NL1023282C1 - Door, as well as an assembly provided with a door. - Google Patents

Door, as well as an assembly provided with a door. Download PDF

Info

Publication number
NL1023282C1
NL1023282C1 NL1023282A NL1023282A NL1023282C1 NL 1023282 C1 NL1023282 C1 NL 1023282C1 NL 1023282 A NL1023282 A NL 1023282A NL 1023282 A NL1023282 A NL 1023282A NL 1023282 C1 NL1023282 C1 NL 1023282C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
door
latch
unlocking
fire detection
detection means
Prior art date
Application number
NL1023282A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Mark Mathijssen
Jan Van De Ven
Original Assignee
M H B B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1022326A external-priority patent/NL1022326C2/en
Application filed by M H B B V filed Critical M H B B V
Priority to NL1023282A priority Critical patent/NL1023282C1/en
Priority to EP04700800A priority patent/EP1588004B1/en
Priority to DE602004005309T priority patent/DE602004005309T2/en
Priority to PCT/NL2004/000009 priority patent/WO2004063503A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1023282C1 publication Critical patent/NL1023282C1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B65/00Locks or fastenings for special use
    • E05B65/10Locks or fastenings for special use for panic or emergency doors
    • E05B65/104Locks or fastenings for special use for panic or emergency doors actuated in response to heat, e.g. with fusible element, bimetal, memory shape or swelling material
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B13/00Devices preventing the key or the handle or both from being used
    • E05B13/002Devices preventing the key or the handle or both from being used locking the handle

Landscapes

  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Emergency Management (AREA)
  • Special Wing (AREA)

Description

Titel: Deur, alsmede een samenstel voorzien van een deurTitle: Door, as well as an assembly with a door

De uitvinding heeft betrekking op een deur, voorzien van ten minste één grendel om de deur te vergrendelen, waarbij de deur is voorzien van ontgrendelingsmiddelen om genoemde grendel van een vergrendelingsstand naar een vrijgeefstand te bewegen.The invention relates to a door provided with at least one latch for locking the door, the door being provided with release means for moving said latch from a locking position to a releasing position.

5 Een dergelijke deur is bijvoorbeeld uit de Europese octrooiaanvrage EP 0 156 044 bekend. Deze bekende deur omvat een branddeur, voorzien van een grendel die door een smeltbaar materiaal in een deur-vrijgeefstand wordt vastgehouden. Bij deze grendelstand wordt de deur door de grendel voor normaal gebruik vrijgegeven. Wanneer het smeltbare materiaal onder 10 invloed van bijvoorbeeld de relatief hoge temperatuur van een brand wordt gesmolten, wordt de grendel automatisch door een veer naar de vergrendelingsstand bewogen om de deur aan een deurkozijn te vergrendelen.Such a door is known, for example, from European patent application EP 0 156 044. This known door comprises a fire door, provided with a latch which is held in a door release position by a meltable material. With this lock position, the door is released for normal use by the lock. When the fusible material is melted under the influence of, for example, the relatively high temperature of a fire, the latch is automatically moved to the locking position by a spring to lock the door to a door frame.

Bij de bekende deur is de grendel aan de ontgrendelingsmiddelen 15 gekoppeld om de deur te kunnen ontgrendelen nadat de automatische deurvergrendeling in werking is getreden.With the known door, the latch is coupled to the unlocking means 15 in order to be able to unlock the door after the automatic door locking has started.

Nadeel van de bekende deur is, dat de stand van de ontgrendelingsmiddelen niet goed is bepaald tijdens het normale gebruik van de deur, hetgeen tot verwarring kan leiden bij een gebruiker van de 20 deur. Zo zal voor hem niet duidelijk zijn of hij de ontgrendelingsmiddelen dient te gebruiken voor het openen en sluiten van de deur. Bovendien kunnen de ontgrendelingsmiddelen door een gebruiker in een zodanige ontgrendelingstoestand worden gebracht, dat deze middelen een automatische beweging van de grendel tegenwerken of blokkeren, waardoor 25 de gewenste werking van de grendel teniet wordt gedaan. Verder hebben de ontgrendelingsmiddelen geen nuttige functie wanneer genoemde grendel nog door het smeltbare materiaal in de vrijgeefstand wordt vastgehouden.A drawback of the known door is that the position of the unlocking means is not properly determined during the normal use of the door, which can lead to confusion for a user of the door. For example, it will not be clear to him whether he should use the release means for opening and closing the door. Moreover, the unlocking means can be brought by a user into such an unlocking state that these means counteract or block an automatic movement of the latch, thereby destroying the desired operation of the latch. Furthermore, the unlocking means have no useful function when said lock is still held in the release position by the meltable material.

I De uitvinding beoogt de genoemde problemen van de in de aanhef omschreven, deur op te lossen. In het bijzonder beoogt de uitvinding een I relatief betrouwbare en bij brand veilig te bedienen deur, waarbij I misverstand van gebruik en functie van de ontgrendelingsmiddelen kan I 5 worden voorkomen.The object of the invention is to solve the aforementioned problems of the door described in the preamble. In particular, it is an object of the invention to provide a relatively reliable door that can be operated safely in the event of a fire, wherein misunderstanding of use and function of the release means can be prevented.

Hiertoe wordt de deur volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat I de ontgrendelingsmiddelen onder invloed van branddetectiemiddelen van I een passieve toestand in een actieve bedieningstoestand brengbaar zijn voor I het ontgrendelen van de deur.To this end, the door according to the invention is characterized in that the unlocking means can be brought into an active operating state under the influence of fire detection means of I for unlocking the door.

I 10 Op deze manier wordt een vergrendelbare deur verschaft die veilig I in gebruik is, waarbij misverstanden met betrekking tot de bediening en I functie van de ontgrendelingsmiddelen goed kan worden tegengegaan.In this way a lockable door is provided which is safe in use, whereby misunderstandings with regard to the operation and function of the unlocking means can be effectively prevented.

Tijdens normaal gebruik van de deur bevinden de ontgrendelingsmiddelen I zich in genoemde passieve toestand. Daardoor ondervinden de 15 ontgrendelingsmiddelen tijdens normaal gebruik nauwelijks of geen slijtage.During normal use of the door, the unlocking means I are in said passive state. As a result, the unlocking means experience little or no wear during normal use.

