NL1020345C2 - Wind turbine, has adjustable distance between gondola and part for connecting mast to foundation - Google Patents
Wind turbine, has adjustable distance between gondola and part for connecting mast to foundation Download PDFInfo
- Publication number
- NL1020345C2 NL1020345C2 NL1020345A NL1020345A NL1020345C2 NL 1020345 C2 NL1020345 C2 NL 1020345C2 NL 1020345 A NL1020345 A NL 1020345A NL 1020345 A NL1020345 A NL 1020345A NL 1020345 C2 NL1020345 C2 NL 1020345C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- mast
- wind turbine
- parts
- gondola
- connecting means
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04H—BUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
- E04H12/00—Towers; Masts or poles; Chimney stacks; Water-towers; Methods of erecting such structures
- E04H12/18—Towers; Masts or poles; Chimney stacks; Water-towers; Methods of erecting such structures movable or with movable sections, e.g. rotatable or telescopic
- E04H12/187—Towers; Masts or poles; Chimney stacks; Water-towers; Methods of erecting such structures movable or with movable sections, e.g. rotatable or telescopic with hinged sections
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F03—MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS; WIND, SPRING, OR WEIGHT MOTORS; PRODUCING MECHANICAL POWER OR A REACTIVE PROPULSIVE THRUST, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F03D—WIND MOTORS
- F03D13/00—Assembly, mounting or commissioning of wind motors; Arrangements specially adapted for transporting wind motor components
- F03D13/20—Arrangements for mounting or supporting wind motors; Masts or towers for wind motors
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F05—INDEXING SCHEMES RELATING TO ENGINES OR PUMPS IN VARIOUS SUBCLASSES OF CLASSES F01-F04
- F05B—INDEXING SCHEME RELATING TO WIND, SPRING, WEIGHT, INERTIA OR LIKE MOTORS, TO MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS COVERED BY SUBCLASSES F03B, F03D AND F03G
- F05B2240/00—Components
- F05B2240/90—Mounting on supporting structures or systems
- F05B2240/91—Mounting on supporting structures or systems on a stationary structure
- F05B2240/915—Mounting on supporting structures or systems on a stationary structure which is vertically adjustable
- F05B2240/9151—Mounting on supporting structures or systems on a stationary structure which is vertically adjustable telescopically
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02E—REDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
- Y02E10/00—Energy generation through renewable energy sources
- Y02E10/70—Wind energy
- Y02E10/72—Wind turbines with rotation axis in wind direction
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02E—REDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
- Y02E10/00—Energy generation through renewable energy sources
- Y02E10/70—Wind energy
- Y02E10/728—Onshore wind turbines
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Sustainable Development (AREA)
- Sustainable Energy (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Wind Motors (AREA)
Abstract
Description
ΛΛ
WindturbineWind turbine
De uitvinding betreft een windturbine omvattende een gondel en een mast voorzien van verbindingsmiddelen voor het verbinden van de mast met een fundering, waarbij een gondel een rotor met wieken omvat. De uitvinding betreft tevens een 5 mast voor een windturbine.The invention relates to a wind turbine comprising a gondola and a mast provided with connecting means for connecting the mast to a foundation, wherein a gondola comprises a rotor with blades. The invention also relates to a mast for a wind turbine.
Windturbines van de onderhavige soort zijn algemeen bekend. Windturbines worden steeds groter en zwaarder. Het oprichten van een windturbine gaat gepaard met grote krachten en vereist veel hefvermogen.Wind turbines of the present type are generally known. Wind turbines are getting bigger and heavier. The erection of a wind turbine is accompanied by great forces and requires a lot of lifting capacity.
• 10 Doel van de uitvinding is het verschaffen van een windturbine, waarbij het bovenstaande bezwaar is verminderd.The object of the invention is to provide a wind turbine, wherein the above drawback is reduced.
Dit doel wordt bereikt met een windturbine die ten minste twee posities bepaalt, zodanig dat de gondel ten opzichte van de verbindingsmiddelen verplaatst kan worden.This object is achieved with a wind turbine which determines at least two positions, such that the gondola can be moved relative to the connecting means.
15 Hierdoor is het mogelijk de gondel, die een groot gedeelte van het gewicht van windturbine bepaalt, en die op grote hoogte moet worden gebracht, van een eerste positie naar een tweede positie te brengen, waarbij de afstand tussen de verbindingsmiddelen en de gondel wordt vergroot.This makes it possible to move the gondola, which determines a large part of the weight of the wind turbine, and which must be brought at a great height, from a first position to a second position, wherein the distance between the connecting means and the gondola is increased .
20 De verbindingsmiddelen verbinden de mast met de fundering. Vervolgens wordt ten minste de gondel van een eerste positie naar een tweede verplaatst, waarbij de afstand van de gondel tot de verbindingsmiddelen toeneemt. In de eerste positie ligt het zwaartepunt van de windturbine 25 dichterbij de verbindingsmiddelen dan in de tweede positie. Hierdoor wordt een aanzienlijk besparing op het hefvermogen mogelij k.The connecting means connect the mast to the foundation. Subsequently at least the gondola is moved from a first position to a second, whereby the distance from the gondola to the connecting means increases. In the first position the center of gravity of the wind turbine 25 is closer to the connecting means than in the second position. This makes a considerable saving on the lifting capacity possible.
