NL1021386C1 - Oscillating tubular motor, especially hydrogen engine for vehicle, has combustion air supplied via cooling mantle, heat exchanger in exhaust gas flow and partition beam channels - Google Patents
Oscillating tubular motor, especially hydrogen engine for vehicle, has combustion air supplied via cooling mantle, heat exchanger in exhaust gas flow and partition beam channels Download PDFInfo
- Publication number
- NL1021386C1 NL1021386C1 NL1021386A NL1021386A NL1021386C1 NL 1021386 C1 NL1021386 C1 NL 1021386C1 NL 1021386 A NL1021386 A NL 1021386A NL 1021386 A NL1021386 A NL 1021386A NL 1021386 C1 NL1021386 C1 NL 1021386C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- tubular motor
- air
- oscillating
- oscillating tubular
- heat exchanger
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F02—COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
- F02B—INTERNAL-COMBUSTION PISTON ENGINES; COMBUSTION ENGINES IN GENERAL
- F02B53/00—Internal-combustion aspects of rotary-piston or oscillating-piston engines
- F02B53/02—Methods of operating
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02T—CLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO TRANSPORTATION
- Y02T10/00—Road transport of goods or passengers
- Y02T10/10—Internal combustion engine [ICE] based vehicles
- Y02T10/12—Improving ICE efficiencies
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Output Control And Ontrol Of Special Type Engine (AREA)
Abstract
Description
]]
Oscillerende buismotor.Oscillating tubular motor.
De uitvinding heeft betrekking op een verbrandingsmotor waarbij het in dwarsdoorsnede wigvormige verdringer-element in de cilinder, ten opzichte 5 van haar lengteas, een slingerende beweging uitvoert. Deze beweging wordt begrend door in de cilinder gemonteerde, eveneens in doorsnede wigvormige balk waarin zich de kanalen bevinden voor de brandstoftoevoer. Na initiatie van de explosie wordt het verdringerelement verplaatst naar de andere zijde van de balk, terwijl onderweg, via sleufvormige poorten, de 10 uitlaatgassen, casu quo dampen, kunnen ontsnappen. Aan het einde van de slag staan de poorten voor de geforceerde luchttoevoer open en na een korte verplaatsing (na-ontsteking) wordt de brandstof toegevoerd en volgt opnieuw een explosie, geïnitieerd door een vonk of door spontane ( ontbranding in een voorverbrandingskamer. Het een en ander is afhankelijk ! 15 van de compressie en de gebruikte brandstof. De arbeidsslag is bepaald door de booglengte tussen de inlaat- en de uitlaatpoorten. In de praktijk zal dit neerkomen op een hoekverdraaiing van circa 90 graden. Het verdringerelement is inmiddels aangekomen aan de andere zijde van de wigvormige balk, verandert van richting en na een geringe hoekverdraaiing 20 vindt in omgekeerde richting plaats wat boven is omschreven. Over een hoek van ongeveer 20 graden vanaf de balk vindt compressie plaats, doch de verhitte, voorgecomprimeerde lucht die via de inlaatpoorten wordt aangevoerd is maatgevend voor de druk waarbij de explosie geïnitieerd wordt. De oscillerende buismotor is een dubbel werkende, tweetact motor en 25 dat impliceert dat per cyclus ongeveer de helft van de cilinderinhoud benut wordt voor de werkslagen. Evenals bij een conventionele motor geven meerdere samenwerkende cilinders een rustiger loop. In het gegeven voorbeeld is uitgegaan van vier cilinders, gesynchroniseerd en gefaseerd door een hydraulisch systeem waarbij de oliepomp is gemonteerd op de as 30 van de cilinder, terwijl de luchtpomp voor de geforceerde toevoer van hete 1021386 2 lucht zich eveneens op de motoras bevindt, dat wil zeggen per cilinder. De fase verschuiving van de verschillende cilinders kan op deze wijze nauwkeurig geregeld worden zonder gebruikmaking van een krukasmechanisme. Het ligt derhalve voor de hand om te kiezen voor een 5 hydraulische aandrijving op de wielen. Daarmee komen de voor een conventionele automobiel noodzakelijke onderdelen zoals koppeling, versnellingsbak, cardankoppelingen, cardanas, differentieel en remmen te vervallen. De cilinders worden voorzien van half bolvormige fronten waardoor de holle, van een verdeelschot voorziene assen zijn gestoken. Elke 10 as aan de ene zijde uitgerust met een spoelluchtpomp en aan de andere zijde met een oliepomp. Deze oliepompen voeren, na gelijkrichting, de olie naar de eigenlijke, direct op de wielen gemonteerde standaard hydromotoren. De afdichtingstrippen lopen door tot op de holle as waardoor er, in tegenstelling tot de Wankelmotor, geen zogenaamde “dode hoeken” ontstaan. De 15 buismotor volgens de vinding leent zich in het bijzonder voor de verbranding van waterstof, maar ook biogas en alcohol kunnen als brandstof dienen. Het moge duidelijk zijn dat de motor volgens de vinding een aantal specifieke voordelen heelt ten opzicht van andere motoren. Zo wordt het verdringerelement niet scheef belast zoals dat bij een zuigermotor het geval 20 is. Ook is er geen sprake van aanzienlijke dilatatieverschillen. Dit, opgeteld bij de eerder genoemde voordelen ten opzichte van conventionele verbrandingsmotoren maakt toepassing in combinatie