NL1021496C2 - Signaleringsinrichting en werkwijze voor het monitoren van alertheid van personen. - Google Patents

Signaleringsinrichting en werkwijze voor het monitoren van alertheid van personen. Download PDF

Info

Publication number
NL1021496C2
NL1021496C2 NL1021496A NL1021496A NL1021496C2 NL 1021496 C2 NL1021496 C2 NL 1021496C2 NL 1021496 A NL1021496 A NL 1021496A NL 1021496 A NL1021496 A NL 1021496A NL 1021496 C2 NL1021496 C2 NL 1021496C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signaling device
eye
head
timer
signaling
Prior art date
Application number
NL1021496A
Other languages
English (en)
Inventor
Joannes Hermanus Heiligers
Original Assignee
Joannes Hermanus Heiligers
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Joannes Hermanus Heiligers filed Critical Joannes Hermanus Heiligers
Priority to NL1021496A priority Critical patent/NL1021496C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1021496C2 publication Critical patent/NL1021496C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B3/00Apparatus for testing the eyes; Instruments for examining the eyes
    • A61B3/10Objective types, i.e. instruments for examining the eyes independent of the patients' perceptions or reactions
    • A61B3/113Objective types, i.e. instruments for examining the eyes independent of the patients' perceptions or reactions for determining or recording eye movement
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B5/00Measuring for diagnostic purposes; Identification of persons
    • A61B5/16Devices for psychotechnics; Testing reaction times ; Devices for evaluating the psychological state
    • A61B5/18Devices for psychotechnics; Testing reaction times ; Devices for evaluating the psychological state for vehicle drivers or machine operators