I De deur is dan bijvoorbeeld bruikbaar als een normale deur, een doorloopdeur, een via een elektronisch slot te openen deur of dergelijke. De I ontgrendelingsmiddelen kunnen bij de passieve toestand bijvoorbeeld onbeweegbaar zijn, zich achter een afscherming bevinden en/of vanuit een I 20 omgeving in hoofdzaak onbereikbaar, ongrijpbaar en/of onzichtbaar zijn. Bij I deze passieve toestand kan de deur niet via de ontgrendelingsmiddelen I worden ontgrendeld. Een verder voordeel is, dat de ontgrendelingsmiddelen I in de passieve toestand goed bruikbaar kunnen zijn als deurduwer, om de I deur te openen en sluiten. Hiertoe kunnen de ontgrendelingsmiddelen I 25 bijvoorbeeld een trek- en/of duwstang, een deurknop of degelijke omvatten.The door can then be used, for example, as a normal door, a walk-through door, a door that can be opened via an electronic lock or the like. In the passive state, the unlocking means can for instance be immobile, be located behind a guard and / or be substantially unreachable, elusive and / or invisible from an environment. In this passive state, the door cannot be unlocked via the release means I. A further advantage is that the unlocking means I in the passive state can be well usable as a door pusher for opening and closing the I door. For this purpose, the unlocking means I may comprise, for example, a pull and / or push rod, a door knob or the like.

I Bij detectie van brand worden de ontgrendelingsmiddelen automatisch onder invloed van genoemde branddetectiemiddelen in de I actieve bedieningstoestand gebracht. Daardoor kan de deur door middel van I de ontgrendelingsmiddelen worden ontgrendeld, bijvoorbeeld door personen I 30 die een veilig heenkomen zoeken.Upon detection of a fire, the unlocking means are automatically brought into the active operating state under the influence of said fire detection means. As a result, the door can be unlocked by means of the unlocking means, for example by persons looking for a safe escape.

33

Bij voorkeur wordt de deur tijdens brand automatisch vergrendeld door genoemde grendel, zodat de deur -als branddeur- een goede brandvertrager kan vormen. Deze automatische vergrendeling kan bijvoorbeeld eveneens onder invloed van genoemde branddetectiemiddelen 5 plaatshebben. Daardoor kan de deur bij brand automatisch worden vastgezet, waarbij de deur bovendien ontgrendelbaar is gemaakt.Preferably, the door is automatically locked by said latch during a fire, so that the door can form a good fire retardant as a fire door. This automatic locking can also take place, for example, under the influence of said fire detection means. As a result, the door can be locked automatically in the event of a fire, whereby the door is also made unlockable.

De uitvinding verschaft verder een samenstel dat wordt gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 24.The invention further provides an assembly characterized by the features of claim 24.

Dit samenstel kan bijvoorbeeld als een doe-het-zelf bouwset worden 10 geleverd. Daarnaast kunnen bijvoorbeeld de genoemde ontgrendelingsmiddelen en/of branddetectiemiddelen apart worden geleverd om een van ten minste één grendel voorziene deur om te bouwen tot een - deur volgens de onderhavige uitvinding.This assembly can for instance be supplied as a do-it-yourself building set. In addition, for example, said unlocking means and / or fire detection means can be supplied separately to convert a door provided with at least one latch into a door according to the present invention.

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de 15 volgconclusies. Thans zal de uitvinding worden toegelicht aan de hand van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden en de tekening. Daarin toont: fig. 1 een doorsnede-aanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, waarbij de hendel 2 zich in een passieve toestand bevindt; fig. 2 een dergelijk aanzicht als fig. 1, waarbij de deurgrendel naar 20 de vergrendelingsstand is bewogen en de hendel zich in een actieve bedieningstoestand bevindt; fig. 3 een dergelijk aanzicht als fig. 2, waarbij de ontgrendelingshendel in een van de deur afgekeerde richting is getrokken; fig. 4 een dergelijk aanzicht als fig. 2, waarbij de 25 ontgrendelingshendel in een naar de deur toegekeerde richting is geduwd; en fig. 5 een schematisch doorsnede-aanzicht van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.Further elaborations of the invention are described in the subclaims. The invention will now be elucidated on the basis of two exemplary embodiments and the drawing. In the drawing: Fig. 1 shows a cross-sectional view of an exemplary embodiment of the invention, in which the handle 2 is in a passive state; Fig. 2 shows such a view as Fig. 1, wherein the door latch has been moved to the locking position and the lever is in an active operating state; Fig. 3 shows such a view as Fig. 2, wherein the release lever is pulled in a direction away from the door; Fig. 4 shows such a view as Fig. 2, wherein the release lever is pushed in a direction towards the door; and Fig. 5 is a schematic sectional view of a second exemplary embodiment of the invention.

Fig. 1 toont een doorsnede-aanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld 30 van de uitvinding. Het uitvoeringsvoorbeeld omvat een langs een deurkozijn 1 f; Η 11 opgestelde deur 3, welke in een bovenste deel is voorzien van een grendel 1. In fig. 1 bevindt de grendel zich in een vrijgeefstand, waarbij de grendel 1 zich in hoofdzaak in de deur 3 bevindt zodat de deur 3 langs het kozijn 11 kan bewegen ten behoeve van normaal gebruik van de deur 3. De grendel 1 5 is door middel van een onder invloed van brand automatisch verbreekbare grendelverbinding 6 aan de deur 3 gekoppeld. In het uitvoeringsvoorbeeld omvat deze verbreekbare grendelverbinding een materiaal 6 dat ten minste smelt bij een bepaalde drempelwaarde van een omgevingstemperatuur.FIG. 1 shows a sectional view of an exemplary embodiment 30 of the invention. The exemplary embodiment comprises a door frame 1 f; 11, the door 3, which is arranged in an upper part with a latch 1. In Fig. 1, the latch is in a release position, the latch 1 being substantially in the door 3, so that the door 3 along the frame 11 can move for the normal use of the door 3. The latch 1 5 is coupled to the door 3 by means of a latch connection 6 which can be automatically broken under the influence of fire. In the exemplary embodiment, this breakable locking connection comprises a material 6 which at least melts at a specific threshold value of an ambient temperature.

