NL1023304C2

NL1023304C2 - Electric cable connector system, has part of braiding folded back and clamped inside space in connector

Info

Publication number: NL1023304C2
Application number: NL1023304A
Authority: NL
Inventors: Gert Droesbeke; David Jason Tizzard; Martin Leeson; Gary Thomas Lenton
Original assignee: Framatome Connectors Int
Priority date: 2003-04-29
Filing date: 2003-04-29
Publication date: 2004-11-01

Abstract

The braiding beneath the cable jacket includes a part which is folded back over the jacket and this part and the jacket beneath it are clamped inside the same region of a space (19) in the cable connector.

Description

Kabelconnectorsysteem I De uitvinding heeft betrekking op een kabelconnector- I systeem omvattende een kabelconnector en ten minste één I elektrische kabel waarbij de elektrische kabel een kabelmantel I en een onderliggend vlechtwerk heeft.Cable connector system I The invention relates to a cable connector system comprising a cable connector and at least one electrical cable, the electrical cable having a cable jacket I and an underlying braid.

1.5 US 5,061,208 openbaart een elektrisch connectorsamen- I stel met een spuitgegoten geleidende behuizing uit twee delen I welke kabelklemdelen omvatten. Wanneer de kabelklemdelen wor- I den samengebracht wordt de gevlochten afscherming van de kabel I geklemd tussen de vingers van de klemdelen, terwijl de kabel- I 10 mantel wordt geklemd door andere vingers.1.5 US 5,061,208 discloses an electrical connector assembly with an injection molded conductive housing of two parts comprising cable clamping parts. When the cable clamping parts are brought together, the braided shielding of the cable I is clamped between the fingers of the clamping parts, while the cable sheath is clamped by other fingers.

I De kabelconnector volgens de stand van de techniek I heeft het nadeel dat de afmetingen van het klemdeel van de ka- I belconnector substantieel zijn.The cable connector according to the prior art I has the disadvantage that the dimensions of the clamping part of the cable connector are substantial.

I Het is een doelstelling van de uitvinding om een ka- I 15 belconnectorsysteem te verschaffen met gereduceerde afmetingen I voor het kabelklemdeel van de kabelconnector onder behoud van I adequate klemprestaties.It is an object of the invention to provide a cable connector system with reduced dimensions for the cable clamping part of the cable connector while maintaining adequate clamping performance.

I Deze doelstelling wordt bereikt door het verschaffen I van een kabelconnectorsysteem met het kenmerk dat het vlecht- I 20 werk een vlechtwerkdeel heeft dat is teruggevouwen over de I kabelmantel en de kabelconnector een ruimte verschaft voor het I klemmen van het vlechtwerkdeel en een onderliggend deel van de I kabelmantel in ten minste in hoofdzaak hetzelfde deel van de ruimte. Door het verschaffen van een kabel met een teruggevou- I 25 wen vlechtwerk kunnen dezelfde klemelementen worden toegepast I voor het klemmen van zowel het vlechtwerk als de kabelmantel I in één enkel deel van de kabelconnector. Dientengevolge kun- I nen de afmetingen van de kabelconnectorruimte worden gereduceerd. De afmetingen zijn in het bijzonder gereduceerd I 30 in de axiale of longitudinale richting van de kabelconnector- I ruimte. Het kabelconnectorsysteem kan meerdere kabels I bevatten. Opgemerkt wordt dat het vlechtwerkdeel en het onder- I liggende deel van de kabelmantel ook kunnen worden geklemd in hoofdzaak de volledige ruimte als verschaft door de kabelcon-H nector.This object is achieved by providing a cable connector system, characterized in that the braid has a braid work part that is folded back over the cable sheath and the cable connector provides a space for clamping the braid work part and an underlying part of it. the cable sheath in at least substantially the same part of the space. By providing a cable with a folded-back braid, the same clamping elements can be used for clamping both the braid and the cable sheath I in a single part of the cable connector. As a result, the dimensions of the cable connector space can be reduced. The dimensions are in particular reduced in the axial or longitudinal direction of the cable connector space. The cable connector system can contain multiple cables. It is noted that the braid part and the lower part of the cable sheath can also be clamped substantially the entire space as provided by the cable connector.