Description

Titel: Signaleringsinrichting en werkwijze voor het monitoren van alertheid van personen
De uitvinding heeft betrekking op een signaleringsinrichting. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een signaleringsinrichting voor het monitoren van alertheid van personen zoals bestuurders van voertuigen, operators van machines en dergelijke.
5 Bij bedienen van apparaten en machines zoals voertuigen en dergelijke is het van groot belang dat gebruikers voldoende alert zijn. Afnemende attentie en in slaap vallen dienen te allen tijde te worden verhinderd. Daardoor kunnen fouten en ongelukken worden verhinderd en bovendien prestaties van de gebruikers worden verbeterd.
10 De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef beschreven soort, waarbij op eenvoudige en weinig invasieve wijze de alertheid van een gebruiker kan worden bekeken en bij afnemende alertheid een signaal kan worden gegeven. Daartoe wordt een signaleringsinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
15 Een signaleringsinrichting volgens de uitvinding is ingericht voor het registreren van een open of gesloten positie van ten minste één oog, althans voor beweging van een ooglid van ten minste één oog. Deze registratie vindt bij voorkeur op afstand plaats, dan wil zeggen dan geen fysiek contact bestaat tussen de inrichting en het betreffende oog, althans 20 ooglid. Wanneer wordt geconstateerd dat het betreffende oog ongewenst lang gesloten blijft, hetgeen kan worden gecontroleerd met behulp van een timer, wordt een signaal afgegeven dat de betreffende gebruiker wiens oog wordt geobserveerd dan wel zijn omgeving kan waarschuwen. Alsdan kunnen de benodigde maatregelen worden genomen, bijvoorbeeld 25 beëindiging van een taak, overname van een taak of dergelijke. Hierdoor kunnen op bijzonder eenvoudige, economische, veilige en plezierige wijze ongelukken en schade worden verhinderd.
? r\ ' Λ r'\ .0* -^a 2
In een eerste voordelige uitvoeringsvorm wordt een signaleringsinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 2.
Bij een dergelijke uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van een 5 lichtbron en een lichtsensor. Tijdens gebruik wordt door de lichtbron continu of intermitterend een lichtstraal uitgezonden, waarvan de bedoeling is dat deze door de lichtsensor wordt opgevangen, gereflecteerd door een betreffend oog, in het bijzonder oogwit. Indien het ooglid gesloten is zal de lichtstraal niet, althans onvoldoende of in een verkeerde richting worden 10 gereflecteerd, waardoor deze door de lichtsensor niet of onvoldoende wordt waargenomen. Alsdan wordt de timer gestart, welke wederom wordt gestopt of gereset wanneer het ooglid weer wordt geopend waardoor de lichtstraal door het oog, in het bijzonder het oogwit weer wordt gereflecteerd en door de lichtsensor in voldoende mate wordt opgevangen. Blijft een ooglid 15 gedurende langere tijd (ongewenst lange tijd) gesloten dan zal de timer een vooraf bepaalde tijd overschrijden en wordt het gewenste signaal afgegeven. Dit signaal kan bijvoorbeeld akoestisch, optisch of tactiel zijn.
Het verdient de voorkeur dat als lichtbron een lichtuitstralende diode (LED) of dergelijke laagvermogen lichtbron wordt toegepast, welke 20 licht uitstraalt dat onschadelijk is voor een oog, ook over relatief lange perioden. Als lichtsensor kan bijvoorbeeld een solid state lichtsensor, zoals een optische cel worden toegepast, waarbij lichtbron en lichtsensor als opto-coupler functioneren.
In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt een 25 signaleringsinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 5.
Bij een dergelijke uitvoeringsvorm wordt door afstandmeting of afstandverschilmeting vastgesteld of het oog dicht is of open, op basis waarvan een alarmsignaal kan worden gegeven indien het oog langer dan 30 gewenst gesloten blijft.
3
Bij deze uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van een camera en beeldherkenningsmiddelen voor het registreren van een geopende en/of gesloten stand dan wel oogbewegingen, althans ooglidbewegingen. Wederom zal een gesloten ooglid leiden tot start van de timer, heropenen van het 5 ooglid tot stoppen dan wel resetten van de timer. Te lang gesloten blijven van het oog, althans ooglid leidt dan weer tot het genoemde signaal. Uiteraard kunnen de camera en herkenningsmiddelen ook worden gebruikt voor het bepalen van de positie van bijvoorbeeld een oog ten opzichte van een gewenste, referentiepositie. Langdurige, relatief grote afwijkingen 10 tussen genoemde posities zal dan tot het genoemde signaal leiden. Bij voorkeur is de vooraf gekozen tijd voor de timer instelbaar.
In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een signaleringsinrichting voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 8.
Bij een dergelijke uitvoeringsvorm kunnen ten minste de 15 registratiemiddelen op of nabij een hoofd van een gebruiker worden geplaatst, zodat de werking daarvan niet wordt beïnvloed bij beweging van genoemd hoofd. Tenminste de registratiemiddelen zullen met het hoofd meebewegen. Bevestiging aan een oor biedt daarbij het voordeel dat de registratiemiddelen relatief eenvoudig nabij een ooghoek kunnen worden 20 gepositioneerd, zonder dat een gebruiker hiervan nadeel ondervindt.