Bij voorkeur omvat de mast ten minste twee mastdelen. Hierdoor kan een windturbine worden opgebouwd uit 30 verschillende elementen, die ten opzichte van elkaar kunnen verplaatsen, bijvoorbeeld door een verbinding tussen deThe mast preferably comprises at least two mast parts. A wind turbine can hereby be built up from 30 different elements, which can move relative to each other, for example through a connection between the
102 ': i S102 ': S
2 mastdelen door middel van een scharnier. Door de mastdelen te scharnieren, kan de gondel ten opzichte verbindingsmiddelen verplaatst worden. De gondel kan op de gewenste hoogte ten opzicht van de fundering gebracht worden.2 mast parts by means of a hinge. By pivoting the mast parts, the gondola can be moved relative to connecting means. The gondola can be brought to the desired height in relation to the foundation.
5 In de voorkeursuitvoeringsvorm zijn de verbindingsmiddelen nabij een uiteinde van de mast aangebracht en is de gondel nabij een ander uiteinde van de mast aangebracht. Hierdoor wordt de mast het verbindingselement tussen de verbindingsmiddelen, c.q.In the preferred embodiment the connecting means are arranged near one end of the mast and the gondola is arranged near another end of the mast. The mast hereby becomes the connecting element between the connecting means, c.q.
10 fundering en de gondel.10 foundation and the gondola.
In de voorkeursuitvoeringsvorm zijn de mastdelen telescopisch uitschuifbaar. Hierdoor kan door het uitschuiven van de mastdelen de gondel ten opzichte van de verbindingsmiddelen worden verplaatst. De mastdelen bepalen 15 daartoe een verschillende diameter en zijn hol, zodat zij in elkaar kunnen worden geschoven. Daarnaast kunnen de mastdelen in elkaar worden geschoven. De ingeschoven mastdelen kunnen bewegen volgens een telescoop. Het in elkaar schuiven van een 90 meter lange mast in drie delen, levert een kleine 30 meter 20 hoog mastdeel op, dat gemakkelijker is te vervoeren en is op te richten.In the preferred embodiment, the mast parts are telescopically extendable. As a result, the gondola can be moved relative to the connecting means by sliding out the mast parts. To this end, the mast parts define a different diameter and are hollow, so that they can be pushed into each other. In addition, the mast parts can be pushed together. The inserted mast parts can move according to a telescope. The sliding together of a 90 meter long mast into three parts, yields a small 30 meter high mast part that is easier to transport and can be erected.
Het is gunstig de mastdelen niet rond uit te voeren. Hierdoor kunnen de mastdelen niet elkaar 'ronddraaien', maar zijn de mastdelen ten opzichte van elkaar gericht met een 25 bepaalde oriëntatie. Dit wordt bijvoorbeeld bereikt met een hoekige mast.It is advantageous not to construct the mast parts round. As a result, the mast parts cannot 'rotate' each other, but the mast parts are oriented relative to each other with a specific orientation. This is achieved, for example, with an angular mast.
Het zwaartepunt van een bekende windturbine met een mast, die voorzien is aan de uiteinden van verbindingsmiddelen respectievelijk een gondel, ligt boven 30 het midden van een opgerichte windturbine. De rotor en de wieken maken dat het zwaartepunt zich boven het midden van de mast bevindt. Met een uit elementen bestaande mast, die is in elkaar geschoven, wordt het zwaartepunt sterk verlaagd.The center of gravity of a known wind turbine with a mast, which is provided at the ends of connecting means or a gondola, is above the center of an erected wind turbine. The rotor and the blades ensure that the center of gravity is above the center of the mast. With a mast consisting of elements, which is pushed together, the center of gravity is greatly reduced.
-· O- · O
33
Een verdere ontwikkeling van de windturbine volgens de uitvinding omvat bewegingsmiddelen voor het van een eerste positie naar een tweede positie brengen van de windturbine. Hierdoor kan de windturbine van een eerste naar een tweede 5 positie gebracht worden. De bewegingsmiddelen worden bijvoorbeeld gevormd door een aandrijving in de vorm van een motor of hydraulische middelen.A further development of the wind turbine according to the invention comprises moving means for moving the wind turbine from a first position to a second position. This allows the wind turbine to be moved from a first to a second position. The moving means are for example formed by a drive in the form of a motor or hydraulic means.
Bij voorkeur omvat de windturbine geleidingsmiddelen voor het geleiden van de windturbine van een eerste naar een 10 tweede positie. Hierdoor kan het grote gewicht van de windturbine via een nauwkeurig uitgezet traject van een eerste naar een tweede positie worden geleid. De geleidingsmiddelen moet geschikt zijn voor het geleiden van een groot gewicht.The wind turbine preferably comprises guide means for guiding the wind turbine from a first to a second position. As a result, the large weight of the wind turbine can be guided from a first to a second position via an accurately set path. The guide means must be suitable for guiding a large weight.
