NL1022657C2

NL1022657C2 - Valve.

Info

Publication number: NL1022657C2
Application number: NL1022657A
Authority: NL
Inventors: Petrus Henricus Aloysius Kuhn; Edward Victor Burgers
Original assignee: Sara Lee De Nv
Priority date: 2003-02-12
Filing date: 2003-02-12
Publication date: 2004-08-16
Also published as: WO2004076308A1; EP1603808A1; TW200420474A

Description

Titel: AfsluiterTitle: Valve

De uitvinding heeft betrekking op een vloeistofcontainer omvattende een afsluiter voor het afsluiten van de vloeistofcontainer, welke afsluiter een beweegbare afsluitkap omvat die is voorzien van ten minste een uitstroomopening, welke afsluiter een met de uitstroomopening 5 corresponderende staander omvat, en waarbij de afsluitkap onder invloed van overdruk in de vloeistofcontainer in axiale richting van de staander kan bewegen tussen een afsluitpositie en een uitstroompositie, in welke afsluitpositie de staander de uitstroomopening afsluit en in welke uitstroompositie de uitstroomopening vrij is ten opzichte van de staander.The invention relates to a liquid container comprising a valve for closing the liquid container, which valve comprises a movable closing cap which is provided with at least one outflow opening, which valve comprises a post corresponding to the outflow opening, and wherein the closing cap under the influence of overpressure in the liquid container in the axial direction of the upright can move between a closing position and an outflow position, in which closing position the upright closes the outflow opening and in which outflow position the outflow opening is free with respect to the upright.

10 Een dergelijke container is bekend uit het Europese octrooischrift EP700353 en dient voor het opslag en gebruik van vloeistoffen waaronder begrepen viskeuze stoffen zoals zepen en shampoos en dergelijke.Such a container is known from the European patent EP700353 and serves for the storage and use of liquids including viscous substances such as soaps and shampoos and the like.

De bekende afsluitkap is gemaakt van een elastisch materiaal en bevat een aantal concentrische vouwen die zijn bedoeld om de afsluitkap een 15 betere axiale beweging langs de staander te laten uitvoeren. Hierdoor wordt bereikt dat de afsluiting beter is en de afsluitkap als een harmonica heen en weer kan bewegen. De bekende afsluitkap heeft echter als nadeel dat de doseringsgraad sterk afhankelijk is het type vloeistof dat in de houder is opgesloten. Daardoor kan bij een relatief minder viskeuze vloeistof 20 ongewenst veel vloeistof uit de houder stromen, en bij een relatief viskeuzere vloeistof minder vloeistof, of een aanzienlijk hogere druk zijn benodigd om een vereiste hoeveelheid vloeistof te kunnen doseren. De uitvinding heeft tot doel dit nadeel te vermijden en te voorzien in een vloeistofcontainer die goedkoper is te vervaardigen, minder samenstellende 25 componenten bevat en een zeer betrouwbare afsluiting biedt, waarbij de afsluiting nagenoeg onafhankelijk is van het type vloeistof dat zich in de houder bevindt of de in de houder aangebrachte druk.The known closure cap is made of an elastic material and contains a number of concentric folds which are intended to make the closure cap perform a better axial movement along the upright. This ensures that the closure is better and the closure cap can move back and forth like a harmonica. However, the known sealing cap has the drawback that the degree of dosing is highly dependent on the type of liquid that is enclosed in the container. As a result, with a relatively less viscous liquid 20, an undesirably much liquid may flow out of the container, and with a relatively viscous liquid, less liquid or a considerably higher pressure may be required to be able to dose a required amount of liquid. The invention has for its object to obviate this drawback and to provide a liquid container that is cheaper to manufacture, contains fewer constituent components and offers a very reliable seal, wherein the seal is virtually independent of the type of liquid contained in the holder or the pressure applied to the container.

1022657 H Dit doel wordt bereikt door een vloeistofcontainer van de H bovengenoemde soort, waarbij de afsluitkap een knikzone omvat om onder invloed van een relatief hoge eerste overdruk een relatief plotselinge vormverandering te ondergaan en naar de uitstroompositie te bewegen, en 5 om onder invloed van een relatief lage tweede overdruk in de H uitstroompositie te worden gehouden.1022657 H This object is achieved by a liquid container of the type mentioned above, wherein the sealing cap comprises a buckling zone to undergo a relatively sudden change in shape under the influence of a relatively high first excess pressure and to move to the outflow position, and to move under the influence of a relatively low second overpressure in the H outflow position.