H In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de ka- H belconnector een veelheid van klemelementen, zoals een 5 profielstructuur en/of een oppervlakteruwheid, in de ruimte om H contact te maken met ten minste het vlechtwerkdeel. Bij voor- keur is de ruimte een in hoofdzaak cilindrische of veelhoekige H ruimte, zoals hexagonale ruimte, en maken de klemelementen H contact met het vlechtwerkdeel langs in hoofdzaak de volledige 10 binnenomtrek van de cilindrische ruimte, dat wil zeggen volle- dig rond of 360 graden rond de kabel. Dergelijke klemsamenstellen verschaffen optimaal EMC-contact tussen het vlechtwerk en de kabelconnector. De profielstructuur, zoals een opeenvolging van sleuven en ribben, verschaft een wrij- 15 vingsoppervlak om trekontlasting te bewerkstelligen en verschaft het materiaal van de kabel de mogelijkheid om zich- zelf in de sleuven te positioneren. Het verschaffen van deze I profielstructuur rond de kabel verschaft een homogene kracht, I die wordt uitgeoefend op het kabelmateriaal, zodat wordt voor- I 20 komen dat het kabelmateriaal zich verzamelt op één enkele positie. Het klemsamenstel kan als alternatief of daarenboven I een oppervlak omvatten met een geschikte ruwheid om een aan- zienlijke wrijvingskracht op de kabel uit te. oefenen wanneer I aan de kabel wordt getrokken. Verder kan een veelhoekige ruim- I 25 te, zoals een hexagonale ruimte, een toename van de twistontlasting voor de kabel verschaffen.In an embodiment of the invention, the cable connector comprises a plurality of clamping elements, such as a profile structure and / or a surface roughness, in the space to make H contact with at least the braid work part. Preferably, the space is a substantially cylindrical or polygonal H space, such as hexagonal space, and the clamping elements H make contact with the braid part along substantially the entire inner circumference of the cylindrical space, that is, completely round or 360 degrees around the cable. Such clamping assemblies provide optimum EMC contact between the braid and the cable connector. The profile structure, such as a succession of slots and ribs, provides a frictional surface to provide strain relief and allows the material of the cable to position itself in the slots. The provision of this profile structure around the cable provides a homogeneous force exerted on the cable material, so that the cable material is prevented from collecting at a single position. The clamping assembly may alternatively or additionally comprise a surface with a suitable roughness to exert a considerable frictional force on the cable. when I pull the cable. Furthermore, a polygonal space, such as a hexagonal space, can provide an increase in twist strain on the cable.

I In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding I omvat de kabel verder een ferrule die wordt verschaft tussen I de kabelmantel en het teruggevouwen vlechtwerkdeel. Een derge- 30 lijke binnenste ferrule ondersteunt het kabelvlechtwerk om te I voorkomen dat het vlechtwerk contact verliest met de kabelcon- I nectorbehuizing ten gevolge van toenemende relaxatie in de tijd van het relatief zachte kabelmateriaal. Verder verschaft I het gebruik van een binnenste ferrule trek, buig- en twistont- I 35 lasting voor de kabel. Daarenboven vergroot de ferrule de I signaalintegriteit, omdat de ferrule deformatie van de kabel, I die resulteert in een differentiële impedantie mismatch tenge- I volge van een veranderende geometrie van de kabelcomponenten, I zoals de geleiders, dielektrica en folies, voorkomt. Het ge- 3 bruik van de ferrule staat hogere klemdrukken voor de connector toe. Het gebruik van de ferrule verschaft verder de mogelijkheid van een meer betrouwbaar en herhaalbaar contact tussen het vlechtwerkdeel en de behuizing van de connector, 5 omdat de variatie van de buitendiameter in aanwezigheid van een ferrule kleiner zal zijn dan zonder een dergelijke ferrule. Opgemerkt wordt dat het gebruik van een ferrule niet noodzakelijkerwijs de afmetingen van de ruimte van de kabel-connector vergroot, omdat de ferrule wordt gekrompen op de 10 kabelmantel tot een diameter kleiner dan de buitendiameter van de kabel.In a preferred embodiment according to the invention, the cable further comprises a ferrule which is provided between the cable sheath and the folded-back braid part. Such an inner ferrule supports the cable braid to prevent the braid from losing contact with the cable connector housing due to increasing relaxation over time of the relatively soft cable material. Furthermore, it provides for the use of an inner ferrule tensile, bending and twist strain on the cable. In addition, the ferrule increases the signal integrity, because the ferrule prevents deformation of the cable, resulting in a differential impedance mismatch due to a changing geometry of the cable components, such as the conductors, dielectrics and foils. The use of the ferrule allows higher clamping pressures for the connector. The use of the ferrule further provides the possibility of a more reliable and repeatable contact between the braid part and the housing of the connector, because the variation of the outer diameter in the presence of a ferrule will be smaller than without such a ferrule. It is noted that the use of a ferrule does not necessarily increase the dimensions of the space of the cable connector, because the ferrule is shrunk on the cable sheath to a diameter smaller than the outer diameter of the cable.