Verder is de grendel 1 voorzien van veermiddelen 8 om de grendel 1 naar 10 een zich gedeeltelijk buiten de deur 3 uitstrekkende, in fig. 2 weergegeven vergrendelingsstand te brengen, althans na verbreking van de genoemde grendelverbinding 6. Bij genoemde vergrendelingsstand wordt de deur 3 I door de grendel 1 aan het kozijn 11 vergrendeld, althans bij de in fig. 2 I weergegeven gesloten stand van de deur. Zoals de figuren 1-4 tonen, is het 15 zich bij de vergrendelingsstand buiten de deur 3 uitstrekkende deel van de grendel 1 voorzien van een schuine kant, zodat de deur 3 met de grendel 1 langs het kozijn 11 kan worden gebogen wanneer de deur 3 van een niet I weergegeven geopende deurstand naar de gesloten stand wordt gebracht. In H dat geval kan de grendel 1 de deur 3 vervolgens aan het kozijn 11 I 20 vergrendelen.Furthermore, the latch 1 is provided with spring means 8 for bringing the latch 1 to a locking position extending partially outside the door 3, shown in fig. 2, at least after breaking said locking connection 6. At said locking position, the door 3 becomes is locked by the latch 1 to the frame 11, at least in the closed position of the door shown in Fig. 2 I. As Figs. 1-4 show, in the locking position extending outside the door 3, the part of the latch 1 is provided with an oblique side, so that the door 3 with the latch 1 can be bent along the frame 11 when the door 3 from an opened door position (not shown) to the closed position. In that case the latch 1 can then lock the door 3 to the frame 11 I 20.

I Een zijde van de deur 3 is voorzien van een ontgrendelingshendel I 2, welke zich op afstand van de grendel 1 bevindt. Bij voorkeur bevindt de I ontgrendelingshendel 2 zich op een gemiddelde gebruikershoogte, I bijvoorbeeld op of nabij een halve deurhoogte van de deur, afhankelijk van 25 de afmetingen van de deur. De ontgrendelingshendel 2 is met het ene einde zwenkbaar om een horizontale zwenkas 12 aan de deur 3 gekoppeld. Het andere einde van de hendel 2 strekt zich verschuifbaar uit in een op de deur 3 gemonteerd, enigszins flexibel steunprofiel 14. Dit andere einde van de I hendel 2 is bovendien voorzien van een zich tot in de deur 3 uitstrekkende I 30 koppelarm 13.I One side of the door 3 is provided with an unlocking lever I 2, which is located at a distance from the latch 1. The release lever 2 is preferably located at an average user height, for example at or near a half door height of the door, depending on the dimensions of the door. The release handle 2 is pivotally coupled with one end to a horizontal pivot axis 12 on the door 3. The other end of the handle 2 extends slidably into a somewhat flexible support profile 14 mounted on the door 3. This other end of the handle 2 is furthermore provided with a coupling arm 13 extending into the door 3.

55

De hendel 2 is onder invloed van branddetectiemiddelen van een passieve, in fig. 1 weergegeven toestand in een actieve, in fig. 2-4 weergegeven bedieningstoestand brengbaar. De hendel 2 is slechts in genoemde actieve bedieningstoestand, en niet in de passieve toestand, 5 handmatig bedienbaar voor het ontgrendelen van de deur. In het eerste uitvoeringsvoorbeeld omvatten de branddetectiemiddelen de genoemde, automatisch door brand beweegbare grendel 1.The lever 2 can be brought under the influence of fire detection means from a passive state shown in Figure 1 to an active operating state shown in Figures 2-4. The lever 2 can only be manually operated in the said active operating state, and not in the passive state, for unlocking the door. In the first exemplary embodiment, the fire detection means comprise the said latch 1, which is automatically movable by fire.

In fig. 1 is genoemde hendel-koppelarm 13 aan een in de deur 3 aangebrachte dwarsbalk 19 geborgd, zodat de hendel 2 niet bedienbaar is 10 om genoemde grendel 1 naar de vrijgeefstand te bewegen. Ten behoeve van de borging is de deur 3 voorzien van een verplaatsbare borgpen 7 die zich door op elkaar uitgelijnde eerste doorgangen 15, resp. 17 van de koppelarm 13 en de dwarsbalk 19 uitstrekt. De borgpen 7 is via een borgpenkoord 23 aan een ondereinde van de grendel 1 verbonden. De koppelarm 13 en de 15 dwarsbalk 19 zijn verder voorzien van een paar op elkaar uitgelijnde tweede doorgangen 16, resp. 18. Een beweegbare plug 21 strekt zich gedeeltelijk in de tweede doorgang of plugbus 16 van de koppelarm uit. Een zich buiten die tweede doorgang 16 bevindend, van de dwarsbalk 19 afgekeerd deel van de plug 21 omvat een verbrede kop, terwijl een naar de dwarsbalk 19 20 toegekeerd deel van de plugdoorgang 16 verjongd is uitgevoerd. Daardoor wordt voorkomen dat de plug 21 vanuit de plugdoorgang 16 de tegenoverliggende doorgang 17 van de dwarsbalk 19 kan bereiken. De plug 21 is met een plugkoord 22, dat zich door de tweede doorgangen 16, 18 van de koppelarm en dwarsbalk uitstrekt, eveneens aan de grendel 1 verbonden. 25 In fig. 1 bevindt de hendel 2 zich in genoemde passieve toestand, waarbij de hendel onbeweegbaar aan de deur 3 is gekoppeld. Daardoor is voor een gebruiker direct duidelijk dat hij die hendel 2 niet kan gebruiken om de deurvergrendeling te bedienen. Wel is de hendel 2 in deze toestand goed bruikbaar om de deur mee te openen en sluiten, in het bijzonderIn Fig. 1, said lever-coupling arm 13 is secured to a transverse beam 19 arranged in the door 3, so that the lever 2 is not operable to move said latch 1 to the release position. For the purpose of securing, the door 3 is provided with a movable securing pin 7 which passes through first passages 15, resp. 17 of the coupling arm 13 and the crossbar 19. The locking pin 7 is connected via a locking pin cord 23 to a lower end of the latch 1. The coupling arm 13 and the transverse beam 19 are further provided with a pair of second passages 16 and 16 aligned with each other. 18. A movable plug 21 partially extends into the second passage or plug socket 16 of the coupling arm. A part of the plug 21 located outside said second passage 16 and facing away from the transverse beam 19 comprises a widened head, while a part of the plug passage 16 facing the transverse beam 19 is tapered. This prevents the plug 21 from reaching the plug passage 16 from the opposite passage 17 of the transverse beam 19. The plug 21 is also connected to the latch 1 with a plug cord 22 which extends through the second passages 16, 18 of the coupling arm and crossbar. In fig. 1 the handle 2 is in said passive state, wherein the handle is immovably coupled to the door 3. As a result, it is immediately clear to a user that he cannot use that lever 2 to operate the door lock. In this condition, the handle 2 is however well usable for opening and closing the door, in particular