Een dergelijk "kikvors"-effect is op zich bekend en genereert een H tamelijk abrupte vormverandering door toepassing van specifieke materialen en vormen waarbij de afsluitkap twee relatief stabiele, onderling 10 van elkaar verschillende vormen kan aannemen. Dit gedrag is te vergelijken met knik (snap) in rechte, cilindrisch dunwandige voorwerpen die op druk worden belast en bij overschrijden van de knik weerstand plots bezwijken I zonder dat daar zichtbare vervorming aan vooraf gaat. In de sluittoestand is daarbij de afsluitkap onder een geringe voorspanning tegen de staander 15 gedrukt. Het voordeel van een dergelijke sluiting is dat een relatief grote I kracht benodigd is voor het openen van de container, zodat een geringe I drukverhoging niet direct een lekkage van de container tot gevolg heeft.Such a "frog" effect is known per se and generates a rather abrupt change in shape through the use of specific materials and shapes, wherein the closure cap can take on two relatively stable, mutually different shapes. This behavior can be compared with kink in straight, cylindrical thin-walled objects that are subjected to pressure and suddenly collapse when the kink resistance is exceeded, without visible distortion preceded. In the closed condition, the closing cap is pressed against the upright 15 under a slight pre-stress. The advantage of such a closure is that a relatively large force is required for opening the container, so that a slight increase in pressure does not directly result in a leakage of the container.

I Indien de fles echter is geopend, kan, door gebruik te maken van deze ontwerptechniek, een voor de gebruiker comfortabele lagere kracht worden 20 uitgeoefend om de opening geopend te houden en de vloeistof gemakkelijk te I doseren. Verder biedt een dergelijk knikeffect het voordeel, dat de afsluiter I als het ware dichtklapt en derhalve ook relatief snel gesloten wordt, zodat hinderlijk nadruppelen of dradenvorming niet of minder optreedt doordat de vloeistofstraal als het ware wordt afgesneden.However, if the bottle is opened, using this design technique, a lower force comfortable for the user can be exerted to keep the opening open and to dose the liquid easily. Furthermore, such a buckling effect offers the advantage that the valve I, as it were, folds shut and therefore also closes relatively quickly, so that annoying dripping or thread formation does not occur or occurs less because the liquid jet is cut off, as it were.

I 25 Op gemerkt wordt dat bij de afsluitkap in genoemd octrooischrift I EP700353 geen sprake is van een knikzone omdat deze afsluitkap niet I tussen een ongeknikte en een geknikte toestand beweegt maar heeft een I aantal permanente vouwen bezit.It is to be noted that with the closure cap in said patent specification EP700353 there is no question of a kinking zone because this closure cap does not move between an unkinked and a kinked state but has a number of permanent folds.

I In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de knikzone een ringvormig I 30 middendeel, dat een welving omvat waarin gedurende het aanbrengen van I i! *3^7' 3 overdruk in de container een drukopbouw kan optreden. De knikzone kan een verzwakking omvatten. Een dergelijke verzwakking biedt de gelegenheid een betrouwbaarder en reproduceerbaarder knik tot stand te brengen, die steeds onder ruwweg dezelfde condities op nagenoeg steeds 5 dezelfde plaats optreedt.In a preferred embodiment, the buckling zone comprises an annular central part, which comprises a curvature in which, during the application of * 3 ^ 7 '3 overpressure in the container pressure build-up can occur. The buckling zone can include a weakening. Such a weakening offers the opportunity to create a more reliable and reproducible buckling, which always occurs at roughly the same place under roughly the same conditions.

Bij analyse blijkt daarbij een concentratie van drukkrachten op te treden, waardoor de afsluitkap bij toenemende druk spontaan van vorm van kan veranderen, nagenoeg zonder dat een geleidelijke verandering daaraan vooraf gaat. Bij voorkeur bezit de knikzone een geringere dikte dan een 10 meer naar de randen toe gelegen deel van de afsluitkap. De afsluitkap heeft bij voorkeur in de afsluitpositie een naar binnen gekeerde conische vorm en in de uitstroompositie een naar buiten gekeerde conische vorm. Door een dergelijke naar binnen gekeerde conische vorm zal bij een axiale verplaatsing de afsluitkap enigszins samengedrukt te worden, waardoor 15 genoemde drukopbouw kan worden versterkt.An analysis has shown that a concentration of compressive forces occurs, as a result of which the sealing cap can change its shape spontaneously with increasing pressure, virtually without a gradual change beforehand. The buckling zone preferably has a smaller thickness than a part of the closure cap that is situated more towards the edges. The closure cap preferably has an inward-facing conical shape in the closing position and an outward-facing conical shape in the outflow position. Due to such an inward-looking conical shape, the closure cap will be compressed somewhat during an axial displacement, so that said pressure build-up can be strengthened.

Daarbij is het mogelijk, dat de afsluiter een retourventiel omvat waardoor lucht in de vloeistofcontainer kan worden gezogen ter compensatie van de uitgestroomde vloeistof. Bij de conventionele sluitingen was daarbij als regel nodig dat gebruik gemaakt werd van relatief stijve 20 containerwanden, om deze terugstroming te bevorderen. Door gebruik van het retourventiel als bovengenoemd kan de container dunner en derhalve goedkoper worden uitgevoerd omdat de terugstroming gemakkelijk tot stand komt, zonder dat het risico bestaat op lekken. Het retourventiel dient in dit verband als een zogenaamde "dubbele beluchting", waarbij lucht via de 25 uitstroomopening binnenstroomt, wanneer de overdruk in de fles wegvalt doordat een gebruiker stopt deze in te knijpen. Door de semi-stabiele openingsstand van de afsluitkap kan de lucht aanvankelijk via de uitstroomopening terugstromen, waardoor de vloeistofstraal wordt onderbroken. De beluchting wordt vervolgens overgenomen door het openen 30 van het retourventiel, waardoor de druk kan worden genormaliseerd.It is thereby possible for the valve to comprise a return valve through which air can be drawn into the liquid container to compensate for the outflowed liquid. With the conventional closures, it was generally necessary that relatively rigid container walls were used to promote this backflow. By using the return valve as mentioned above, the container can be made thinner and therefore cheaper because the backflow is easily achieved without the risk of leaks. The return valve in this connection serves as a so-called "double aeration", whereby air flows in through the outflow opening when the excess pressure in the bottle falls away because a user stops squeezing it. Due to the semi-stable opening position of the sealing cap, the air can initially flow back through the outflow opening, whereby the liquid jet is interrupted. The aeration is then taken over by opening the return valve, whereby the pressure can be normalized.

