslagen document. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1023753C2 true NL1023753C2 (nl) | 2005-01-03 |
Family
ID=34225519
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1023753A NL1023753C2 (nl) | 2003-06-26 | 2003-06-26 | Inrichting voor het neerdrukken van bladzijden van een opengeslagen document. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1023753C2 (nl) |
-
2003
- 2003-06-26 NL NL1023753A patent/NL1023753C2/nl not_active IP Right Cessation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5451025A (en) | Document copy holder | |
US5857654A (en) | Document stand | |
US7185869B2 (en) | Foldable book holder | |
US6435466B1 (en) | Document holder | |
US20020056794A1 (en) | Stand for reading material | |
US20050139740A1 (en) | Portable computer support structure | |
US4645163A (en) | Clip board desk and stand | |
GB2408202A (en) | Pivotable fold flat support stand for a tablet PC | |
US6830292B1 (en) | Table for a motor vehicle seat | |
US6135404A (en) | Keyboard mounting mechanism | |
US4901969A (en) | Book support with means of temporary attachment onto a desk | |
US5911398A (en) | Portable copyholder | |
US20060065167A1 (en) | Desk with tilt-adjustable tops | |
JP2000509159A (ja) | 紙シートを保持する用具 | |
NL1023753C2 (nl) | Inrichting voor het neerdrukken van bladzijden van een opengeslagen document. | |
KR100805554B1 (ko) | 파일형 독서대 | |
GB2197620A (en) | Revolving file with swivel base | |
CA2361065C (en) | Bookholder and support device | |
US6729653B1 (en) | Hinged book holder | |
KR20210024858A (ko) | 다용도 독서대 | |
US4735393A (en) | Sheet clamp for easel | |
WO2005065483A1 (en) | Book reading aid | |
US5037056A (en) | Stand-up desk | |
US5671901A (en) | Page holding apparatus and method | |
US6565058B1 (en) | Promotional note holding apparatus |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20090101 |