met waterstof aantrekkelijk. Om de bij verbranding van waterstof grote vrijkomende warmtehoeveelheden zo veel mogelijk te benutten, wordt rondom de 25 cilinders een mantel aangebracht waardoor de buitellucht geleid wordt alvorens te worden toegevoerd aan de verbrandingsruimte tussen verdringerelement en balk. In dat opzicht kan de oscillerende buismotor als een semi-heteluchtmotor beschouwd worden. Ook de nog in de uitlaatgassen aanwezige warmte wordt middels een warmte-uitwisselaar benut. De 30 vinding zal worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekeningen, waarbij: 1021386 3 FIG. 1 de opstelling met olie- en luchtpomp geeft, F1G. 2 een dwarsdoorsnede toont over de eigenlijke buismotor, FIG. 3 idem in lengtedoorsnede F1G. 4 geeft een dwarsdoorsnede over de vier onderling hydraulisch 5 gekoppelde cilinders, F1G. 5 is een schema van de in fase verschoven verdringer-elementen en het na gelijkrichting afgeven aan de hydrometer.The invention relates to a combustion engine in which the wedge-shaped displacer element in cross-section performs a winding movement in the cylinder relative to its longitudinal axis. This movement is limited by a beam mounted in the cylinder, also in cross-section wedge-shaped beam in which the channels for the fuel supply are located. After initiation of the explosion, the displacer element is displaced to the other side of the beam, while the exhaust gases, or vapors, can escape via slotted gates. At the end of the stroke the gates for the forced air supply are open and after a short displacement (post-ignition) the fuel is supplied and another explosion follows, initiated by a spark or by spontaneous (ignition in a pre-combustion chamber). the other is dependent on the compression and the fuel used.The work stroke is determined by the arc length between the inlet and outlet ports, which in practice will amount to an angular displacement of approximately 90 degrees. side of the wedge-shaped beam, changes direction and after a slight angular displacement 20 takes place in the reverse direction as described above, compression takes place over an angle of about 20 degrees from the beam, but the heated, pre-compressed air which is supplied via the inlet ports supplied is decisive for the pressure at which the explosion is initiated.The oscillating tubular motor is a double we recognizing, two-stroke engine and 25 implying that about half of the cylinder capacity per cycle is used for the work strokes. As with a conventional engine, several co-operating cylinders give a quieter run. The example given is based on four cylinders, synchronized and phased by a hydraulic system in which the oil pump is mounted on the shaft 30 of the cylinder, while the air pump for the forced supply of hot 1021386 2 air is also located on the motor shaft, which ie per cylinder. The phase shift of the various cylinders can be precisely controlled in this way without using a crankshaft mechanism. It is therefore obvious to opt for a hydraulic drive on the wheels. This eliminates the parts required for a conventional automobile such as clutch, gearbox, universal joints, universal joints, differentials and brakes. The cylinders are provided with semi-spherical fronts through which the hollow shafts provided with a partition are inserted. Every 10 axis equipped with a purge air pump on one side and with an oil pump on the other side. After rectification, these oil pumps transport the oil to the actual standard hydromotors mounted directly on the wheels. The sealing strips extend all the way to the hollow shaft, so that, in contrast to the Wankel motor, no so-called "blind spots" are created. The tubular motor according to the invention lends itself in particular to the combustion of hydrogen, but biogas and alcohol can also serve as fuel. It will be clear that, according to the invention, the motor has a number of specific advantages over other motors. The displacer element is thus not skewed, as is the case with a piston engine. There are also no significant dilatation differences. This, added to the aforementioned advantages over conventional combustion engines, makes use in combination with hydrogen attractive. In order to utilize as much as possible the large quantities of heat released during the combustion of hydrogen, a jacket is provided around the cylinders through which the outside air is guided before being supplied to the combustion space between displacer element and beam. In that respect, the oscillating tubular motor can be considered as a semi-hot air motor. The heat still present in the exhaust gases is also utilized by means of a heat exchanger. The invention will be elucidated on the basis of an exemplary embodiment with the aid of the drawings, wherein: 1021386 FIG. 1 shows the arrangement with oil and air pump, F1G. 2 shows a cross section through the actual tubular motor, FIG. 3 idem in length section F1G. 4 shows a cross section through the four mutually hydraulically coupled cylinders, F1G. 5 is a diagram of the phase-displaced displacer elements and the rectifier delivery to the hydrometer.