') ί; ν'. · 7 H Hierdoor kan lucht in de houder stromen en wordt de vloeistofstraal in een H abrupte beweging onderbroken, zonder dat hinderlijk nadruppelen optreedt of de vorming van vloeistofdraden. Op gemerkt wordt, dat deze dubbele beluchting zelfstandig kan worden toegepast."); ν '. · 7 H This allows air to flow into the container and the liquid jet is interrupted in an H abrupt movement, without annoying dripping or the formation of liquid wires. It is noted that this double aeration can be applied independently.

H 5 Het retourventiel kan zijn uitgevoerd met een sleuf die in een randstuk is aangebracht, dat aansluit op de rand van de afsluitkap, welke H sleuf kan worden afgesloten door een met de flexibele afsluitkap verbonden strip.The return valve can be designed with a slot arranged in an edge piece that connects to the edge of the closure cap, which H slot can be closed by a strip connected to the flexible closure cap.

H In een verdere uitvoeringsvorm omvat de staander middelen voor het 10 uitvoeren van een geringe axiale beweging. Dergelijke middelen kunnen een H flexibel dwarsdeel omvatten waarop de staander is aangebracht. Een dergelijke flexibel uitgevoerde staander kan fungeren als retourventiel doordat bij het terugstromen van de lucht en door onderdruk in de houder, de staander een geringe binnenwaarts gerichte beweging uitvoert. Verder 15 kan door een dergelijke flexibele staander worden voorkomen, dat bij al te I grote drukverhogingen of versnellingen de afsluiter ongewenst zou worden geopend zodat vloeistof in een te grote dosering zou kunnen wegstromen.In a further embodiment the upright comprises means for performing a slight axial movement. Such means may comprise an H flexible transverse part on which the upright is mounted. Such a flexible post can act as a return valve in that when the air flows back and under reduced pressure in the container, the post performs a small inwardly directed movement. Furthermore, such a flexible post can prevent the valve from being opened undesirably in the case of excessively large pressure increases or accelerations, so that liquid can flow away in too large a dosage.

Door gebruik te maken van de flexibele ophanging beweegt in zo'n geval de staander aanvankelijk met de afsluitkap mee en wordt een vertraging of I 20 afremming van dergelijke verschijnselen bewerkstelligd, zodat de afsluiter I een geringe naijlwerking heeft op de daarop aangebrachte krachten. Dit I bevordert het gebruiksgemak en verhindert dat de container ongewenst leegstroomt.By using the flexible suspension in such a case the upright initially moves with the closing cap and a delay or braking of such phenomena is effected, so that the closing element I has a slight lag-effect on the forces applied to it. This promotes the ease of use and prevents the container from undesirably draining.

I Ter verbetering van de afsluiting en doseermogelijkheden kan de 25 staander conisch zijn uitgevoerd. Daarbij kan de uitstroomopening van de afsluitkap een opstaande rand omvatten die in afsluitpositie over een lengte passend om de staander sluit. Bij voorkeur is de opstaande rand afgekort teneinde bij de sluitbeweging de vloeistofstraal af te snijden en zo een I schone afsluiting te creëren zonder nadruppelen of trekken van I 30 vloeistofdraden.In order to improve the closure and dosing possibilities, the upright can be conical. The outflow opening of the closing cap can herein comprise a raised edge which closes in a closing position over a length fitting around the upright. The raised edge is preferably shortened in order to cut off the liquid jet during the closing movement and thus create a clean seal without dripping or pulling of liquid threads.

I 1 n / ? ft ς 7 5I 1 n /? ft ς 7 5

De uitvinding zal nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Hierin toont:The invention will be further explained with reference to the drawing. It shows:

Fig. 1 een schematische weergave in zijaanzicht van de vloeistofcontainer volgens de uitvinding; 5 Fig. 2 een schematische weergave in zijaanzicht van de vloeistofcontainer volgens de uitvinding, met de afsluitkap in afsluitpositie;FIG. 1 is a schematic representation in side view of the liquid container according to the invention; FIG. 2 is a schematic representation in side view of the liquid container according to the invention, with the closing cap in closing position;