Aa

H doordat de verbinding tussen de hendel 2 en de deur relatief sterk en spelingsvrij is.H because the connection between the handle 2 and the door is relatively strong and free of play.

Wanneer de grendel 1 brand detecteert, smelt het materiaal van genoemde grendelverbinding 6, zodat de grendel 1 door de veermiddelen 8 5 naar de in fig. 2 weergegeven vergrendelingsstand wordt bewogen ter vergrendeling van de deur 3. Tijdens de vergrendelingsbeweging van de grendel 1 wordt de borgpen 7 via het borgpenkoord 23 uit de koppelarm 13 van de ontgrendelingshendel 2 getrokken. Daardoor is de ontgrendelingshendel in genoemde actieve bedieningstoestand gebracht, 10 waarbij de hendel 2 niet meer aan de deur 3 is geborgd. Door de beweging van de grendel 1 wordt de plug 21 bovendien in de respectieve plugbus 16 H van de koppelarm 13 getrokken via het plugkoord 22 Daardoor wordt de grendel·via het koord 22 aan de ontgrendelingshendel 2 gekoppeld.When the latch 1 detects fire, the material of said latch connection 6 melts, so that the latch 1 is moved by the spring means 8 to the locking position shown in Fig. 2 for locking the door 3. During the locking movement of the latch 1, the Locking pin 7 pulled out of the coupling arm 13 of the release lever 2 via the locking pin cord 23. As a result, the unlocking lever is brought into said active operating position, wherein the lever 2 is no longer locked on the door 3. As a result of the movement of the latch 1, the plug 21 is also pulled into the respective socket 16 H of the coupling arm 13 via the plug cord 22. As a result, the latch is coupled via the cord 22 to the release lever 2.

Vervolgens kan de grendel 1 eenvoudig door een gebruiker worden 15 ontgrendeld door bediening van de ontgrendelingshendel 2, hetgeen in figuren 3 en 4 is weergegeven.Subsequently, the latch 1 can be easily unlocked by a user by operating the unlocking lever 2, which is shown in figures 3 and 4.

In fig. 3 is de ontgrendelingshendel 2 om de zwenkas 12 van de deur 3 afgezwenkt, zodanig dat de grendel 1 via het plugkoord 22 terug naar de vrijgeefstand is getrokken. In fig. 4 is de ontgrendelingshendel naar de I 20 deur 3 toegezwenkt, eveneens zodanig dat de grendel 1 zich weer in de vrijgeefstand bevindt. Aldus kan de deur 3 gemakkelijk worden I ontgrendeld, bijvoorbeeld in geval van paniek, door tegen de hendel 2 te I duwen of door daaraan te trekken, opdat de deur 3 vervolgens kan worden I geopend, bijvoorbeeld om uit een door brand bedreigde ruimte te kunnen I 25 ontsnappen. Het ontgrendelingsmechanisme 2, 21, 22 is bij het eerste I uitvoeringsvoorbeeld slechts bedienbaar nadat de grendel 1 een vergrendelingsbeweging heeft uitgevoerd, hetgeen de automatische I vergrendeling van de deur veilig en betrouwbaar maakt.In Fig. 3, the release lever 2 is pivoted about the pivot axis 12 of the door 3, such that the latch 1 has been pulled back via the plug cord 22 to the release position. In Fig. 4 the release lever is pivoted to the door 3, also such that the latch 1 is again in the release position. Thus, the door 3 can be easily unlocked, for example in the event of a panic, by pushing the lever 2 or by pulling on it, so that the door 3 can subsequently be opened, for example in order to be able to leave a room threatened by fire. I 25 escape. In the first exemplary embodiment, the release mechanism 2, 21, 22 can only be operated after the latch 1 has performed a locking movement, which renders the automatic locking of the door safe and reliable.

I Figuur 5 toont schematisch een tweede uitvoeringsvoorbeeld van I 30 de uitvinding, waarbij een branddetector 101 op afstand van de deur 3 zijn 7 opgesteld. De branddetector 101 kan bijvoorbeeld een rookmelder, temperatuursensor of dergelijke omvatten. Bij voorkeur is de branddetector 101 ingericht om brand aan of nabij een bovenzijde van een ruimte te detecteren, zodat brand relatief snel kan worden gedetecteerd. Het tweede 5 uitvoeringsvoorbeeld verschilt verder daarin van het eerste uitvoeringsvoorbeeld, dat de deurgrendel 1 door middel van een grendel-borgpen 105, in plaats van door een smeltbaar materiaal, in de deur-vrijgeefstand aan de deur 3 is geborgd. Deze grendel-borgpen 105 is uit de grendel 1 beweegbaar door een actuator 103. Genoemde branddetector 101 10 is via een verbinding 102 aan deze actuator 103 gekoppeld om die actuator 104 aan te sturen.Figure 5 shows schematically a second exemplary embodiment of the invention, wherein a fire detector 101 is arranged at a distance from the door 3. The fire detector 101 may, for example, comprise a smoke detector, temperature sensor or the like. The fire detector 101 is preferably adapted to detect fire at or near an upper side of a room, so that fire can be detected relatively quickly. The second exemplary embodiment further differs from the first exemplary embodiment in that the door latch 1 is secured to the door 3 in the door release position by means of a locking pin 105, instead of by a fusible material. This latch-locking pin 105 is movable from the latch 1 by an actuator 103. Said fire detector 101 is coupled via a connection 102 to this actuator 103 to control said actuator 104.