In een verdere alternatieve uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 12.
Met een dergelijke signaleringsinrichting kunnen bewegingen van het hoofd worden herkend, althans posities daarvan en worden vergeleken 25 met een gewenste referentiestand, waarbij te grote en/of te langdurige afwijkingen van die referentiestand tot het eerdergenoemde signaal zullen leiden. Ook kunnen daartoe delen van het hoofd worden bekeken, bijvoorbeeld ogen, een oor of dergelijke.
/ ! n
Ulv T UlUiilg 11VV1V TW1VO WVViVaAAllg V^/ VVA1 VV f VUA^AU^UMUMMVAUg voor gebruik in voertuig, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 15.
Een dergelijke beveiligingsinrichting biedt het voordeel dat een 5 gebruiker, in het bijzonder een bestuurder van het betreffende voertuig tijdig kan worden gewaarschuwd wanneer zijn of haar alertheid onder een gewenst niveau zakt, bijvoorbeeld doordat hij of zij in slaap valt.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een voertuig, voorzien van een beveiligingsinrichting of signaleringsinrichting volgens de uitvinding.
10 De uitvinding heeft daarenboven betrekking op een werkwijze voor het registreren van alertheid van een mens, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 17.
Met een dergelijke werkwijze kan relatief eenvoudig worden bepaald of een bepaald mens voldoende alert is om een bepaalde taak uit te 15 voeren, bijvoorbeeld het besturen van een voertuig, het bedienen van machines of dergelijke. Indien die alertheid te laag is of wordt, zal een signaal worden afgegeven zodat passende maatregelen kunnen worden genomen.
De uitvinding heeft verder betrekking op het gebruik van 20 patroonherkenningsmiddelen voor het registreren van afnemende alertheid van een persoon, gekenmerkt door de maatregelen in conclusie 20.
In de verder volgconclusies zijn nadere voordelige uitvoeringsvormen gegeven van de uitvinding. Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een signaleringsinrichting, 25 beveiligingsinrichting, werkwijze en gebruik worden beschreven aan de hand van de tekening. Daarin toont:
Figuur 1 schematisch een signaleringsinrichting volgens de uitvinding bij een geopend oog; figuur 2 de signaleringsinrichting volgens figuur 1, bij gesloten oog; 5 figuur 3 een eerste alternatieve uitvoeringsvorm van een signaleringsinrichting volgens de uitvinding; figuur 4 schematisch in perspectief een signaleringsinrichting volgens de uitvinding met positioneringsmiddelen voor positionering achter 5 een oor; figuur 5 in bovenaanzicht een bril voorzien van registratiemiddelen volgens de uitvinding; figuur 6 een pet met registratiemiddelen volgens de uitvinding; en figuur 7 schematisch in zijaanzicht een bestuurderspositie van een 10 voertuig, in het bijzonder een auto met een beveiligingsinrichting volgens de uitvinding.
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers.
Figuur 1 toont schematisch een signaleringsinrichting 1 volgens de 15 uitvinding, gepositioneerd nabij een oog. In deze uitvoeringsvorm omvat de signaleringsinrichting 1 een draagarm 2 welke nabij een eerste einde 3 een lichtbron 4 en een daarnaast geplaatste lichtsensor 5 omvat. De lichtbron 4 is bijvoorbeeld een rood licht uitstralende diode (LED), de lichtsensor 5 bijvoorbeeld een foto-elektrische cel. Door of langs de draagarm 2 loopt een 20 aansluitdraad 6 waarmee de lichtbron 4 en de lichtsensor 5 met een regeleenheid 7 zijn gekoppeld. Via de regeleenheid 7 worden ten minste de lichtbron 4 en de lichtsensor 5 gevoed. In de regeleenheid 7 is een timer opgenomen welke kan worden ingeschakeld en uitgeschakeld met behulp van een van althans de lichtsensor 5 afkomstig stuursignaal, zoals nog 25 nader zal worden besproken. De lichtbron 4 en de lichtsensor 5 worden met behulp van de draagarm 2 en verdere positioneringsmiddelen (in figuur 1-3 niet getoond) zodanig aan een hoofd bevestigd dat de lichtbron 4 en de lichtsensor 5 op relatief kleine afstand van een ooghoek 8 van een oog 9 worden geplaatst. Ter vereenvoudiging zijn in de figuren 1-3 steeds het oog 30 9 en de draagarm 2 met de lichtbron 4 en lichtsensor 5 in één vlak getekend.
— * -: 6
In de praktijk zal evenwel de draagarm 2 zich bijvoorbeeld langs het hoofd vanaf een oor tot nabij genoemde ooghoek 8 uitstrekken, waarbij de lichtbron 4 en de lichtsensor 5 zodanig worden gepositioneerd dat door de lichtbron 4 een lichtstraal 10 ongeveer horizontaal, althans ongeveer haaks 5 op het oog 9 nabij genoemde ooghoek wordt gericht en daardqor kan worden gereflecteerd, zodanig dat bij geopend oog, zoals getoond in figuur 1, de lichtstraal 10, gereflecteerd door het oogwit 11 van de betreffende ooghoek 8 kan worden geflecteerd en door de lichtsensor 5 kan worden opgevangen. Op het doel hiervan wordt nog nader teruggekomen.