Fig. 3 een schematische weergave in zijaanzicht van de vloeistofcontainer volgens de uitvinding, met de afsluitkap in uitstroompositie; 10 Fig. 4 een schematische weergave in zijaanzicht van de vloeistofcontainer volgens de uitvinding, waarbij lucht via de uitstroompositie wordt ingezogen;FIG. 3 is a schematic representation in side view of the liquid container according to the invention, with the closure cap in the outflow position; FIG. 4 is a schematic representation in side view of the liquid container according to the invention, wherein air is sucked in via the outflow position;

Fig. 5 een schematische weergave in zijaanzicht van de vloeistofcontainer volgens de uitvinding, waarbij lucht via een retourventiel 15 wordt ingezogen;FIG. 5 shows a schematic representation in side view of the liquid container according to the invention, wherein air is sucked in via a return valve 15;

Fig. 6 een schematische weergave van de alternatieve uitvoeringsvorm van de vloeistofcontainer volgens de uitvinding,FIG. 6 a schematic representation of the alternative embodiment of the liquid container according to the invention,

Fig. 7 een schematische weergave in zijaanzicht van de vloeistofcontainer van fig. 7.FIG. 7 is a schematic representation in side view of the liquid container of FIG. 7.

20 Fig. 8 een weergave is in doorsnede van een afsluitkap volgens de voorkeursuitvoeringsvorm;FIG. 8 is a cross-sectional view of a closure cap according to the preferred embodiment;

Fig. 9a een schematische weergave is van het knikgedrag van de afsluitkap van fig. 8.FIG. 9a is a schematic representation of the buckling behavior of the closure cap of FIG. 8.

Fig. 9b een kracht-weg diagram is die het knikgedrag weergeeft op 25 een positie A-A in figuur 9a;FIG. 9b is a force-away diagram showing the buckling behavior at position A-A in figure 9a;

In de figuren zijn gelijke of overeenstemmende delen met dezelfde verwijzingscijfers benoemd.In the figures, identical or corresponding parts are designated with the same reference numerals.

Onder verwijzing naar figuren 1 en 2 is schematisch een (deel van 30 een) vloeistofcontainer 1 weergegeven. In figuur 1 is daarbij de afsluiter 2 ί ·-,·' ^ t. o c H weergegeven in een perspectivische weergave; figuur 2 toont een weergave H in doorsnede. De vloeistofcontainer 1 is bij voorkeur van een goedkope kunststof, bijvoorbeeld: LPE of LLDPE vervaardigd en kan verder allerlei typen (niet weergegeven) vloeistoffen omvatten, waarbij met het materiaal 5 van de wand rekening kan zijn gehouden met het type vloeistof dat wordt opgesloten. In het navolgende zal onder vloeistof ook allerlei viskeuze en semi-vloeibare stoffen zoals zepen, shampoos en dergelijke worden verstaan.With reference to figures 1 and 2, a (part of a) liquid container 1 is schematically shown. In FIG. 1, the valve 2 is thereby. o c H shown in a perspective view; Figure 2 shows a representation H in section. The liquid container 1 is preferably made of an inexpensive plastic, for example: LPE or LLDPE and can furthermore comprise all types of (not shown) liquids, whereby the material 5 of the wall can take into account the type of liquid that is trapped. In the following, liquid will also be understood to mean all kinds of viscous and semi-liquid substances such as soaps, shampoos and the like.

De container 1 wordt afgesloten door een afsluiter 2. Omwille van de duidelijkheid zijn de container en afsluiter disproportioneel weergegeven.The container 1 is closed by a valve 2. For the sake of clarity, the container and valve are shown disproportionately.

H 10 De afsluiter 2 omvat een randstuk 3 van een relatief stijf materiaal. Het randstuk is langs een omtrekszijde 4 gekoppeld met een flexibele afsluitkap 5 die een centrale uitstroomopening 6 omvat. In figuur 2 is met de wand 7 een deel weergegeven dat een onderdeel vormt van de vloeistofcontainer 1.The valve 2 comprises an edge piece 3 of a relatively rigid material. The peripheral part is coupled along a peripheral side 4 with a flexible closing cap 5 which comprises a central outflow opening 6. In figure 2 a part is shown with the wall 7 which forms a part of the liquid container 1.

Deze wand 7 is doorgaans enigszins versterkt of althans van een stijf 15 materiaal vervaardigd, en vormt volgens uitvoeringsvoorbeeld van fig. 2 een cilindrische holte waarin het randstuk 3 en de afsluitkap 5 kunnen worden geklemd, waarbij de afsluitkap tussen het randstuk 3 en de wand 7 wordt gehouden. Hoewel in het zijaanzicht van fig. 2 het randstuk 3 en afsluitkap 5 uit losse componenten lijken te bestaan zijn deze componenten buiten het 20 vlak van tekening met elkaar verbonden en zijn beide onderdelen elk bij I voorkeur uit één geheel gevormd. Door combinaties van een relatief stijf I randstuk 3 en een relatief meer flexibel materiaal voor de afsluitkap 5 kan I door de getoonde constructie een goede afsluiting nabij de randen 4 worden verkregen. In de voorkeursuitvoeringsvorm omvat de afsluitkap verder een I 25 lip 8 die tezamen met een sleuf 9 in het randstuk 3 een retourventiel 10 I vormt, waarvan de werking onder verwijzing naar figuur 5 nader zal I worden toegelicht.This wall 7 is generally somewhat reinforced or at least made of a rigid material, and according to the exemplary embodiment of Fig. 2 forms a cylindrical cavity in which the edge piece 3 and the closure cap 5 can be clamped, the closure cap being between the edge piece 3 and the wall 7. is being held. Although in the side view of Fig. 2 the edge piece 3 and closing cap 5 appear to consist of separate components, these components are connected to each other outside the plane of the drawing and both parts are preferably each formed integrally. Through combinations of a relatively rigid edge piece 3 and a relatively more flexible material for the closing cap 5, a good seal close to the edges 4 can be obtained by the construction shown. In the preferred embodiment, the sealing cap further comprises a lip 8 which, together with a slot 9 in the peripheral part 3, forms a return valve 10, the operation of which will be explained in more detail with reference to Figure 5.