Een verdere, buitenste ferrule kan worden toegepast voor de kabel zodat de kabelconnector met gereduceerde afmetingen toepasbaar is voor een conventioneel ferrulesysteem.A further, outer ferrule can be used for the cable so that the cable connector with reduced dimensions can be used for a conventional ferrule system.

15 In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de ka- belconnecor een kabelingang met een veelheid van uitstekende elementen voor het klemmen van de kabel. Deze uitstekende elementen kunnen randen zijn die kabeltrekontlasting verschaffen door het klemmen van de kabelmantel zelf bovenop het klemmen 20 in het hierboven genoemde deel van de ruimte van de kabelconnector .In an embodiment of the invention, the cable connector comprises a cable input with a plurality of protruding elements for clamping the cable. These protruding elements can be edges that provide cable strain relief by clamping the cable sheath itself on top of the clamping 20 in the above-mentioned part of the space of the cable connector.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan de as van de kabelingang een hoek maken met de as van de kabelconnector .In one embodiment of the invention, the axis of the cable entry may be angled with the axis of the cable connector.

25 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding om vat de kabelconnector: - een spuitgegoten eerste behuizingsdeel bevestigd op een spuitgegoten basis zodanig dat het spuitgegoten eerste behuizingsdeel en een eerste deel van de spuitgegoten basis ten 30 minste deels de ruimte bepalen voor het klemmen van het vlechtwerkdeel en het onderliggende deel van de kabelmantel bij een achterzijde van de kabelconnector; - een plaatmetalen tweede behuizingsdeel bevestigd op de spuitgegoten basis zodanig dat het plaatmetalen tweede behui- 35 zingsdeel en een tweede deel van de spuitgegoten basis een tweede kabelconnectordeel bepalen bij een voorzijde van de kabelconnector.In a preferred embodiment of the invention, the cable connector comprises: - an injection-molded first housing part mounted on an injection-molded base such that the injection-molded first housing part and a first part of the injection-molded base at least partly determine the space for clamping the braid work part and the lower part of the cable sheath at the rear of the cable connector; - a sheet metal second housing part mounted on the injection molded base such that the sheet metal second housing part and a second part of the injection molded base define a second cable connector part at a front side of the cable connector.

Aangezien de ruimte van de kabelconnector, waaraan hierboven is gerefereerd enkel en alleen uit spuitgegoten me- 1023304« 4 talen delen bestaat, kan de2e ruimte een complexe vorm met verscheidene uitsteeksels, zoals sleuven en uitsparingen etc., hebben. Dientengevolge wordt een robuust eerste connectordeel verkregen dat aan esthetische vereisten kan voldoen. Vereisten 5 met betrekking tot robuustheid en esthetica zijn in het bijzonder relevant voor I/O kabelconnectoren. Verder kan door het verschaffen van een modulaire eerste behuizingsdeel, dat wil zeggen het eerste behuizingsdeel is een afzonderlijke component, de kabel eenvoudig worden gepositioneerd in de complex 10 gevormde spuitgegoten basis, zodanig dat bijvoorbeeld een van een ferrule voorziene kabel kan worden gefixeerd in de ferru-lehouder door het daarna bevestigen van het afzonderlijke spuitgegoten eerste behuizingsdeel op de spuitgegoten basis. Verder verschaft het plaatmetalen tweede behuizingsdeel de mo-15 gelijkheid om de wanddikte aan de voorzijde van de kabelconnectorbehuizing te limiteren, zodanig dat de voorzijde van deze kabelconnector kan worden ingevoerd in een aansluit-paneel met openingen met kleinere afmetingen, terwijl nog steeds gebruik kan worden gemaakt van spuitgegoten delen. De 20 spuitgegoten basis die zich uitstrekt tussen de voorzijde en de achterzijde van de volledige behuizing verschaft rigiditeit aan de kabelconnector. Deze kabelconnector is in detail beschreven in de niet-vóórgepubliceerde octrooiaanvrage NL 1022225 van de aanvrager.Since the space of the cable connector referred to above consists solely of injection molded metal parts, the second space can have a complex shape with various protrusions, such as slots and recesses, etc. As a result, a robust first connector portion is obtained that can meet aesthetic requirements. Requirements with regard to robustness and aesthetics are particularly relevant for I / O cable connectors. Furthermore, by providing a modular first housing part, that is, the first housing part is a separate component, the cable can be easily positioned in the complex-molded injection-molded base such that, for example, a ferrule-coated cable can be fixed in the ferrule holder by subsequently fixing the individual injection-molded first housing part on the injection-molded base. Furthermore, the sheet metal second housing part provides the possibility to limit the wall thickness at the front of the cable connector housing, such that the front of this cable connector can be inserted into a connection panel with openings of smaller dimensions, while still being able to use made from injection molded parts. The injection-molded base extending between the front and rear of the entire housing provides rigidity to the cable connector. This cable connector is described in detail in the applicant's non-prepublished patent application NL 1022225.

