NL1022407C2

NL1022407C2 - Zonnehemel.

Info

Publication number: NL1022407C2
Application number: NL1022407A
Authority: NL
Inventors: Frank Jacob Paul De Vries; Antonius Maria Van Kleef
Original assignee: Alisun Europ B V
Priority date: 2003-01-16
Filing date: 2003-01-16
Publication date: 2004-07-19

Description

- :"- -'-'l^y^jjKaai^Siro' ^-' .;· -;y· · r .' .· ’ ~ ^ --^Μ^Λ^νίΑ'λ 'τΐίνιί-ΤΒ*·'^ t

ZONNEHEMEL

5 De uitvinding heeft betrekking op een zonnehemel voorzien van een statief en een daardoor gedragen straler met ten minste een lichtbron voor UV-straling, waarbij het statief een vlak op een horizontaal oppervlak opstelbaar gestel en een arm bevat, en waarbij de arm nabij zijn ene uiteinde zwenkbaar 10 met het gestel is verbonden en nabij zijn andere uiteinde de straler draagt.

Een dergelijke zonnehemel met een aantal UV-buizen in de straler is algemeen bekend. Zonnehemels genieten een 15 toenemende belangstelling, daar deze - in tegenstelling tot zonnebanken - niet alleen relatief goedkoop zijn, doch tevens weinig ruimte innemen, zodat deze ook in kleine ruimten kunnen worden gebruikt. Bekende zonnehemels kunnen doorgaans vanuit een compacte opbergpositie in een weinig ruimte 20 innemende gebruikspositie (en vice versa) worden geklapt, waarbij de arm ten opzichte van het gestel wordt gezwenkt.

Een bezwaar van de bekende zonnehemel is dat de straler in de gebruikspositie van de zonnehemel niet altijd een ideale 25 positie ten opzichte van een gebruiker inneemt. Dit kan als volgt worden toegelicht. In de gebruikspositie van de bekende zonnehemel is het gestel op een ondergrond, bijvoorbeeld een vloer, geplaatst, terwijl de arm op het gestel staat. Daarbij draagt de arm de straler zodanig dat deze boven een 30 (bijvoorbeeld op een bed of bank liggende) gebruiker is gepositioneerd. Echter, afhankelijk van bijvoorbeeld de hoogte van het bed of de bank, bevindt de straler zich ofwel te dicht op ofwel te ver af van de gebruiker.

1022407 I Het is het doel van de uitvinding de bezwaren van de stand van de techniek te ondervangen, in het bijzonder een relatief goedkope, doch solide zonnehemel voor te stellen, waarvan de straler altijd een optimale positie ten opzichte van een 5 gebruiker kan innemen, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de compactheid van de zonnehemel.

Hiertoe heeft een zonnehemel van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding als bijzonderheid dat de straler 10 traploos in hoogte verstelbaar door de arm wordt gedragen, waarbij de arm is voorzien van een benedenarm met twee onderling evenwijdige armdelen die ieder nabij hun eerste uiteinde zwenkbaar aan het gestel zijn bevestigd en nabij hun tweede uiteinde scharnierbaar met een tussenstuk zijn 15 verbonden, zodanig dat een eerste parallellogram- scharnierconstructie wordt gevormd, en waarbij de arm voorts is voorzien van een bovenarm met twee onderling evenwijdige armdelen die ieder nabij hun eerste uiteinde scharnierbaar met het tussenstuk zijn verbonden en nabij hun tweede 20 uiteinde zwenkbaar aan de straler zijn bevestigd, zodanig dat een tweede parallellogram-scharnierconstructie wordt gevormd. Door deze traploze in hoogte verstelbaarheid van de straler is het mogelijk dat de hoogte daarvan in de gebruikspositie van de zonnehemel aan individuele wensen van een gebruiker 25 wordt aangepast, zodat de straler altijd optimaal ten opzichte van de gebruiker kan worden gepositioneerd. De beide parallellogram-scharnierconstructies zorgen er daarbij voor dat de straler altijd in een horizontale positie evenwijdig aan het gestel is opgesteld, zowel in een willekeurige 30 gebruikspositie als in een opbergpositie, alsmede in tussenliggende posities.

Λ Π O O A fi -7 ’ 3 I In een voorkeursuitvoeringsvorm van een zonnehemel I overeenkomstig de uitvinding zijn een armdeel van de I benedenarm en een armdeel van de bovenarm nabij hun naar I elkaar toegekeerde uiteinden onderling gekoppeld middels met I 5 elkaar samenwerkende tandwielen. In een andere I voorkeursvariant geschiedt deze koppeling middels een I stangenstelsel. Hierdoor wordt bewerkstelligd dat bij het I opklappen van de zonnehemel vanuit een compacte opbergpositie I in een weinig ruimte innemende gebruikspositie (en vice I 10 versa) de bewegingen van beide parallellogram- I scharnierconstructies aan elkaar zijn gekoppeld, dat wil I zeggen dat de beweging van de eerste parallellogram- I scharnierconstructie die van de tweede parallellogram- I scharnierconstructie volgt, terwijl de straler altijd in een I 15 horizontale positie wordt gehouden.