FIG. 6 laat een blokschema van het luchtcirculatiesysteem zien.FIG. 6 shows a block diagram of the air circulation system.
Het verdringerelement 1 - in Fig. 2 in de stand waarin door de inlaatpoort 2 10 geforceerde luchttoevoer plaats vindt, aangeduid met de “beginstand” - is over haar volle lengte en over de halfcirkelvormige uiteinde 3 voorzien van tenminste een afdichtingstrip 4 welke doorloopt tot dicht aan de stilstaande holle as 5, teneinde lekkage tot een minimum te beperken. Ook de afdichtingstrip 6 tussen de scheidingsbalk 7 en de skirt 8 (het cilindrisch 15 deel van het verdringerelement 1) kan uit meerdere strippen bestaan.The displacement element 1 - in FIG. 2 in the position in which forced air is supplied through the inlet port 2, indicated by the "initial position" - is provided over its full length and over the semicircular end 3 with at least one sealing strip 4 which extends close to the stationary hollow shaft 5, to minimize leakage. The sealing strip 6 between the separating bar 7 and the skirt 8 (the cylindrical part of the displacing element 1) can also consist of several strips.
Het verdringerlelement l(en de daarmede één geheel vormende skirt of bus 8) wentelt zich oscillerend om de stilstaande holle as 5 die over haar gehele lengte door een scheidingsschot 9 in twee compartimenten is verdeeld. Compartiment 10 dient voor de geforceerde luchttoevoer en compartiment 20 11 voor de uitlaatgassen en dampen die ontsnappen via de uitlaatpoorten 12 op het moment dat deze samenvallen met de overeenkomstige sleufgaten 13 in cilindrisch deel 8 van verdringerelement 1. De stilstaande cilinder 14 kan al dan niet één geheel vormen met de scheidingswand 7. Met het oog op de vervaardiging zal men de voorkeur geven aan montage achteraf, 25 bijvoorbeeld met een zwaluwstaartverbinding. De oliepompen 15 zijn onderling hydraulisch gekoppeld en zorgen, behalve voor de energieoverdracht op de hydromotoren 16 op de (niet getekende) wielen ook voor synchronisatie en gefaseerde bewegingen. Alvorens de bol- of buisvormige oliepompen 15 hun energie kunnen overdragen aan de 30 hydromotoren 16 vindt gelijkrichting van de oliestroom plaats door middel van een stelsel van terugslagkleppen 17. Een compensatietank 18 voorkomt 1021386 4 het ontstaan van luchtbellen in het hydraulisch systeem. De door de luchtpompen 19 aangevoerde koellucht wordt via de ontmantelde ruimte 20 langs de hete wand 14 geleid, die daardoor afkoelt tot een aanvaardbare temperatuur. Vervolgens passeert de aldus opgew'armde lucht via een 5 regelafsluiter 21 de warmte-uitwisselaar 22 op de uitlaat of knalpot (niet getekend.)The displacement element 1 (and the skirt or sleeve 8 forming one whole therewith) rotates oscillating about the stationary hollow shaft 5 which is divided over its entire length by a partition 9 into two compartments. Compartment 10 serves for the forced air supply and compartment 11 for the exhaust gases and vapors escaping through the exhaust ports 12 as they coincide with the corresponding slot holes 13 in cylindrical part 8 of displacer element 1. The stationary cylinder 14 may or may not be one integral with the partition wall 7. With a view to manufacture, preference will be given to mounting afterwards, for example with a dovetail joint. The oil pumps 15 are mutually hydraulically coupled and, in addition to the energy transfer on the hydromotors 16 on the (not shown) wheels, also provide for synchronization and phased movements. Before the spherical or tubular oil pumps 15 can transfer their energy to the hydromotors 16, the oil flow is rectified by means of a system of non-return valves 17. A compensation tank 18 prevents the formation of air bubbles in the hydraulic system. The cooling air supplied by the air pumps 19 is guided via the dismantled space 20 along the hot wall 14, which thereby cools to an acceptable temperature. The air thus heated then passes through a control valve 21 to the heat exchanger 22 on the outlet or muffler (not shown).