10 Aan de regeleenheid 7 is een instelinrichting 12 gekoppeld, welke is verbonden met een signaalbron 13, bijvoorbeeld een luidspreker met toongenerator. Met de instelmiddelen 12 kan een vooraf gekozen tijd worden ingesteld voor de timer in de regeleenheid 7, bijvoorbeeld tussen enkele tienden van seconden en enkele seconden.
15 In figuur 2 is de signaleringsinrichting 2 volgens figuur 1 nogmaals getoond, in dezelfde positie, waarbij echter het oog 9 is gesloten door het ooglid 14. Een door de lichtbron 4 uitgezonden lichtstraal 10 wordt door het ooglid 14 niet, althans onvoldoende gericht gereflecteerd, maar wordt verspreid, zoals aangegeven door de pijltjes 15. Door de lichtsensor 5 wordt 20 de lichtstraal 10 niet, althans in onvoldoende mate waargenomen. Hiermee kan derhalve met behulp van de lichtbron 4 en de lichtsensor 5 worden vastgesteld of het oog 9 open is, zoals getoond in figuur 1 of gesloten is, zoals getoond in figuur 2. Een signaleringsinrichting 1 volgens figuren 1 en 2 kan als volgt worden gebruikt.
25 De signaleringsinrichting 1 wordt als eerder beschreven geplaatst, bevestigd aan een hoofd, waarna de timer van de regeleenheid 7 op nul wordt gereset en de lichtbron 4 wordt in geschakeld. Zolang het oog 9 open is wordt door de lichtsensor 5 de lichtstraal 10, welke continu of intermitterend kan worden uitgezonden, waargenomen. Door de lichtsensor 30 wordt een signaal afgegeven aan de regeleenheid 7, waardoor de timer op < A · "» '' 7 nul wordt gehouden. Wordt het ooglid 14 gesloten, zoals getoond in figuur 2, dan wordt de lichtstraal 10 door de lichtsensor 5 niet meer waargenomen en wordt door de lichtsensor 5 een signaal afgegeven aan de timer, welke daardoor wordt gestart. Zolang het ooglid 14 gesloten blijft loopt de timer 5 door. Indien de door de timer geregistreerde tijd (de tijd dat het ooglid 14 onafgebroken gesloten blijft) de met behulp van de instelmiddelen 12 ingestelde tijd overschrijdt, wordt door de regeleenheid 7 de signaalbron 13 aangestuurd, waardoor een alarmsignaal zal klinken, symbolisch weergegeven door de lijnen 16. Wordt echter het ooglid 14 opgetrokken 10 voordat de door de timer geregistreerde tijd de vooraf ingestelde tijd overschrijdt, waardoor de lichtstraal 10 door het oogwit 11 wederom wordt gereflecteerd en door de lichtsensor 5 wordt opgevangen dan wordt de timer in de regeleenheid 7 wederom op nul gereset en zal geen alarmsignaal 16 worden afgegeven. Dit betekent dat bijvoorbeeld knipperen met de oogleden 15 weliswaar door de signaleringsinrichting 1 zal kunnen worden geregistreerd, doch dat hierdoor geen alarmsignaal 16 zal worden afgegeven. Blijven de oogleden 14 echter relatief lang, bijvoorbeeld enkele tienden van seconden of meer gesloten dan zal de signaleringsinrichting 1 dit op bovengenoemde wijze herkennen en een alarmsignaal afgeven 20 teneinde de gebruiker en/of zijn omgeving te alarmeren, althans op het gesloten blijven te wijzen. Hierdoor kunnen ongelukken en fouten worden vermeden. Bij plaatsing van de signaleringsinrichting 1 zal deze eenvoudig kunnen worden ingesteld. Immers, wanneer de lichtbron niet juist is gericht zal deze nagenoeg direct een alarmsignaal afgeven. Pas wanneer de 25 lichtbron, althans de signaleringsinrichting 1 juist is ingesteld zal van een alarmsignaal 16 geen sprake zijn, tenzij het ooglid 14 te lang gesloten blijft.
In een alternatieve uitvoeringsvorm, welke qua opbouw gelijk is aan die als getoond in figuren 1 en 2, waarbij evenwel een andere lichtbron 4 en lichtsensor 5 zijn toegepast, althans de daarmee verkregen signalen 30 anders worden geïnterpreteerd. Bij deze uitvoeringsvorm zijn de lichtbron 4 1 Π ' ' + -j h
WU UV XXV/XJ. 1/UVilljUl u MAVgVTVVlU fiUUCUUg UUU UUUAUAW UV UAOVUAAVI VUV AlV V
oogwit 11, althans de oogbol, als getoond in figuur 1 en/of tot het ooglid 14, als getoond in figuur 2 kan worden gemeten. Uit deze afstand of afstanden en/of uit het verschil daartussen kan door de regeleenheid 7 worden bepaald 5 of het oog open of dicht is. Zodra het oog wordt gesloten gaat tijdens gebruik weer, als hiervoor beschreven de timer ingesteld en bij overschrijding van een limiet wordt een alarmsignaal gegeven.
In figuur 3 is een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een signaleringsinrichting 1 volgens de uitvinding getoond, wederom voorzien 10 van een draagarm 2, welke in deze uitvoeringsvorm nabij het eerste einde 3 echter is voorzien van een camera 20 als registratiemiddel, welke camera 20 is gericht op het oog 9. De camera 20 is via de aansluitdraad 6 verbonden met patroonherkenningsmiddelen 21, gekoppeld aan de regeleenheid 7, welke wederom een timer omvat. De regeleenheid 7 is verbonden met een 15 signaalbron 13, in deze uitvoeringsvorm bijvoorbeeld een vibrator die met een vibrerende arm 13A tegen een lichaamsdeel kan worden geplaatst. Uiteraard kunnen ook andere signaalbronnen bij elk van de uitvoeringsvormen volgens de uitvinding worden toegepast, ook in gecombineerde vorm. Instelmiddelen 12 zijn wederom verbonden met de 20 regeleenheid 7 voor het instellen van ten minste de vooraf gekozen tijd. De