I In het randstuk 3 is een opening 11 gevormd, d.w.z., door een I opening 11 in het randstuk kan vloeistof stromen, waarbij de omtreksrand I 30 van het randstuk althans in hoofdzaak op de wand 7 van de I :! n :·: .·: ï·. 7 7 vloeistofcontainer 1 aansluit. Naast een doorstroomopening 11 voor de vloeistof bezit het randstuk 3 verder een staander 12 die door ten minste één dwarsdeel 13 aansluit op de omtrekszijde van het randstuk 3 teneinde de staander 12 te positioneren. Volgens het voorbeeld is de staander 5 centraal in de opening 12 gepositioneerd, en kan door een stervormige configuratie van dwarsdelen 13 die aangrijpen op de staander 12, rondom vloeistof stromen. Vanzelfsprekend zijn ook ander configuraties mogelijk, bijvoorbeeld, een configuratie waarbij de staander 12 meer naar de omtrekszijde van de rand is geplaatst en slechts aan één zijde een 10 doorstroomopening biedt voor het doorstromen van vloeistof.An opening 11 is formed in the edge piece 3, i.e. liquid can flow through an opening 11 in the edge piece, wherein the peripheral edge of the edge piece is at least substantially on the wall 7 of the edge piece. n: ·:. ·: ï ·. 7 7 liquid container 1. In addition to a flow-through opening 11 for the liquid, the edge piece 3 also has a post 12 which connects through at least one transverse part 13 to the peripheral side of the edge piece 3 in order to position the post 12. According to the example, the upright 5 is positioned centrally in the opening 12, and can flow around a liquid through a star-shaped configuration of transverse parts 13 which engage on the upright 12. Of course, other configurations are also possible, for example, a configuration in which the upright 12 is placed more towards the peripheral side of the edge and only provides a through-flow opening for the flow of liquid on one side.

Zoals nader onder verwijzing naar figuren 3-5 zal worden toegelicht is de afsluitkap 5 axiaal beweegbaar over de staander 12 aangebracht. In figuur 2 is de afsluitkap weergegeven een afsluitpositie. In deze positie sluit de kap 5 de vloeistofcontainer 1 af en kan de vloeistof daar niet uit stromen 15 doordat de afsluitkap 5 passend sluit rond de staander 12. Deze positie is de rustpositie; d.w.z. slechts door het aanbrengen van een overdruk in de container 1, bijvoorbeeld, door deze samen te knijpen, kan de afsluitkap uit deze positie worden bewogen.As will be further explained with reference to Figs. 3-5, the closing cap 5 is arranged axially movably over the upright 12. In figure 2 the closing cap is shown a closing position. In this position, the cap 5 closes off the liquid container 1 and the liquid cannot flow out of it because the cap 5 closes appropriately around the upright 12. This position is the rest position; that is, only by applying an overpressure in the container 1, for example, by squeezing it together, the closure cap can be moved from this position.

In figuur 3 is weergegeven hoe de afsluitkap 5 in de uitstroompositie 20 wordt gebracht. In dit geval is in de fles een relatief forse overdruk aangebracht door deze even stevig in te knijpen. Hierdoor ondergaat de afsluitkap 5 een vormverandering en beweegt van de in figuur 2 weergegeven afsluitpositie naar de in de figuur 3 weergegeven uitstroompositie. De afsluitkap 5 is nu in axiale richting langs de staander 25 12 bewogen en beweegt daarbij van de staander 12 af. Hierdoor ontstaat een ruimte 14 rond de staander waardoor vloeistof uit de vloeistofcontainer 1 kan stromen. De afsluitkap 5 is zodanig vormgegeven dat deze onder invloed van het inknijpen van de vloeistofcontainer 1 een relatief plotselinge vormverandering ondergaat en beweegt naar de getoonde tweede 30 uitstroompositie. Eenmaal in deze positie kan de afsluitkap 5 onder invloed I- (>,. / H van een relatief lage tweede overdruk in de uitstroompositie worden gehouden. Het is daardoor voor een consument niet nodig om steeds hard in de fles te knijpen.Figure 3 shows how the closing cap 5 is brought into the outflow position 20. In this case, a relatively strong excess pressure is applied to the bottle by squeezing it equally firmly. As a result, the closing cap 5 undergoes a change in shape and moves from the closing position shown in Figure 2 to the outflow position shown in Figure 3. The closing cap 5 is now moved along the upright 12 in the axial direction and thereby moves away from the upright 12. This creates a space 14 around the upright through which liquid can flow out of the liquid container 1. The closing cap 5 is designed such that it undergoes a relatively sudden change in shape under the influence of the squeezing of the liquid container 1 and moves to the second outflow position shown. Once in this position, the closing cap 5 can be kept under the influence of a relatively low second excess pressure in the outflow position. Therefore, it is not necessary for a consumer to constantly squeeze the bottle hard.