25 Het zal duidelijk zijn dat de uitvoeringsvormen zoals hierboven beschreven, of aspecten daarvan, kunnen worden gecombineerd .It will be clear that the embodiments as described above, or aspects thereof, can be combined.

De uitvinding heeft verder betrekking op een kabelconnector voor gebruik in een kabelconnectorsysteem als 30 hierboven beschreven.The invention further relates to a cable connector for use in a cable connector system as described above.

Verder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het assembleren van een kabelconnectorsysteem als hierboven beschreven.The invention further relates to a method for assembling a cable connector system as described above.

De uitvinding zal hierna verder worden geïllustreerd 35 onder referentie aan de bijgevoegde tekeningen, welke voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding tonen.The invention will be further illustrated below with reference to the accompanying drawings, which show preferred embodiments of the invention.

Fig. 1 toont twee kabelconnectorsystemen aangesloten op een circuitboard achter een voorpaneel; 1023304· 5FIG. 1 shows two cable connector systems connected to a circuit board behind a front panel; 1023304 · 5

Fig. 2 toont een meer gedetailleerd aanzicht van een van de kabelconnectoren volgens Fig. 1;FIG. 2 shows a more detailed view of one of the cable connectors according to FIG. 1;

Fig. 3 toont een gedetailleerd aanzicht van het inwendige van de kabelconnector volgens een eerste uitvoerings-5 vorm van de uitvinding;FIG. 3 shows a detailed view of the interior of the cable connector according to a first embodiment of the invention;

Figs. 4A-4D tonen een opeenvolging van stappen om een kabelconnectorsysteem, dat gebruik maakt van de kabelconnector als getoond in Fig. 3, te verschaffen;FIGs. 4A-4D show a sequence of steps around a cable connector system that uses the cable connector as shown in FIG. 3;

Fig. 5 toont een kabelconnectorsysteem volgens een 10 tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding;FIG. 5 shows a cable connector system according to a second embodiment of the invention;

Figs. 6A en 6B tonen een kabelconnector voor twee kabels volgens een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding;FIGs. 6A and 6B show a cable connector for two cables according to a third embodiment of the invention;

Fig. 7 toont een kabelconnector met een ingang met een onder een hoek staande schacht volgens een vierde uitvoe-15 ringsvorm van de uitvinding.FIG. 7 shows a cable connector with an input with an angled shaft according to a fourth embodiment of the invention.

In Fig. 1 worden twee I/O kabelconnectorsystemen 1 getoond die ieder een kabelconnector 2 en een kabel 3 omvatten. De kabelconnector 2 kan bijvoorbeeld een spuitgegoten of deels spuitgegoten connector of een connector uit gemetalli-20 seerd kunststof zijn. Een voorpaneel 4 heeft openingen 5 voor het invoeren van de kabelconnector 2. Het voorpaneel 4 omvat een circuitboard 6, hierna ook aangeduid als de PCB 6. De PCB 6 omvat in het algemeen een veelheid van signaalsporen en elektrische componenten (niet getoond) voor het overbrengen 25 van elektrische signalen naar of van een of meer van de draden van de kabel 3. Aansluitingen van deze draden op de signaalsporen van de PCB 6 worden verkregen door het verschaffen van een headersamenstel (niet getoond) en vastgehouden en gepositioneerd door een vasthoudstructuur 7. De vasthoudstructuur 7 30 omvat zijwanden 8 die de kabelconnector 2 naar de header geleiden. De PCB 6 omvat verder een spuitgegoten afschermingsbehuizng 9 met wanden 10 die zijn bevestigd op de PCB 6 en het header samenstel bedekken.In FIG. 1 shows two I / O cable connector systems 1, each comprising a cable connector 2 and a cable 3. The cable connector 2 can for instance be an injection-molded or partly injection-molded connector or a connector made of metallized plastic. A front panel 4 has openings 5 for inputting the cable connector 2. The front panel 4 comprises a circuit board 6, hereinafter also referred to as the PCB 6. The PCB 6 generally comprises a plurality of signal tracks and electrical components (not shown) for transferring electrical signals to or from one or more of the wires of the cable 3. Connections of these wires to the signal tracks of the PCB 6 are obtained by providing a header assembly (not shown) and retained and positioned by a retaining structure 7 The retaining structure 7 comprises side walls 8 which guide the cable connector 2 to the header. The PCB 6 further comprises an injection molded shielding housing 9 with walls 10 mounted on the PCB 6 and covering the header assembly.