patroonherkenningsmiddelen 21 zijn ingericht voor het vergelijken van een actueel met de camera 20 opgenomen beeld van het oog 9 met een vooraf als referentie ingevoerd beeld van een (geopend) oog, bijvoorbeeld door direct na plaatsing van de signaleringsinrichting 1 met de camera 20 een afbeelding 25 van een geopend oog 9 in de patroonherkenningsmiddelen 21 op te nemen en vast te leggen als referentiebeeld. Tijdens gebruik worden met de camera 20 continu of periodiek afbeeldingen van het oog 9 genomen en vergeleken met genoemd referentiebeeld. Indien dit in ongewenste mate afwijkt, bijvoorbeeld omdat het ooglid 14 geheel of grotendeels gesloten is waardoor 30 bijvoorbeeld de pupil 9A van het oog 9 niet meer zichtbaar is, wordt de t 4 9 timer gestart. Zodra het oog 9 wederom voldoende open is en een afbeelding daarvan wederom voldoende overeenstemt met het referentiebeeld wordt de timer gestopt. Echter, indien de afwijking van het referentiebeeld langer duurt dan de vooraf ingestelde tijd zal de timer genoemde tijd overschrijden 5 en wordt de signaalbron 13 aangestuurd teneinde de gebruiker en/ofzijn omgeving te waarschuwen. De camera 20 kan op elke geschikte wijze zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld als digitale camera, als DCC-camera, als analoge camera of dergelijke. In principe is voldoende dat slechts een gedeelte van het oog 9 met de camera 20 wordt bekeken, bijvoorbeeld oogwit in een 10 ooghoek, de pupil 9A of een ander deel. Ook kan de camera 20 zodanig zijn ingesteld dat bewegingen van het ooglid 14 en/of het oog 9 worden geregistreerd en worden vergeleken met een referentiepatroon van beweging opgenomen in de patroonherkenningsmiddelen 21. Gebruik van een camera 20 heeft als voordeel dat de camera geen straling op het oog 15 richt. Een uitvoeringsvorm volgens figuren 1 en 2 heeft evenwel het voordeel dat deze uitvoeringsvorm relatief eenvoudig is.
In figuur 4 is schematisch in perspectivisch aanzicht een signaleringsinrichting 1 volgens de uitvinding getoond, in het bijzonder volgens figuur 3, waarbij positioneringsmiddelen in de vorm van een op 20 zichzelf bekende oorklem 22 zijn voorzien, welke met een tweede einde 23 van de draagarm 2 zijn verbonden. Aan het eerste einde 3 van de draagarm 2 is wederom een camera 20 bevestigd. De oorklem 22 kan rond een oor worden geklemd, waarbij een aansluitdraad 6 zich vanaf nabij een vrij einde van de oorklem 22 uitstrekt en is verbonden met de regeleenheid 7, 25 symbolisch weergegeven door een kubus. Met de regeleenheid 7 is een luidspreker 13 verbonden als signaalbron en een aanstekerplug 24 waardoor de registratieinrichting 1 kan worden gevoed via een sigarettenaanstekeraansluiting van een voertuig. Uiteraard zijn ook andere middelen voor voeding mogelijk, bijvoorbeeld batterijen of directe koppeling 30 aan een accu. De draagarm 2 is bij voorkeur enigszins vervormbaar, zodanig - : * - /Λ 10 dat de camera 20 steeds goed kan worden gepositioneerd. Het zal duidelijk zijn dat een inrichting 1 volgens figuren 1 en 2 op dezelfde of vergelijkbare wijze kan worden uitgevoerd.
In figuur 5 zijn alternatieve positioneringsmiddelen getoond, in de 5 vorm van een bril 25. De bril 25 is in bovenaanzicht getoond en heeft twee veren 26 en twee glazen 27, opgenomen in een montuur 28. Het montuur 28 is in scharnieren 29 verbonden met de veren 26, zodanig dat de bril 25 kan worden opgevouwen. Nabij één der scharnieren 29 is op het montuur 28 een lichtbron 4 geplaatst, naast een lichtsensor 5. De lichtbron 4 en lichtsensor 10 5 zijn vergelijkbaar met die als getoond in figuren 1 en 2. Een aansluitdraad 6 strekt zich vanaf de lichtbron 4 en lichtsensor 5 uit, langs of door de veer 26 tot bij het vrije einde 30 van de betreffende veer, vanaf waar het aansluitsnoer 6 zich uitstrekt tot bij regeleenheid 7 (niet getoond). De werking van deze uitvoeringsvorm is gelijk, althans vergelijkbaar met die 15 als getoond in figuren 1 en 2. Uiteraard kan op dezelfde wijze een camera 20 worden gedragen.
In figuur 6 is een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een signaleringsinrichting 1 volgens de uitvinding getoond, in de vorm van een hoofddeksel, in het bijzonder een pet 31 met klep 32, waarbij nabij één der 20 hoeken van de klep 32 een draagarm 2 is voorzien waarop een camera 20 wordt gedragen. De camera 20 kan met een aansluitsnoer 6 worden verbonden met een regeleenheid 7 (niet getoond). Uiteraard kan een hoofddeksel ook anders worden uitgevoerd, bijvoorbeeld als zonneklep, hoed of dergelijke. Ook kunnen aan weerszijden camera's zijn aangebracht, 25 terwijl op vergelijkbare wijze een hoofddeksel kan worden uitgerust met een lichtbron 4 en lichtsensor 5.
Het zal duidelijk zijn dat de lichtbron 4 en de lichtsensor 5 ook anders kunnen zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld een laagvermogen laser als lichtbron, terwijl de lichtbron 4 en lichtsensor 5 ook in één behuizing 30 kunnen zijn opgenomen. In plaats van de getoonde posities van de camera 11 20 kan ook worden gekozen voor bijvoorbeeld een glasvezeldraad die met een vrij einde nabij bijvoorbeeld een ooghoek wordt geplaatst, waarbij het opgenomen beeld wordt doorgegeven aan een nabij de tegenovergelegen zijden geplaatste camera. Dit betekent dat het volume van de inrichting 5 nabij de ooghoek 8 nog kleiner is en derhalve de gebruiker nog minder zal hinderen.