15 In de voorkeursuitvoeringsvorm vormt zich binnen de mastdelen een holte, die is voorzien van een aansluitmiddel. Hierdoor is het mogelijk via het aansluitmiddel, bijvoorbeeld een ventiel, lucht toe te voeren aan de holte in de mast, en wanneer deze holte in hoofdzaak vrij is van 20 luchtontsnappingsmogelijkheden, kan een overdruk worden gecreëerd.In the preferred embodiment, a cavity forms within the mast parts, which cavity is provided with a connecting means. This makes it possible to supply air via the connecting means, for instance a valve, to the cavity in the mast, and when this cavity is substantially free of air escape possibilities, an overpressure can be created.
Daartoe is de windturbine bij voorkeur voorzien van drukmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van een compressor.To this end, the wind turbine is preferably provided with pressure means, for example in the form of a compressor.
Door de overdruk in de holte zullen de mastdelen telescopisch 25 uitschuiven, waardoor de mast verlengd wordt en de windturbine van een eerste positie naar een tweede positie wordt gebracht.Due to the overpressure in the cavity, the mast parts will extend telescopically, whereby the mast is extended and the wind turbine is brought from a first position to a second position.
Bij voorkeur worden de drukmiddelen gevormd door een compressor. De compressor is met een buis aangesloten op de 30 mast via een ventiel. Lucht wordt in de holle mastdelen gepompt. De mastdelen die in elkaar geschoven zijn bepalen in dwarsdoorsnede in hoofdzaak een aantal cilinders van verschillende diameter. De cilinder met de grootste diameterThe pressure means are preferably formed by a compressor. The compressor is connected with a tube to the mast via a valve. Air is pumped into the hollow mast sections. The mast parts that are pushed into each other essentially define a number of cylinders of different diameter in cross section. The cylinder with the largest diameter
- ; S-; S
4 wordt afdichtend aan een fundering bevestigd. De kleinere mastcilinderdelen bepalen een afdichting aan de open onderzijde. De afdichting is bijvoorbeeld een rubber strip die aangrijpt op de binnenzijde van een cilinder met een 5 grotere diameter. De afdichting is met betrekking tot de diameter van de cilinder relatief klein.4 is sealed to a foundation. The smaller mast cylinder parts define a seal on the open underside. The seal is, for example, a rubber strip that engages the inside of a cylinder with a larger diameter. The seal is relatively small with respect to the diameter of the cylinder.
Het in de holle mastdelen aanbrengen van lucht creëert een overdruk, waardoor de mastdelen uit elkaar zullen schuiven naar boven toe. Het grote oppervlak van de 10 mastdoorsnede maakt dat met een kleine overdruk een groot gewicht kan worden gedragen. De mast zal als het ware uitschuiven als een telescoop/radioantenne van een auto.The introduction of air into the hollow mast parts creates an overpressure, as a result of which the mast parts will slide apart upwards. The large surface area of the mast section means that a large weight can be carried with a small excess pressure. The mast will extend, as it were, like a telescope / radio antenna of a car.
Het is gunstig borgmiddelen rond de omtrek van mastdelen aan te brengen. Wanneer een mastdeel een bepaalde 15 hoogte is gestegen, zekeren de borgelementen, waardoor het terugvallen van het mastdeel niet mogelijk is. Zodoende kan door het wegvallen van de overdruk aan de binnenzijde van de mast de omhoog bewogen mastdelen niet terugvallen.It is favorable to provide locking means around the circumference of mast parts. When a mast part has risen a certain height, the locking elements secure, so that the mast part cannot fall back. Thus, due to the release of the excess pressure on the inside of the mast, the raised mast parts cannot fall back.
Bij voorkeur is de binnenzijde van de mast in 20 hoofdzaak luchtdicht afgedicht. Hierdoor kan het volle vermogen van de compressor worden gebruikt voor het opwekken van overdruk. Echter het is niet noodzakelijk dat de afdichting tot op elk detail sluitend is. Een klein verlies van luchtdruk heeft geen ernstige gevolgen.The inside of the mast is preferably sealed in a substantially airtight manner. This allows the full power of the compressor to be used to generate overpressure. However, it is not necessary for the seal to be tight in every detail. A small loss of air pressure has no serious consequences.
25 Het gebruik van luchtdruk/overdruk voor het omhoog bewegen van mastdelen, alsmede de aan het bovenste mastdeel bevestigde gondel met wieken is bijzonder voordelig, aangezien bij een mast met een doorsnede van 25 m2 1 bar luchtdruk overdruk een draagvermogen heeft van 250 ton. De 30 beweging van de mastdelen kan door het instellen van de overdruk nauwkeurig worden beïnvloed.The use of air pressure / overpressure for lifting mast parts, as well as the gondola with blades fixed to the upper mast part, is particularly advantageous, since with a mast with a diameter of 25 m2, 1 bar of air pressure overpressure has a bearing capacity of 250 tons. The movement of the mast parts can be accurately influenced by adjusting the overpressure.
