NL1022643C1

NL1022643C1 - Brandpasta die met een gekleurde vlam brandt.

Info

Publication number: NL1022643C1
Application number: NL1022643A
Authority: NL
Inventors: Jan Bernard Schepers
Original assignee: Sel Chemie B V
Priority date: 2003-02-11
Filing date: 2003-02-11
Publication date: 2004-08-12

Description

Brandpasta die met een gekleurde vlam brandt

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een brandpasta die met een 5 gekleurde vlam brandt, waarbij de brandpasta een alifatische alcohol, water, een verdikkingsmiddel, een geurstof, een kleurstof en een metaalverbinding omvat.

Brandpasta kent diverse toepassingen, zoals in de huishoudelijke sfeer als relatief veilig aansteekmiddel voor de barbecue of in de vorm van "vuurpotten", waarbij vooral in het laatste geval niet alleen de brandbaarheid, maar ook sierelementen een rol spelen. 10 Bij de toepassing in vuurpotten wordt de brandpasta meestal afgevuld in blikken, die in een geschikte houder worden geplaatst, waarna de brandpasta kan worden aangestoken. Deze toepassing is bedoeld om een open haard na te bootsen, zowel voor gebruik binnens- als buitenshuis. Er zijn ook houders in de vorm van tuinfakkels die met brandpasta kunnen worden gevuld.

15 Een brandpasta zoals in de aanhef beschreven is bekend uit NL A 1015863, waarin een brandstofsamenstelling op basis van diacetonalcohol (DAA) is beschreven, en waarin kleuring van de vlam wordt verwezenlijkt door toevoeging van in water oplosbare metaalverbindingen. Een nadeel van de brandpasta volgens NL A 1015863 is dat de kleuring van de vlam niet homogeen is en dat de vlam een gelige kem heeft 20 waardoor de kleuring van de vlam onbevredigend is.

Overigens zijn ook brandpasta's bekend uit de stand van de techniek op basis van vetderivaten (bestaande uit vetzuurglyceriden, vetzuuresters, vetalcoholen en Guerbetalcoholen, zoals beschreven in DE A 19716911), maar deze hebben als nadeel dat ze longaandoeningen kunnen veroorzaken en dat dergelijke vetderivaten moeilijk 25 kunnen worden verdikt, zoals beschreven in NL A 1015863.

Verder zijn er vloeibare brandstofsamenstellingen met vlamkleuring bekend uit NL A 1003391, waarbij de brandstofsamenstellingen een metaalverbinding bevat die een kleur verschaft aan de vlam.

De uitvinding heeft derhalve betrekking op een brandpasta die met een gekleurde 30 vlam brandt, waarbij de brandpasta een alifatische alcohol, water, een verdikkingsmiddel, een geurstof, een kleurstof en een metaalverbinding omvat, met het kenmerk, dat de brandpasta: (a) ten hoogste 3 gew.% methanol, en (b) 0,01 - 25 gew.% water, 1022643 I bevat, berekend op de gehele brandpasta.

Bij voorkeur bevat de brandpasta volgens de uitvinding ten hoogste 1 gew.% methanol en 4 tot 20 gew.% water.

I Bij voorkeur bevat de brandpasta verder (c) 70 tot 98 gew.%, in het bijzonder 80 tot 5 95 gew.%, van een alifatische alcohol, berekend op de gehele brandpasta. Bij voorkeur I is de alcohol een C1-C4 alcohol, met dien verstande, dat de hoeveelheid methanol ten I hoogste de hierboven beschreven hoeveelheid is. Voorbeelden van geschikte C1-C4 I alcoholen zijn ethanol, n-propanol, i-propanol, n-butanol, i-butanol en t-butanol.

I Volgens de uitvinding is de C1-C4 alcohol bij voorkeur ethanol.

I 10 Bij voorkeur bevat de brandpasta eveneens (d) 0,1 tot 2 gew.%, in het bijzonder 0,2 I tot 1 gew.%, van een verdikkingsmiddel bevat, berekend op de gehele brandpasta. Het I verdikkingsmiddel dat volgens de uitvinding de voorkeur heeft is I hydroxypropylmethylcellulose, maar ook andere verdikkingsmiddelen zoals beschreven I in DE 19716911 kunnen eveneens worden toegepast, zoals bijvoorbeeld I 15 methylcellulose en hydroxyethylcellulose.

Volgens de uitvinding heeft het ook de voorkeur dat de brandpasta (e) 0,01 tot 5 I gew.%, in het bijzonder 0,1 tot 2 gew.%, van de metaalverbinding bevat, berekend op I de gehele brandpasta. De metaalverbindingen moeten voldoende oplosbaar of I dispergeerbaar en homogeen verdeeld zijn in de brandpasta volgens de uitvinding.