I In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een zonnehemel I volgens de uitvinding bevat het statief een traploos in I lengte instelbaar mechanisme voor het traploos in hoogte I 20 verstellen van de straler. Deze traploze lengte I instelbaarheid van het mechanisme correspondeert derhalve met I de traploze in hoogte verstelbaarheid van de straler.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een zonnehemel 25 overeenkomstig de uitvinding bevat het statief middelen voor I het bij een gewenste lengte van het mechanisme blokkeren dan wel deblokkeren van het mechanisme. Hierdoor is het met I andere woorden mogelijk om het mechanisme bij een gewenste lengte (i.e. een door een gebruiker gewenste hoogte van de I 30 straler) vast te zetten en desgewenst daarna weer vrij te geven. Uit veiligheidsoverwegingen heeft het mechanisme een I zodanige karakteristiek dat, onafhankelijk van de I eerdergenoemde middelen, het mechanisme boven een voorafbepaalde druk daarop wordt gedeblokkeerd. Dit betekent in de praktijk dat een gebruiker met een kracht vanaf H bijvoorbeeld 30 kg de straler altijd met de hand kan bewegen.

H 5 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een zonnehemel H volgens de uitvinding bevat het mechanisme een gasveer.

H In het bijzonder is een zuiger van de gasveer daarbij aan de H arm bevestigd, terwijl een met de zuiger verbonden H zuigerstang van de gasveer aan het gestel is bevestigd. Zoals 10 gezegd, verdient het de voorkeur indien de zuigerstand in een H bepaalde ten opzichte van de zuiger geschoven stand (corresponderend met een door een gebruiker gewenste hoogte van de straler) kan worden vast gezet dan wel vrij gegeven, terwijl de zuigerstang uit veiligheidsoverwegingen boven een 15 vooraf bepaald veerdruk automatisch wordt vrij gegeven. Dit vastzetten dan wel vrijgeven geschiedt bij voorkeur door middel van een pedaal of handbedienbare drukknop waarmee een drukventiel in de gasveer kan worden geactiveerd.

20 De uitvinding is tevens gerelateerd aan een statief kennelijk geschikt voor een zonnehemel overeenkomstig de uitvinding.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in I een tekening weergegeven figuren van een voorkeursvariant van I 25 een zonnehemel volgens de uitvinding, waarbij I - figuur 1 respectievelijk figuur 2 een schematisch I perspectivisch aanzicht weergeeft van de zonnehemel in een van diens gebruiksposities respectievelijk diens 30 opbergpositie; figuren 3 en 4 verschillende details van de zonnehemel van de figuur 1 laten zien; en Λ & Λ' i'rfSUr' 5 I - figuur 5 diverse gebruiksposities van de zonnehemel van I figuur 1 schematisch toont.

I In figuur 1 is een zonnehemel 1 in een van diens I 5 gebruiksposities weergegeven, bestaande uit een statief 2 en I een door het statief 2 gedragen straler 3 met enkele υνί buizen (niet getoond). In die gebruikspositie is het mogelijk I de straler 3 boven bijvoorbeeld een bed of een bank te I positioneren, zodat een daarop liggende gebruiker door de υνί 10 buizen afgegeven UV-straling kan opvangen. Het statief 2 I bestaat uit een gestel 4 dat op een ondergrond, zoals een I vloer, kan worden geplaatst, alsmede uit een arm 5. De arm 5 I is nabij zijn ene uiteinde zwenkbaar met het gestel 4 is I verbonden; nabij zijn andere uiteinde draagt de arm 5 de I 15 straler 3. Het gestel 4 is uitgerust met enkele zwenkwielen 6 I teneinde de zonnehemel 1 gemakkelijk te kunnen verrijden.

I De arm 5 bestaat uit een benedenarm 7 en een bovenarm 8, I zodat de zonnehemel 1 eenvoudig tussen een gebruikspositie I 20 (figuur 1) en een opbergpositie (figuur 2) kan worden I bewogen, zoals nog nader aan de hand van figuren 4 en 5 zal I worden uiteen gezet. Hierbij wordt de straler 3 ten opzichte I van een zwenkas 9 over 90° gedraaid. Delen van figuur 2 die I met die van figuur 1 corresponderen, zijn met dezelfde I 25 verwijzingscijfers aangeduid.

I Figuur 3 laat een detail van figuur 1 zien, waarbij een I traploos in lengte instelbaar mechanisme in de vorm van een I gasveer 10 ervoor zorgt dat de straler 3 met behulp van de I 30 beneden- en de bovenarm 7,8 traploos in hoogte kan worden I versteld, en wel naar individuele wensen van een gebruiker.