Bij voorkeur omvatten de mastdelen versterkingsribben die naar binnen toe uitsteken. Een mastdeel met een kleinere .1 0 2 5 5 diameter bepaalt nabij het onderuiteinde een vork die om de versterkingsrib is aangebracht. De rib en de vork zijn beiden voorzien van een afdichtend materiaal, bij voorkeur een teflon laag. De randen grijpen aan op elkaar. Het teflon 5 materiaal is sterk. Daarnaast wordt weinig wrijving gecreëerd wanneer twee lagen langs elkaar bewegen. Rondom het onderuiteinde van een binnenmastdeel is een afdichtende strook, bij voorkeur van rubber aangebracht. De afdichtstrook en het teflon sluiten de binnenzijde van de mastdelen in 10 hoofdzaak luchtdicht af. Wanneer een overdruk wordt gecreëerd aan de binnenzijde van de mastdelen zullen de teflonlagen van de versterkingsrib en van de vork langs elkaar schuiven, waarbij hoogte wordt gewonnen. Bij voorkeur omvatten de kleinere mastdelen een flens nabij de onderzijde van het 15 mastdeel, die kan aangrijpen op een flens aan de bovenzijde van een buitenmastdeel. Wanneer een mastdeel in hoofdzaak is uitgeschoven kunnen de beide flenzen aan elkaar worden verbonden, zodanig dat de mastdelen niet terug kunnen schuiven.The mast parts preferably comprise reinforcing ribs that protrude inwards. A mast part with a smaller diameter defines near the lower end a fork which is arranged around the reinforcing rib. The rib and the fork are both provided with a sealing material, preferably a Teflon layer. The edges engage each other. The teflon 5 material is strong. In addition, little friction is created when two layers move past each other. A sealing strip, preferably of rubber, is arranged around the lower end of an inner mast part. The sealing strip and the teflon seal off the inside of the mast parts substantially airtightly. When an overpressure is created on the inside of the mast parts, the teflon layers of the reinforcing rib and of the fork will slide alongside each other, thereby gaining height. The smaller mast parts preferably comprise a flange near the bottom side of the mast part, which can engage on a flange on the top side of an outer mast part. When a mast part is substantially extended, the two flanges can be connected to each other, such that the mast parts cannot slide back.
20 Bij voorkeur omvatten de mastdelen mastverbindingsmiddelen voor het verbinden van de mastdelen. Hierdoor kunnen de mastdelen ten opzicht van elkaar in een positie worden verbonden, zodat de positie wordt vastgehouden.The mast parts preferably comprise mast connecting means for connecting the mast parts. As a result, the mast parts can be connected to each other in a position, so that the position is retained.
25 Bij voorkeur omvatten de mastverbindingsmiddelen middelen voor het in lood afstellen van de verschillende mastdelen. Hierdoor kan een in hoofdzaak rechte mast worden samengesteld.The mast connecting means preferably comprise means for adjusting the different mast parts in lead. A substantially straight mast can hereby be assembled.
Bij voorkeur omvatten de verbindingsmiddelen voor de 30 fundering middelen voor in het lood stellen van de windturbine. De fundering omvat bij voorkeur een in de grond aangebrachte ondersteuningspaal waarop een overgangsstuk is -<· r 6 aangebracht dat de fundering in het lood kan stellen. De fundering is bij voorkeur in de zee aangebracht.The connecting means for the foundation preferably comprise means for setting the wind turbine in lead. The foundation preferably comprises a support pole arranged in the ground on which a transition piece is arranged which can set the foundation in the lead. The foundation is preferably arranged in the sea.
De uitvinding betreft tevens een mast kennelijk bedoelt voor een windturbine zoals deze hierboven is 5 beschreven.The invention also relates to a mast apparently intended for a wind turbine as described above.
Opgemerkt wordt dat het onwenselijk is in moeilijke omstandigheden, bijvoorbeeld op zee of op grote hoogte, nauwkeurige verbindingswerkzaamheden uit te voeren, wanneer een windturbine uit verschillende onderdelen is samengesteld. 10 Windturbines worden geprefabriceerd en vervolgens getransporteerd naar een locatie voorzien van een fundering.It is noted that it is undesirable to perform precise connection work in difficult circumstances, for example at sea or at high altitudes, when a wind turbine is composed of different parts. 10 Wind turbines are prefabricated and then transported to a location with a foundation.
De uitvinding wordt in de tekeningen nader uitgewerkt. Hierin worden een aantal uitvoeringsvormen van de mast, de windturbine en verschillende werkwijzen voor het 15 vervaardigen van een windturbine getoond.The invention is further elaborated in the drawings. A number of embodiments of the mast, the wind turbine and various methods for manufacturing a wind turbine are shown herein.
De uitvinding wordt verder toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bij gevoegde figuren van enige uitvoeringsvoorbeelden.The invention is further elucidated in the following description with reference to the attached figures of some exemplary embodiments.
Figuur 1 toont een aanzicht van een windturbine 20 volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.Figure 1 shows a view of a wind turbine 20 according to a first embodiment of the invention.
Figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvorm van de windturbine volgens de uitvinding.Figure 2 shows a second embodiment of the wind turbine according to the invention.
Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van een gedeeltelijk opengewerkte windturbine volgens een derde 25 uitvoeringsvorm.Figure 3 shows a perspective view of a partially cut-away wind turbine according to a third embodiment.
Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede volgens lijn IV van de derde uitvoeringsvorm volgens figuur 3.Figure 4 shows a cross-section according to line IV of the third embodiment according to Figure 3.