Bij het tweede uitvoeringsvoorbeeld is de verplaatsbare hendel-borgpen 7 voorzien van een actuator 106 om deze pen uit de doorgang 15 van de hendelkoppelarm 13 te trekken. Laatstgenoemde actuator 106 is 15 eveneens, via verbindingen 102, 105, aan de branddetector 101 gekoppeld ten behoeve van aansturing.In the second exemplary embodiment, the displaceable lever lock pin 7 is provided with an actuator 106 for pulling this pin out of the passage 15 of the lever coupling arm 13. The latter actuator 106 is also coupled, via connections 102, 105, to the fire detector 101 for control purposes.

Tijdens normaal gebruik van het tweede uitvoeringsvoorbeeld bevinden genoemde borgpennen 104, 106 zich in de in fig. 5 weergegeven standen. De grendel 1 wordt dan door de respectieve pen 104 in de 20 vrijgeefstand gehouden, terwijl de hendel 2 door de borgpen 106 in een passieve toestand wordt gefixeerd. Wanneer de branddetector 101 van het tweede uitvoeringsvoorbeeld brand detecteert, laat de branddetector 101 genoemde actuatoren 103, 106 de respectieve borgpennen 104, 7 uit de grendel 1 resp. koppelarm 13 trekken, althans door aansturing via 25 genoemde verbindingen 102, 105. Daardoor wordt de grendel 1 vrijgegeven, zodat de grendel 1 automatisch door de veer 8 naar genoemde vergrendelingsstand wordt bewogen. Bovendien wordt de hendel 2 zo automatisch in genoemde actieve bedieningstoestand gebracht om deurontgrendeling mogelijk te maken.During normal use of the second exemplary embodiment, said locking pins 104, 106 are in the positions shown in FIG. The latch 1 is then held in the release position by the respective pin 104, while the handle 2 is fixed by the locking pin 106 in a passive state. When the fire detector 101 of the second exemplary embodiment detects fire, the fire detector 101 releases said actuators 103, 106 from the respective locking pins 104, 7 from the latch 1 and 4, respectively. pull coupling arm 13, at least by control via said connections 102, 105. As a result, the latch 1 is released, so that the latch 1 is automatically moved by the spring 8 to said locking position. In addition, the lever 2 is thus automatically brought into said active operating position to enable door unlocking.

H In de beschreven uitvoeringsvoorbeelden bevindt de ontgrendelingshendel 2 zich op een bereikbare positie buiten de deur 3.In the exemplary embodiments described, the release lever 2 is located at an accessible position outside the door 3.

Volgens een alternatieve uitvoering van de uitvinding zijn de ; ontgrendelingsmiddelen bij de passieve toestand in hoofdzaak onbereikbaar 5 vanuit een omgeving van de deur 3, waarbij de ontgrendelingsmiddelen bij de actieve bedieningstoestand vanuit een omgeving van de deur 3 bereikbaar zijn. Op deze manier kan eenvoudig worden bewerkstelligd, dat de ontgrendelingsmiddelen pas bedienbaar zijn wanneer deze middelen in genoemde actieve bedieningstoestand zijn gebracht. Genoemde H 10 ontgrendelingsmiddelen kunnen bij genoemde passieve toestand bijvoorbeeld door een afscherming van de omgeving zijn afgeschermd om de ontgrendelingsmiddelen onbereikbaar te maken, waarbij genoemde afscherming onder invloed van de brandetectiemiddelen ongedaan- maakbaar is om de ontgrendelingsmiddelen bereikbaar te maken. Een 15 dergelijke afscherming kan bijvoorbeeld een beweegbare kap, verplaatsbaar I rooster of dergelijke omvatten.According to an alternative embodiment of the invention, the; unlocking means in the passive state substantially unreachable from an environment of the door 3, wherein the unlocking means in the active operating state are accessible from an environment of the door 3. In this way it can be easily achieved that the unlocking means can only be operated when these means have been brought into said active operating state. In said passive state, said H-release means can be protected by, for example, a shielding of the environment to render the unlocking means unreachable, said shielding being undoable under the influence of the fire detection means to make the unlocking means accessible. Such a shield can for instance comprise a movable cap, movable grid or the like.

I Daarnaast is het voordelig, wanneer genoemde ontgrendelingsmiddelen bij de passieve toestand ten minste gedeeltelijk, bij I voorkeur in hoofdzaak geheel, in genoemde deur zijn verzonken. Daardoor 20 zijn de ontgrendelingsmiddelen op eenvoudige wijze onbereikbaar en/of ongrijpbaar bij die passieve toestand. De ontgrendelingsmiddelen zijn dan I bijvoorbeeld ten minste gedeeltelijk uit de deur beweegbaar onder invloed I van genoemde branddetectiemiddelen, opdat de ontgrendelingsmiddelen wel kunnen worden bediend na branddetectie. In genoemde passieve toestand 25 kunnen de ontgrendelingsmiddelen zich voorts bijvoorbeeld geheel in de I deur 3 bevinden en/of geheel aan het zicht zijn onttrokken, zodat duidelijk I zichtbaar is dat de deur niet met die middelen kan worden ontgrendeld.In addition, it is advantageous if said unlocking means are sunk into the door at least partially, preferably substantially completely, in the passive state. As a result, the unlocking means are in a simple manner unreachable and / or elusive in that passive state. The unlocking means are then, for example, at least partially movable out of the door under the influence of said fire detection means, so that the unlocking means can indeed be operated after fire detection. In said passive state, the unlocking means can furthermore be situated, for example, completely in the door 3 and / or be completely hidden from view, so that it is clearly visible that the door cannot be unlocked with those means.

Het spreekt vanzelf dat de uitvinding niet is beperkt tot de I beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Diverse wijzigingen zijn mogelijk 9 : t binnen het raam van de uitvinding zoals is verwoord in de navolgende conclusies.It is self-evident that the invention is not limited to the exemplary embodiments described. Various modifications are possible within the scope of the invention as set forth in the following claims.