De aldus tot een hoge temperatuur verhitte lucht bereikt via de inlaatpoorten 2 de ruimte 23 tussen de scheidingswand of balk 7 en het verdringerelement 1. Deze verhitte lucht draagt, tezamen met de expanderende stoom ingeval 10 van waterstof als brandstof wordt uitgegaan, substantieel bij aan de verbetering van het totaal rendement, doch ook aan de initiatie van de explosie. Het moge duidelijk zijn dat met de oscillerend buismotor volgens de vinding en de hiermede inherente wijze van aandrijving van een automobiel een grote mate van efficiëntie wordt bereikt, terwijl deze motor 15 in het bijzonder geschikt is voor waterstof als brandstof omdat zonder bijzondere technische problemen een zeer grote compressie en expansieverhouding gerealiseerd kan worden; de lengte van de cilinders is vrijwel onbeperkt bij een uiterst korte verblijftijd.The air thus heated to a high temperature reaches via the inlet ports 2 the space 23 between the partition wall or beam 7 and the displacer element 1. This heated air, together with the expanding steam in case hydrogen is used as fuel, substantially contributes to the improvement of the total return, but also of the initiation of the explosion. It will be clear that a high degree of efficiency is achieved with the oscillating tubular motor according to the invention and the inherent manner of driving an automobile, while this motor is particularly suitable for hydrogen as a fuel because, without particular technical problems, a very high large compression and expansion ratio can be achieved; the length of the cylinders is virtually unlimited with an extremely short residence time.
10213861021386
Claims (6)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1021386A NL1021386C1 (en) | 2002-09-03 | 2002-09-03 | Oscillating tubular motor, especially hydrogen engine for vehicle, has combustion air supplied via cooling mantle, heat exchanger in exhaust gas flow and partition beam channels |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1021386A NL1021386C1 (en) | 2002-09-03 | 2002-09-03 | Oscillating tubular motor, especially hydrogen engine for vehicle, has combustion air supplied via cooling mantle, heat exchanger in exhaust gas flow and partition beam channels |
NL1021386 | 2002-09-03 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1021386C1 true NL1021386C1 (en) | 2004-03-05 |
Family
ID=32171689
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1021386A NL1021386C1 (en) | 2002-09-03 | 2002-09-03 | Oscillating tubular motor, especially hydrogen engine for vehicle, has combustion air supplied via cooling mantle, heat exchanger in exhaust gas flow and partition beam channels |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1021386C1 (en) |
-
2002
- 2002-09-03 NL NL1021386A patent/NL1021386C1/en not_active IP Right Cessation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6415607B1 (en) | High efficiency, air bottoming engine | |
US5894729A (en) | Afterburning ericsson cycle engine | |
US5222466A (en) | Internal combustion engine with flexible/piston cylinder | |
US6953010B1 (en) | Opposed piston opposed cylinder free piston engine | |
US7178324B2 (en) | External combustion engine | |
US4078529A (en) | Rotary engine | |
US7273023B2 (en) | Steam enhanced double piston cycle engine | |
US4212163A (en) | Heat engine | |
US20090314252A1 (en) | Combustion engine with self-ignition of air-and-fuel mixture | |
WO2009066178A2 (en) | Heat engines | |
WO2012057838A2 (en) | Rotary valve continuous flow expansible chamber dynamic and positive displacement rotary devices | |
US5072705A (en) | Rotary engine and method | |
US6779334B2 (en) | Power stroke engine | |
US4974556A (en) | Internal combustion engine | |
BG105831A (en) | Combined piston engine | |
US9297337B2 (en) | Internal combustion and waste heat steam engine having a heat recovery steam generator exhaust manifold | |
US5653108A (en) | Gas turbine-two-stroke piston compound engine | |
US7621254B2 (en) | Internal combustion engine with toroidal cylinders | |
NL1021386C1 (en) | Oscillating tubular motor, especially hydrogen engine for vehicle, has combustion air supplied via cooling mantle, heat exchanger in exhaust gas flow and partition beam channels | |
US4515113A (en) | Swash plate engine | |
CN101253316A (en) | Steam enhanced double piston cycle engine | |
EP1147292B1 (en) | Lever-mechanism motor or pump | |
US5507142A (en) | Hybrid steam engine | |
US4557232A (en) | Swash plate engine | |
WO2004072441A1 (en) | Engine with rotary cylinder block and reciprocating pistons |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20070401 |