Figuur 5 toont een gedeelte van een dwarsdoorsnede volgens lijn V-V van de derde uitvoeringsvorm volgens figuur 30 3.Figure 5 shows a part of a cross-section according to line V-V of the third embodiment according to figure 30 3.
Figuur 6 toont een perspectivisch aanzicht van een vierde uitvoeringsvorm.Figure 6 shows a perspective view of a fourth embodiment.
77
Figuur 1 toont drie posities van een windturbine 1 volgens de uitvinding. Windturbine 1 omvat een mast 2, die is samengesteld uit drie mastdelen 3-5. De windturbine omvat verder een gondel 6, die wordt samengesteld door een rotor 7 5 met wieken 8. De gondel 6 is aangebracht op één uiteinde van de mast 2, aan het andere uiteinde zijn aangebracht verbindingsmiddelen 9 voor het verbinden van de mast met een fundering (niet getoond).Figure 1 shows three positions of a wind turbine 1 according to the invention. Wind turbine 1 comprises a mast 2, which is composed of three mast parts 3-5. The wind turbine further comprises a gondola 6, which is assembled by a rotor 7 with blades 8. The gondola 6 is arranged on one end of the mast 2, connecting means 9 are arranged on the other end for connecting the mast to a foundation (not shown).
De mastdelen 3-5 zijn cilindervormig in doorsnede en 10 bepalen verschillende diameters, zodanig dat de mastdelen telescopisch uitschuifbaar zijn. Vanuit een eerste positie (rechter windturbine 1) kunnen de mastdelen 3-5 worden uitgeschoven tot de tweede positie en derde positie (links figuur 1). De windturbine met de ingeschoven mastdelen heeft 15 een zwaartepunt dat meer nabij het verbindingselement 9 ligt dan het zwaartepunt van de windturbine in de uitgeschoven positie. De gondel 6 bevindt zich in de ingeschoven positie meer nabij het verbindingsmiddel 9 dan in de uitgeschoven positie. Het oprichten van de windturbine 1, waarbij de 20 windturbine wordt verbonden met een fundering en rechtop wordt gezet, vereist aanzienlijk minder hefvermogen voor een ingeschoven windturbine dan voor een uitgeschoven windturbine.The mast parts 3-5 are cylindrical in cross-section and determine different diameters, such that the mast parts are telescopically extendable. From a first position (right wind turbine 1) the mast parts 3-5 can be extended to the second position and third position (left figure 1). The wind turbine with the mast parts retracted has a center of gravity that is closer to the connecting element 9 than the center of gravity of the wind turbine in the extended position. The gondola 6 is in the retracted position more close to the connecting means 9 than in the extended position. The erection of the wind turbine 1, wherein the wind turbine is connected to a foundation and raised, requires considerably less lifting capacity for a retracted wind turbine than for an extended wind turbine.
De windturbine 1 is voorzien van een aansluitpunt 10, 25 dat is verbonden met een compressor 11. De compressor 11 kan lucht toevoeren aan de holte in de cilindervormige mastdelen 3-5, zodanig dat een overdruk wordt gecreëerd in de gevormde holte. De gevormde holte is daartoe in hoofdzaak luchtdicht afgedicht. De overdruk zal een uitschuiven zoals van rechts 30 naar links afgebeeld in figuur 1, tot gevolg hebben.The wind turbine 1 is provided with a connection point 10, 25 which is connected to a compressor 11. The compressor 11 can supply air to the cavity in the cylindrical mast parts 3-5, such that an overpressure is created in the formed cavity. To that end, the cavity formed is substantially air-tightly sealed. The overpressure will result in an extension as shown from right to left in figure 1.
Figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvorm van een windturbine volgens de uitvinding. Windturbine 20 bestaat uit twee mastdelen 21 en 22, verbindingsmiddelen 23 en een gondel 1 02^8 Ah 8 24, bestaande uit een rotor 25 en wieken 26. De mastdelen 21, 22 zijn met elkaar verbonden door middel van een scharnier 27 .Figure 2 shows a second embodiment of a wind turbine according to the invention. Wind turbine 20 consists of two mast parts 21 and 22, connecting means 23 and a gondola 02 8 Ah 8 24, consisting of a rotor 25 and blades 26. The mast parts 21, 22 are connected to each other by means of a hinge 27.
Wanneer windturbine 20 is verbonden met een fundering 5 (niet getoond) door middel van de verbindingsmiddelen 23, kan de windturbine worden opgericht door een bewegingsmiddel (niet getoond), dat de mastdelen 21 en 22 in elkaar verlengde doet bewegen. Ook hierbij is in de ingeklapte uitgangspositie sprake van een windturbine 20 met een lager zwaartepunt, dan 10 de windturbine met een uitgeklapte "eindpositie". De gondel 24 is verplaatst van een positie ten opzichte van de verbindingsmiddelen 23 naar een tweede positie ten opzichte van de verbindingsmiddelen 23 die verder weg ligt.When wind turbine 20 is connected to a foundation 5 (not shown) by means of the connecting means 23, the wind turbine can be erected by a moving means (not shown), which causes the mast parts 21 and 22 to move in line. Here too, in the collapsed starting position, there is talk of a wind turbine 20 with a lower center of gravity, than the wind turbine with an unfolded "end position". The gondola 24 has been moved from a position relative to the connecting means 23 to a second position relative to the connecting means 23 which is further away.
Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van een 15 gedeeltelijke doorsnede van twee mastdelen 31, 32 van windturbine 30. Getoond wordt een uitvoeringsvorm van een windturbine 30 met telescopisch uitschuifbare mastdelen 31, 32. Het mastdeel 31 bepaalt een grotere diameter dan mastdeel 32. Mastdeel 31 is hol, mastdeel 32 ook. Mastdeel 32 kan ten 20 opzichte van mastdeel 31 bewegen volgens pijl 33. Hierbij wordt het zwaartepunt van een rechtopstaande windturbine 30 verhoogd.Figure 3 shows a perspective view of a partial section of two mast parts 31, 32 of wind turbine 30. Shown is an embodiment of a wind turbine 30 with telescopically extendable mast parts 31, 32. The mast part 31 determines a larger diameter than mast part 32. Mast part 31 is hollow, mast part 32 too. Mast part 32 can move relative to mast part 31 according to arrow 33. The center of gravity of an upright wind turbine 30 is hereby increased.
Aan het boveneinde van mastdeel 31 is een rand 34 aangebracht, die naar binnen toe uitsteekt. De rand kan nabij 25 de buitenmantel van mastdeel 32 flexibel zijn en afdichtend aansluiten op die mantel, zodanig dat geen water tussen mastdeel en rand door kan sijpelen. De rand 34 is voorzien van uitsparingen 35. De uitsparingen zullen in figuur 5 worden besproken.An edge 34 is provided at the upper end of mast part 31, which protrudes inwards. The edge can be flexible near the outer casing of mast part 32 and connect sealingly to that casing, such that no water can seep between mast part and edge. The edge 34 is provided with recesses 35. The recesses will be discussed in Figure 5.
30 Naar binnen toe steekt een versterkingsrand 36 uit van mastdeel 31. Hierop grijpt aan een vork 37 die is aangebracht aan de buitenzijde van mastdeel 32. Over de omtrek van mastdeel 31 zijn bijvoorbeeld drie 9 versterkingsribben 36 aangebracht. De werking van deze versterkingsribben 36 en de vorken 37 zal in figuur 4 worden beschreven.Inwardly, a reinforcement edge 36 protrudes from mast part 31. A fork 37 mounted on the outside of mast part 32 projects on it. Three 9 reinforcing ribs 36 are arranged over the circumference of mast part 31, for example. The operation of these reinforcement ribs 36 and forks 37 will be described in Figure 4.
Figuur 3 toont eveneens borgmiddelen 38, die aan de 5 buitenzijde van mastdeel 32 zijn aangebracht. De borgmiddelen 38 worden samengesteld door een pen 39 en veermiddelen 40. Door het uitschuiven van mastdeel 32 uit mastdeel 31 zal de pen 39 vrij komen ter hoogte van de rand 34, en wanneer deze hoger wordt bewogen naar buiten toe uitsteken. Pen 39 kan 10 niet worden terugbewogen mastdeel 32 in. Borgmiddel 38 voorkomt derhalve het terugbewegen van mastdeel 32 naar beneden (inschuiven) in mastdeel 31.Figure 3 also shows locking means 38 which are arranged on the outside of mast part 32. The locking means 38 are assembled by a pin 39 and spring means 40. As a result of the extension of the mast part 32 from the mast part 31, the pin 39 will be released at the height of the edge 34 and project outwards when it is moved higher. Pin 39 cannot be moved back into mast part 32. Locking means 38 therefore prevents the mast part 32 from moving back down (sliding in) into mast part 31.
Figuur 4 toont mastdeel 31 en mastdeel 32. Mastdeel 31 is voorzien van een versterkingrib 36 die naar binnen toe 15 uitsteekt, en mastdeel 32 is voorzien van een vork 37, die naar buiten toe uitsteekt. De vork 37 bepaalt een holte waarin de versterkingsrib 36 is opgenomen. De vork 37 is voorzien van drie teflonlagen 41-43 en de versterkingsrib 36 is voorzien van drie teflonlagen 43-46. Het uitschuiven van 20 het mastdeel 32 uit mastdeel 31 doet de teflonlagen 41-43 glijden langs teflonlagen 44-46. De versterkingsrib 36 en vork 37 en de teflonlagen 41-46 vormen de geleidingsmiddelen voor het uitschuiven van de mastdelen 31, 32. Bij het uitschuiven wordt nauwelijks wrijving gecreëerd. De 25 teflonlagen grijpen vrijwel luchtdicht op elkaar aan.Figure 4 shows mast part 31 and mast part 32. Mast part 31 is provided with a reinforcing rib 36 that protrudes inwards, and mast part 32 is provided with a fork 37 protruding outwards. The fork 37 defines a cavity in which the reinforcing rib 36 is received. The fork 37 is provided with three teflon layers 41-43 and the reinforcing rib 36 is provided with three teflon layers 43-46. Extending the mast part 32 from mast part 31 causes the teflon layers 41-43 to slide along teflon layers 44-46. The reinforcing rib 36 and fork 37 and the teflon layers 41-46 form the guide means for extending the mast parts 31, 32. During the extending, hardly any friction is created. The 25 teflon layers engage with each other almost airtightly.