In Fig. 2 wordt een I/O 8-paar twinax kabelconnector-35 systeem 1 in meer detail getoond, waarbij de kabelconnector 2 een spuitgegoten basis 11 omvat, hierna ook aangehaald als basis 11, die zich uitstrekt tussen een voorzijde 12 en een achterzijde 13. De kabel 3 is voorzien van een ferrulesamen-stel 14 en is geassembleerd op de connector 2 aan de 10233 04« 6 achterzijde 13. De connector 2 omvat verder een spuitgegoten eerste behuizingsdeel 15 en een plaatmetalen tweede behui-zingsdeel 16, welke behuizingsdelen 15, 16 om redenen van duidelijkheid niet zijn bevestigd op de basis 11 in Fig. 2. De 5 behuizingsdelen 15 en 16 zijn modulaire delen, dat wil zeggen dat zij losse componenten zijn die zijn ingericht om te worden gekoppeld met de basis 11. De basis 11 omvat een eerste deel 17 en een tweede deel 18 die respectievelijk een eerste kabel-connectordeel of ruimte 19 met het eerste behuizingsdeel 15 10 bepalen en een tweede connectordeel 20 met het tweede behuizingsdeel 16. Het tweede connectordeel 20 herbergt aansluit-middelen 21. Tenslotte omvat de kabelconnecor 2 een schroef 22 voor het bevestigen van de kabelconnector op het voorpaneel 4 of een element daarvan zoals een voetsamenstel.In FIG. 2, an I / O 8 pair of twinax cable connector system 1 is shown in more detail, the cable connector 2 comprising an injection molded base 11, hereinafter also referred to as base 11, extending between a front side 12 and a rear side 13. The cable 3 is provided with a ferrule assembly 14 and is assembled on the connector 2 on the rear side 10233 04 6. The connector 2 further comprises an injection molded first housing part 15 and a sheet metal second housing part 16, which housing parts 15, 16 for reasons of clarity have not been attached to the base 11 in FIG. 2. The housing parts 15 and 16 are modular parts, that is to say they are separate components which are adapted to be coupled to the base 11. The base 11 comprises a first part 17 and a second part 18 which respectively have a first cable connector part or space 19 with the first housing part 15 and a second connector part 20 with the second housing part 16. The second connector part 20 accommodates connecting means 21. Finally, the cable connector 2 comprises a screw 22 for mounting the cable connector on the front panel 4 or an element thereof such as a foot assembly.

15 Fig. 3 toont het inwendige van een kabelconnector 2 waarbij het eerste deel 17 van de basis 11 en het eerste behuizingsdeel 15 zijn voorzien van klemelementen 30, dat wil in deze uitvoeringsvorm zeggen, een profielstructuur. De profiel-structuur 30 verschaft een oppervlak met toegenomen wrijving 20 om trekontlasting te bewerkstelligen teneinde krachten die worden uitgeoefend op de kabel 3 te weerstaan. De profiel-structuur 30 omvat een opeenvolging van sleuven en ribben die het materiaal van de kabel 3 toestaan om zich te positioneren of op te sluiten in de sleuven. Dientengevolge verschaft de 25 opeenvolging van opgesloten uitsteeksels van de kabel 3 in de sleuven een toegenomen trekontlasting wanneer het eerste deel 17 van de basis 11 en het eerste behuizingsdeel 15 worden gekoppeld om de cilindrische ruimte 19 te vormen. Deze koppeling wordt vereenvoudigd door de opstaande rivetten 31 en de cor-30 responderende gaten 32. De opeenvolging van sleuven en ribben van de profielstructuur 30 omvat een eerste en een tweede deel met ribben, waarbij de diameter van het eerste deel 33 kleiner is dan de diameter van het tweede deel 34.FIG. 3 shows the interior of a cable connector 2, wherein the first part 17 of the base 11 and the first housing part 15 are provided with clamping elements 30, i.e. in this embodiment, a profile structure. The profile structure 30 provides a surface with increased friction 20 to provide strain relief to withstand forces exerted on the cable 3. The profile structure 30 comprises a succession of slots and ribs that allow the material of the cable 3 to position or lock itself into the slots. As a result, the sequence of trapped protrusions of the cable 3 in the slots provides increased strain relief when the first part 17 of the base 11 and the first housing part 15 are coupled to form the cylindrical space 19. This coupling is simplified by the upstanding rivets 31 and the corresponding holes 32. The succession of slots and ribs of the profile structure 30 comprises a first and a second part with ribs, the diameter of the first part 33 being smaller than the diameter diameter of the second part 34.