In figuur 7 is een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een signaleringsinrichting 1 volgens de uitvinding getoond, in een voertuig 40.
In deze uitvoeringsvorm is het voertuig 40 een auto en is de 10 signaleringsinrichting 1 gepositioneerd nabij de bestuurdersplaats. Figuur 7 toont schematisch in zijaanzicht een stoel 41, een dashboard 42 met stuur 43, een voorruit 44 en een dak 45. Nabij de overgang tussen de voorruit 44 en het dak 45 is een eerste camera 20 geplaatst, gericht op een positie waar tijdens normaal gebruik het hoofd 46 van een bestuurder (schematisch door 15 een cirkel weergegeven) zich bevindt. Op het dashboard 42 is een tweede camera 20 geplaatst, eveneens gericht op de bestuurder. Eventueel kan ook met één camera worden volstaan of kunnen nog meer camera's 20 worden voorzien. Meerdere camera’s bieden het voordeel dat steeds tenminste één camera het gewenste beeld kan waarnemen. De of elke camera 20 is 20 verbonden met een regeleenheid 7 die is voorzien van een signaalbron 13 in de vorm van een luidspreker. Bovendien is een vibrator 47 in de vorm van een vibrerende mat geplaatst op de stoel 41, bijvoorbeeld in de overgang tussen de zitting 48 en de rugleuning 49. Patroonherkenningsmiddelen 21 zijn gekoppeld met de regeleenheid 7. Een signaleringsinrichting 1 in deze 25 uitvoeringsvorm kan als volgt worden gebruikt.
Een bestuurder neemt plaats op de stoel 41, zodanig dat de of elke camera 20 op zijn of haar hoofd 46 is gericht. Eventueel kan de of elke camera daartoe op een beweegbare steun zijn gemonteerd, welke bijvoorbeeld kan zijn gekoppeld met geheugenmiddelen van een elektrisch 30 instelbare stoel, zodanig dat steeds wanneer de gebruiker de stoel in een 12 (voorkeurs)stand instelt de of elke camera 20 automatisch op zijn of haar hoofd 46 wordt gericht. Vervolgens wordt met behulp van ten minste één camera 20 een referentiebeeld in de patroonherkenningsmiddelen 21 opgenomen. Vervolgens worden met de of elke camera 20 steeds 5 afbeeldingen van het hoofd 46 van de bestuurder genomen, welke worden vergeleken met het referentiebeeld. Bij afwijking met het referentiebeeld wordt wederom een timer in de regeleenheid 7 gestart. Overschrijdt de timer een vooraf ingestelde tijd, doordat het hoofd 46 niet voldoende snel in de gewenste positie wordt teruggebracht dan wordt met behulp van de 10 regeleenheid 7 de signaalbron 13 aangestuurd voor het afgeven van een alarmsignaal en/of de vibrator 47 aangestuurd voor het tactiel waarschuwen van de bestuurder. Wordt het hoofd 46 wel tijdig teruggebracht in of nabij de referentiestand dan wordt de timer gestopt en gereset en begint een nieuwe cyclus.
15 De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekeningen getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
Zo kunnen de in de verschillende uitvoeringsvoorbeelden getoonde registratiemiddelen zoals camera's, lichtbronnen en lichtsensoren worden 20 gecombineerd met de verschillende getoonde en beschreven positioneringsmiddelen, patroonherkenningsmiddelen en worden toegepast in bijvoorbeeld voertuigen zoals auto's, bussen, vrachtauto's en dergelijke. Maar bijvoorbeeld ook voor personen die bestuurings- of bewakingsfuncties uitoefenen en dergelijke. Allerlei andere positioneringsmiddelen kunnen 25 worden toegepast voor bevestiging van een signaleringsinrichting volgens de uitvinding, bijvoorbeeld voor bevestiging aan kleding of aan artefacten in de omgeving van een gebruiker. De registratiemiddelen kunnen ook op andere posities worden aangebracht, bijvoorbeeld gericht op een midden van een oog. Voorts kunnen andere lichtbronnen en/of lichtsensoren worden 30 toegepast, terwijl ook andere stralingsbronnen en bijbehorende ontvangers 13 kunnen worden toegepast zolang deze door een oog kunnen worden gereflecteerd, waarbij uit de reflectie en/of het reflectiepatroon een onderscheid kan worden geconstateerd tussen een positie waarbij een ooglid van het betreffende oog is geopend en die waarbij het ooglid is gesloten. De 5 tijd tussen het constateren van de ongewenste positie van het oog, hoofd of dergelijke en het afgeven van een alarmsignaal is bij voorkeur als aangegeven instelbaar, doch kan ook in de regeleenheid zijn vastgelegd. Patroonherkenningsmiddelen voor gebruik binnen de uitvinding kunnen individualiseerbaar zijn waarbij steeds opnieuw een referentiebeeld wordt 10 vastgelegd, doch kunnen ook zijn voorzien van een relatief vast referentiebeeld, bijvoorbeeld een beeld van een gemiddeld oogwit of zijn ingesteld op een gemiddelde knipperfrequentie van oogleden. Uiteraard kunnen de registratiemiddelen ook draadloos met de regelmiddelen zijn verbonden.
15 Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.
i ;'i y Ί 7- M o