I 20 Voorbeelden van geschikte metaalverbindingen zijn verbindingen van lithium (rood), I strontium (rood), natrium (geeloranje), kalium (lila), rubidium (paarsrood), cesium I (paarsblauw), calcium (oranjerood), barium (groen), indium (paarsblauw), koper (groen en blauw), boor (groen), titaan, zink en magnesium (wit). Volgens de uitvinding zijn de I metaalverbindingen bij voorkeur afgeleid van lithium, boor en natrium en worden deze I 25 metaalverbindingen in de vorm van een zout toegepast, waarbij de zoutrest bij voorkeur I nitraat, chloride, acetaat, citraat, methoxide of ethoxide of een mengsel van dergelijke I zoutresten is. Wanneer de metaalverbinding een lithiumzout is, bevat de brandpasta bij I voorkeur 0,1 tot 2 gew.% van dit zout, berekend op de totale brandpasta. Wanneer de I metaalverbinding een natriumzout is, bevat de brandpasta bij voorkeur 0,1 tot 2 gew.% 30 van het natriumzout.

Wanneer de metaalverbinding een boorverbinding is, is de boorverbinding bij I voorkeur boorzuur, trimethylboraat, triethylboraat of een ester van boorzuur en I 1 HOOG AQ 1 3 ethyleenglycol en bevat de brandpasta bij voorkeur 0,1 tot 2 gew.% van een dergelijke boorverbinding.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat de brandpasta volledig uit bestanddelen (a) - (e).

5 Indien gewenst kan de brandpasta een meerwaardige alcohol bevatten, wat als voordeel heeft dat de brandpasta stabieler is alsmede dat de verbranding gelijkmatiger plaatsvindt. Indien toegepast, bevat de brandpasta bij voorkeur 0,1 tot 20 gew.%, in het bijzonder 1 tot 10 gew.%, van een meerwaardige alcohol bevat, berekend op de gehele brandpasta. Volgens de uitvinding is de meerwaardige alcohol bij voorkeur 10 ethyleenglycol, glycerol of een mengsel daarvan.

Aan de brandpasta kunnen eveneens additieven worden toegevoegd om de brandpasta een kleur en/of geur te verschaffen, waarbij de hoeveelheid waarmee deze additieven worden toegevoegd niet zodanig mag zijn dat deze de verbranding nadelig beïnvloedt. Derhalve beïnvloeden deze additieven bij voorkeur niet de kleurvorming en 15 veroorzaken zij geen schadelijke verbindingsprodukten.

De geurstoffen die de brandpasta kan bevatten zijn bij voorkeur parfumoliën in hoeveelheden van 0,1 tot 3 gew.%, in het bijzonder 0,5 tot 2,5 gew.%. Geschikte voorbeelden van parfumoliën zijn lavendelolie, rozenolie, jasmijnolie, geraniumolie, anijsolie, korianderolie, bergamotolie, citroenolie, sinaasappelolie, sandelolie, 20 cederolie, tijmolie, dennenolie en synthetische/halfsynthetische oliën zoals eugenol, isoeugenol, citronellal, hydroxycitronellal en geraniol, waarbij citronellal tevens een muggenwerende werking bezit. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de brandpasta citronellal.

I Volgens de Europese richtlijn 67/548 kan de brandpasta volgens de uitvinding I 25 worden gekleurd. Geschikte kleurmiddelen zijn voor voedingsmiddelen en voor cosmetische doeleinden geschikte, in water oplosbare kleurstoffen, bijvoorbeeld die I welke in de Europese richtlijn 76/768 zijn vermeld. Niet-limitatieve voorbeelden zijn I carmoisine, amaranth, Ponceau 4R, erythrosine, carminezuur, bietenrood, anthocyanine, paprika, curcumine, tartrazine, chinolinegeel, bètacaroteen, patentblauw, I 30 indigocarmine, chlorofyl, briljantzwart BN. Deze kleurstoffen worden bij voorkeur I gebruikt in concentraties van 0,001 tot 0,2 gew.%, betrokken op de gehele brandpasta H en in het bijzonder 0,005 tot 0,05 gew.%.

Gemeten bij 20°C heeft de brandpasta bij een afschuifsnelheid van 12,2 s'1 een H dynamische viscositeit, die bij voorkeur tussen 0,2 en 1,6 Pa's, in het bijzonder tussen 0,3 en 1,5 Pa s ligt.

De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand van de volgende 5 voorbeelden.