Figuren 4 en 5 tonen vervolgens de omgekeerde beweging van de H 5 afsluitkap, wanneer, na het uitknijpen van de vloeistof, de druk weer wordt verminderd, zodat de afsluitkap weer naar de in figuur 2 weergegeven ruststand terugspringt waarin de afsluitkap 5 zich in de afsluitpositie bevindt. Alvorens deze zich in deze positie bevindt, kan echter een hoeveelheid lucht door de uitstroomopening 6 de fles instromen zoals is H 10 weergegeven volgens pijlen P. In de voorkeursuitvoeringsvorm is zoals in figuur 5 is weergegeven in het randstuk een retourventiel 10 aangebracht, waardoor lucht in de vloeistofcontainer 1 kan worden gezogen. Hoewel andere uitvoeringen mogelijk zijn, kan zo'n retourventiel 10 eenvoudig worden gevormd door een lip 8, die onderdeel uitmaakt van de afsluitkap 5.Figures 4 and 5 then show the reverse movement of the H 5 closure cap when, after squeezing the liquid, the pressure is reduced again, so that the closure cap returns to the rest position shown in Figure 2, in which the closure cap 5 is in the closure position is located. Before it is in this position, however, an amount of air can flow into the bottle through the outflow opening 6 as is shown in H 10 according to arrows P. In the preferred embodiment, as shown in Figure 5, a return valve 10 is arranged in the peripheral part, through which air in the liquid container 1 can be drawn. Although other embodiments are possible, such a return valve 10 can easily be formed by a lip 8, which forms part of the closing cap 5.

15 De lip 8 is gestoken in een sleuf 9 en sluit naar één zijde 15 de container af van de buitenlucht. In de ruststand, of bij het aanleggen van een zekere I overdruk, of indien de vloeistof daartegen drukt, wordt de lip tegen de zijde I 15 gedrukt, waardoor de lip de container afsluit. Echter, zoals in figuur 5 is I weergegeven kan door het optreden van onderdruk in de container de lip 8 20 naar de van de zijde 15 afgekeerde zijde 16 bewegen, zodat de lucht via de sleuf 9 de container instroomt, als weergegeven door pijl Q. Doordat de lucht reeds bij een relatief geringe onderdruk in de container 1 kan worden I gezogen kan deze van minder stijf materiaal worden vervaardigd, hetgeen de productiekosten kan verminderen.The lip 8 is inserted into a slot 9 and seals the container from the outside air to one side. In the rest position, or when a certain excess pressure is applied, or if the liquid presses against it, the lip is pressed against the side, whereby the lip closes off the container. However, as shown in Figure 5, due to the occurrence of underpressure in the container, the lip 8 can move to the side 16 remote from the side 15, so that the air flows into the container via the slot 9, as represented by arrow Q. Because the air can already be drawn into the container 1 at a relatively low underpressure, it can be manufactured from less rigid material, which can reduce the production costs.

I 25 Figuren 6 en 7 tonen tenslotte een modificatie van het in de figuren 1- I 5 getoonde concept, waarbij de staander 12 eveneens flexibel kan bewegen I doordat deze is aangebracht op een flexibel dwarsdeel 17. Het flexibele deel I 17 kan een licht gewelfde, bijvoorbeeld stervormige ophanging hebben, I waardoor de stijve middenstaander 12 een geringe axiale beweging kan I 30 uitvoeren, onder invloed van bijvoorbeeld een heftige versnelling, I 1022657 9 bijvoorbeeld door een schok doordat de fles op de grond valt of doordat de fles plotseling wordt samengedrukt. Door deze uitvoeringsvorm wordt dan aanvankelijk voorkomen dat de uitstroomopening 6 wordt geopend, doordat de staander 12 in dat geval met de afsluitkap 5 meebeweegt en de 5 uitstroomopening 6 gesloten blijft. Pas nadat de staander 12 is teruggeveerd, of als de afsluitkap verder axiaal beweegt dan de staander 12 kan bewegen, wordt een uitstroomopening 6 gevormd.Finally, Figures 6 and 7 show a modification of the concept shown in Figures 1 to 5, wherein the upright 12 can also move flexibly in that it is mounted on a flexible transverse part 17. The flexible part I 17 can be a slightly curved have, for example, star-shaped suspension, whereby the rigid center post 12 can perform a slight axial movement, for example under the influence of a violent acceleration, for example by a shock because the bottle falls to the ground or because the bottle is suddenly compressed . This embodiment then initially prevents the outflow opening 6 from being opened, in that case the upright 12 then moves with the closing cap 5 and the outflow opening 6 remains closed. Only after the upright 12 has returned, or if the closure cap moves further axially than the upright 12 can move, is an outflow opening 6 formed.