Figuur 5 toont twee dwarsdoorsneden volgens V in figuur 3. Getoond wordt mastdeel 31 voorzien van bovenrand 34 met uitsparing 35. Mastdeel 32 is voorzien van twee flenzen 47, 48, die nabij de onderzijde zijn aangebracht en die naar 30 buiten toe uitsteken. Flens 47 en 48 steken over de gehele omtrek van mastdeel 32 naar buiten toe uit. Flens 47 is voorzien van een rubbere strook 49 die in hoofdzaak luchtdicht aanligt tegen de binnenzijde van mastdeel 31.Figure 5 shows two cross-sections according to V in Figure 3. Shown is mast part 31 provided with top edge 34 with recess 35. Mast part 32 is provided with two flanges 47, 48, which are arranged near the bottom and which project outwards. Flanges 47 and 48 protrude outwards over the entire circumference of mast part 32. Flange 47 is provided with a rubber strip 49 which lies substantially airtight against the inside of mast part 31.
• · J• · J
I * 10I * 10
Flens 48 is voorzien van een pen 50, die wanneer mastdeel 32 volledig is uitgeschoven door uitsparing 35 heen steekt. De pen 50 kan dan worden geborgd, zodanig dat mastdeel 32 niet kan terugschuiven. Figuur 5a toont de situatie voordat de 5 totaal uitgeschoven situatie is bereikt, figuur 5b toont de situatie, waarbij de pen 50 door uitsparing 35 steekt en is geborgd met een twee pen 51. Het gebruik van pen 51 kan zodanig gebeuren dat de pen 51 wordt gebruikt voor het in lood stellen van het mastdeel 32. De pennen 50,51 vormen de 10 mastverbindingsmiddelen.Flange 48 is provided with a pin 50 which, when mast part 32 is fully extended, protrudes through recess 35. The pin 50 can then be locked in such a way that mast part 32 cannot slide back. Figure 5a shows the situation before the total extended situation has been reached, Figure 5b shows the situation in which the pin 50 protrudes through recess 35 and is secured with a two pin 51. The use of pin 51 can be such that the pin 51 becomes used for setting the mast part 32 into lead. The pins 50,51 form the mast connecting means.
Figuur 6 toont een vierde uitvoeringsvorm van een windturbine volgens de uitvinding. Van windturbine 60 worden twee mastdelen 61, 62 getoond. Mastdeel 61 is aan de binnenzijde voorzien van een versterkingsrib 63 die naar 15 binnen toe uitsteekt. Mastdeel 62 is voorzien van een vertanding 64. De versterkingsrib en vertanding zijn op diverse plaatsen op de omtrek van de mastdelen aangebracht. Versterkingsrib 63 is voorzien van tandwielen 65, die worden aangedreven door een bewegingsmiddel (niet getoond).Figure 6 shows a fourth embodiment of a wind turbine according to the invention. Two mast parts 61, 62 of wind turbine 60 are shown. Mast part 61 is provided on the inside with a reinforcing rib 63 that protrudes inwards. Mast part 62 is provided with teeth 64. The reinforcing rib and teeth are arranged at various places on the circumference of the mast parts. Reinforcement rib 63 is provided with gears 65, which are driven by a moving means (not shown).
20 Aandrijving van de tandwielen 65 doet mastdeel 62 uit mastdeel 61 schuiven.Drive of the gear wheels 65 causes mast part 62 to slide out of mast part 61.
Het oprichten van een windturbine vindt plaats door het afdichtend laten aansluiten van de onderzijde van het grootste mastdeel op de fundering. De windturbine wordt 25 opgericht, terwijl de mastdelen zijn gebracht in een positie, waarbij het zwaartepunt lager is, dan bij de windturbines van een samengestelde lengte. Vervolgens worden de mastdelen bewogen, bij voorkeur uitgeschoven. Bij voorkeur wordt overdruk gebruikt. Bij voorkeur is een aandrijving 30 aangebracht voor het uitschuiven van de mastdelen.The erection of a wind turbine takes place by sealingly connecting the underside of the largest mast part to the foundation. The wind turbine is erected, while the mast parts are brought to a position where the center of gravity is lower than with the wind turbines of a composite length. The mast parts are then moved, preferably extended. Preferably, excess pressure is used. A drive 30 is preferably provided for extending the mast parts.