Voorbeeld 1 - Brandpasta die met een rode vlam brandt

In een mengvat dat van een roerder is voorzien wordt een mengsel gemaakt van 80 gewichtsdelen in de handel verkrijgbare gedenatureerde alcohol (ethanol) en 20 10 gewichtsdelen water. Aan dit mengsel wordt 1 gewichtsdeel lithiumchloride ^B toegevoegd. Wanneer een heldere oplossing is verkregen wordt 0,8 gewichtsdeel verdikkingsmiddel (hydroxypropylmethylcellulose) in de oplossing gedispergeerd. Alle ^B bovenstaande bewerkingen worden onder voortdurend roeren uitgevoerd bij kamertemperatuur. Nadat een homogene pasta is verkregen wordt deze zo spoedig H 15 mogelijk afgevuld in geschikte houders (bijvoorbeeld flessen of blikken), waarin H naverdikking plaatsvindt.

Voorbeeld 2 - Brandpasta die met een groene vlam brandt A. Een mengvat dat van een roerder en een verwarmingsinrichting is voorzien wordt 20 gevuld met 5 gewichtsdelen ethyleenglycol en 1 gewichtsdeel boorzuur. Er wordt bij 40°C geroerd tot een homogene oplossing is verkregen. Men laat het mengsel afkoelen tot kamertemperatuur.

B. In een mengvat dat van een roerder is voorzien wordt een mengsel bereid van 80 gewichtsdelen in de handel verkrijgbare gedenatureerde alcohol (ethanol) en 10 25 gewichtsdelen water. Aan dit mengsel worden onder roeren 10 gewichtsdelen van het I onder A verkregen mengsel toegevoegd. Wanneer een homogene oplossing is I verkregen wordt 0,8 gewichtsdeel verdikkingsmiddel (hydroxypropylmethylcellulose) I in de oplossing gedispergeerd. De bovenstaande bewerkingen worden uitgevoerd bij I kamertemperatuur. Nadat een homogene pasta is verkregen wordt deze zo spoedig I 30 mogelijk afgevuld in geschikte houders (bijvoorbeeld flessen of blikken), waarin I naverdikking plaatsvindt.

5

Voorbeeld 3 - Viscositeit van Brandpasta

De dynamische viscositeit van een brandpasta zoals bijvoorbeeld bereid volgens voorbeeld 1 of 2 is gemeten als functie van de afschuifsnelheid op een Brookfield LV viscometer met een UL adapter. Deze metingen zijn uitgevoerd bij 20°C. De resultaten 5 zijn weergegeven in tabel 1 en tonen een omgekeerd evenredige relatie tussen de dynamische viscositeit en de afschuifsnelheid.

Tabel 1: Dynamische viscositeit als functie van afschuifsnelheid Afschuifsnelheid (s'1) Dynamische Viscositeit (Pa s) 2^44 iMH ~ 4^88 T5Ö lïa Öió! 14A 03Ö

Viscositeit gemeten bij 20 °C op Brookfield LV viscometer met UL adapter 4 n o o e λ O 1

Claims

2. Brandpasta volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de brandpasta (c) 70 tot 98 10 gew.% van een alifatische alcohol bevat, berekend op de gehele brandpasta.
3. Brandpasta volgens conclusie 1 of conclusie 2, met het kenmerk, dat de brandpasta (d) 0,1 tot 2 gew.% van een verdikkingsmiddel bevat, berekend op de gehele brandpasta.
4. Brandpasta volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 15 brandpasta (e) 0,01 tot 5 gew.% van de metaalverbinding bevat, berekend op de gehele brandpasta.
5. Brandpasta volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de som van de hoeveelheden van (a) - (e) 100% van de brandpasta uitmaakt.
6. Brandpasta volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de I 20 brandpasta een meerwaardige alcohol bevat.
7. Brandpasta volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de brandpasta 0,1 tot 20 I gew.% van een meerwaardige alcohol bevat, berekend op de gehele brandpasta.
8. Brandpasta volgens conclusie 6 of conclusie 7, met het kenmerk, dat de I meerwaardige alcohol ethyleenglycol, glycerol of een mengsel daarvan is. I 25 9. Brandpasta volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de metaalverbinding een zout van lithium, boor of natrium of een ester van boorzuur
10. Brandpasta volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de I brandpasta een geurmiddel bevat.
11. Brandpasta volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het geurmiddel citronellal
12. Brandpasta volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de I brandpasta een kleurmiddel bevat.
13. Brandpasta volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dynamische viscositeit van de brandpasta bij een afschuifsnelheid van 12,2 s"1 tussen 0,2 tot 1,6 Pa s ligt, gemeten bij 20°C. 1 Π ? 9 R A 3