Zo kan de deur bijvoorbeeld een schuifdeur, duwdeur, draaideur, zwenkdeur, of dergelijke omvatten.For example, the door may comprise a sliding door, push door, revolving door, swing door, or the like.

5 Verder kunnen de ontgrendelingsmiddelen op verschillende manieren zijn uitgevoerd, en bijvoorbeeld een trek- en/of duwstang, een deurknop, een draaihendel, een draaiknop, en/of een ander ontgrendelingsmiddel omvatten. Dergelijke ontgrendelingsmiddelen kunnen -in de actieve bedieningstoestand- bovendien zwenkbaar, roteerbaar en/of 10 transleerbaar of anderszins ten opzichte van de deur 3 zijn.Furthermore, the unlocking means can be designed in different ways, and for instance comprise a pull and / or push rod, a door knob, a rotary handle, a rotary knob, and / or another unlocking means. In the active operating condition such unlocking means can moreover be pivotable, rotatable and / or translatable or otherwise relative to the door 3.

De koppeling tussen de ten minste ene grendel 1 en de ontgrendelingsmiddelen 2 kan op diverse manieren worden uitgevoerd, bijvoorbeeld via één of meer koorden, stangen, kettingen, een tandwieloverbrenging en dergelijke. Verder kan de ten minste ene grendel 15 bijvoorbeeld integraal van dergelijke ontgrendelingsmiddelen zijn voorzien, bijvoorbeeld als een vast aan de grendel verbonden ontgrendelingsbeugel of dergelijke.The coupling between the at least one latch 1 and the unlocking means 2 can be carried out in various ways, for example via one or more cords, rods, chains, a gear transmission and the like. Furthermore, the at least one latch 15 can be integrally provided with such unlocking means, for example as a release bracket or the like, which is fixedly connected to the latch.

De branddetectiemiddelen kunnen op verschillende manieren zijn uitgevoerd en bijvoorbeeld smeltbaar materiaal, bimetaal, geheugenmetaal, 20 een temperatuursensor, rookdetectiemiddelen en/of andere middelen omvatten.The fire detection means may be designed in various ways and may comprise, for example, fusible material, bimetal, memory metal, a temperature sensor, smoke detection means and / or other means.

De automatische beweging van de grendel en/of het in de actieve toestand brengen van de ontgrendelingsmiddelen kan verder worden bewerkstelligd onder invloed van elektromagnetische middelen, een 25 elektromagneet, een actuator, veermiddelen, de zwaartekracht en een combinatie van deze mogelijkheden en/of andere opties.The automatic movement of the latch and / or bringing the unlocking means into the active state can further be effected under the influence of electromagnetic means, an electromagnet, an actuator, spring means, gravity and a combination of these possibilities and / or other options .

Ten behoeve van de beweging van de grendel en/of toepassing van elektrische middelen, bijvoorbeeld een elektromagneet, een actuator, sensor of dergelijke, kan de deur bovendien van een spanningsbron zijn voorzien, 30 bijvoorbeeld van een of meer batterijen en/of accu's.For the purpose of the movement of the latch and / or application of electrical means, for example an electromagnet, an actuator, sensor or the like, the door can moreover be provided with a voltage source, for example with one or more batteries and / or accumulators.

I Verder kan de genoemde drempelwaarde van de omgevingstemperatuur, waarbij het genoemde smeltbare materiaal 6 smelt, lager zijn dan circa 100°C, zodat de deur 3 bijtijds automatisch kan worden vergrendeld. De genoemde drempelwaarde kan bijvoorbeeld liggen in het 5 bereik van circa 40-100°C, in het bijzonder in het bereik van circa 50-70°C °C, zodat de deur niet automatisch wordt vergrendeld bij bijvoorbeeld een normale omgevingstemperatuur, bijvoorbeeld bij kamertemperatuur.Furthermore, the said threshold value of the ambient temperature at which the said meltable material 6 melts can be lower than approximately 100 ° C, so that the door 3 can be automatically locked in time. Said threshold value can for instance be in the range of approximately 40-100 ° C, in particular in the range of approximately 50-70 ° C, so that the door is not automatically locked at, for example, a normal ambient temperature, for example at room temperature. .

Voorts kunnen de genoemde veermiddelen om een grendel naar de vergrendelingsstand te brengen op verschillende manieren zijn uitgevoerd. 10 Verder kan de deur één of meer deursloten en/of deurbedieningsmiddelen omvatten voor het normale gebruik van de deur.Furthermore, the said spring means for bringing a latch to the locking position can be designed in different ways. Furthermore, the door may comprise one or more door locks and / or door operating means for the normal use of the door.

Daarnaast kan elke grendel in diverse vormen en van diverse materialen zijn uitgevoerd.In addition, each bolt can be made in various shapes and from various materials.

Genoemde grendel kan voorts bijvoorbeeld op genoemde deur of op 15 het deurkozijn zijn gemonteerd voor vergrendeling van de deur.Said latch can furthermore be mounted for instance on said door or on the door frame for locking the door.

Verder kan genoemde grendel bijvoorbeeld al dan niet onder invloed van brand naar de genoemde vergrendelingsstand beweegbaar zijn.Furthermore, said latch can, for example, be movable under the influence of fire to the said locking position.

Daarnaast kunnen genoemde branddetectiemiddelen bijvoorbeeld zijn ingericht om deel uit te maken van een centraal brandmeldsysteem of 20 dergelijke.In addition, said fire detection means can for instance be arranged to form part of a central fire alarm system or the like.

Bovendien kunnen de branddetectiemiddelen en de ontgrendelingsmiddelen op diverse manieren aan elkaar zijn gekoppeld, bijvoorbeeld via een elektrische, elektronische, draadloze, en/of optische verbinding 102, 105 en/of afstandsbediening.Moreover, the fire detection means and the unlocking means can be coupled to each other in various ways, for example via an electrical, electronic, wireless, and / or optical connection 102, 105 and / or remote control.