Verder is de profielstructuur 30, wanneer het eerste 35 deel 17 en het eerste behuizingsdeel 15 zijn gekoppeld, zodanig dat deze in hoofdzaak de kabel 3 omgeeft. Derhalve wordt het materiaal van de kabel 3 niet in één richting gedreven of gedrukt, maar heeft het materiaal een cilindrische verdeling over de ruimte 19.Furthermore, when the first part 17 and the first housing part 15 are coupled, the profile structure 30 is such that it substantially surrounds the cable 3. Therefore, the material of the cable 3 is not driven or pressed in one direction, but the material has a cylindrical distribution over the space 19.

-- 7- 7

Het eerste deel 17 en het behuizingsdeel 15 omvatten verder uitstekende elementen of tanden 35 om de kabelmantel 40 (getoond in Figs. 4A-4D) te klemmen naast de klemmende werking van de profielstructuur 30. Deze uitstekende elementen 35 zijn I 5 gepositioneerd nabij de ingang 36 van de kabelconnector 2 op I semi-circulaire wijze. De ingang 36 wordt omgeven door een I schacht 37 die kan worden verschaft om overmatige buiging van I de kabel 3 te voorkomen (zie ook Fig. 7).The first part 17 and the housing part 15 further comprise protruding elements or teeth 35 for clamping the cable sheath 40 (shown in Figs. 4A-4D) in addition to the clamping action of the profile structure 30. These protruding elements 35 are positioned near the entrance 36 of the cable connector 2 in a semi-circular manner. The entrance 36 is surrounded by an I shaft 37 which can be provided to prevent excessive bending of the cable 3 (see also Fig. 7).

I Figs. 4A-4D tonen de assemblage van een kabelconnec- I 10 torsysteem 1, waarbij een kabel 3 een kabelmantel 40, een I vlechtwerk 41 en een ferrule 42 omvat.FIGs. 4A-4D show the assembly of a cable connector system 1, wherein a cable 3 comprises a cable jacket 40, a braid 41 and a ferrule 42.

I In Fig. 4A is de ferrule 42 gekrompen op de kabelman- I tel 40 en is de kabelmantel 40 afgesneden om een deel van het I vlechtwerk 41 bloot te leggen.In FIG. 4A, the ferrule 42 is crimped on the cable sheath 40 and the cable sheath 40 is cut to expose a portion of the braid 41.

I 15 In Fig. 4B is het kabelvlechtwerk 41 afgesneden op I een geschikte lengte en teruggevouwen over een deel van de ka- I helmantel 40 en de ferrule 42 om het vlechtwerkdeel 43 te I verkrijgen.FIG. 4B, the cable braid 41 is cut to a suitable length and folded back over a portion of the helmet sheath 40 and the ferrule 42 to obtain the braid work part 43.

In Fig. 4C is de kabel 3 als getoond in Fig. 4B gepo- I 20 sitioneerd in de ruimte 19 van de basis 11 van de kabel- I connector 2. Het vlechtwerkdeel 43 en het onderliggende deel I van de kabelmantel 40 zijn geklemd in hetzelfde deel 34 van de cilindrische ruimte 19 (zie Fig. 3). In deze positie kunnen de I draden (niet getoond) van de kabel 3 worden gesoldeerd op de I 25 aansluitmiddelen 21. Aangezien de diameter van het deel 33 I kleiner is dan de diameter van het deel 34 dat het vlechtwerk- I deel 43, de ferrule 42 en de onderliggende kabelmantel her- I bergt, de kabel 3 opgesloten is in de ruimte 19.In FIG. 4C, the cable 3 is as shown in FIG. 4B positioned in the space 19 of the base 11 of the cable connector 2. The braid part 43 and the lower part I of the cable sheath 40 are clamped in the same part 34 of the cylindrical space 19 (see Fig. 3). ). In this position the I wires (not shown) of the cable 3 can be soldered to the I connecting means 21. Since the diameter of the part 33 is smaller than the diameter of the part 34 that the braid part 43, the ferrule 42 and the underlying cable sheath, the cable 3 is confined in the space 19.

