NL1021550C2 - Gereedschapskoppeling. - Google Patents

Description

GEREEDSCHAPSKOPPELING

De uitvinding betreft een koppeling voor het koppelen van een gereedschap met een steel of houder, in het bijzonder van huishoudelijk gereedschap.

In het huishouden worden verschillende gereedschappen 5 gebruikt, die allen zijn voorzien van een steel of houder. Zo worden er bezems, zwabbers, raamtrekkers enz. in het huishouden gebruikt. Het is dan ook gewenst om een koppeling te verschaffen, zodat aan één enkele steel of houder verschillende gereedschappen gekoppeld kunnen worden. Dit 10 vormt een besparing in opbergruimte.

Er zijn reeds verschillende gereedschapskoppelingen bekend. Zo is er een koppeling die werkt met een uit de steel stekende pal, die door middel van een drukknop bediend kan worden. Het nadeel van een dergelijke koppeling is dat zowel 15 voor het losmaken als voor het koppelen twee verschillende handelingen uitgevoerd moeten worden. Zo moet allereerste de drukknop bediend worden, waarna pas het gereedschap op de steel geschoven kan worden. In sommige gevallen moet het gereedschap ten opzichte van de steel gedraaid worden om de 20 juiste positie te vinden. Dit heeft als bijkomend nadeel dat enige speling om het vinden van de juiste positie te vergemakkelijken de stabiliteit van het gereedschap op de steel benadeelt.

Een andere koppeling is die waarbij na het opschuiven 25 van het gereedschap op de steel een klemkoppeling vastgedraaid moet worden. Afhankelijk van de kracht waarmee de klemkoppeling vastgedraaid kan worden, wordt een stevige verbinding verkregen. Het probleem is echter, dat bij vocht nee lastig is om cte KiemJcoppeung goea vast te draaien, terwijl tevens het vocht als smeermiddel werkt, waardoor de totale koppeling slecht trekkrachten kan doorleiden.

Het is dan ook een doel van de uitvinding een 5 koppeling te verschaffen, die een goede koppeling van gereedschap en steel of houder verschaft en dat de koppel en ontkoppel handelingen eenvoudig uitgevoerd kunnen worden.

Dit doel wordt bereikt volgens de onderhavige uitvinding doordat de koppeling omvat: 10 - een aan de steel bevestigbaar koppellichaam, - een aan het gereedschap bevestigbaar koppeldeel - ten minste één aan het koppellichaam aangebrachte flexibele koppelvinger voor het koppelen van het koppeldeel en het koppellichaam 15 - een parallel aan het koppellichaam verschuifbaar bedieningsdeel voor het tussen een gekoppelde en een ontkoppelde stand brengen van de ten minste één koppelvinger; en - blokkeermiddelen voor het blokkeren van een rotatie 20 van het koppeldeel ten opzichte van het koppellichaam.

Doordat het koppellichaam parallel verschuifbaar is aan het bedieningsdeel kan het gereedschap door een eenvoudige trekbeweging in één handeling van de steel verwijderd worden. Doordat bovendien het koppellichaam de 25 flexibele koppelvinger naar een ontkoppelde stand brengt, kan het koppeldeel zonder enige weerstand worden weggenomen van het koppellichaam. Bij sommige koppelingen volgens de stand van techniek dient na bediening van een bedieningsdeel, alsnog door uittrekken van een koppeldeel een koppelvinger of 30 pal weggedrongen te worden. Dit vergroot de uitneemweerstand. Bovendien dient de geometrie van koppeldeel en de vergrendelende pal zodanig te zijn dat wegdringen mogelijk is.

3

In een uitvoeringsvorm van de koppeling volgens de uitvinding omvat het koppeldeel ten minste een uitsparing en de koppelvinger ten minste een in de uitsparing steekbaar uitsteeksel.

5 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de koppeling volgens de uitvinding omvat de ten minste één koppelvinger een oploopvlak voor beroering door het bedieningsdeel. Via dit oploopvlak kan door het parallel verschuiven van het bedieningsdeel de koppelvinger uit de gekoppelde stand naar 10 de ontkoppelde stand gebracht worden. Indien de koppelvinger verend is aangebracht, zorgt deze veerkracht samen met het oploopvlak ervoor dat het bedieningsdeel ook weer teruggedrongen wordt. Een andere mogelijkheid of in aanvulling op bovenstaande is, dat tussen bedieningsdeel en 15 koppellichaam een veer is aangebracht.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de koppeling volgens de uitvinding worden de blokkeermiddelen gevormd door het koppeldeel en het koppellichaam, waarbij het koppeldeel in het koppeldeel steekbaar is en het koppeldeel 20 een onronde dwarsdoorsnede heeft. Hierdoor wordt op eenvoudige wijze, zonder extra onderdelen, de rotatie van koppeldeel ten opzichte van het koppellichaam geblokkeerd.

Bij veel koppelingen volgens de stand van techniek wordt uitgegaan van een ronde steel en derhalve dienen er 25 aanvullende onderdelen aanwezig te zijn om rotatie van het gereedschap ten opzichte van de ronde steel te voorkomen.

In nog een andere uitvoeringsvorm van de koppeling volgens de uitvinding omvat het koppellichaam een elastische aanslag. Met deze elastische aanslag, waartegen het 30 koppeldeel aanslaat wordt eventuele speling in de koppeling opgeheven.

De uitvinding betreft verder een combinatie van een steel, een gereedschap en een koppeling volgens de uitvinding, waarbij de steel bevestigd is aan het koppellichaam en het gereedschap bevestigd is aan het koppeldeel.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden 5 nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een combinatie volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont in perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen een uitvoeringsvorm van de koppeling 10 volgens de uitvinding.