Claims (20)

1. Signaleringsinrichting, voorzien van registratiemiddelen voor het registreren van een open of gesloten positie van ten minste één oog, signaleringsmiddelen en een timer, waarbij tijdens gebruik met behulp van de registratiemiddelen wordt geregistreerd of een oog gesloten is en 5 wanneer het oog gesloten is de timer wordt gestart, waarna bij overschrijding van een vooraf gekozen tijd door de timer een signaal wordt afgegeven door de signaleringsmiddelen.
2. Signaleringsinrichting volgens conclusie 1, waarbij de signaleringsmiddelen een lichtbron en een lichtsensor omvatten, waarbij 10 tijdens gebruik de lichtbron op een oog wordt gericht, zodanig dat bij geopend oog het licht wordt gereflecteerd en door de lichtsensor wordt op gevangen, waarbij de timer wordt gestart wanneer door de lichtsensor het licht van de lichtbron niet wordt op gevangen en wordt gestopt, althans wordt gereset wanneer wederom licht van de lichtbron door de lichtsensor 15 wordt opgevangen.
3. Signaleringsinrichting volgens conclusie 2, waarbij de lichtbron een licht uitstralende diode (LED) omvat, bij voorkeur voor in hoofdzaak monochroom licht.
4. Signaleringsinrichting volgens conclusie 2, waarbij de lichtbron 20 een laag vermogen laser is.
5. Signaleringsinrichting volgens conclusie 1, waarbij de signaleringsmiddelen een lichtbron en een lichtsensor omvatten, waarbij tijdens gebruik de lichtbron op een oog wordt gericht en de afstand wordt gemeten tot de oogbol bij geopend ooglid en/of tot het ooglid bij gesloten 25 ooglid, waarbij verandering van genoemde, gemeten afstand, genoemde timer wordt gestart respectievelijk wordt gestopt.
6. Signaleringsinrichting volgens conclusie 1, waarbij de registratiemiddelen een camera omvatten, gekoppeld met beeldherkenningsmiddelen.
7. Signaleringsinrichting volgens conclusie 6, waarbij de 5 beeldherkenningsmiddelen zijn ingericht voor het herkennen van een geopend en/of een gesloten oog dan wel een beweging van een ooglid.
8. Signaleringsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de timer, althans de vooraf gekozen tijd instelbaar is.
9. Signaleringsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, 10 waarbij positioneringsmiddelen zijn voorzien voor positionering van de signaleringsinrichting op of nabij een hoofd van een gebruiker.
10. Signaleringsinrichting volgens conclusie 9, waarbij de positioneringsmiddelen bevestigingsmiddelen omvatten voor bevestiging aan een oor.
11. Signaleringsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij positioneringsmiddelen zijn voorzien voor plaatsing van althans een deel van de ignaleringsinrichting in een voertuig.
12. Signaleringsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de registratiemiddelen een camera omvatten, gekoppeld aan 20 patroonherkenningsmiddelen voor herkenning van de stand van althans een deel van een hoofd, welke patroonherkenningsmiddelen zijn ingericht voor het vergelijken van de stand van een hoofd met een vooraf ingestelde gewenste stand van het hoofd, waarbij bij afwijking van de stand van het hoofd van de gewenste stand van het hoofd de timer wordt gestart en bij 25 overschrijding van een vooraf gekozen tijd door de timer wordt aangenomen dat de ogen van het betreffende hoofd gesloten zijn en een signaal wordt afgegeven door de signaleringsmiddelen.
13. Signaleringsinrichting volgens conclusie 12, waarbij de patroonherkenningsmiddelen zijn ingericht voor herkennen van ten minste de positie en/of de stand van ten minste één der ogen van het hoofd als indicatie voor de stand van het hoofd.
14. Signaleringsinrichting volgens conclusie 12, waarbij de patroonherkenningsmiddelen zijn ingericht voor herkennen van ten minste 5 de positie en/of de stand van ten minste één der oren van het hoofd als indicatie voor de stand van het hoofd.
15. Beveiligingsinrichting voor gebruik in een voertuig voor het registreren van afnemende alertheid van een bestuurder, omvattende een signaleringsinrichting volgens een der voorgaande conclusie, waarbij de 10 signaleringsmiddelen zijn ingericht voor het waarschuwen van de bestuurder bij afgenomen alertheid, in het bijzonder bij in slaap vallen.
16. Voertuig, voorzien van een beveiligingsinrichting volgens conclusie 14 of een signaleringsinrichting volgens een der conclusies 1 -14.
17. Werkwijze voor het registreren van alertheid van een mens, 15 waarbij van ten minste een deel van het lichaam van de bestuurder de stand en/of het functioneren wordt geregistreerd, waarbij bij afwijking van die stand en/of het functioneren van het betreffende deel van een gewenste stand en/of functioneren gedurende een vooraf bepaalde tijd een signaal wordt afgegeven.
18. Werkwijze volgens conclusie 17, waarbij de stand en/of het functioneren van ten minste een oog of ooglid worden geregistreerd.
19. Werkwijze volgens conclusie 17, waarbij de stand van ten minste een deel van het hoofd wordt geregistreerd.
20. Gebruik van patroonherkenningsmiddelen voor het registreren van 25 afnemende alertheid van een persoon, in het bijzonder van een bestuurder of passagier van een voertuig. ‘ ' P
NL1021496A 2002-09-19 2002-09-19 Signaleringsinrichting en werkwijze voor het monitoren van alertheid van personen. NL1021496C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021496A NL1021496C2 (nl) 2002-09-19 2002-09-19 Signaleringsinrichting en werkwijze voor het monitoren van alertheid van personen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021496 2002-09-19
NL1021496A NL1021496C2 (nl) 2002-09-19 2002-09-19 Signaleringsinrichting en werkwijze voor het monitoren van alertheid van personen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1021496C2 true NL1021496C2 (nl) 2004-03-22