I In Fig. 4D zijn het spuitgegoten behuizingsdeel 15 en I 30 het plaatmetalen behuizingsdeel 16 gepositioneerd en gedrukt I op de basis 11. Dientengevolge is het vlechtwerkdeel 43 samen- I gedrukt door de klemelementen 30 in het eerste deel 17 en het I behuizingsdeel 15 (zie Fig. 3) zodanig dat optimale EMC- en trekontlastingprestaties worden verkregen. De ferrule 42 on- I 35 dersteunt het kabelvlechtwerkdeel 43 om te voorkomen dat het I vlechtwerk contact verliest met de kabelconnector 2 tengevolge I van een toenemende relaxatie in de tijd van het relatief zach- I te kabelmateriaal.In FIG. 4D, the injection-molded housing part 15 and the sheet metal housing part 16 are positioned and pressed on the base 11. Consequently, the braid work part 43 is compressed by the clamping elements 30 in the first part 17 and the I housing part 15 (see Fig. 3). ) such that optimum EMC and strain relief performance is achieved. The ferrule 42 supports the cable braid part 43 to prevent the braid part from losing contact with the cable connector 2 due to increasing relaxation over time of the relatively soft cable material.

I 1023304· H Opgemerkt wordt dat kan worden afgezien van de ferru- le 42, in welk geval het vlechtwerkdeel 43 direct wordt ondersteund door het onderliggende deel van de kabelmantel 40.It is noted that the ferrule 42 can be dispensed with, in which case the braid part 43 is directly supported by the underlying part of the cable sheath 40.

Een dergelijke kabel 3 kan ook worden geassembleerd in de 5 hierboven beschreven kabelconnector 2.Such a cable 3 can also be assembled in the cable connector 2 described above.

H Fig. 5 toont een alternatieve uitvoering van de uit- vinding waarbij een conventioneel ferrulesamenstel 14 wordt H toegepast. Voor een dergelijk conventioneel ferrulesamenstel omvat de kabel 3 een mantel 40 en een vlechtwerk 41. Een bin- 10 nenste ferrule (niet zichtbaar) wordt gepositioneerd onder het vlechtwerk 41 (niet zichtbaar). Vervolgens wordt een geleiden- de buitenste ferrule 50 over het vlechtwerkdeel dat is gelegen boven de binnenste ferrule geschoven, zodanig dat dit vlecht- werkdeel wordt opgesloten tussen de binnenste ferrule en de I 15 buitenste ferrule 50. Tenslotte wordt de buitenste ferrule 50 I gekrompen, zodanig dat een goede elektrische verbinding wordt I verkregen tussen de binnenste ferrule, het vlechtwerkdeel en de buitenste ferrule 50. Tegelijkertijd wordt de buitenste ferrule deels gekrompen op de buitenmantel 40 van de kabel 3 I 20 om buigontlasting van de kabel 3 te bewerkstelligen.H FIG. 5 shows an alternative embodiment of the invention in which a conventional ferrule assembly 14 is used. For such a conventional ferrule assembly, the cable 3 comprises a jacket 40 and a braid 41. An inner ferrule (not visible) is positioned under the braid 41 (not visible). Subsequently, a conductive outer ferrule 50 is slid over the braid part that is located above the inner ferrule, such that this braid part is confined between the inner ferrule and the outer ferrule 50. Finally, the outer ferrule 50 is shrunk, such that a good electrical connection is obtained between the inner ferrule, the braid, and the outer ferrule 50. At the same time, the outer ferrule is partially shrunk on the outer sheath 40 of the cable 3 to effect bending relief of the cable 3.

I De inwendige ruimte 19 van het eerste deel 17 en het behuizingsdeel 15 kan worden voorzien van nokken 51 en derge- I lijke die tegen de buitenferrule 50 worden aangedrukt wanneer I het eerste deel 17 en het behuizingsdeel 15 worden gekoppeld.The internal space 19 of the first part 17 and the housing part 15 can be provided with cams 51 and the like which are pressed against the outer ferrule 50 when the first part 17 and the housing part 15 are coupled.