In figuren 1-7 is de staander 12 weergegeven met een conische vorm. Daarbij kan de uitstroomopening van de afsluitkap een opstaande rand 18 10 omvatten die in afsluitpositie over een lengte passend om de staander sluit. Verder kan op de staander een (niet weergegeven) concentrische verdikking zijn aangebracht voor het verkrijgen van een lijnafsluiting.In figures 1-7 the upright 12 is shown with a conical shape. The outflow opening of the closing cap can herein comprise a raised edge 18 which closes in a fitting position over a length fitting around the upright. Furthermore, a concentric thickening (not shown) can be provided on the post for obtaining a line closure.

In figuur 8 is een nadere perspectivische weergave getoond van een doorsnede van de afsluitkap 5 volgens de uitvinding. De afsluitkap 5 omvat 15 een knikzone 19 omvat om onder invloed van een relatief hoge eerste overdruk een relatief plotselinge vormverandering te ondergaan en naar de uitstroompositie te bewegen, en om onder invloed van een relatief lage tweede overdruk in de uitstroompositie te worden gehouden. De knikzone 19 is in de figuur weergegeven als een ringvormig middendeel, dat een welving 20 omvat waarin gedurende het aanbrengen van overdruk in de container een drukopbouw kan optreden. Hoewel in de figuur een nagenoeg uniforme ringvormige knikzone 19 is weergegeven, kunnen ook andere geometrieën, stervormige zones of dergelijke een soortgelijk effect bereiken. Uit analyse is gebleken, dat de o.a. de welving, de dikte en geometrie van de knikzone 19 25 van invloed zijn op het knikeffect in verband met de uitvinding, waarbij de vakman in de praktijk, o.a. door middel van eindige elementen analyse, in staat is door afstemming van o.a. genoemde parameters een optimaal knikgedrag van de afsluitkap 5 te controleren. Zoals in de figuur is te zien, is verder de knikzone 19 uitgevoerd met een relatief geringere dikte dan een 30 meer naar de randen toe gelegen deel 20 van de afsluitkap 5. Hierdoor Ί Q77 7^7 H kunnen de drukkrachten in de knikzone worden geconcentreerd, wat een controleerbaar en reproduceerbaar knikeffect tot gevolg heeft.Figure 8 shows a further perspective view of a cross-section of the closure cap 5 according to the invention. The closing cap 5 comprises a kinking zone 19 to undergo a relatively sudden change in shape under the influence of a relatively high first excess pressure and to move it to the outflow position, and to be held in the outflow position under the influence of a relatively low second excess pressure. The buckling zone 19 is shown in the figure as an annular central part, which comprises a curve 20 in which pressure build-up can occur during the application of excess pressure in the container. Although a substantially uniform annular buckling zone 19 is shown in the figure, other geometries, star-shaped zones or the like can also achieve a similar effect. Analysis has shown that the curvature, thickness and geometry of the buckling zone 19, among others, have an influence on the buckling effect in connection with the invention, wherein the person skilled in the art is able in practice, inter alia by means of finite element analysis by checking the parameters mentioned, among other things, to check an optimum buckling behavior of the closing cap 5. As can be seen in the figure, the buckling zone 19 is also designed with a relatively smaller thickness than a part 20 of the closure cap 5 located more towards the edges. As a result, the compressive forces can be concentrated in the buckling zone. , which results in a controllable and reproducible buckling effect.

In figuren 9a en 9b is tenslotte een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de afsluitkap 5 weergegeven. Hierbij is de opstaande rand 18 afgekort.Finally, in figures 9a and 9b, a further preferred embodiment of the closing cap 5 is shown. The raised edge 18 is hereby shortened.

5 Door deze afkorting wordt bij de sluitbeweging de vloeistofstraal beter afgesneden waardoor nadruppelen of het trekken van vloeistofdraden wordt H vermeden. De opstaande rand 18 sluit in de ruststand in hoofdzaak aan op de wand van de staander (niet weergegeven). De afkorting 21 omvat een bovenvlak 22 dat in hoofdzaak dwars op de opstaande rand georiënteerd.Due to this abbreviation, the liquid jet is cut off better during the closing movement, so that dripping or drawing of liquid threads is avoided. In the rest position, the raised edge 18 substantially connects to the wall of the upright (not shown). The abbreviation 21 comprises an upper surface 22 which is oriented substantially transversely of the raised edge.

10 Tussen het bovenvlak 22 en de opstaande rand 18 is een scherpe overgang 23 aanwezig.A sharp transition 23 is present between the upper surface 22 and the raised edge 18.

In de figuur is de afsluitkap 5 in de rusttoestand 24 (sluittoestand) I weergegeven, waarbij de afsluitkap een concave conische vorm bezit. In dezelfde figuur is de uitstroompositie 25 weergegeven. In deze toestand is 15 een knik 26 ontstaan, waardoor de afsluitkap in een stabiele toestand kan worden gehouden, door het onderhouden van een relatief lichte overdruk in I de container.In the figure, the closing cap 5 is shown in the rest state 24 (closed state) I, the closing cap having a concave conical shape. The outflow position 25 is shown in the same figure. In this state a kink 26 has been created, as a result of which the closing cap can be kept in a stable state, by maintaining a relatively slight overpressure in the container.