Family

ID=32322493

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1021496A NL1021496C2 (nl) 2002-09-19 2002-09-19 Signaleringsinrichting en werkwijze voor het monitoren van alertheid van personen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1021496C2 (nl)

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8885877B2 (en) 2011-05-20 2014-11-11 Eyefluence, Inc. Systems and methods for identifying gaze tracking scene reference locations
US8890946B2 (en) 2010-03-01 2014-11-18 Eyefluence, Inc. Systems and methods for spatially controlled scene illumination
US8911087B2 (en) 2011-05-20 2014-12-16 Eyefluence, Inc. Systems and methods for measuring reactions of head, eyes, eyelids and pupils
US8929589B2 (en) 2011-11-07 2015-01-06 Eyefluence, Inc. Systems and methods for high-resolution gaze tracking
US10039445B1 (en) 2004-04-01 2018-08-07 Google Llc Biosensors, communicators, and controllers monitoring eye movement and methods for using them

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2410996A1 (de) * 1973-03-20 1974-09-26 Mitchel Litman Ueberwachungsvorrichtung
US5706072A (en) * 1995-02-02 1998-01-06 Nidek Company, Ltd. Ophthalmic measuring apparatus
US5795306A (en) * 1994-03-10 1998-08-18 Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha Bodily state detection apparatus
FR2784887A1 (fr) * 1998-10-22 2000-04-28 Renault Systeme pour surveiller des yeux afin de detecter et de prevenir des baisses de vigilance d'un conducteur de vehicule
WO2000044580A1 (en) * 1999-01-27 2000-08-03 Compumedics Sleep Pty. Ltd. Vigilance monitoring system
FR2794354A1 (fr) * 1999-06-01 2000-12-08 Thomson Csf Procede et dispositif de controle de vigilance
US6346887B1 (en) * 1999-09-14 2002-02-12 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy Eye activity monitor

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2410996A1 (de) * 1973-03-20 1974-09-26 Mitchel Litman Ueberwachungsvorrichtung
US5795306A (en) * 1994-03-10 1998-08-18 Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha Bodily state detection apparatus
US5706072A (en) * 1995-02-02 1998-01-06 Nidek Company, Ltd. Ophthalmic measuring apparatus
FR2784887A1 (fr) * 1998-10-22 2000-04-28 Renault Systeme pour surveiller des yeux afin de detecter et de prevenir des baisses de vigilance d'un conducteur de vehicule
WO2000044580A1 (en) * 1999-01-27 2000-08-03 Compumedics Sleep Pty. Ltd. Vigilance monitoring system
FR2794354A1 (fr) * 1999-06-01 2000-12-08 Thomson Csf Procede et dispositif de controle de vigilance
US6346887B1 (en) * 1999-09-14 2002-02-12 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy Eye activity monitor

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US10039445B1 (en) 2004-04-01 2018-08-07 Google Llc Biosensors, communicators, and controllers monitoring eye movement and methods for using them
US8890946B2 (en) 2010-03-01 2014-11-18 Eyefluence, Inc. Systems and methods for spatially controlled scene illumination
US8885877B2 (en) 2011-05-20 2014-11-11 Eyefluence, Inc. Systems and methods for identifying gaze tracking scene reference locations
US8911087B2 (en) 2011-05-20 2014-12-16 Eyefluence, Inc. Systems and methods for measuring reactions of head, eyes, eyelids and pupils
US8929589B2 (en) 2011-11-07 2015-01-06 Eyefluence, Inc. Systems and methods for high-resolution gaze tracking

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6920234B1 (en) Method and device for monitoring the interior and surrounding area of a vehicle
US7347551B2 (en) Optical system for monitoring eye movement
US7553021B2 (en) Optical system for monitoring eye movement
JP2007522003A (ja) 車中のドライバの運転能力を測定するための装置
US6087941A (en) Warning device for alerting a person falling asleep
US8314707B2 (en) Eye closure detection using structured illumination
US5469143A (en) Sleep awakening device for drivers of motor vehicles
US7868770B2 (en) Warning device for drivers and the like
US5353013A (en) Vehicle operator sleep alarm
US7551987B2 (en) Illuminating apparatus, image capturing apparatus, and monitoring apparatus, for vehicle driver
US20150379362A1 (en) Imaging device based occupant monitoring system supporting multiple functions
US5745038A (en) Awakening alarm for motor vehicle operators
WO2007092512A2 (en) Driver drowsiness and distraction monitor
US7126485B2 (en) Sleep prevention device while driving
US20140088667A1 (en) Anti-sleep glasses
NL1021496C2 (nl) Signaleringsinrichting en werkwijze voor het monitoren van alertheid van personen.
US6559770B1 (en) Eyelash activated drowsy alarm
CN112133059A (zh) 驾驶管控系统
WO2002025615A1 (en) Alerting device
GB2385451A (en) Monitoring drowsiness
WO2006011870A1 (en) Optical system for monitoring eye movement
KR20190062061A (ko) 졸음 방지 안경
WO2020231279A1 (en) Eyelid movement monitoring device and method of monitoring eyelid movement
KR102072910B1 (ko) 졸음 인식 장치를 이용한 졸음 인식 방법
KR20200007158A (ko) 졸음운전방지장치 및 졸음운전방지시스템

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070401