f-'f’ r v : ίκf-"f" r v: ίκ
Claims (15)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1020345A NL1020345C2 (en) | 2001-12-17 | 2002-04-09 | Wind turbine, has adjustable distance between gondola and part for connecting mast to foundation |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1019587 | 2001-12-17 | ||
NL1019587 | 2001-12-17 | ||
NL1020345A NL1020345C2 (en) | 2001-12-17 | 2002-04-09 | Wind turbine, has adjustable distance between gondola and part for connecting mast to foundation |
NL1020345 | 2002-04-09 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1020345C2 true NL1020345C2 (en) | 2003-06-18 |
Family
ID=27615801
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1020345A NL1020345C2 (en) | 2001-12-17 | 2002-04-09 | Wind turbine, has adjustable distance between gondola and part for connecting mast to foundation |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1020345C2 (en) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2010134103A2 (en) * | 2009-05-20 | 2010-11-25 | Maurizio Mantovani | Wind electric generator |
EP2038550B1 (en) | 2006-06-29 | 2018-10-17 | Vestas Wind Systems A/S | A tower construction for a wind turbine |
US11408193B2 (en) | 2017-12-15 | 2022-08-09 | Jan Falck-Schmidt | Telescopic mast |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB476716A (en) * | 1937-02-04 | 1937-12-14 | Rudolf Arnold Erren | Improvements in and relating to electric generators |
US4272929A (en) * | 1979-08-23 | 1981-06-16 | Hanson Bror H | Tower and method of construction |
DE3112509A1 (en) * | 1981-03-30 | 1982-12-02 | Krupp Mak Maschinenbau Gmbh, 2300 Kiel | Extendable mast in the form of a telescopic jib |
US4590718A (en) * | 1984-02-13 | 1986-05-27 | Grumman Aerospace Corporation | Portable, adjustable structure and method of erecting same |
DE4029932A1 (en) * | 1990-09-21 | 1992-03-26 | Siegfried Pretzsch | Tube mast for wind generator - has telescopic components mounted on base and extendable or reducible manually or by motor drive |
US5252028A (en) * | 1992-09-14 | 1993-10-12 | Lobosco Sam | Marine propeller assembly with shock absorbing hub and easily replaceable propeller housing |
GB2365905A (en) * | 2000-08-19 | 2002-02-27 | Ocean Technologies Ltd | Offshore structure with a telescopically extendable column |
-
2002
- 2002-04-09 NL NL1020345A patent/NL1020345C2/en not_active IP Right Cessation
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB476716A (en) * | 1937-02-04 | 1937-12-14 | Rudolf Arnold Erren | Improvements in and relating to electric generators |
US4272929A (en) * | 1979-08-23 | 1981-06-16 | Hanson Bror H | Tower and method of construction |
DE3112509A1 (en) * | 1981-03-30 | 1982-12-02 | Krupp Mak Maschinenbau Gmbh, 2300 Kiel | Extendable mast in the form of a telescopic jib |
US4590718A (en) * | 1984-02-13 | 1986-05-27 | Grumman Aerospace Corporation | Portable, adjustable structure and method of erecting same |
DE4029932A1 (en) * | 1990-09-21 | 1992-03-26 | Siegfried Pretzsch | Tube mast for wind generator - has telescopic components mounted on base and extendable or reducible manually or by motor drive |
US5252028A (en) * | 1992-09-14 | 1993-10-12 | Lobosco Sam | Marine propeller assembly with shock absorbing hub and easily replaceable propeller housing |
GB2365905A (en) * | 2000-08-19 | 2002-02-27 | Ocean Technologies Ltd | Offshore structure with a telescopically extendable column |
Cited By (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2038550B1 (en) | 2006-06-29 | 2018-10-17 | Vestas Wind Systems A/S | A tower construction for a wind turbine |
EP2038550B2 (en) † | 2006-06-29 | 2022-09-14 | Vestas Wind Systems A/S | A tower construction for a wind turbine |
WO2010134103A2 (en) * | 2009-05-20 | 2010-11-25 | Maurizio Mantovani | Wind electric generator |
WO2010134103A3 (en) * | 2009-05-20 | 2011-02-24 | Maurizio Mantovani | Wind electric generator |
US11408193B2 (en) | 2017-12-15 | 2022-08-09 | Jan Falck-Schmidt | Telescopic mast |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
AU601564B2 (en) | Collapsible tower boom lift | |
US20210003111A1 (en) | Fluid driven vertical axis turbine | |
NL1020345C2 (en) | Wind turbine, has adjustable distance between gondola and part for connecting mast to foundation | |
US20110217901A1 (en) | Pop-up Play Set | |
EP1172483A2 (en) | Under bridge access apparatus with cross-linking member connecting tower with vehicular chassis | |
US11091358B1 (en) | Method and system for providing an improved all-terrain telehandler | |
US20150290994A1 (en) | Variable height vehicle | |
US20240018787A1 (en) | Retractable access means with collapsible handrail assembly | |
WO2023236695A1 (en) | Bundle-type folding wagon | |
RU2747817C9 (en) | Folding lighting mast | |
JP2003341981A (en) | Tower crane provided with foldable counter jib | |
ES2683340T3 (en) | Bridge deployment device and bridge transport vehicle incorporating said apparatus | |
CN1007141B (en) | Dump hoist | |
AU1167501A (en) | An umbrella mechanism | |
CN209521609U (en) | Top expanding body and caravan | |
CN213354117U (en) | Walking crawler belt retracting structure | |
CN210653379U (en) | Hydraulic full-automatic telescopic folding automobile tail plate | |
WO2006062458A1 (en) | Crane arrangement | |
CN213450212U (en) | Crank arm side ladder and fire engine | |
CN109050799A (en) | A kind of collapsible device of going on board | |
CN218708865U (en) | Lifting platform | |
CN213297808U (en) | Combined vehicle-mounted climbing ladder | |
CN115973403A (en) | Follow-up folding built-in airstairs | |
CN112160706A (en) | Crank arm side ladder and fire engine | |
CN111236081A (en) | Bridging equipment |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20141101 |