2525

Claims (21)

1. Deur, voorzien van ten minste één grendel (1) om de deur (3) te vergrendelen, waarbij de deur (3) is voorzien van ontgrendelingsmiddelen (2) om genoemde grendel (1) van een vergrendelingsstand naar een vrijgeefstand te bewegen, met het kenmerk, dat de ontgrendelingsmiddelen 5 (2) onder invloed van branddetectiemiddelen (1; 101) van een passieve ~ toestand in een actieve bedieningstoestand brengbaar zijn voor het ontgrendelen van de deur.A door, provided with at least one latch (1) for locking the door (3), the door (3) being provided with release means (2) for moving said latch (1) from a locking position to a release position, characterized in that the release means 5 (2) can be brought under the influence of fire detection means (1; 101) from a passive state into an active operating state for unlocking the door. 2. Deur volgens conclusie 1, waarbij genoemde ontgrendelingsmiddelen -in genoemde passieve toestand- door middel van 10 een verbreekbare verbinding (7) in hoofdzaak onbeweegbaar aan de deur (3) zijn gekoppeld, waarbij genoemde verbreekbare verbinding (7) onder invloed van genoemde branddetectiemiddelen (1; 101) verbreekbaar is om de ontgrendelingsmiddelen (2) in de actieve toestand te brengen.2. Door as claimed in claim 1, wherein said unlocking means - in said passive state - are coupled to the door (3) substantially immovably by means of a breakable connection (7), said breakable connection (7) under the influence of said fire detection means (1; 101) is breakable to bring the unlocking means (2) into the active state. 3. Deur volgens conclusie 1 of 2, waarbij genoemde 15 ontgrendelingsmiddelen (2) -in de actieve bedieningstoestand- beweegbaar zijn om genoemde grendel (1) naar de vrijgeefstand te bewegen.3. Door as claimed in claim 1 or 2, wherein said unlocking means (2) are movable in the active operating state to move said latch (1) to the releasing position. 4. Deur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde branddetectiemiddelen (101) op afstand van de deur (3) zijn opgesteld.Door according to one of the preceding claims, wherein said fire detection means (101) are arranged at a distance from the door (3). 5. Deur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde 20 grendel (2) is voorzien van middelen (6, 8; 101, 103) om de grendel automatisch van een deur-vrijgeefstand naar een deur-vergrendelingsstand te bewegen onder invloed van brand.5. Door as claimed in any of the foregoing claims, wherein said latch (2) is provided with means (6, 8; 101, 103) for automatically moving the latch from a door release position to a door lock position under the influence of fire . 6. Deur volgens conclusie 5, waarbij genoemde branddetectiemiddelen genoemde grendel (1) omvatten.The door of claim 5, wherein said fire detection means comprise said latch (1). 7. Deur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde branddetectiemiddelen (1; 101) zijn ingericht om brand aan of nabij een bovenzijde van een ruimte te detecteren. Η 8. Deur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde ontgrendelingsmiddelen bij de passieve toestand in hoofdzaak onbereikbaar zijn vanuit een omgeving van de deur (3), waarbij genoemde ontgrendelingsmiddelen bij de actieve bedieningstoestand vanuit een 5 omgeving van de deur (3) bereikbaar zijn.A door according to any one of the preceding claims, wherein said fire detection means (1; 101) are adapted to detect fire on or near an upper side of a room. 8. A door according to any one of the preceding claims, wherein said unlocking means in the passive state are substantially unreachable from an environment of the door (3), said unlocking means being accessible from an environment of the door (3) in the active operating state to be. 9. Deur volgens conclusie 8, waarbij genoemde ontgrendelingsmiddelen bij genoemde passieve toestand door een afscherming zijn afgeschermd van de omgeving om de I ontgrendelingsmiddelen onbereikbaar te maken, waarbij genoemde 10 afscherming onder invloed van de brandetectiemiddelen (1; 101) ongedaan- I maakbaar is om de ontgrendelingsmiddelen bereikbaar te maken.9. Door as claimed in claim 8, wherein in said passive state said unlocking means are shielded from the environment by means of a shield to render the unlocking means unreachable, said shielding being undoable under the influence of the fire detection means (1; 101) make the unlocking means accessible. 10. Deur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde I ontgrendelingsmiddelen bij de passieve toestand ten minste gedeeltelijk in genoemde deur (3) zijn verzonken. I 15 11. Deur volgens conclusie 10, waarbij de ontgrendelingsmiddelen ten I minste gedeeltelijk uit de deur beweegbaar zijn onder invloed van genoemde I branddetectiemiddelen.A door according to any one of the preceding claims, wherein in the passive state, said unlocking means are at least partially sunk in said door (3). 11. Door as claimed in claim 10, wherein the unlocking means are movable at least partially out of the door under the influence of said fire detection means. 12. Deur volgens conclusies 2 en 6, met het kenmerk, dat de I verbreekbare verbinding (7) van de ontgrendelingsmiddelen (2) onder I 20 invloed van een automatische beweging van de ten minste ene grendel (1) I verbreekbaar is.12. Door as claimed in claims 2 and 6, characterized in that the breakable connection (7) of the unlocking means (2) is breakable under the influence of an automatic movement of the at least one latch (1). 13. Deur volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de genoemde I verbreekbare verbinding is voorzien van een borgelement (7) dat onder I invloed van de branddetectiemiddelen (1; 101) van een I 25 ontgrendelingsmiddelen-borgstand naar een ontgrendelingsmiddelen- vrijgeefstand beweegbaar is.13. Door as claimed in claim 2, characterized in that said breakable connection is provided with a locking element (7) which is movable under the influence of the fire detection means (1; 101) from an unlocking means-securing position to an unlocking means-releasing position is. 14. Deur volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, I dat genoemde ontgrendelingsmiddelen (2) zich op een gebruikershoogte I bevinden, in het bijzonder bij of nabij de halve hoogte van de deur (3).Door according to one of the preceding claims, characterized in that said unlocking means (2) are at a user height I, in particular at or near half the height of the door (3). 15. Deur volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ten minste ene grendel (1) door middel van een onder invloed van brand verbreekbare grendelverbinding (6) aan de deur is gekoppeld.Door according to one of the preceding claims, characterized in that the at least one latch (1) is coupled to the door by means of a latch connection (6) which can be broken under the influence of fire. 16. Deur volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de genoemde 5 verbreekbare grendelverbinding (6) is voorzien van een materiaal dat ten minste smelt bij een drempelwaarde van een omgevingstemperatuur.Door according to claim 15, characterized in that said breakable locking connection (6) is provided with a material that melts at least at a threshold value of an ambient temperature. 17. Deur volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat genoemde ontgrendelingsmiddelen (2) een trek- en/of duwstang omvatten.Door according to one of the preceding claims, characterized in that said unlocking means (2) comprise a pull and / or push rod. 18. Deur volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ontgrendelingsmiddelen (2) een deurknop omvatten.Door according to one of the preceding claims, characterized in that the unlocking means (2) comprise a door knob. 19. Deur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde branddetectiemiddelen (1; 101) rookdetectiemiddelen omvatten.A door according to any one of the preceding claims, wherein said fire detection means (1; 101) comprise smoke detection means. 20. Deur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde 15 branddetectiemiddelen (1; 101) zijn ingericht om een omgevingstemperatuur te detecteren.20. Door as claimed in any of the foregoing claims, wherein said fire detection means (1; 101) are adapted to detect an ambient temperature. 21. Deur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde branddetectiemiddelen (1; 101) zijn ingericht om deel uit te maken van een centraal brandmeldsysteem.A door according to any one of the preceding claims, wherein said fire detection means (1; 101) are arranged to form part of a central fire alarm system. 23. Deur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde ontgrendelingsmiddelen (2) slechts in genoemde actieve bedieningstoestand bedienbaar zijn voor het ontgrendelen van de deur (3).A door according to any one of the preceding claims, wherein said unlocking means (2) can only be operated in said active operating state for unlocking the door (3). 24. Samenstel, voorzien van: - ten minste één deur; 25 -ten minste één grendel (1) om de deur te vergrendelen; -ontgrendelingsmiddelen (2) om genoemde grendel (1) van een vergrendelingsstand naar een vrijgeefstand te bewegen; -branddetectiemiddelen (1); H waarbij de ontgrendelingsmiddelen onder invloed van de branddetectiemiddelen van een passieve toestand in een actieve bedieningstoestand brengbaar zijn.24. Assembly, provided with: - at least one door; At least one latch (1) for locking the door; release means (2) for moving said lock (1) from a locking position to a release position; fire detection means (1); H wherein the release means can be brought from an passive state into an active operating state under the influence of the fire detection means.
NL1023282A 2003-01-08 2003-04-28 Door, as well as an assembly provided with a door. NL1023282C1 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023282A NL1023282C1 (en) 2003-01-08 2003-04-28 Door, as well as an assembly provided with a door.
EP04700800A EP1588004B1 (en) 2003-01-08 2004-01-08 Door and an assembly provided with a door
DE602004005309T DE602004005309T2 (en) 2003-01-08 2004-01-08 DOOR AND DOOR PROVIDED
PCT/NL2004/000009 WO2004063503A1 (en) 2003-01-08 2004-01-08 Door and an asembly provided with a door