I In figuur 9b is het kracht-wegdiagram weergegeven dat door eindige I elementen analyse is verkregen bij de in figuur 9a vertoonde configuratie.Figure 9b shows the force-way diagram obtained by finite I element analysis in the configuration shown in Figure 9a.

20 Daarbij is ter plaatse van de lijn A-A een diktevariatie toegepast. Algemeen volgt uit figuur 9b dat een verplaatsing aanvankelijk relatief veel kracht I (weergegeven door letter F) kost, tot een knikpunt wordt overschreden, I waarna de uitgeoefende kracht relatief plotseling veel minder wordt. Door I het variëren van de dikte kan de grootte van de benodigde maximale kracht 25 worden geregeld, waarbij de bovenste lijn 27 het kracht-wegverloop bij een I relatief grote dikte van de afsluitkap, en de onderste lijn 28 het kracht- wegverloop bij een relatief minder grote dikte van de afsluitkap ter plaatse I van de lijn A-A weergeeft. Op soortgelijke wijze kan het kracht-weg diagram I worden beïnvloed door het aanbrengen van een verzwakking 29, die op een I 30 bepaalde positie langs de lijn R in de knikzone kan zijn aangebracht. Ook I '·η?2*57~ 11 het variëren van de dikte van de afsluitkap 5 ter plaatse van de randdelen B en C blijkt van invloed op het besproken knikgedrag.A thickness variation has been applied at the location of the line A-A. In general it follows from Figure 9b that a displacement initially costs relatively much force I (represented by letter F), until a buckling point is exceeded, after which the applied force suddenly becomes much less. By varying the thickness, the magnitude of the required maximum force 25 can be controlled, wherein the upper line 27 shows the force path gradient with a relatively large thickness of the closure cap, and the lower line 28 the force path gradient with a relatively large less thick thickness of the closure cap at the location I of the line AA. Similarly, the force-way diagram I can be influenced by applying a weakening 29, which can be arranged at a determined position along the line R in the buckling zone. Also the variation of the thickness of the closure cap 5 at the location of the edge parts B and C also appears to influence the buckling behavior discussed.

Hoewel de uitvinding is beschreven aan de hand van de in de tekening weergegeven voorkeursuitvoeringsvormen, kan deze modificaties 5 bevatten zonder af te wijken van de geest en reikwijdte van de vinding. Zo is het mogelijk dat randstuk 3 en afsluitkap 5 uit één materiaal zijn gevormd door spuitgieten. Verder is ook mogelijk dat meerdere staanders zijn toegepast. Dergelijke modificaties worden geacht te zijn gelegen in het bereik van de uitvinding, zoals gedefinieerd door de navolgende conclusies.Although the invention has been described with reference to the preferred embodiments shown in the drawing, it may contain modifications without departing from the spirit and scope of the invention. It is thus possible that edge piece 3 and closure cap 5 are formed from one material by injection molding. Furthermore, it is also possible that several uprights have been used. Such modifications are considered to be within the scope of the invention as defined by the following claims.

10 1 0 2 2 R S 710 1 0 2 2 R S 7

Claims

2. Liquid container according to claim 1, characterized in that the buckling zone comprises an annular central part, which comprises a curve in which I can build up pressure during the application of excess pressure in the container.

3. Liquid container according to claim 1 or 2, characterized in that the buckling zone comprises a weakening.

4. Liquid container according to claim 3, characterized in that the buckling zone has a smaller thickness than a part of the closure cap that is situated more towards the edges.

Liquid container according to at least one of the preceding claims, characterized in that the closure cap has a conical shape facing inwards in the closing position and that the closure cap in the outflow position has an outward facing conical shape has.

6. Liquid container according to at least one of the preceding claims, characterized in that the valve comprises a return valve through which air can be sucked into the liquid container.

Liquid container according to claim 6, characterized in that the return valve comprises a slot which is arranged in an edge piece which connects to the edge of the closure cap, which slot can be closed by a strip connected to the flexible closure cap.

Liquid container according to at least one of the preceding claims, characterized in that the upright comprises means for performing a slight axial movement.

9. Liquid container according to claim 8, wherein the means for performing an axial movement comprise a flexible transverse part on which the upright is arranged.

Liquid container according to at least one of the preceding claims, characterized in that the upright is conical.

Liquid container according to at least one of the preceding claims, characterized in that the outflow opening of the closing cap 20 comprises an upstanding edge which closes fittingly over the upright in the closing position over an axial length.

Liquid container according to claim 11, characterized in that the raised edge is shortened. 13. Liquid container according to at least one of the preceding H claims, characterized in that a concentric thickening is arranged on the upright for obtaining a line closure.

Liquid container according to at least one of the preceding claims, characterized in that the sealing cap is an injection molded product of a thermoplastic elastomer.

Liquid container according to at least one of the preceding claims, characterized in that the container is made of a relatively thin flexible material.

A valve for a liquid container according to at least one of the preceding claims. I 1022657