I De gasveer 10 bestaat uit een zuiger 11 en een daarmee I verbonden zuigerstang 12. De zuigerstang 12 kan in en uit de I zuiger 11 (langs diens cilinderomtrek) worden geveerd, waarbij in de zuiger 11 zich bevindend gas wordt samengedrukt en expandeert. De zuiger 11 is met de benedenarm 7 verbonden, terwijl de zuigerstang 12 aan het gestel 4 is bevestigd. Met 5 behulp van een pedaal 13 kan de gasveer 10 (en daarmee de hoogte van de straler 3) met behulp van een daarin aanwezig drukventiel (niet getoond) worden geblokkeerd (vastgezet) en gedeblokkeerd (vrijgegeven). Om te voorkomen dat een blokkering van de gasveer 10 tot gevaarlijke situaties 10 aanleiding zou kunnen geven, is de veerkarakteristiek van de gasveer 10 zodanig dat de gasveer bij bijvoorbeeld een lichaamskracht van 30 kg of meer automatisch deblokkeert. Als alternatief voor het via de pedaal 13 (de) blokkeren van de gasveer 10 kan de veerkarakteristiek van de gasveer 10 ook 15 zodanig zijn dat een balancering van de straler 3 in allerlei posities daarvan optreedt.

In figuur 4a is getoond hoe de benedenarm 7 en de bovenarm 8 onderling kunnen scharnieren met behulp van in elkaar 20 grijpende tandwielen 14 die zijn gemonteerd in naar elkaar toegekeerde uiteinden van de benedenarm 7 en de bovenarm 8.

De tandwielen 14 kunnen draaien om assen 15. Een alternatieve constructie in plaats van de tandwielen 14 gaat uit van een stelsel van onderling scharnierbare stangen 16 met behulp 25 waarvan de benedenarm 7 en de bovenarm 8 ten opzichte van elkaar kunnen worden gescharnierd (figuur 4b).

Figuren 3, 4 en 5 laten duidelijk zien dat de arm 5 is opgebouwd uit de benedenarm 7 met twee onderling evenwijdige 30 armdelen 7' ,7·' die ieder nabij hun eerste uiteinde zwenkbaar aan het gestel 4 zijn bevestigd en nabij hun tweede uiteinde scharnierbaar met een tussenstuk 17 zijn verbonden, zodanig dat een eerste parallellogram-scharnierconstructie wordt 7 gevormd, terwijl de arm 5 voorts is opgebouwd uit de bovenarm 8 eveneens met twee onderling evenwijdige armdelen 8',8''die ieder nabij hun eerste uiteinde scharnierbaar met het tussenstuk 17 zijn verbonden en nabij hun tweede uiteinde 5 zwenkbaar aan de straler 3 zijn bevestigd, zodanig dat een tweede parallellogram-scharnierconstructie wordt gevormd.

De uitvinding beperkt zich niet tot het in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, doch sterkt zich tevens uit 10 tot andere varianten. Zo zal het een vakman duidelijk zijn dat de zuiger 11 aan het gestel 4 respectievelijk de zuigerstang 12 aan het armdeel 7 kan worden verbonden.

Claims

2. Zonnehemel volgens conclusie 1, waarbij een armdeel van I 25 de benedenarm en een armdeel van de bovenarm nabij hun naar elkaar toegekeerde uiteinden onderling zijn gekoppeld middels met elkaar samenwerkende tandwielen.
3. Zonnehemel volgens conclusie 1, waarbij een armdeel van 30 de benedenarm en een armdeel van de bovenarm nabij hun naar elkaar toegekeerde uiteinden onderling zijn gekoppeld middels een stangenstelsel. Λ Π O O "t
4. Zonnehemel volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het statief een traploos in lengte instelbaar mechanisme bevat voor het traploos in hoogte verstellen van de straler. 5
5. Zonnehemel volgens conclusie 4, waarbij het statief middelen bevat voor het bij een gewenste lengte van het mechanisme blokkeren dan wel deblokkeren van het mechanisme. 10
6. Zonnehemel volgens conclusie 4, waarbij het mechanisme een zodanige karakteristiek heeft dat, onafhankelijk van de middelen, het mechanisme boven een voorafbepaalde druk daarop wordt gedeblokkeerd. 15
7. Zonnehemel volgens conclusie 4, 5 of 6, waarbij het mechanisme een gasveer bevat.
8. Zonnehemel volgens conclusie 7, waarbij een zuiger van de 20 gasveer aan de arm is bevestigd en een met de zuiger verbonden zuigerstang van de gasveer aan het gestel is bevestigd.
9. Statief kennelijk geschikt voor een zonnehemel volgens 25 een der voorgaande conclusies 1 tot en met 8. 30 1 022an~