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022326A NL1022326C2 (en) 2003-01-08 2003-01-08 Fire door, has latch that is moved to locking position, by spring, for bringing locking handle to active condition during which locking handle allows unlocking of door
NL1022326 2003-01-08
NL1023282 2003-04-28
NL1023282A NL1023282C1 (en) 2003-01-08 2003-04-28 Door, as well as an assembly provided with a door.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1023282C1 true NL1023282C1 (en) 2004-07-09

Family

ID=32716484

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1023282A NL1023282C1 (en) 2003-01-08 2003-04-28 Door, as well as an assembly provided with a door.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1588004B1 (en)
DE (1) DE602004005309T2 (en)
NL (1) NL1023282C1 (en)
WO (1) WO2004063503A1 (en)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2016633B1 (en) * 2016-04-19 2017-11-02 Remko Mark B V A door provided with at least one latch.
NL2019749B1 (en) * 2017-10-17 2018-06-29 Remko Mark B V A door provided with at least one latch

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3006173A1 (en) * 1980-02-19 1981-09-24 Peter 8013 Haar Balcarczyk Safety mechanism for double-panel swing door - has electromagnet moving armature that locks door panel
BE899259A (en) * 1984-03-27 1984-09-27 Drim Ltd FIRE DOOR.
EP0471112A1 (en) * 1990-08-14 1992-02-19 Thomas Industries, Inc. Latch bolt assembly with fusible member

Also Published As

Publication number Publication date
DE602004005309D1 (en) 2007-04-26
EP1588004B1 (en) 2007-03-14
DE602004005309T2 (en) 2008-01-31
EP1588004A1 (en) 2005-10-26
WO2004063503A1 (en) 2004-07-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6174004B1 (en) Mortise latch and exit device with concealed vertical rods
US5464259A (en) Door latch assembly with meltable fuse mechanism
CA2468401C (en) Delayed egress exit device
US5380053A (en) Intumescent fire door lock mechanism
EP1668216B1 (en) A child safety barrier with a locking device
JPH04330183A (en) Emergency exit device with leaving lateness device
US4452010A (en) Window security system
NL1023282C1 (en) Door, as well as an assembly provided with a door.
US5490696A (en) Door locking system
NL1024788C2 (en) Device for locking a door, as well as a door and an assembly.
NL1022326C2 (en) Fire door, has latch that is moved to locking position, by spring, for bringing locking handle to active condition during which locking handle allows unlocking of door
NL2016633B1 (en) A door provided with at least one latch.
NL2019749B1 (en) A door provided with at least one latch
BE1021635B1 (en) LOCKING PLATE OF A LOCK
NL1021818C1 (en) Door, provided with at least one latch arranged at a distance from a door top, as well as a system of two doors arranged next to each other and an assembly provided with at least one door.
JP3247317B2 (en) Shielding device and sash with shielding device
KR200206367Y1 (en) Anti-theft device for an emergency door of fireproof shutter
CA2299597C (en) Mortise latch and exit device with concealed vertical rods
JP3960401B2 (en) Top pivot with electromagnetic lock
JP4648273B2 (en) Opening / closing partition locking mechanism
JP2004244899A (en) Door opening holding device
CA3202156A1 (en) Door gap lock
JPH108854A (en) Lattice locking device
EP2390441B1 (en) Lock system
FR2617528A1 (en) Anti-panic closure with active locking

Legal Events

Date Code Title Description
VD2 Lapsed due to expiration of the term of protection

Effective date: 20090428