Figuur 3 toont in perspectivisch en in dwarsdoorsnede het koppellichaam van de koppeling volgens figuur 2.

Figuur 4 toont in perspectivisch aanzicht en in dwarsdoorsnede de bedieningsbus van de koppeling volgens 15 figuur 2.

Figuur 5 toont in dwarsdoorsnede de koppeling in gekoppelde toestand.

Figuur 6 toont in dwarsdoorsnede de koppeling in ontkoppelde toestand.

20 In figuur 1 wordt een combinatie 1 volgens de uitvinding getoond. Deze combinatie 1 heeft een steel 2, een gereedschap 3, dat hier als zwabber is uitgevoerd, en een koppeling 4.

In figuur 2 is de koppeling 4 in nader detail 25 getoond. De koppeling 4 heeft een koppellichaam 5, waarin het koppeldeel 6 met daaraan een deel van het gereedschap 7 gestoken kan worden.

Op het koppellichaam 5 zijn twee koppelvingers 8 aangebracht. Deze koppelvingers zijn flexibel en als 30 afzonderlijke delen uitgevoerd, zodat voor deze koppelvingers 8 een ander materiaal gebruikt kan worden dan voor het koppellichaam 5. Zo kunnen de materiaaleigenschappen beter afgestemd worden op de eisen.

5

Het koppeldeel 6 heeft een rechthoekige dwarsdoorsnede en de opening 9 in het koppellichaam 5 heeft een daarmee overeenkomstige vorm. Door deze onronde dwarsdoorsnede vindt een blokkering plaats van de rotatie 5 tussen koppellichaam 5 en koppeldeel 6.

Om het koppellichaam 5 is verder een bedieningsbus 10 parallel aan het koppellichaam 5 verplaatsbaar. Op de bedieningsbus. 10 is verder nog een dop 11 bevestigd, die ervoor zorgt dat de bedieningsbus 10 niet van het 10 koppellichaam afgeschoven kan worden. Bovendien voorziet deze dop 11 voor een geleiding op de steel.

Ten slotte is in het koppellichaam 5 een elastische pen 12 aangebracht, waartegen het uiteinde van het koppeldeel 6 gedrukt kan worden. Zo wordt in gekoppelde toestand enige 15 speling door deze elastische pen 12 opgeheven.

In figuur 5 wordt de koppeling 4 in gekoppelde toestand getoond. In deze toestand grijpen de uitsteeksels 13 in de uitsparingen 14 in het koppeldeel. De uitsteeksels 13 hebben een schuin oplopend kopvlak, zodat bij het insteken 20 van het koppeldeel 6 de koppelvingers 8 eventueel worden weggedrukt. De zijvlakken van de uitsteeksels 13 zijn recht en haaks op de insteekrichting van het koppeldeel 6, zodat een maximaal oppervlak verkregen wordt waarover trekkrachten opgenomen kunnen worden.

25 De koppelvingers 8 hebben verder elk een oploopvlak 15 waartegen, in gekoppelde toestand twee uitsteeksels 16 van de bedieningsbus 10 aanliggen. Wanneer nu de bedieningsbus 10, in de tekening naar rechts, verschoven wordt, dan zullen de uitsteeksels 16 tegen de oploopvlakken 15 van de 30 koppelvingers 8 drukken, waardoor de uitsteeksels 13 uit de uitsparingen 14 van het koppeldeel 6 getild worden. Zo wordt het koppeldeel 6 vrijgegeven en kan het zonder enige weerstand uit het koppellichaam 5 getrokken worden.

iu 1 xx^uoaiu j is vciuci ecu ciaouiouic peu 12 aangebracht, die bij het inbrengen van het koppeldeel 6 enigszins wordt ingedrukt. Bij het zo opgewekte veerkracht wordt enige speling tussen koppellichaam 5 en koppeldeel 6 5 opgeheven.

Claims (6)

1. Koppeling voor het koppelen van een gereedschap met een steel of houder, welke koppeling omvat: - een aan de steel of houder bevestigbaar koppellichaam, 5. een aan het gereedschap bevestigbaar koppeldeel - ten minste één aan het koppellichaam aangebrachte flexibele koppelvinger voor het koppelen van het koppeldeel en het koppellichaam - een parallel aan het koppellichaam verschuifbaar 10 bedieningsdeel voor het tussen een gekoppelde en een ontkoppelde stand brengen van de ten minste één koppelvinger,-en - blokkeermiddelen voor het blokkeren van een rotatie van het koppeldeel ten opzichte van het koppellichaam.

2. Koppeling volgens conclusie 1, waarbij het koppeldeel ten minste een uitsparing omvat en de koppelvinger ten· minste een in de uitsparing steekbaar uitsteeksel.

3. Koppeling volgens conclusie 1 of 2, waarbij de ten minste één koppelvinger een oploopvlak omvat voor beroering 20 door het bedieningsdeel.

4. Koppeling volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de blokkeermiddelen gevormd worden door het koppeldeel en het koppellichaam, waarbij het koppeldeel in het koppellichaam steekbaar is en het koppeldeel een on- 25 ronde dwarsdoorsnede heeft.

5. Koppeling volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het koppellichaam een elastische aanslag omvat. -· n r.: q

6. Combinatie van een steel of houder, een gereedschap en een koppeling volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de steel of houder bevestigd is aan het koppellichaam en het gereedschap bevestigd is aan het 5 koppeldeel. 1 Π 2 ' 5 ;