I 25 De nokken 51 kunnen deformeren wanneer het eerste deel 17 en het behuizingsdeel 15 worden vastgeklemd.The cams 51 may deform when the first part 17 and the housing part 15 are clamped.

I De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven be- I schreven uitvoeringsvormen die kunnen worden gevarieerd op I verschillende wijzen binnen de beschermingsonrvang als gedefi- I 30 nieerd door de conclusies. De kabelconnector 3 kan I bijvoorbeeld zijn ingericht om meerdere kabels 3 als getoond in Figs. 6A en 6B te herbergen. Fig. 6B toont een kabelconnec- tor 2 met een kabel 3 gepositioneerd en een ruimte voor het herbergen van een verdere kabel 3. Identieke verwijzingscij- I 35 fers zijn gebruikt om identieke of soortgelijke delen aan te I geven als in de voorgaande figuren. Opgemerkt wordt dat een I kabelconnector 2 die is ingericht voor meer dan twee kabels 3 I volgens de uitvinding deel van de uitvinding is. Als alterna- I tief of daarenboven kan de ingang 36 een oriëntatie hebben van 9 de as van de schacht 37 af met betrekking tot de as A als getoond in Fig. 7.The invention is not limited to the embodiments described above which can be varied in different ways within the scope of protection as defined by the claims. The cable connector 3 can for example be arranged around a plurality of cables 3 as shown in Figs. 6A and 6B. FIG. 6B shows a cable connector 2 with a cable 3 positioned and a space for accommodating a further cable 3. Identical reference numerals have been used to indicate identical or similar parts as in the previous figures. It is noted that an I cable connector 2 which is arranged for more than two cables 3 according to the invention forms part of the invention. Alternatively or additionally, the input 36 may have an orientation of 9 from the axis of the shaft 37 with respect to the axis A as shown in FIG. 7.

5 1023304«5 1023304 «

Claims

A cable connector system (1) comprising a cable connector (2) and at least one electrical cable (3), wherein the electrical cable (3) has a cable jacket (40) and an underlying braid (41), characterized in that it braid (41) has a braid (43) that is folded back over the cable sheath (40) and the cable connector (2) provides a space (19) for clamping the braid (43) and an underlying part of the cable sheath (40) in at least substantially the same part (34) of the space (19).

2. Cable connector system (1) according to claim 1, wherein the cable connector (2) comprises a plurality of clamping elements (30), such as a profile structure and / or a surface roughness, in the space (19) to make contact with at least the braid part (43).

Cable connector system (1) according to claim 1 or 2, wherein the space (19) is a substantially cylindrical or hexagonal space and the clamping elements (30) contact the braid work part (43) substantially along the entire inner circumference of the cylindrical space ).

The cable connector system (1) according to claim 1, 2 or 3, wherein the cable (3) further comprises a ferrule (42) provided between the cable jacket (40) and the folded-back braid (43).

The cable connector system (1) according to claim 4, wherein the cable (3) comprises a further ferrule (50) and wherein the braid part (43) is clamped between the ferrule (42) and the further ferrule (50) and the space (19) ) cams (51) for clamping the further ferrule (50).

Cable connector system (1) according to any of the preceding claims, wherein the cable connector (2) comprises a cable entry (36) with a plurality of projecting elements (35) for clamping the cable sheath (40).

Cable connector system (1) according to claim 6, wherein the axis of the cable entry (36) makes an angle with the axis (A) of the cable connector (2).

A cable connector system (1) according to any of the preceding claims, wherein the cable connector (2) comprises: - an injection molded first housing part (15) mounted on an injection molded base (11) such that the injection molded first housing part (15) and a first part (17) of the injection-molded base (11) at least partly defining the space (19) for clamping the braid part (43) and the lower part of the cable sheath (40) at a rear side (13) of the cable connector ( 12); 10. a sheet metal second housing part (16) mounted on the injection molded base (11) such that the sheet metal second housing part (16) and a second part of the injection molded base (11) define a second cable connector part (20) at a front (12) of the cable connector 15 (2).

Cable connector (2) for use in a cable connector system (1) according to any of the preceding claims.

Method for manufacturing a cable connector system (1) according to any of claims 1-8, comprising the steps of: - providing the cable (3) for the cable connector (2); - folding the braid (41) back over the cable sheath (40) / - clamping the braid (43) and an underlying part of the cable sheath (40) in at least substantially the same part (34) of the space (19). 10233 04 ·